You are on page 1of 31

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Voordat u begint met het printen van alle Pas nadat u deze pagina heeft geprint en het Zijn beide vierkanten excact 10 bij 10 cm, dan
pagina’s, print u eerst ALLEEN DEZE PAGINA. vierkant exact 10 bij 10 cm is, print u met is het patroon juist geprint en kunt u beginnen
DEZELFDE INSTELLINGEN (ware grootte op met het knippen en plakken van het patroon.
Als u deze pagina heeft geprint, controleert u A4 papier) de resterende pagina’s.
met behulp van een liniaal of het onderstaande Op één van de pagina ’s in het patroon is voor Doet u voorgaande stappen niet, dan bestaat
vierkant exact 10 bij 10 cm is. een laatste controle ook nog eenzelfde vierkant de kans dat het patroon qua maatvoering niet
geplaatst. klopt.
Zo niet, dan print u nogmaals alleen deze Voordat u begint met het knippen en plakken
pagina, waarbij u controleert of u print op ware van het patroon, controlee rt u ook nog of dit
grootte (100%) en op het juiste papierformaat; vierkant de juiste afmetingen heeft.
A4 (210 x 297 mm).

plak-/lijmvlak - niet afknippen


CONTROLE VLAK
10 cm

PATRO
Maat

10 cm %RYHQZó
TDLOOHZóG
+HXSZóG
RXJOHQJW
%RYHQDUP
6FKRXGH
=LWKRRJWH

28
plak-/lijmvlak - niet afknippen

AG EN
VR HET PATR

?
HOE TE BEGINNEN BOVEN
WIJDTE

WELKE PATROONMAAT TAILLE


WIJDTE

Let op: onze paWronen zón nieW We vergeOóken Heb je vragen over patronen uit HEUP
meW confecWiemaWen. HeW is Gaarom heel WIJDTE
het blad? Mail onze coupeuse:
belangrók om eersW Ge maWen goeG We meWen coupeuse@newskoolmedia.nl
voorGaW je beginW.
Ř Knoop als uiWgangspunW een banGje om
Ge Waille en laaW GiW WóGens heW maaWnemen HOE MEET JE DE MATEN?
ziWWen. Ř Lichaamslengte MeeW van boven op je
Ř Als je Ge maWen genoWeerG hebW, kun je hoofG WoW op Ge gronG
vasWsWellen in welke kleGLngmaaW je valW. Ř B ovenwijdte MeeW ronG Ge borsW op
Ř Omcirkel in Ge maaWWabel Ge maWen Gie heW heW meesW uiWsWekenGe geGeelWe. ConWroleer
meesW meW Ge opgemeWen maWen overeen- of heW meeWlinW goeG horizonWaal ligW.
komen. MeesWal zullen Ge cirkelWjes in Ř Taillewijdte MeeW ronG heW smalsWe Geel van 54
52
verschillenGe kolommen sWaan. DaW beWekenW je Waille, over je navel heen. Reken ± 2 cm
50
GaW voor verschillenGe kleGLngsWukken exWra als je nieW van een sWrakke Waille houGW. 48
anGere maWen gekozen moeWen worGen en Ř Heupwijdte Leg Ge cenWimeWer over heW 46
GaW soms Ge paWronen ieWs aangepasW zwaarsWe Geel van je billen of heupen. Zorg 44
42
moeWen worGen. ervoor GaW heW meeWlinW horizonWaal ligW. 40

RUGLENGTE
Ř Ga voor bovensWukken (bóvoorbeelG een Ř Ruglengte MeeW van heW knobbelWje in Ge 38
jurk, blouse of jasje) uiW van Ge bovenwóGWe nek WoW op heW banGje in Ge Waille. 36
en voor een broek of rok van Ge heupwóGWe. Ř Bovenarmwijdte Leg heW meeWlinW ronGom 34
reserve
Bó elk mod
VergeOók Ge gemeWen lichaamsmaWen alWóG heW zwaarsWe Geelvan Ge arm.

LICHAAMSLENGTE
meW Ge maaWWabel. MeeW voor Ge volleGig- Ř Schoudermouwlengte MeeW vanaf Ge hals patroonde

plak-/lijmvlak - niet afknippen


heiG ook heW paWroon na. Let op: afhankeOóN via je gebogen elleboog naar 1 cm onGer heW patroonde
van heW moGel is een WoegifW in heW paWroon polsgewrichW. groen of b
verwerkW. Ř Zithoogte Ga rechWop op een vlakke sWoel

BINNENBEENLENGTE
Ř Heb je een anGere lichaamslengWe Gan aan- ziWWen. MeeW vanaf Ge hoogWe van Ge zókanW Elk model h
gegeven, Gan kun je bó een klein verschil heW van je Waille in een rechWe Oón naar Ge ziWWing nummers v
paWroon aanpassen Goor heW korWer of langer van je sWoel. Let op: laaW heW meeWlinW nieW in patroonde
We maken. een bochW om je heupen lopen. Tip: gebruik maat heeft
Ř Heb je een anGere cupmaaW Gan C? Pas heW een liniaal i.p.v. een meeWlinW. bó de Oóne
58
paWroon Gan aan. Kók voor Ge uiWleg in heW
56
hanGboek bó 'PaWronen aanpassen'. De volgenGe maWen sWaan nieW in Ge maaWWabel Markeer de
54
maar zón wel belangrók. hebt met ee
52
JE MAAT NEMEN Ř Binnenbeenlengte MeeW vanaf heW kruis beeld tuss
50
Draag WóGens heW meWen alleen onGerkleGLng naar Ge gronG. aangegeve
48
46
en een goeG passenGe bh. Zorg ervoor GaW je Ř Bovenbeenwijdte MeeW ronGom over heW de tekens
heW meeWlinW nieW We sWrak aanWrekW, heW moeW zwaarsWe Geel van heW bovenbeen. doorzichti
kunnen Graaien/glóGen. Ř Achterlengte MeeW van heW knobbelWje blad en tre
in Ge nek WoW Ge zoom. binnenlóne
Ř Roklengte MeeW van heW banGje in Ge Waille troondelen
WoW Ge zoom. De WaillebanG worGW nieW mee- een patroo
gerekenG overgenom

Spiegelen
PATROONMAAT VROUWEN LICHAAMSLENGTE 172 CM EN CUPMAAT C patroonde

Maat 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56
G
worden. Le
een keer o
S S M M L L XL XL XXL XXL XXXL
deel uit. Je
%RYHQZóGWH 83 87 91 95 99 103 107 113 119 125 131 137
spiegelOón
TDLOOHZóGWH 67 70 73 77 81 85 89 95 101 107 113 119 heel patro
+HXSZóGWH 92 95 98 102 106 110 114 120 126 132 138 144
RXJOHQJWH 41,6 41,8 42 42,2 42,4 42,6 42,8 43 43 43 43 43
%RYHQDUPZóGWH 28 29 30 31,5 33 34,5 36 38 40 42 44 46 patro
6FKRXGHUŊPRXZOHQJWH 70,5 71,5 72,5 73,5 74,5 75,5 76,5 77,5 78,5 79,5 80,5 81,5
=LWKRRJWH 26 26,5 27 27,5 28 28,5 29 29,5 30 30,5 31 31,5

28
plak-/lijmvlak - niet afknippen

HET PATROON OVERNEMEN Aansluitlijnen Sommige patroondelen staan DE PATROONDELEN


in twee of meer delen op het patronenblad. OP DE STOF LEGGEN
Plak deze delen na het overnemen volgens de Leg de patroondelen in één richting, rekening
aangegeven tekens aan elkaar. houdend met de vleug of het dessin.

