You are on page 1of 368

Eerder verscheen van Rebecca Yarros bij Uitgeverij Zomer & Keuning:

De laatste brief
De kleur van Colorado
Wat we achterlaten
The Renegades-serie:
Wilder
Nova
Rebel
Flight & Glory-serie:
Onverminderd
Onbereikbaar
Onverwacht
Onweerstaanbaar
Onverschrokken
Rebecca Yarros
The things we leave unfinished
Wat we achterlaten – Nederlandse editie
Vertaling Jacodine van de Velde

UITGEVERIJ Z&K
ISBN 9789020553505
ISBN e-book 9789020553895
ISBN audiobook 9789020544824
NUR 340
© 2023 Uitgeverij Zomer & Keuning
Postbus 13288, 3507 LG Utrecht
Copyright © 2021 Rebecca Yarros
Eerder in het Nederlands verschenen onder de titel Wat we achterlaten (2021,
ISBN 9789020544800).
Oorspronkelijk gepubliceerd in het Engels onder de titel The Things We Leave
Unfinished door Amara, een imprint van Entangled Publishing LLC, Verenigde
Staten.
Deze uitgave kwam tot stand in samenwerking met Entangled Publishing en
dankzij bemiddeling van RightsMix LLC.
Vertaling Jacodine van de Velde
Nederlands omslagontwerp Villa Grafica
Omslagbeelden CatLane/iStock, cappels/iStock, pkanchana/iStock
www.rebeccayarros.com
www.zomerenkeuning.nl
Alle rechten voorbehouden.
All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a
retrieval system or transmitted, in any form or by any means, electronic,
mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the prior written
permission of the publisher.
Uitgeverij Zomer & Keuning vindt het belangrijk om op milieuvriendelijke en
verantwoorde wijze met natuurlijke bronnen om te gaan. Voor de papieren editie
van deze titel is daarom gebruikgemaakt van papier waarvan zeker is dat de
productie niet tot bosvernietiging heeft geleid.
Voor Jason
Voor de dagen dat de granaatscherven
hun weg naar de oppervlakte werken en ons eraan herinneren
dat na vijf uitzendingen
en tweeëntwintig jaar in uniform
wij de gelukkigen zijn, mijn lief.
Wij zijn de blikseminslag.
1
Georgia
Mijn liefste Jameson,
Dit is niet ons einde. Mijn hart zal altijd bij jou blijven, waar we
ook zijn. Tijd en afstand zijn slechts ongemakken voor een liefde
als de onze. Of het nu dagen, maanden of zelfs jaren duurt, ik
zal wachten. Wíj zullen wachten. Je kunt me vinden waar de rivier
om de wiegende populieren buigt, precies zoals we beiden
droomden, wachtend met degene van wie we houden. Het maakt
me kapot je te moeten verlaten, maar voor jou doe ik het. Ik
zal ons veilig houden. Ik wacht op je, iedere seconde, ieder uur,
iedere dag voor de rest van mijn leven, en als dat niet genoeg is,
dan tot in de eeuwigheid, want dat is precies hoelang ik van je zal
houden, Jameson.
Kom bij me terug, mijn lief.
Scarlett
Georgia Ellsworth. Ik wreef met mijn duim over de creditcard en wilde dat ik
hard genoeg kon wrijven om de letters uit te wissen. Zes jaar huwelijk en het
enige wat overbleef, was een naam die niet eens van mij was.
Over een paar minuten zou ik ook die niet meer hebben.
‘Nummer achtennegentig?’ riep Juliet Sinclair vanachter het plexiglas van haar
hokje, alsof ik niet de enige was in het gemeentekantoor van Poplar Grove en dat
ook het afgelopen uur niet was geweest. Ik was vanmorgen naar Denver
gevlogen, vanmiddag hierheen gereden en was nog niet eens bij mijn huis
geweest, zo wanhopig was ik om de laatste stukjes van Damian in mijn leven te
lozen.
Hopelijk zou het kwijtraken van zijn naam er enigszins voor zorgen dat het
kwijtraken van hem en zes jaar van mijn leven iets minder pijn deed.
‘Ja, hier.’ Ik stopte mijn creditcard weg en liep naar het venster.
‘Waar is je nummer?’ vroeg ze, haar hand uitgestoken en op haar gezicht een
zelfvoldane grijns die niet veel was veranderd sinds de middelbare school.
‘Ik ben hier de enige, Juliet.’ Uitputting kroop door iedere zenuw in mijn lijf.
Als ik dit eenmaal achter de rug had, kon ik in de grote oorfauteuil in oma’s
kantoor kruipen en de wereld voor de rest van mijn leven negeren.
‘Volgens de regels…’
‘O, hou toch op, Juliet.’ Sophie rolde met haar ogen toen ze in Juliets hokje
stapte. ‘Ik heb Georgia’s papieren al. Ga jij maar een pauze nemen of zo.’
‘Prima.’ Juliet duwde zich van de toonbank af en maakte haar plaats vrij voor
Sophie, die het jaar voor ons haar diploma had gehaald. ‘Het was leuk je te zien,
Georgia.’ Ze schonk me een mierzoete lach.
‘Jou ook.’ Ik gaf haar de ingestudeerde glimlach die de afgelopen paar jaar als
mijn lijm had gediend en me bij elkaar had gehouden terwijl alles om me heen
instortte.
‘Sorry daarvoor.’ Sophie kromp ineen, trok haar neus op en zette haar bril
recht. ‘Ze is… Nou, ze is niet veel veranderd. Hoe dan ook, alles lijkt in orde te
zijn.’ Ze overhandigde me de papieren die mijn advocaat me gistermiddag had
gegeven, samen met mijn nieuwe ID-kaart en liet alles in de envelop glijden.
Hoe ironisch… Terwijl mijn leven uiteen was gevallen, werd de fysieke
manifestatie van die ontbinding bij elkaar gehouden door een nietje dat perfect in
een hoek van vijfenveertig graden was aangebracht. ‘Ik heb de schikking niet
gelezen, hoor,’ zei ze zachtjes.
‘Het stond in Celebrity Weekly!’ zong Juliet praktisch vanaf achteren.
‘Niet iedereen leest die roddelbladen!’ riep Sophie over haar schouder terug en
gaf me toen een medelevende glimlach. ‘Iedereen hier was echt heel trots op de
manier waarop je met opgeheven hoofd… alles doorstond.’
‘Bedankt, Sophie,’ reageerde ik en ik slikte de brok in mijn keel weg. Het enige
wat nog erger was dan falen in het huwelijk waarvoor iedereen me had
gewaarschuwd, was dat op elke website en in ieder tijdschrift verslag werd
gedaan van mijn liefdesverdriet en vernedering, zodat de roddelliefhebbers zich
met hun guilty pleasure tegoed konden doen aan de persoonlijke tragedie van
anderen. Mijn hoofd opgeheven en mijn mond dicht houden wanneer de
camera’s in mijn gezicht werden geduwd, was precies wat me de afgelopen zes
maanden de bijnaam ‘De IJskoningin’ had opgeleverd, maar als dat de prijs was
om vast te houden aan het kleine beetje waardigheid dat ik nog overhad, dan was
dat maar zo.
‘Dus, moet ik zeggen “welkom thuis”? Of ben je alleen op bezoek?’ Ze
overhandigde me een klein uitgeprint papiertje dat dienstdeed als mijn tijdelijke
rijbewijs, tot ik de nieuwe per post zou ontvangen.
‘Ik ben voorgoed thuis.’ Mijn antwoord had net zo goed op de radio
uitgezonden kunnen worden. Juliet zou er wel voor zorgen dat iedereen in Poplar
Grove voor het avondeten op de hoogte was.
‘Nou, welkom thuis dan!’ Ze lachte stralend. ‘Het gerucht gaat dat je moeder
ook in de stad is.’
Mijn maag verkrampte.
‘Echt? Ik… eh… ben daar nog niet geweest.’ Het gerucht gaat betekende dat
mijn moeder was gezien in een van onze twee kruidenierszaken of de
plaatselijke bar. Die tweede optie was het meest waarschijnlijk. Aan de andere
kant, misschien was het wel een goed…
Maak die gedachte maar niet af.
Alleen nog maar denken dat mam hier wellicht was om me te helpen zou al op
een verpletterende teleurstelling uitlopen. Ze wilde iets.
Ik schraapte mijn keel. ‘Hoe gaat het met je vader?’
‘Goed! Ze denken dat ze deze keer alles hebben weggehaald.’ Haar gezicht
betrok. ‘Het spijt me echt wat je is overkomen, Georgia. Ik kan me niet eens
voorstellen dat mijn man…’ Ze schudde haar hoofd. ‘Hoe dan ook, dat verdiende
je niet.’
‘Dank je wel.’ Ik keek weg en zag haar trouwring. ‘Doe Dan de groeten van
me.’
‘Zal ik doen.’
Ik stapte in het namiddaglicht dat met een troostende, warme gloed over Main
Street scheen en zuchtte opgelucht. Ik had mijn naam terug en mijn stad zag er
precies uit zoals ik me herinnerde. Gezinnen slenterden voorbij, genietend van
het zomerweer, en vrienden stonden tegen de achtergrond van schilderachtige,
rotsachtige bergen te kletsen. Poplar Grove had een inwonersaantal dat kleiner
was dan de hoogteligging, was groot genoeg om een half dozijn stoplichten te
vereisen en was zo hecht dat privacy een zeldzaam goed was. O, en we hadden
een geweldige boekenwinkel.
Daar had oma voor gezorgd.
Ik gooide mijn papieren op de bijrijdersstoel van mijn huurauto en twijfelde
even. Mam was nu waarschijnlijk in het huis – na de begrafenis had ik nooit
gezegd dat ze de sleutel moest teruggeven. Ineens was ik er niet zo happig op om
naar huis te gaan. De afgelopen maanden hadden al mijn mededogen, kracht en
zelfs mijn hoop uit me gezogen. Ik was er niet zeker van dat ik mam aankon nu
ik alleen maar boosheid voelde.
Maar ik was thuis, waar ik kon opladen tot ik weer heel was.
Opladen. Dat was precies wat ik nodig had voordat ik mijn moeder zou zien. Ik
stak de straat over naar The Sidetable, de winkel waarbij oma een van haar beste
vriendinnen had geholpen hem op te richten. Volgens haar testament was ik nu
de stille vennoot. Ik was… alles.
Mijn borst trok samen bij het zicht van het tekoopbord op wat voorheen de
dierenwinkel van meneer Navarro was. Het was een jaar geleden dat oma me
vertelde dat hij was overleden en dat pand was eersteklas vastgoed op Main
Street. Waarom was er geen ander bedrijf ingetrokken? Had Poplar Grove het
moeilijk? Die mogelijkheid lag als zure melk op mijn maag toen ik de
boekenwinkel binnenliep.
Het rook naar perkament en thee, gemengd met een beetje stof en de geur van
thuis. In de tijd dat ik in New York woonde, was het me nooit gelukt in een van
de winkelketens iets te vinden wat ook maar enigszins leek op deze rustgevende
geur. Verdriet prikte in mijn ogen toen ik mijn eerste ademteug nam. Oma was
zes maanden geleden overleden en ik miste haar zo erg dat het voelde alsof mijn
borstkas zou instorten door het gat dat ze had achtergelaten.
‘Georgia?’ Mevrouw Rivera’s mond zakte een moment open voordat ze
vanachter de toonbank breeduit lachte, haar telefoon tussen haar oor en schouder
geklemd. ‘Momentje, Peggy.’
‘Hallo, mevrouw Rivera.’ Ik grijnsde en zwaaide naar het welkome bekende
gezicht. ‘Voor mij hoef je niet op te hangen hoor, ik kwam alleen maar even
langs.’
‘Nou, het is geweldig je te zien!’ Ze wierp een blik op de telefoon. ‘Nee, jij
niet, Peggy. Georgia kwam net binnen!’ Haar warme bruine ogen vonden de
mijne weer. ‘Ja, díé Georgia.’
Ik zwaaide nog een keer terwijl zij hun gesprek voortzetten en liep door naar de
afdeling romantiek, waar oma een hele rits planken had gekregen, bedoeld voor
de boeken die ze had geschreven. Ik pakte de laatste roman die ze had
uitgegeven en opende de omslag, zodat ik haar gezicht kon zien. We hadden
dezelfde blauwe ogen, maar ze had het opgegeven haar haren, die ooit zwart
waren, te verven toen ze rond de vijfenzeventig was, het jaar dat mam me voor
het eerst op haar stoep dumpte.
Oma’s portretfoto was een en al parel en zijden blouse, terwijl de vrouw zelf
eerder een overall was, stoffig van de tuin, en een zonnehoed die breed genoeg
was om het hele district in de schaduw te hullen, maar haar lach was hetzelfde.
Ik pakte een ander boek, dat ouder was, gewoon om een tweede versie van die
lach te zien.
De deurbel rinkelde en even later begon een man die aan het bellen was in het
gangpad achter me de afdeling algemene fictie te doorzoeken.
‘Een hedendaagse Jane Austen,’ fluisterde ik toen ik de quote op de cover las.
Het was me altijd blijven verbazen dat oma de meest romantische ziel was die ik
ooit had gekend en ze toch het overgrote deel van haar leven alleen had
doorgebracht, boeken schrijvend over liefde terwijl het haar slechts een
handjevol jaren was gegund die zelf te mogen ervaren. Zelfs toen ze met opa
Brian getrouwd was, hadden ze maar tien jaar gehad voordat kanker hem van
haar had afgenomen. Misschien waren de vrouwen in mijn familie vervloekt wat
ons liefdesleven betrof.
‘Wat de hel is dit?’ De stem van de man klonk luid.
Mijn wenkbrauwen schoten omhoog en ik wierp een blik over mijn schouder.
Hij had een Noah Harrison-boek vast, waar – uiteraard – twee mensen op
stonden die elkaar bijna kusten.
‘Omdat ik midden in het Andes-gebergte niet bepaald mijn e-mail heb
gecheckt, dus ja, het is de eerste keer dat ik die nieuwe zie.’ De kerel kookte
praktisch toen hij een ander boek van Harrison oppakte en ze omhooghield,
naast elkaar. Twee verschillende stellen, precies dezelfde pose.
Ik zou absoluut bij mijn eigen keuze blijven, of bij elk ander boek in deze
afdeling.
‘Ze zien er precies hetzelfde uit, dat is het probleem. Wat mankeerde er aan de
oude… Ja, ik ben kwaad! Ik heb achttien uur gereisd en voor het geval je het
was vergeten, ik heb mijn researchtrip ingekort om hier te kunnen zijn. Ik zeg je
dat ze er precíés hetzelfde uitzien. Wacht even, ik zal het je bewijzen.
Mevrouw?’
‘Ja?’ Ik draaide me een stukje om en keek op om twee boekcovers in mijn
gezicht geduwd te krijgen.
Hallo, persoonlijke ruimte?
‘Zien deze twee er hetzelfde uit?’
‘Yep. Ze zijn behoorlijk inwisselbaar.’ Ik zette een van oma’s boeken terug op
de plank en fluisterde mentaal een klein afscheid, zoals ik altijd deed wanneer ik
een van haar boeken in een winkel opzocht. Zou het ooit makkelijker worden om
haar te moeten missen?
‘Zie je? Omdat ze er niet hetzelfde uit zouden moeten zien!’ snauwde de man,
hopelijk tegen de arme ziel aan de andere kant van de lijn, want het zou niet
goed aflopen als hij die toon tegen mij aansloeg.
‘Nou, ter verdediging, al die boeken lezen ook hetzelfde,’ mompelde ik. Shit.
Het was er al uitgeglipt voordat ik mezelf kon tegenhouden. Blijkbaar was mijn
filter net zo verdoofd als mijn emoties. ‘Sorry…’ Ik draaide me naar hem om en
richtte mijn blik op tot ik werd geconfronteerd met twee donkere wenkbrauwen,
die boven net zulke donkere ogen waren opgetrokken van verbijstering. Wow.
Mijn verwoeste hart schokte, net zoals bij de heldinnen in oma’s boeken. Hij
was de knapste man die ik ooit had gezien en als de nu ex-vrouw van een
filmregisseur had ik echt wel het nodige voorbij zien komen.
O nee, nee, nee. Je bent immuun voor knappe mannen, waarschuwde de
verstandige kant van mijn brein me, maar ik had het te druk met staren om te
luisteren.
‘Ze lezen het…’ Hij knipperde met zijn ogen. ‘Ik bel je later terug.’ Hij plaatste
beide boeken in een hand en verbrak de verbinding, waarna hij zijn mobiel in
zijn zak stak.
Hij leek van mijn leeftijd te zijn – achterin de twintig, misschien begin dertig –
was minimaal een meter tachtig en zijn zwarte, net-uit-bed haar viel achteloos
over zijn gebruinde, olijfkleurige huid voordat het die opgetrokken, zwarte
wenkbrauwen en onmogelijk diepbruine ogen bereikte. Zijn neus was recht, zijn
lippen gevormd door weelderige lijnen die slechts dienden om me eraan te
herinneren hoelang ik al niet meer was gekust. Zijn kin was bedekt met een
lichte stoppelbaard. Hij was een en al hoekige, gebeeldhouwde lijnen en, gezien
de aangespannen spier in zijn onderarm, zou ik de winkel erom durven
verwedden dat hij tamelijk bekend was met de binnenkant van een fitnesszaal…
en waarschijnlijk ook met die van een slaapkamer.
‘Zei je nou net dat ze allemaal hetzelfde lezen?’ vroeg hij langzaam.
Ik knipperde met mijn ogen. Juist. De boeken. Ik gaf mezelf een mentale mep
omdat ik de draad kwijtraakte door een knap gezicht. Ik had mijn naam nog
maar twintig minuten terug en mannen stonden in de nabije toekomst niet op het
menu. Trouwens, hij kwam hier niet eens uit de buurt. Achttien uur reizen of
niet, zijn op maat gemaakte pantalon schreeuwde overduidelijk ‘duur’ en de
mouwen van zijn witte linnen overhemd waren op zo’n nonchalante, rommelige
manier opgerold die allesbehalve nonchalant was. Mannen in Poplar Grove
sloofden zich niet uit met broeken van duizend dollar en hadden geen New
Yorks accent.
‘Zo ongeveer. Jongen ontmoet meisje, ze worden verliefd, het noodlot slaat toe,
er gaat iemand dood.’ Ik haalde mijn schouders op, trots dat ik geen blos over
mijn wangen voelde trekken die me verraadde. ‘Gooi er nog een of ander
rechtbankdrama bovenop, een beetje onbevredigende maar poëtische seks, en
misschien een strandscène, en dat was het zo’n beetje. Als dat je ding is, kun je
met geen van die boeken de fout ingaan.’
‘Onbevredigend?’ Die wenkbrauwen kropen naar elkaar toen hij tussen de
boeken heen en weer keek en zijn blik vervolgens terug naar mij schoof. ‘Er gaat
niet altíjd iemand dood.’
Blijkbaar had hij een paar Harrison-boeken gelezen. ‘Oké, in tachtig procent
van de gevallen dan. Ga je gang en ervaar het zelf,’ opperde ik. ‘Dat is de reden
dat het boek aan die kant staat,’ ik wees naar het bordje algemene fictie, ‘en niet
aan deze kant.’ Ik zwaaide met mijn vinger naar het pictogram van romantiek.
Gedurende een fractie van een seconde zakte zijn onderkaak. ‘Misschien zit er
wel meer in deze verhalen dan seks en onrealistische verwachtingen.’ Zijn
aantrekkelijkheid daalde een paar tandjes toen hij een van mijn kleine
ergernissen aanwakkerde.
Mijn stekels kwamen overeind. ‘Romantiek draait niet om onrealistische
verwachtingen en seks. Het gaat over liefde en het overkomen van tegenslagen
door wat als een universele ervaring kan worden gezien.’ Dat was wat oma en
het lezen van duizenden romantische boeken me in mijn achtentwintig jaar lange
leven hadden geleerd.
‘En, blijkbaar, bevrédigende seks.’ Hij trok een wenkbrauw op.
Ik dwong mijn huid niet te blozen bij de manier waarop zijn lippen dat woord
leken te strelen.
‘Hé, als je niet van seks houdt of je ongemakkelijk voelt wanneer een vrouw
haar seksualiteit omarmt, zegt dat eigenlijk meer over jou dan over het genre,
denk je ook niet?’ Ik hield mijn hoofd schuin. ‘Of is het het happy end waar je
problemen mee hebt?’
‘Ik ben helemaal voor seks en voor vrouwen die hun seksualiteit omarmen en
voor een happy end.’ Zijn stem werd knorrig.
‘Dan zijn dat absoluut geen boeken voor jou, want het enige wat ze omarmen is
universele ellende, maar als dat is wat je zoekt, veel plezier.’ Tot zover het
achterwege laten van De IJskoningin. Hier stond ik dan, ruzie te maken met een
compleet vreemde in een boekenwinkel.
Hij schudde zijn hoofd. ‘Het zijn liefdesverhalen. Dat staat erop.’ Hij hield een
van de covers omhoog, toevallig het boek waarop een quote van oma stond. Dé
quote. Die waar haar uitgever oma zo vaak om had gesmeekt dat ze uiteindelijk
had toegegeven en ze het hadden moeten doen met wat ze had te zeggen.
‘Niemand schrijft liefdesverhalen als Noah Harrison,’ las ik. Een lichte
glimlach trok aan mijn lippen.
‘Ik zou zeggen dat Scarlett Stanton een behoorlijk gerespecteerde
romanschrijfster is, of niet?’ Een dodelijk sexy grijns verscheen op zijn gezicht.
‘Als zij zegt dat het een liefdesverhaal is, dan is het een liefdesverhaal.’
Hoe kon iemand die zo verpletterend knap was me zo grondig irriteren?
‘Ik zou zeggen dat Scarlett Stanton de méést gerespecteerde romanschrijfster
van haar generatie is.’ Ik schudde mijn hoofd, stopte oma’s andere boek terug
waar het hoorde en draaide me om, zodat ik kon weglopen voordat ik volledig
tegen deze kerel zou uitvallen omdat hij met oma’s naam te koop liep alsof hij
ook maar iets over haar wist.
‘Dus het is veilig om haar aanbeveling te volgen, of niet? Als een man een
liefdesverhaal wil lezen. Of keur jij alleen liefdesverhalen goed die door
vrouwen zijn geschreven?’ riep hij me na.
Serieus? Met een ruk draaide ik me aan het eind van het gangpad om en mijn
zelfbeheersing liet me in de steek toen ik hem aankeek. ‘Wat je niet ziet in die
quote is de rest ervan.’
‘Wat bedoel je?’ Er verschenen twee rimpels tussen zijn wenkbrauwen.
‘Dat was niet de originele quote.’ Ik keek naar het plafond en probeerde me
haar precieze woorden te herinneren. ‘Wat was het… “Niemand schrijft zulke
pijnlijk deprimerende fictie, gemaskeerd als liefdesverhalen, als Noah Harrison.”
De uitgever heeft het bewerkt voordat het op de cover kwam.’ Dat ging een stap
te ver. Ik kon oma’s stem bijna in mijn hoofd horen.
‘Wat?’ Het moest komen door de manier waarop hij onder het fluorescerende
licht verschoof, maar het leek alsof zijn huid wit wegtrok.
‘Luister, dat gebeurt zo vaak.’ Ik zuchtte. ‘Ik weet niet of het je is opgevallen,
maar hier in Poplar Grove kenden we Scarlett Stanton allemaal behoorlijk goed
en ze was niet iemand die haar mening voor zich hield.’ Blijkbaar was dat
genetisch bepaald. ‘Als ik het me goed herinner, zei ze wel dat hij met gevoel
voor beschrijving schreef en dat hij… gek op alliteratie was.’ Dat was het
aardigste wat ze had gezegd. ‘Het was niet zijn schrijfstijl waar ze bezwaar tegen
had, alleen zijn verhalen.’
Er trilde een spiertje in zijn kaak. ‘Nou, ik hou toevallig van alliteratie in mijn
liefdesverhalen.’ Met beide boeken in zijn hand liep hij langs me, op weg naar de
kassa. ‘Bedankt voor de aanbevelingen, mevrouw…’
‘Ellsworth,’ reageerde ik automatisch en ik kromp enigszins ineen toen die
naam over mijn lippen rolde. Niet meer. ‘Geniet van uw boeken, meneer…’
‘Morelli.’
Ik knikte en liep toen weg. Ik voelde hoe zijn blik me de deur uit volgde terwijl
mevrouw Rivera beide boeken voor hem aansloeg.
Tot zover het een beetje tot rust komen. Het ergste van dat hele gekibbel?
Misschien had hij wel gelijk en waren de boeken die oma schreef echt
onrealistisch. Het enige happy end dat ik kende was van mijn beste vriendin,
Hazel, en aangezien zij nog maar in het vijfde jaar van haar huwelijk zat, kon dat
oordeel nog niet echt worden vastgesteld.
Vijf minuten later reed ik onze straat in en passeerde Grantham Cottage, de
verhuurwoning van oma die het dichtst bij haar huis was. Het leek leeg te staan,
wat voor het eerst was sinds… altijd. Aangezien we ons slechts een halfuur
rijden van Breckenbridge bevonden, stonden huurwoningen hier niet lang leeg.
Shit. Je hebt niets met de beheerder geregeld. Dat was waarschijnlijk een van
de tientallen voicemailberichten die ik niet had afgeluisterd of misschien een van
de duizenden ongelezen e-mails. De voicemail was in ieder geval gestopt met
het aannemen van nieuwe berichten, maar de e-mails bleven zich maar
opstapelen. Ik moest mezelf bijeenrapen. De rest van de wereld zat er niet mee
dat Damian mijn hart had gebroken.
Ik reed de oprit van het huis waarin ik was opgegroeid op en parkeerde. Er
stond al een huurauto aan het eind van de halfronde oprit.
Mam moest hier zijn. Die constant aanwezige vermoeidheid zwol op en spoelde
over me heen.
Ik liet mijn koffers voor een later moment in de auto staan, maar griste wel
mijn handtas mee voordat ik naar de voordeur van het zeventig jaar oude
koloniale huis liep. De bloemen ontbraken. Meerjarige planten popten hier en
daar op, allemaal behoorlijk uitgedroogd, maar er waren geen zeeën van vrolijke
kleuren in de bedden die normaal gesproken in deze tijd van het jaar de oprit
omrandden.
De afgelopen paar jaar – toen ze te broos was om veel te knielen – was ik naar
oma gevlogen om haar te helpen planten. Het was niet alsof Damian me had
gemist… Al wist ik nu pas waarom.
‘Hallo?’ riep ik toen ik de hal in liep. Mijn maag verkrampte door de muffe
geur van rook in de lucht. Had ze geróókt in oma’s huis? Het hardhout zag eruit
alsof het sinds de winter niet meer was gedweild en er lag een dikke laag stof op
de sidetable in de hal. Oma zou het vreselijk vinden haar huis zo te zien. Waar
was Lydia? Ik had oma’s accountant gevraagd de huishoudster in dienst te
houden.
De deuren naar de woonkamer werden opengeduwd en mam kwam
tevoorschijn, gekleed voor bezoek. Haar megawatt lach verflauwde toen ze me
zag en werd toen weer breder.
‘Gigi!’ Ze opende haar armen en gaf me de twee tellen durende klop-op-de-
rug-omhelzing die onze relatie wel zo’n beetje beschreef.
God, wat haatte ik die bijnaam.
‘Mam? Wat doe je hier?’ Ik stelde de vraag vriendelijk, want ik wilde haar geen
inzinking bezorgen.
Ze verstijfde en trok zich toen terug, haar lach wankelde. ‘Nou… ik wachtte
eigenlijk op jou, liefje. Ik weet dat het een grote klap was om oma te verliezen
en nu je je echtgenoot ook kwijt bent, dacht ik dat je wel een zachte plek kon
gebruiken om te landen.’ Haar uitdrukking droop van medeleven toen ze me van
top tot teen in zich opnam. Zachtjes greep ze mijn schouders beet en ze eindigde
haar observatie met een licht opgetrokken wenkbrauw. ‘Je ziet er in ieder geval
uit alsof je hart is gebroken. Ik weet dat het nu moeilijk is, maar ik zweer dat de
volgende keer makkelijker zal zijn.’
‘Ik hoop niet dat er een volgende keer zal komen,’ gaf ik zachtjes toe.
‘Dat hoopt niemand.’ Haar blik verzachtte op een manier die ze me nog nooit
eerder had getoond.
Mijn schouders zakten en de dikke beschermingsmuur die ik door de jaren heen
had opgebouwd, scheurde. Misschien draaide mam de bladzijde om, begon ze
een nieuw hoofdstuk. Het was jaren geleden dat we echt samen tijd hadden
doorgebracht en misschien waren we eindelijk op het punt gekomen waarop we
konden…
‘Georgia?’ vroeg een man door de openslaande deuren. ‘Is hij gearriveerd?’
Mijn wenkbrauwen schoten naar het plafond.
‘Christopher, kun je me even een tel geven? Mijn dochter is net thuisgekomen.’
Mam schonk hem haar meest stralende lach, die waarmee ze haar eerste vier
echtgenoten had gestrikt. Toen pakte ze mijn hand en trok me mee naar de
keuken, voordat ik de woonkamer in kon kijken.
‘Mam, wat is er aan de hand? En probeer niet tegen me te liegen.’ Alsjeblieft,
wees gewoon eerlijk.
Haar uitdrukking haperde, wat me eraan herinnerde dat haar vermogen om ter
plekke van plan te veranderen direct op haar emotionele onbeschikbaarheid
volgde. Ze blonk uit in beide. ‘Ik ben bezig een zakendeal te sluiten,’ zei ze
langzaam en het leek alsof ze haar woorden overwoog. ‘Niets om je zorgen over
te maken, Gigi.’
‘Noem me niet zo. Je weet dat ik er de pest aan heb.’ Gigi was een klein meisje
dat te veel tijd had doorgebracht met uit het raam naar verdwijnende
achterlichten kijken en ik was volwassen geworden. ‘Een zakendeal?’ Mijn blik
vernauwde zich.
‘Dat is allemaal tot stand gekomen terwijl ik hier wachtte tot je thuis zou
komen. Is dat zo moeilijk te geloven? Klaag me maar aan omdat ik probeer een
goede moeder te zijn.’ Ze duwde haar kin omhoog en knipperde snel met haar
ogen, haar lippen enigszins getuit, alsof ik haar had gekwetst.
Ik trapte er niet in.
‘Hoe wist hij mijn naam?’ Er was hier iets niet in de haak.
‘Iedereen kent je naam, dankzij Damian.’ Mam slikte en klopte op haar
perfecte, donkerbruine Franse wrong… Wat haar verraadde. Ze loog. ‘Ik weet
dat je verdriet hebt, maar ik denk echt dat er een kans bestaat hem terug te
krijgen als we het slim spelen.’
Ze probeerde me af te leiden. Ik glipte langs haar en liep met een glimlach de
woonkamer in.
Twee mannen sprongen overeind. Allebei in pak, maar degene die door de open
deuren had gegluurd, leek een goede twintig jaar ouder dan de ander.
