Professional Documents
Culture Documents
Bomber Reglan R 68-98
Bomber Reglan R 68-98
Artikel KN1801-06
KN1801-07
HO
Welke p
Belangrijk! Let op O
confecti
eerst de
CONTROLE VLAK PA
PA
Patroo
Lichaam
bovenw
taillewijd
heupwij
10 cm
ruglengt
Patroo
Lichaam
bovenw
taillewijd
heupwij
ruglengt
10 cm
36
HOE TE BEGINNEN
Welke patroonmaat past bij jou? Je maat nemen
Let op Onze patronen zón niet te vergeOóken met Draag tódens het meten alleen onderkleding.
confectiematen. Het is daarom heel belangrók om Zorg ervoor dat je het meetlint niet te strak aan-
eerst de maten goed te meten voordat je begint. trekt, het moet kunnen draaien/glóden.
• Knoop als uitgangspunt een bandje om de taille 6. Mouwlengte + schouderbreedte
en laat dit tódens het maatnemen zitten. Hoe meet je de maten? Meet vanaf het schouderhalspunt via je gebogen
• Als je de maten genoteerd hebt, kun je vaststel- Lichaamslengte elleboog naar 1 cm onder het polsgewricht.
len in welke kledingmaat je valt. Meet van boven op je hoofd tot op de grond. 7. Roklengte
• Omcirkel in de maattabel de maten die het 1. Bovenwijdte Meet van het bandje in de taille tot de zoom.
meest met de opgemeten maten overeen- Meet rond de borst op het meest uitstekende De tailleband wordt niet meegerekend.
komen. Meestal zullen de cirkeltjes in verschil- gedeelte. Controleer of het meetlint goed hori- 8. Zijlengte broek
lende kolommen staan. Dat betekent dat voor zontaal ligt. Vanaf de taille tot de gewenste lengte.
verschillende kledingstukken andere maten 2. Taillewijdte
gekozen moeten worden en dat soms Meet rond het smalste deel van je taille, over je
de patronen iets aangepast moeten worden. navel heen. Reken ± 2 cm extra als je niet van een
• Ga voor bovenstukken (bóvoorbeeld een jurk, strakke taille houdt.
blouse of jasje) uit van de bovenwódte en voor 3. Heupwijdte
een broek of rok van de heupwódte. VergeOók de Leg de centimeter over het zwaarste deel van
gemeten lichaamsmaten altód met de maatta- je billen of heupen. Zorg ervoor dat het meetlint
bel, nooit met het patroon zelf. In de patronen is horizontaal ligt.
nameOók een toegift verwerkt, afhankeOók van het 4. Ruglengte
Mark
Patroonmaat meisjes en jongens met
Lichaamslengte 50 56 62 68 74 80 86 92 98 104 110 116 122 128 134 Leg
bovenwijdte 42 43 44 46 48 50 51,5 53 55 57 59 61 63 65 67 nen-
taillewijdte 42 43 44 46 47 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 binn
heupwijdte 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66 68 70 troo
ruglengte 14.5 16 17.5 19 20.2 21.4 22.6 23.8 25 26.2 27.4 28.6 29.8 31 32.2
patr
men
36 36
Copyright © Newskoolmedia BV – Knippie – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd,
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
TIP
Zet eventueel de letters die in
het knipvoorbeeld staan
op de patroondelen.
Aansluit
Sommige
delen op
overnem
elkaar.
je gebogen
wricht.
zoom.
Doorkni
d.
Sommige
knippen u
Bóvoorbe
Of ze mo
worden. B
een korte
doorkniplijn
zijnaad
plak-/lijmvlak - niet afknippen
Het patroon overnemen afkniplijn
Bó elk model staat op welk patronenblad de pa-
Alle patronen zijn zonder naden en zomen!
troondelen te vinden zón. De Oónen van de patroon-
delen zón in de kleuren zwart, rood, groen, oranje
of blauw afgebeeldb
Teken de v
Elk model heeft zijn eigen kleur
Eenvoud
De nummers van de patroondelen staan in de
leband, s
patroondelen en het knipvoorbeeld. Elke maat
troondele
heeft zón eigen Oóntype. De maten staan bó de
de volgen
Oónen in de patroondelen afgebeeld.
beschrev
met een s
Markeer de patroondelen die je nodig hebt
met een viltstif
Leg doorzichtig patroonpapier op het patro-
nen-blad en trek de Oónen over. Neem alle tekens,
10 C M L ANG
binnenlónen en teksten over. Sommige pa-
troon-delen, bóvoorbeeld belegdelen, staan in een
patroondeel getekend en moeten apart overgeno-
men worden.