STOFVOUW

ZELFKANT
DRAAD
RECHT
VAN
3
Doorknippen/afknippen Sommige patroon-
delen moeten vóór het knippen uit de stof
doorgeknipt worden. Bóvoorbeeld omdat er Patroondelen horen recht van draad uit de stof
een deelnaad in komt. Of ze moeten vóór het geknipt te worden. In het patroondeel staat
knippen uit de stof afgeknipt worden. Bóvoor- de recht-van-draadlón aangegeven. Zorg dat
beeld omdat je het kledingstuk in een kortere deze Oón evenwódig loopt met de zelfkant van
Dames maten lengte kunt maken. de stof.
54 Let op: sommige delen liggen meerdere
52
2 2 2 2 2 keren op het knipvoorbeeld.
50
48
HET KNIPPEN VAN DE STOF
middenachter

middenachter

middenachter
doorkniplijn

doorkniplijn

doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn

46
zijnaad

zijnaad Stofvouw De vouw die ontstaat als de stof De


zijnaad

44
42 wordt dubbelgevouwen. scho
40
Om
RUGLENGTE

38 afkniplijn afkniplijn afkniplijn afkniplijn afkniplijn Zelfkant Is de afgewerkte rand van de stof.
36 Stof in de breedte dubbel Vouw de stof Naad
34 dubbel waarbó de goede kant van de stof het na
reserve
Bó elk model staat op welk patronenblad de en de zelfkanten op elkaar liggen. p
LICHAAMSLENGTE

patroondelen te vinden zón. De Oónen van de Teken de volgende patroondelen zelf Stof enkel Leg de stof open met de goede

plak-/lijmvlak - niet afknippen


patroondelen zón in de kleuren zwart, rood, Eenvoudige rechte delen, zoals een zakklep kant naar boven. Let op dat je in dit geval KN
groen of blauw afgebeeld. of tailleband, staan niet op het patronenblad. linker- en rechterpatroondelen knipt.
Deze patroondelen teken je zelf. De maten Twee stofvouwen Vouw de stof naar het
De staan bó ‘Teken de volgende patroondelen midden dubbel, zodat de zelfkanten in het
BINNENBEENLENGTE

Elk model heeft zijn eigen kleur


nummers van de patroondelen staan in de zelf’ en zón zonder naad beschreven. De midden óf op de gewenste breedte tegen
patroondelen en het knipvoorbeeld. Elke vouwOón van deze patroondelen is met een elkaar aan komen te liggen. Hierdoor ontstaan
maat heeft zón eigen Oóntype. De maten staan stippellón aangegevenb twee stofvouwen.
Heren maten
bó de Oónen in de patroondelen afgebeeld. 16 CM BREED STOFBREEDTE 70 CM
58 Knip
56
Markeer de patroondelen die je nodig
10 CM LANG

54 VOUWLIJN
hebt met een viltstift Als op het knipvoor-
STOFVOUW

STOFVOUW
ZELFKANT

52
beeld tussen 2 tekens een rode Oón staat
50
aangegeven, betekent dit dat de stof tussen
48
46
de tekens moet worden gerimpeld. Leg HOEVEEL STOF HEB JE NODIG?
doorzichtig patroonpapier op het patronen- Kók daarvoor naar het schema dat is
blad en trek de Oónen over. Neem alle tekens, afgebeeld bó de werkbeschróving. Let op: Knipmode is niet aansprakeOók voor
binnenlónen en teksten over. Sommige pa- Ř Bó onze knipvoorbeelden gaan wó altód uit de gevolgen van foutjes in de stofberekening
troondelen, bóvoorbeeld belegdelen, staan in van een standaard stofbreedte van 1,40 m. of de stofkeuze. Om je patroon mooi passend
een patroondeel getekend en moeten apart Heb je een andere stofbreedte? Neem dan te maken en om problemen te voorkomen
overgenomen worden. de betreffende stofbreedte – bóvoorbeeld kun je eerst een proefmodel maken van een
door een andere stof neer te leggen en deze goedkope stof, voordat je het model uit een Kni
Spiegelen Soms moet er van een half om te vouwen op deze breedte, of zet hem mooie stof gaat knippen.
patroondeel een heel patroondeel gemaakt uit op je tafelblad, eventueel met afplaktape

56
GESPIEGELD PATROONDEEL
– en leg de patroondelen erop om te kóken
worden. Leg het overgenomen patroon nog NADEN EN ZOMEN AANTEKENEN ING
een keer op het papier en knip het patroon- hoeveel je nodig hebt. In de patroondelen zón geen naden en zomen
XL
deel uit. Je hebt nu twee delen die je op de Ř Gebruik je grote dessins , zoals ruiten en verwerkt.
1 137
spiegelOón tegen elkaar plakt. Zo ontstaat een strepen, dan is er meer stof nodig: leg de pa- Ř Knip daarom de volgende naadbreedtes aan:
3 119 heel patroondeel. troondelen zo op de ruit, streep of het des- 1 cm bó ronde naden en belegranden, 1 cm
8 144 sin, dat deze na het stikken mooi doorlopen. aan de onderkant van de armsgaten, naar de Gee
43 Ř Een panel is een grote afbeelding. schouderkop verlopend tot 3 cm, 2 cm bó Houd
m.a. stofvouw

Ř Let op: katoen en linnen kunnen krimpen Eó mouwkoppen, 2 cm bó overige naden, de kan
46 gespiegeld
spiegellijn

patroondeel
patroondeel het wassen. Was, droog en strók deze stoffen 3 à 6 cm bó zomen. Knip bó rechte delen de ric
5 81,5
voordat je de delen gaat knippen. rondom 1 cm naad aan.
31,5

29 30
plak-/lijmvlak - niet afknippen

ening NAAI
TECHNIEKEN
4

M.V.
2 3
Róg de plooien op de rand van de panden
ZELFKANT

NAADBAND
vast. Vouw zo ook de andere plooien op
NAADBAND elkaar.

2 cm
BLINDE RITS Speld de li
Tek.
Stik de linkerhelft van de rits tot de onderkant rand van
BLINDE RITS
de stof 1 1 BLINDE
van het split RITS
vast. Stik de rechterhelft van de van de gu

M.V.
aat rits vanaf de onderkant van het split. dubbel. S
g dat onder de
nt van
4
5 voorbeenrand van d

tof De naden van rekbare stoffen bó hals, Stik de naad vanaf het splitteken voor de rits.
schouder en armsgaten mogen niet rekken.
tof. Om daarvoor te zorgen kun je het beste
2 2 3 3
f Naadband gebruiken. Strók het midden van Doe de rits dicht. Maak de rits op lengte door
of het naadband aan de verkeerde kant over de met een paar dwarssteken aan de onderkant Vouw he
patroonlón van de aangeven naden. van het split de tandjes van de rits vast te

2 cm
middenv
de zetten. Knip eventueel aan de binnenkant het rand van

plak-/lijmvlak - niet afknippen


l KNIPJES IN DE NAAD GEVEN uitstekende uiteinde van de rits af. Stik de lint- door. Leg

M.V.
jes van de rits vlak langs de buitenrand smal onderslag
t op de kant op de naad vast. de linke
et
en GULP voorbeen Tek

Doe de rits open. Leg één helft van 4 4 met


de rits

2 cm
tstaan
de goede kant naar beneden op de goede 5 5
kant van de stof. Leg de tandjes van de rits
Knip de aangegeven naad tot 2 mm vóór het tegen de patrooQOón op de naad van het split.
M.V.

stiksel in. 1Róg het lintje van de rits op de naad vast.