‘Sorry dat ik zo onbeleefd ben. Ik ben Georgia Ells…’ Verdorie. Ik schraapte
mijn keel. ‘Georgia Stanton.’
‘Georgia?’ De oudere man werd bleek. ‘Christopher Charles,’ zei hij langzaam
en zijn blik schoof naar de deur, waar mijn moeder haar entree had gemaakt.
De naam liet een belletje rinkelen. Oma’s uitgever. Hij was de hoofdredacteur
van haar imprint toen ze zo’n tien jaar geleden op eenennegentigjarige leeftijd
haar laatste boek schreef.
‘Adam Feinhold. Leuk u te ontmoeten, mevrouw Stanton,’ zei de ander, de
jongere man. Allebei leken ze positief verrast toen hun blikken tussen mijn
moeder en mij heen en weer schoven.
‘Nu iedereen aan elkaar is voorgesteld, Gigi, je hebt vast dorst. Laten we eens
iets te drinken voor je gaan halen.’ Met uitgestrekte hand haastte mijn moeder
mijn kant op.
Ik negeerde haar en nam plaats in de grote fauteuil op de kop van de opstelling.
Ik zonk weg in het vertrouwde comfort. ‘En wat doet mijn overgrootmoeders
uitgever helemaal in Poplar Grove, Colorado?’
‘Ze zijn hier voor een simpel boekcontract, natuurlijk.’ Mam ging behoedzaam
op de rand van de bank het dichtst bij mij zitten en herschikte haar jurk.
‘Welk boek?’ vroeg ik rechtstreeks aan Christopher en Adam. Mam had vele
talenten, maar schrijven was er niet een van en ik had genoeg boekcontracten
gezien om te weten dat uitgevers niet zomaar voor de lol in een vliegtuig
sprongen.
Christopher en Adam wisselden verward een blik met elkaar, dus herhaalde ik
mijn vraag.
‘Welk. Boek?’
‘Ik geloof dat het nog geen titel heeft,’ antwoordde Christopher langzaam.
Iedere spier in mijn lichaam schoot op slot. Er was maar één boek dat oma nog
geen titel had gegeven of had verkocht, voor zover ik wist. Dat zou mam niet
durven… toch?
Hij slikte en gluurde toen naar mijn moeder. ‘We zijn hier alleen om wat
handtekeningen af te ronden en het manuscript op te halen. Je weet dat Scarlett
niet dol was op computers en we wilden geen risico nemen met iets zo
waardevol als het enig bestaande, originele kopie door het in handen van de
goden der verzendmaatschappijen te leggen.’
Ze lachten allebei ongemakkelijk en mam deed mee.
‘Welk boek?’ Deze keer vroeg ik het aan mijn moeder en mijn buik verkrampte.
‘Haar eerste… en laatste.’ De smeekbede in haar ogen was onmiskenbaar en ik
verafschuwde de manier waarop ze er daarmee in slaagde mijn hart te breken.
‘Die over opa Jameson.’
Ik moest kotsen. Hier ter plekke, op het Perzische tapijt waar oma zo van had
gehouden. ‘Dat is niet afgemaakt.’
‘Natuurlijk niet, liefje. Maar ik heb me ervan verzekerd dat ze de beste van de
besten hebben aangenomen om het af te ronden,’ zei mam op een stroperig
toontje dat niets deed om mijn misselijkheid te verminderen. ‘Denk je niet dat
oma Scarlett zou willen dat haar laatste woorden worden gepubliceerd?’
Vervolgens schonk ze me de lach. De lach die voor buitenstaanders open en
goedbedoeld overkwam, maar een puur dreigement van persoonlijke represailles
bevatte wanneer ik het waagde haar publiekelijk in verlegenheid te brengen.
Ze had me echter zo goed opgeleid dat ik haar er een van mezelf schonk. ‘Nou
mam, ik denk dat als oma had gewild dat dat boek gepubliceerd zou worden, ze
het wel af geschreven zou hebben.’ Hoe kon ze dit doen? Achter mijn rug om
een deal sluiten voor dát boek?
‘Dat ben ik niet met je eens.’ Mam trok haar wenkbrauwen op. ‘Ze noemde dat
boek haar nalatenschap, Gigi. Ze is nooit in staat geweest om om te gaan met de
emoties of het af te maken en ik denk dat het alleen maar gepast is dat wij dat
voor haar doen. Denk je ook niet?’
‘Nee. En aangezien ik de enige begunstigde in haar testament ben, de executeur
van haar literaire trustfonds, is wat ik denk het enige wat ertoe doet.’ Ik legde de
waarheid met zo weinig mogelijk emotie op tafel.
Ze liet haar masker zakken en staarde me in pure schok aan. ‘Georgia, je zou
toch nooit weigeren…’
‘Dus jullie heten allebei Georgia?’ vroeg Adam en zijn stem schoot omhoog.
Ik knipperde met mijn ogen terwijl de puzzelstukjes op hun plek vielen. Toen
schoot ik in de lach. ‘Dit is fraai.’ Ze sloot niet alleen een contract achter mijn
rug om… Ze deed zich voor als mij.
‘Gigi…’ smeekte mijn moeder.
‘Heeft ze gezegd dat zij Georgia Stanton was?’ raadde ik en nu gaf ik de
mannen in pak al mijn aandacht.
‘Ellsworth, maar inderdaad.’ Christopher knikte en zijn gezicht liep rood aan nu
het hem begon te dagen.
‘Dat is ze niet. Ze is Ava Stanton-Thomas-Brown-O’Malley… of is het nog
steeds Nelson? Ik kan me niet herinneren of je het terug hebt veranderd.’ Ik trok
mijn wenkbrauwen op in mijn moeders richting.
Mam schoot overeind en keek me nors aan. ‘Keuken. Nu.’
‘Als jullie ons even willen excuseren.’ Ik schonk de misleide uitgevers een kort
glimlachje en liep toen naar de keuken, want ik wilde haar verklaring horen.
‘Je gaat dit niet voor me verpesten!’ siste ze zodra we de ruimte bereikten waar
oma iedere zaterdag had gebakken.
Borden lagen verspreid over het aanrecht en de geur van bedorven voedsel hing
in de lucht.
‘Wat is er met Lydia gebeurd?’ vroeg ik, gebarend naar de zooi.
‘Die heb ik ontslagen. Ze was nieuwsgierig.’ Mam haalde haar schouders op.
‘Hoelang woon je hier al?’
‘Sinds de begrafenis. Ik wachtte op jou…’
‘Bespaar je de moeite. Je hebt Lydia ontslagen omdat je wist dat ze me zou
vertellen dat je op dat boek aasde.’ Pure woede schoot door mijn aderen en ik
klemde mijn kaken op elkaar. ‘Hoe durf je?’
Haar schouders zakten. ‘Gigi…’
‘Ik haat die bijnaam al sinds mijn achtste. Nogmaals, stop ermee me zo te
noemen,’ snauwde ik. ‘Dacht je serieus dat je ermee weg zou komen je als mij
voor te doen? Ze hebben advocaten, mam! Uiteindelijk zou je een
identificatiebewijs hebben moeten overhandigen.’
‘Nou, het ging prima tot jij kwam binnenlopen.’
‘Hoe zit het met Helen?’ vroeg ik op een spottende toon. ‘Ga me niet vertellen
dat je het manuscript hebt aangeboden zonder oma’s agent.’
‘Ik zou haar erbij betrokken hebben zodra ze een officieel aanbod hadden
gedaan. Dat zweer ik. Ze zijn alleen maar hier om het boek op te halen, zodat ze
het kunnen doorlezen.’
Ik schudde mijn hoofd bij haar pure… Ik had er niet eens een woord voor.
Ze zuchtte alsof ik degene was die haar hart brak en tranen glinsterden in haar
ogen. ‘Het spijt me zo, Georgia. Ik was wanhopig. Alsjeblieft, doe dit voor me.
Het voorschot zou me helpen weer op eigen benen te st…’
‘Serieus?’ Mijn blik schoot naar haar ogen. ‘Gaat dit om geld?’
‘Serieus!’ Ze ramde haar handen op het graniet. ‘Mijn eigen oma heeft me uit
haar testament geschrapt door jóú. Je hebt álles gekregen en ik niets!’
Schuld prikte in de onbeschermde stukjes van mijn hart, de kleine splinters die
in ontkenning leefden, die nooit helemaal hadden kunnen begrijpen dat niet alle
moeders moeder wilden zijn en die van mij was er daar een van. ‘Er valt niets te
geven, mam. Ze heeft het boek nooit afgemaakt en je weet waarom. Ze zei dat ze
het alleen voor familie had geschreven.’
‘Ze schreef het voor míjn vader! En ik ben familie. Alsjeblieft, Georgia.’ Ze
gebaarde om ons heen. ‘Jij hebt dit allemaal. Geef me gewoon één ding en ik
zweer dat ik de opbrengst met je zal delen.’
‘Het gaat niet om het geld.’ Zelfs ik had het boek niet gelezen en zij wilde het
gewoon overdragen?
‘Zegt het meisje dat miljoenen heeft.’
Ik greep de rand van het aanrecht beet en ademde diep in, in een poging mijn
hartslag te reguleren, enige logica in een situatie te brengen die totaal niet
logisch was. Was ik financieel stabiel? Ja. Maar oma’s miljoenen waren
toegekend aan goede doelen, precies zoals ze had gewenst, en mam was geen
liefdadigheidsgeval.
Maar ze was wél mijn laatste, levende familielid.
‘Alsjeblieft, liefje. Luister gewoon naar hun voorstel. Dat is het enige wat ik
vraag. Kun je me dat op z’n minst geven?’ Haar stem haperde. ‘Tim is bij me
weg. Ik ben… blut.’
Haar bekentenis raakte me recht in mijn pas gescheiden ziel. Onze ogen vonden
elkaar, identieke tinten van wat oma ‘Stantonblauw’ had genoemd. Ze was de
enige die ik nog had en het deed er niet toe hoeveel jaren of therapeuten er waren
gekomen en gegaan, het was me nooit gelukt om af te komen van de neiging
haar tevreden te willen stellen. Te bewijzen dat ik van waarde was.
Geld was alleen niet de katalysator die ik me daarbij had voorgesteld.
Maar dat zei iets over háár karakter, niet het mijne.
‘Ik zal luisteren, maar dat is alles.’
‘Dat is het enige wat ik vraag.’ Mam knikte met een dankbare lach. ‘Ik ben echt
voor jou gebleven,’ fluisterde ze. ‘Het boek vond ik gewoon toevallig.’
‘Laten we gaan.’ Voordat ik je nog ga geloven.
De mannen hadden een lichte vleug van wanhoop in hun toon toen ze vertelden
welke voorwaarden ze mijn moeder hadden aangeboden. Ik kon het in hun ogen
zien; de wetenschap dat de goudmijn, die Scarlett Stantons allerlaatste boek was,
dreigde door hun vingers te glippen, omdat ze die nooit echt in handen hadden
gehad.
‘Ik zal Helen moeten bellen. Ik weet zeker dat jullie je oma’s agent nog kunnen
herinneren,’ zei ik nadat ze waren uitgesproken. ‘En de rechten van uitvoering
zijn van tafel. Jullie weten hoe ze daarover dacht.’ Oma haatte filmbewerkingen.
Christophers gezicht verstrakte.
‘En waar is Ann Lowell?’ Zij was meer dan twintig jaar oma’s redacteur
geweest.
‘Ze is vorig jaar met pensioen gegaan,’ reageerde Christopher. ‘Adam is de
beste redacteur die we in ons team hebben en hij heeft zijn beste schrijver aan
boord gehaald om af te maken wat volgens de informatie nog om een derde van
het boek gaat?’ Hij keek naar mijn moeder.
Ze knikte.
Had ze het gelezen? De bittere smaak van jaloezie kleefde aan mijn tong.
‘Hij is de beste,’ pochte Adam terwijl hij een blik op zijn horloge wierp.
‘Miljoenen verkocht, fenomenale schrijfstijl, bejubeld door critici en nog beter…
een diehardfan van Scarlett Stanton. Hij heeft alles was ze heeft geschreven
minstens twee keer gelezen en hij heeft de komende zes maanden voor dit
project vrijgemaakt, dus we kunnen er vaart achter zetten.’ Hij probeerde me een
geruststellende glimlach te geven.
Hij faalde.
Ik vernauwde mijn ogen. ‘Je hebt een man aangenomen om oma’s boek af te
maken?’
Adam slikte. ‘Hij is echt de beste, dat zweer ik. En je moeder wilde hem
spreken om er zeker van te zijn dat hij de juiste keus is, dus hij is hier.’
Ik knipperde met mijn ogen, verrast dat mijn moeder zo grondig was geweest,
en geschrokken dat de schrijver… Nee.
‘Ik kan me niet eens herinneren wanneer hij zichzelf voor het laatst moest
pitchen.’ Christopher grinnikte.
Mijn gedachten sloegen op hol, tuimelden als een rij dominostenen om.
Onmogelijk.
‘Hij is hier nu?’ vroeg mam terwijl ze naar de deur keek en haar rok gladstreek.
‘Hij is net gearriveerd.’ Adam gebaarde naar zijn Apple Watch.
‘Georgia, blijf maar zitten. Ik zal onze gast binnenlaten.’ Mam sprong uit haar
stoel en haastte zich naar de deur. Wij drieën bleven in een ongemakkelijke stilte
achter, met alleen het gestage getik van de staande klok.
‘Eh, ik heb je man vorig jaar bij een gala ontmoet,’ zei Christopher met een
gespannen lachje.
‘Mijn ex-man,’ corrigeerde ik hem.
‘Juist.’ Hij kromp ineen. ‘Ik vond zijn laatste film erg overgewaardeerd.’
Zoals zo’n beetje elke film die Damian had geregisseerd – behalve die van oma
– werd overgewaardeerd, maar die weg ging ik niet in.
Een diepe, trillende lach klonk uit de hal en de haartjes in mijn nek gingen
recht overeind staan.
‘Hij is er!’ kondigde mijn moeder vrolijk aan toen ze de glazen deuren
opengooide.
Ik stond op toen hij met mijn moeder binnen kwam lopen en op de een of
andere manier lukte het me mijn evenwicht te bewaren toen hij vol in het zicht
verscheen.
Zijn flirterige lach vervaagde en hij keek naar me alsof hij een geest had
gezien.
Mijn maag knalde naar de grond.
‘Georgia Stanton, dit is…’ begon Christopher.
‘Noah Harrison,’ raadde ik.
Noah – de vreemdeling van de boekenwinkel – knikte.
Het maakte me niet uit hoe schandalig prachtig de man was. De enige manier
waarop hij oma’s boek in zijn handen zou krijgen, was over mijn lijk.
2
Noah
Scarlett, mijn Scarlett,
Hopelijk lees je dit pas als je halverwege de Atlantische Oceaan bent
– te ver weg voor dat koppige, prachtige hoofd van je om van
gedachten te veranderen. Ik weet dat we het erover eens waren, maar
het idee je maanden, of jaren, niet te zullen zien, maakt me kapot. Het
enige wat me bij elkaar houdt, is de wetenschap dat je veilig bent.
Vannacht, toen ik uit ons bed kroop om dit te schrijven, probeerde ik
me alles van je te herinneren. De geur van je haar en het gevoel van je
huid. Het licht in je lach en de manier waarop je je lippen samenperst
als je me plaagt. Je ogen – die beeldschone blauwe ogen – brengen me
iedere keer op mijn knieën en ik kan niet wachten ze tegen de
Coloradolucht te zien. Je bent sterk, mijn lief, en dapperder dan ik ooit
zou kunnen zijn. Ik zou nooit kunnen aangaan wat jou nu te wachten
staat. Ik hou van je, Scarlett Stanton. Ik hou al van je sinds onze
eerste dans en ik zal voor de rest van mijn leven van je houden. Klamp
je daaraan vast zolang we een oceaan van elkaar zijn gescheiden.
Geef William een kus van me. Hou hem veilig, hou hem dicht bij je en
voordat je zelfs maar tijd hebt om me te missen, ben ik thuis bij jou,
waar geen luchtalarmsirenes zullen zijn, geen missies, geen oorlog,
alleen onze liefde.
Ik zie je gauw weer.
Jameson
Stanton. De mooie, onuitstaanbare vrouw uit de boekenwinkel was Georgia
fucking Stanton.
Voor het eerst in jaren was ik sprakeloos.
Ik had dat moment waarover ik zo vaak had geschreven nog nooit ervaren, dat
moment waarop iemand een blik werpt op een totale vreemdeling en het
simpelweg wéét. Vervolgens had ze zich omgedraaid, met een boek van mijn
favoriete schrijfster in haar hand, en ze had ernaar gekeken alsof het het
antwoord bevatte op alle droefenis in haar ogen. En plotseling was ik zelf dat
moment… tot het uit elkaar klapte doordat ik me realiseerde wat ze zei.
Niemand schrijft zulke pijnlijk deprimerende fictie, gemaskeerd als
liefdesverhalen, als Noah Harrison. Haar eerdere opmerking had zich in mijn
brein geëtst als de blaren en pijn van een brandijzer.
‘Noah?’ zei Chris en hij gebaarde naar de laatste lege plek in wat op een
interventie leek.
‘Natuurlijk,’ mompelde ik, maar stapte naar Georgia. ‘Prettig je officieel te
ontmoeten, Georgia.’
Haar handdruk was warm, in tegenstelling tot haar kristalheldere, blauwe ogen.
Er was geen ontkomen aan dat gevoel, die vleug van directe aantrekkingskracht,
zelfs nu ik wist wie ze in werkelijkheid was. Ik kon er niets aan doen. Haar
woorden hadden me in de winkel ongewoon over mijn tong laten struikelen en
hier stond ik, alweer te stotteren.
Ze was beeldschoon, prachtig in feite. Haar haren vielen in golven die zo zwart
waren dat er bijna een blauwe glans over scheen en het contrast met haar
ivoorkleurige huid bracht een miljoen verschillende Sneeuwwitje-verwijzingen
in me naar boven. Niet voor jou, Morelli. Deze wil niets met je te maken hebben.
Maar ik wilde háár. Ik hoorde deze vrouw te kennen, dat voelde ik in iedere
vezel van mijn zijn.
‘Heb je nu serieus je eigen boeken gekocht?’ vroeg ze en ze trok een
wenkbrauw op terwijl ik haar hand losliet.
Het spiertje in mijn kaak trilde. Uiteraard was dat wat ze zich herinnerde. ‘Had
ik ze terug moeten zetten en jou daarmee in de waan laten dat je mening me had
beïnvloed?’
‘Ik bewonder je om je standvastigheid.’ Een hoek van haar ongelooflijk
kusbare mond krulde op. ‘Maar het had dit moment wellicht een tikje minder
ongemakkelijk gemaakt.’
‘Ik denk dat die kans verkeken was op het moment dat je zei dat al mijn boeken
hetzelfde lazen.’ En de seks onbevredigend noemde. Ik had maar één nacht nodig
en ik zou haar precies laten zien hoe bevredigend het kon zijn.
‘Dat is gewoon zo.’
Ik moest het haar nageven; ze verhoogde de inzet. Blijkbaar was ik niet de
enige stijfkop hier.
De andere vrouw in de kamer hapte naar adem en zowel Chris als Adam
mompelden iets om me eraan te herinneren dat dit niet zomaar een
beleefdheidsbezoekje was.
‘Noah Harrison.’ Ik schudde de hand van de oudere vrouw en nam haar
uiterlijk en teint in me op. Dit moest… Georgia’s moeder zijn?
‘Ava Stanton,’ antwoordde ze me met een verblindende lach. ‘Ik ben Georgia’s
moeder.’
‘Al hadden ze makkelijk voor zussen kunnen doorgaan,’ voegde Chris er met
een kleine grinnik aan toe.
Ik weerstond de neiging met mijn ogen te rollen.
Georgia niet, waardoor ik een lach moest verbijten.
We namen allemaal plaats, ik recht tegenover Georgia. Ze leunde achterover in
haar stoel en sloeg haar benen over elkaar. Op de een of andere manier kreeg ze
het voor elkaar om er zowel ontspannen als koninklijk uit te zien in haar
spijkerbroek en getailleerd bloesje.
Wacht. Ergens in mijn brein ging er een belletje rinkelen. Ik had haar eerder
gezien, niet alleen in de boekenwinkel. Beelden van haar bij een gala flitsten
door mijn hoofd. Hadden onze paden elkaar eerder gekruist?
‘Dus, Noah, waarom steek je niet van wal en vertel je Georgia – en Ava,
uiteraard – waarom ze Scarlett Stantons onafgeronde meesterwerk aan jou
zouden moeten toevertrouwen,’ spoorde Chris me aan.
Ik knipperde met mijn ogen. ‘Sorry?’ Ik was hier om het manuscript op te
halen. Punt. Dat was mijn enige voorwaarde geweest toen ik bijna uit mijn dak
ging en ja zei. Ik wilde de eerste zijn die het las.
Adam schraapte zijn keel en schonk me een smekende blik.
Meende hij dit nou?
‘Noah?’ Zijn blik schoof betekenisvol naar de vrouwen.
Blijkbaar. Ik twijfelde tussen keihard in de lach schieten en een spottende
opmerking. ‘Omdat ik beloof het niet kwijt te raken?’ Mijn stem schoot aan het
eind omhoog, waardoor mijn overduidelijke mededeling veranderde in een
vraag.
‘Geruststellend,’ merkte Georgia op.
Ik kneep mijn ogen tot spleetjes.
‘Noah, laten we even de hal in stappen,’ stelde Adam voor.
‘Ik zal voor iedereen iets te drinken halen!’ bood Ava aan en ze kwam snel
overeind.
Georgia wendde haar blik af terwijl ik Adam door de openslaande deuren van
de woonkamer naar de gewelfde hal volgde.
Het huis was bescheiden voor wat ik wist over de nalatenschap van Stanton,
maar het vakmanschap in het houtwerk van de kroonlijsten en de trapleuning van
de gewelfde trap toonden zowel de kwaliteit van de bouw als de smaak van de
vorige eigenares. Net zoals haar feilloos betoverende schrijfstijl gedetailleerd
was zonder overdadig te worden, voelde het huis vrouwelijk aan zonder in de
categorie bloemenprintjes-uit-de-hel te vallen. Het was ingetogen en elegant…
Wat me aan Georgia deed denken, maar dan zonder het temperament.
‘We hebben een probleem.’ Adam haalde zijn hand door zijn donkerblonde
haar en gaf me een blik die ik nog maar een keer eerder had gezien: toen ze een
typefout op een van mijn covers hadden ontdekt, terwijl het boek al naar de
drukker was.
‘Ik luister.’ Ik vouwde mijn armen voor mijn borst over elkaar. Adam was een
van mijn beste vrienden en zo nuchter als hij vond je ze niet in het New Yorkse
uitgeverswereldje, dus als hij zei dat we een probleem hadden, dan was dat zo.
‘De moeder liet ons geloven dat zij de dochter was,’ flapte hij eruit.
‘Op welke manier?’ Oké, allebei de vrouwen waren mooi, maar Ava was met
gemak een decennium of twee ouder.
‘Op de wie-heeft-de-rechten-van-dit-boek-manier.’
Mijn maag dreigde mijn lunch eruit te gooien. Nu snapte ik het. De moeder
wilde mij voor dit boek… Georgia níét. Holy shit.
‘Zeg je me nu dat het contract waar we wekenlang over hebben onderhandeld
op het punt staat in duigen te vallen?’ Mijn kaak verstrakte. Ik had niet gewoon
tijd voor dit project vrij gemaakt, ik had mijn hele léven ervoor stilgezet, was
ervoor vanuit Peru gekomen. Ik wilde dit verdomde boek en de gedachte dat het
door mijn vingers zou glippen was ondenkbaar.
‘Als je Georgia Stanton er niet van kunt overtuigen dat je de perfecte auteur
voor het boek bent, dan is dat precies wat ik zeg.’
‘Fuck.’ Ik leefde voor uitdagingen, bracht mijn vrije tijd door met
bergbeklimmen en schrijven om mijn lichaam en geest tot het uiterste te pushen
en dit boek was mijn mentale Mount Everest, iets wat me buiten mijn
comfortzone dwong. De stem van een andere auteur vertolken, vooral een zo
geliefd als Scarlett Stanton, zou niet alleen een professionele uitdaging zijn. Er
speelde ook een persoonlijk belang mee.
‘Yep,’ was Adam het met me eens.
‘Ik heb haar eerder vandaag ontmoet. Ze haat mijn boeken.’ Wat niet veel
goeds voor me voorspelde.
‘Dat begreep ik al. Vertel me alsjeblieft dat je niet je gebruikelijke hufter-zelf
was?’ Zijn ogen versmalden lichtjes.
‘Eh, “hufter” is een relatief begrip.’
‘Geweldig.’ Zijn toon droop van het sarcasme.
Ik wreef over de huid tussen mijn wenkbrauwen terwijl mijn hersenen op volle
toeren draaiden. Ik moest een manier zien te bedenken om de vrouw van
gedachten te laten veranderen, terwijl ze duidelijk haar mening over mijn
schrijverskwaliteiten al klaar had voordat we elkaar hadden ontmoet. Ik kon me
de laatste keer niet herinneren dat hard werken of een beetje charme me niet
hadden bezorgd wat ik zo graag wilde en het lag ook niet in mijn aard om het te
laten schieten of me gewonnen te geven.
‘Wat denk je ervan als ik je een minuut of twee geef om je gedachten op een rij
te zetten en dat je dan met een wonder terug naar binnen komt?’ Hij gaf me een
mep op mijn schouder en liet me achter in de hal, terwijl Ava in de keuken
rommelde.
Ik pakte mijn mobiel uit mijn kontzak en belde de enige persoon waarvan ik
wist dat ze me een onbevooroordeeld advies zou geven.
‘Wat moet je, Noah?’ klonk Adriennes stem over de kakofonie van haar
kinderen op de achtergrond.
‘Hoe overtuig ik iemand die mijn boeken haat dat ik geen waardeloze schrijver
ben?’ vroeg ik zachtjes terwijl ik me naar de openslaande deuren draaide.
‘Bel je nu echt alleen zodat ik je ego kan strelen?’
‘Ik maak geen grapje.’
‘Je hebt nooit eerder iets om de mening van anderen gegeven. Wat is er aan de
hand?’ Haar stem verzachtte.
‘Het is belachelijk ingewikkeld en ik heb ongeveer twee minuten om met een
oplossing te komen.’
‘Oké. Nou, ten eerste ben je geen waardeloze schrijver en je hebt de
bewondering van miljoenen lezers om dat te bewijzen.’ De achtergrondgeluiden
vervaagden, alsof ze een deur had dichtgedaan.
‘Dat moet je wel zeggen… Je bent mijn zus.’
‘En ten minste elf van je boeken vond ik vreselijk,’ reageerde ze vrolijk.
Ik snoof een lach. ‘Dat is een raar specifiek getal.’
‘Niets raars aan. Ik kan je precies vertellen welke…’
‘Dit helpt niet bepaald, Adrienne.’ Ik bestudeerde de kleine verzameling foto’s
op de sidetable, waartussen diverse glazen vazen stonden. Die ene in de vorm
van een golf leek handgeblazen en het stond naast de foto van een kleine jongen,
waarschijnlijk genomen aan het eind van de jaren veertig. Er stond een ander
plaatje naast, dat van een debutantenbal leek te zijn… Dat van Ava misschien?
En nog een van een kind dat Georgia moest zijn, in de tuin. Zelfs als kind zag ze
er serieus en een beetje treurig uit, alsof de wereld haar al had teleurgesteld. ‘Ik
geloof niet dat het helpt als ik Georgia Stanton vertel dat mijn eigen zus mijn
boeken niet leuk vindt.’
‘Ik bedoel alleen maar dat ik je plots vreselijk vind, niet je schrijfst…’
Adrienne viel stil. ‘Wacht, zei je nu Georgia Stanton?’
‘Ja.’
‘Holy shit,’ mompelde ze.
‘Ik heb waarschijnlijk nog dertig seconden over.’ Ik voelde iedere hartslag alsof
het een countdown was. Hoe had dit zo snel zo verkeerd kunnen lopen?
‘Wat de hel moet jij met Scarlett Stantons achterkleindochter?’
‘Herinner je je nog het hele ingewikkelde deel van dit gesprek? En hoe weet jij
wie Georgia Stanton is?’
‘Hoe weet jij níét wie ze is?’
Ava kwam de hal binnen met een klein dienblad vol met wat glazen limonade
leken te zijn. Ze schonk me een lach en glipte toen door de open deuren.
De tijd begon te dringen. ‘Luister, Scarlett Stanton heeft een onafgerond
manuscript nagelaten en Georgia – die mijn boeken haat – is degene die beslist
of ik het af mag schrijven.’
Mijn zus hapte naar adem.
‘Zeg iets.’
‘Oké, oké.’ Ze was even stil en ik kon de radertjes in haar snelle brein praktisch
horen draaien. ‘Je zegt tegen Georgia dat onder geen enkele voorwaarde Damian
Ellsworth het verhaal mag regisseren, produceren of er zelfs maar aan mag
snuffelen.’
Mijn voorhoofd fronste. ‘Dit heeft niets te maken met filmrechten.’ Die gast
was sowieso een waardeloze regisseur. Ik had hem al meer dan eens afgewezen
voor een van mijn filmopties.
‘O, kom op, als dit een Scarlett Stanton is die door jóú wordt af geschreven,
gaat het enorm worden.’
Daar had ik niets tegenin te brengen. Scarlett had in veertig jaar tijd met geen
enkele release de New York Times gemist. ‘Wat heeft Damian Ellsworth te maken
met de Stantons?’
‘Huh. Ik weet echt iets wat jij niet weet. Wat gek…’ mijmerde ze.
‘Adrienne,’ gromde ik.
‘Laat me nog even van dit moment genieten,’ jubelde ze.
‘Ik ga dit contract mislopen.’
‘Als je het zo stelt.’ Ik zag voor me hoe ze met haar ogen rolde. ‘Ellsworth is –
sinds deze week – Georgia’s ex-man. Hij regisseerde The Winter Bride…’
‘Het Stanton-boek? Over die man die in een liefdeloos huwelijk gevangen zat?’
‘Ja, dat. Hoe dan ook, hij werd betrapt op een affaire met Paige Parker…
Ironisch, of niet? Ze kan ieder moment van het bewijs daarvan bevallen. Kom jij
nooit in een supermarkt? Georgia heeft de afgelopen zes maanden op de
voorpagina van ieder roddelblad gestaan. Ze noemen haar De IJskoningin omdat
ze niet veel emoties liet zien en je weet wel, door die titel.’
‘Meen je dit serieus?’ Dat verhaal draaide om een gevat, maar wreed spel
tegenover de hooghartige echtgenote in het boek, die, als ik het me goed
herinnerde, stierf voordat de held en heldin samen het geluk vonden. Over leven
dat de kunst imiteert gesproken.
‘Het is eigenlijk heel triest.’ Haar stem stierf weg. ‘Gewoonlijk vermeed ze
sowieso de media al, maar nu… nou, het is overal.’
‘Ah, shit.’ Ik knarste mijn tanden. Geen enkele vrouw verdiende dat. Mijn
vader leerde me dat een man slechts zo goed als zijn woord is en dat is wat
geloften waren, het ultieme woord. Er was een reden dat ik nooit was getrouwd.