Spiegelen Hoevee
Soms moet er van een half patroondeel een heel Kók daar
patroondeel gemaakt worden. Leg het overgenomen de werkb
m.a. stofvouw
gespiegeld • Gebruik
spiegellijn
36 37
Copyright © Newskoolmedia BV – Knippie – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd,
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Kò
Naden en zomen
aantekenen
In de patroondelen zón geen
naden en zomen verwerkt.
• Knip daarom de volgende
naadbreedtes aan: 1 cm bó
Aansluitlijnen
De patroondelen op de stof leggen ronde naden en belegran-
Sommige patroondelen staan in twee of meer
Leg de patroondelen in één richting, rekening den, 1 cm aan de onderkant
delen op het patronenblad. Plak deze delen na het
houdend met de vleug of het dessin. van de armsgaten, naar de V
overnemen volgens de aangegeven tekens aan
schouderkop verlopend tot 3 B
elkaar.
cm, 2 cm bó mouwkoppen, 2 Oó
stofvouw
zelfkant
cm bó overige naden, Oó
recht van
draad
3
3 à 6 cm bó zomen. k
d
middenachter
middenachter
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
zijnaad
STOF VOUW
leband, staan niet op het patronenblad. Deze pa- goede kant van de stof. Let goed op dat je linker- en
Uitknippen
ZELFKANT
16 C M BREED
Twee stofvouwen
Vouw de stof naar het midden dubbel,
10 C M L ANG
Copyright © Newskoolmedia BV – Knippie – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd,
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
K ò K VO O R D E BA SI SN A A I T I P S VAN P AG . 3 8 T / M 4 1 O P W W W. K N I PM O D E. N L / N A A I T I P S
Tek
met
Zo zet je het model in elkaar
• Róg het kledingstuk in elkaar; let hierbó op de inzettekens op het
1
Rits o p maat maken
11
Deelbare rits
Maak deelbare ritsen aan
de bovenkant korter door
de overbodige tandjes met
een nóptang te verwóderen.
Maak boven de laatste tand -
jes een stevig trensje.
38
Copyright © Newskoolmedia BV – Knippie – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd,
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
ar.
VERST Kijk voor de uitleg bij ‘Hoe meet je de maten?’
op pag. 32.
MK:18P106-98
0.45 m 0.50 m 0.55 m 0.60 m 0.65 m 0.65 m D F
A 1
Boordstof van 1.40 m breed 1/2 stofbr. 702 cm
DATUM:MK:18P106-98
N 0.25 m 0.25 m 0.25 m 0.25 m 0.25 m 0.25 m
A 2 B
F
A
B D F
F A
zelfkant
1 F
stofvouw
F 8
2
Je hebt verder nodig: 1 deelbare rits van 30–30–35–35–35–40 cm (op A E B D
E 2 B
A
maat maken) • 2 ritsen van 10–10–10–12–12–12 cm (op maat maken). B F
5 F
zelfkant
W=70,00cm
4 FG 8
stofvouw
F G
E D A 1
Te
Zo maak je het papieren patroon E
5
B
Knip de volgende patroondelen uit:
W=70,00cm
4 B C GB GB
1 voorpand 5 mouw A 1
2 onderzak 6 halsboord
B C B B
4 achterpand
Let op: kijk voor de uitleg bij ‘Doorknippen/afknippen’ op pag. 33. Knip
chikt het patroondeel 1 op de aangegeven lijn door, zodat het zij–voorpand boordstof 1/2 stofbr. 70 cm
knip- 1 ontstaat.