BLINDE RITS
Doe de rits dicht om te bepalen dat de
HOEKJE INKNIPPEN bovenkant van de andere heft van de rits, op linker Róg en s
de juiste hoogte, op de andere naad van het voorbeen vanaf midd
split gespeld kan worden.
Leg de andere helft van de rits op dezelfde Knip het linkerbeleg van de gulp tot 2 cm vóór
oor manier langs de andere naad van het split. de middenvoorOón van het linker–voorpand af,
ening Speld en róg deze helft van de rits op de naad dit wordt later de onderslag.
2 cm

ssend vast.
en
een 2 3
Knip de naad bó het hoekje schuin tot de
M.V.

een
M.V.

patroonlón/het stiksel in. Stik de rec


middenv
INGEVOUWEN PLATTE PLOOI linker
onderkan
voorbeen
men Tek. 5
PLOOILIJN

PLOOILIJN

PLOOILIJN

PLOOILIJN
M.V.

s aan: Speld, róg en stik de kruisnaad vanaf de gulp


cm Doe de rits open en haal het trekkertje van tot 3 cm vóór de binnenbeennaad. Vouw de
ar de Geef met een rógdraad de plooLOónen aan. 4
de rits helemaal naar de binnenkant. Duw naad van de linker–onderslag van de gulp 1
5
ó Houd bó het invouwen van de plooien de goe- de tandjes van de rits naar buiten. Plaats het cm vóór de middenvoorOón naar binnen en
de kant van de stof boven. Vouw de plooLOón in ritsvoetje vlak langs de naar buiten geduwde strók hem plat.
de richting van de pól op de andere plooLOón. tandjes van de rits.
Speld de plooi vast.

29 30
M.V.

Tek. 5 Tek. 6
plak-/lijmvlak - niet afknippen

MEER TECHNIEKEN OP KNIPMODE.NL/NAAITIPS


voorbeen

MOUW INZETTEN
MOUWTek. 1 RIMPELEN
Tek. 2

Zet voor de rimpeldraad de bovenspan-


ning van de naaimachine iets losser en de
2 cm

Speld de linkerhelft van de rits onder de linker-


Tek. 5
steekgrootte iets groter. Stik een rimpeldraad
Tek. 6
onderkant rand van de gulp. Vouw de onderslagreep 3 mm boven de patrooQOón langs de aange-
lft van de van de gulp met de verkeerde kant op elkaar Vouw de mouw in de lengte dubbel met de geven rand. Onderbreek hierbó het stiksel bó
M.V.

M.V.

split. dubbel. Speld de onderslagreep van de gulp


MOUW INZETTEN
goede kant van de stof op elkaar.
Tek. 3 Speld, róg de verticale naden, zodat deze niet gerimpeld
Tek. 4
onder de rits. Gebruik een ritsvoetje. Stik de en stik de mouwnaden van boven naar bene-
Tek. 1 worden. Laat aan het begin en het einde een
2 cm

voorbeenrand van de linker–onderslag van de gulp smal den op elkaar. Keer de


Tek.mouw.
2 draad van ± 10 cm loshangen. Stik op dezelf-
op de kant op de rits vast. de wóze een tweede rimpeldraad 3 mm onder
de patrooQOón langs de aangegeven rand.
M.V.

M.V.

linker
voorbeen
Hoofdstuk 7 Mouwen
Pofmouwen
tek. 3
ngte door Stik voor de rimpeldraad met een grote róg-
nderkant Vouw het rechterbeleg van de gulp op de steek een draad langs de patrooQOón in de kop Zet een speld aan één uiteinde van beide
s vast te
2 cm

middenvoorlón naar binnen. Stik deTek. 6rechter- Tek. 3 van de mouw. Tek. 4 rimpeldraden. Wikkel de draden in een acht-
enkant het rand van de gulp eventueel smal op de kant vorm om de speld, zodat deze draden tódeOóN

plak-/lijmvlak - niet afknippen


tik de lint- door. Leg de rechterrand van de gulp op de vast zitten. Houd de losse draden aan het
M.V.

and smal
M.V.

onderslagreep, tegen de middenvoorOón van andere uiteinde vast. Schuif de stof over de
. de linkerrand van de gulp en róg hem vast draden tot de gewenste lengte even lang zón.
Verdeel de rimpels geOókmatig.
voorbeen Tek. 5 Tek. 6

MOUW INZETTEN
Tek. 1

Werk tódens het speldenTek.en


2 rógen op de kant

van de mouw. Speld de onderkant van de


mouw en de panden, vanaf en tot de inzet-
Róg en stik de rechter helft van de rits 2 cm tekens, in het armsgat op elkaar. Trek de rim-
vanaf middenvoor alleen op het rechter beleg peldraad aan tot de kop van de mouw in het Steek de spelden dwars in de stof. Zet de
van de gulp. armsgat past. Zet de rimpeldraad met spelden gerimpelde rand en de gladde rand met
2 cm vóór vast en verdeel de rimpels geOókmatig. Speld spelden vast. Zet de bovenspanning en
orpand af, Tek. 6
het inzetteken in de kop van de mouw op de steekgrootte van de naaimachine weer in de
g. schoudernaad. Houd het werk rond in de normale stand. Stik tussen de rimpeldraden
hand. Speld de kop van de mouw verder in het de delen op elkaar, haal tódens het stikken de
armsgat. Róg de mouw in het armsgat, zorg spelden uit de stof. Haal de rimpeldraden uit
dat er geen plooitjes in de kop van de mouw
Tek. 3 de stof en strók de naad.
Tek. 4
komen.
Stik de rechter rand van de gulp 3 cm vanaf de
middenvoor Oón door, laat het stiksel aan de
onderkant van de gulp rond of schuin naar de
kruisnaad lopen.

af de gulp
Vouw de Stik op de kant van de mouw. Stik de mouw
de gulp 1 vanaf de onderkant in het armsgat. Knip de
nnen en naadbreedtes op 1 cm af. Strók de naden
vanaf de inzettekens op de mouw glad. Ge-
bruik eventueel een perskussen. Strók daarna
de naden onder de mouw.

k. 6
31
plak-/lijmvlak - niet afknippen

AITIPS

1
Leg voor het stikken de delen met
de goede kanten op elkaar.

2
an-
n de
draad
Werk de naden met een lock- of zigzagsteek af.
nge-
sel bó
mpeld
3
e een Strijk de naden na het stikken open en
ezelf- de figuurnaden plat.
onder
and. 4
Zet eventueel de letters die in het knipvoorbeeld
staan op de patroondelen.

eide
4 JURK
Kók altód eerst naar de informatie ‘Hoe te beginnen’ en de 1/2 stofbr. 70 cm
acht- basis naaitips op knipmode.nl/naaitips. D 2
F F
ódeOóN Dit model kun je alleen maken van rekbare stof. H 1

plak-/lijmvlak - niet afknippen


het A
Van dit model is de achterlengte ± 108,5 cm.
H
er de
DIT HEB JE NODIG 1 E
g zón.
B D
34 en 38 40 42 en 46 en 50 52 en
36 44 48 54 1 1
F
H
Stof van 1,40 m breed
2 E
1,45 m 1,50 m 1,60 m 1,70 m 1,80 m 2,00 m 2,15 m D

zelfkant
stofvouw

Fournituren: rekbare versteviging Ř naadband Ř 2 knopen Ř 1 blinde D


D
E H
rits van 60 cm Ř doorstikgaren. D2
A1

Knip de volgende patroondelen uit: D

t de 1 voorpand 2 achterpand C
2
met Let op: de patroondelen 1 en 2 staan in twee delen op het patronen H
C
en blad. Plak deze delen op de tekens 1 en 2 aan elkaar. Knip het
in de patroondeel 1 op de aangegeven Oónen door, zodat het zó–voorpand, - 2 F
aden de voorhalsbies–buiten en binnen en de voor–armsgatbies–buiten en H 2
en de binnen 1 ontstaan. Knip het patroondeel 2 op de aangegeven Oónen B
en uit door, zodat het zó–achterpand, de achterhalsbies–buiten en binnen 4
en de achter–armsgatbies–buiten en binnen 2 ontstaan. Maak van de B
voorhalsbies–buiten en binnen 1 een heel patroondeel.

TEKEN HET VOLGENDE PATROONDEEL ZELF


4 klep (2x knippen): 10 cm lang en 14–14–14–15–15–15–15–16–16–16–16
cm breed.

