Professional Documents
Culture Documents
Sudadera Con Capucha Niño - T - 134-176
Sudadera Con Capucha Niño - T - 134-176
Artikel KN1801-26
KN1801-27
HO
Welke p
Belangrijk! Let op O
confecti
eerst de
CONTROLE VLAK PA
PA
Patroo
Lichaam
bovenw
taillewijd
heupwij
10 cm
ruglengt
Patroo
Lichaam
bovenw
taillewijd
heupwij
ruglengt
10 cm
36
de halsnaad A.
9. Naai de halsnaad A van de halsboord–buiten aan de goede kant
plak-/lijmvlak - niet afknippen
HOE TE BEGINNEN
Welke patroonmaat past bij jou? Je maat nemen
Let op Onze patronen zón niet te vergeOóken met Draag tódens het meten alleen onderkleding.
confectiematen. Het is daarom heel belangrók om Zorg ervoor dat je het meetlint niet te strak aan-
eerst de maten goed te meten voordat je begint. trekt, het moet kunnen draaien/glóden.
• Knoop als uitgangspunt een bandje om de taille 6. Mouwlengte + schouderbreedte
en laat dit tódens het maatnemen zitten. Hoe meet je de maten? Meet vanaf het schouderhalspunt via je gebogen
• Als je de maten genoteerd hebt, kun je vaststel- Lichaamslengte elleboog naar 1 cm onder het polsgewricht.
len in welke kledingmaat je valt. Meet van boven op je hoofd tot op de grond. 7. Roklengte
• Omcirkel in de maattabel de maten die het 1. Bovenwijdte Meet van het bandje in de taille tot de zoom.
meest met de opgemeten maten overeen- Meet rond de borst op het meest uitstekende De tailleband wordt niet meegerekend.
komen. Meestal zullen de cirkeltjes in verschil- gedeelte. Controleer of het meetlint goed hori- 8. Zijlengte broek
lende kolommen staan. Dat betekent dat voor zontaal ligt. Vanaf de taille tot de gewenste lengte.
verschillende kledingstukken andere maten 2. Taillewijdte
gekozen moeten worden en dat soms Meet rond het smalste deel van je taille, over je
de patronen iets aangepast moeten worden. navel heen. Reken ± 2 cm extra als je niet van een
• Ga voor bovenstukken (bóvoorbeeld een jurk, strakke taille houdt.
blouse of jasje) uit van de bovenwódte en voor 3. Heupwijdte
een broek of rok van de heupwódte. VergeOók de Leg de centimeter over het zwaarste deel van
gemeten lichaamsmaten altód met de maatta- je billen of heupen. Zorg ervoor dat het meetlint
bel, nooit met het patroon zelf. In de patronen is horizontaal ligt.
nameOók een toegift verwerkt, afhankeOók van het 4. Ruglengte
Mark
Patroonmaat meisjes en jongens met
Lichaamslengte 50 56 62 68 74 80 86 92 98 104 110 116 122 128 134 Leg
bovenwijdte 42 43 44 46 48 50 51,5 53 55 57 59 61 63 65 67 nen-
taillewijdte 42 43 44 46 47 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 binn
heupwijdte 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66 68 70 troo
ruglengte 14.5 16 17.5 19 20.2 21.4 22.6 23.8 25 26.2 27.4 28.6 29.8 31 32.2
patr
men
36 36
Copyright © Newskoolmedia BV – Knippie – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd,
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
TIP
Zet eventueel de letters die in
het knipvoorbeeld staan
op de patroondelen.
Aansluit
Sommige
delen op
overnem
elkaar.
je gebogen
wricht.
zoom.
Doorkni
d.
Sommige
knippen u
Bóvoorbe
Of ze mo
worden. B
een korte
doorkniplijn
zijnaad
plak-/lijmvlak - niet afknippen
Het patroon overnemen afkniplijn
Bó elk model staat op welk patronenblad de pa-
Alle patronen zijn zonder naden en zomen!
troondelen te vinden zón. De Oónen van de patroon-
delen zón in de kleuren zwart, rood, groen, oranje
of blauw afgebeeldb
Teken de v
Elk model heeft zijn eigen kleur
Eenvoud
De nummers van de patroondelen staan in de
leband, s
patroondelen en het knipvoorbeeld. Elke maat
troondele
heeft zón eigen Oóntype. De maten staan bó de
de volgen
Oónen in de patroondelen afgebeeld.
beschrev
met een s
Markeer de patroondelen die je nodig hebt
met een viltstif
Leg doorzichtig patroonpapier op het patro-
nen-blad en trek de Oónen over. Neem alle tekens,
10 C M L ANG
binnenlónen en teksten over. Sommige pa-
troon-delen, bóvoorbeeld belegdelen, staan in een
patroondeel getekend en moeten apart overgeno-
men worden.