Ik deed geen beloftes waaraan ik me niet kon houden en ik was nog nooit met
een vrouw geweest voor wie ik het over had alle anderen op te geven. ‘Oké.
Bedankt, Adrienne.’ Ik beende naar de woonkamerdeuren.
‘Succes. Wacht… Noah?’
‘Ja?’ Ik bleef staan, mijn vingers op de koperen deurklink.
‘Wees het met haar eens.’
‘Sorry?’
‘Dit gaat niet over jou, het gaat over haar overgrootmoeder. Laat je gigantische
ego bij de deur achter.’
‘Ik heb geen…’
‘Jawel, dat heb je wel.’
Ik snoof. Het was geen schande om te weten dat je de beste was in wat je deed,
maar romantiek was niet wat ik normaal gesproken schreef. ‘Nog meer?’ vroeg
ik sarcastisch. Laat het maar aan mijn zus over om iedere tekortkoming aan te
stippen.
‘Hmmm. Je zou haar over mam moeten vertellen.’
‘Nee.’ Dat ging niet gebeuren.
‘Noah, ik zeg het je, meiden hebben een zwak voor een kerel die zo veel van
zijn moeder houdt dat hij haar voorleest. Het zal haar over de streep trekken.
Geloof me, maar probeer niet je zin te krijgen door te flirten.’
‘Ik flirt niet…’
Ze schoot in de lach. ‘Ik ken je véél te goed en ik hou van je, maar ik heb foto’s
van Georgia Stanton gezien en ze is véél te hoog gegrepen voor je.’
Daar kon ik het niet mee oneens zijn. ‘Fraai, hoor. Bedankt en ik hou ook van
jou. Tot volgend weekend.’
‘Niets extravagants!’
‘Wat ik mijn nichtje voor haar verjaardag geef, is tussen haar en mij. Zie je
dan.’ Ik hing op en liep de woonkamer in. Alle gezichten, behalve die van
Georgia, draaiden mijn kant op, de een nog hoopvoller dan de ander.
Ik nam mijn tijd terwijl ik mijn weg terug naar mijn stoel vond en bleef even
staan om de foto die Georgia’s aandacht had getrokken te bekijken.
Het was Scarlett Stanton, achter een groot bureau, haar bril op haar neus
geschoven terwijl ze zat te typen op de ouderwetse typemachine waar ze al haar
boeken op had geschreven. En met haar rug tegen de zijkant van het bureau
geleund, lezend op de vloer, zat Georgia. Ze leek een jaar of tien.
Zij had de rechten van haar overgrootmoeders boek… Niet haar moeder, die
Scarletts kleindochter was, wat betekende dat hier een familiedynamiek speelde
waar ik totaal niet van op de hoogte was.
In plaats van te gaan zitten, bleef ik achter de mij aangewezen stoel staan. Ik
greep de zijkanten lichtjes beet, mijn rug naar de openhaard gekeerd, en
bestudeerde Georgia zoals ik een klif bestudeerde die ik vastbesloten was te
beklimmen, zoekend naar de juiste route, het beste pad. ‘Het zit zo,’ zei ik
rechtstreeks tegen Georgia, de anderen in de kamer negerend. ‘Jij vindt mijn
boeken niets.’
Ze trok een wenkbrauw op, haar hoofd lichtjes gekanteld.
‘Dat is niet erg, want ik ben toevallig gék op de boeken van Scarlett Stanton.
Op ze allemaal. Stuk voor stuk. Ik ben niet de romantiekhater die je denkt dat ik
ben. Ik heb ze allemaal twee keer gelezen, sommige zelfs nog vaker. Ze had een
unieke stem, een ongekende, diepgewortelde schrijfstijl en de kunst om emoties
op te wekken die me omverblazen waar het op romantiek aankomt.’ Ik haalde
mijn schouders op.
‘Daar zijn we het dan over eens,’ zei Georgia, maar er klonk niets scherps in
haar stem.
‘Er is niemand in dit genre die zich kan meten aan je overgrootmoeder, maar ik
zou niemand anders haar boek toevertrouwen en ik ken meer dan een paar
andere schrijvers. Ik ben degene die je nodig hebt. Ik ben degene die aan dit
boek recht zal doen. Alle anderen zullen er op het niveau dat dit boek vereist hun
eigen draai aan willen geven, of hun eigen stempel erop willen drukken. Ik niet,’
beloofde ik.
‘Jij niet?’ Ze verschoof in haar stoel.
‘Wanneer je mij het boek laat af schrijven, zal het háár boek zijn. Ik zal me
onvermoeibaar inzetten om ervoor te zorgen dat het leest alsof ze de laatste helft
zelf heeft geschreven. Je zult niet in staat zijn aan te geven waar zij stopt met
schrijven en ik begin.’
‘Het laatste derde deel,’ corrigeerde Ava me.
‘Hoeveel het ook is.’ Mijn ogen weken niet van Georgia’s standvastige blik.
Wat had Ellsworth in godsnaam bezield? Ze was pijnlijk, file-veroorzakend
mooi, met prachtige rondingen en een brein dat scherp genoeg was om haar
rappe tong bij te houden. Geen enkele man die bij zijn gezonde verstand was,
zou een vrouw als zij bedriegen. ‘Ik weet dat je je twijfels hebt, maar ik ga door
tot ik je voor me heb gewonnen.’
Hou je hoofd bij de zaken.
‘Want zó goed ben je,’ zei ze met een flinke portie sarcasme.
Ik onderdrukte een lach. ‘Want zo verdomd goed ben ik.’
Ze bestudeerde me aandachtig terwijl de staande klok naast ons de seconden
wegtikte. Toen schudde ze haar hoofd. ‘Nee.’
‘Nee?’ Ik knipperde met mijn ogen en mijn kaak verstrakte.
‘Nee. Dit boek is ongelooflijk persoonlijk voor deze familie…’
‘Het is voor mij ook persoonlijk.’ Shit. Ik zou dit echt zomaar kunnen
verliezen. Ik liet de stoel los en wreef over mijn nek. ‘Luister, mijn moeder heeft
een ernstig auto-ongeluk gehad toen ik zestien was en… die zomer bracht ik
naast haar bed door om jouw oma’s boeken aan haar voor te lezen.’ Ik liet
achterwege dat het een deel van de straf was die mijn vader me had opgelegd.
‘Zelfs de bevrédigende stukken.’ Mijn lippen krulden tegelijkertijd met haar
wenkbrauwen op. ‘Het is persoonlijk.’
Haar blik verschoof en verzachtte een moment voordat ze haar kin
omhoogduwde. ‘Zou je bereid zijn je naam van het boek af te houden?’
Mijn maag tolde. Verdomme, ze ging rechtstreeks voor de genadeklap, of niet
dan?
Laat je ego bij de deur. Adrienne was altijd de verstandigste van ons tweeën
geweest, maar op dit ogenblik haar advies ter harte nemen, was ongeveer net zo
pijnloos als mijn ziel over een kaasschaaf halen.
Was het de droom van mijn leven om mijn naam naast die van Scarlett Stanton
te hebben staan? Natuurlijk. Maar het ging om veel meer dan dat. Het was geen
leugen, de vrouw was een van mijn idolen en tot op de dag van vandaag nog
steeds mijn moeders favoriete auteur… Mij daarbij inbegrepen.
‘Als mijn naam van het manuscript halen is wat ervoor nodig is om jou ervan te
verzekeren dat ik hier voor het boek ben en niet om met de eer te strijken, dan
doe ik dat.’ Ik antwoordde langzaam om ervoor te zorgen dat ze wist dat ik het
meende.
Haar ogen knipperden van verbazing en haar lippen weken uiteen. ‘Weet je dat
zeker?’
‘Ja.’ Mijn kaak verstrakte kort. Toen nog een keer. Dit was niet anders dan een
klim niet vastleggen, toch? Ik zou weten dat ik het had gedaan, ook al wist
niemand anders het. Ik zou in ieder geval de eerste zijn die het manuscript in
handen kreeg, nog voor Adam of Chris. ‘Maar ik zou graag toestemming krijgen
om het mijn familie te vertellen, aangezien ik dat al heb gedaan.’
Een glinstering van een lach verlichtte haar gezicht, maar snel verborg ze haar
uitdrukking. ‘Als, en dat is áls, ik ermee instem dat jij het afmaakt, wil ik de
uiteindelijke goedkeuring van het uiteindelijke manuscript.’
Mijn grip verstrakte en mijn vingers boorden zich in de stof van de stoel.
Adam sputterde tegen.
Chris mompelde een vloekwoord.
Ava’s aandacht schoot van haar dochters gezicht naar het mijne alsof ze naar
een tenniswedstrijd keek.
Zelfs met alles wat er gaande was, voelde het op de een of andere manier alsof
Georgia en ik de enige mensen in de ruimte waren. Er was een vonk tussen ons,
een connectie. Ik had het in de boekenwinkel gevoeld en nu was het nog sterker.
Of het nu de uitdaging was, de aantrekkingskracht, de mogelijkheid op het
manuscript of iets anders wist ik niet goed, maar het was er, zo voelbaar als een
elektrische schok.
‘We kunnen redactionele input zeker bespreken, maar Noah heeft voor zijn
laatste twintig boeken de uiteindelijke goedkeuring van het manuscript in zijn
contract gekregen,’ bracht Adam zachtjes in, wetend dat dit een van mijn harde
eisen was. Wanneer ik eenmaal wist waar het verhaal heen ging, liet ik de
personages me erheen brengen, ongeacht welke redactionele input dan ook.
Maar dit was mijn verhaal niet, toch? Dit was de nalatenschap van haar
overgrootmoeder.
‘Prima. Ik stem ermee in om tweede stuurman van het schip te zijn.’ Het druiste
in tegen iedere vezel in mijn lijf, maar ik zou het doen.
Zowel Chris als Adam gaapten me aan.
‘Voor deze ene keer,’ voegde ik eraan toe, met een blik op mijn uitgeversteam.
Mijn agent zou over de zeik gaan als ik hier een precedent schiep.
Langzaam, heel langzaam, leunde Georgia achterover in haar stoel. ‘Ik moet
het eerst lezen en daarna met Helen praten, oma’s agent.’
Inwendig vloekte ik, maar ik knikte. Tot zover de eerste lezer zijn. ‘Ik logeer in
het Roaring Creek Bed and Breakfast. Ik zal het adres…’
‘Ik weet waar het is.’
‘Juist. Ik blijf tot het eind van de week. Wanneer we het voor die tijd eens zijn
over een contract, neem ik het manuscript en de brieven met me mee naar New
York en begin eraan.’ Maar goed dat ik van bergbeklimmen hield, want dat was
hier volop te doen terwijl zij haar besluit nam. Hoezeer ik er ook een hekel aan
had het te moeten toegeven, ik had geen invloed meer op deze deal.
‘Prima.’ Ze knikte. ‘En je kunt je naam erop zetten.’
Mijn hart maakte een sprongetje. Blijkbaar was ik voor de test geslaagd.
Chris, Adam en Ava slaakten een collectieve zucht.
Georgia’s ogen vlogen wijd open en haar blik schoot naar haar moeder.
‘Wacht.’
Iedere spier in mijn lichaam verstijfde.
‘Welke brieven?’
3
Juli 1940
Middle Wallop, Engeland
Nou, dat was een probleem dat ze had moeten voorzien. Scarletts blik schoot
naar het perron om het een laatste keer te scannen. Gewoon voor de zekerheid.
Haar zus naast haar deed hetzelfde. Het treinstation was behoorlijk leeg voor een
zondagmiddag, waardoor het duidelijk werd dat Mary was vergeten hen, zoals
beloofd, op te halen. Teleurstellend, maar te verwachten.
‘Ze zal vast zo komen,’ merkte Constance op terwijl ze een geforceerde
glimlach toonde. Haar zus was altijd de optimistische van hun twee geweest.
‘Laten we buiten kijken,’ stelde Scarlett voor en ze haakte haar arm door die
van Constance terwijl ze hun kleine koffers van het perron pakten. Ze hadden
slechts twee dagen verlof gehad, maar de tijd leek bij Scarlett altijd voorbij te
kruipen wanneer ze thuis waren.
Het was – vooral met hun rang – moeilijk om verlof te krijgen in de Women’s
Auxiliary Air Force, de door vrouwen geleide hulporganisatie van de Royal Air
Force, oftewel de RAF. Maar zoals gebruikelijk had hun vader aan de nodige
touwtjes getrokken, wat ze geen van beiden konden waarderen. Touwtjes waar
hij maar al te graag aan trok, alsof zij en Constance zijn persoonlijke marionetten
waren.
Op een bepaalde manier waren ze dat ook nog steeds.
Wanneer baron en lady Wright hun aanwezigheid verzochten, werd van hun
dochters verwacht hieraan te voldoen, uniform of niet. Maar diezelfde touwtjes
hadden ervoor gezorgd dat zijn dochters bij elkaar waren geplaatst en daar was
Scarlett ongekend dankbaar voor. Trouwens, een weekend luisteren naar haar
moeder die probeerde haar leven voor haar uit te stippelen was het allemaal
waard als dat betekende dat Constance Edward kon zien. Haar zus was jaren
geleden verliefd geworden op de zoon van een familievriend. Ze waren allemaal
samen opgegroeid gedurende hun zomers in Ashby en ze had niet blijer kunnen
zijn voor haar zus. In ieder geval zou een van hen gelukkig worden.
Haar pet beschermde haar ogen tegen de zon toen ze het station verlieten, maar
er viel niet veel te doen tegen de verstikkende hitte van laat juli, vooral in
uniform.
‘Eerlijk gezegd blijf ik steeds hopen dat ze eens wat punctueler wordt,’ merkte
Constance zachtjes op terwijl mensen hen op het trottoir passeerden. Constance
mocht van hun twee dan wel beschouwd worden als degene die in het openbaar
meer gereserveerd was, tegenover Scarlett hield ze haar mening niet voor zich.
Haar moeder daarentegen dacht dat Constance simpelweg geen mening hád.
‘Er was gisteravond een dansfeest.’ Scarlett gaf Constance een betekenisvolle
blik en ze zuchtte. ‘We kunnen maar beter gaan lopen als we op tijd willen
inklokken.’ Er zat niets anders op.
‘Oké.’
Ze grepen de hendels van hun bagage en begonnen aan de lange wandeling
naar hun vliegbasis. Gelukkig hadden ze allebei licht gepakt, want ze waren nog
niet eens bij de hoek en Scarlett was al uitgeput, gebukt als ze ging onder het
nieuws dat haar moeder haar had medegedeeld.
‘Ik ga niet met hem trouwen,’ merkte ze met een rukje van haar kin op terwijl
ze hun weg over het trottoir voortzetten.
‘Voel je je nu beter?’ vroeg Constance en ze trok haar donkere wenkbrauwen
op. ‘Je houdt dit al de hele dag voor je. Ik denk dat dit de stilste treinreis is die
we ooit hebben gehad.’
‘Ik ga niet met hem trouwen,’ herhaalde ze, elk woord venijnig uitgesproken.
Alleen al de gedachte eraan maakte dat haar maag zich omdraaide.
Een oudere vrouw, die passeerde, schonk haar een afkeurende blik.
‘Natuurlijk niet,’ reageerde Constance, maar allebei wisten ze wel beter. Dit
waren de enige jaren die aan henzelf toebehoorden, en dat alleen doordat ze
midden in een oorlog zaten. Anders waren ze inmiddels al uitgehuwelijkt aan de
hoogste bieder, als het aan hun ouders had gelegen.
‘Hij is afschuwelijk.’ Scarlett schudde haar hoofd. Van alle dingen die haar
ouders haar in haar twintig jaar lange leven hadden gevraagd, was dit het ergst.
‘Dat is hij zeker,’ was Constance het met haar eens. ‘Ik kan niet geloven dat hij
het hele weekend is gebleven. Zag je hoeveel hij at? Zijn vader was zelfs nog
erger. Er is een reden dat we op rantsoen zijn.’
Zijn omvang was niet zozeer wat Scarlett zorgen baarde als wel wat hij deed.
Trouwen met Henry Wadsworth zou haar dood worden. Niet omdat hij algemeen
bekend stond als rokkenjager of dat de vernedering haar de das om zou doen; dat
was te verwachten. Nee, zelfs haar schandaal-bezwerende moeder kon Alice, de
dochter van hun huishoudster, vanmorgen niet snel genoeg verbergen om te
voorkomen dat Scarlett de blauwe plekken op het lichaam van de jonge vrouw
had gezien.
Niet alleen had haar vader de schaamteloze mishandeling genegeerd, hij had
Scarlett tijdens het ontbijt naast Henry laten zitten.
Geen wonder dat ze niets had gegeten.
‘Het kan me niet schelen als die verdomde titel van hen wordt afgepakt. Ik ga
niet met hem trouwen.’ Haar greep op haar bagage verstevigde. Ze konden haar
niet dwingen, niet legaal. Maar ze zouden met het woord ‘plicht’ in het rond
strooien, alsof trouwen met dat monster de koning in hoogst eigen persoon uit de
greep van de nazi’s zou redden.
En zelfs dan… Haar liefde voor koning en vaderland was genoeg om haar
leven voor het hogere doel te riskeren, maar dit draaide niet om koning en
vaderland.
Het ging om geld.
‘Het enige wat hij wil is die titel,’ brieste Scarlett terwijl ze het dorp uit liepen
en de weg insloegen die naar RAF Middle Wallop leidde. ‘Hij denkt dat hij zich
een weg naar binnen kan kopen.’
‘Hij heeft gelijk.’ Constance trok haar neus op. ‘Maar hij heeft je nog niet
gevraagd, dus misschien vindt hij een andere titel om te kopen terwijl hij met
zijn dikke kont de sociale ladder opklautert.’
Scarlett schoot in de lach bij de gedachte aan hem terwijl hij wat dan ook
opklauterde zonder zijn broek over zijn buik te moeten trekken, maar het geluid
stierf net zo snel weg als dat het was begonnen. ‘Niets van dat alles lijkt er nu
toe te doen, of wel? Plannen maken voor een tijd die wellicht nooit komt.’ Ze
moesten eerst déze periode maar eens zien door te komen.
Constance schudde haar hoofd en het zonlicht glansde op haar ravenzwarte
lokken. ‘Dat is waar. Maar op een dag zal het er heel veel toe doen.’
‘Of misschien… niet,’ mijmerde Scarlett. ‘Misschien is alles dan anders.’ Ze
keek naar het uniform dat ze het afgelopen jaar had gedragen. In die periode was
bijna alles in haar leven veranderd. Hoe heet ze het ook mocht hebben of hoe
onaangenaam ze zich ook mocht voelen, ze zou het materiaal voor niets hebben
willen ruilen.
‘Hoe dan?’ Constance stootte met een stralende lach tegen haar schouder. ‘Kom
op. Vermaak me met een van je verhalen.’
‘Nu?’ Scarlett rolde met haar ogen, al wist ze dat ze zou toegeven. Er was niets
wat ze Constance zou ontzeggen.
‘Wanneer anders?’ Constance gebaarde naar de lange, stoffige weg voor hen.
‘We hebben nog minstens vijfenveertig minuten voor de boeg.’
‘Jij zou míj een verhaal kunnen vertellen,’ plaagde Scarlett.
‘Die van jou zijn altijd veel beter dan de mijne.’
‘Dat is niet waar!’ Voordat ze kon toegeven, minderde een achterop naderende
auto vaart, wat Scarlett genoeg tijd verschafte om een blik op het insigne te
werpen voordat hij naast hen kwam rijden: 11 Group Fighter Command.
Een van ons.
‘Kan ik jullie dames een lift aanbieden?’ vroeg de chauffeur.
Amerikaans. Haar hoofd schoot naar de man, haar wenkbrauwen hoog
opgetrokken van verbazing. Ze had geweten dat er een paar Amerikanen bij de
609 zaten, maar ze was er nog nooit een tegengekomen. O, mijn god.
Ze struikelde licht en Constance greep haar bij haar elleboog voordat ze
zichzelf voor schut zette.
Beheers je. Je zou denken dat ze nog nooit een knappe man had gezien. Ter
verdediging, hij was wel wat meer dan dat en dat kwam niet alleen door zijn
lichtbruine haar of die enkele haarpluk die over zijn voorhoofd viel en erom
smeekte naar achteren gestreken te worden. Het was zelfs niet die
gebeeldhouwde kin of de kleine bobbel op zijn neus die het gevolg van een
eerdere breuk moest zijn. Wat haar uit balans had gebracht, was de lach die om
zijn lippen krulde en de sprankeling in zijn mosgroene ogen toen hij zijn hoofd
kantelde… Alsof hij wist wat zijn voorkomen met haar hartslag deed.
Ze zoog haar longen vol, maar het was alsof ze een bliksemschicht had
ingeslikt. De elektriciteit maakte haar mond droog en liet haar buik salto’s
maken terwijl haar hart bonkte. ‘We redden ons wel, bedankt,’ kreeg ze voor
elkaar om te antwoorden, terwijl ze haar pas hervatte.
Ze ging niet toestaan dat haar zus met een onbekende man in een auto
belandde, wat er ook op het insigne mocht staan… toch? Het laatste wat ze kon
gebruiken was haar gezonde verstand verliezen door iets zo vergankelijk als
aantrekkingskracht. Ze had het bij zo’n beetje iedere vrouw met wie ze had
gediend gezien: eerst aantrekkingskracht, dan genegenheid, dan verdriet. Zelfs
Mary had in de afgelopen paar maanden twee geliefden verloren in de 609. Nee,
dank je zeer.
Constance gaf haar een zachte elleboogstoot, maar hield zich stil.
‘Kom op, het is nog bijna vijf kilometer naar de vliegbasis en wat… nog eens
een kilometer naar de barakken van de vrouwen?’ Hij leunde over de
bijrijdersstoel, nog altijd in hetzelfde tempo naast hen. ‘Jullie smelten hier.’
Een straal zweet liep over Constance’ wang als om zijn punt te bewijzen en
Scarlett aarzelde.
‘Jullie zijn met z’n tweeën en ik ben maar alleen. Wat zeg ik, jullie kunnen
allebei achterin zitten als je je daarbij meer op je gemak zou voelen.’ Zelfs zijn
stem was aantrekkelijk, laag en ruig, als het ruwe zand op het strand.
Constance gaf haar een elleboogstoot.
‘Au!’ Scarlett keek haar zus nors aan en zag toen de kringen onder haar ogen
door de late avond met Edward. Ze zuchtte en schonk de Amerikaan toen een
glimlach waarvan ze hoopte dat die natuurlijk overkwam. ‘Dank je wel. Een lift
naar de barakken van de vrouwen zou fijn zijn.’
Hij grijnsde en haar maag maakte weer een buiteling. O, nee. Ze zat in de
problemen… In ieder geval gedurende de komende vijf kilometer. Daarna kon
hij wat haar betrof een ander meisje in de problemen brengen.
Hij stopte netjes aan de kant, stapte vervolgens uit de auto en kwam hun kant
op. Hij was lang, met brede schouders, die fraai taps toeliepen naar de riem van
het RAF-uniform rond zijn middel. God sta haar bij, die zilveren wings en zijn
rang vertelden haar dat hij piloot was en ze wist meer dan genoeg over die
jongens om er enige aandacht aan te besteden. Volgens de andere meiden waren
ze roekeloos, gepassioneerd, vergankelijk en van korte duur.
Hij tilde hun bagage in de kofferbak. Scarlett negeerde glashard de geslepen
glimlach van Constance toen ze van de Amerikaan terug naar haar keek.
‘Haal het niet in je hoofd,’ fluisterde Scarlett.
‘Waarom niet? Dat doe jij ook, en terecht.’ Constance grijnsde toen de
Amerikaan de kofferbak dichtklapte.
‘Dames,’ zei hij terwijl hij zijn ogen op Scarlett gericht hield en hij het portier
opende.
Constance schoof eerst op de achterbank.
‘Dank je wel, luitenant.’ Scarlett boog haar hoofd en nam plaats naast
Constance.
‘Stanton,’ zei hij terwijl hij naar binnen leunde om zijn hand uit te steken. ‘Het
lijkt me dat jullie mijn naam zouden moeten weten. Jameson Stanton.’
Met haar ogen knipperend bood Scarlett haar hand aan. Zijn greep was stevig,
maar vriendelijk. ‘Assistent section officer Scarlett Wright en mijn zus,
Constance, ook assistent section officer.’
‘Geweldig,’ zei hij met een lach. ‘Leuk jullie allebei te ontmoeten.’ Hij richtte
zich tot Constance, knikte naar haar en schonk haar een glimlach. Pas daarna liet
hij Scarletts hand los.
Ze was compleet van slag toen hij het portier sloot en zijn plek achter het stuur
innam, waarna zijn ogen via de binnenspiegel de hare ontmoetten en hij
wegreed.
Hij wist niet hoe hij die kleur blauw moest noemen, maar haar ogen waren
indrukwekkend en hij was, nou, onder de indruk. Ze hadden dezelfde kleur als
het water dat hij tijdens een vakantie bij een aantal van de stranden in Florida
had gezien. Blauwer dan de luchten van zijn geliefde Colorado. Ze waren… de
reden dat hij een auto-ongeluk zou krijgen als hij niet snel op de weg lette. Hij
schraapte zijn keel en focuste zich op het rijden.
‘Je leek niet verrast te zijn toen je hoorde dat we zussen zijn,’ merkte
Constance op.
‘Is er iemand die dat wel verbaast?’ grapte hij. Constance was ongeveer een
centimeter korter dan Scarlett en ze had dezelfde helderblauwe ogen, maar in die
van haar ontbrak het vuur dat maakte dat zijn blik steeds weer terug naar de
binnenspiegel bleef dwalen.
‘Onze vader, vermoed ik,’ antwoordde Constance.
Jameson lachte.
‘Raad eens wie van ons de oudste is,’ stelde Constance voor.
‘Scarlett,’ antwoordde hij zonder erover na te denken.
‘Waarom denk je dat?’ daagde Scarlett hem uit, haar hoofd een tikkeltje
gekanteld.
‘Je stelt je beschermend op tegenover haar.’
Haar ogen lichtten op van verbazing en haar lippen krulden.
‘Ze is maar elf maanden ouder, maar ze gedraagt zich alsof het elf jaar is,’
plaagde Constance.
Dat leverde haar een brede glimlach van Scarlett op, vergezeld met het
schudden van haar hoofd. Verdomme, ze was beeldschoon. Wie liet in godsnaam
zo’n vrouw over straat lopen? Hij fronste. ‘Wat is er met jullie lift gebeurd? Ik
neem aan dat het niet jullie bedoeling was om het hele stuk terug naar de
vliegbasis te lopen.’
‘Waarschijnlijk is ze de tijd vergeten,’ antwoordde Scarlett op een toon die
maakte dat hij heel blij was dat hij niet degene was die de tijd was vergeten.
Geen man, dus. Dat feitje sloeg hij op.
‘Het lijkt erop dat we de capaciteiten van een vriendin om afspraken te
onthouden hebben overschat,’ voegde Constance eraan toe. ‘Je hebt een
geweldig accent. Waar kom je vandaan?’
‘Colorado,’ antwoordde hij en een steek heimwee raakte hem snel en diep. ‘Ik
heb haar al meer dan een jaar niet gezien, maar ze is nog altijd mijn thuis.’ Hij
miste de bergen en de scherpe lijnen die tegen de lucht afstaken. Hij miste hoe
de zuurstof voelde in zijn longen, licht en zuiver. Hij miste zijn ouders en
zondagavondetentjes. Maar dat alles zou niet lang blijven bestaan als ze dit niet
wonnen.
‘Zit je in de 609?’ vroeg Scarlett met eenzelfde accent als haar zus had, het
accent dat geld en scholing schreeuwde.
‘Sinds een paar maanden.’ Hij was naar Frankrijk gegaan om te horen te
krijgen dat hij nodig was in Engeland, en hij was niet de enige. Ze waren met
een paar Amerikanen in de 609 en de Britten hadden hen met open armen
verwelkomd zodra ze eenmaal hun vaardigheden in de lucht hadden getoond.
‘En jullie twee?’
Hij weerstond de neiging om langzamer te gaan rijden, zodat de rit wat langer
zou duren en hij Scarlett nog eens zou kunnen zien glimlachen. Stoppen had er
al toe had geleid dat hij te laat dreigde te komen bij de vluchtleiding. Zijn
binnenste verstrakte toen hun ogen elkaar gedurende een fractie van een seconde
ontmoetten in de binnenspiegel, voordat ze wegkeek.
‘We zijn allebei medewerker bij de sector operations.’ Constance trok haar
wenkbrauw op naar haar zus.
‘We zitten daar nu zo’n twee jaar,’ voegde Scarlett eraan toe.
Twee zussen. Beiden officier. Zelfde positie. Bij elkaar geplaatst. Jameson
durfde erom te wedden dat pappie óf geld óf invloed had. Vermoedelijk allebei.
Wacht… sector operations? Hij zou de inzet verhogen en zijn hele maandsalaris
erom wedden dat ze plotters waren. ‘Verplaatsen jullie daar veel vlaggen?’
Scarlett trok een wenkbrauw op en zijn hele lijf verstrakte.
‘Denk je echt dat wij piloten dat niet weten?’ Zij redden zich wel, zoveel was
zeker. Plotters hielden met behulp van radio-operators en RDF, Range en
Direction Finding, al het luchtverkeer bij. Zij creëerden de kaart waarop hij
vloog wanneer er aanvallen kwamen. En ze waren top secret.
‘Ik zou niet durven beweren wat jullie weten,’ reageerde Scarlett met een flauw
lachje.
Ze was niet alleen beeldschoon, maar ook nog eens slim, en met het feit dat ze
niet liet merken dat hij gelijk had – en hij wist dat hij gelijk had – verdiende ze
zijn respect. Hij was geïntrigeerd. Voelde zich tot haar aangetrokken. En baalde
er verdomme van dat hij nog maar een paar minuten met haar had.
Zodra ze door het hek reden, vormde zich een blok in zijn maag en met het
oplopen van de kilometerteller telde de tijd af. Hij was hier nu bijna een maand
gestationeerd en had haar nog nooit gezien. Hoe groot was de kans dat hij haar
ooit weer zou zien?
Vraag haar mee uit.
Het idee zeurde door in zijn hoofd terwijl hij tot stilstand kwam voor de
vrouwenbarakken – de Britten noemden ze hutten. De hele vliegbasis was nog in
aanbouw, maar deze waren in ieder geval klaar.
De meiden klommen de auto uit voor hij de kans kreeg het portier open te
doen, wat hem niet verbaasde. De Engelse meisjes die hij had ontmoet sinds hij
hier was geland, hadden in het afgelopen jaar waarin het Verenigd Koninkrijk in
oorlog was, geleerd veel zelf te doen.
Hij pakte hun koffers uit de kofferbak, maar hield die van Scarlett vast toen ze
ernaar reikte.
Hun vingers raakten elkaar.
Zijn hart maakte een sprongetje.
Zij schrok, maar trok zich niet terug.