VOOR JE BEGINT
Ř Leg de patroondelen volgens het knipvoorbeeld op de stof.
Ř Verstevig de gróze delen in het knipvoorbeeld en de voorhalsbies–
binnen 1.
Ř Strók het midden van het naadband aan de verkeerde kant over de
patrooQOón van de schoudernaden van het achterpand 2 .
Ř Stik de naden 1,5 cm vanaf de kant door, tenzó het anders wordt
beschreven.

31
plak-/lijmvlak - niet afknippen

ZO ZET JE HET MODEL IN ELKAAR


Voorpand
1. Stik de deelnaden A van het voorpand 1 en het zó–voorpand 1. Stik
de deelnaad A aan weerszóden door.
2. Stik de middenvoornaden. Stik de middenvoornaad aan weerszó-
den door.
Kleppen
3. Vouw de klep 4 dubbel en stik de zóranden en de onderrand op
elkaar. Keer de klep. Róg de bovenrand B van de klep op elkaar. Stik
de zóranden en de onderrand van de klep door.
4. Leg de bovenrand B van de klep op de klepOón B van het voorpand;
de klep wóst naar boven. Stik de klep op de Oón B vast. Vouw de klep
naar beneden.
Panden
5. Stik de deelnaden C van het achterpand 2 en het zó–achterpand 2 .
Stik de deelnaad C aan weerszóden door. Stik de middenachterna-
den vanaf het teken voor de rits.
6. Stik de schoudernaden. Stik de zónaden.
Halsbies en blinde rits
7. Stik de schoudernaden van de voorhalsbies–buiten 1 en de achter-
halsbies–buiten 2 . Stik de schoudernaden van de voorhalsbies–bin-
nen 1 en de achterhalsbies–binnen 2 .
8. Stik de naden D van de halsbies en de panden.
9. Zet de blinde rits vanaf de bovenrand E van de achterhalsbies in de
middenachternaad; zie pag. 30.
10. Stik de halsnaden E van halsbies–buiten en binnen. Knip de hals-
naad E tot 2 mm vóór het stiksel in. Leg de halsnaden E onder de
halsbies–binnen en stik hem smal op de kant op de halsbies–binnen
door.

plak-/lijmvlak - niet afknippen


11. Vouw de naad D van de halsbies–binnen 0,75 cm naar binnen en róg
hem vast. Róg de naad D van de halsbies–binnen op de naad D van
de panden vast. Zoom met een inslag de middenachternaad van de
achterhalsbies–binnen op het lintje van de rits vast.
12. Stik de panden op de goede kant in de naad D door. Stik de mid-
denachternaad aan weerszóden door.
Armsgatbiezen
13. Stik de schoudernaden en de zónaden van de voor–armsgatbies–
buiten 1 en de achter–armsgatbies–buiten 2 . Stik de schouder-
naden en de zónaden van de voor–armsgatbies–binnen 1 en de
achter–armsgatbies–binnen 2 .
14. Stik de armsgatnaden F van de armsgatbies–buiten en binnen op
elkaar. Knip de naad F tot 2 mm vóór het stiksel in. Leg de naden F
onder de armsgatbies–binnen en stik hem smal op de kant op de
armsgatbies–binnen door.
15. Stik de naden H van de armsgatbies–buiten en de panden. Knip de
naad H tot 2 mm vóór het stiksel in. Vouw de naad H van de arms-
gatbies–binnen 0,75 cm naar binnen en róg hem vast. Róg de naad
H van de armsgatbies–binnen op de naad H van de panden vast.
16. Stik de panden op de goede kant in de naad H door.
Afwerking
17. Zoom de onderrand van de jurk.
18. Zet de knopen aan.

5 TOP
Kók altód eerst naar de informatie ‘Hoe te beginnen’ en de
basis naaitips op knipmode.nl/naaitips.
Dit model kun je alleen maken van rekbare stof.
Van dit model is de achterlengte ± 67 cm.
225

plak-/lijmvlak - niet afknippen


200

DIT HEB JE NODIG 1/2 stofbr. 70 cm


175
A F
34 en 38 40 42 en 46 en 50 52 en
36 44 48 54 A 2a
C D 2
Stof van 1,40 m breed 2
C
B E
1,15 m 1,20 m 1,25 m 1,35 m 1,40 m 1,45 m 1,55 m
E
2
Fournituren: rekbare versteviging Ř naadband Ř 1 rits van 40 cm (op D
1

stofvouw

zelfkant
C
maat maken) Ř doorstikgaren. B
Knip de volgende patroondelen uit: F
1 voorpand 2a beleg–achterpand 1a
B B
1a beleg–voorpand 3 mouw F
C2 F
2 achterpand
A E 1
Let op: het patroondeel 2 staat in twee delen op het patronenblad. Plak
A E
deze delen op de tekens aan elkaar. Knip de patroondelen 1 en D1
D 1
2 op de aangegeven lengteOón af. Knip de patroondelen 1 en 2 op de B 3
B
aangegeven Oónen door, zodat de voorpas en de voorhalsbies–buiten
en binnen 1 en de achterpas en de achterhalsbies–buiten en binnen 2
ontstaan. Neem de belegdelen 1a en 2a volgens
cm de aangegeven OóQ
van de patroondelen 1 en 2 apart over.

VOOR JE BEGINT
Ř Leg de patroondelen volgens het knipvoorbeeld op de stof.
Ř Verstevig de gróze delen in het knipvoorbeeld.
Ř Strók het midden van het naadband aan de verkeerde kant over de
patrooQOón van de schoudernaden van de achterpas 2 .
Ř Stik de naden 1,5 cm vanaf de kant door, tenzó het anders wordt
beschreven.
ZO ZET JE HET MODEL IN ELKAAR

plak-/lijmvlak - niet afknippen


Achterpand
1. Stik de dwarsnaden A van het achterpand 2 en de achterpas 2 tot
de patrooQOón bó het hoekje. Knip de naad A van de achterpas
bó het hoekje schuin tot het stiksel in. Stik de deelnaad A van het
achterpand en de achterpas vanaf het hoekje. Stik de naad A op het
achterpand door.
2. Stik de middenachternaden vanaf het teken voor de rits. Stik de
schoudernaden van de passen 1 en 2 .
Halsbies en rits
3. Stik de schoudernaden van de voorhalsbies–buiten 1 en de achter-
halsbies–buiten 2 . Stik de schoudernaden van de voorhalsbies–bin-
nen 1 en de achterhalsbies–binnen 2 .
4. Stik de naden B van de halsbies en de passen; knip de naad B van
de voorhalsbies–buiten bó de hoek tot het stiksel in. Knip de naad B
tot 2 mm vóór het stiksel in.
5. Zet de rits als volgt vanaf de bovenrand van de achterhalsbies in het
split van het achterpand. Vouw de splitnaden C op de patrooQOóQ
naar binnen. Leg het achterpand en de rits met de goede kanten
naar boven. Róg de rits onder de splitnaden.
6. Stik de splitnaden op de goede kant ± 1 cm vanaf de kant door en
stik aansluitend de middenachternaad aan weerszóden 1 cm vanaf
de kant door. Stik de lintjes van de rits smal op de kant alleen op de
naad vast.
7. Stik de halsnaden D van de halsbies–buiten en binnen. Knip de
halsnaad D tot 2 mm vóór het stiksel in. Leg de halsnaden D onder
de halsbies–binnen en stik hem smal op de kant op de halsbies–bin-
nen door.
8. Vouw de halsbies–binnen naar binnen. Knip de naad B van de
voorhalsbies–binnen bó de hoek tot de patroonlón in. Vouw de naad
B van de halsbies–binnen 0,75 cm naar binnen en róg hem vast. Róg
de naad B van de halsbies–binnen op de naad B van de panden
vast. Zoom met een inslag de middenachternaad van de achterhals-
bies–binnen op het lintje van de rits vast.
9. Stik de passen op de goede kant in de naad B door.
28
plak-/lijmvlak - niet afknippen

Voorpand
10. Stik de middenvoornaden van de voorpanden 1. Stik de midden-
voornaad aan weerszóden door.
11. Stik de dwarsnaden E van het voorpand en de voorpas tot de
patrooQOón bó het hoekje. Knip de naad E van de voorpas bó het
hoekje schuin tot het stiksel in. Stik de deelnaad E van het voorpand
en de voorpas vanaf het hoekje. Stik de naad E op het voorpand
door. Stik de zónaden.
Mouwen
12. Stik de Ɠguurnaad in de mouw 3 . Zoom de onderrand van de mouw.
13. Róg de mouw in het armsgat.
Belegpanden
14. Stik de schoudernaden en de zónaden van het beleg–voorpand 1a
en het beleg–achterpand 2a .
15. Stik de armsgatnaden F van het beleg en de panden. Knip de naad
F tot 2 mm vóór het stiksel in. Leg de naden F onder het beleg en
stik hem smal op de kant op het beleg door. Vouw het beleg naar
binnen. Stik de panden op belegbreedte door.
Afwerking
16. Zoom de onderrand van de top.

