You are on page 1of 26

De fiets

Naam: ......................................................................

Vak: ............................................................................

Leerkracht: Lies Van Biesen

Schooljaar 2011-2012
Zet aan de hand van de omschrijving de juiste naam bij de prenten.

Citybike: een fiets met veel versnellingen, lichtgewicht


frame en dikke banden. Lijkt op een
mountainbike.

Loopfiets: een fiets zonder pedalen. De fiets maakt


snelheid door de voeten op de grond af te
duwen.

Trapfiets of vélocipède: een fiets met pedalen of


“trappers”op de voorwielen. Dat maakt een
ketting overbodig.

Ligfiets: een twee-of driewielige fiets met een kuipje in


plaats van een zadel. De fietser zit niet maar
ligt.

Mountainbike: een “terreinfiets” met dikke banden, een


stevig frame en een recht breed stuur.

Racefiets: een lichte fiets waarmee men zeer snel kan


rijden. Dit soort fiets wordt ook koersfiets
genoemd.
Vouwfiets: een fiets met kleine wielen en ingebouwde
vering. Dit soort fiets kan letterlijk worden
opgevouwen.

Hoge Bi: een fiets met een heel groot voorwiel, zodat
door één pedaalomwenteling een grotere afstand
kan worden afgelegd. Het achterwiel dient alleen
als steun.
.................................................................... .......................................................

......................................................................................................
....................................................................................................

............................................................................
..................................................................................................................................

.............................................................................................
......................................................................................
De geschiedenis van de fiets.

De fiets waarmee je elke dag naar school rijdt, bestaat al meer dan 100 jaar.
En voor de voorlopers van de fiets moet je nog verder terug.

 Rond 1760 vond een Duitse Baron de eerste loopfiets uit. Deze bestond uit 2
karrenwielen, verbonden door een balk.

Een karrenwiel = een van de eerste wielen, volledig uit hout en heel zwaar.

Men zat op de balk en duwde zich met de voeten af. Hierdoor haalde
deze 2-wieler al de “gevaarlijke” snelheid van 15km/u.
Een stuur had deze fiets niet, dus bij elke bocht moest men stoppen en
moest men de fiets opnieuw in de goede richting plaatsen.
Het was maar pas in 1820 dat met een primitief stuur en een zadel aan de
loopfiets toevoegde. Het zadel werd in het midden van de balk geplaatst

 In 1840 werd de eerste tapfiets gebouwd met trappers en hefbomen werd het
achterwiel in beweging gebracht.
 De fiets was vroeger heel populair en dan werden er ook wedstrijden mee
gehouden. Om steeds sneller te kunnen fietsen werd het voorwiel groter
gemaakt, daardoor werd er per pedaalomwenteling een grotere afstand
afgelegd. Het achterwiel diende enkel als steun.
In 1870 vond men de hoge bi uit.

 In 1878 ging met het achterwiel aandrijven met een ketting. De wielen werden
even groot, het zadel werd meer naar achteren verplaatst en een vrij lange
ketting bracht de kracht van de trappers over naar het achterwiel.

Is je fiets in orde?

Lees even het volgende artikel:

Twee remmen en een bel

Alle fietsen, ongeacht het type moeten twee werkende remmen en een hoorbare bel
hebben. Voor het overige verschilt de verplichte uitrusting volgens het type fiets. Er
zijn 4 categorieën: de “gewone” fiets, de mountainbike, de koersfiets en de fiets met
een kleine wieldiameter.
De verplichte uitrusting van de gewonde fiets is het meeste uitgebreid:
1. Bel: moet hoorbaar zijn op twintig meter
2. licht vooraan: wit of geel
3. witter reflector vooraan
4. licht achteraan: rood, moet 's nachts bij helder weer van op minstens honderd
meter zichtbaar zijn
5. rode reflector achteraan
6. pedaalreflectoren: geel of oranje, aan weerszijden van de pedalen.
7. Wielreflectoren: minstens twee gele en oranje reflectoren of een witte
reflecterende strook aan weerzijde van elk wiel.
8. Twee remmen: één op het voorwiel en één op het achterwiel