Spiegelen Hoevee
Soms moet er van een half patroondeel een heel Kók daar
patroondeel gemaakt worden. Leg het overgenomen de werkb
m.a. stofvouw
gespiegeld • Gebruik
spiegellijn
36 37
Copyright © Newskoolmedia BV – Knippie – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd,
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Kò
Naden en zomen
aantekenen
In de patroondelen zón geen
naden en zomen verwerkt.
• Knip daarom de volgende
naadbreedtes aan: 1 cm bó
Aansluitlijnen
De patroondelen op de stof leggen ronde naden en belegran-
Sommige patroondelen staan in twee of meer
Leg de patroondelen in één richting, rekening den, 1 cm aan de onderkant
delen op het patronenblad. Plak deze delen na het
houdend met de vleug of het dessin. van de armsgaten, naar de V
overnemen volgens de aangegeven tekens aan
schouderkop verlopend tot 3 B
elkaar.
cm, 2 cm bó mouwkoppen, 2 Oó
stofvouw
zelfkant
cm bó overige naden, Oó
recht van
draad
3
3 à 6 cm bó zomen. k
d
middenachter
middenachter
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
zijnaad
STOF VOUW
leband, staan niet op het patronenblad. Deze pa- goede kant van de stof. Let goed op dat je linker- en
Uitknippen
ZELFKANT
16 C M BREED
Twee stofvouwen
Vouw de stof naar het midden dubbel,
10 C M L ANG
Copyright © Newskoolmedia BV – Knippie – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd,
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
K ò K VO O R D E BA SI SN A A I T I P S VAN P AG . 3 8 T / M 4 1 O P W W W. K N I PM O D E. N L / N A A I T I P S 26
Dit
Je
Leg voor het naaien de delen met de goede kanten op elkaar.
VERST Kijk
geen Werk de naden met een lock- of zigzagsteek af. op
rkt.
Strijk de naden na het naaien open en de figuurnaden plat.
nde Dit
m bó VERST 13
an- Kleermakerspotlood
Un
kant
de 0.5
Voor je begint Verstevigen
d tot 3 Breng na het knippen en verstevigen de buiten- Voor meer vormvastheid worden verschil- Ge
en, 2 Oónen van het patroon op de stof aan. Geef ook de
VERSTEVIGEN
lende delen van een kledingstuk verstevigd 0.3
Oónen en tekens van het patroon op de stof aan. Dat met een laag versteviging. Deze verstevi-
Ge
kan met kleermakerskrót, potlood of door middel van ging heeft aan één kant een OóPkant. Lees
doorslaan. voordat je begint met verstevigen eerst de 0.8
Tek. 1
gebruiksaanwózing. Knip de versteviging
Je
Doorslaan even groot als het stofdeel. Leg de verstevi-
15–
Met doorslaan róg je met rógdraad door beide stoŴa- ging met de OóPkant op de verkeerde kant Te
gen precies rondom het patroon lusjes. van de stof. Strók de stof en versteviging
koo
Je werkt met een dubbele draad en legt er voorzichtig met de strókbout op elkaar vast. Zo
geen knoop in. Zo kan je de rógdraad ook weer mak- Kni
keOók verwóderen. • Het gaat als volgt: naai met een
1
rógsteek net naast het papieren patroon en trek de Verstevigingsband Naad inknippen
2
draad telkens niet helemaal aan, zodat er lusjes Voor de rechte tailleband is er Versteviging is ook geschikt
3
ontstaan. • Als je alle Oónen, ook zakOónen e.d., op deze manier op de een speciale laag versteviging met om plekken die door inknip-
stof hebt aangebracht, haal je het patroon van de stof. gestanste gaatjes. Deze gaatjes jes kwetsbaar worden extra
Let
Nu trek je de twee stoŴagen voorzichtig een eindje van elkaar en knip geven de stiklón en vouwlón aan. tegen rafelen of uitscheuren te de
je overal, tussen de twee lagen, de draadjes door. beschermen.
Tek. 2
1e
ven
Tek
met
Zo zet je het model in elkaar Te
• Róg het kledingstuk in elkaar; let hierbó op de inzettekens op het
Zo
p het pa- Gewone rits
Stik
aar op de Maak niet deelbare 2 sch
komt, maar ritsen aan de onderkant 2 Na
wOónen, korter. Meet de lengte
ekens bó de
1.
op en maak een stevig
aan de rand trensje. Knip de rits ± 1.5
ik dan een cm onder het trensje af.
Rit
2.
38
Copyright © Newskoolmedia BV – Knippie – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd,
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
3.
