You are on page 1of 11

Hoofdstuk 12: Fluid Mechanics / Mechanica van fluïda

donderdag 9 april 2015


20:46

Niet te kennen: Stroming van fluïda, Wet van Bernoulli, Viscositeit en turbulentie.

Fluïdum: vloeistof en gas.

Druk in een fluïdum


Druk = normaalkracht per oppervlakte-eenheid.

Wet van Pascal: verhogen we de druk aan de oppervlakte, dan verhoogt de druk overal in het
fluïdum met dezelfde waarde.
Archimedeskracht
Op een lichaam dat gedeeltelijk of volledig ondergedompeld is in een fluïdum, wordt door het
fluïdum een opwaartse kracht uitgeoefend die even groot is als het gewicht van het verplaatste
fluïdum.

Oppervlaktespanning
Moleculen op oppervlak ervaren neerwaartse kracht.
Hoofdstuk 14: Periodic Motion / Periodieke beweging
zaterdag 11 april 2015
16:10

Periodieke beweging = oscillatie.


Stabiel evenwichtspunt. Wanneer het lichaam hiervan weggehaald wordt, ondervindt het een
terugroepende kracht.
Oscillatie treedt altijd op als er een terugroepende kracht is.
Geen wrijving of andere externe kracht ⇒ mechanische energie behouden ⇒ oscillatie gaat
oneindig door.

Amplitude A = maximale uitwijking van evenwichtspunt.


Periode T = tijd van één cyclus.
Frequentie f = aantal cycli per tijdseenheid.

Simpele harmonische beweging (SHM)


Harmonische oscillator.

Vergelijkingen van een SHM

⇒ Frequentie onafhankelijk van de amplitude.

Energie van een SHM

Toepassingen van SHM


Verticale SHM

Angulaire SHM

Trilling van moleculen

Wiskundige slinger

Fysische slinger
Verschil met wiskundige slinger: geen puntmassa maar een lichaam.

Gedempte trilling
Wrijving ⇒ trilling wordt gedempt.
Energie in gedempte trillingen

Gedwongen oscillatie

Resonantie

Hoofdstuk 15: Mechanical Waves / Mechanische golven


zondag 12 april 2015
18:16

Mechanische golf: golf die door een materiaal (= een medium) gaat.
Bv.: golven op een koord, geluidsgolven.

Soorten mechanische golven


Transversaal: beweging van medium loodrecht op beweging van golf.
Longitudinaal: beweging van medium in zelfde richting als beweging van golf.

Medium verplaatst zich niet door de ruimte: enkel heen- en weerbeweging.


Golven verplaatsen energie, maar geen materie.

Periodieke golven
Wanneer een sinusoïdale golf door een medium gaat, ondergaat elke deeltje een simpele
harmonische beweging.

Transversale golven

Longitudinale golven

Wiskundige beschrijving van een golf

Faseverschil tussen twee punten: "achterstand" dat ene punt heeft t.o.v. andere, uitgedrukt in fractie
van een volledige cyclus.

Afleiden naar plaats:

Snelheid van een transversale golf


Snelheid bepaald door spanning in de koord en lineaire densiteit.
Hoe hoger spanning, hoe hoger snelheid.
Hoe hoger lineaire densiteit, hoe lager snelheid.

Energie in golven

Intensiteit van een golf


Intensiteit = tijdsgemiddeld tempo van energietransport per oppervlakte-eenheid, doorheen een
oppervlak loodrecht op de voortplantingsrichting.

Interferentie, grensvoorwaarden en superpositie


Als een golf de grens van het medium bereikt, wordt een deel van de golf teruggekaatst. Overlap =
interferentie.

Vast einde: teruggekaatste golf heeft tegengestelde uitwijking.


Vrijstaand einde: teruggekaatste golf heeft dezelfde uitwijking.
⇒ grensvoorwaarden.

Totale uitwijking van een deeltje: som van originele en weerkaatste golf = superpositie.

Staande golven
Golf weerkaatst door een vast einde.

Golfpatroon blijft op zelfde plaats staan en amplitude is niet constant.


Knopen (Eng. nodes): geen beweging.
Buiken (Eng. antinodes): maximale amplitude.

Constructieve interferentie: uitwijking beide golven gelijk.


Destructieve interferentie: uitwijking beide golven tegengesteld.

Staande golven verplaatsen geen energie.

Normale trillingsmode
Randvoorwaarde: beide uiteinden van koord moeten knopen zijn.

Normale trillingsmode: beweging waarin elk deeltje sinusoïdaal beweegt met dezelfde frequentie.

Muziekinstrumenten: bij aanslaan van snaar: meerdere trillingsmodes tegelijk.

Hoofdstuk 16: Sound and Hearing / Geluidsgolven


dinsdag 14 april 2015
11:46

Geluid = longitudinale golf in een medium.


Sinusoïdaal.

Geluidsgolven
Harmonische-golffunctie van verplaatsingsgolf:

Oor werkt door variaties in druk.


Drukfluctuaties hangen af van het verschil in verplaatsing van de naburige punten in het medium.

Waarneming van geluidsgolven


Drukamplitude bepaalt luidheid: hoe groter amplitude, hoe luider.
Frequentie bepaalt toonhoogte: hoe groter frequentie, hoe hoger de toon.

Snelheid van geluidsgolven

Intensiteit van een geluidsgolf

Geluidsniveau in decibel

Staande golven en normale trillingsmodes


Verplaatsingsknoop = drukbuik.
Verplaatsingsbuik = drukknoop.
Twee deeltjes aan verschillende kanten van een verplaatsingsknoop bewegen in tegengestelde
fase.
Twee deeltjes aan verschillende kanten van een verplaatsingsbuik bewegen in fase.

Grensvoorwaarden:
• gesloten uiteinde: verplaatsingsknoop;
• open uiteinde: drukknoop.
Interferentie tussen lopende geluidsgolven

Zwevingen - interferenties in de tijd


Zwevingen (Eng. beats): variaties in luidheid door variaties in amplitude als gevolg van interferentie
van meerdere golven met verschillende frequentie.

Dopplereffect
Wanneer geluidsbron en waarnemer in relatieve beweging zijn, zijn de originele frequentie en de
waargenomen frequentie verschillend.

Bewegende geluidsbron:

Schokgolven
Geluidsbarrière doorbreken: golflengte voor vliegtuig nadert naar nul als vliegsnelheid naar
geluidssnelheid nadert. Golven stapelen zich op.

You might also like