F 6
stofvouw
extra
zelfkant
F
Teken de volgende patroondelen zelf
DATUM: 17/11/09
MK:18P106-98B
L=0M 23,94cm
W=70,00cm
7
boordstof 1/2 stofbr. 70 cm
euren te B 9
C
68 74 80 86 92 98 G
F 6B C
stofvouw
zelfkant
7 heupboord (1x knippen) F
DATUM: 17/11/09
MK:18P106-98B
L=0M 23,94cm
W=70,00cm
7
Tek C
10x48 cm 10x50 cm 10x52 cm 10x54 cm 10x56 cm 10x58 cm B 9
G
B C
Mouwboorden en panden
7. Zorg dat de inzettekens op elkaar komen. Naai de naad D van de
mouw en het voorpand op elkaar. Naai de naad E van de mouw en
18p106
het achterpand 4 op elkaar. Stik de naden D en E op de mouw door.
8. Vouw de mouw met mouwboord dubbel en leg de panden op el-
18p106
kaar. Naai de mouwnaad van de mouwen met mouwboord en naai
aansluitend de zijnaden van de panden op elkaar.
Halsboord
9. Vouw de halsboord 6 met de verkeerde kant op elkaar dubbel. Rijg
de halsranden F met losse steken op elkaar.
10. Zorg dat de naad van het voorpand aan de voorrand G uitsteekt.
Rek tijdens het rijgen en naaien de halsboord iets uit. Naai de hals-
naden F van de halsboord en de panden op elkaar. Stik de hals-
naad F op de panden door.
Heupboord
11. Vouw de heupboord 7 met de verkeerde kant op elkaar dubbel. Rijg
de open randen B met losse steken op elkaar. Rek tijdens het naaien
de heupboord iets uit. Naai de naden B van de heupboord en de
onderrand B van de panden op elkaar. Stik de onderrand B op de
panden door.
Rits en ritsbies
12. Leg het lintje van de rits op de goede kant over de middenvoorlijn
G langs de voorrand van het voorpand met heupboord. De tandjes
van de rits wijzen naar de zijnaad. Rijg het lintje van de rits op de
naad G vast.
13. Vouw de naad aan de uiteinden van de ritsbies 8 naar de verkeerde
7 VEST ARWIN
Je kunt dit model maken in de maten 68 t/m 98.
Kijk voor de uitleg bij ‘Hoe meet je de maten?’
op pag. 32.
A F F
zelfkant
Voor je begint
Verstevig het volgende deel: de windvanger–onder 3 • de ritsbeleggen
10.
Zo zet je het model in elkaar
Stik de naden met een enkel stiksel door.
Naadband
1. Strijk het midden van het naadband aan de verkeerde kant over de
patroonlijn van de halsnaden A van de panden 1 en 4 en de mou-
wen 5.
Mouwboorden
2. Vouw de mouwboord 9 met de verkeerde kanten op elkaar dubbel.
Rijg de aanzetranden B op elkaar. Rek tijdens het naaien de mouw-
HOE TE BEGINNEN
Aansluitlijnen VERST 68 74 80 86 92 98
De patroondelen op de stof leggen ronde naden en belegran- Kleermakerspotlood 1/2 stofbr. 70 cm
MK:18P106-98
Leg de patroondelen in één richting, rekening den, 1 cm aan de onderkant
delen op het patronenblad. Plak deze delen na het 0.45 m 0.50 m 0.55 m 0.60 m 0.65 m 0.65 m F
houdend met de vleug of het dessin. van de armsgaten, naar de Voor je begint Verstevigen D
overnemen volgens de aangegeven tekens aan A 1
Je maat nemen schouderkop verlopend tot 3 Breng na het knippen en verstevigen de buiten- Voor meer vormvastheid worden verschil- Boordstof van 1.40 m breed 1/2 stofbr. 702 cm
Welke patroonmaat past bij jou? VERSTEVIGEN
DATUM:MK:18P106-98
elkaar.
Belangrijk!