‘Mag ik je mee uit eten nemen?’ vroeg hij voordat hij de moed verloor, wat niet
echt iets was waar hij de laatste tijd bang voor was, maar er was iets aan Scarlett
waardoor hij met zijn mond vol tanden stond.
Haar ogen werden groot en haar wangen rood. ‘O. Nou…’ Haar blik gleed naar
haar zus, die er niet in slaagde een lach te verbergen.
Scarlett liet haar bagage niet los. Hij ook niet.
‘Is dat een ja?’ vroeg hij met een grijns waar haar knieën het bijna van begaven.
Problemen. Voor de eerste keer in haar leven wilde ze die niet uit de weg gaan.
‘Stanton!’ riep een andere piloot terwijl hij met zijn arm om Mary heen naar
hen toe kwam gelopen. Haar lippenstift was over zijn gezicht uitgesmeerd.
Nou, die vraag was in ieder geval bij deze beantwoord.
Mary hapte naar adem en kromp ineen. ‘O, nee. Het spijt me zo! Ik wist dat ik
iets vergat vandaag!’
‘Maak je geen zorgen. Het lijkt erop dat alles voor iedereen perfect heeft
uitgepakt,’ reageerde Constance met een ondeugend lachje en haar
verlovingsring schitterde in de zon.
Scarlett keek met samengeknepen ogen naar haar zus voordat een klein rukje
haar eraan herinnerde dat ze nog altijd met haar bagage tussen Jameson en haar
in op de weg stond. Wat was dat trouwens voor naam, Jameson? Gaf hij de
voorkeur aan James? Jamie misschien?
‘Ik ben blij je te zien, Stanton. Kun je me een lift naar de vluchtleiding geven?’
vroeg de andere piloot terwijl hij zich losmaakte van Mary.
‘Natuurlijk. Zodra zij mijn vraag beantwoordt.’ Jameson keek haar recht in de
ogen.
Een zeurend stemmetje zei haar dat hij altijd zo rechtdoorzee zou zijn. Het
vertelde haar ook dat ze niet moest opgeven.
‘Scarlett,’ drong Constance aan.
‘Sorry, wat was de vraag?’ Had hij nog een vraag gesteld terwijl zij was
afgeleid door zijn blik? Haar wangen werden vuurrood.
‘Wil je me alsjeblieft toestaan je mee uit eten te nemen?’ vroeg Jameson
nogmaals. ‘Niet vanavond, aangezien ik moet vliegen. Maar een andere avond
deze week?’
Haar lippen weken uiteen. Ze had niet meer ingestemd met een date sinds de
oorlog was begonnen.
‘Het spijt me zeer, maar ik zie mannen als jij niet in mijn vrije tijd,’ lukte het
haar uit te brengen.
Constance liet een duidelijke, gefrustreerde zucht ontsnappen.
‘Mannen als ik?’ vroeg Jameson met een plagerig randje in zijn toon.
‘Amerikanen?’
‘Natuurlijk niet.’ Ze snoof. ‘Ik bedoel, niet dat ik ooit door een Amerikaan ben
uitgevraagd, uiteraard.’
‘Uiteraard.’ Die grijns was terug, waardoor haar knieën weer knikten. Hij was
echt te knap voor zijn eigen bestwil.
‘Ik bedoel piloten.’ Ze knikte naar de wings op zijn uniform. ‘Ik ga niet uit met
piloten.’ Van alle functies bij de Royal Air Force waren piloten het meest
nomadisch qua waar ze sliepen, en geografie was niet haar minste zorg. Ze
hadden ook de neiging om in een frequentie te overlijden die zij niet kon
verdragen.
‘Jammer.’ Hij klakte met zijn tong.
Ze trok aan haar bagage en hij liet de koffer los.
‘Vast en zeker jammer voor mij,’ merkte ze op en de woorden klonken waar in
haar oren. Ze zou niet moeten gaan. Maar dat betekende niet dat ze niet wílde
gaan. Verlangen galmde door haar heen als een kerkklok, hard en luid slaand, om
vervolgens in zachtere echo’s te weerklinken hoe langer ze daar naar hem stond
te kijken.
Was iedere Amerikaan zo knap als hij? Vast niet.
‘Nee, ik bedoel dat het jammer is dat ik mijn ontslag zal moeten indienen. Ik
hou van het vliegen.’ Een van Jamesons mondhoeken krulde iets verder op. ‘Ik
vraag me af of ze nog medewerkers kunnen gebruiken bij de sector command?’
De andere piloot snoof. ‘Stop met flirten; we komen te laat.’
Scarlett trok een wenkbrauw op naar Jameson.
‘Laat me je mee uit eten nemen,’ zei hij nogmaals, deze keer zachter.
‘Stanton, we moeten echt gaan. We zijn al laat.’
‘Geef me een tel, Donaldson. Kom op, Scarlett, leef eens een beetje.’ Die ogen
van hem lieten de hare niet los en braken haar weerstand.
‘Je bent behoorlijk vasthoudend,’ zei ze beschuldigend terwijl ze haar rug
rechtte.
‘Het is een van mijn sterkere kanten.’
‘Het pleit er niet echt voor dat ik wil kennismaken met je minder sterke
kanten,’ mompelde ze.
‘Die zul je ook leuk vinden.’ Hij knipoogde.
O, god. Die ene actie vaagde zo’n beetje al het gezonde verstand dat ze nog
over had weg. Ze klapte haar mond dicht om te voorkomen dat ze zou gaan
stotteren en bad dat de vlammende hitte op haar wangen haar niet verraadde. ‘Ga
je hier echt blijven staan tot ik ermee instem om met je uit eten te gaan?’
Daar leek hij een tel over na te denken en ze vocht tegen de neiging dichter
naar hem toe te leunen. ‘Nou, jij staat hier ook nog steeds, dus ik vermoed dat je
eigenlijk met me uit eten wílt.’
Dat was ook zo, verdorie. Ze wilde hem weer zien glimlachen, maar zo’n
kleine knipoog zou ze wellicht een tweede keer niet overleven.
‘Stanton!’ riep Donaldson.
Jameson keek naar haar alsof ze een toneelstuk was en hij niet kon wachten om
te zien wat er als volgt zou gebeuren.
‘Nou, als jij het niet doet, dan ga ik wel…’ begon Constance terwijl ze naar
voren stapte en Scarlett daarmee uit haar staarwedstrijd trok.
‘Ik zal met je uit eten gaan,’ flapte Scarlett eruit terwijl ze inwendig haar zus’
zelfvoldane grijns vervloekte.
‘Ga je me verplichten eerst mijn wings in te leveren?’ Hij lachte en haar maag
vulde zich wederom met een zinderend gevoel.
‘Zou je dat doen?’ vroeg ze uitdagend.
Hij liet zijn hoofd opzij zakken. ‘Als het me een etentje met jou zou
opleveren… misschien wel.’
‘Stanton, stap in die verrekte auto!’
‘Je kunt maar beter gaan,’ spoorde ze hem aan terwijl ze een grijns
onderdrukte.
‘Voor nu,’ stemde hij in en zijn ogen glinsterden terwijl hij achterwaarts
wegliep. ‘Maar ik zie je binnenkort, Scarlett.’ Hij lachte nogmaals naar haar en
verdween de auto in.
Een tel later reden ze weg en verdwenen uit het zicht op de weg naar het
vliegveld.
‘Bedankt voor je hulp, lief zusje.’ Ze rolde met haar ogen naar Constance
terwijl ze de hut in liepen.
‘Heel graag gedaan,’ reageerde Constance ongegeneerd.
‘Jij hoort de verlegen van ons twee te zijn, weet je nog?’
‘Nou, het leek er op dat jij mijn rol had overgenomen, dus nam ik die van jou.
Het is best leuk om de brutale, vrijpostige te zijn,’ mijmerde ze en lachend keek
ze over haar schouder terwijl ze door de deuropening stapte.
Scarlett snoof, maar volgde haar doortrapte, kleine koppelaar van een zus.
Ik zie je binnenkort, Scarlett. Problemen, inderdaad… Als hij de
patrouillevlucht van vanavond zou overleven. Haar borst trok samen bij de al te
realistische mogelijkheid dat dat niet ging gebeuren. Cardiff was vorige week
gebombardeerd en het patrouilleren werd steeds gevaarlijker met de opmars van
de nazi’s. Deze beklemmende ongerustheid was precies de reden dat ze een
geen-piloten-regel had, maar er was niet veel wat ze kon doen naast aan het werk
gaan en afwachten of ze Jameson ooit weer zou zien.
4
Juli 1940
Middle Wallop, Engeland
Gefilterd zonlicht scheen door de bladeren van de enorme eikenboom en
schitterde op Scarlett, die op een dik, geruit kleed onder de boom lag en
uitgebreid genoot van haar eerste vrije dag in bijna een week. Niet dat ze het erg
vond om het druk te hebben. Het gaf een zekere roes om aan het werk te zijn en
dat vond ze uitermate verslavend.
Maar er viel iets te zeggen voor een wonder boven wonder koelere dag, een
stevige bries en een goed boek.
‘Ik ben klaar,’ zei Constance, die op haar plek aan de picknicktafel met een
opgevouwen stuk papier wapperde.
‘Geen interesse,’ reageerde Scarlett, voordat ze de bladzijde omsloeg en verder
in de tegenslagen van Emma dook. Haar keus in literatuur was ook zoiets voor
haar moeder om over te zeuren, een van de vele voorbeelden waaruit bleek dat
ze faalde in het voldoen aan hun onmogelijke verwachtingen.
‘Je bent niet geïnteresseerd in wat mam heeft te zeggen?’
‘Niet als het iets te maken heeft met Lord Ladder Beklimmer.’
‘Wil je dat ik de brief aan je voorlees?’ Constance leunde naar haar zus en
klemde haar hand om de bank, zodat ze er niet af viel.
‘Niet echt.’
Constance zuchtte diep en draaide zich toen om. ‘Oké.’
Scarlett kon haar zus’ teleurstelling praktisch voelen in de lucht. ‘Waarom
vertel je me in plaats daarvan niet over die andere, popje?’ Ze wierp een blik
over haar boek heen om te zien dat Constance’ ogen oplichtten.
‘Edward zegt dat hij heeft genoten van onze tijd samen en dat hij goede hoop
heeft dat hij binnenkort zijn verlof kan afstemmen op dat van ons.’
Scarlett duwde zich op een elleboog. ‘Je kunt altijd nog met hem in Ashby
afspreken. Ik weet dat jullie het daar allebei geweldig vinden.’ Zij hield ook van
het kleine landgoed, maar haar gevoelens voor die plek waren niets vergeleken
met hoe Constance zich voelde over de plek waar ze verliefd op Edward was
geworden.
‘We zijn er inderdaad gek op.’ Constance zuchtte en liet haar handen over de
envelop gaan. ‘Maar het is de moeite niet erheen te reizen. Het is makkelijker
om hem in Londen te ontmoeten.’ Ze staarde in de verte, alsof ze vanaf daar
Edwards brigadegroep kon zien. Plots sperde ze haar ogen open en haar blik
schoof terug naar Scarlett. ‘Je ziet er prachtig uit,’ flapte ze eruit. ‘Probeer je te
ontspannen.’
‘Sorry?’ Een frons verscheen in Scarletts voorhoofd en werd dieper toen haar
zus de paar spullen die ze mee naar de tafel genomen had snel bij elkaar zocht.
‘Je haar, je jurk, het is allemaal perfect!’ Constance klemde haar spullen tegen
haar borstkas en gooide haar benen over de bank. ‘Ik ben… ergens anders!’
‘Jij bent wat?’
‘Volgens mij probeert ze ons wat privacy te geven.’
Scarletts blik schoot naar de diepe stem waar ze de afgelopen week over had
gedroomd en zag dat Jameson Stanton de rand van haar kleed naderde.
Haar hart sloeg op hol. Ze had de slachtofferlijst dagelijks gecheckt, maar het
was een opluchting hem persoonlijk te zien nadat Brighton afgelopen nacht was
gebombardeerd.
Hij was gekleed om te vliegen, minus de handschoenen en het gele
reddingsvest, en die frisse bries waar ze zo gek op was, speelde met zijn haar. Ze
duwde zichzelf overeind en bedwong de neiging om de kreukels in haar jurk
glad te strijken.
Het was een simpele, blauw geruite, getailleerde knoopjurk. Om haar middel
zat een riem, de halslijn was bescheiden en de mouwen reikten bijna tot haar
ellebogen, maar vergeleken bij het degelijke, praktische uniform dat ze de vorige
keer had gedragen, voelde ze zich zo ongeveer naakt. Gelukkig droeg ze
schoenen.
‘Luitenant,’ wist ze bij wijze van begroeting uit te brengen.
‘Laat me je overeind helpen.’ Hij stak zijn hand uit. ‘Of ik kan je vergezellen,’
opperde hij met een lome grijns, die ze in iedere vezel van haar lichaam voelde.
Alleen al de gedachte eraan maakte dat haar wangen warm werden. Het was
een ding om richting haar moeder te beweren dat ze een moderne vrouw was,
maar iets heel anders om ernaar te handelen.
‘Dat is niet nodig.’ Haar hand trilde toen ze de zijne aannam. Met een soepele
beweging trok hij haar overeind en ze bewaarde haar evenwicht door een hand
op zijn gespierde borstkas te leggen. Er was niets zacht of meegevend onder haar
vingertoppen.
‘Dank je,’ zei ze terwijl ze snel achteruit stapte en hun contact verbrak. ‘Waar
heb ik deze eer aan te danken?’ Ze voelde zich blootgesteld, overweldigd. Alles
aan hem was te veel. Zijn ogen waren te groen, zijn lach te charmant, zijn blik te
direct. Ze pakte haar boek en klemde het tegen haar borst alsof het haar enige
bescherming zou verschaffen.
‘Ik hoopte dat je dat dinertje met me ging doen.’
Hij zette geen stap naar voren, maar de lucht tussen hen voelde geladen genoeg
om het gevoel te krijgen dat ze dichter naar elkaar toe trokken en als ze niet op
zou passen, zouden ze tegen elkaar botsen.
‘Vanavond?’ piepte ze.
‘Vanavond,’ zei hij terwijl hij zijn uiterste best deed zijn ogen op haar gezicht
gericht te houden en niet op de rondingen van haar lichaam. Scarlett in uniform
was adembenemend, maar haar aantreffen terwijl ze in deze jurk onder een boom
lag te luieren? Ze blies hem compleet omver. Haar haren waren losjes
opgestoken, net zo glanzend en donker als vorige week, maar zonder de pet van
haar uniform om ze te bedekken. Haar ogen waren groot en zelfs nog blauwer
dan hij zich had herinnerd toen ze knipperend naar hem opkeek. ‘Nu meteen,
zelfs.’ Hij lachte, simpelweg omdat hij het niet kon helpen. Ze leek dat effect op
hem te hebben. Hij had de hele week al gelachen, terwijl hij dit etentje plande, in
de hoop dat Mary – de huidige vriendin van Donaldson – het niet mis had gehad
en Scarlett vrij zou zijn.
Haar zachte lippen weken verrast uiteen. ‘Je zou nu, op dit moment, uit eten
willen?’
‘Nu, op dit moment,’ bevestigde hij met een grijns, voordat zijn blik naar het
boek, dat ze in een dodelijke greep hield, zakte. ‘Emma mag ook mee, als je dat
wilt.’
‘Ik…’ Haar blik dwaalde naar links, naar het onderdak voor de vrouwen.
‘Ze is vrij!’ riep Constance vanaf de veranda.
Scarlett kneep haar ogen tot spleetjes en Jameson perste zijn lippen tussen zijn
tanden om te voorkomen dat hij in de lach schoot.
‘Ze heeft andere plannen, zoals het vermoorden van haar zus!’ kaatste Scarlett
terug.
‘Heb je hulp nodig bij het begraven van het lichaam?’ vroeg Jameson en hij
grijnsde toen Scarletts blik naar hem schoot. ‘Als je van plan bent je zus te
vermoorden, bedoel ik. Ik neem je uiteraard liever mee uit eten, maar als je erop
staat, ben ik heel goed in het graven van een kuil, als dat is wat ervoor nodig is
om tijd met je door te brengen.’
Een trage, aarzelende glimlach verspreidde zich over Scarletts gezicht en zijn
maag buitelde alsof hij midden in een duikvlucht zat.
‘Je wil uit eten gaan terwijl je zo gekleed bent?’ Ze gebaarde naar zijn
vliegenierspak.
‘Dat hoort allemaal bij het plan.’
Nieuwsgierig kantelde ze haar hoofd. ‘Oké, mijn avond is van jou, luitenant.’
Hij kon zich er nauwelijks van weerhouden zijn armen zegevierend omhoog te
gooien. Nauwelijks.
‘Je bent niet goed bij je hoofd,’ zei Scarlett toen Jameson haar vastsnoerde in de
voorstoel van de dubbeldekker. Zijn handen bewogen snel en trokken het harnas
stak, waardoor haar jurk ongemakkelijk om haar heen zat gefrommeld, al had hij
een deken over haar dijen en knieën gelegd. De manier waarop hij zijn handen
vakkundig over haar middel liet gaan, gaf haar het gevoel dat hij met meer dan
een paar meisjes was opgetrokken zónder die barrière.
‘Jij bent degene die is ingestapt,’ sprak hij haar tegen terwijl hij onder haar kin
de helm vastgespte.
‘Omdat het idee zo absurd was dat ik ervan overtuigd was dat je een grapje
maakte!’ Dit moest wel een grap zijn. Hij kon haar ieder moment uit de cockpit
trekken en haar plagen met haar reactie.
‘Ik maak nooit grapjes over vliegen. Oké, ik heb de radio ingesteld op
trainingsfrequentie, dus dan kan ik jou horen en andersom. Alles in orde?’
‘Je meent dit echt, of niet?’ Haar wenkbrauwen gingen omhoog.
Hij legde zijn duim op haar kin en verloor elk spoortje humor. ‘Laatste kans om
je te bedenken. Als je eruit wilt, maak ik je los.’
‘En als ik dat niet wil?’ vroeg ze uitdagend, een wenkbrauw opgetrokken.
‘Dan neem ik je mee uit vliegen.’ Zijn blik zakte naar haar lippen en haar
wangen werden gloeiend heet.
Haar hart jubelde bij die mogelijkheid. ‘Ik dacht dat je me mee uit eten nam?’
‘Daar is eerst vliegen voor nodig.’ Zijn duim streek over de huid onder haar lip,
waardoor er een fijne huivering langs haar ruggengraat gleed.
‘En wat gebeurt er als we betrapt worden?’ vroeg ze, wetend dat de Royal Air
Force hun vliegtuigen niet aan piloten uitleenden om hun meisje mee uit te
nemen. Niet dat zij z’n meisje was.
Hij haalde zijn schouders op met een duivelse grijns, die haar hart een slag
deed overslaan. ‘Ik gok dat ze me dan terug naar de Verenigde Staten zullen
sturen.’
Ze snoof. ‘En dat zou erg zijn? Terug naar huis worden gestuurd?’
Zijn gedachten dwaalden voor een moment af en zijn gezichtsuitdrukking
betrok. ‘Dat is het wel als ik niet zeker weet of ze me weer terug zouden nemen.’
‘Waarom zouden ze dat niet doen?’ Haar drang naar avontuur vlamde op terwijl
haar maag samentrok.
‘Vanwege het landverraadgebeuren.’ Hij gebaarde naar de RAF-patch op zijn
schouder. ‘En ja, naar huis gestuurd worden zou een straf zijn. Ik ben hier omdat
ik dat wil, niet omdat het moet. De vraag is of dat voor jou ook geldt?’ Zijn toon
verzachtte.
‘Ik ben precies waar ik zijn wil.’ Ze was vergeten dat de Amerikanen die voor
hen vlogen hun eigen staatsburgerschap op het spel zetten.
Wat een luxe zou het zijn om de oorlog te kiezen, maar Jameson deed het.
‘Laten we dan maar gaan voordat iemand ons ziet.’ Hij gaf haar een hart-
verzakkende grijns en verdween toen op de plek achter haar.
Even later sloeg de motor aan, begon de propeller te draaien en trilde ieder bot
in haar lijf toen ze wegreden van hun plek in de rij vliegtuigen, op weg naar de
startbaan. Godzijdank maakte de motor genoeg lawaai om het bonken van haar
hart te overstemmen.
Behalve zich tegen de wens van haar ouders in aansluiten bij de Women’s
Auxiliary Air Force, oftewel de WAAF, was dit het meest ongeoorloofde wat ze
ooit had gedaan. Het kon weleens het meest ongeoorloofde zijn wat ze óóit zou
doen. Die gedachte hield ze krampachtig voor zichzelf, net zo krampachtig als
dat haar handen op dit moment om het harnas klemden.
Ze sloegen rechtsaf.
‘Ben je er klaar voor?’ vroeg hij via de radio.
Ze knikte en perste haar lippen in een nerveuze lijn. Ze ging dit echt doen, naar
het onbekende vliegen met een Amerikaanse piloot die ze vorige week had
ontmoet. Als dat niet de definitie van roekeloos was, wist ze het ook niet meer.
Het gebrom van de motor ging omhoog terwijl het vliegtuig over de hobbelige
startbaan slingerde en versnelde, net als haar hartslag, en hoewel ze aan beide
kanten de velden voorbij zag flitsen, kon ze niet bepalen waar de bestrating
stopte. Dit was opwindende, angstaanjagende waanzin. De wind prikte in haar
ogen en ze knipperde verwoed voordat ze de veiligheidsbril naar beneden trok en
de grond onder haar vandaan zakte.
Alles behalve haar maag schoot de lucht in. Díé was op de grond gebleven,
daar was ze van overtuigd. Het ging beter toen ze hoogte wonnen en ze dwong
zichzelf haar ademhaling te kalmeren en haar spieren te ontspannen, zichzelf
lang genoeg gerust te stellen om alles in zich op te nemen.
Haar zintuigen werden overdonderd. Het brullen van de motor werd getemperd
door haar helm, maar verdween niet en de wind verkoelde haar huid. Het was
echter het uitzicht dat haar de adem ontnam. De zon hing nog in de lucht, maar
ze wist dat ze over niet al te lange tijd onder de horizon zou verdwijnen. Het was
alsof alles onder hen miniatuur was geworden… of zij reusachtig. Hoe dan ook,
het was verbijsterend. Ze probeerde iedere sensatie in te prenten, zodat ze het
later kon opschrijven en ze niet bang hoefde te zijn het te vergeten, maar net op
het moment dat ze de woorden had bedacht die ze kon gebruiken om het
landschap onder zich te beschrijven, gingen ze landen.
‘Hou je vast,’ zei Jameson door de radio en haar hart sloeg op hol. Hij
hanteerde het vliegtuig alsof het een deel van hem was, alsof door de lucht
vliegen net zo simpel was als het opsteken van zijn hand.
De grond kwam onder hen steeds dichterbij en hij landde, waardoor ze op het
hobbelige terrein door elkaar werd geschud. Ze kende het veld niet, maar als de
sporen in het gras enige indicatie waren, waren hier al de nodige vliegtuigen
geweest.
Het vliegtuig bromde toen de motor uitging. Jameson verscheen aan haar
linkerkant, een blos van de wind op zijn wangen, en hij schoof zijn vingers door
zijn haar.
‘Zal ik je eruit helpen?’ vroeg hij en hij gebaarde naar haar harnas.
‘Als ik nee zeg, ga je me dan in het vliegtuig te eten geven?’ plaagde ze en haar
lippen krulden op.
‘Ja.’ Het antwoord volgde onmiddellijk.
Ze slikte, haar keel plotseling droog door de intensiteit in zijn ogen.
‘Alsjeblieft, doe dat. Me helpen, bedoel ik.’ Ze trok aan haar helm.
‘Sta me toe.’ Zijn vingers schoven die van haar zachtjes opzij en ze tilde haar
kin op om hem betere toegang te verschaffen. Hij maakte de helm met een paar
snelle bewegingen los en ze trok hem van haar hoofd terwijl hij aan het harnas
begon.
‘Mijn haar zit enorm in de war,’ mijmerde ze met een lach terwijl haar hand
omhoogging naar haar mishandelde krullen. Haar moeder zou een
hartverzakking hebben gekregen.
‘Je bent prachtig.’
Een steek ontvouwde zich in haar borst en hun blikken haakten ineen terwijl de
laatste riem van haar harnas loskwam. Hij meende het.
De steek werd scherper. O god, wat was dit? Verlangen verzadigde de lucht en
vulde haar longen met iedere ademhaling.
‘Honger?’ vroeg hij, waarmee hij de stilte maar niet de spanning verbrak.
‘Uitgehongerd,’ antwoordde ze.
Zijn borst trok samen bij de blik in haar ogen, maar hij draaide zich van haar af
en stak zijn hand uit, zodat ze haar door het harnas gekreukte jurk kon
fatsoeneren met het beetje privacy dat hij haar kon verschaffen. Hij hielp haar de
cockpit uit toen ze klaar was, sprong vervolgens van de achterkant van de
vleugel en bood haar zijn handen aan.
‘Ik zal je opvangen,’ beloofde hij.
‘Dat is je geraden.’ Ze lachte terwijl ze haar weg vond over de vleugel en
daarbij een hand op de romp hield. Toen liep ze recht in zijn armen, haar handen
op zijn schouders.
Hij greep de ronding van haar heupen beet en liet haar langzaam op het gras
zakken. Het lukte hem zijn ogen op die van haar gericht te houden, in plaats van
op de vormen van haar lichaam, maar zijn hartslag schoot omhoog bij het besef
van hoe perfect ze onder zijn handen voelde, zacht en warm, slank maar niet
broos. Alleen al dit moment was de vlucht waard, de uren aan voorbereiding.
‘Dank je wel,’ zei ze toen hij haar losliet en haar adem kort stokte.
Haar haren waren verwaaid en op bepaalde plekken geplaagd door haar helm.
Die kleine imperfecties maakten dat ze tastbaar leek. Bereikbaar. Weg was de
gepolijste officier waar zijn oog op was gevallen en hier was de vrouw waar zijn
hart zomaar voor zou kunnen vallen.
Hij knipperde met zijn ogen bij die gedachte. Hij was niet echt een liefde-op-
het-eerste-gezicht type kerel, maar hij geloofde in aantrekkingskracht, chemie en
zelfs dat kleine wat ze het lot noemden. Dit voelde als alle drie.
‘Waar zijn we?’ vroeg ze terwijl hij haar over het vrijgemaakte pad leidde.
‘Een klein stukje ten noorden van de stad.’ Hij leidde haar naar de kleine open
plek die ze gisteren met de truck hadden gemaakt.
Ze hapte naar adem, bedekte haar mond met haar handen en lachte. Er stond
een kleine tafel met drie stoelen, gereed voor een vroeg diner. Hij was er zelfs in
geslaagd een echt tafelkleed op te scharrelen. Haar gezichtsuitdrukking op dit
moment? De pure verrukking in haar ogen maakte iedere gunst die hij had
gevraagd en het feit dat hij bij een half dozijn van de kerels in de 609 in het krijt
stond goed.
‘Hoe heb je dit geregeld?’ Ze liep naar de tafel.
‘Met magie.’
Ze wierp hem een blik toe over haar schouder en hij lachte.
‘Misschien dat een paar mannen iets van me te goed hebben. Heel veel tegoed.’
Hij kantelde zijn hoofd een tikkeltje toen zij zich naar de eerste stoel keerde.
‘Wellicht dat ik voorlopig geen vrije avond meer heb.’
‘En dit heb je allemaal voor mij gedaan?’ vroeg ze terwijl ze de stoel naar
achteren trok.
‘Nou, ik had een paar meiden op de reservelijst staan voor het geval je mij zou
afwijzen,’ grapte hij.
‘Het zou inderdaad heel vervelend zijn als dit allemaal voor niets was geweest,’
kaatste ze terug en ze perste haar lippen op elkaar. ‘Misschien dat Mary blij met
je zou zijn geweest.’
Hij legde zijn hand op de stoel en schatte haar toon in. Hij vloog nu een aantal
maanden met de Britten, maar hij wist nooit goed wanneer ze nu een grapje
maakten of niet.
‘O, dat gezicht van jou is onbetaalbaar.’ Ze schoot in de lach en het geluid was
net zo prachtig als zij was. ‘Vertel eens, verwachten we gezelschap?’ Ze
gebaarde naar de derde stoel.
‘Ik heb Glenn Miller uitgenodigd,’ antwoordde hij terwijl hij de stoel naar
achteren trok om zijn meest kostbare bezit te tonen.
‘Heb je een fonograaf?’ Haar mond viel open.
‘Jazeker.’ Hij tilde het deksel op en startte de kleine, draagbare fonograaf,
waarna de stilte werd opgevuld met The Glenn Miller Orchestra.
Ze bestudeerde hem met een blik op haar gezicht die hij niet als verwondering
zou durven omschrijven, maar die hem zeer zeker beviel. Tot zover zijn
zelfverzekerde houding, want zijn hart ging als een razende tekeer toen hij in de
stoel tegenover haar ging zitten.
Hij was nog nooit van zijn leven zo nerveus geweest voor een date.
Hij had er ook nog nooit herhaaldelijk om moeten vragen.
‘Stel je er niet te veel van voor; het is een picknick-diner.’ Hij reikte naar de
mand in het midden van de tafel.
‘Serieus? Had je niet een beetje meer moeite kunnen doen voor deze avond?’
Haar lippen waren opeengeperst en hij had haar door, dus hij grijnsde slechts en
serveerde hen allebei.
Het waren allemaal kleine hapjes, kaas en een heel erg dure fles wijn waar hij
absoluut geen voedselbon voor had.
‘Dit is echt geweldig,’ fluisterde ze.
‘Jij maakt het geweldig. De rest is alleen wat voorbereiding,’ reageerde hij
terwijl ze begonnen aan de maaltijd.
Ze was naar feestjes geweest en zelfs op een paar dates voordat de oorlog begon,
maar niets wat in de buurt kwam van dit. De enorme moeite die hij had gedaan,
was ongelooflijk. Toen hij haar had geplaagd met de reservelijst die hij achter de
hand had, was er een kort moment van twijfel, maar ze weigerde daarin te
blijven hangen en de avond te verpesten.
Het had geen zin om op zoek te gaan naar een parachute, want ze was
simpelweg al gesprongen.
‘Dus, hoeveel gunsten heeft die fonograaf je gekost?’ vroeg ze. Het was
moeilijk om aan een draagbare fonograaf te komen, en daarnaast waren ze ook
nog ontiegelijk duur, en ze wist wat RAF-officieren verdienden.
‘Ik moet levend terugkomen.’ Hij zei het zo feitelijk dat ze het bijna miste.
‘Sorry?’
‘Mijn moeder gaf hem vorig jaar aan me voordat ik vertrok.’ Zijn stem zakte
enigszins. ‘Ze zei dat ze wat geld opzij had gezet voor als ik zou gaan trouwen,
maar toen kondigde ik behoorlijk onverwachts – daar was ze heel duidelijk over
– aan dat ik vertrok op wat mijn vader een “hopeloze missie” noemde.’
Haar hart zonk bij de schaduw die ze door zijn ogen zag flitsen. ‘Was hij het er
niet mee eens?’
