You are on page 1of 2

Nieuw Nederlands 6e editie – 2 havo/vwo

Woordenschat

aan de hand van – met


aangestuurd – geleid
behoeften – benodigdheden
(de) clubkas – geldkist van de vereniging
(het) district – werkgebied
(de) etymologie – oorsprong en geschiedenis van woorden
geeft invulling aan – geeft vorm, inhoud aan
gespekt – voorzien van geld
gestaakt – gestopt
in het kader van – wegens, vanwege
ingeschakeld – ingezet
(het) karweitje – klusje
kwam ten goede aan – was bestemd voor
met behulp van – met
met betrekking tot – over
met gebruikmaking van – met
na verloop van – na
namen het initiatief – zetten de eerste stap
onder invloed van – met
ontleend aan – overgenomen van
op grond van – vanwege
opbouwwerkzaamheden – activiteiten tot herstel
reputatie – naam
(de) slagzin – slogan, leus
stamt uit – gaat terug op; is ontleend aan
ten aanzien van – over, voor
ten gevolge van – door
ter gelegenheid van – wegens, vanwege
toentertijd – in die tijd, toen
uit hoofde van – door, wegens
uitgeloofd – aangeboden, uitgereikt

uitdrukkingen/spreekwoorden
Alle waar is naar zijn geld. – De prijs van een product zegt vaak iets over de kwaliteit.
Bankroet zijn – failliet zijn
Dat is zuur verdiend geld. – Voor dat geld is hard gewerkt.
Eieren voor je geld kiezen. – Met minder genoegen nemen dan je eigenlijk wilde.
Het geld groeit hem niet op de rug. – Geld komt bij hem niet zomaar binnen; hij moet er
hard voor werken.
Geen cent te makken hebben – geen geld hebben om uit te geven
Geen rooie cent hebben – blut zijn
Geld (alleen) maakt niet gelukkig. – Er is meer in het leven dan rijkdom.
Geld dat stom is, maakt recht wat krom is. – Met geld kun je strafbare handelingen
verdoezelen.
Geld stinkt niet. – Alle manieren om aan geld te komen zijn toegestaan.
Goed geld naar kwaad geld gooien. – Geld in een hopeloze zaak steken.
Goed in de slappe was zitten – heel rijk zijn
Hij bulkt van het geld. – Hij is erg rijk.
Hij heeft het geld voor het oprapen. – Hij is erg rijk.
Hij laat zijn geld rollen. – Hij geeft gemakkelijk geld uit.
Hij smijt met geld. – Hij geeft gemakkelijk geld uit.
Hij verdient geld als water. – Hij is erg rijk.
Hij zwemt in het geld. – Hij is erg rijk.
Nieuw Nederlands 6e editie – 2 havo/vwo

Tijd is geld. – Als je tijd verprutst, verspil je ook geld.


Voor geld gaan alle deuren open. – Voor iemand met geld is alles mogelijk.

Spelling

openingsceremonie
jacquet
hygiëne
openlijk
legende
geregisseerd
hiërarchische
journalist
enthousiast
haviken
kieviten
leeuweriken

You might also like