A
Let op Onze patronen zón niet te vergeOóken met Draag tódens het meten alleen onderkleding. cm, 2 cm bó mouwkoppen, 2 Oónen van het patroon op de stof aan. Geef ook de lende delen van een kledingstuk verstevigd 0.25 m 0.25 m 0.25 m 0.25 m 0.25 m 0.25 m 2 B
F
A
stofvouw
D F
zelfkant
cm bó overige naden, B
Zorg ervoor dat je het meetlint niet te strak aan- Oónen en tekens van het patroon op de stof aan. Dat met een laag versteviging. Deze verstevi- F A
zelfkant
confectiematen. Het is daarom heel belangrók om 1 F
stofvouw
8
recht van
F
draad
3
3 à 6 cm bó zomen. 2
eerst de maten goed te meten voordat je begint. trekt, het moet kunnen draaien/glóden. kan met kleermakerskrót, potlood of door middel van ging heeft aan één kant een OóPkant. Lees Je hebt verder nodig: 1 deelbare rits van 30–30–35–35–35–40 cm (op A E
E 2 B D A
doorslaan. voordat je begint met verstevigen eerst de B
Voordat u verder gaat, eerst deze pagina goed lezen! • Knoop als uitgangspunt een bandje om de taille 6. Mouwlengte + schouderbreedte
maat maken) • 2 ritsen van 10–10–10–12–12–12 cm (op maat maken). B F
5 F
zelfkant
Tek. 1
W=70,00cm
Meet vanaf het schouderhalspunt via je gebogen 4 FG 8
Hoe meet je de maten? gebruiksaanwózing. Knip de versteviging
stofvouw
en laat dit tódens het maatnemen zitten. F G
• Als je de maten genoteerd hebt, kun je vaststel- Lichaamslengte elleboog naar 1 cm onder het polsgewricht. Patroondelen horen recht van draad uit de stof Doorslaan even groot als het stofdeel. Leg de verstevi- E D A 1
Zo maak je het papieren patroon E B
len in welke kledingmaat je valt. Meet van boven op je hoofd tot op de grond. 7. Roklengte geknipt te worden. In het patroondeel staat de Met doorslaan róg je met rógdraad door beide stoŴa- ging met de OóPkant op de verkeerde kant Te 5
Linker- en rechterdelen knippen Knip de volgende patroondelen uit:
W=70,00cm
4 B C GB
Meet van het bandje in de taille tot de zoom. recht-van-draadOón aangegeven. Zorg dat deze OóQ GB
• Omcirkel in de maattabel de maten die het 1. Bovenwijdte gen precies rondom het patroon lusjes. van de stof. Strók de stof en versteviging
Doorknippen/afknippen stofbreedte 140 cm 1 voorpand 5 mouw
meest met de opgemeten maten overeen- Meet rond de borst op het meest uitstekende De tailleband wordt niet meegerekend. evenwódig loopt met de zelfkant van de stofb Je werkt met een dubbele draad en legt er voorzichtig met de strókbout op elkaar vast. A 1
Sommige patroondelen moeten vóór het 2 onderzak 6 halsboord
komen. Meestal zullen de cirkeltjes in verschil- gedeelte. Controleer of het meetlint goed hori- 8. Zijlengte broek Let op Sommige delen liggen meerdere keren op geen knoop in. Zo kan je de rógdraad ook weer mak- B C B
Voordat u begint met het printen van alle Pas nadat u deze pagina heeft geprint en het Zijn beide vierkanten excact 10 bij 10 cm, dan knippen uit de stof doorgeknipt worden. 4 achterpand B
stofvouw
strakke taille houdt. De vouw die ontstaat als de stof wordt stof hebt aangebracht, haal je het patroon van de stof. gestanste gaatjes. Deze gaatjes jes kwetsbaar worden extra
zelfkant
F
• Ga voor bovenstukken (bóvoorbeeld een jurk, Teken de volgende patroondelen zelf
DATUM: 17/11/09
vierkant exact 10 bij 10 cm is.