‘Hij was het er niet mee eens dat oom Vernon me leerde vliegen. Hij ronduit
verafschuwde mijn beslissing om die vaardigheden hier in te zetten. Hij dacht
dat ik alleen maar wilde vechten.’ Hij haalde zijn schouders op.
‘Was dat zo?’ De bries streelde de bovenkant van het gras en trok een haarpluk
los. Snel stak ze hem achter haar oor.
‘Deels,’ gaf Jameson met een vleug van een inschikkelijke glimlach toe. ‘Maar
ik dacht ook dat deze oorlog zich verder zou uitspreiden als we er geen eind aan
maken en ik ga verdomme niet daar in Colorado zitten duimendraaien terwijl de
oorlog naar mijn voordeur optrekt.’
De hand om zijn vork verstrakte en ze leunde over de smalle tafel om haar
vingers over die van hem te leggen. Het contact veroorzaakte een lichte tinteling
door haar lichaam.
‘Ik ben in ieder geval dankbaar dat je besloot te komen,’ zei ze. Die ene
beslissing vertelde meer over de aard van zijn karakter dan duizend mooie
woorden ooit hadden kunnen doen.
‘Ik ben blij dat je vanavond besloot mee te gaan,’ zei hij zachtjes.
‘Ik ook.’ Hun blikken hielden elkaar vast en zijn hand glipte met een streling
onder die van haar.
‘Vertel me eens iets over jezelf. Wat dan ook.’
Ze fronste haar voorhoofd in een poging iets te bedenken wat zijn interesse zou
vasthouden nu ze had besloten dat ze die wilde. ‘Ik denk dat ik op een dag graag
schrijfster zou willen worden.’
‘Dan is dat wat je moet doen,’ zei hij simpelweg, alsof het zo makkelijk was.
Misschien was dat voor een Amerikaan ook wel zo. Ze benijdde hem erom.
‘Hopen kan altijd.’ Haar stem verzachtte. ‘Er is onenigheid in ons gezin en er is
een aanhoudend meningsverschil over wie mijn toekomst mag bepalen.’
‘Wat houdt dat in?’
‘Simpel gezegd, mijn vader heeft een titel en die wil hij niet kwijt. Hij weigert
in te zien dat de wereld verandert.’
‘Een titel?’ Er ontstonden twee rimpels tussen zijn wenkbrauwen. ‘Een
functietitel? Of een die jij erft?’
‘Een die ik erf. Ik wil er niets mee te maken hebben, maar hij heeft andere
plannen. Ik hoop dat ik die kan veranderen voordat de oorlog voorbij is.’ Dat
leek niet te werken; hij keek nog steeds ongerust. ‘Het is niet alsof er nog veel
over is, trouwens. Mijn ouders hebben zo’n beetje alles uitgegeven. Het is
nietszeggend – die titel – en is verder niet van belang, dat beloof ik. Kunnen we
van onderwerp veranderen?’
‘Natuurlijk.’ Hij legde zijn bestek op zijn bord en veranderde de plaat naar
Billie Holiday. Toen ‘The Very Thought of You’ begon te spelen, stak hij zijn
hand naar haar uit. ‘Dans met me, Scarlett.’
‘Oké.’ Ze kon niet weigeren. Hij was magnetisch, schandalig knap en
belachelijk charmant.
Zijn armen sloten om haar heen terwijl ze in het licht van de ondergaande zon
op de maat wiegden en ze smolt toen hij haar dicht tegen zich aan trok. Haar
hoofd paste perfect in de ronding van zijn schouder en het ruwe materiaal van
zijn overall diende er slechts voor haar eraan te herinneren dat dit heel echt was.
Hoe makkelijk zou het zijn zichzelf een poosje in deze man te verliezen, alles
te vergeten wat om hen heen woedde en hen uiteindelijk zou opeisen, iets –
iemand – voor zichzelf te claimen.
‘Is er thuis iemand die op je wacht?’ vroeg ze en ze haatte de manier waarop
haar stem aan het eind van de zin omhoogging.
‘Thuis niet. Hier niet. Alleen mijn kleine platenspeler.’ Zijn grinnikende stem
bromde tegen haar oor. ‘En ik hou echt van muziek, maar het is niet bepaald een
monogame relatie te noemen.’
‘Dus je vliegt niet met ieder meisje naar etentjes bij zonsondergang?’ Ze
kantelde haar hoofd iets naar achteren.
Hij bracht zijn hand omhoog en nam haar kin tussen zijn duim en wijsvinger.
‘Nooit. Ik wist dat ik een geluksvogel was als ik ook maar een kans bij je kreeg,
dus ik dacht dat ik die maar beter de moeite waard kon maken.’
Haar blik zakte naar zijn lippen. ‘Dat heb je gedaan. Dat doe je.’
‘Mooi.’ Hij knikte langzaam. ‘Nu staat alles klaar voor de volgende officier die
ik langs de kant van de weg vind.’
Ze snoof en duwde zich toen lachend tegen zijn borstkas af, maar hij kreeg haar
pols te pakken en trok haar terug om vervolgens zijn mond heel dicht bij de hare
te brengen.
Ja. Ze wilde hem kussen, weten hoe hij smaakte, zijn lippen over die van haar
voelen bewegen.
‘Ben je er klaar voor?’ Zijn vingers spreidden zich over haar onderrug en hij
trok haar dichterbij.
‘Klaar voor?’ vroeg ze terwijl ze zich op haar tenen duwde.
‘Nou, je lijkt een beetje onervaren,’ fluisterde hij en zijn hoofd zakte.
‘Dat ben ik ook.’ Het kwam er net zo ademloos uit als ze zich voelde. Ze was
nog maar een keer gekust, dus dat kon ze nauwelijks ervaring noemen.
‘Dat geeft niet, we zullen het langzaamaan doen,’ beloofde hij terwijl zijn hand
omhoogkwam om haar wang te omvatten. ‘Ik wil niet dat je bang wordt als ik de
controle overdraag.’
Ze negeerde wat voor amerikanisme dat mocht zijn en strekte haar nek, maar
de man stapte bij haar vandaan. Stapte. Bij. Haar. Vandaan? Ze stond daar met
haar mond open, als een vis die naar zuurstof hapte en hij grinnikte.
‘Laten we gaan, leerling, laten we deze korte vlucht legitiem maken.’ Hij stak
zijn hand uit.
Snel knipperde ze met haar ogen. ‘Leerling?’ Was ze nu in de war over het
vakjargon?
Hij trok haar weer naar zich toe, streelde haar hals en haalde zijn handen door
haar haren terwijl hij zijn lippen liet zakken tot wat slechts centimeters boven die
van haar kon zijn.
‘Je hebt geen idee hoe graag ik je nu wil kussen, Scarlett.’
En daar gingen haar knieën.
Mooi, dan dachten ze daar hetzelfde over.
‘Maar als we nu niet meteen vertrekken, raken we de horizon kwijt en dan
wordt het drie keer zo moeilijk om het vliegtuig op de juiste hoogte te houden
als je het bestuurt.’
Ze hapte naar adem en hij streek met zijn lippen over de hare, haar plagend met
de belofte van een kus voordat hij haar verlangend achterliet.
‘Wacht. Bestuurt?’ riep ze uit.
‘Nou, ja, waar denk je anders dat trainingsvluchten voor zijn?’ Hij pakte haar
hand en trok haar zachtjes met zich mee. ‘Kom mee, je gaat het geweldig
vinden. Het is verslavend.’
‘En dodelijk.’
Hij draaide zich om en nam haar in zijn armen, zodat hij haar op de vleugel kon
tillen. Overal waar hun lichamen contact maakten, zoemde het.
‘Ik zorg dat je niets overkomt,’ beloofde hij. ‘Je hoeft me alleen maar te
vertrouwen.’
Langzaam knikte ze. ‘Oké. Dat kan ik wel.’
5
Georgia
Lieve Constance,
Jou vandaag achterlaten was het moeilijkste wat ik ooit heb
gedaan. Als het alleen om mij ging, zou ik nooit zijn vertrokken.
Dan zou ik aan je zijde zijn gebleven en deze oorlog tot het eind
hebben doorstaan, precies zoals we hadden afgesproken. Maar we
weten allebei dat dit nooit over mij ging. Mijn hart schreeuwt
vanwege alles wat we in de afgelopen paar dagen zijn
kwijtgeraakt – van de onrechtvaardigheid van dat alles. Ik beloofde
je ooit dat ik nooit zou toestaan dat onze vader William in
handen krijgt en dat meende ik.
Ik zou willen dat ik jou ook veilig kon houden. Onze levens zijn
zo anders gelopen dan we hadden gepland. Ik zou willen dat je
bij me was, dat we deze reis samen hadden kunnen maken. Al die
jaren ben jij mijn kompas geweest en ik weet niet of ik in staat
zal zijn mijn weg te vinden zonder jou, maar zoals ik vanmorgen
beloofde toen we afscheid namen, ik zal mijn uiterste best doen. Ik
draag je bij me in mijn hart, altijd. Ik zie je in Williams ogen –
onze ogen – en zijn lieve lach. Jij was altijd voorbestemd gelukkig
te worden, Constance, en het spijt me dat mijn keuzes jou van
zoveel kansen hebben beroofd het geluk te vinden. Er zal altijd een
plek voor jou bij mij zijn.
Ik hou van je met heel mijn hart.
Scarlett
‘En dan… stopt het gewoon,’ zei ik tegen Hazel terwijl we op de veranda achter
haar huis zaten en toekeken hoe de peuters in het babybadje aan onze voeten
spetterden. ‘Als lezer is dat het donkerste moment, dus je weet dat er een vervolg
moet komen, toch? Maar als haar achterkleindochter…’ Ik schudde mijn hoofd.
‘Ik begrijp waarom ze het nooit heeft kunnen schrijven.’
Om zes uur vanmorgen had ik het manuscript uitgelezen, maar ik had gewacht
tot de klok zeven uur sloeg voordat ik Hazel belde en het was keurig twaalf uur
voordat ik na een kort dutje bij haar huis was verschenen. Al sinds de
kleuterschool – het jaar waarop mijn moeder me voor de tweede keer bij oma op
de stoep achterliet – was ze mijn beste vriendin en onze vriendschap had het
overleefd ondanks de zeer verschillende wegen die onze levens waren
ingeslagen.
‘Dus het boek is op haar eigen leven gebaseerd?’ Ze leunde naar voren en
zwaaide met haar vinger naar haar zoon in het opblaasbadje voor ons. ‘Nee, nee,
Colin, niet de bal van je zusje afpakken. Geef terug.’
Het ondeugende blonde ventje, dat precies op zijn moeder leek, gaf de bal met
tegenzin terug aan zijn jongere zusje.
‘Yep. Het manuscript stopt vlak voordat ze naar de Verenigde Staten vertrok,
tenminste volgens de brieven. En de brieven…’ Langzaam liet ik mijn adem
ontsnappen, in een poging de pijn in mijn borst uit te blazen. Die liefde, het was
niet wat ik met Damian had gehad en ik begon te begrijpen waarom oma er zo
op tegen was geweest dat ik met hem trouwde. ‘Ze hielden zo veel van elkaar.
Kun je geloven dat mijn moeder een hele doos vol met correspondentie uit de
oorlog vond en me dat nooit heeft verteld?’ Ik strekte mijn benen voor me en liet
een blote voet tegen de rand van het zwembadje rusten.
‘Nou…’ Hazel grimaste. ‘We hebben het wel over je moeder.’ Snel nam ze een
slokje van haar ijsthee.
‘Dat is waar.’ Ik voelde mijn zucht tot diep in mijn botten. Hazel deed haar best
om niet te negatief te doen als het over mijn moeder ging en eerlijk gezegd was
zij waarschijnlijk de enige van wie ik dat zou accepteren, aangezien zij erbij was
in de slechtste tijden. Dat was het nou net met mijn moeder: ik mocht haar
bekritiseren, maar iemand anders niet.
‘Hoe is het? Om weer thuis te zijn?’ vroeg ze. ‘Niet dat ik persoonlijk niet wild
enthousiast ben dat je hier bent, want dat ben ik wel.’
‘Je bent gewoon blij dat er een extra persoon in de buurt is die je genoeg
vertrouwt om op te passen,’ plaagde ik.
‘Schuldig. Maar serieus, hoe is het?’
‘Ingewikkeld.’ Ik keek naar haar kinderen, die in het ondiepe water zaten te
spetteren, en overwoog mijn antwoord. ‘Als ik mijn ogen sluit, kan ik net doen
alsof de afgelopen zes jaar nooit zijn gebeurd. Ik ben nooit verliefd geworden op
Damian. Ik heb Damians… verloofde nooit ontmoet…’
‘Nee!’ Hazel hapte naar adem en haar mond viel open. ‘Is hij verloofd?’
‘Ja, als ik de zeventien appjes die ik vandaag heb ontvangen moet geloven.
Godzijdank voor de niet-storen-functie op mijn telefoon.’ De toekomstige
mevrouw Damian Ellsworth was nu een tweeëntwintigjarige blondine met veel
grotere borsten dan wat mijn gezonde C-cup vulde. Ik haalde mijn schouders op.
‘Ik verwachtte het, aangezien ze ieder moment kan bevallen.’ Niet dat het
daardoor minder pijn deed, maar ik kon toch niets veranderen aan wat er was
gebeurd.
‘Het spijt me,’ zei Hazel zachtjes. ‘Hij verdiende jou niet.’
‘Je weet dat dat niet waar is, in ieder geval niet in het begin.’ Ik zwaaide met
mijn ringloze vingers naar haar tweejarige, Danielle, die me een brede glimlach
schonk. ‘Hij wilde kinderen. Ik heb hem geen kinderen gegeven. En uiteindelijk
vond hij iemand die dat wel kon. Doet het pijn, verd…’ Ik kromp ineen, maar
hield mezelf in. Hazel zou het me nooit vergeven als haar kinderen zouden gaan
vloeken door mij. ‘Dat hij niet kon wachten tot ons huwelijk voorbij was voordat
hij aanpapte met zijn hoofdrolspeelster? Of dat het was bij de productie van een
van oma’s films? Tuurlijk. Maar we weten allebei dat zij niet het eerste meisje in
zijn caravan was en ze zal ook niet de laatste zijn. Daar benijd ik haar niet om.’
Ik was het opstapje voor zijn carrière. Ik had het alleen pas de afgelopen paar
jaar toegegeven. ‘Trouwens, we weten allebei dat de liefde allang was
verdwenen.’ Het was beetje bij beetje gedoofd door Damians affaires, waarvan
ik had gedaan alsof ze niet bestonden en die me uitholden tot ik alleen nog mijn
trots had om me aan vast te houden.
‘Prima, jij mag er helemaal zen over zijn. Ik haat hem wel genoeg voor ons
allebei.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Als Owen ooit zoiets zou flikken…’ Haar
gezicht betrok.
‘Dat zou hij nooit doen,’ verzekerde ik haar. ‘Je man is hartstikke gek op je.’
‘Hij is misschien niet gek op de tien kilo die ik nog met me meezeul na de
zwangerschap van Danielle.’ Ze schudde aan haar buik en ik rolde met mijn
ogen. ‘Maar, ter verdediging, hij is bezig met het kweken van een bierbuikje, dus
we staan gelijk. Een sexy tandarts met een bierbuikje.’ Ze grijnsde.
Ik lachte. ‘Nou, ik vind dat je er geweldig uitziet en het studiecentrum is
fenomenaal geworden! Ik kwam er langs op de heenweg.’
Ze grijnsde. ‘Dat is uit liefde ontstaan en mogelijk gemaakt dankzij een heel
gulle donateur.’ Ze nipte van haar thee en keek over haar zonnebril naar mij.
‘We hebben meer Darcy’s nodig in de wereld,’ reageerde ik met een licht
schouderophalen.
‘Zegt de vrouw die een zwak heeft voor Hemingway.’
‘Ik heb een zwak voor de broeierige creatievelingen.’
‘Over broeierig gesproken, je had me niet verteld dat Noah Harisson laat-je-
slipje-zakken-prachtig is!’ Met de rug van haar hand gaf ze een mep tegen mijn
schouder. ‘Ik zou niet op het internet hebben moeten zoeken om dat te weten!
Details!’
Dat was precíés hoe knap hij was. Mijn lippen weken uiteen bij de herinnering
aan de intensiteit van zijn donkere ogen. Waarschijnlijk zou ik spontaan
ontvlammen als hij me ooit aanraakte… Niet dat aanraken ook maar enigszins
een mogelijkheid was. Door de jaren heen had ik meer dan genoeg van Damian
gehoord om te weten dat Noah ook zo’n arrogante eikel was.
‘Ik had het een beetje druk met het verwerken van het feit dat mijn moeder
probeerde het manuscript achter mijn rug om te verkopen,’ bracht ik in. ‘En
eerlijk gezegd is die man een arrogante betweter die gespecialiseerd is in
emotioneel sadisme. Damian heeft meer dan eens geprobeerd de rechten van een
paar van zijn boeken te kopen.’ Maar waarschijnlijk zou ik op dit moment mijn
vraagtekens moeten zetten bij alles wat Damian me had verteld.
‘Prima,’ gromde ze. ‘Kunnen we het er dan in ieder geval over eens zijn dat hij
een séxy emotioneel sadist is?’
Een mondhoek krulde op. ‘Dat kunnen we, want dat is hij. Heel sexy.’ Hitte
kroop langs mijn nek omhoog door er alleen maar aan te denken hoe knap die
man was. ‘Voeg dat toe aan zijn carrière en zijn ego is bijna te groot om door de
deur te passen – je had hem moeten horen in de boekenwinkel – maar inderdaad,
een goddeloze, onmetelijke mate van sexyheid.’ Ik ging de intensiteit waarmee
hij naar me had gekeken niet eens ter sprake brengen. Die kerel had de
broeierige blik tot kunst verheven.
‘Perfect. Ga je hem de waren overhandigen?’ Ze trok haar wenkbrauwen op.
‘Want ik zou hem geven wat hij maar vroeg.’
Ik rolde met mijn ogen. ‘Als je met “waren” het manuscript en de brieven
bedoelt, dat heb ik nog niet besloten.’ Ik wreef over mijn voorhoofd en er
ontstond een brok in mijn keel. ‘Ik zou willen dat ik haar kon vragen wat ze
wilde, maar ik heb het gevoel dat ik dat al weet. Als ze had gewild dat het boek
er kwam, dan had ze het zelf wel geschreven.’
‘Waarom deed ze dat niet?’
‘Ze vertelde me eens dat het tegenover de personages netter was om ze in hun
waarde te laten, maar ze sprak er verder niet veel over en ik heb er nooit op
aangedrongen.’
‘Waarom overweeg je het dan toch?’ vroeg ze zachtjes.
‘Omdat het iets is wat mam wil wat ik haar kan geven.’ Ik glimlachte toen
Danielle een beker water over mijn tenen goot.
‘Als dat geen beladen opmerking is…’ mompelde Hazel met een zucht. ‘Je gaat
dit doen, of niet?’ Er klonk geen veroordeling in haar toon door, slechts
nieuwsgierigheid.
‘Ja, ik denk het wel.’
‘Ik snap waarom. Oma zou het ook begrijpen.’
‘Ik mis haar.’ Mijn stem brak en mijn keel kneep samen. ‘Er zijn de afgelopen
zes maanden zoveel momenten geweest waarop ik haar nodig had. En het is
alsof ze dat wist. Ze had allerlei kleine cadeautjes en bloemen voor me geregeld.’
De eerste was op mijn verjaardag gekomen, toen een op Valentijnsdag en zo ging
het door. ‘Maar alles is in elkaar gestort sinds ze overleed. Mijn huwelijk, de
productiemaatschappij, mijn liefdadigheidswerk… alles.’ De
productiemaatschappij was moeilijk geweest, aangezien Damian en ik die samen
hadden opgezet, maar het bedrijf achterlaten was de enige manier geweest om
door te gaan. Het verliezen van het liefdadigheidswerk, de stichting, dat had
maar al te duidelijk gemaakt dat ik iets moest zien te vinden om mijn dagen mee
te vullen. Een baan, vrijwilligerswerk… iets. Er zat een grens aan hoe vaak je je
huis kon schoonmaken, vooral aangezien Lydia weer terug was om te helpen.
‘Hé,’ zei Hazel fel, waardoor mijn blik terug naar haar schoot en haar
uitdrukking verzachtte. ‘Ik begrijp dat je de productiemaatschappij hebt
achtergelaten. Je haatte al dat filmgedoe, maar het liefdadigheidswerk draaide
om meer dan zijn connecties. Het bloed, zweet en de tranen die erin zijn gestopt?
Dat was allemaal van jou en nu is je toekomst van jou. Je kunt zelf bepalen wat
je ermee wilt. Ga weer beeldhouwen. Glasblazen. Wees gelukkig.’
‘De advocaten zijn bezig met het papierwerk, zodat ik met het geld aan de slag
kan.’ De enige voorwaarde in haar testament met betrekking tot haar fortuin, was
dat ik het moest weggeven aan goede doelen die ik passend vond. ‘En het is…
jaren geleden sinds ik iets met glaskunst heb gedaan.’ Mijn vingers krulden in
mijn schoot. God, ik miste de hitte, de magie die ontstond als je iets in zijn
gesmolten, meest kwetsbare staat bracht en het vervormde tot iets wat uniek
prachtig was. Maar dat alles had ik opgegeven om het productiebedrijf te starten
toen ik trouwde.
‘Ik wil alleen maar zeggen dat ik weet dat oma je pincetten niet heeft
weggegooid…’
‘Het zijn tangen.’
‘Zie je, zó lang is het geleden. Waar is het meisje gebleven dat een zomer in
Murano doorbracht, dat werd toegelaten tot haar eerste keus kunstacademie en
haar eigen expositie in New York regelde?’
‘Eén expositie.’ Ik stak een vinger op. ‘Mijn favoriete stuk werd die avond
verkocht. Het was vlak voor de bruiloft, weet je nog? Ik had maanden aan dat
stuk gewerkt.’ Het stond nog altijd in de lobby van een kantoor in Manhattan.
‘Heb ik je weleens verteld dat ik er soms heen ging? Niet vaak, alleen op dagen
dat ik het gevoel had dat Damians leven het mijne had opgeslokt. Dan ging ik op
de bank zitten en staarde er simpelweg naar, in een poging me te herinneren hoe
al die passie voelde.’
‘Maak er dan nog een. Maak er honderd. Je bent de enige die op dit moment
iets te zeggen heeft over hoe je je tijd invult, al zou ik er geen bezwaar tegen
hebben als je vrijwilligerswerk in het studiecentrum kwam doen.’
‘Ik heb helemaal geen oven of een houten mal of een werkplaats…’ Ik viel stil
en herinnerde me dat het pand van meneer Navarro te koop had gestaan, maar
schudde toen mijn hoofd. ‘Ik zou absoluut kunnen helpen bij het leesprogramma.
Laat me maar weten wanneer.’
‘Afgesproken. Je weet dat Noah Harisson een regelrecht feest van dat boek gaat
maken, toch?’ vroeg ze en ze trok haar wenkbrauw op.
‘Daar reken ik op.’ Het kon niet anders aflopen.
Drie dagen later ging de deurbel en ik klapte bijna uit elkaar. Het was tijd.
‘Ik ga wel!’ riep mijn moeder, wiens hakken ik al naar de deur hoorde klikken.
Ik vond het prima, want van de zenuwen zat ik aan mijn oma’s bureaustoel
geplakt terwijl ik voor de duizendste keer mijn beslissing overwoog sinds ik
tegen Helen had gezegd dat ze me het laatste contract moest opsturen.
Drie dagen. Langer hadden ze niet nodig gehad om het eens te worden over de
details. Helen had me verzekerd dat het meer dan redelijk was en dat we niets
hadden weggegeven wat oma niet had gewild, inclusief de uitvoeringsrechten.
Die had ze ooit alleen aan Damian verkocht en hij ging die absoluut niet meer
krijgen. Sterker nog, het was het beste contract van oma’s carrière, wat een van
de redenen was dat mijn maag zich omkeerde.
De andere reden was net het huis in gelopen.
Ik hoorde zijn stem door de deur, diep en zeker, vermengd met een vleug
opwinding. Hoe langer ik over deze deal nadacht, hoe meer ik ervan overtuigd
was dat hij echt de enige was die het kon doen. Zijn ego was verdiend in dit vak.
Hij was een specialist als het aankwam op hartverscheurende einden en dit
verhaal had er zeker een.
‘Ze is in oma’s kantoor,’ zei mam terwijl ze een van de massieve, dubbele
kersenhouten deuren opende, die oma van de wereld hadden afgesloten als ze
aan het schrijven was.
Noah Harisson vulde de deuropening, maar het voelde alsof hij de volledige
kamer in bezit nam. Hij had zo’n aanwezigheid, het soort waar andere mannen
duizenden dollars aan acteerlessen voor betaalden om te proberen die
tevoorschijn te toveren voor Damians films. Het soort aanwezigheid dat ze
moesten hebben, omdat ze rollen speelden die oma in haar boeken had
geschreven.
‘Mevrouw Stanton,’ zei hij zacht terwijl hij zijn handen in zijn zakken stak en
zijn ogen veel meer zagen dan ik wilde.
Ik wendde mijn blik af, stak een haarpluk achter mijn oor en maande het deel
van mijn hersenen tot stilte dat hem bijna had gecorrigeerd. Je bent niet langer
mevrouw Ellsworth. Wen er maar aan.
‘Ik denk dat als je oma’s verhaal gaat schrijven, je me wel Georgia kunt
noemen.’ Ik bracht mijn blik terug naar die van hem en merkte – pluspunten voor
hem – dat hij niet keek naar de planken met zeldzame boeken en zelfs niet naar
de befaamde typemachine op het midden van het bureau. Oma had gezworen bij
die typemachine. Zijn ogen waren nog steeds op mij gericht.
Míj. Alsof ik net zo zeldzaam en waardevol was als de schatten die deze kamer
vulden.
‘Georgia,’ zei hij langzaam, alsof hij mijn naam proefde. ‘Dan moet jij me
Noah noemen.’
‘Het is in werkelijkheid Morelli, toch?’ Ik wist het antwoord al, naast zo’n
beetje alles wat er tot op dit punt over zijn carrière te weten viel. Het kleine
beetje wat ik had geweten op het moment van onze ongelukkige ontmoeting in
de boekenwinkel, was aangevuld door Helen. Hazel had het overgenomen waar
het aankwam op de draaideur aan vrouwen in zijn leven.
‘Het is Morelli. Harisson is een pseudoniem,’ gaf hij met een licht opkrullen
van zijn lippen toe.
Laat-je-slipje-zakken-prachtig. Hazels beschrijving echode door mijn hoofd
terwijl mijn wangen rood werden. Hoelang was het geleden dat ik echte, ware
aantrekkingskracht tot een man had gevoeld? En waarom moest het verdorie tot
déze man zijn?
‘Nou, ga zitten, Noah Morelli. Ik zit te wachten tot ze het contract opsturen.’ Ik
gebaarde naar allebei de leren oorfauteuils tegenover waar ik zat.
‘Ik heb mijn exemplaar ondertekend voordat ik hierheen reed, dus
waarschijnlijk hebben ze die net binnen.’ Hij koos de rechter stoel.
‘Wil een van jullie beiden iets te drinken?’ bood mijn moeder vanuit de
deuropening met haar beste gastvrouwstem aan. God zegene haar, de vrouw had
zich sinds maandag voorbeeldig gedragen. Attent. Zorgzaam. Ik herkende haar
bijna niet. Ze had zelfs beloofd tot na de kerstdagen te blijven en beweerde dat ik
sowieso de reden was dat ze terug naar Poplar Grove was gekomen.
‘Pas op… Ze kan alleen frisdrank en martini’s schenken,’ fluisterde ik hard.
‘Dat hoorde ik, Georgia Constance Stanton,’ berispte mijn moeder me met een
geveinsd boze blik.
‘Dat weet ik nog zo net niet. De laatste keer voorzag ze me van een heerlijke
citroenlimonade.’ Noah lachte zachtjes en onthulde daarmee rechte, witte – maar
geen nep witte – gelijkmatige tanden. Ik moest het toegeven, ik zocht naar
imperfecties. Zelfs zijn onvermogen om een roman van een happy end te
voorzien was op dit moment in zijn voordeel, wat betekende dat ik héél hard
zocht.
‘En dat kan ik weer doen,’ zei mam.
Tien jaar geleden zou ik hebben gezegd dat mams opgewekte, moederlijke
houding alles was wat ik ooit had gewild. Nu maakte hem me slechts duidelijk
hoe hard we allebei ons best moesten doen om ‘normaal’ te doen tegen elkaar.
‘Dat zou geweldig zijn, Ava,’ antwoordde Noah, zonder ons oogcontact te
verbreken.
‘Ik ook graag, mam. Bedankt.’ Ik schonk haar een vluchtige glimlach, die
verdween zodra ze de deur sloot.
‘Die limonade interesseert me geen bal, maar jij zag eruit alsof je op het punt
stond je tanden tot puin te vermalen.’ Hij kruiste zijn enkel over zijn knie en ging
achterover in de stoel zitten, zijn kin tussen zijn duim en wijsvinger terwijl zijn
elleboog op zijn arm steunde. ‘Ben je altijd zo gespannen als je moeder in de
buurt is? Of heeft het met deze deal te maken?’
Hij was opmerkzaam, net als oma was geweest. Misschien was het een
schrijversding.
‘Het is nogal een… zware week geweest.’ Een zwaar jaar, als ik eerlijk was.
Van oma’s diagnose tot haar weigering van behandeling tot de begrafenis tot
Damian aantreffen met… ‘Dus, het is Morelli,’ zei ik en daarmee bracht ik de
altijd-aanwezige, neerwaartse spiraal van mijn gedachten tot een stop voordat ze
me dreigden onderuit te halen. ‘Dat vind ik mooier,’ gaf ik toe. Het paste bij
hem.
‘Ik ook, eerlijk gezegd.’ Hij schonk me zo’n sociaal wenselijke lach, zo een die
iedereen in New York op zijn gezicht had geplakt bij gelegenheden waar ze
helemaal niet heen wilden, maar waar ze nu eenmaal gezien moesten worden.
Die fantastische glimlachjes waren een van de vele redenen dat ik de stad had
verlaten. Meestal liepen ze namelijk over in smerige roddels zodra je je had
omgekeerd.
Zijn uitdrukking verzachtte, alsof hij had gemerkt dat ik mijn muren optrok.
‘Maar mijn eerste agent dacht dat Harisson...’
‘Amerikaanser klonk?’ Ik tikte op de touchpad in de hoop dat het contract in
mijn mailbox verscheen voordat een van ons beiden de kans kreeg sarcastisch te
gaan doen, zoals in de boekenwinkel.
‘Verkoopbaar.’ Hij verschoof, leunde naar voren. ‘En ik zal niet liegen,
anonimiteit kan soms van levensbelang zijn.’
Ik kromp ineen. ‘Of het kan tot ruzie in de boekenwinkel leiden.’
‘Is dat een excuus?’ Dat was absoluut een grijns.
‘Nauwelijks,’ snoof ik. ‘Ik sta achter ieder woord dat ik zei. Ik zou mijn mening
alleen niet zo openlijk hebben gedeeld als ik wist met wie ik sprak.’