Voor racefietsen en mountainbikes gelden andere regels. In elk geval moeten ze


uitgerust zijn met een bel en twee remmen. Als de fiets een spatbord heeft, moet
hij ook een witte reflector hebben vooraan en een rode reflector achteraan.
Een fiets met een wieldiameter kleiner dan vijftig centimeter heeft alleen e bel
nodig en één rem.
Ook voor de verlichting van deze drie types van fietsen gelden andere regels. Maar
in het donker of als de zichtbaarheid minder dan tweehonderd meter bedraagt, moet
elke soort fiets dezelfde lichten en reflectoren hebben als de gewone fiets.
Schrijf de cijfers 1 tot 8 uit het knipsel op de tekening.

Antwoord op de volgende vragen met juist of fout.


Verbeter als het fout is.

 Alle fietsen behalve de mountainbike moeten twee werkende remmen en


een hoorbare bel hebben.

______________________________________________________

______________________________________________________

 De fietsbel moet hoorbaar zijn tot op vijftig meter.

___________________________________________________________

___________________________________________________________

 Achteraan de fiets is een rood licht verplicht.

______________________________________________________
 De pedaalreflectoren mogen geel, oranje of rood zijn en moeten aan
weerszijde van de pedalen bevestigd zijn.

______________________________________________________

______________________________________________________

 Op elke wiel moeten minstens twee gele of oranje reflectoren te zien


zijn. Een witte reflecterende strook aan weerszijden van elke band mag
ook.

______________________________________________________

 Elke fiets met een spatbord moet vooraan een witte en achteraan een
rode reflector hebben.

______________________________________________________

 Een fiets met een wieldiameter kleiner dan 30 centimeter moet enkel een
bel en één rem hebben.

______________________________________________________

______________________________________________________

 Als de zichtbaarheid minder dan 300 meter bedraagt, moet een


mountainbike dezelfde lichten en reflectoren hebben dan een “gewone”
fiets.

______________________________________________________

______________________________________________________
De dode hoek: levensgevaarlijk

15% van alle dodelijke ongevallen met fietsers is te wijten aan een
dodehoekongeval met een vrachtwagen.

Wat is een dode hoek bij een vrachtwagen?

Elke vrachtwagen heeft dode hoeken vooraan, achteraan en naast de


vrachtwagen.
4 dode hoek tips
1. Zorg dat jij de chauffeur ziet, dan kan hij jou ook zien.
2. Ga nooit vlak voor of vlak achter een vrachtauto staan of oversteken, ook
niet als de vrachtauto stilstaat.
3. Gaat de vrachtauto naar rechts de bocht om? Ga dan ruim achter de
vrachtauto staan.
4. Twijfel je of de chauffeur jou heeft gezien? Laat een vrachtauto die
rechtsaf wil slaan dan voorgaan.
Verkeersborden.

Er zijn 6 soorten verkeersborden. Vijf ervan zijn belangrijk voor fietsers en


voetgangers.

 Gevaarsborden of pas-op-borden

Dit zijn borden die waarschuwen voor een bepaald gevaar.


Ze zijn driehoekig. Ze zijn wit, met een rode rand.
Wat betekenen deze gevaarsborden?

Kies uit: doortochten van groot wild – rijbaanversmalling – overweg zonder


slagbomen – gevaarlijke bocht – overstekende kinderen –
verkeerslichten – dalingsgraad van 10% - werken – verkeersdrempel
– slipgevaar.

1. .........................................................................................................................................

2. .........................................................................................................................................

3. .........................................................................................................................................

4. .........................................................................................................................................

5. .........................................................................................................................................

6. .........................................................................................................................................

7. .........................................................................................................................................

8. .........................................................................................................................................

9. .........................................................................................................................................