MK:18P106-98B
L=0M 23,94cm
een laatste controle ook nog eenzelfde vierkant de kans dat het patroon qua maatvoering niet
W=70,00cm
7
boordstof 1/2 stofbr. 70 cm
blouse of jasje) uit van de bovenwódte en voor 3. Heupwijdte dubbelgevouwen. Nu trek je de twee stoŴagen voorzichtig een eindje van elkaar en knip geven de stiklón en vouwlón aan. tegen rafelen of uitscheuren te C
stofvouw
zelfkant
7 heupboord (1x knippen) F
DATUM: 17/11/09
je billen of heupen. Zorg ervoor dat het meetlint
MK:18P106-98B
Is de afgewerkte rand van de stof.
L=0M 23,94cm
W=70,00cm
pagina, waarbij u controleert of u print op ware van het patroon, controleert u ook nog of dit gemeten lichaamsmaten altód met de maatta- Tek
7
middenachter
middenachter
middenachter
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
C
grootte (100%) en op het juiste papierformaat; vierkant de juiste afmetingen heeft. bel, nooit met het patroon zelf. In de patronen is horizontaal ligt. Stof in de breedte dubbel Zo zet je het model in elkaar 10x48 cm 10x50 cm 10x52 cm 10x54 cm 10x56 cm 10x58 cm B
G 9
zijnaad
zijnaad
B C
A4 (210 x 297 mm). nameOók een toegift verwerkt, afhankeOók van het 4. Ruglengte Vouw de stof dubbel waarbó de goede kant van de ruiten, strepen of dessins leg je de patroon-delen • Róg het kledingstuk in elkaar; let hierbó op de inzettekens op het 8 ritsbies (2x knippen)
model. Meet van het knobbeltje in de nek tot op het Het patroon overnemen stof en de zelfkanten op elkaar liggen. patroon. Pas het kledingstuk, breng eventuele veranderingen aan
afkniplijn op een enkele stoŴaag. • Een voordeel is dat op 27.5x2 cm 29x2 cm 30.5x2 cm 32x2 cm 34x2 cm 35.5x2 cm
bandje in de taille.
afkniplijn afkniplijn afkniplijn
Bó elk model staat op welk patronenblad de pa- en naai het daarna volgens de werkvolgorde in elkaar. • Haal vóór
afkniplijn
• Heb je een andere lichaamslengte dan aangege- Stof enkel deze manier heel goed te zien is of de ruiten, stre-
Alle patronen zijn zonder naden en zomen!
ven, dan kun je bó een klein verschil het patroon 5. Voorlengte troondelen te vinden zón. De Oónen van de patroon- Leg de stof open met de goede kant naar het naaien de eventuele doorslagdraden uit de stof. Maak eventueel 9 mouwboord (2x knippen)
pen of dessins doorlopen. • Maak dan eerst hele
aanpassen door het korter of langer te maken. Vanaf het schouderhalspunt, over de buste, tot de taille. delen zón in de kleuren zwart, rood, groen, oranje boven. Let op dat je in dit geval linker- en eerst een proefmodel van katoen. • Kók verder naar de beschróving 10x14 cm 10x14.5 cm 10x15 cm 10x15.5 cm 10x16 cm 10x16.5 cm
delen van de halve patroondelen en teken de de-
of blauw afgebeeldb rechterpatroondelen knipt. bó het modelnummer. Goede kant
len, zoals een mouw nog een keer in spiegelbeeld.
STOF VOUW
patroondelen en het knipvoorbeeld. Elke maat voor de uitleg bij ‘Naden en zomen aantekenen’ op pag. 33. Knip voor
troondelen teken je zelf. De maten staan bó ‘Teken rechterdelen knipt.
heeft zón eigen Oóntype. De maten staan bó de
de volgende patroondelen zelf’ en zón zonder naad
1 de bovenzak 2 geen naad aan de rand A.
Oónen in de patroondelen afgebeeld.
beschreven. De vouwOón van deze patroondelen is Uitknippen Rits o p maat maken
11
met een stippellón aangegevenb Deelbare rits Zo zet je het model in elkaar
Markeer de patroondelen die je nodig hebt
Maak deelbare ritsen aan Stik de naden smal op de kant door, tenzij het anders wordt beschreven.