Genoegen flitste in zijn ogen. ‘Eerlijkheid. Dat is nog eens verfrissend.’
‘Ik ben altijd eerlijk geweest.’ Ik drukte nogmaals op verversen. ‘De enige
mensen die ooit de moeite hebben genomen om te luisteren zijn dood, en alle
anderen horen toch alleen maar wat ze willen horen. O, kijk, het is er.’ Ik slaakte
een zucht van opluchting en klikte de e-mail open.
Ik was hier behoorlijk goed in geworden, aangezien oma al haar rechten in een
literairfonds had gestopt en mij vijf jaar geleden als executeur had aangewezen,
dus het kostte me maar een paar minuten om alles wat geen standaardtekst was
te scannen. Er waren geen veranderingen in vergelijking met het contract dat
Helen me eerder ter goedkeuring had opgestuurd.
Toen ik het handtekeningveld onder dat van Noah bereikte, klikte ik op de pen
en stopte. Ik gaf hem niet zomaar een van haar werken… Ik gaf hem haar leven.
‘Wist je dat ze drieënzeventig boeken heeft geschreven?’ vroeg ik.
Noahs wenkbrauwen gingen omhoog. ‘Ja, en allemaal behalve één werden op
die typemachine geschreven,’ voegde hij eraan toe terwijl hij knikte naar het
bonk metaal uit de Tweede Wereldoorlog dat de linkerzijde van het bureau in
beslag nam. Toen ik mijn hoofd opzij kantelde, ging hij verder. ‘Hij ging kapot
terwijl ze The Strength of Two aan het schrijven was, dus gebruikte ze het model
dat er het dichtst bij in de buurt kwam, terwijl deze voor reparatie terug naar
Engeland werd gestuurd.’
Mijn mond viel open.
‘Ik weet alle onbenullige feitjes die er te weten zijn, Georgia. Dat heb ik je al
gezegd,’ zei hij terwijl hij zijn kin op zijn vingertoppen liet rusten en me een
halve grijns schonk die gevaarlijker aantrekkelijk was dan die flitsende was
geweest. ‘Ik ben een fan.’
‘Juist.’
Mijn hard bonsde terwijl ik naar de pen keek. Op dit moment was de keus nog
steeds aan mij, maar zodra ik op de lijn had getekend, was haar verhaal van hem.
De uiteindelijke goedkeuring ligt nog altijd bij jou.
‘Ik ken de waarde van wat je me geeft,’ zei hij zachtjes, zijn stem zacht en
serieus.
Mijn blik schoot naar hem.
‘Ik weet ook dat je me niet mag, maar maak je geen zorgen, ik heb er mijn
persoonlijke levensmissie van gemaakt je voor me te winnen.’ Gedurende een
fractie van een seconde verscheen er een grijns met zelfspot, voordat hij hem
wegveegde door zijn vingers over zijn lippen te strijken en met openlijke
bewondering naar het bureau keek.
De energie in de kamer veranderde, wat enige spanning uit mijn schouders liet
verdwijnen toen hij die donkere ogen terug naar de mijne bracht.
‘Ik zal dit op de juiste manier doen,’ beloofde hij. ‘En als ik dat niet doe, haal je
het terug. Jij hebt het laatste woord.’ Alleen een miniem tikje van het spiertje in
zijn kaak verraadde zijn zenuwen.
‘Jij hebt ook een uitweg in het contract, als je het leest en je besluit dat je de
uitdaging niet aandurft.’ Ik zou durven wedden dat hij een behoorlijk goede
pokeraar was, maar ik had geleerd gebluf van een kilometer afstand te herkennen
toen ik nog maar acht jaar was. Gelukkig voor hem vertelde hij de waarheid. Hij
geloofde oprecht dat hij het boek kon afmaken.
‘Die zal ik niet gebruiken. Wanneer ik me ergens aan verbind, verbind ik me
eraan.’
Alleen deze ene keer stond ik mezelf toe om gerustgesteld te worden door het
zelfvertrouwen van een ander. Arrogantie. Maar dat deed er niet toe.
Ik gluurde naar de enige foto die oma op haar bureau had staan, vlak naast de
presse-papier die ik voor haar had gemaakt in Murano. Het was een foto van
haar en opa Jameson, allebei in uniform, zo in elkaar opgaand dat mijn borst pijn
deed door wat ze hadden gehad… en hadden verloren. Ik had nooit op die
manier van Damian gehouden. Ik wist niet eens zeker of oma ook op die manier
van opa Brian had gehouden.
Dat was het echte werk, dat daar.
Ik schreef mijn naam op het contract en klikte op enter, waarmee ik het naar de
uitgever stuurde op het moment dat mijn moeder met de drankjes naar binnen
liep, een glimlach van oor tot oor.
Ze overhandigde onze limonade en ik pakte twee onderzetters uit de bureaula –
niet dat er veel condens was hier, op vierentwintighonderd meter hoogte. Maar
toch, met dit bureau nam ik geen risico.
‘Heb je het ondertekend?’ Mams toon was kalm, maar ze kneep zo hard in haar
handen dat haar knokkels wit zagen.
Ik knikte.
Haar schouders ontspanden. ‘O. Mooi. Dus alles is nu geregeld?’
‘De uitgever moet nog tekenen, maar verder wel,’ antwoordde ik.
‘Dank je wel, Georgia.’ Haar onderlip trilde lichtjes toen ze mijn schouder
beetgreep en er met haar duim over streelde voordat ze er twee klopjes op gaf en
me losliet.
‘Graag gedaan, mam.’ Mijn keel trok dicht.
‘Ik hoop dat je het niet erg vindt, maar ik zou graag nog een paar minuten
wachten,’ zei Noah. ‘Charles zei dat ze meteen zouden tekenen en ik heb liever
dat de deal helemaal rond is voordat ik het manuscript van je overneem.’
‘Natuurlijk,’ reageerde mam terwijl ze richting de deur liep. ‘Ik moet zeggen,
Noah, je ziet er goed uit achter oma’s bureau. Het is fijn om jullie soort geniale
creativiteit weer hier te hebben.’
Jullie soort geniale creativiteit? Mijn maag verkrampte.
‘Nou, het is een eer om in het kantoor van Scarlett Stanton te mogen zijn,’ zei
hij over zijn schouder. ‘Ik weet zeker dat jullie allebei veel inspiratie hebben
gekregen van deze plek.’
Mams voorhoofd rimpelde. ‘Grappig dat je dat zegt, want Georgia heeft aan
een kunstacademie aan de oostkust gestudeerd. Niet dat ze haar diploma
gebruikt, maar we zijn allemaal heel trots op haar.’
Een blos kroop over mijn hals omhoog en zette mijn wangen in de hens terwijl
mijn verkrampte maag naar de vloer zakte.
‘Het was niet zomaar een kunstacademie, mam. Het was de Rhode Island
School of Design. Het is de Harvard van de kunstopleidingen,’ maakte ik haar
duidelijk. ‘En ik gebruik dan misschien mijn hoofdvak Studio Art niet, maar
mijn bijvakken media en technologie hebben zeker geholpen om mijn
productiemaatschappij van de grond te krijgen.’ Holy shit, was ik weer vijf jaar
of zo? Zo voelde het in ieder geval wel.
‘O, ik bedoelde er niets mee. Ik dacht alleen dat geld weggeven je beroep was.’
Ze gaf me een geruststellende glimlach.
Ik perste mijn lippen op elkaar en knikte. Dit was niet de tijd noch de plek voor
dit gesprek. Ik runde een liefdadigheidsinstelling van twintig miljoen dollar, in
godsnaam, maar goed.
Ze sloot de deur achter zich en Noah trok zijn wenkbrauwen naar me op. ‘Wil
ik dit weten?’
‘Nope.’ Ik klikte wat harder dan nodig op de knop om mijn inbox te verversen
en vermeed koste wat kost zijn ogen. ‘Voel je vrij om in de kamer rond te kijken
en een gevoel bij haar te krijgen,’ bood ik aan terwijl ik weer klikte.
‘Bedankt.’ De volgende tien minuten bewoog hij in stilte door oma’s kantoor
terwijl ik zo vaak op verversen klikte dat mijn muis als morsecode klonk.
‘Je staat op veel van deze foto’s,’ merkte hij op en hij leunde naar oma’s
fotogalerij.
‘Ze heeft me opgevoed.’ Dat was de simpelste uitleg voor zowel de vraag die
hij met zijn opmerking had gesteld als de vraag die hij niet had gesteld.
Een ongemakkelijk moment bestudeerde hij me en ging toen verder.
‘O, godzijdank,’ mompelde ik toen ik de melding zag dat het contract was
geaccepteerd. Ik pakte de USB-stick die ik de afgelopen dagen had gevuld en
liep naar hem toe. ‘Hier is het. De deal is rond.’
‘Wat is dit?’ Hij fronste.
‘Hier staat het manuscript op, de brieven en een paar foto’s.’ Ik drukte hem in
zijn handpalm. ‘Nu heb je alles.’
Zijn vingers sloten zich om de USB-stick, maar zijn hele lijf werd gespannen.
‘Ik wil het daadwerkelijke manuscript.’
‘Mooi, want dat staat erop.’ Ik gebaarde naar zijn hand. ‘Ik heb alles ingescand
en voordat je in discussie gaat, de kans dat jij die deur uit loopt met oma’s
originele manuscript is nul komma nul. Zelfs zij maakte altijd een kopie voordat
ze het naar haar redacteur stuurde.’
‘Maar ik ben de redacteur niet. Ik ben nu de schrijver die het originele
manuscript afmaakt.’ Het spiertje in zijn kaak trilde en ik kreeg de indruk dat hij
er niet aan gewend was te verliezen. Helemaal niet, zelfs.
‘Was je ook van plan om het op dit ding te typen?’ Ik knikte naar oma’s
typemachine. ‘Om het authentiek te houden?’
Hij kneep zijn ogen tot spleetjes.
‘Ik check het maar even. Het origineel blijft hier. Punt. Of hé, voel je vrij om
die uitweg te gebruiken.’ Originelen verlieten nooit het huis en voor hem zou
daar geen uitzondering op worden gemaakt, alleen maar omdat hij knap was.
Onze ogen voerden een stille strijd, maar uiteindelijk knikte hij.
‘Ik ga vanavond beginnen met lezen en zal je bellen om mijn gedachten te
delen als ik klaar ben. Zodra we het eens zijn over de richting van het plot, begin
ik met schrijven.’
Ik ging hem voor naar de deur, niet in staat de zenuwen die mijn borst deden
samentrekken te onderdrukken. ‘Je zei dat je de waarde kende van wat ik je net
heb overhandigd.’
‘Dat doe ik ook.’
Onze blikken haakten ineen en de elektriciteit – chemie, aantrekkingskracht,
wat het ook mocht zijn – zinderde genoeg tussen ons in om kippenvel op mijn
armen te veroorzaken. ‘Verdien het.’
Zijn donkere ogen glansden bij de uitdaging. ‘Ik zal ze het happy end geven dat
ze verdienen.’
Mijn hand klemde om de deurknop. ‘O, nee. Dat is nou net wat je níét kunt
doen.’
6
Augustus 1940
Middle Wallop, Engeland
Scarletts hart trok samen toen ze zag hoe Jameson met Constance over de kleine
dansvloer van de lokale pub zwierde. Hij was zo voorzichtig met Constance,
want hij wist hoe dierbaar ze voor Scarlett was en daardoor vond ze hem alleen
maar des te leuker.
Te erg, te snel, te voortvarend… Dat allemaal en dan nog meer, maar ze kon
zichzelf er niet toe zetten zichzelf af te remmen.
‘Je valt voor hem, of niet?’ vroeg een van zijn Amerikaanse vrienden – Howard
Reed, als ze het zich goed herinnerde – vanaf de andere kant van de tafel, zijn
arm om Christine heen geslagen. Zij was ook een filterofficier – een ‘filterer’
filtert en corrigeert de informatie die de plotter over de radio ontvangt – en
verbleef in dezelfde hut als Scarlett.
Christine gluurde over de krant die ze zat te lezen. De koppen waren meer dan
genoeg om Scarlett ervan te overtuigen weg te kijken.
‘Dat zou ik… niet kunnen zeggen,’ antwoordde Scarlett, hoewel er een blos
over haar wangen kroop en haar verraadde. Ze bracht ieder vrij moment dat ze
hadden met Jameson door, maar vanwege zijn vlieguren en haar rooster waren
dat er niet veel.
Ze kende hem nog maar twee weken en toch kon ze zich niet meer herinneren
hoe de wereld hiervoor had gevoeld. Er waren nu twee tijdperken in haar leven:
voor Jameson… en nu.
De ‘na Jameson’-periode deelde ze in dezelfde categorie in als ‘na de oorlog’.
Beide concepten waren dusdanig onbekend dat ze weigerde haar tijd te
verspillen met uitgebreid daarover nadenken, vooral nu. Sinds de Slag om
Engeland, zoals Churchill het noemde, een paar weken geleden was begonnen en
de Duitsers waren overgegaan op het bombarderen van diverse vliegvelden in
Engeland, werd hun tijd samen gekleurd door een scherpe, onmiskenbare vleug
wanhoop, een drang om zich vast te klampen aan wat ze konden hebben voor
zolang het duurde.
Het werk was ook toegenomen. Hun werkroosters waren afgrijselijk en ze
stond vaak vlaggen te plaatsen voor Jamesons patrouilles, waarbij ze zijn huidige
locatie markeerde en haar adem inhield als er beetje bij beetje nieuws over de
radio binnenkwam. Iedere keer dat er een 609-vlag werd verplaatst, merkte ze
het op, zelfs als het niet op haar sectie van het bord was.
‘Ja, nou, hij ziet jou ook wel zitten,’ meldde Howard met een grijns.
Er kwam een eind aan het nummer, maar er was geen band om voor te klappen,
alleen een LP om te verwisselen.
Jameson escorteerde Constance door een zee aan uniformen terug naar de tafel.
‘Dans met me, Scarlett,’ zei hij. Hij bood haar zijn hand aan en een lach die
haar verdediging volledig wegvaagde.
‘Natuurlijk.’ Ze wisselde van plek met haar zus en vlijde zich in Jamesons
armen terwijl er een langzamer nummer begon te spelen.
‘Ik ben blij dat ik je vanavond kon zien,’ zei hij, zijn lippen in haar haren.
‘Ik haat het dat het maar voor een paar uur is.’ Ze liet haar wang tegen zijn
borstkas rusten en ademde hem in. Hij rook altijd naar zeep, aftershave en een
vleug metaal die zelfs tussen zijn patrouilles aan zijn huid leek te plakken.
‘Ik pak een paar uur samen met jou op een woensdagavond wanneer ik maar de
kans krijg,’ beloofde hij zachtjes.
Zijn hartslag was sterk en gelijkmatig terwijl ze schuifelden. Dit was de enige
plek waar ze zich de laatste tijd nog veilig of zeker voelde. Er was niets in deze
wereld wat te vergelijken was met het gevoel van zijn armen om haar heen.
‘Ik wilde dat ik hier kon blijven, gewoon zo,’ zei ze zachtjes en haar vingers
trokken loom cirkels over de schouder van zijn uniform.
‘Dat kunnen we.’ Zijn vingers spreidden zich over haar onderrug zonder verder
zuidwaarts te glijden, in tegenstelling tot wat veel van de andere soldaten om hen
heen bij hun partners deden.
Jameson was dusdanig respectvol dat het compleet en uiterst frustrerend begon
te worden. Hij had haar nog niet eens gekust, niet echt, hoewel hij zich vaak
dichtbij genoeg naar haar had bewogen om haar hart op hol te laten slaan, om
vervolgens zijn lippen tegen haar voorhoofd te drukken.
‘Voor nog maar een kwartier,’ mompelde ze. ‘Dan moet je gaan voor je
volgende patrouille.’
‘En jij moet ook aan het werk, als ik me niet vergis.’
Ze zuchtte en wendde haar blik af van het stel naast hen, waarbij dansen was
overgegaan in een volwaardige kus.
‘Waarom heb je me niet gekust?’ vroeg Scarlett hem zachtjes.
Zijn ritme stokte voor een fractie van een seconde en hij nam haar kin tussen
zijn duim en wijsvinger om haar gezicht zachtjes naar het zijne op te tillen. ‘Nóg
niet.’
Ze fronste.
‘Waarom heb ik je nóg niet gekust,’ verduidelijkte hij.
‘Geen woordspelletjes spelen.’
‘Dat doe ik niet.’ Hij streelde haar onderlip met zijn duim. ‘Ik wil er alleen
zeker van zijn dat je weet dat het een “nog niet” is.’
Ze rolde met haar ogen. ‘Oké, waarom heb je me “nog niet” gekust?’ Overal
om hen heen veranderde de wereld zo snel dat ze nauwelijks wist wat ze de
volgende minuten kon verwachten. Bommen vielen en vliegtuigen stortten neer,
maar hij gedroeg zich alsof hij jaren de tijd had, terwijl zij niet eens wist of ze
dagen hadden.
Hij gluurde naar het stel aan hun linkerkant. Geen wonder dat ze vraagtekens
had bij zijn niet zo snelle tempo. ‘Omdat jij niet gewoon een of ander meisje uit
de kroeg bent,’ zei hij terwijl ze weer begonnen te zwieren en hij legde zijn hand
teder om haar wang. ‘Omdat we nog maar één keer alleen zijn geweest en jou
voor de eerste keer kussen niet iets is wat ik in aanwezigheid van een publiek wil
doen.’ Niet als hij haar kuste zoals hij wilde doen.
‘O.’ Haar wenkbrauwen schoten omhoog.
‘O.’ Een trage grijns trok over zijn gezicht. Als ze ook maar half zou weten
welke gedachten er door zijn hoofd gingen als het op haar aankwam, zou ze om
een overplaatsing hebben gevraagd. ‘Ik weet ook dat jouw wereld heel wat meer
regels kent dan de mijne, dus ik doe mijn uiterste best om die niet te verbreken.’
‘Niet zo heel veel, eigenlijk.’ Ze zoog haar onderlip tussen haar tanden, alsof ze
erover na moest denken.
‘Liefje, je bent een ware aristocraat onder dit uniform.’ Het beeld dat hij had
kunnen vormen met het beetje informatie dat zij hem over haar familie had
verteld, aangevuld met de details die Constance maar al te graag met hem wilde
delen, maakte duidelijk dat het leven dat Scarlett als WAAF-officier leidde zo
anders was dan haar levensstijl van voor de oorlog, dat die twee niet met elkaar
te vergelijken waren.
Ze knipperde met haar ogen. ‘Mijn ouders zijn dat.’
Hij lachte. ‘En het verschil is?’
‘Nou, ik heb geen broers, dus de titel wordt opgeschort zodra mijn vader
overlijdt,’ antwoordde ze met een licht schouderophalen. ‘Constance en ik zijn
voor de wet gelijk, dus tenzij een van ons de titel afwijst, zal geen van ons
beiden hem erven. We hebben allebei besloten hem niet af te wijzen, wat
behoorlijk briljant is als je erover nadenkt.’ Een van haar mondhoeken kroop in
een geheimzinnige glimlach omhoog, waardoor hij wenste dat ze alleen en verre
van in het openbaar waren.
‘Jullie hebben besloten erom te strijden?’ Hij had zo weinig verstand van
adellijke titels dat hij niet de moeite deed te doen alsof hij het begreep.
‘Nee.’ Haar hand gleed over zijn schouder en over de kraag van zijn uniform
tot haar vingers op de achterkant van zijn nek lagen. Hij voelde haar aanraking
in iedere zenuw van zijn lijf. ‘We besloten er níét om te strijden door hem
simpelweg niet af te wijzen. We willen hem allebei niet. Constance is verloofd
met Edward, die zijn eigen titel erft, tot genoegen van onze ouders, en ik wil er
niets mee te maken hebben.’ Ze schudde haar hoofd. ‘We hebben een gelofte
afgelegd toen we jonger waren. Kijk.’ Ze bracht haar hand omhoog en liet een
vage lijn van een litteken op haar handpalm zien. ‘Het was allemaal nogal
dramatisch.’
Hij hield zijn hoofd een beetje scheef terwijl hij haar woorden in zich opnam.
‘En wat wil je dan wél, Scarlett?’
De LP werd verwisseld en het tempo versnelde, maar zij bleven op hetzelfde,
rustige ritme aan de rand van de dansvloer schuifelen, op hun eigen gecreëerde,
kleine ballad.
‘Op dit moment wil ik met je dansen,’ antwoordde ze terwijl ze met haar
vingers zijn nek streelde.
‘Daar kan ik voor zorgen.’ Man, die ogen van haar bliezen hem iedere keer van
z’n sokken. Ze had om de maan kunnen vragen en hij zou zijn Spitfire de
stratosfeer in hebben gevlogen, gewoon om ervoor te zorgen dat ze naar hem
keek zoals ze nu deed.
Toen het nummer afgelopen was, verlieten ze met tegenzin de dansvloer en
hand in hand naderden ze de tafel.
‘Kwart over zeven,’ merkte Constance met een kleine grimas op. ‘Het is tijd
om te gaan, of niet?’ Ze stond op en overhandigde Scarlett haar pet.
‘Dat klopt,’ bevestigde Scarlett. ‘Vooral aangezien we langs het vliegveld
moeten voor Jameson en Howard.’ Ze wendde zich tot Christine, die nog steeds
volledig opging in de krant. ‘Christine?’
Ze schrok. ‘O, het spijt me. Ik zat te lezen over de bombardementen in Sussex.’
Nou, dat zette een domper op de stemming. Jamesons vingers verstrakten
lichtjes rond die van Scarlett. ‘Dat betekent waarschijnlijk dat ik rij en jij leest,’
zei hij met een gespannen glimlach.
Christine knikte en allemaal gingen ze naar de auto. Vanavond was het zowel
hem als Howard niet gelukt een auto te regelen, maar Scarlett wel.
‘Vind je het niet vervelend om ons op het vliegveld af te zetten?’ vroeg hij
terwijl hij het voorportier aan de bijrijderskant voor haar openhield.
‘Absoluut niet,’ verzekerde ze hem en haar hand gleed over zijn middel toen ze
instapte. ‘Het geeft me nog eens tien minuten extra met jou en wie weet hoelang
het duurt voordat ik die kans weer krijg.’
Hij knikte, sloot het portier zodra ze zat en wenste dat ze er de voorkeur aan
had gegeven dat Constance, Christine of zelfs Howard zou rijden in plaats van
hij, zodat hij haar op de achterbank strak tegen zich aan kon trekken. In plaats
daarvan dook hij achter het stuur en reed richting het vliegveld. Dit was altijd het
moment waarop de stemming tussen hen omsloeg, als ze zich allebei mentaal
voorbereidden op wat hun nachten voor hen in petto hadden terwijl ze niet bij
elkaar zouden zijn.
De zon begon eerder onder te gaan nu het midden augustus was, maar hij zou
nog behoorlijk wat licht hebben als hij over een uur opsteeg.
‘Wat dachten jullie van een muziekje?’ vroeg Constance, waarmee ze de stilte
verbrak.
‘De radio in deze auto is kapot,’ reageerde Scarlett. ‘Het lijkt erop dat een van
ons zal moeten zingen.’
Jameson lachte en schudde zijn hoofd. De dame had een droog gevoel voor
humor en hij kon er niet genoeg van krijgen.
‘Wacht, ik zal voorlezen. Mag ik?’ vroeg Howard en Jameson hoorde dat de
krant werd overgedragen. ‘Ik heb vijf dollar om te wedden dat ik er met dit ding
voor kan zorgen dat iedereen in slaap is gevallen voordat we het vliegveld
bereiken.’ Howards wenkbrauwen schoten omhoog in de binnenspiegel.
‘Behalve jij, Stanton. Jij kunt beter wakker blijven.’
‘Begrepen,’ reageerde Jameson terwijl ze de vliegbasis op reden. Zodra ze door
de poort waren, pakte hij Scarletts hand. Hij schudde zijn hoofd bij de monotone
toon waarmee Howard een artikel over voorraadtekorten voorlas.
‘Straks val ik nog echt in slaap,’ fluisterde Scarlett.
Jameson kneep in haar hand.
‘Degene die onze troepen te hulp schiet, is niemand minder dan het hoofd van
Wadsworth Shipping, George Wadsworth…’ las Howard verder.
Scarlett verstijfde naast hem.
‘… die meer dan één fusie te vieren heeft, aangezien een betrouwbare bron
bevestigt dat zijn oudste zoon, Henry, zich zal verloven met de oudste dochter
van baron en lady Wright…’
Scarlett hapte naar adem en bedekte haar mond met de hand die Jameson niet
vasthield.
‘O, god,’ mompelde Constance.
Jameson voelde de aarde onder hem verschuiven en zijn maag zakte. Dit kan
niet waar zijn.
Howards ernstige blik ontmoette de zijne in de binnenspiegel en hij wist wat
het was.
‘Nou, er is vast en zeker meer dan één Wright in het land,’ mompelde Christine,
die de krant uit Howards hand griste. ‘Henry zal zich verloven met de oudste
dochter van baron en lady Wright, Scarlett…’ Christine viel stil en gluurde naar
Scarlett.
‘Alsjeblieft, lees verder,’ snauwde Jameson. Wat had dit in godsnaam te
betekenen? Had ze hem voor de gek gehouden? Of was hij degene die de hele
tijd al gek was geweest?
‘Ehm… Scarlett,’ las ze verder, ‘die momenteel dient in Zijne Majesteits
Women’s Auxiliary Air Force. Beide dochters van Wright sloten zich vorig jaar
aan en zijn aangesteld als officier.’ De krant kraakte. ‘De rest gaat over de
munitie,’ zei ze tot slot zachtjes, net op het moment dat hij de auto kon parkeren
aan de rand van het terrein dat uitkeek op de smalle kant van alle drie de
hangars.
‘Het lijkt erop dat je die vijf dollar kwijt bent, Howard, want we zijn allemaal
klaarwakker.’ Jameson zette de motor uit en gooide het portier open. Ze had al
een relatie en stond op het punt zich te verlóven. Terwijl hij verliefd op haar was
geworden, had zij hem gebruikt voor wat? Een beetje vermaak? Hij keek naar de
startbaan aan zijn linkerkant, klaar om te gaan, de vaste grond voor een paar uur
achter zich te laten.
Jameson sloeg het portier dicht en het geluid rukte Scarlett uit haar shock. Ze
vloog de auto uit, maar hij was al halverwege het pad naar de hangar tegen de
tijd dat ze hem had ingehaald.
‘Jameson! Wacht!’
Hoe konden ze dit doen? Hoe konden ze de Daily laten weten dat zij en Henry
zich zouden verloven, terwijl zij haar moeder duidelijk had laten weten dat ze
dat niet ging doen? Zíj zaten hierachter, niet alleen George. Dit duidde op de
bemoeienis van haar ouders en verdomd niet dat het haar Jameson zou kosten.
‘Wachten waarop, Scarlett?’ snauwde hij terwijl hij doorliep. Die warme,
donkere ogen van hem werden koud en namen haar hart met zich mee. ‘Wachten
tot jij met een of ander rijk type uit de hogere kringen trouwt? Was dat waarom
je wilde weten waarom ik je nog niet had gekust? Was je bang dat je niet genoeg
tijd had om mij een streek te leveren?’ Hij minderde geen vaart, zijn lange benen
brachten hem iedere stap verder bij haar vandaan.
‘Dat is helemaal niet wat hier gaande is! Ik bén niet verloofd!’ sprak ze hem
tegen, en ze versnelde haar pas om hem in te halen. ‘Luister naar me!’ Ze legde
haar handen op zijn borstkas en stopte, waardoor ze hem dwong stil te staan of
over haar heen te walsen.
Hij bleef staan, maar de blik die hij haar schonk, verpletterde haar alsnog.
‘Gá je je wel verloven?’
‘Nee!’ Meelevend schudde ze haar hoofd. ‘Mijn ouders willen dat ik met Henry
trouw, maar dat ga ik niet doen. Ze proberen me in het nauw te drijven.’ Dit ging
ze hen nooit vergeven. Nooit.
‘Je in het nauw te drijven?’ Het spiertje in zijn kaak trilde en haar hersenen
zochten verwoed naar een manier om het hem te laten begrijpen.
‘Ja!’ Ze nam niet de moeite om te checken of iemand hen kon horen of waar de
anderen uit de auto waren. Het maakte haar niet uit wie hoorde wat ze te zeggen
had, zolang hij het maar hoorde. ‘Het is niet waar.’
‘Het staat in de krant!’ Hij zette een stap bij haar vandaan en legde zijn vingers
op zijn pet.
‘Omdat ze denken dat als ze het als feit publiceren, dat me zal dwingen om uit
schaamte of plicht in te stemmen!’ kaatste ze terug.
‘En is dat zo?’ daagde hij haar uit.
‘Nee!’ Haar borstkas trok samen bij de mogelijkheid dat hij haar wellicht niet
zou geloven.
Hij keek weg, duidelijk in tweestrijd, en dat kon ze hem niet kwalijk nemen.
Door haar ouders en de Wadsworths was ze in een vervloekte puinhoop beland.
‘Jameson, alsjeblieft. Ik zweer dat ik niet met Henry Wadsworth ga trouwen.’
Dood had de voorkeur.
‘Maar je ouders willen dat wel?’
Ze knikte.
‘En die Wadsworth-kerel wil jou ook?’
‘Henry’s vader is ervan overtuigd dat de titel – en de zetel in het Hogerhuis –
naar Henry overgaat als we trouwen, en als het niet naar Henry is, dan naar onze
eerstgeboren zoon, wat niet gebeurt, omdat…’
‘Júllie eerstgeboren zoon?’ Hij vernauwde zijn ogen. ‘Nu ga je ook al kinderen
met die kerel krijgen?’
Blijkbaar was dat níét wat ze had moeten zeggen om het hem duidelijk te
maken.
‘Natuurlijk niet! Niets van dit alles doet ertoe, want ik ga niet met hem
trouwen!’ Een dof gezoem klonk in haar hoofd, alsof haar brein zich
uitschakelde om haar te behoeden voor wat voelde als een naderend gebroken
hart. ‘Als je deze stunt gelooft, laat je hen winnen. Ik doe dat niet.’
‘Het is makkelijk een gevecht te verliezen waarvan je het bestaan niet weet.’ In
ieder geval keek hij haar weer aan, maar de beschuldiging in zijn ogen bracht
bijna tranen in die van haar. Hij keek alsof hij was verraden en op een bepaalde
manier was dat ook zo.
‘Ik had het je moeten vertellen,’ fluisterde ze.
‘Ja, dat had je zeker,’ was hij het met haar eens. ‘Wat voor ouders proberen hun
dochter in een huwelijk te dwingen dat ze niet wil?’ Zijn hand gleed naar de
achterkant van zijn nek, alsof hij zijn handen iets te doen moest geven.
‘Het soort dat zo’n beetje al hun land heeft verkocht en zichzelf de financiële
afgrond in heeft gewerkt.’ Haar armen vielen langs haar zijdes terwijl Jamesons
ogen groot werden. ‘Titels betekenen niet automatisch overdadige
bankrekeningen.’ Het gezoem werd luider.