17/11/10
Dit heb je nodig
W=70,00CM
17/11/10
55,78CMW=70,00CM
VERST 134 140 146 152 158 164 170 176 uni 1/2 stofbr. 70 cm
Unistof van 1.40 m breed uni 1/2 stofbr. 70 cm
DATE:
5a
uni 1/2 stofbr. 70 cm
DATE:
0.55 m 0.55 m 0.55 m 0.55 m 0.55 m 0.55 m 0.60 m 0.60 m 5a
5a
MK:18P126U-176
Gestreepte stof van 1.40 m breed
MK:18P126U-176
55,78CM
5 E
N
zelfkant
E
stofvouw
5 E
0.30 m 0.30 m 0.30 m 0.30 m 0.35 m 0.35 m 0.40 m 0.40 m
zelfkant
E 5 E 7 G
stofvouw
zelfkant
L=0M
Gestipte stof van 1.40 m breed E
stofvouw
A 7
G G
L=0M
A 7 G
0.85 m 0.90 m 0.95 m 0.95 m 1.00 m 1.00 m 1.05 m 1.05 m A G
A H
A8 G
A 8 H H
Je hebt verder nodig: rekbare versteviging • naadband • 1 rits van H
8
15–15–15–15–18–18–18–18 cm (op maat maken) • 2 nestelogen • 1.00 m H
MK:18P126-176
Te
DATE: 17/11/10
H
L=1M 4.69CM
stip 1/2 stofbr. 70 cm
W=70.00CM
koord.
MK:18P126-176
17/11/10
4.69CM
stip 1/2 stofbr. 70 cm
W=70.00CM
MK:18P126-176
17/11/10
Zo maak je het papieren patroon 4.69CM stip 1/2 stofbr. 70 cm
W=70.00CM F
Knip de volgende patroondelen uit: F
L=1M
DATE:
1 voorpand 4 mouw F
L=1M
stofvouw
DATE:
zelfkant
4
2 achterpand 5 capuchon
stofvouw
chikt
zelfkant
4
stofvouw
3 mouwpas 5a beleg–capuchon
zelfkant
4
knip-
extra
Let op: kijk voor de uitleg bij ‘Doorknippen/afknippen’ op pag. 33. Knip
euren te de patroondelen 1 en 2 op de aangegeven lijn door, zodat de voorpas G
1 en de achterpas 2 ontstaan. Neem het beleg 5a volgens de aangege- G
ven lijn van het patroondeel 5 apart over. G
Tek
Teken de volgende patroondelen zelf D C
zelfkant
C
stofvouw
stofvouw 2 1
7 mouwboord (2x knippen)
zelfkant
stofvouw
stofvouw
2
zelfkant
1
stofvouw
12x19.5 12x20 12x20.5 12x21 12x21.5 12x22 12x22.5 12x23 2 1
cm cm cm cm cm cm cm cm
H H
8 heupboord (1x knippen)
H H
12x75 12x78 12x81 12x84 12x87 12x90 12x93 12x96 H H
cm cm cm cm cm cm cm cm
9 ritsbeleg (2x knippen)
streep 1/2 stofbr. 70 cm
14x2 cm 14x2 14.5x2 15x2 cm 15.5x2 16x2 16.5x2 17x2 cm A
MK:18P126S-176
DATE: 17/11/10
streep
A 1/2 stofbr. 70 cm
A
W=70,00CM
MK:18P126S-176
BA
37,60CM
stofvouw
17/11/10
MK:18P126S-176
zelfkant
1 A
W=70,00CM
A
37,60CM
9
17/11/10
B
stofvouw
A
W=70,00CM
zelfkant
Zo knip je de patroondelen uit de stoffen 2A C 1B
stofvouw
9
C
zelfkant
A 9 1
B
Leg de patroondelen volgens de knipvoorbeelden op de stoffen. Kijk 2 C 3 C
L=0M
DATE:
D2 F C B
C
L=0M
DATE:
Voor je begint
Verstevig de volgende delen: de plaats van de nestelogen in de capu-
chons 5.
elkaar.
zelfkant
Capuchon
zelfkant
G
G 7. Naai de middennaden van de capuchons 5 op elkaar. Naai de mid-
dennaden van de beleg–capuchons 5a op elkaar.
8. Sla 1.5 cm vanaf de voorrand E en 5 cm vanaf de halsnaad de nes-
teloog in de capuchon.
9. Zorg dat de naad E aan de voorrand van de capuchon bij de rits
uitsteekt. Naai de halsnaden A van de capuchon en de passen op
elkaar.