Patroonmaat meisjes en jongens met een viltstif 16 C M BREED de bovenkant korter door Zakken
Lichaamslengte 50 56 62 68 74 80 86 92 98 104 110 116 122 128 134 Leg doorzichtig patroonpapier op het patro- Twee stofvouwen
de overbodige tandjes met 1. Naai de deelnaden A van het voorpand 1 en het zij–voorpand 1 tot
nen-blad en trek de Oónen over. Neem alle tekens, Vouw de stof naar het midden dubbel,
10 C M L ANG
bovenwijdte 42 43 44 46 48 50 51,5 53 55 57 59 61 63 65 67
een nóptang te verwóderen. en vanaf de zakingang op elkaar.
taillewijdte 42 43 44 46 47 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 binnenlónen en teksten over. Sommige pa- zodat de zelfkanten in het midden óf
VOUWLIJN Maak boven de laatste tand -
troon-delen, bóvoorbeeld belegdelen, staan in een op de gewenste breedte tegen elkaar 2. Zorg dat de rits naar boven toe sluit. Vouw de zakingangranden A
heupwijdte 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66 68 70 jes een stevig trensje.
aan komen te liggen. Hierdoor ontstaan op de patroonlijn naar de verkeerde kant. Leg de panden en de rits
10 cm
ruglengte 14.5 16 17.5 19 20.2 21.4 22.6 23.8 25 26.2 27.4 28.6 29.8 31 32.2
patroondeel getekend en moeten apart overgeno-
men worden. twee stofvouwen. met de goede kanten naar boven. Rijg de rits onder de splitnaden.
3. Stik de splitnaden op de goede kant ± 0.5 cm vanaf de kant door. Je
Patroonmaat junioren meisjes en jongens Hoeveel stof heb je nodig? Linker- of rechterdelen
Spiegelen
Leg tódens het knippen de hand licht op het pa- hebt nu de rits vastgenaaid.
Lichaamslengte 140 146 152 158 164 170 176 Kók daarvoor naar het schema dat is afgebeeld bó Als op het patroondeel links of rechts staat Gewone rits
Soms moet er van een half patroondeel een heel 4. Naai de zijrand A van de bovenzak 2 op de voorrand van het lintje
bovenwijdte de werkbeschróYing. aangegeven (bóvoorbeeld rechter–voorpand) is troondeel. • Laat bó het knippen de schaar op de Maak niet deelbare 2
69/70 71/73 74/76 77/79 80/82 82/85 84/88 patroondeel gemaakt worden. Leg het overgenomen
m.a. stofvouw
gespiegeld links/rechts gezien vanuit het standpunt zoals het tafel rusten, zodat de stof iets omhoog komt, maar ritsen aan de onderkant 2 van de rits vast. Naai de zijrand A van de onderzak 2 op de zijrand
• Gebruik je grote dessins, zoals ruiten en strepen,
spiegellijn
taillewijdte 60/60 61/62 62/64 63/66 64/68 65/71 66/74 patroon nog een keer op het papier en knip het patroondeel
patroondeel
kledingstuk wordt gedragen. niet wordt opgetild. • Vaak worden vouwOónen, korter. Meet de lengte van het lintje van de rits vast. Naai de buitenranden van de zakken
heupwijdte 74/74 78/77 82/80 86/83 90/86 91/89 92/92 patroondeel uit. Je hebt nu twee delen die je op de dan is er meer stof nodig: leg de patroondelen zo op
middenvoorOónen, Ɠguurnaden en de tekens bó de op en maak een stevig op elkaar. Naai een dwarsstiksel aan de bovenrand en de onder-
ruglengte spiegelOón tegen elkaar plakt. Zo ontstaat een heel de ruit, streep of het dessin, dat deze na het naaien
34.8/33.8 34.8/35.4 36.2/37 37.6/38.6 39/40.2 41.5/41.8 43/44.5 mouwkop aangegeven met een knipje aan de rand trensje. Knip de rits ± 1.5 rand van de zakingang.
patroondeel. mooi doorlopen. • Een panel is een grote afbeel-
van de stof. • Ben je linkshandig? Gebruik dan een cm onder het trensje af. 5. Stik de deelnaad A tot en vanaf de zakingang op het voorpand
ding. • Let op Katoen en linnen kunnen krimpen
10 cm bó het wassen. Was, droog en strók deze stoffen
schaar voor linkshandigen. door. Rijg de onderrand van de zak op de naad B van het voorpand
voordat je de delen gaat knippen. 38 vast.