‘Stanton! Reed! We moeten gaan!’ schreeuwde iemand achter hen.
‘Financiële afgrond.’ Jameson schudde zijn hoofd. ‘Bedoel je te zeggen dat je
ouders… Wat? Jou verkopen?’
‘Dat proberen ze, ja.’ Dat was de lelijke waarheid en zijn gezicht toonde dat.
Haar nekharen gingen overeind. ‘Kijk niet zo naar me. Jullie Amerikanen
denken dat jullie zijn ontsnapt aan het systeem van geërfde rijkdom, maar in
plaats van de koning en de adel hebben jullie de Astors en de Rockefellers.’
‘Wij verkopen onze dochters niet.’ Zijn wenkbrauwen schoten ver omhoog.
‘Ik kan minstens drie Amerikaanse erfgenamen noemen die alleen al in het
afgelopen decennium de adel in zijn getrouwd.’ Scarlett vouwde haar armen
voor haar borst over elkaar.
‘Dus nu verdedig je dit?’ kaatste Jameson terug terwijl Howard voorbij rende
en zich omdraaide om achterstevoren verder te joggen.
‘Stanton! Nu!’ riep Howard en hij zwaaide met zijn arm.
‘Nee, dat bedoel ik niet!’ sputterde Scarlett tegen. Het zoemende geluid
veranderde, werd dieper. Aanvliegend toestel. De patrouille voor die van
Jameson kwam terug, wat betekende dat ze nog maar een paar kostbare
seconden had. ‘Jameson, ik trouw niet met Henry. Ik zweer het.’
‘Waarom niet?’ vroeg hij, vlak voor zijn blik naar de lucht schoot en zijn ogen
zich vernauwden voordat ze kon antwoorden.
‘Onder andere omdat ik jou wil, jij domme Yankee!’ God, ze draaide echt door
als ze zo in het openbaar ruzie ging staan maken, maar ze kon zichzelf niet
tegenhouden en hij lúísterde niet eens meer.
‘Zijn die van ons?’ Howard wees in dezelfde richting als waar Jamesons
aandacht op was gericht.
Het squadron brak door de laaghangende wolken en haar maag draaide zich
om. Dat waren geen Spitfires.
Het luchtalarm begon waarschuwend te loeien, maar het was te laat.
Het eind van de landingsbaan explodeerde met een oorverdovende knal die ze
door haar hele lijf voelde. Rook en brokstukken vulden de lucht terwijl de
volgende klap binnen een fractie van een seconde volgde, harder en dichterbij.
‘Zoek dekking!’ Jameson trok haar tegen de ronding van zijn lijf, draaide zijn
rug naar de ontploffingen en trok haar op de grond. Haar knieën klapten op de
grond.
De hangar vijftig meter voor hen explodeerde.
7
Noah
Lieve Scarlett,
Ik mis je, mijn lief. Het geluid van je stem aan de telefoon is niet
hetzelfde als jou in mijn armen houden. Het is nog maar een paar weken
geleden dat ik werd overgeplaatst, maar het voelt als een eeuwigheid.
Het goede nieuws is dat ik denk dat het me is gelukt een huis voor ons
te regelen, dicht in de buurt. Ik weet dat het verhuizen vreselijk voor
je was en als je besluit liever bij Constance in de buurt te blijven,
kunnen we onze plannen aanpassen. Je hebt al zo veel voor me
opgegeven en dan vraag ik je het allemaal nog eens te doorstaan. Ik
beloof dat ik het goedmaak zodra de oorlog voorbij is. Ik zweer dat ik
je nooit meer in een positie zal plaatsen waarin je opofferingen voor
me moet maken.
God, ik mis het gevoel van je huid tegen de mijne in de ochtend en de
blik op je beeldschone glimlach als ik ’s avonds door de deur loop. Op dit
moment is het alleen Howard die me verwelkomt, al is hij niet vaak
thuis omdat hij iets met een lokaal meisje heeft. Voordat je het
vraagt, nee, er zijn geen lokale meisjes voor mij. Er is maar een
blauwogige schoonheid die mijn hart en mijn toekomst heeft en ik kan
haar bij lange na niet lokaal noemen, aangezien ze uren bij me vandaan
is.
Ik kan niet wachten je weer in mijn armen te houden.
Liefs,
Jameson
Het ritme dat door mijn oortjes klonk, ging precies op de maat van mijn voeten
op de paden door Central Park, waar ik me door de wandelende toeristen
manoeuvreerde. Op vrijdag voor het weekend van Labor Day kwamen ze in
groten getale tevoorschijn, met heuptasjes en al. Het was vochtig vandaag, de
lucht plakkerig en zwaar, maar in ieder geval vol met zuurstof van zeeniveau.
Mijn snelheid was waardeloos geweest, de hele week dat ik in Colorado
verbleef. Toen ik research had gedaan in Peru was ik grotendeels op iets meer
dan twee kilometer hoogte gebleven, behalve de keren dat ik was gaan klimmen.
Maar Poplar Grove lag zo’n beetje zevenhonderd meter hoger. Ik moest het
echter toegeven, ondanks het brute gebrek aan zuurstof had de lucht in de Rocky
Mountains lichter gevoeld, makkelijker om in te bewegen ook. Niet dat
Colorado op enig ander vlak boven New York ging. Tuurlijk, de bergen waren
prachtig, maar dat gold ook voor de skyline van Manhattan. En trouwens, niets
was te vergelijken met leven in het hart van de wereld. Dit was thuis.
Het enige probleem was dat mijn hoofd niet hier was en dat was al zo sinds ik
meer dan twee weken geleden terug was gevlogen. Ik werd heen en weer
geslingerd tussen Engeland in de Tweede Wereldoorlog en het hedendaagse
Poplar Grove, Colorado, zelfs zonder zuurstof. Het manuscript eindigde op een
cruciaal keerpunt in het plot, waar het verhaal in een neerwaartse spiraal kon
uitmonden in een catastrofaal gebroken hart of na diepe twijfels kon opkrabbelen
om tot een de-liefde-overwint-alles-hoogtepunt uit te groeien dat zelfs de meest
stugge eikel in een romanticus zou veranderen.
En hoewel ik normaal met alle liefde het stugge deel voor mijn rekening nam,
had Georgia zich ermee bemoeid en mijn rol gejat, waardoor er niets anders
opzat dan de ongebruikelijke romanticus uit te hangen. En verdomme dat dit
verhaal dat vereiste. De brieven tussen Scarlett en Jameson ook. Midden in een
oorlog hadden ze het echte werk gevonden. Ze konden het niet eens verdragen
om langer dan een paar weken van elkaar gescheiden te zijn. Ik was er niet eens
zeker van dat ik ooit langer dan een paar weken sámen met een vrouw was
geweest. Ik had graag de ruimte.
Ik tikte de tien kilometer aan en was nog geen stap dichter bij het begrijpen van
Georgia’s stompzinnige eis dan toen ik twee weken geleden haar huis had
verlaten, of het begrijpen van de vrouw zelf. Normaal gesproken rende ik tot
mijn gedachten opklaarden of ik een ingeving kreeg voor een plotwending, maar
net als iedere dag van de afgelopen twee weken, vertraagde ik tot een
wandeltempo om gefrustreerd mijn oortjes uit mijn oren te rukken.
‘O, godzijdank. Ik dacht dat je…’ Adam snakte naar adem, ‘Nog een kilometer.
Zou doen. En ik zou. Moeten afhaken,’ wist hij met een zwoegende ademhaling
uit te brengen terwijl hij de afstand tussen ons dichtte en naast me kwam lopen.
‘Ze wil niet dat het een happy end heeft,’ gromde ik, terwijl ik de muziek die
uit mijn telefoon klonk uitzette.
‘Dat zei je al,’ merkte Adam op en hij legde zijn handen bovenop zijn hoofd.
‘Sterker nog, volgens mij heb je dat bijna iedere dag wel een keer gezegd sinds
je terug bent.’
‘En ik blijf het zeggen tot ik snap waarom.’ We bereikten een bankje vlak bij
een splitsing in het pad en stopten om kort te stretchen, wat onze vaste routine
was.
‘Geweldig. Ik kijk ernaar uit het te lezen als dat eenmaal gebeurt.’ Hij legde
zijn handen op zijn knieën en boog voorover terwijl hij zijn longen vol zoog.
‘Ik zei al dat we vaker zouden moeten gaan hardlopen.’ Hij ging maar een keer
per week met me mee.
‘En ik zei al dat je niet mijn enige schrijver bent. Dus, wanneer stuur je het
Stanton-deel van het manuscript op? Er is een strakke planning.’
‘Zodra ik het klaar heb.’ Mijn mondhoek krulde op. ‘Maak je geen zorgen, je
hebt het voor de deadline.’
‘Serieus? Ga je me drie maanden laten wachten? Wreed. Ik voel me gekwetst.’
Hij sloeg zijn hand op zijn hart.
‘Ik weet dat het kinderachtig klinkt, maar ik wil kijken of jij kunt zien waar
Scarletts deel stopt en het mijne begint.’ Ik had me de afgelopen drie jaar niet zo
enthousiast over een boek gevoeld en in die tijd had ik er zes geschreven. Maar
deze… Ik had zo’n gevóél, en Georgia legde me aan banden. ‘Ze heeft het mis,
weet je.’
‘Georgia?’
‘Ze begrijpt niet wat haar overgrootmoeders handelsmerk was. Scarlett Stanton
staat garant voor een happy end. Haar lezers verwachten dat. Georgia is geen
schrijfster. Ze begrijpt het niet en ze heeft het mis.’ Als ik in de afgelopen twaalf
jaar iets had geleerd, was het niet te kloten met de verwachtingen van lezers.
‘En jij bent er zo van overtuigd dat jij gelijk hebt omdat wat? Je onfeilbaar
bent?’ Er school meer dan een vleug sarcasme in zijn woorden.
‘Wanneer het op plotten aankomt? Ja. Dan kan ik zonder enige twijfel zeggen
dat ik behoorlijk fucking onfeilbaar ben en waag het niet over mijn ego te
beginnen. Ik kan het beargumenteren, dus het is eerder zelfvertrouwen.’ Ik
leunde naar voren om te strekken en lachte.
‘Sorry dat ik je “zelfvertrouwen” een dreun moet geven, maar als dat het geval
was, zou je geen redacteur nodig hebben, of wel? Maar je hebt me nodig, dus
onfeilbaar ben je niet.’
Ik negeerde de overduidelijke waarheid in zijn argument. ‘Jij leest in ieder
geval mijn boek voordat je veranderingen suggereert. Zij staat niet eens toe dat
ik haar mijn idee vertel.’
‘Nou, heeft zíj er een dan?’
Ik knipperde met mijn ogen.
‘Heb je haar ernaar gevraagd?’ Hij trok zijn wenkbrauwen op. ‘Ik bedoel, ik
zou je heel graag wat suggesties geven, maar aangezien je me het bestaande deel
nog niet hebt laten zien…’
‘Waarom zou ik haar dat vragen? Ik vraag nooit om input voordat iets af is.’
Het verpestte het proces en mijn intuïtie had me nog nooit in de steek gelaten.
‘Ik kan niet geloven dat ik een contract heb ondertekend waarbij ik de
uiteindelijke goedkeuring overdraag aan iemand die niet eens in het vak zit.’ En
toch zou ik het zo weer doen, al was het maar voor de uitdaging.
‘Voor iemand die zoveel heeft gedatet als jij, heb je behoorlijk weinig verstand
van vrouwen, of niet?’ Hij schudde zijn hoofd.
‘Ik heb genoeg verstand van vrouwen, geloof me. En trouwens, jij hebt wat?
Eén relatie gehad in de afgelopen tien jaar?’
‘Omdat ik met haar ben getrouwd, eikel.’ Hij toonde me zijn trouwring. ‘Je een
weg door New York neuken is niet waar ik het over heb. De melk in mijn
koelkast is ouder dan de duur van jouw gemiddelde relatie, en nog lang niet in de
buurt van de houdbaarheidsdatum. Het is moeilijker om één vrouw echt te
kennen en te begrijpen dan je met je charmes duizend nachten met duizend
verschillende vrouwen doorwerken. Meer de moeite waard ook.’ Hij keek op zijn
horloge. ‘Ik moet terug naar kantoor.’
Ongemakkelijk schoof ik heen en weer bij die gedachte.
‘Dat is niet waar. Over die relaties.’ Oké, de langste relatie die ik had gehad,
duurde zes maanden, bevatte een hoop persoonlijke ruimte en was geëindigd
zoals het was begonnen: met wederzijdse affectie en een besef dat het niet zou
voortduren. Ik zag geen reden om me emotioneel te binden aan iemand waar ik
geen toekomst mee zag.
‘Oké, even voor de duidelijkheid. Ik geloof niet dat jij Georgia Stanton
begrijpt.’ Adam grijnsde en stretchte zijn kuit. ‘Ik moet het toegeven, het is leuk
om je te zien worstelen met een vrouw die niet automatisch voor je valt.’
‘Vrouwen vallen niet automatisch voor me.’ Ik had gewoon geluk dat de
vrouwen in wie ik geïnteresseerd was, meestal hetzelfde voelden. ‘En wat valt er
niet te begrijpen? Vanuit mijn oogpunt is dit een duidelijk gevalletje van een
prinses die de vrouw wordt van een Hollywoodster om vervolgens aan de kant te
worden gezet voor een jonger, nieuwer, zwanger model, waarna ze met haar
miljoenen naar huis gaat om daar een deal te ondertekenen die nog meer
miljoenen oplevert.’ Was ze watertandend beeldschoon? Absoluut. Maar het leek
ook alsof ze moeilijk deed voor de lol. Ik begon in te zien dat omgaan met
Georgia wellicht een grotere uitdaging was dan het schrijven van dat boek.
‘Wauw. Je zit er zo ver naast dat het bijna grappig is.’ Hij was klaar met rekken
en ging rechtop staan, wachtend tot ik hetzelfde zou doen. ‘Weet je het een en
ander van haar ex?’ vroeg hij met zijn hoofd schuin en een indringende blik in
zijn ogen.
‘Tuurlijk. Damian Ellsworth, de “alom geprezen” regisseur, inwoner van Soho,
als ik me niet vergis.’ Ik bleef bij een voedselkar staan en kocht voor ons allebei
een flesje water. ‘Hij bezorgt me altijd een slijmerige, creepy vibe.’ Ik had
zelfvertrouwen, maar die gast was ronduit een pretentieuze zak.
‘En waar is hij het meest bekend om?’ vroeg Adam nadat hij me had bedankt
en de dop van zijn flesje had gedraaid.
‘Waarschijnlijk The Wings of Autumn,’ gokte ik terwijl we verder liepen. Ik
verstijfde toen het besef tot me doordrong.
Adam keek over zijn schouder en bleef ook staan. ‘Daar heb je het. Kom mee.’
Hij gebaarde dat ik moest doorlopen en ik kwam weer in beweging.
‘Scarlett verkocht nooit filmrechten,’ zei ik langzaam. ‘Niet tot zes jaar
geleden.’
‘Bingo. En toen verkocht ze ineens de rechten van tien boeken voor bijna
noppes aan een gloednieuwe, onbeduidende productiemaatschappij waarvan de
eigenaar…’
‘Damian Ellsworth was. Fuck me.’
‘Nee, bedankt, je bent mijn type niet. Begrijp je het nu?’ We bereikten de rand
van het park en gooiden onze lege flesjes in de prullenbak voordat we invoegden
op het drukke trottoir.
Ellsworth was meer dan tien jaar ouder dan Georgia, maar het was hem pas
gelukt voet tussen de Hollywooddeur te krijgen… Shit. Dat was rond de tijd
geweest dat zij gingen trouwen.
‘Hij heeft zijn huwelijk met Georgia gebruikt om bij Scarlett binnen te komen.’
Klootzak.
‘Daar lijkt het wel op.’ Adam knikte. ‘Die filmrechten hebben de rode loper
voor hem uitgerold en hij heeft nog vijf films over om te maken. Hij is binnen.
En zodra het duidelijk was dat de reisjes naar de vruchtbaarheidskliniek geen
effect hadden, vond hij iemand anders.’
Mijn hoofd vloog naar Adam terwijl mijn maag samenkneep. ‘Ze hadden
problemen met het krijgen van kinderen en hij heeft iemand anders zwanger
gemaakt?’
‘Volgens Celebrity Weekly wel, ja. Kijk niet zo naar me. Carmen leest die
bladen graag en ik raak verveeld als ik mijn benen in bad laat weken. Benen die
jij steeds door de mangel haalt, kan ik daaraan toevoegen.’
Verdomme. Dat was nog eens een heel ander soort genaaid zijn. Ze had de
carrière van de man een boost gegeven en hij was niet alleen vreemdgegaan; hij
had haar emotioneel en publiekelijk vernietigd. ‘Het wordt me plots duidelijk
waarom ze niet voor een happy end is.’
‘En het ergste is nog dat ze mede-eigenaar was van de productiemaatschappij,
maar bij de echtscheiding heeft ze alles aan hem overgedragen.’
Mijn voorhoofd rimpelde. Dat was een enorme bak met geld. ‘Alles? Maar hij
is degene die fout zat.’ Dat is toch oneerlijk?
Adam haalde zijn schouders op. ‘Ze zijn in Colorado getrouwd. Dat is een no-
fault-staat en zij heeft alles vrijwillig opgegeven, of tenminste, dat heb ik
gelezen.’
‘Wie doet zoiets?’
‘Iemand die overal zo snel mogelijk vanaf wil zijn,’ merkte hij op. We staken
het laatste kruispunt over, waardoor we in de straat kwamen waar het gebouw
van mijn uitgever zich bevond, maar Adam bleef voor het gebouw ernaast staan.
‘En aangezien op een flinter na alles van Scarletts vermogen naar een literair
trustfonds gaat dat bestemd is voor liefdadigheidswerk, zijn die miljoenen waar
jij het net over had niet echt van Georgia. Ik weet dat je van je researchtrips
houdt, maar je zou echt vaker moeten googelen.’
‘Holy shit.’ Er vormde zich een knoop in mijn maag door hoe fout mijn
aanname was geweest.
Adam gaf een klap op mijn rug. ‘Nu voel je je een lul, of niet?’ vroeg hij met
een grijns.
‘Misschien,’ gaf ik toe.
‘Wacht dan maar tot je ontdekt dat het boek dat jij af schrijft niet is opgenomen
in het literaire trustfonds…’
Mijn blik schoot naar hem.
‘… en ze aan de boekhouder heeft gevraagd het hele voorschot over te maken
naar haar moeders bankrekening,’ maakte hij zijn zin grijnzend af.
‘Oké, nú voel ik me een lul.’ Ik streek met mijn handen over mijn gezicht. Ze
kreeg niet eens betaald voor deze deal.
‘Uitstekend. Wat dacht je van nog een les? Volg mij.’ Hij ging me voor het
kantoorpand in. De foyer had een gewelfd plafond dat tot minimaal boven de
eerste verdieping liep en roltrappen omzoomden de ruimte voordat je bij de
liften kwam, waardoor het midden open was en een massief, verticaal
glassculptuur volop in het zicht tentoongesteld stond.
Vanonder was het diepblauw en het liep uiteen in golvende slierten die aan de
randen bubbelden, alsof ze op een verlaten strand braken. Verder omhoog
vervaagde het blauw, tot de uiteinden hun ruige, schuimachtige textuur verloren.
Vervolgens ging het kleurloze glas kronkelend over in tientallen tinten groen:
takken, die smaller werden naarmate het sculptuur hoger reikte, tot uiteindelijk
wel twee keer mijn lengte.
‘Wat denk je hiervan?’ vroeg Adam met een vuile grijns op zijn gezicht.
‘Het is spectaculair. De belichting is ook geniaal. Het benadrukt de kleur en
kunstzinnigheid.’ Met een schuin oog keek ik naar hem, want ik wist dat dit
kleine uitstapje iets te betekenen had.
‘Kijk naar het plakkaat.’ Die grijns zat er nog steeds.
Ik stapte naar voren en las het bord, waarop mijn ogen groot werden. ‘Georgia
Stan… Wat de fuck?’ Geórgia had dit gemaakt? Ik keek nogmaals naar het
kunstwerk, dit keer met andere ogen en zelfs ik kon toegeven dat mijn mond een
stukje openviel.
‘Het feit dat zij geen schrijver is, betekent niet dat ze niet creatief is.
Vernederd? Ook al is het maar een beetje?’ Adam kwam naast me staan.
‘Een beetje dan,’ zei ik langzaam. ‘Misschien wel een beetje veel.’ Mijn
aandacht ging weer naar het plakkaat, waarop de datum stond. Zes jaar geleden.
Toeval of patroon?
‘Mooi. Mijn werk zit erop.’
Ze was niet gewoon naar de kunstacademie gegaan. Ze was een kunstenaar. ‘Ze
zal niet naar me luisteren, Adam. Allebei de keren dat ik haar belde, heeft ze
opgehangen. Ik probeer het geheel te plotten, zodat ik erin kan duiken, maar
zodra ik over het eind begin, is de lijn dood. Ze wil niet samenwerken; ze wil het
gewoon op haar manier.’
‘Klinkt als iemand die ik ken. Hoeveel van het gesprek heb jíj geluisterd?’
bracht hij ter sprake. ‘Het is niet alleen jouw boek deze keer, maar het is ook dat
van haar, en voor iemand die van primaire bronnen houdt, negeer je de bron die
recht voor je neus staat. Zij is de expert als het aankomt op Scarlett Stanton.’
‘Goed punt.’
‘Kom op, Noah. Ik heb je nog nooit een uitdaging uit de weg zien gaan. Wat
zeg ik, je zoekt ze zelfs op. Pak de telefoon en gebruik die legendarische charme
van je om voet tussen de spreekwoordelijke deur te krijgen. En dan luister je,
maat. Nou, ik moet gaan douchen, want ik heb straks een vergadering.’ Hij liep
richting de draaideur.
‘Die charme heb ik al geprobeerd!’ En het bracht me nergens, wat professioneel
gezien irritant was en persoonlijk… nou, frustrerend, vooral aangezien ik me op
meer dan vijftienhonderd kilometer afstand nog steeds tot haar aangetrokken
voelde.
‘Niet als je maar twee keer hebt gebeld.’
‘Hoe wist je eigenlijk dat dit van haar was?’ riep ik door de foyer.
‘Google!’ Hij salueerde met twee vingers en verdween het gebouw uit, mij
achterlatend met het bewijs dat ik die dag in Scarletts kantoor niet het enige
creatieve genie was geweest.
Toen begon ik met mijn research. Niet naar de Slag om Engeland, maar naar
Georgia Stanton.
Mijn blik schoof heen en weer tussen mijn telefoon – die onschuldig in het
midden van mijn bureau lag – en het telefoonnummer dat ik op het notitieblokje
ernaast had gekrabbeld. Het was een week dichter bij mijn deadline en hoewel ik
had uitgestippeld wat voelde als het juiste pad voor de personages, was ik nog
niet begonnen met schrijven. Het had geen zin als Georgia simpelweg zou eisen
dat ik het allemaal zou veranderen.
Gebruik die legendarische charme…
Ik belde het nummer en draaide me toen om om voor de enorme ramen van
mijn kantoor te gaan staan. Terwijl ik neerkeek op Manhattan ging de telefoon
over. Zou ze opnemen? Die specifieke twijfel was een primeur voor mij bij het
bellen van een vrouw. Niet omdat opnemen een gegeven was, maar omdat het
me nooit eerder echt iets had geïnteresseerd.
Vraag naar haar oma. Vraag naar haar. Stop met naar haar te schreeuwen en
begin haar als een partner te behandelen. Doe gewoon net alsof ze een van je
studiegenoten is en niet iemand van het werk of iemand waar je geïnteresseerd in
bent. Dat was Adriennes advies geweest, gevolgd door een sarcastische
opmerking dat ik nog nooit in mijn leven een partner had gehad omdat ik een
controlfreak was.
Ik haatte het wanneer ze gelijk had.
‘Noah, waar heb ik deze eer aan te danken?’ zei Georgia toen ze opnam.
‘Ik heb je sculptuur gezien.’ Lekkere binnenkomer.
‘Sorry?’
‘Die van die boom die uit de oceaan rijst. Ik heb het gezien. Het is prachtig.’
Mijn greep op de telefoon verstrakte. Volgens het internet was het ook het laatste
wat ze had gemaakt.
‘O.’ Er volgde een stilte. ‘Dank je wel.’
‘Ik wist niet dat je een kunstenaar was.’
‘Eh… ja. Dat was ik, lang geleden. Wás is hier het sleutelwoord.’ Er klonk een
geforceerde lach. ‘Nu breng ik mijn dagen door in oma’s kantoor, met het
uitzoeken van een stapel papierwerk.’
Onderwerp gesloten. Helder. Ik weerstond de neiging om verder te graven…
voor nu.
‘Ah, papierwerk. Mijn favoriete manier om de avond door te brengen,’ grapte
ik.
‘Nou, dan zou je hier in de hemel zijn, want het is een puinzooi. Er is. Zo. Veel.
Papierwerk,’ kreunde ze.
‘O, ik hou ervan als je schunnige taal tegen me uitkraamt.’ Fuck. Ik kromp
ineen en maakte mentaal een berekening van hoeveel ik zou moeten betalen
vanwege een aanklacht voor seksuele intimidatie. Wat mankeerde ik? ‘Shit.
Sorry, ik weet niet waar dat ineens vandaan kwam.’ Tot zover haar behandelen
als een studiegenoot.
‘Geen probleem.’ Ze lachte en het geluid raakte me als een goederentrein die
tegen mijn borstkas knalde. Haar lach was prachtig en liet me voor het eerst in
dagen glimlachen. ‘Nou, nu weet ik wat jou opwindt,’ plaagde ze en ik hoorde
een gekraak op de achtergrond dat ik herkende. Ze leunde achterover in de stoel.
‘Echt, het geeft niet, dat beloof ik,’ bracht ze uit terwijl haar lach doorklonk.
‘Maar even serieus, had je iets nodig? Want zodra je de woorden “happy end”
zegt, ga ik verder met mijn papierwerk.’
Ik kromp ineen, pakte toen mijn bril van mijn neus en begon hem aan de poot
rond te draaien. ‘Eh, daar komen we later nog wel op terug,’ zei ik. ‘Ik wilde
gewoon nog wat persoonlijke details toevoegen en ik vroeg me af of je oma een
favoriete bloem had?’ Ik kneep mijn ogen stijf dicht. Jij bent de sulligste sul,
Morelli.
‘O.’ Haar toon verzachtte. ‘Ja, ze was gek op rozen. Ze heeft een enorme tuin
achter het huis, vol met Engelse theerozen. Nou, ik bedoel ze hád een tuin. Sorry,
daar ga ik nog steeds de mist mee in.’
‘Dat heeft tijd nodig.’ Ik stopte met het ronddraaien van mijn bril en legde hem
op het bureau. ‘Ik heb er ongeveer een jaar voor nodig gehad toen mijn vader
overleed en eerlijk gezegd ontglipt het me nog weleens als ik vergeet dat hij er
niet meer is. Trouwens, de tuin is er nog steeds; alleen is die nu van jou.’ Ik
wierp een blik op de foto van pap en mij naast de Jaguar uit 1965, waar we een
jaar aan gesleuteld hadden om hem te restaureren. Hij zou altijd paps auto
blijven, ondanks dat hij nu op mijn naam stond.
‘Dat is waar. Ik wist niet dat je vader overleden was. Dat spijt me.’
‘Bedankt.’ Ik schraapte mijn keel en richtte mijn aandacht weer op de skyline.
‘Het is een paar jaar geleden en ik heb mijn best gedaan om het buiten de pers te
houden. Iedereen zit altijd in mijn achtergrond te graven om te achterhalen of er
een reden is dat mijn verhalen een…’ Niet zeggen. ‘Schrijnend eind hebben.’
‘En is daar een reden voor?’ vroeg ze zachtjes.
Die vraag was me in de afgelopen jaren op z’n minst honderd keer gesteld en
meestal antwoordde ik met iets als: ik vind dat boeken het echte leven moeten
weergeven. Maar deze keer dacht ik er even over na.
‘Geen drama’s, als dat is waar je op doelt.’ Een glimlach trok aan mijn lippen.
‘Typisch middenklasse gezin. Mijn vader was monteur. Mijn moeder is nog
steeds lerares. Ik ben opgegroeid met barbecues, wedstrijden van de New York
Mets en een irritante zus die ik langzaamaan ben gaan waarderen.
Teleurgesteld?’ De meeste mensen wel. Ze dachten dat ik wees moest zijn of iets
wat net zo vreselijk was.
‘Helemaal niet. Het klinkt eerlijk gezegd behoorlijk perfect.’ Haar stem stierf
weg.
‘Bij het schrijven stap ik in een verhaal en het eerste wat ik zie aan personages
is hun tekortkoming. Het tweede wat ik zie, is hoe die tekortkoming zal leiden
tot verlossing… of ondergang. Ik kan er niets aan doen. Het verhaal ontvouwt
zich in mijn hoofd en dat is wat er op papier komt.’ Ik stapte naar achteren en
leunde tegen de rand van mijn bureau. ‘Tragisch, hartverwarmend, schrijnend…
Het is wat het is.’
‘Hm.’ Ik kon bijna zien hoe ze over mijn verklaring nadacht, met haar hoofd
iets opzij gekanteld. Haar ogen zouden lichtjes samengeknepen zijn en
vervolgens zou ze knikken, alsof ze mijn gedachtegang accepteerde. ‘Oma zei
altijd dat ze haar personages als volledig uitgewerkte mensen zag met
gecompliceerde levens, klaar voor een confrontatie. Ze zag hun tekortkomingen
als iets om te overwinnen.’
Ik knikte alsof ze me kon zien. ‘Klopt. Meestal gebruikte ze wat hun gebrek
ook was als iets wat haar personages nederig maakte, terwijl ze gelijktijdig op de
meest onverwachte manier hun toewijding bewezen. God, wat was ze dáár goed
in.’ Het was een vaardigheid die ik nog onder de knie moest zien te krijgen:
succesvol door het stof gaan. Het grote gebaar. Mijn verhalen werkten er altijd
naar toe, maar dan werd de kans weggerukt door de bitch die we het lot noemen.
‘Dat was ze zeker. Ze hield van… liefde.’
Mijn wenkbrauwen gingen omhoog. ‘Precies, wat juist de reden is dat dit
verhaal dat moet behouden,’ flapte ik eruit, waarop ik onmiddellijk grimaste. Er
ging een tel voorbij, toen nog twee. ‘Georgia? Ben je er nog?’ De klik kon ieder
moment volgen.
‘Dat is ook zo,’ zei ze. Er klonk geen boosheid in haar stem, maar ook geen
enkele flexibiliteit. ‘Dit verhaal gaat over liefde in z’n puurste vorm, maar het is
geen romantisch verhaal. Dat is de hele reden dat ik het aan jou gaf, Noah. Jij
schrijft geen romantische verhalen, weet je nog?’
Ik knipperde met mijn ogen, zag eindelijk in hoe groot de kloof tussen ons was.
‘Maar ik zei tegen je dat ik dít als een romantisch verhaal zou schrijven.’