10. Naai de voorranden E van de capuchon en het beleg–capuchon
op elkaar. Geef tot 2 mm vóór het stiksel knipjes in de naad van de
zelfkant
voorrand E. Vouw het beleg naar de verkeerde kant. Zoom met een
zelfkant
zelfkant
A
A
boord en de onderrand G van de mouw op elkaar. Stik de onder-
zelfkant
1
B
B Heupboord
16. Vouw de heupboord 8 dubbel. Naai de korte uiteinden met een
flauwe zigzagsteek op elkaar. Je hebt nu een ring.
17. Vouw de heupboord met de verkeerde kant op elkaar dubbel. Rijg
de open randen H met losse steken op elkaar. Rek tijdens het rijgen
en naaien de heupboord iets uit. Naai de naden H van de heup-
boord en de onderrand H van de panden op elkaar. Stik de onder-
rand H smal op de kant door.
27 SWEATER ALEX
Dit model kun je alleen maken van tricotstof.
Je kunt dit model maken in de maten 134 t/m 176.
Kijk voor de uitleg bij ‘Hoe meet je de maten?’
op pag. 32.
zelfkant
stofvouw
Teken de volgende patroondelen zelf A
zelfkant
cm cm cm cm cm A
stofvouw
stofvouw
D
C
de halsnaad A.
9. Naai de halsnaad A van de halsboord–buiten aan de goede kant
smal op de kant op de halsnaad A van de panden vast. Stik de hals-
boord verder door.
Mouwen
10. Naai de onderrand E van de mouwpas 3 aan de bovenrand E van
de mouw 4. Stik de dwarsnaad E door.
11. Vouw de mouw dubbel. Naai de mouwnaden op elkaar. Keer de
mouw. Zorg dat de inzettekens op elkaar komen. Naai de mouw in
het armsgat van de panden.
Mouwboorden
12. Vouw de mouwboord 7 dubbel. Naai de korte uiteinden met een
flauwe zigzagsteek op elkaar. Je hebt nu een ring.
13. Vouw de mouwboord met de verkeerde kant op elkaar dubbel. Rijg
de open randen F met losse steken op elkaar. Rek tijdens het rijgen
en naaien de mouwboord iets uit. Naai de naden F van de mouw-
boord en de onderrand F van de mouw op elkaar. Stik de onderrand
F smal op de kant door.
Heupboord
14. Vouw de heupboord 8 dubbel. Naai de korte uiteinden met een
flauwe zigzagsteek op elkaar. Je hebt nu een ring.
15. Vouw de heupboord met de verkeerde kant op elkaar dubbel. Rijg
de open randen G met losse steken op elkaar. Rek tijdens het rijgen
en naaien de heupboord iets uit. Naai de naden G van de heup-
boord en de onderrand G van de panden op elkaar. Stik de onder-
rand G smal op de kant door.
het knipvoorbeeld staan Strijk de naden na het naaien open en de figuurnaden plat. 5. Naai de onderrand C van de voorpas aan de bovenrand C van het
17/11/10
• Knip daarom de volgende Dit heb je nodig Let op: kijk voor de uitleg bij ‘Doorknippen/afknippen’ op pag. 33. Knip
E
W=70,00CM
17/11/10
HOE TE BEGINNEN
VERST 134 140 146 152 158 164 170 176 de patroondelen 1 en 2 op de aangegeven lijn door, zodat de voorpas
Aansluitlijnen uni 1/2 stofbr. 70 cm de bovenrand D van het achterpand 2 op elkaar. Stik de naden C
De patroondelen op de stof leggen ronde naden en belegran- Kleermakerspotlood 1 en de achterpas 2 ontstaan.
zelfkant
Sommige patroondelen staan in twee of meer Unistof van 1.40 m breed uni 1/2 stofbr. 70 cm
stofvouw
DATE:
delen op het patronenblad. Plak deze delen na het 0.55 m 0.55 m 0.55 m 0.55 m 0.55 m 0.55 m 0.60 m 0.60 m 5a 6. Naai de schoudernaden van de passen op elkaar. Stik de schouder- Teken de volgende patroondelen zelf
houdend met de vleug of het dessin. van de armsgaten, naar de Voor je begint Verstevigen 5a A
overnemen volgens de aangegeven tekens aan
MK:18P126U-176
Je maat nemen schouderkop verlopend tot 3 Breng na het knippen en verstevigen de buiten- Voor meer vormvastheid worden verschil- Gestreepte stof van 1.40 m breed naad smal op de kant door. Naai de zijnaden van de panden op
MK:18P126U-176
55,78CM
5 E
Welke patroonmaat past bij jou? elkaar. VERSTEVIGEN 134 140 146 152 158 164 170 176
Belangrijk!
