Professional Documents
Culture Documents
S1026452
1. Wezens worden volgens het boeddhisme op heel wat verschillende manieren geboren
op allerlei plekken. Wat maakt dat de mens anders is dan alle andere wezens in de zes
rijken van wedergeboorten?
Mensen hebben een grote intelligentie waardoor we het verschil tussen leed en geluk
kennen (met intelligentie kunnen we contrasten ervaren) en een groot geheugen om
die ervaringen vast te houden. Dit zet ons aan tot het pad van verlichting. Daarom is
de menselijke geboorte de beste geboorte en verschilt de mens van andere wezens.
De wezens in de andere rijken ervaren geen contrasten. Dit is problematisch, omdat de
mens door ontevredenheid over het feit dat de dingen niet blijven zoals ze lijken juist
aangezet worden tot de belangrijke zoektocht naar verlichting. Bijvoorbeeld in de
godenwereld is dit niet, alles is perfect. Daardoor is er ook geen spirituele
vooruitgang.
In de hel ervaar je jezelf alleen maar als een lijdend wezen, daarbij is dus ook geen
sprake van contrast en wordt je niet aangezet tot het pad van verlichting. Bij alle
andere rijken is er dus geen sprake van dit contrast en bij de mensenwereld wel.
2. Vrouwen spelen een aparte rol in het boeddhisme in alle vier de grote tradities.
Beschrijf deze rol in de vier grote tradities.
Vrouwen in het Boeddhisme staan lager dan mannen. Een jongetje dat net in de
sangha zit staat hoger dan een vrouw die er al heel lang zit. Eerst mochten vrouwen
ook geen non zijn, uiteindelijk heeft de Boeddha zich laten overhalen maar dan zou de
leer wel sneller uitsterven. Bovendien hebben nonnen meer regels dan Monniken, de
meeste gaan over hoe ze zich moet verhouden tot de man.
3. Er speelt heel wat rond het gezag van de woorden van de Boeddha. Hoe werkt het
gezag van de Pali canon (Tipitaka)?
Binnen het Theravada Boeddhisme werd gezegd dat zei het dichtst bij het woord van
de Boeddha zaten doordat er na de dood van de Boeddha een conferentie werd
gehouden waarbij 500 monniken bijeenkwamen om de leringen van de Boeddha te
reciteren. Deze recitaties bevatten de kracht van het Boeddhawoord. Later was er een
natuurramp waardoor veel monniken overleden. Ze beseften zich dat zo de leer
verloren ging en dat ze de leringen moesten gaan opschrijven i.p.v. slechts orale
transmissie te gebruiken. Dat werd dus de Pali canon (Tpitaka) deze hebben dus veel
gezag, omdat het de kracht van het Boeddha-woord heeft. Bovendien is Sri Lanka het
Sanne de Laat
S1026452
heilige land van Theravada, omdat daar de Pali canon is opgeschreven. Het zorgt dus
voor gezag. Bovendien werden de regels van de Pali canon verschillend gezag
gegeven per Land/stroming.
5. Er zijn veel minder nonnen dan monniken in het boeddhisme in Azië. Tegelijk zien we
dat veel westerse vrouwen het boeddhisme aantrekkelijk vinden. Waarom denk je dat
dit zo is?
In de boeddhistische leer kan je principes vinden die wijzen op gelijkheid van mannen
vrouwen. De impermanentie (eigenschap van de wereld), houdt in dat dhamma’s
continu in wisselewerking zijn met de zintuigen. De dhamma is echter nooit de
Sanne de Laat
S1026452
hamma waar onze zintuigen naar op zoek zijn, waardoor je continu weer op zoek gaat
naar andere dhamma’s. Dhmaa’s voltrekken zich dus razendsnel en continu, op basis
daarvan ervaren we de wereld. De wereld is dus niet permanent en de mens ook niet.
De dhamma-configuraties ontstaan en vergaan permoment. Dit wekt wellicht de
indruk dat kleine verschillen, zoals geslacht, er in het boeddhisme niet toe doen. De
praktijk zegt echter anders, zo wilde de Boeddha in eerste instantie geen vrouwen in
de sangha en zei hij dat door het toetreden van de vrouwen de leer korter zal bestaan.
De leringen over gorte kwesties zoals impermantie lijken echter deze praktijk te
overschaduwen in het westen. Westerse vrouwen zoeken een toevlucht in het
boeddhisme, omdat ze het idee hebben dat daar wel een plek voor hen is. Door
reïncarnatie is ieder persoon nota-bene al vele malen als andere verschijningsvormen
in de wereld gekomen, waaronder vrouw, zou men denken. Toch heeft de vrouw niet
dezelfde plek als man binnen het boeddhisme.