10..........................................................................................................................................
 Verbodsborden of je-mag-niet-borden

Deze borden geven aan wat je niet mag doen.


Ze zijn rond, midden wit met een rode rand.

Wat betekenen deze verbodsborden?

Kies uit: verboden voor voetgangers – verboden voor fietsers – verboden aan
het volgende kruispunt af te slaan in de richting van de pijl –
verboden voor alle voertuigen – verboden richting voor elke
bestuurder – verboden in beide richtingen

1. .........................................................................................................................................

2. .........................................................................................................................................

3. .........................................................................................................................................

4. ........................................................................................................................................

5. ........................................................................................................................................

6. ........................................................................................................................................

 Gebodsborden of je-moet-borden

Deze borden geven aan wat je zeker moet doen.


Ze zijn rond, in het midden blauw met een witte rand.
Wat betekenden deze gebodsborden?

Kies uit: verplicht rondgaand verkeer – deel van de weg voorbehouden voor
fietsers en voetgangers – verplicht de door de pijl aangeduide
richting te volgen – verplicht fietspad.

1. .........................................................................................................................................

2. .........................................................................................................................................

3. .........................................................................................................................................

4. .........................................................................................................................................

 Aanwijzingsborden of hier-is-borden
Wat betekenden deze aanwijzingsborden?

Kies uit: woonwijk – weg met eenrichtingsverkeer – ondergrondse


oversteekplaats voor voetgangers – weg die leidt naar restaurant –
oversteekplaats voor voetgangers – autoweg – doodlopende weg –
fietspad dat leidt naar tervuren

1. ........................................................................................................................................

2. ........................................................................................................................................

3. ........................................................................................................................................

4. ........................................................................................................................................

5. ........................................................................................................................................

6. .........................................................................................................................................

7. .........................................................................................................................................

8. .........................................................................................................................................
 Voorrangsborden of wie-gaat-voor-borden
Deze borden regelen wie voorrang heeft.

Wat betekenden deze voorrangsborden?

Kies uit: voorrang op zijstraten – voorrang verlenen – tegenligger heeft


voorrang – stoppen en voorrang verlenen – kruispunt war voorrang van
rechts geldt – voorrangsweg – de dikke streep stelt de weg met voorrang
voor.

1. .........................................................................................................................................

2. .........................................................................................................................................

3. ........................................................................................................................................

4. .........................................................................................................................................

5. .........................................................................................................................................

6. .........................................................................................................................................

7. .........................................................................................................................................

Ontwerp je eigen verkeersbord


Als afwisseling kan je hier je grafische talenten botvieren.
Bedenk zelf een nieuw (grappig?) verkeersbord geschikt voor klasafspraken,
voor
schoolgebruik, voor in de eetzaal, voor op het secretariaat, voor in de gangen,
voor…

Hoe ben jij als fietser?


Geef aan hoe jij reageert bij de volgende situaties door de passende letter te
omcirkelen en ontdek of je een veilige fietser bent.

Het is duister op straat. Mijn fietsverlichting werkt:

A. Altijd. Ook al is de straat goed verlicht, je kunt nooit genoeg opvallen in het
verkeer. Veiligheid eerst.
B. soms. Enkel als de straten niet zo goed verlicht zijn.
C. Nooit. Waarom zou ik? België is het meest verlichte land ter wereld. Ze
zullen me wel zien.

Het is zondag. Ontspannen fiets ik naar de jeugdbeweging. Onverwachts moet


ik uitwijken voor een openzwaaiende autodeur.

A. gelukkig kan ik tijdig stoppen, want mijn remmen werken perfect.


B. dat was nipt! Er zit slijtage op mijn fietsremmen. Daarom moet ik met mijn
voeten meeremmen om tijdig te kunnen stoppen.
C. De remmen van mijn fiets zijn totaal versleten. Ik kan niet tijdig remmen en
val. Mijn remmen moeten dringend worden nagekeken.