250

225

200
IP T IP S
KN
MEER TECHNIEKEN OP KNIPMODE.NL/NAAITIPS
voorbeen DIT HEB JE NODIG 1/2 stofbr. 70 cm
175
Artikel KM2005-04jurk_pdfpatroon ZO ZET JE HET MODEL IN ELKAAR A
AG EN MOUW INZETTEN 34 en 38 40 42 en 46 en 50 52 en F
KM2005-05blouse/top_pdfpatroon VR HET PATROON OVERNEMEN Aansluitlijnen Sommige patroondelen staan DE PATROONDELEN
Voorpand
36 44 48 54 A 2a
MOUWTek. 1 RIMPELEN 1. Stik de deelnaden A van het voorpand 1 en het zó–voorpand 1. Stik

NAAI
?

HOE TE BEGINNEN BOVEN


in twee of meer delen op het patronenblad. OP DE STOF LEGGEN 4 Tek. 2 de deelnaad A aan weerszóden door. Stof van 1,40 m breed
C
2
C
D 2
WIJDTE Plak deze delen na het overnemen volgens de Leg de patroondelen in één richting, rekening 2. Stik de middenvoornaden. Stik de middenvoornaad aan weerszó- B E

1
aangegeven tekens aan elkaar. houdend met de vleug of het dessin. TECHNIEKEN 1,15 m 1,20 m 1,25 m 1,35 m 1,40 m 1,45 m 1,55 m
WELKE PATROONMAAT TAILLE den door. E
M.V.

WIJDTE Kleppen 2
3 Fournituren: rekbare versteviging Ř naadband Ř 1 rits van 40 cm (op D
1
2 3. Vouw de klep 4 dubbel en stik de zóranden en de onderrand op

stofvouw

zelfkant
Let op: onze paWronen zón nieW We vergeOóken Leg voor het stikken de delen met C
Heb je vragen over patronen uit HEUP maat maken) Ř doorstikgaren. B
meW confecWiemaWen. HeW is Gaarom heel WIJDTE Róg de plooien op de rand van de panden de goede kanten op elkaar. elkaar. Keer de klep. Róg de bovenrand B van de klep op elkaar. Stik
het blad? Mail onze coupeuse: Knip de volgende patroondelen uit: F
STOFVOUW

ZELFKANT

vast. Vouw zo ook de andere plooien op Zet voor de rimpeldraad de bovenspan- de zóranden en de onderrand van de klep door.
2
belangrók om eersW Ge maWen goeG We meWen
DRAAD

1a
RECHT

coupeuse@newskoolmedia.nl NAADBAND
1 voorpand 2a beleg–achterpand
VAN
3

NAADBAND elkaar. ning van de naaimachine iets losser en de 4. Leg de bovenrand B van de klep op de klepOón B van het voorpand;

Belangrijk!
2 cm

voorGaW je beginW. 1a beleg–voorpand 3 mouw


B B
BLINDE RITS F
Ř Knoop als uiWgangspunW een banGje om Doorknippen/afknippen Sommige patroon- Speld de linkerhelft van de rits onder de linker- steekgrootte iets groter. Stik een rimpeldraad de klep wóst naar boven. Stik de klep op de Oón B vast. Vouw de klep C2 F
Tek. 5 Tek. 6 Werk de naden met een lock- of zigzagsteek af. 2 achterpand
Ge Waille en laaW GiW WóGens heW maaWnemen HOE MEET JE DE MATEN? delen moeten vóór het knippen uit de stof Stik de linkerhelft van de rits tot de onderkant rand van de gulp. Vouw de onderslagreep 3 mm boven de patrooQOón langs de aange- naar beneden. A E 1
BLINDE RITS
3
Let op: het patroondeel 2 staat in twee delen op het patronenblad. Plak
doorgeknipt worden. Bóvoorbeeld omdat er Patroondelen horen recht van draad uit de stof 1 1 BLINDE
van het split RITS
vast. Stik de rechterhelft van de van de gulp met de verkeerde kant op elkaar Vouw de mouw in de lengte dubbel met de geven rand. Onderbreek hierbó het stiksel bó
M.V.

ziWWen. Ř Lichaamslengte MeeW van boven op je Panden A E


M.V.

deze delen op de tekens aan elkaar. Knip de patroondelen 1 en D1


Voordat u verder gaat, eerst deze pagina goed lezen! Ř Als je Ge maWen genoWeerG hebW, kun je
vasWsWellen in welke kleGLngmaaW je valW.
hoofG WoW op Ge gronG
Ř B ovenwijdte MeeW ronG Ge borsW op
een deelnaad in komt. Of ze moeten vóór het
knippen uit de stof afgeknipt worden. Bóvoor-
geknipt te worden. In het patroondeel staat
de recht-van-draadlón aangegeven. Zorg dat
rits vanaf de onderkant van het split. dubbel. Speld de onderslagreep van de gulp
onder de rits. Gebruik een ritsvoetje. Stik de
MOUW INZETTEN
goede kant van de stof op elkaar.
Tek. 3 Speld, róg

en stik de mouwnaden van boven naar bene-


Tek. 1
de verticale
Tek. 4
naden, zodat deze niet gerimpeld
worden. Laat aan het begin en het einde een Strijk de naden na het stikken open en
5. Stik de deelnaden C van het achterpand 2 en het zó–achterpand 2 .
Stik de deelnaad C aan weerszóden door. Stik de middenachterna-
2 op de aangegeven lengteOón af. Knip de patroondelen 1 en 2 op de B 3
D 1
B
4 aangegeven Oónen door, zodat de voorpas en de voorhalsbies–buiten
2 cm

Ř Omcirkel in Ge maaWWabel Ge maWen Gie heW heW meesW uiWsWekenGe geGeelWe. ConWroleer beeld omdat je het kledingstuk in een kortere deze Oón evenwódig loopt met de zelfkant van 5 voorbeenrand van de linker–onderslag van de gulp smal den op elkaar. Keer de
Tek.mouw.
2 draad van ± 10 cm loshangen. Stik op dezelf- de figuurnaden plat. den vanaf het teken voor de rits.
en binnen 1 en de achterpas en de achterhalsbies–buiten en binnen 2

4
Dames maten lengte kunt maken. de stof.
meesW meW Ge opgemeWen maWen overeen- of heW meeWlinW goeG horizonWaal ligW. op de kant op de rits vast. de wóze een tweede rimpeldraad 3 mm onder 6. Stik de schoudernaden. Stik de zónaden.
ontstaan. Neem de belegdelen 1a en 2a volgens
cm de aangegeven OóQ
komen. MeesWal zullen Ge cirkelWjes in Ř Taillewijdte MeeW ronG heW smalsWe Geel van 54 Let op: sommige delen liggen meerdere de patrooQOón langs de aangegeven rand. Halsbies en blinde rits
van de patroondelen 1 en 2 apart over.
M.V.