zelfkant
E 1
cm, 2 cm bó mouwkoppen, 2 elkaar. B
stofvouw
Let op Onze patronen zón niet te vergeOóken met Draag tódens het meten alleen onderkleding. Oónen van het patroon op de stof aan. Geef ook de lende delen van een kledingstuk verstevigd 0.30 m 0.30 m 0.30 m 0.30 m 0.35 m 0.35 m 0.40 m 0.40 m 5 E F
7 mouwboord (2x knippen)
stofvouw
zelfkant
E 7 G C
zelfkant
E 5
Zorg ervoor dat je het meetlint niet te strak aan- cm bó overige naden, Oónen en tekens van het patroon op de stof aan. Dat met een laag versteviging. Deze verstevi- Capuchon
stofvouw
L=0M
A
draad
trekt, het moet kunnen draaien/glóden. 3 à 6 cm bó zomen. kan met kleermakerskrót, potlood of door middel van ging heeft aan één kant een OóPkant. Lees
G
7. Naai de middennaden van de capuchons 5 op elkaar. Naai de mid-
L=0M
7. Roklengte Te
len in welke kledingmaat je valt.
DATE: 17/11/10
H
L=1M 4.69CM
Linker- en rechterdelen knippen stip 1/2 stofbr. 70 cm 9. Zorg dat de naad E aan de voorrand van de capuchon bij de rits
W=70.00CM
Meet van het bandje in de taille tot de zoom. recht-van-draadOón aangegeven. Zorg dat deze OóQ gen precies rondom het patroon lusjes. van de stof. Strók de stof en versteviging
koord. 9 ritsbeleg (2x knippen) 6
MK:18P126-176
stofbreedte 140 cm D
17/11/10
4.69CM
meest met de opgemeten maten overeen- Meet rond de borst op het meest uitstekende De tailleband wordt niet meegerekend. evenwódig loopt met de zelfkant van de stofb Je werkt met een dubbele draad en legt er voorzichtig met de strókbout op elkaar vast. stip 1/2 stofbr. 70 cm
Zo maak je het papieren patroon 14x2 cm 14x2 14.5x2 15x2 cm 15.5x2 16x2 16.5x2 17x2 cm
W=70.00CM
zelfkant
Sommige patroondelen moeten vóór het F elkaar. A
komen. Meestal zullen de cirkeltjes in verschil- gedeelte. Controleer of het meetlint goed hori- 8. Zijlengte broek Let op Sommige delen liggen meerdere keren op geen knoop in. Zo kan je de rógdraad ook weer mak- Knip de volgende patroondelen uit:
cm cm cm cm cm
stofvouw
stofvouw
Voordat u begint met het printen van alle Pas nadat u deze pagina heeft geprint en het Zijn beide vierkanten excact 10 bij 10 cm, dan knippen uit de stof doorgeknipt worden. 10. Naai de voorranden E van de capuchon en het beleg–capuchon
recht van draad
F
L=1M
D
zontaal ligt. het knipvoorbeeld. keOók verwóderen. • Het gaat als volgt: naai met een
zelfkant goede kant van de stof boven
lende kolommen staan. Dat betekent dat voor Vanaf de taille tot de gewenste lengte. C
DATE:
pagina’s, print u eerst ALLEEN DEZE PAGINA. vierkant exact 10 bij 10 cm is, print u met Bóvoorbeeld omdat er een deelnaad in komt. 1 voorpand 4 mouw F
L=1M
stofvouw
is het patroon juist geprint en kunt u beginnen op elkaar. Geef tot 2 mm vóór het stiksel knipjes in de naad van de
DATE:
4
DEZELFDE INSTELLINGEN (ware grootte op met het knippen en plakken van het patroon. verschillende kledingstukken andere maten 2. Taillewijdte
Of ze moeten vóór het knippen uit de stof afgeknipt
Verstevigingsband Naad inknippen
2 achterpand 5 capuchon
zelfkant stof enkel
stofvouw
Meet rond het smalste deel van je taille, over je Het knippen van de stof draad telkens niet helemaal aan, zodat er lusjes Voor de rechte tailleband is er Versteviging is ook geschikt
voorrand E. Vouw het beleg naar de verkeerde kant. Zoom met een Zo knip je de patroondelen uit de stof
zelfkant
Als u deze pagina heeft geprint, controleert u A4 papier) de resterende pagina’s. worden. Bóvoorbeeld omdat je het kledingstuk in 3 mouwpas 5a beleg–capuchon 2
zelfkant
navel heen. Reken ± 2 cm extra als je niet van een ontstaan. • Als je alle Oónen, ook zakOónen e.d., op deze manier op de een speciale laag versteviging met om plekken die door inknip-
4 inslag de onderrand van het beleg–capuchon op de halsnaad A Leg de patroondelen volgens het knipvoorbeeld op de stof. Kijk voor de 1
met behulp van een liniaal of het onderstaande Op één van de pagina’s in het patroon is voor Doet u voorgaande stappen niet, dan bestaat de patronen iets aangepast moeten worden. een kortere lengte kunt maken.