Ik fiets vlug naar mijn vrienden. Voor me rijdt een oudere dame. Ik wil haar
voorbijsteken.

A. Ik kan zo voorbij. Ik heb een luide fietsbel die uitstekend werkt.


B. Ik moet heel dicht achter de dame rijden zodat ze mijn fietsbel kan horen.
C. Ik heb geen fietsbel. Ik moet roepen om voorbij te kunnen rijden.

Op een donkere decemberdag fiets ik naar huis als plots op een kruispunt een
auto komt aangeraasd.

A. De bestuurder heeft me gelukkig op tijd gezien, dankzij mijn felkleurige


kledij, fietsverlichting en reflectoren.
B. Dat was remmen! Net op tijd kon de chauffeur met ontwijken dankzij mijn
fietsverlichting. Vanaf nu zal ik opvallende kledij dragen en laat de
reflectoren nakijken.
C. Ik word aangereden en mijn fiets ligt op de grond. Met zware verwondingen
word ik naar het ziekenhuis gebracht. Na 3 weken mag ik eindelijk naar
huis. Ik had beter meer opvallende kledij gedragen!

Welk type fietser ben jij? Bepaal je eigen score.

Geen of 1 x A: je hebt geen oog voor veiligheid en negeert alle maatregelen.


Rep je dus gauw naar de fietsenmaker en laat je fiets herstellen.
Voorkom ongelukken of een boete en kies voor veiligheid.

2 of 3 x A: Er kan best nog wat gesleuteld worden aan je fiets en je gedrag in


het verkeer. Probeer voorrang te geven aan veiligheid.

4 x A: Welkom in de club van de keitoffe fietsers! Je stelt je eigen veiligheid


en die van anderen op de eerste plaats; Je fiets heeft met glans de test
doorstaan! Houden zo!

Veilig fietsen… hou je hoofd erbij!


10 tips om je hoofd erbij te houden:

Kijk altijd goed uit bij het oversteken.


Gebruik eventueel het zebrapad (ga dan wel te voet). Steek je arm uit in de
richting waarin je wil afslaan (links of rechts).

Pas op voor de dode hoek!


Als je dichtbij een vrachtwagen staat, kan de chauffeur je niet zien. Als de
vrachtwagen afslaat, riskeer je dat de vrachtwagen je omver rijdt. Sta nooit
vlak voor of naast dit grote voertuig. Maak oogcontact met de bestuurder.

Laat je zien in het verkeer!


Zet je fietsverlichting aan wanneer het moet en draag felle (fluorescerende)
kledij.

Fiets je in groep naar school?


Goed zo, want dan val je nog meer op. Blijf wel aandachtig in het verkeer! Volg
de rest niet blindelings. Je mag maximum met twee naast elkaar rijden.

Hou rekening met de voorrangsregels.


Wie van rechts komt, heeft meestal voorrang, zelfs al stopt hij. Let op bij een
rond punt. Het verkeer dat zich op een rotonde bevindt, heeft voorrang. Je
moet het rond punt altijd rechts oprijden. Let extra goed op voor afslaande
voertuigen (dode hoek!).

Je mag alleen links voorbijrijden.

Maak je boekentas goed vast …


op de bagagedrager van je fiets. Zorg ervoor dat je tas niet te zwaar is!

Let op voor openslaande portieren!


Hou daarom voldoende afstand van geparkeerde wagens.

Bescherm je hoofd tegen een val. Draag een fietshelm.


Investeer in een stevig slot!
Maak je fiets eventueel vast aan een fietsrek. Laat je fiets graveren.

Bronnen:
http://users.telenet.be/staelens/siteoverfiets/velocipede.htm

http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_de_fiets

http://icm-s-werkstukken.jouwweb.nl/onderwerpen/f/de-fiets

http://www.wegwijsinhetverkeer.nl/index.php?id=56

http://www.traphetaf.be/swf/trucktruc.swf

You might also like