M.V.

52 keren op het knipvoorbeeld.


Voordat u begint met het printen van alle Pas nadat u deze pagina heeft geprint en het verschillenGe kolommen sWaan. DaW beWekenW je Waille, over je navel heen. Reken ± 2 cm
50
2 2 2 2 2 Zet eventueel de letters die in het knipvoorbeeld 7. Stik de schoudernaden van de voorhalsbies–buiten 1 en de achter-
Zijn beide vierkanten excact 10 bij 10 cm, dan
pagina’s, print u eerst ALLEEN DEZE PAGINA. vierkant exact 10 bij 10 cm is, print u met GaW voor verschillenGe kleGLngsWukken exWra als je nieW van een sWrakke Waille houGW. 48 staan op de patroondelen. halsbies–buiten 2 . Stik de schoudernaden van de voorhalsbies–bin-
is het patroon juist geprint en kunt u beginnen
HET KNIPPEN VAN DE STOF VOOR JE BEGINT
middenachter

nen 1 en de achterhalsbies–binnen 2 .
middenachter

middenachter

anGere maWen gekozen moeWen worGen en Ř Heupwijdte Leg Ge cenWimeWer over heW linker
doorkniplijn

doorkniplijn

doorkniplijn
doorkniplijn

46
doorkniplijn

DEZELFDE INSTELLINGEN (ware grootte op met het knippen en plakken van het patroon. Ř Leg de patroondelen volgens het knipvoorbeeld op de stof.
zijnaad

zijnaad

Stofvouw De vouw die ontstaat als de stof De naden van rekbare stoffen bó hals, Stik de naad vanaf het splitteken voor de rits. voorbeen
zijnaad

Als u deze pagina heeft geprint, controleert u GaW soms Ge paWronen ieWs aangepasW zwaarsWe Geel van je billen of heupen. Zorg 44 8. Stik de naden D van de halsbies en de panden.
A4 papier) de resterende pagina’s.
42 wordt dubbelgevouwen. schouder en armsgaten mogen niet rekken. Hoofdstuk 7 Mouwen Ř Verstevig de gróze delen in het knipvoorbeeld.
met behulp van een liniaal of het onderstaande Op één van de pagina ’s in het patroon is voor moeWen worGen. ervoor GaW heW meeWlinW horizonWaal ligW. 9. Zet de blinde rits vanaf de bovenrand E van de achterhalsbies in de

4
Doet u voorgaande stappen niet, dan bestaat
3 3
Pofmouwen
40
Om daarvoor te zorgen kun je het beste Ř Strók het midden van het naadband aan de verkeerde kant over de
2 2
RUGLENGTE

vierkant exact 10 bij 10 cm is. een laatste controle ook nog eenzelfde vierkant de kans dat het patroon qua maatvoering niet Ř Ga voor bovensWukken (bóvoorbeelG een Ř Ruglengte MeeW van heW knobbelWje in Ge afkniplijn Zelfkant Is de afgewerkte rand van de stof. tek. 3
middenachternaad; zie pag. 30.
38
JURK
afkniplijn afkniplijn afkniplijn afkniplijn
geplaatst. Stof in de breedte dubbel Vouw de stof Naadband gebruiken. Strók het midden van Doe de rits dicht. Maak de rits op lengte door Stik voor de rimpeldraad met een grote róg-
patrooQOón van de schoudernaden van de achterpas 2 .
klopt. jurk, blouse of jasje) uiW van Ge bovenwóGWe nek WoW op heW banGje in Ge Waille. 36 10. Stik de halsnaden E van halsbies–buiten en binnen. Knip de hals-
Zo niet, dan print u nogmaals alleen deze Voordat u begint met het knippen en plakken 34 dubbel waarbó de goede kant van de stof het naadband aan de verkeerde kant over de met een paar dwarssteken aan de onderkant Vouw het rechterbeleg van de gulp op de steek een draad langs de patrooQOón in de kop Zet een speld aan één uiteinde van beide 1/2 stofbr. 70 cm Ř Stik de naden 1,5 cm vanaf de kant door, tenzó het anders wordt
en voor een broek of rok van Ge heupwóGWe. Ř Bovenarmwijdte Leg heW meeWlinW ronGom Kók altód eerst naar de informatie ‘Hoe te beginnen’ en de naad E tot 2 mm vóór het stiksel in. Leg de halsnaden E onder de
pagina, waarbij u controleert of u print op ware van het patroon, controlee rt u ook nog of dit reserve patroonlón van de aangeven naden. van het split de tandjes van de rits vast te beschreven.
2 cm

VergeOók Ge gemeWen lichaamsmaWen alWóG heW zwaarsWe Geelvan Ge arm. Bó elk model staat op welk patronenblad de en de zelfkanten op elkaar liggen. middenvoorlón naar binnen. Stik de
Tek. 6rechter- van de mouw. Tek. 4 rimpeldraden. Wikkel de draden in een acht- basis naaitips op knipmode.nl/naaitips. 2
D halsbies–binnen en stik hem smal op de kant op de halsbies–binnen
Tek. 3
LICHAAMSLENGTE

grootte (100%) en op het juiste papierformaat; F F


vierkant de juiste afmetingen heeft.
meW Ge maaWWabel. MeeW voor Ge volleGig- Ř Schoudermouwlengte MeeW vanaf Ge hals patroondelen te vinden zón. De Oónen van de Teken de volgende patroondelen zelf Stof enkel Leg de stof open met de goede zetten. Knip eventueel aan de binnenkant het rand van de gulp eventueel smal op de kant vorm om de speld, zodat deze draden tódeOóN Dit model kun je alleen maken van rekbare stof. H 1 ZO ZET JE HET MODEL IN ELKAAR
A4 (210 x 297 mm). door.
heiG ook heW paWroon na. Let op: afhankeOóN via je gebogen elleboog naar 1 cm onGer heW patroondelen zón in de kleuren zwart, rood, Eenvoudige rechte delen, zoals een zakklep kant naar boven. Let op dat je in dit geval KNIPJES IN DE NAAD GEVEN uitstekende uiteinde van de rits af. Stik de lint- door. Leg de rechterrand van de gulp op de vast zitten. Houd de losse draden aan het Van dit model is de achterlengte ± 108,5 cm.
A
H 11. Vouw de naad D van de halsbies–binnen 0,75 cm naar binnen en róg Achterpand
jes van de rits vlak langs de buitenrand smal
M.V.

groen of blauw afgebeeld. of tailleband, staan niet op het patronenblad. linker- en rechterpatroondelen knipt. onderslagreep, tegen de middenvoorOón van
M.V.

van heW moGel is een WoegifW in heW paWroon polsgewrichW. andere uiteinde vast. Schuif de stof over de hem vast. Róg de naad D van de halsbies–binnen op de naad D van 1. Stik de dwarsnaden A van het achterpand 2 en de achterpas 2 tot
op de kant op de naad vast.
DIT HEB JE NODIG 1 E
verwerkW. Ř Zithoogte Ga rechWop op een vlakke sWoel Deze patroondelen teken je zelf. De maten Twee stofvouwen Vouw de stof naar het de linkerrand van de gulp en róg hem vast draden tot de gewenste lengte even lang zón. de patrooQOón bó het hoekje. Knip de naad A van de achterpas
B de panden vast. Zoom met een inslag de middenachternaad van de
De staan bó ‘Teken de volgende patroondelen midden dubbel, zodat de zelfkanten in het
BINNENBEENLENGTE

