You are on page 1of 5

Nederlands

Les 1: zakelijk lezen


Zender:
doelpubliek:
tekstdoel:
actueel:
onderzoeksvraag:
betrouwbaar:

Les 2: zakelijke e-mail


Geadresseerd: je richt elke e-mail aan minstens één gea
Onderwerpregel:
Aanspreking:
Inhoud:
Slotgroet:

Les 3: op een gepaste manier iets vragen


Het woord nemen of vragen
- gesprekspartner niet onderbreken
- wachten tot gesprekspartner met een gebaar aangeeft dat hij klaar is
- vraag zelf beleefd het woord
- actieve luisterhouding
verheldering vragen
- trager spreken
- zijn boodschap herhalen
- de boodschap herformuleren
opheldering als ontvanger
- de boodschap herhalen in eigen woorden
- extra vragen stellen/herhalen
- zelf opheldering bieden aan de luisteraar
Les 4: Verslag maken
Vergadering
- onderwerp/ titel
- praktische informatie -> Datum, locatie, namen van degene die aanwezig zijn, naam
van de verslaggever, datum en locatie voor volgend overleg
- inhoudelijke informatie -> besproken agendapunten, samenvatting van de discussie,
actiepunten
Een gesproken bron
- onderwerp/ titel
- praktische informatie -> datum, verslaggever, doel, bibliografische gegevens
- korte inleiding —> W-vragen
- midden —> hoofdpunten
- slot —> feitelijke conclusie of samenvatting
Les 5: de vergadering:
De voorzitter
- vooraf versturen van de uitnodiging -> bevat datum, plaats en agenda
- opent de vergadering en heet iedereen welkom
- elk nieuw onderdeel inleiden
- bewaakt de tijd
- iedereen aan het woord laten komen
- conclusie
De notulist of secretaris
- verslag van de vergadering
bevat deze onderdelen
- datum
- namen van de aanwezigen
- namen van mensen die verontschuldigt zijn
- naam van de verslaggever
- alle besproken onderwerpen
- resultaat van discussies en de besluiten
- een overzicht van actiepunten
Andere deelnemers
- bereiden zich voor op de vergadering
- soms extra werk om de voorzitter of notulist te ontlasten

Les 7: spellingsmix
Scoodle

Les 8: stereotypen en vooroordelen


Stereotype: overdreven, simpel beeld van een bepaalde groep.
- kan positief of negatief zijn
- het beeld geldt voor de hele groep
- 1 eigenschap uitvergroot
- komen zelden overeen met de realiteit
Stereotypen —> vooroordelen
Vooroordeel: oordeel voor je hem/ haar kent —> verkeerde conclusie
ALTIJD NEGATIEF

⭐️: Griekse woordenschat


muze: een inspiratiebron
achilleshiel: zwakke punt
labyrint: een doolhof
adonis: uitzonderlijk knappe man
furie: razende vrouw
iets met argusogen bekijken: Iets met argwaan bekijken
een titanenstrijd voeren: een buitengewoon moeilijke strijd voeren
het paard van Troje binnenhalen: iets doen waardoor je nietsvermoedend je eigen
ondergang of ongeluk veroorzaakt
De doos van Pandora openen: iets doen wat veel onheil en grote gevolgen met zich
meebrengt
de draad van Ariadne: een middel om je te redden uit een moeilijke situatie
de augiasstal reinigen: grondig orde op zaken stellen
Het zwaard van Damocles hangt hem boven het hoofd: heb je het goed naar je zin, maar
dreigt wel ieder moment groot onheil
een tantaluskwelling: een kwelling waarbij je iets waar je naar verlangt in de onmiddellijke
nabijheid ziet en het toch niet kan krijgen
een medusahoofd: een afgrijselijk, schrikaanjagend uiterlijk
een oedipuscomplex: complex waarbij een zoon zich aangetrokken voelt tot zijn moeder
en een afkeer heeft van zijn vader
draconische maatregelen: zeer strenge maatregelen
een narcist: iemand met een ziekelijke liefde voor zichzelf
een hermafrodiet: een mens of dier met zowel vrouwelijke als mannelijke
geslachtskenmerken

Bio: leven
Thermo: warmte

😏
Ped: kinderen
Homo: mensen van hetzelfde geslacht
Tele: ver
Mono: 1
Poly: eerste deel
Fiel: houden van
Loog: woord
Fobie: angst
Foon: luisteren
Niem: woord

Les 9: opiniërende teksten


Recensie
- bespreekt een boek, film, toneelstuk,...
- lees je om van een kenner te weten te komen of iets de moeite waard is
- geeft de persoonlijke mening
- daarna volgt een eindconclusie
Een opiniestuk
- laat iemand met kennis van zaken aan het woord
- gaat over een actueel onderwerp —> opbouwende manier zijn mening geven
Een column
- een vaste rubriek op de website, in een krant of tijdschrift
- geschreven door een columnist —> een verrassende invalshoek
- persoonlijke informatie over de auteur
- veel aandacht voor taal en stijl
Een lezersbrief
- geschreven door lezers van de krant
- bevat een ingezonden mening
Les 10: De mythe
Een verhaal dat zich afspeelt in een onbepaalde tijd en waarin vaak goden, halfgoden,
helden of vreemde wezens de hoofdrol spelen.
- oorspronkelijk mondeling overgeleverd
- fenomenen verklaren
- bepaalde cultuur (Indiaans, Grieks, Romeins, Noords, Egyptisch,...)

Les 11: historische roman of faction


Historische roman
- speelt zich af in het verleden, waargebeurde feiten
- ruimte is gelinkt aan een historische gebeurtenis
- personages zijn fictief of bestaande historische personages
Faction
Fictie + action
- fictief verhaal gebaseerd op waargebeurde feiten
- rond bestaande historische personages

deel 2
Les 1: Non-verbale communicatie
Lichaamstaal
- mimiek, gestiek, lichaamshouding
- non-intentioneel: niet beseffen
- intentioneel: doelbewust inzetten
Emojis en gifs

Les 2: Argumenteren
Argumenten op basis van gezag of autoriteit
argumenten van iemand met kennis van zaken zijn vaak bepalender dan argumenten van
iemand zonder expertise
Argumenten op basis van onderzoek en wetenschap
argumenten gebaseerd op feiten uit cijfermateriaal en statistieken zijn moeilijk te weerleggen

Les 6: jongerentaal
- woorden uit andere talen
- afkortingen en emoji’s
- voortdurend veranderingen
Straattaal
- soort jongerentaal
- elementen uit minderheidstalen
- jongeren met migratieachtergronden en jongeren zonder migratieachtergronden

⭐️: Uitdrukkingen en spreekwoorden


Les 7: de humor
Ironie: omgekeerde bedoelen dan wat je zegt
Sarcasme: bijtende spot, kan iemand kwetsen
Cynisme: stapje verder dan sarcasme, schaamteloze vorm
Zwarte humor: maatschappelijk gevoelig onderwerp
Een parodie: grappige nabootsing van een bekende persoon, tv-programma,...
Taalhumor: dubbelzinnigheid en woordspeling
Zelfspot: lachen met jezelf

You might also like