Stofvouw
strakke taille houdt. stof hebt aangebracht, haal je het patroon van de stof. gestanste gaatjes. Deze gaatjes jes kwetsbaar worden extra
Let op: kijk voor de uitleg bij ‘Doorknippen/afknippen’ op pag. 33. Knip vast. uitleg bij ‘Naden en zomen aantekenen’ op pag. 33. 9 B
vierkant exact 10 bij 10 cm is. een laatste controle ook nog eenzelfde vierkant de kans dat het patroon qua maatvoering niet • Ga voor bovenstukken (bóvoorbeeld een jurk, De vouw die ontstaat als de stof wordt
dubbelgevouwen. Nu trek je de twee stoŴagen voorzichtig een eindje van elkaar en knip geven de stiklón en vouwlón aan. tegen rafelen of uitscheuren te de patroondelen 1 en 2 op de aangegeven lijn door, zodat de voorpas 11. Stik de halsnaad A door. Stik de capuchon op belegbreedte door,
blouse of jasje) uit van de bovenwódte en voor 3. Heupwijdte G
recht van draad
geplaatst. klopt. G
Zo niet, dan print u nogmaals alleen deze een broek of rok van de heupwódte. VergeOók de Leg de centimeter over het zwaarste deel van 2 2 2 2 2 Zelfkant je overal, tussen de twee lagen, de draadjes door. beschermen. 1 en de achterpas 2 ontstaan. Neem het beleg 5a volgens de aangege- G zodat er een tunnel ontstaat. Rijg het koord via de nestelogen door Voor je begint
C G
Voordat u begint met het knippen en plakken Tek. 2
ven lijn van het patroondeel 5 apart over. G
pagina, waarbij u controleert of u print op ware van het patroon, controleert u ook nog of dit gemeten lichaamsmaten altód met de maatta- je billen of heupen. Zorg ervoor dat het meetlint Is de afgewerkte rand van de stof. de tunnel. Leg en knoopje in het uiteinde van het koord. Verstevig de volgende delen: de halsboord–binnen 6.
Tek
middenachter
middenachter
middenachter
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
grootte (100%) en op het juiste papierformaat; vierkant de juiste afmetingen heeft. bel, nooit met het patroon zelf. In de patronen is horizontaal ligt. Stof in de breedte dubbel Zo zet je het model in elkaar Teken de volgende patroondelen zelf D Mouwen
zijnaad
zijnaad
A4 (210 x 297 mm). nameOók een toegift verwerkt, afhankeOók van het 4. Ruglengte Vouw de stof dubbel waarbó de goede kant van de ruiten, strepen of dessins leg je de patroon-delen • Róg het kledingstuk in elkaar; let hierbó op de inzettekens op het D 12. Naai de onderrand F van de mouwpas 3 aan de bovenrand F van Zo zet je het model in elkaar
134 140 146 152 158 164 170 176 C
stofvouw
Meet van het knobbeltje in de nek tot op het patroon. Pas het kledingstuk, breng eventuele veranderingen aan D
zelfkant
op een enkele stoŴaag. • Een voordeel is dat op 2 1 Stik de naden met een enkel stiksel door, tenzij het anders wordt be-
stofvouw
afkniplijn
bandje in de taille. Bó elk model staat op welk patronenblad de pa-
afkniplijn afkniplijn afkniplijn afkniplijn
en naai het daarna volgens de werkvolgorde in elkaar. • Haal vóór 7 mouwboord (2x knippen)
zelfkant
deze manier heel goed te zien is of de ruiten, stre- 13. Vouw de mouw dubbel. Naai de mouwnaden op elkaar. Keer de
stofvouw
1
stofvouw
ven, dan kun je bó een klein verschil het patroon 5. Voorlengte troondelen te vinden zón. De Oónen van de patroon- Leg de stof open met de goede kant naar het naaien de eventuele doorslagdraden uit de stof. Maak eventueel 12x19.5 12x20 12x20.5 12x21 12x21.5 12x22 12x22.5 12x23 2 1
pen of dessins doorlopen. • Maak dan eerst hele cm cm cm cm cm cm cm cm mouw. Zorg dat de inzettekens op elkaar komen. Naai de mouw in Naadband
aanpassen door het korter of langer te maken. Vanaf het schouderhalspunt, over de buste, tot de taille. delen zón in de kleuren zwart, rood, groen, oranje boven. Let op dat je in dit geval linker- en eerst een proefmodel van katoen. • Kók verder naar de beschróving
delen van de halve patroondelen en teken de de- H H het armsgat van de panden. 1. Strijk het midden van het naadband aan de verkeerde kant over de
of blauw afgebeeldb rechterpatroondelen knipt. bó het modelnummer. Goede kant 8 heupboord (1x knippen)
len, zoals een mouw nog een keer in spiegelbeeld.