Elk model heeft zijn eigen kleur Verdeel de rimpels geOókmatig. D


Ř Heb je een anGere lichaamslengWe Gan aan- ziWWen. MeeW vanaf Ge hoogWe van Ge zókanW 34 en 38 40 42 en 46 en 50 52 en achterhalsbies–binnen op het lintje van de rits vast. bó het hoekje schuin tot het stiksel in. Stik de deelnaad A van het
gegeven, Gan kun je bó een klein verschil heW van je Waille in een rechWe Oón naar Ge ziWWing nummers van de patroondelen staan in de zelf’ en zón zonder naad beschreven. De midden óf op de gewenste breedte tegen GULP voorbeen Tek. 5
36 44 48 54 1 1 achterpand en de achterpas vanaf het hoekje. Stik de naad A op het
12. Stik de panden op de goede kant in de naad D door. Stik de mid-
Tek. 6

CONTROLE VLAK Doe de rits open. Leg één helft van 4 4 met
de rits F
2 cm

paWroon aanpassen Goor heW korWer of langer van je sWoel. Let op: laaW heW meeWlinW nieW in patroondelen en het knipvoorbeeld. Elke vouwOón van deze patroondelen is met een elkaar aan komen te liggen. Hierdoor ontstaan achterpand door.
5 5
H
Stof van 1,40 m breed denachternaad aan weerszóden door.
We maken. een bochW om je heupen lopen. Tip: gebruik maat heeft zón eigen Oóntype. De maten staan stippellón aangegevenb twee stofvouwen. de goede kant naar beneden op de goede MOUW INZETTEN
Heren maten 2 E Armsgatbiezen 2. Stik de middenachternaden vanaf het teken voor de rits. Stik de
Ř Heb je een anGere cupmaaW Gan C? Pas heW een liniaal i.p.v. een meeWlinW. bó de Oónen in de patroondelen afgebeeld. STOFBREEDTE 70 CM kant van de stof. Leg de tandjes van de rits 1,45 m 1,50 m 1,60 m 1,70 m 1,80 m 2,00 m 2,15 m D
16 CM BREED
schoudernaden van de passen 1 en 2 .
zelfkant
stofvouw

Tek. 1
13. Stik de schoudernaden en de zónaden van de voor–armsgatbies–
paWroon Gan aan. Kók voor Ge uiWleg in heW
58 Knip de aangegeven naad tot 2 mm vóór het tegen de patrooQOón op de naad van het split. Werk tódens het speldenTek.en
2 rógen op de kant
M.V.

56 Fournituren: rekbare versteviging Ř naadband Ř 2 knopen Ř 1 blinde D buiten 1 en de achter–armsgatbies–buiten 2 . Stik de schouder- Halsbies en rits
hanGboek bó 'PaWronen aanpassen'. De volgenGe maWen sWaan nieW in Ge maaWWabel Markeer de patroondelen die je nodig stiksel in. 1Róg het lintje van de rits op de naad vast.
BLINDE RITS van de mouw. Speld de onderkant van de D E H
naden en de zónaden van de voor–armsgatbies–binnen 1 en de 3. Stik de schoudernaden van de voorhalsbies–buiten 1 en de achter-
10 CM LANG

54 VOUWLIJN rits van 60 cm Ř doorstikgaren. A1


maar zón wel belangrók. hebt met een viltstift Als op het knipvoor- Doe de rits dicht om te bepalen dat de mouw en de panden, vanaf en tot de inzet- D2
52 halsbies–buiten 2 . Stik de schoudernaden van de voorhalsbies–bin-
STOFVOUW

STOFVOUW
ZELFKANT

HOEKJE INKNIPPEN bovenkant van de andere heft van de rits, op Knip de volgende patroondelen uit: D achter–armsgatbies–binnen 2 .
JE MAAT NEMEN Ř Binnenbeenlengte MeeW vanaf heW kruis beeld tussen 2 tekens een rode Oón staat
50 linker Róg en stik de rechter helft van de rits 2 cm tekens, in het armsgat op elkaar. Trek de rim-
14. Stik de armsgatnaden F van de armsgatbies–buiten en binnen op nen 1 en de achterhalsbies–binnen 2 .
Draag WóGens heW meWen alleen onGerkleGLng naar Ge gronG.
48
aangegeven, betekent dit dat de stof tussen de juiste hoogte, op de andere naad van het voorbeen vanaf middenvoor alleen op het rechter beleg peldraad aan tot de kop van de mouw in het Steek de spelden dwars in de stof. Zet de 1 voorpand 2 achterpand C
2
46 elkaar. Knip de naad F tot 2 mm vóór het stiksel in. Leg de naden F 4. Stik de naden B van de halsbies en de passen; knip de naad B van
en een goeG passenGe bh. Zorg ervoor GaW je Ř Bovenbeenwijdte MeeW ronGom over heW de tekens moet worden gerimpeld. Leg HOEVEEL STOF HEB JE NODIG? split gespeld kan worden. van de gulp. armsgat past. Zet de rimpeldraad met spelden gerimpelde rand en de gladde rand met Let op: de patroondelen 1 en 2 staan in twee delen op het patronen H
C onder de armsgatbies–binnen en stik hem smal op de kant op de de voorhalsbies–buiten bó de hoek tot het stiksel in. Knip de naad B
heW meeWlinW nieW We sWrak aanWrekW, heW moeW zwaarsWe Geel van heW bovenbeen. doorzichtig patroonpapier op het patronen- Kók daarvoor naar het schema dat is Leg de andere helft van de rits op dezelfde Knip het linkerbeleg van de gulp tot 2 cm vóór vast en verdeel de rimpels geOókmatig. Speld spelden vast. Zet de bovenspanning en blad. Plak deze delen op de tekens 1 en 2 aan elkaar. Knip het
- armsgatbies–binnen door. tot 2 mm vóór het stiksel in.
kunnen Graaien/glóGen. Ř Achterlengte MeeW van heW knobbelWje blad en trek de Oónen over. Neem alle tekens, afgebeeld bó de werkbeschróving. Let op: Knipmode is niet aansprakeOók voor manier langs de andere naad van het split. de middenvoorOón van het linker–voorpand af, Tek. 6
het inzetteken in de kop van de mouw op de steekgrootte van de naaimachine weer in de patroondeel 1 op de aangegeven Oónen door, zodat het zó–voorpand, 2 F
10 cm

15. Stik de naden H van de armsgatbies–buiten en de panden. Knip de 5. Zet de rits als volgt vanaf de bovenrand van de achterhalsbies in het
in Ge nek WoW Ge zoom. binnenlónen en teksten over. Sommige pa- Ř Bó onze knipvoorbeelden gaan wó altód uit de gevolgen van foutjes in de stofberekening Speld en róg deze helft van de rits op de naad dit wordt later de onderslag. schoudernaad. Houd het werk rond in de normale stand. Stik tussen de rimpeldraden de voorhalsbies–buiten en binnen en de voor–armsgatbies–buiten en H 2
split van het achterpand. Vouw de splitnaden C op de patrooQOóQ
2 cm

troondelen, bóvoorbeeld belegdelen, staan in van een standaard stofbreedte van 1,40 m. of de stofkeuze. Om je patroon mooi passend vast. binnen 1 ontstaan. Knip het patroondeel 2 op de aangegeven Oónen naad H tot 2 mm vóór het stiksel in. Vouw de naad H van de arms-
Ř Roklengte MeeW van heW banGje in Ge Waille hand. Speld de kop van de mouw verder in het de delen op elkaar, haal tódens het stikken de B
gatbies–binnen 0,75 cm naar binnen en róg hem vast. Róg de naad naar binnen. Leg het achterpand en de rits met de goede kanten
WoW Ge zoom. De WaillebanG worGW nieW mee- een patroondeel getekend en moeten apart Heb je een andere stofbreedte? Neem dan te maken en om problemen te voorkomen armsgat. Róg de mouw in het armsgat, zorg spelden uit de stof. Haal de rimpeldraden uit door, zodat het zó–achterpand, de achterhalsbies–buiten en binnen 4
3 H van de armsgatbies–binnen op de naad H van de panden vast. naar boven. Róg de rits onder de splitnaden.
gerekenG overgenomen worden. de betreffende stofbreedte – bóvoorbeeld kun je eerst een proefmodel maken van een 2 Tek.dat er geen plooitjes in de kop van de mouw de stof en strók de naad. en de achter–armsgatbies–buiten en binnen 2 ontstaan. Maak van de B
6. Stik de splitnaden op de goede kant ± 1 cm vanaf de kant door en
3
Knip de naad bó het hoekje schuin tot de 16. Stik de panden op de goede kant in de naad H door.
M.V.