6. De Boeddha is natuurlijk heel belangrijk voor het boeddhisme. Er zijn echter nog veel
meer toonaangevende mensen. Wie vind jij na de Boeddha de twee belangrijkste
personen binnen het boeddhisme? Waarom vind jij dat?
Ik zou zeggen dat de 2 andere belangrijkste personen binnen het boeddhisme Ananda
en keizer Ashoka zijn.
- Ananda heeft alle onderrichtingen onthouden daarom schatbewaarder van de leer
genoemd. Hij is daarom onmisbaar voor het boeddhisme.
- Ashoka: Na een veldslag komt hij tot inkeer: zo veel doden en gewonden, dit mag
nooit meer gebeuren. Hij laat overal ashoka edicten (wetten) aanbrengen (in
volkstalen zodat mensen het daadwerkelijk konden begrijpen, geen egalitair
gedoe). Hij liet ze ook voorlezen. Hij legt medische centra aan, roept op tot
tolerantie etc. Hij probeert boeddhistisch paradijs te make. Dit is vooraflopend aan
wat boddhisattvas als hun taak zien: Heil van alle wezens. Hij had een hele sociale
interpretatie van de leer. Hij is voor mij een van de belangrijkste personen omdat
hij een wereldijke macht was die het boeddhistische gedachte-goed van de
bodhisattva’s probeerde toe te passen. Hij zet zich in voor heil van alle wezens.
7. Leken en monniken hebben nogal een verschillende positie binnen het boeddhisme.
Geef tien verschillen. Je mag ook boeddhistische nonnen in je inventarisatie
betrekken.
8. Het boeddhisme zoekt in iedere cultuur, in ieder land waar het aankwam een
connectie, een aansluiting. Geef vijf voorbeelden van landen of culturen waar dit
gebeurde en wat de monniken specifiek deden voor deze aanpassingen.
Sanne de Laat
S1026452
9. Het boeddhisme ontstond niet in een vacuüm. De tijd en cultuur vroegen erom. Hoe
zat dit?
Het Boeddhisme komt voor uit de Vedische traditie. Binnen deze traditie ging het
erom dat men heel precies rituelen moest uitvoeren en hymnes moest reciteren. Als
men dit precies genoeg deed dan kreeg je veel vee, goud, zonen (heel arrde gericht) en
na 100 jaar te leven zou je dan terecht komen in de voorouderenhemel. Dat is de
oudste voorstelling. Echter er was niet te garanderen dat het leven in de
grootouderenhemel eeuwig zou zijn.
En als je in die hemel dan dus weer dood ging en weer hier geboren wordt, dan weet je
dat alle wezens die hier geboren worden doodgaan. En als je daarna dan weer naar die
hemel gaat, dat is vermoeiend. Zo is het idee van reïncarnatie opgekomen (omdat er
geen garantie was dat die hemel dus eeuwig was). Maar reïncarnatie is dus niet de
oudste voorstelling in India. De oudste voorstelling is naar de eeuwige
voorouderenhemel gaan na het leven hier. Maar dán krijg je de speculatie van miss is
die niet eeuwig en dan beland je hier.
Wat trekt/welke mechanieken trekken er dan aan de touwtjes in deze wereld? Het
gedachtegoed dat doorzet is Karma: wat een wezen in deze wereld doet heeft gevolgen
voor het volgende bestaan. Voor het Boeddhisme wordt het belangrijk dat men gelooft
in series levens achter elkaar. Wat bepaald in welke condities je wordt geboren:
optelsom van goede en slechte daden van je vorig leven. Negatieve karma levert
slechte wedergeboorte op, positieve karma goede.
10. Beschrijf alles wat je kunt zeggen over de relatie tussen duhkha (dukkha) en
onwetendheid (avidya/avijja).
Sanne de Laat
S1026452
Duhkha: alles gaat gepaard met leed/imperfectie. Dit is niet te voorkomen. Dit is niet
jouw fout. (duhkha komt voort uit levensdorst. Die komt weer voort uit illusie, maar
die illusie is ook niet te voorkomen.)
Je moet wel proberen duhkha voor andere mensen proberen te voorkomen, uit
mededogen naar andere wezens toe. Maar vaak veroorzaak je anderen leed uit
onwetendheid en daar kan je niks aan doen, niet jouw schuld. Dat kenmerkt deze
wereld.