STOF VOUW
leband, staan niet op het patronenblad. Deze pa- 9 ritsbeleg (2x knippen)
patroondelen en het knipvoorbeeld. Elke maat streep 1/2 stofbr. 70 cm 15. Vouw de mouwboord met de verkeerde kant op elkaar dubbel. Rijg 2. Leg het lintje van de rits op de goede kant over de middenvoorlijn B
troondelen teken je zelf. De maten staan bó ‘Teken rechterdelen knipt. 14x2 cm 14x2 14.5x2 15x2 cm 15.5x2 16x2 16.5x2 17x2 cm
1 A
MK:18P126S-176
DATE: 17/11/10
streep
A 1/2 stofbr. 70 cm
A
W=70,00CM
MK:18P126S-176
Oónen in de patroondelen afgebeeld. BA en naaien de mouwboord iets uit. Naai de naden G van de mouw- wijzen naar het armsgat. Laat aan de bovenrand de halsnaad A en
beschreven. De vouwOón van deze patroondelen is Uitknippen Rits o p maat maken
37,60CM
stofvouw
17/11/10
MK:18P126S-176
11
zelfkant
1 A
W=70,00CM
17/11/10
A
W=70,00CM
Deelbare rits B
zelfkant
Markeer de patroondelen die je nodig hebt Zo knip je de patroondelen uit de stoffen 2A 1B rand G smal op de kant door.
stofvouw
9 C
Maak deelbare ritsen aan
C de naad B vast.
zelfkant
A 9 1
Patroonmaat meisjes en jongens met een viltstif Leg de patroondelen volgens de knipvoorbeelden op de stoffen. Kijk 2 C B
Heupboord
de bovenkant korter door
C 3 3. Leg het ritsbeleg 9 met de goede kant op het lintje van de rits. Naai
L=0M
16 C M BREED
DATE:
D2 F C B
C
Leg doorzichtig patroonpapier op het patro- Twee stofvouwen
L=0M
de overbodige tandjes met voor de uitleg bij ‘Naden en zomen aantekenen’ op pag. 33. D
3 16. Vouw de heupboord 8 dubbel. Naai de korte uiteinden met een het ritsbeleg vast. Je hebt nu de rits vastgenaaid. Vouw de rits naar
nen-blad en trek de Oónen over. Neem alle tekens, Vouw de stof naar het midden dubbel, 3 F
10 C M L ANG
bovenwijdte 42 43 44 46 48 50 51,5 53 55 57 59 61 63 65 67
een nóptang te verwóderen. D F flauwe zigzagsteek op elkaar. Je hebt nu een ring. voren en het ritsbeleg naar de verkeerde kant. Stik de voorpas langs
binnenlónen en teksten over. Sommige pa- zodat de zelfkanten in het midden óf
taillewijdte 42 43 44 46 47 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58
VOUWLIJN Maak boven de laatste tand - Voor je begint 17. Vouw de heupboord met de verkeerde kant op elkaar dubbel. Rijg de rits door. Naai het andere lintje van de rits met ritsbeleg op de-
troon-delen, bóvoorbeeld belegdelen, staan in een op de gewenste breedte tegen elkaar
heupwijdte 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66 68 70 jes een stevig trensje. Verstevig de volgende delen: de plaats van de nestelogen in de capu- de open randen H met losse steken op elkaar. Rek tijdens het rijgen zelfde manier langs de voorrand van de linker–voorpas.
aan komen te liggen. Hierdoor ontstaan
10 cm
gespiegeld links/rechts gezien vanuit het standpunt zoals het tafel rusten, zodat de stof iets omhoog komt, maar ritsen aan de onderkant 2
• Gebruik je grote dessins, zoals ruiten en strepen,
spiegellijn
taillewijdte 60/60 61/62 62/64 63/66 64/68 65/71 66/74 patroon nog een keer op het papier en knip het patroondeel Naadband Dit model kun je alleen maken van tricotstof. de bovenrand D van het achterpand 2 op elkaar. Stik de naden C
patroondeel
kledingstuk wordt gedragen. niet wordt opgetild. • Vaak worden vouwOónen, korter. Meet de lengte
heupwijdte 74/74 78/77 82/80 86/83 90/86 91/89 92/92 patroondeel uit. Je hebt nu twee delen die je op de dan is er meer stof nodig: leg de patroondelen zo op 1. Strijk het midden van het naadband aan de verkeerde kant over de Je kunt dit model maken in de maten 134 t/m 176. en D door.
