1. Je hebt redundant hardware Nodig: Dan zorg je voor back-upapparatuur zoals switches, routers en servers om ervoor te zorgen dat als een apparaat uitvalt, het netwerk nog steeds kan functioneren. 2. Je hebt een failover-mechanismen nodig: Dan implementeer je mechanismen zoals failover-routers of switches die automatisch verkeer kunnen omleiden naar beschikbare paden als er een storing komt. 3. Je hebt load balancing nodig: Dan gebruik je load balancers om de belasting gelijkmatig over het netwerk te verdelen, waardoor de kans op overbelasting van bepaalde apparaten verminderd wordt en de algemene prestaties van alles worden verbeterd. 4. Je hebt redundante verbindingen nodig: Dan zorg je ervoor dat er meerdere fysieke paden zijn voor gegevensverkeer, bijvoorbeeld via verschillende ISP's of via verschillende routes binnen hetzelfde netwerk. 5. Je hebt stroomvoorziening met onderbrekingsvrije stroomvoorziening nodig: Dat zorgt ervoor dat de netwerkapparatuur blijft werken, zelfs als je een stroomstoring krijgt, waardoor een snelle failover mogelijk is zonder onderbreking van de service. Begrijp je het concept in het algemeen.