36 37
Mouwboorden
36 Copyright © Newskoolmedia BV – Knippie – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd, 6. Vouw de mouwboord 9 met de verkeerde kanten op elkaar dubbel.
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Copyright © Newskoolmedia BV – Knippie – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd, Copyright © Newskoolmedia BV – Knippie – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd, Copyright © Newskoolmedia BV – Knippie – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd, Rijg de aanzetranden C op elkaar. Rek tijdens het naaien de mouw-
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
boord iets uit. Naai de bovenrand C van de mouwboord en de on-
derrand C van de mouw 5 op elkaar. Stik de naad C smal op de kant
door.
18p106
het achterpand 4 op elkaar. Stik de naden D en E op de mouw door. 10x14 cm 10x14.5 cm 10x15 cm 10x15.5 cm 10x16 cm 10x16.5 cm 14. Zorg dat er in het midden van de lange rand H van de windvanger
8. Vouw de mouw met mouwboord dubbel en leg de panden op el- 10 ritsbeleg (2x knippen) 3 een stukje open blijft om te keren. Naai de lange randen H en de
buitenranden van de windvanger–boven en onder op elkaar. Keer
18p106
kaar. Naai de mouwnaad van de mouwen met mouwboord en naai 23x2.5 cm 24.5x2.5 25.5x2.5 27.5x2.5 29x2.5 cm 31x2.5 cm
aansluitend de zijnaden van de panden op elkaar. cm cm cm de windvanger. Stik de buitenrand door.
Halsboord 11 halsboord (1x knippen)
15. Leg het rechter–voorpand met halsbies en heupboord en de wind-
9. Vouw de halsboord 6 met de verkeerde kant op elkaar dubbel. Rijg vanger met de goede kanten naar boven. Naai de windvanger met
27x3 cm 28x3 cm 28x3 cm 29x3 cm 29x3 cm 30x3 cm
de halsranden F met losse steken op elkaar. een enkel stiksel volgens de lijn H op het rechter–voorpand met hals-
10. Zorg dat de naad van het voorpand aan de voorrand G uitsteekt. bies en heupboord.
Rek tijdens het rijgen en naaien de halsboord iets uit. Naai de hals- Zo knip je de patroondelen uit de stof Afwerking
naden F van de halsboord en de panden op elkaar. Stik de hals- Leg de patroondelen volgens het knipvoorbeeld op de stof. Kijk voor de 16. Zet het drukkertje op de windvanger–onder en de halsboord aan.
naad F op de panden door. uitleg bij ‘Naden en zomen aantekenen’ op pag. 33.
Heupboord
11. Vouw de heupboord 7 met de verkeerde kant op elkaar dubbel. Rijg
Voor je begint
Verstevig het volgende deel: de windvanger–onder 3 • de ritsbeleggen
de open randen B met losse steken op elkaar. Rek tijdens het naaien
10.
de heupboord iets uit. Naai de naden B van de heupboord en de
onderrand B van de panden op elkaar. Stik de onderrand B op de Zo zet je het model in elkaar
panden door. Stik de naden met een enkel stiksel door.
Rits en ritsbies Naadband
12. Leg het lintje van de rits op de goede kant over de middenvoorlijn 1. Strijk het midden van het naadband aan de verkeerde kant over de
G langs de voorrand van het voorpand met heupboord. De tandjes patroonlijn van de halsnaden A van de panden 1 en 4 en de mou-
A F F
zelfkant
CONTROLE VLAK
10 cm
10 cm
10 cm