middenvoorOónen, Ɠguurnaden en de tekens bó de op en maak een stevig
spiegelOón tegen elkaar plakt. Zo ontstaat een heel de ruit, streep of het dessin, dat deze na het naaien patroonlijn van de schoudernaden van de achterpas 2 en de hals-
ruglengte 34.8/33.8 34.8/35.4 36.2/37 37.6/38.6 39/40.2 41.5/41.8 43/44.5 mouwkop aangegeven met een knipje aan de rand trensje. Knip de rits ± 1.5 Kijk voor de uitleg bij ‘Hoe meet je de maten?’ 6. Naai de schoudernaden van de passen op elkaar. Stik de schouder-
patroondeel. mooi doorlopen. • Een panel is een grote afbeel- naden A van de passen 1 en 2.
van de stof. • Ben je linkshandig? Gebruik dan een cm onder het trensje af. op pag. 32. naad smal op de kant door. Naai de zijnaden van de panden op
ding. • Let op Katoen en linnen kunnen krimpen
10 cm bó het wassen. Was, droog en strók deze stoffen
schaar voor linkshandigen. Rits
2. Leg het lintje van de rits op de goede kant over de middenvoorlijn B Dit heb je nodig
elkaar.
Halsboord–buiten en binnen
voordat je de delen gaat knippen. 38
langs de voorrand van de rechter–voorpas 1. De tandjes van de rits 134 140 146 152 158 164 170 176 7. Vouw de halsnaad A van de halsboord–buiten 6 naar de verkeerde
36 36 37 wijzen naar het armsgat. Laat aan de bovenrand de halsnaad A en
Copyright © Newskoolmedia BV – Knippie – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd, kant en rijg hem vast. Naai de bovenrand en de uiteinden van de
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Stof van 1.40 m breed
Copyright © Newskoolmedia BV – Knippie – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd, Copyright © Newskoolmedia BV – Knippie – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd, Copyright © Newskoolmedia BV – Knippie – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd, aan de onderrand de naad C uitsteken. Rijg het lintje van de rits op halsboord–buiten en binnen 6 op elkaar. Geef tot 2 mm vóór het stik-
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. de naad B vast. 1.20 m 1.25 m 1.25 m 1.30 m 1.50 m 1.55 m 1.60 m 1.60 m
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. sel knipjes in de bovenrand. Keer de halsboord.
3. Leg het ritsbeleg 9 met de goede kant op het lintje van de rits. Naai Je hebt verder nodig: rekbare versteviging • naadband • 1 rits van 15– 8. Leg de halsboord–binnen 6 met de goede kant op de verkeerde
het ritsbeleg vast. Je hebt nu de rits vastgenaaid. Vouw de rits naar 15–15–15–18–18–18–18 cm (op maat maken). kant van de panden. Naai de halsnaden A van de halsboord–bin-
nen en de panden op elkaar. Geef tot 2 mm vóór het stiksel knipjes in
de halsnaad A.
9. Naai de halsnaad A van de halsboord–buiten aan de goede kant
smal op de kant op de halsnaad A van de panden vast. Stik de hals-
boord verder door.
Mouwen
CONTROLE VLAK
10. Naai de onderrand E van de mouwpas 3 aan de bovenrand E van
de mouw 4. Stik de dwarsnaad E door.
11. Vouw de mouw dubbel. Naai de mouwnaden op elkaar. Keer de
mouw. Zorg dat de inzettekens op elkaar komen. Naai de mouw in
het armsgat van de panden.
Mouwboorden
12. Vouw de mouwboord 7 dubbel. Naai de korte uiteinden met een
flauwe zigzagsteek op elkaar. Je hebt nu een ring.
13. Vouw de mouwboord met de verkeerde kant op elkaar dubbel. Rijg
10 cm
de open randen F met losse steken op elkaar. Rek tijdens het rijgen
en naaien de mouwboord iets uit. Naai de naden F van de mouw-
boord en de onderrand F van de mouw op elkaar. Stik de onderrand
F smal op de kant door.
Heupboord
14. Vouw de heupboord 8 dubbel. Naai de korte uiteinden met een
flauwe zigzagsteek op elkaar. Je hebt nu een ring.
15. Vouw de heupboord met de verkeerde kant op elkaar dubbel. Rijg
de open randen G met losse steken op elkaar. Rek tijdens het rijgen
en naaien de heupboord iets uit. Naai de naden G van de heup-
boord en de onderrand G van de panden op elkaar. Stik de onder-
10 cm
rand G smal op de kant door.
CONTROLE VLAK
10 cm 10 cm