Tek. 4
door een andere stof neer te leggen en deze goedkope stof, voordat je het model uit een komen. voorhalsbies–buiten en binnen 1 een heel patroondeel.
M.V.

patroonlón/het stiksel in. Afwerking stik aansluitend de middenachternaad aan weerszóden 1 cm vanaf
Spiegelen Soms moet er van een half om te vouwen op deze breedte, of zet hem mooie stof gaat knippen. Stik de rechter rand van de gulp 3 cm vanaf de
de kant door. Stik de lintjes van de rits smal op de kant alleen op de

plak-/lijmvlak - niet afknippen


17. Zoom de onderrand van de jurk.
PATROONMAAT VROUWEN LICHAAMSLENGTE 172 CM EN CUPMAAT C patroondeel een heel patroondeel gemaakt uit op je tafelblad, eventueel met afplaktape middenvoor Oón door, laat het stiksel aan de TEKEN HET VOLGENDE PATROONDEEL ZELF
Maat 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56
GESPIEGELD PATROONDEEL
worden. Leg het overgenomen patroon nog
– en leg de patroondelen erop om te kóken NADEN EN ZOMEN AANTEKENEN INGEVOUWEN PLATTE PLOOI linker
voorbeen
onderkant van de gulp rond of schuin naar de 4 klep (2x knippen): 10 cm lang en 14–14–14–15–15–15–15–16–16–16–16 18. Zet de knopen aan. naad vast.
7. Stik de halsnaden D van de halsbies–buiten en binnen. Knip de
een keer op het papier en knip het patroon- hoeveel je nodig hebt. In de patroondelen zón geen naden en zomen Tek. 5 kruisnaad lopen. cm breed.
S S M M L L XL XL XXL XXL XXXL halsnaad D tot 2 mm vóór het stiksel in. Leg de halsnaden D onder
10 cm
5
deel uit. Je hebt nu twee delen die je op de Ř Gebruik je grote dessins , zoals ruiten en verwerkt.
PLOOILIJN

PLOOILIJN

PLOOILIJN

PLOOILIJN

%RYHQZóGWH 83 87 91 95 99 103 107 113 119 125 131 137 de halsbies–binnen en stik hem smal op de kant op de halsbies–bin-
M.V.

Speld, róg en stik de kruisnaad vanaf de gulp


TDLOOHZóGWH 67 70 73 77 81 85 89 95 101 107 113 119
spiegelOón tegen elkaar plakt. Zo ontstaat een
heel patroondeel.
strepen, dan is er meer stof nodig: leg de pa-
troondelen zo op de ruit, streep of het des-
Ř Knip daarom de volgende naadbreedtes aan:
1 cm bó ronde naden en belegranden, 1 cm Doe de rits open en haal het trekkertje van tot 3 cm vóór de binnenbeennaad. Vouw de Stik op de kant van de mouw. Stik de mouw
VOOR JE BEGINT
Ř Leg de patroondelen volgens het knipvoorbeeld op de stof.
TOP nen door.
+HXSZóGWH 92 95 98 102 106 110 114 120 126 132 138 144 Geef met een rógdraad de plooLOónen aan. 4
de rits helemaal naar de binnenkant. Duw naad van de linker–onderslag van de gulp 1 Kók altód eerst naar de informatie ‘Hoe te beginnen’ en de 8. Vouw de halsbies–binnen naar binnen. Knip de naad B van de
sin, dat deze na het stikken mooi doorlopen. aan de onderkant van de armsgaten, naar de vanaf de onderkant in het armsgat. Knip de Ř Verstevig de gróze delen in het knipvoorbeeld en de voorhalsbies–
5 basis naaitips op knipmode.nl/naaitips. voorhalsbies–binnen bó de hoek tot de patroonlón in. Vouw de naad
RXJOHQJWH 41,6 41,8 42 42,2 42,4 42,6 42,8 43 43 43 43 43 Ř Een panel is een grote afbeelding. schouderkop verlopend tot 3 cm, 2 cm bó Houd bó het invouwen van de plooien de goe- de tandjes van de rits naar buiten. Plaats het cm vóór de middenvoorOón naar binnen en naadbreedtes op 1 cm af. Strók de naden binnen 1.
Dit model kun je alleen maken van rekbare stof. B van de halsbies–binnen 0,75 cm naar binnen en róg hem vast. Róg
m.a. stofvouw

Ř Let op: katoen en linnen kunnen krimpen Eó mouwkoppen, 2 cm bó overige naden, de kant van de stof boven. Vouw de plooLOón in ritsvoetje vlak langs de naar buiten geduwde strók hem plat. vanaf de inzettekens op de mouw glad. Ge- Ř Strók het midden van het naadband aan de verkeerde kant over de
%RYHQDUPZóGWH 28 29 30 31,5 33 34,5 36 38 40 42 44 46
spiegellijn

gespiegeld Van dit model is de achterlengte ± 67 cm.


patroondeel
het wassen. Was, droog en strók deze stoffen 3 à 6 cm bó zomen. Knip bó rechte delen de richting van de pól op de andere plooLOón. tandjes van de rits. bruik eventueel een perskussen. Strók daarna
de naad B van de halsbies–binnen op de naad B van de panden
6FKRXGHUŊPRXZOHQJWH 70,5 71,5 72,5 73,5 74,5 75,5 76,5 77,5 78,5 79,5 80,5 81,5
patroondeel patrooQOón van de schoudernaden van het achterpand 2 .
Copyright © Newskoolmedia BV – KnipMode – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden ve
rveelvoudigd, voordat je de delen gaat knippen. rondom 1 cm naad aan. Speld de plooi vast. de naden onder de mouw. vast. Zoom met een inslag de middenachternaad van de achterhals-
Ř Stik de naden 1,5 cm vanaf de kant door, tenzó het anders wordt
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. =LWKRRJWH 26 26,5 27 27,5 28 28,5 29 29,5 30 30,5 31 31,5 bies–binnen op het lintje van de rits vast.
beschreven.
9. Stik de passen op de goede kant in de naad B door.
28 29 30 31
M.V.

Tek. 5 Tek. 6

Voorpand
10. Stik de middenvoornaden van de voorpanden 1. Stik de midden-
voornaad aan weerszóden door.
11. Stik de dwarsnaden E van het voorpand en de voorpas tot de
patrooQOón bó het hoekje. Knip de naad E van de voorpas bó het
hoekje schuin tot het stiksel in. Stik de deelnaad E van het voorpand
en de voorpas vanaf het hoekje. Stik de naad E op het voorpand
door. Stik de zónaden.
Mouwen
12. Stik de Ɠguurnaad in de mouw 3 . Zoom de onderrand van de mouw.
13. Róg de mouw in het armsgat.
Belegpanden
14. Stik de schoudernaden en de zónaden van het beleg–voorpand 1a
en het beleg–achterpand 2a .
15. Stik de armsgatnaden F van het beleg en de panden. Knip de naad
F tot 2 mm vóór het stiksel in. Leg de naden F onder het beleg en
stik hem smal op de kant op het beleg door. Vouw het beleg naar
binnen. Stik de panden op belegbreedte door.
Afwerking
16. Zoom de onderrand van de top.

CONTROLE VLAK
10 cm

10 cm
28
plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


29 30
plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


29 30

M.V.
Tek. 5 Tek. 6

plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


.6
31
plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


beschreven.

31
plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


9. Stik de passen op de goede kant in de naad B door.

plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


CONTROLE VLAK
10 cm

10 cm

You might also like