‘Nee, je zei tegen me dat oma beter was dan jij in het schrijven van
romantische verhalen,’ kaatste ze terug. ‘Je beloofde dat je het op de juiste
manier zou doen. Ik wist dat het een schríjnend eind nodig had, daarom was ik
het ermee eens dat jij hiervoor de juiste persoon was. Ik dacht dat jij het dichtst
in de buurt zou komen om vast te kunnen leggen wat ze na de oorlog echt had
doorstaan.’
‘Holy shit.’ Dit was niet de Mount Everest, dit was de maan, en de hele situatie
was ontstaan door misverstanden. Onze doelen waren nooit hetzelfde geweest.
‘Noah, denk je niet dat als ik wilde dat dit een romantisch liefdesverhaal zou
worden, ik tegen Christopher gezegd zou hebben dat hij een van zijn
romanceschrijvers voor me moest zoeken?’
‘Waarom heb je me dat niet in Colorado verteld?’ vroeg ik met opeengeklemde
kaken.
‘Dat heb ik gedaan!’ snauwde ze verdedigend. ‘In mijn hal. Ik zei tegen je dat
er één ding was wat je niet kon doen en dat was hun een happy end geven, maar
je luisterde niet. Je maakte slechts een arrogante “moet jij eens opletten”-
opmerking en liep de deur uit.’
‘Omdat ik dacht dat je me uitdaagde!’
‘Nou, dat was niet het geval!’
‘Dat weet ik nú!’ Ik kneep in mijn neusbrug, op zoek naar een manier om
verder te kunnen terwijl het leek alsof we in een impasse waren beland. ‘Wil je
echt dat je oma’s verhaal triest en bedroefd wordt?’
‘Ze was niet triest. En dit is geen romantisch verhaal!’
‘Dat zou het wel moeten zijn. We kunnen het het eind geven dat ze verdient.’
‘Hoe dan, Noah? Wil je haar waargebeurde verhaal laten eindigen met een of
ander blij stuk fictie waarin ze met gespreide armen over een veld naar elkaar toe
rennen?’
‘Niet bepaald.’ Daar gaan we. Dit was mijn kans. ‘Stel je haar voor, lopend
over een lange, kronkelige onverharde weg, omzoomd met naaldbomen,
terugvoerend naar de manier waarop ze elkaar ontmoetten, en zodra hij haar
ziet…’ Ik zag het al helemaal voor me.
‘Dat is het toppunt van cliché.’
‘Cliché?’ Ik stikte bijna in het woord. Je kon nog beter een klootzak gevonden
worden dan cliché. ‘Ik weet waar ik mee bezig ben. Laat het me gewoon doen!’
‘Weet je waarom ik steeds ophang?’
‘Laat maar horen.’
‘Omdat niets van wat ik zeg er voor jou toe doet en het voorkomt dat we allebei
onze tijd verspillen.’
Klik.
‘Verdomme!’ snauwde ik terwijl ik behoedzaam mijn telefoon neerlegde, zodat
ik hem niet neersmeet.
Het deed er wél toe wat ze zei. Ik bracht het er alleen verdomd slecht vanaf om
haar voor te laten gaan, wat, wederom, een probleem was dat ik alleen bij deze
specifieke vrouw leek te hebben.
Schrijven was zo veel makkelijker dan omgaan met echte mensen. Misschien
lazen mensen mijn boeken niet uit – verbraken ze op literaire wijze de
verbinding – maar ik wist het niet als ze stopten met lezen voordat ik mijn punt
had gemaakt, omdat ik de kans al had gekregen dat punt te maken. Zelfs als ze
het vol afkeer dichtsloegen, was dat niet recht in mijn gezicht.
Ik streek met mijn hand over mijn gezicht en siste van pure ergernis. Eindelijk
had ik iemand ontmoet die grotere problemen met controle had dan ik.
‘Enig advies, Jameson?’ vroeg ik aan het manuscript en de correspondentie die
ik had uitgeprint. ‘Oké, het is jou gelukt om midden in een oorlogsgebied te
blijven communiceren, maar jij hoefde in ieder geval niet via de telefoon
Scarletts muren neer te halen, of wel?’
Ik gunde mezelf een moment om in het verhaal te komen, om te speculeren
over wat Georgia van me vroeg, maar me voorstellen hoe Scarlett leert om los te
laten en verder te gaan, haar fictief te veroordelen tot wat als een half leven moet
hebben gevoeld, was veel te heftig, zelfs voor mij.
Drie maanden. Dat was alles wat ik had om niet alleen Georgia ervan te
overtuigen dat Scarlett en Jameson het nodig hadden dat hun verhaal een
gelukzalig eind voor hen samen kreeg, maar ook om het verdomde ding in de
stijl en met de stem van een andere auteur te schrijven. Ik wierp een blik op de
kalender en realiseerde me dat het zelfs nog minder dan drie maanden was. Ik
vloekte. Hard.
Ik moest van tactiek veranderen, want anders was de kans groot dat ik voor het
eerst in mijn carrière een deadline zou missen.
8
Augustus 1940
Middle Wallop, Engeland
Hitte blies tegen Jamesons gezicht toen hangar twee in vlammen opging. De
explosie wierp hen achteruit alsof ze niet meer dan papier waren, maar het lukte
hem zijn armen om Scarlett heen te houden. Zijn rug ving de klap op, waardoor
de zuurstof uit zijn longen werd geperst terwijl Scarlett boven op hem landde.
Hij rolde om in een poging haar zoveel mogelijk met zijn lijf af te schermen,
terwijl bom na bom viel in een tijdsspanne van een paar donderende hartslagen.
Hij had op z’n minst twee dozijn piloten zien neerstorten de afgelopen paar
maanden, hun dood niet meer dan een volgende foto op de muur.
Niet Scarlett. Niet Scarlett.
Hij vloekte. De oorlog had eindelijk precies datgene gedaan waarvoor hij
helemaal naar Engeland was gereisd om te voorkomen: een aanval op iemand
die hem dierbaar was. Nog nooit in zijn leven had hij zo graag een vijandelijk
toestel willen neerschieten.
Zijn oren piepten en hij duwde zich op zijn ellebogen omhoog om de
kristalblauwe ogen onder hem te zoeken terwijl de laatste bom – dat hoopte hij
althans – niet al te ver van hen vandaan viel. ‘Ben je oké?’
Er bestond een reële kans dat ze nog een keer zouden aanvallen, vooral
aangezien zowel hangar een als drie nog overeind stonden.
Ze knipperde met haar ogen en knikte. ‘Je moet gaan!’
Nu was hij degene die knikte.
‘Ga dan!’ spoorde ze hem aan.
Hij kon in de lucht veel meer doen om haar te beschermen dan als menselijk
schild op de grond, dus krabbelde hij overeind en trok haar ook op haar benen.
Aan zijn linkerkant bewoog iets en opluchting schoot door hem heen toen
Howard op z’n knieën ging zitten en vervolgens opstond.
De man had zijn pet nog op.
‘Ga naar hangar 1!’ schreeuwde Jameson.
Howard knikte en ging er rennend vandoor.
Jameson omvatte Scarletts gezicht met zijn handen. Er was zo veel te zeggen
en geen tijd om het te zeggen.
‘Wees voorzichtig, Jameson!’ gebood Scarlett, de smeekbede weerspiegeld in
haar ogen.
Hij drukte zijn lippen op haar voorhoofd voor een woeste kus en kneep zijn
ogen dicht. Toen wierp hij een blik over haar hoofd om te checken of de auto
niet was geraakt. Hij ademde iets lichter toen hij Constance achter het stuur zag
zitten, Christine naast haar.
‘Jíj moet voorzichtig zijn,’ beval hij Scarlett terwijl hij haar nog een laatste keer
diep in de ogen keek. Toen maakte hij zich met moeite van haar los en rende
naar hangar 1 voordat hij aan haar veiligheid zou gaan twijfelen.
Scarletts knieën knikten terwijl ze Jameson langs het vuur zag rennen dat
voorheen hangar twee was. Haar vrees voor zijn veiligheid woog zwaarder dan
die van haarzelf, maar rivaliseerde met die van haar zus. O, god, Constance.
Scarlett draaide zich om en sprintte naar de auto. Een keer of twee verloor ze
bijna haar schoeisel vanwege de rondslingerende brokstukken.
Constance gebaarde dat ze moest komen door wild met haar handen te zwaaien
terwijl ze naar de lucht keek. Ze leefde. Jameson leefde.
Dat was het enige waar ze zich nu aan vast kon houden.
Scarlett rukte het portier open en sprong op de achterbank om vervolgens het
portier snel achter zich dicht te trekken.
Constance had geen verdere instructies nodig: de auto stond al in z’n achteruit.
‘Zeg me dat je oké bent!’ riep ze over haar schouder terwijl ze de auto omdraaide
en toen in de eerste versnelling zette.
‘Ik mankeer niets. Jullie twee?’ vroeg Scarlett terwijl haar handen begonnen te
trillen. Ze greep haar knieën beet en siste toen. Er zat bloed op haar handpalmen.
‘Zo goed als maar zijn kan!’ antwoordde Christine met een beverig glimlachje.
‘Mooi,’ reageerde Scarlett, die zag dat er al bloedvlekken op de onderkant van
haar rok zaten. Ze mompelde een vloek en veegde haar handen schoon aan het
materiaal van haar uniform. ‘Sneller rijden, Constance. Jameson komt op dat
bord.’
Scarlett was niet moe na haar dienst, dus draaide ze een tweede en verving
daarmee een andere filterofficier die niet was komen opdagen. Constance
weigerde haar zijde te verlaten, maar haar vermoeidheid was tastbaar, dus
Scarlett bracht haar naar een veldbed in de koffiekamer, zodat ze kon uitrusten.
Over vier uur zouden ze allebei weer een dienst hebben.
Zelf ging ze terug naar het bord.
Hun bord was bedekt met markeringen waarop de aanvallen werden
bijgehouden die momenteel de RAF-vliegvelden over heel Groot-Brittannië
teisterden, inclusief de aanval op die van hen. De hectische, snelle bewegingen
van de plotters gebeurden in stilte terwijl de controlers op het balkon boven ons
beslissingen namen over verplaatsingen, bevelen gaven en rechtstreeks met de
piloten spraken.
Vier uur lang luisterde ze naar de stem in haar koptelefoon en plaatste de
markeringen.
Codenummer.
Geschatte grootte van de aanval.
Hoogte.
Coördinaten.
Pijl.
Iedere vijf minuten werden de locaties geüpdatet en markeerde een nieuwe pijl
de richting van de aanval, de kleur van bestemming continu veranderend.
Rood. Blauw. Geel.
Rood. Blauw. Geel.
Rood. Blauw. Geel.
Ze bleef zich focussen, want ze wist dat als ze het zichzelf toestond af te
dwalen, ze haar taak niet kon vervullen. Zonder haar en de vrouwen om haar
heen, konden de controlers geen coördinaten aan de piloten in de lucht geven.
Zonder haar vloog Jameson blind. Ze had geprobeerd naar de gele vlaggen van
de 609 boven op de aanvalmarkeringen te kijken om te zien aan welke aanvallen
ze hadden deelgenomen, maar er was geen tijd om zich met andere secties op het
bord bezig te houden dan haar eigen.
Bij uur vier had ze een pauze moeten nemen, maar haar vervanging was niet
komen opdagen. Ze probeerde niet aan de mogelijke redenen hiervan te denken.
Bij uur acht zou die pauze voorbij zijn geweest. Vier uur op, vier uur af; dat
was de regel.
Bij uur negen nam Constance de sectie rechts van haar over.
Bij uur tien duwde Constance een markering in Scarletts sectie, zoals ze
ontelbare keren eerder had gedaan als vluchten over de kaart verschoven. Maar
deze keer nam ze de geringe secondes die ze had om oogcontact met haar zus te
maken.
De markering had een 609-vlag.
Jameson.
Scarletts hartslag schoot omhoog. Ze had niet met hem gesproken sinds de
hangar. Ze had verwoed gehoopt dat hij had gevlogen en was teruggekeerd en nu
wellicht lag te rusten, maar de knoop in haar maag vertelde haar dat hij bij zijn
squadron was, in gevecht met naar schatting dertig Duitse luchtvaartuigen.
Iedere vijf minuten keerde ze terug naar die markering, verplaatste hem langs
de kustlijn en verwisselde de pijl met de volgende kleur. Iedere vijf minuten
stond ze zichzelf een vurig schietgebedje toe dat hij de nacht zo overleven.
Zelfs als hij ervoor zou kiezen haar niet te geloven wat hen betrof.
Zelfs als ze hem nooit meer zou zien.
Ze moest weten dat hij in orde was.
Godzijdank was ze niet ingedeeld bij de control officer, waar ze de stemmen
van de piloten over de radio kon horen. Het zou haar gek hebben gemaakt om te
horen hoe de geleden verliezen werden gerapporteerd.
Tegen uur twaalf trilden haar armen van uitputting. De 609-vlag was van haar
sectie verdwenen toen er minder bewegingen op het bord waren. Zonder twijfel
zou het tegen de avond weer vollopen. De aanvallen kwamen in golven, en
allemaal namen ze iets meer dan zij zich konden veroorloven te verliezen.
Ze verloren nog twee radiorichtingzoekerstations.
Inmiddels was ze de tel kwijtgeraakt van hoeveel RAF-basissen er waren
gebombardeerd.
Hoeveel klappen konden de vliegvelden nog aan? Hoeveel gevechtsvliegtuigen
konden ze nog verliezen? Hoeveel piloten…
‘Ben je klaar?’ vroeg Constance toen ze door de deuropening van de
controlekamer liepen.
‘Ja,’ antwoordde ze, haar stem dik doordat ze hem lang niet had gebruikt.
‘Je arme knieën.’ Constances wenkbrauwen fronsten.
Scarlett keek naar beneden, naar de schone rok. Haar section officer had erop
gestaan dat ze die aantrok, aangezien die van haar verpest was door scheuren en
bloed. Ze wierp een blik op de korsten op haar knieën. ‘Het is niets.’
‘We gaan je in bad doen.’ Constance schonk haar een wankele glimlach en
haakte haar arm door die van Scarlett. ‘Christine, vind jij het erg om te rijden?’
‘Helemaal niet.’
‘Assistent section officer Wright?’ riep een hoge, vrouwelijke stem door de
kleine lobby.
Beide vrouwen draaiden zich om en zagen hun section officer naar voren lopen.
‘Scarlett,’ verduidelijkte ze en ze wenkte haar met haar hand.
Scarlett gaf haar zus een klopje op haar schouder en ontmoette section officer
Gibson in het midden van de lobby. ‘Mevrouw?’
‘Ik wilde je een compliment geven voor hoe je vannacht je hoofd erbij hebt
weten te houden. Er zijn niet veel meisjes die twaalf uur aan een stuk kunnen
presteren en zelfs nog minder na… een aanval te hebben meegemaakt.’ Haar
lippen waren strak, maar de ogen van de oudere vrouw stonden zacht.
‘Ik heb gewoon mijn werk gedaan, mevrouw,’ reageerde Scarlett. Er waren
mannen die veel meer deden dan zij, in veel ergere omstandigheden. Haar best
doen was het minste wat ze voor hen kon doen.
‘Inderdaad.’ Ze liet haar gaan met een knikje, maar er was een vleug van een
glimlach te zien voordat ze zich omdraaide en wegliep.
Ze zocht Constance op bij de deur en samen liepen ze het ochtendzonnetje in.
Scarlett knipperde met haar ogen, want ondanks haar pet prikte het licht in haar
ogen. Acht uur ’s ochtends had nog nooit zo bruut gevoeld.
Haar adem stokte en ze hapte naar adem toen ze het lange figuur in
legeruniform in het midden van het pad zag staan.
‘Jameson,’ fluisterde ze. Haar knieën begaven het bijna van opluchting.
Hij dichtte de afstand tussen hen, vrat haar op met zijn ogen. Ze was oké. Hij
had die nacht twee missies gevlogen, met slechts een korte pauze om te tanken
en te eten voordat hij weer opsteeg, en de hele tijd had hij zich zorgen over haar
gemaakt.
‘Het ding is, doordat jij bij de geheime luchtdienst werkt, is er niemand die wil
bevestigen dat je veilig op je werk bent verschenen.’ Zijn stem klonk zo ruw als
schuurpapier en het kon hem niets schelen.
‘Dat klopt. Dat doen ze niet.’ Haar blik dwaalde over zijn lijf, alsof ze dezelfde
geruststelling nodig had als hij: ze leefden allebei nog.
Haar zus keek van de een naar de ander. ‘Ik wacht in de auto op je.’
‘Ik breng haar wel naar huis,’ bood Jameson aan, niet in staat zijn blik los te
maken van Scarlett. ‘Tenminste, als je dat wilt.’
Scarlett knikte en Constance maakte zich uit de voeten.
Slechts enkele stappen scheidden hen en hij wist dat zijn volgende woorden die
afstand zouden verkleinen of vergroten, dus hij koos ze zorgvuldig. Hij nam haar
bij de hand en leidde haar van het voetpad over het korte gras, tot ze uit het zicht
waren en in de schaduw onder de zware takken van een enorme eikenboom
stonden.
Er school ongerustheid in die blauwe ogen toen ze naar hem opkeek.
Ongerustheid en opluchting, en hetzelfde verlangen als dat hij voelde, iedere
keer dat hij naar haar keek.
Misschien waren de juiste woorden geen woorden.
Hij vouwde zijn handen om haar hoofd en kuste haar.
Eindelijk. Ze had het gevoel alsof ze een leven lang had gewacht op deze man,
deze kus, dit moment en eindelijk was het er. Er was geen enkele aarzeling bij
haar, geen verrast naar adem happen toen zijn lippen over de hare streken, haar
zachtjes kussend.
Ze schoof haar handen over zijn borstkas omhoog en liet ze vlak boven zijn
hart rusten. Toen kuste ze hem terug en duwde zich op haar tenen om haar mond
op die van hem te drukken. Het was alsof hij een lucifer in een hoopje hooi
gooide; ze ging in vlammen op.
Hij verdiepte de kus, streek met zijn tong over haar onderlip voordat hij die
tussen de zijne zoog. Ja. Daar wilde ze meer van. Zodra ze zich voor hem
opende, gleed zijn tong naar binnen en streelde die van haar terwijl hij haar
mond ontdekte.
Hij was hier góéd in.
Hitte trok langs haar ruggengraat omhoog, ontbrandde haar huid en
verschroeide haar gezonde verstand tot het in rook was opgegaan. Ze klemde
zijn uniform in haar vuisten en stortte zich in de kus. Ze rukte hem dichterbij,
zelfs toen ze voelde dat hij zich dreigde terug te trekken. Haar rug raakte de
boom en ze gaf nauwelijks een krimp. Hij smaakte naar appels en iets diepers,
donkerders. Meer. Ze wilde meer.
Ze wilde Jameson voor de rest van haar leven iedere dag kussen.
Ze voelde zijn kreun door haar hele lichaam toen ze zijn mond op dezelfde
manier verkende als hij bij haar had gedaan en uiteindelijk zijn onderlip zachtjes
tussen haar tanden trok.
‘Scarlett.’ Hij vloekte tegen haar lippen en nam haar mond toen keer op keer
terwijl zijn hand naar haar middel gleed om haar dichterbij te trekken.
Niets was dichtbij genoeg. Ze wilde iedere ademhaling van hem voelen, iedere
hartslag, wilde in die kus leven, waar geen bommen waren, geen aanvallen, niets
wat hem uit haar armen kon wrikken.
Ze bracht haar handen naar zijn nek en kromde zich tegen hem aan toen zijn
lippen over de ronding van haar kaak gleden. Pure, indringende behoefte
ontvouwde zich in haar buik en haar nagels boorden zich in zijn huid terwijl ze
hijgde bij de sensatie. Met zijn lippen trok hij een spoor van hete kussen over
haar hals naar beneden, een en al tong, en ze kantelde haar hoofd om hem betere
toegang te verschaffen.
Hij bereikte de kraag van haar uniform en met een grom bracht hij zijn mond
terug naar de hare. De kus raakte in een spiraal en nam haar erin mee. Nog nooit
van haar leven was ze eerder zo door een ander persoon in beslag genomen, had
ze welwillend zo veel van zichzelf gegeven. Terwijl ze op het punt stond zich
over te geven, stuitte ze op de waarheid waar ze tot nu huiverig, te voorzichtig,
voor was om toe te geven: Jameson was de enige die ze ooit op deze manier zou
willen.
Met sterke handen greep hij haar heupen beet, vertraagde toen de kus tot er
slechts zachte strelingen van zijn lippen over die van haar overbleven.
‘Jameson,’ fluisterde ze toen hij zijn voorhoofd tegen het hare liet rusten.
‘Toen ik die explosies op ons af zag komen, wist ik niet hoe ik je moest
beschermen.’ Zijn greep verstrakte.
‘Dat kun je ook niet,’ zei ze zachtjes. ‘Er is niets wat een van ons kan doen om
de ander in leven te houden.’ Haar vingers streelden de achterkant van zijn nek.
‘Dat weet ik en ik ga eraan kapot.’
Haar maag trok samen. ‘Ik ga niet met hem trouwen. Ik wil dat je dat weet. Ik
heb de hele nacht naar de golven van aanvallen gekeken en de gedachte dat ik
jou kon verliezen, dat jij daarboven was en God weet wat dacht…’ Ze schudde
haar hoofd. ‘Ik ga niet met hem trouwen.’
‘Dat weet ik.’ Hij kuste haar weer, licht en zacht. ‘Ik had je de kans moeten
geven het uit te leggen, maar ik was verscheurd door de schok.’
‘Er zullen er meer volgen,’ waarschuwde ze hem. ‘Als mijn ouders al zo ver
gingen, zullen ze nog verder gaan. Er zullen meer geruchten volgen, meer
artikelen, meer druk. Zolang jij weet wat de waarheid is, kan ik dat aan.’
Hij knikte en slikte. Een gepijnigde uitdrukking trok over zijn gezicht voordat
hij zijn blik terug naar haar bracht. De intensiteit die ze daarin aantrof, ontnam
haar de adem. ‘Ik ben verliefd op je, Scarlett Wright. Ik heb alles in mijn macht
gedaan om me ertegen te verzetten, het langzamer aan te doen, je de tijd en de
ruimte te geven die je nodig hebt. Maar deze oorlog gaat ons die tijd niet geven
en na gisteravond ben ik niet langer van plan het voor me te houden. Ik ben
verliefd op je.’
Een zoete pijn begon in haar borst te kloppen. ‘Ik ben ook verliefd op jou.’ Wat
was het nut het te vermijden, er niet aan toe te geven, als ze allebei niet wisten of
ze morgen nog in leven zouden zijn?
De lach die zijn gezicht verlichtte, werd weerspiegeld op die van haar en voor
het eerst in wat een eeuwigheid leek, stond ze zichzelf toe te voelen hoe dat
geluk straalde, het in iedere vezel van haar hele zijn te laten trekken. Maar nu ze
het hadden toegegeven, wat gingen ze ermee doen?
‘Er wordt gezegd dat de Amerikanen hun eigen squadron krijgen,’ fluisterde ze.
Een ander squadron betekende een overplaatsing.
‘Dat heb ik gehoord.’ Er trilde een spiertje in zijn kaak.
‘Wat gaan we doen?’ Haar stem brak bij het laatste woord.
‘We gaan de confrontatie vol aan. Je ouders, de oorlog, de hele Royal Air
Force,’ zei hij met een vleug van een glimlach. ‘We doen het samen. Jij bent van
mij, Scarlett Wright, en ik ben van jou en vanaf nu hebben we geen geheimen
voor elkaar.’
Ze knikte en kuste hem toen teder. ‘Oké. En breng me nu naar huis voordat we
iets doen waardoor we voor de krijgsraad moeten komen.’
Hij grijnsde. ‘Ja, mevrouw.’
Ze wist dat wat er op hun pad ging komen heel goed dit nieuwe, sterke gevoel
dat haar borst vulde kon verpletteren, maar voor dit moment waren ze veilig, ze
waren samen en ze waren verliefd.
9
Georgia
Liefste Jameson,
Daar gaan we weer, brieven schrijven. Ik zou er alles voor over
hebben om door dit papier heen te reiken, mijn armen uit te
strekken over de lange kilometers tussen ons in, gewoon om je aan
te kunnen raken, je hartslag te voelen. Hoe vaak zal deze oorlog
ons nog van elkaar scheiden voordat we simpelweg gelukkig mogen
zijn? Ik weet dat we geluk hebben, dat we langer samen
gestationeerd zijn geweest dan de meeste mensen, maar ik ben
hebberig als het op jou aankomt en is geen enkele vervanging voor
het gevoel van jouw armen om me heen. Maar maak je geen
zorgen, mijn armen houden alleen de andere meneer Stanton vast
en hij maakt iedere dag dat we niet samen zijn een klein beetje
lichter…
Ik keek voor wat voelde als de miljoenste keer die week naar mijn telefoon. Net
als ik dacht dat Noah het misschien zou begrijpen, dat hij eindelijk zou inzien
dat ik niet ging toegeven, belde hij weer en stelde een of andere zoetsappig eind
van oma’s verhaal voor, en ieder volgend voorstel was nog erger dan het
voorgaande.
Zoals nu.
‘Sorry, maar… zei je nu net dat hij uit een kerstcadeau springt?’ Ik trok mijn
mobiel bij mijn oor vandaan en keek naar het scherm om er zeker van te zijn dat
het Noah was aan de andere kant van de lijn. Yep, dat was zijn nummer, zijn lage
– en dat wilde ik best toegeven, met tegenzin – sexy stem die een absoluut
belachelijk verhaal ophing.
‘Precies. Stel het je eens voor…’
‘Je bent je verstand verloren en je krijgt het zo nog voor elkaar dat ik het mijne
ook verlies…’ Dat was het. Ik kneep mijn ogen tot spleetjes. ‘Dat is niet je echte
eind, of wel? Geen van deze ideeën zijn dat.’
‘Ik heb geen idee waar je het over hebt. Kerst is een vreugdevol feest van liefde
en hoop.’ Hij was goed. Hij klonk zelfs beledigd.
‘Uh-huh. Je geeft me ronduit slechte, afgezaagde einden om me moedeloos te
maken, zodat ik je daadwerkelijke idee niet afwijs, toch?’ Ik schonk een kop thee
in en liep naar oma’s kantoor. Mijn kantoor.
‘Eerlijk gezegd had ik ook een… schrijnender idee.’ Er klonk een zachte plof,
alsof hij zich op de bank had laten vallen… of zijn bed.
Niet dat ik aan zijn bed dacht, uiteraard niet.
‘Oké. Laat alsjeblieft horen.’ Ik zette de thee op een onderzetter en startte mijn
computer op. Ik had zo veel mogelijk uitgesteld tijdens de scheiding, wat
betekende dat ik zes maanden aan onroerend goedzaken voor oma had door te
spitten, maar ik was er bijna doorheen.
‘Oké, ze zitten dus op een passagiersschip halverwege de Atlantische Oceaan
en denken dat ze het hebben gehaald, en dan bam! Laat een onderzeeër hen
zinken.’
Mijn mond viel open. ‘Nou, dat is… duister.’ Hij dacht in ieder geval wel
serieus na over mijn standpunt, toch?
‘Ja, maar wacht. Dus terwijl dat schip zinkt, zorgt hij dat ze in een reddingsboot
komen, maar er is niet genoeg plaats en Scarlett wordt verscheurd door de keuze
de laatste plek in te nemen voor Williams veiligheid of de strijd met de
paniekerige menigte aangaan voor een andere boot.’
Ik fronste. Wacht eens even.
‘Gooi er wat actie in om de lezer op het puntje van z’n stoel te laten zitten,
maar uiteindelijk zijn ze met z’n tweeën in het water en duwt Jameson Scarlett
op een stuk wrakhout…’
‘O mijn Gód, je gaat me niet het eind van de Titanic geven!’ Mijn stem schoot
dusdanig omhoog dat ik huiverde.
‘Hé, jij wilde een verdrietig eind.’
‘Ongelooflijk. Ben jij altijd zo moeilijk om mee samen te werken?’
‘Geen idee, want ik werk met niemand samen behalve Adam, die niet eens kan
beginnen met de redactie van dit boek voordat ik het af heb.’ Zijn toon werd
scherper. ‘Dus ben je er klaar voor om daadwerkelijke opties te bespreken?’
‘Zoals wat? Hij vliegt naar haar toe en landt op de straat voor hun huis? Of
wacht, ik weet wat, hij scheurt in de haven als een dolle achter haar aan en krijgt
haar nog net te pakken voordat ze aan boord stapt van een boot uit een nieuwe
aflevering van een helse romantische komedie met een jaren-veertig-twist?’ Ik
ramde de toetsen van mijn wachtwoord in. ‘Geen van dat alles gaat gebeuren.’
‘Ik dacht meer aan een puppy met een kleine sleutel aan zijn halsband…’ Hij
was overgegaan op sarcasme.
‘Arhh!’ Ik hing op.
Mam stak met een lach op haar gezicht haar hoofd om de deur. ‘Alles oké?’
‘Yep. Gewoon gedoe met…’ Mijn telefoon ging weer over. ‘Noah,’ zei ik met
pure ergernis in mijn stem toen ik zijn naam op het scherm zag verschijnen.
‘Wat?’ snauwde ik in de telefoon.
‘Heb je enig idee hoe kinderachtig het is als je blijft ophangen, terwijl je hebt
afgesproken met die persoon samen te werken?’ vroeg hij op een toon die zo
glad en onverstoorbaar was dat ik me alleen nog maar meer ergerde.
‘Het is zo bevredigend dat het volledig opweegt tegen wat gezien kan worden
als een gebrek aan volwassenheid.’ Of misschien genoot ik gewoon van het feit
dat ik op kón hangen. Dat ik voor het eerst in zes jaar niet iedereen op z’n
wenken hoefde te bedienen.
‘In dat geval, wat zeg je ervan als we eindigen in een prachtige boomgaard
waar ze aan het picknicken…’
‘Noah,’ waarschuwde ik.
‘Maar dan wordt Jameson wel door een wesp gestoken, nee, heel veel wespen,
en hij is allergisch…’
‘Het is My Girl niet!’
Mams wenkbrauwen schoten tot aan het plafond.
‘Je hebt gelijk. Laten we het dan eens hebben over hoe we hen een happy end
kunnen geven dat de lezers toejuichen.’
‘Dag, Noah.’ Ik hing op.
‘Georgia!’ Mam hapte naar adem.
‘Wat?’ Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik zei gedag. Maak je geen zorgen. Hij
belt morgen wel weer terug en dan beginnen we van voor af aan.’ Zo draaiden
we al wekenlang in hetzelfde cirkeltje rond.
‘Is alles oké met het boek?’ vroeg mam terwijl ze in dezelfde stoel ging zitten
als waar Noah destijds in had gezeten. Tussen ons verliep het nog steeds
ongemakkelijk, maar ik vermoedde dat dat altijd zo zou blijven. Ik moest
toegeven, het was meer dan fijn haar hier te hebben. De wetenschap dat ze
gepland had tot na kerst te blijven had de spanning verminderd en me zelfs een
beetje hoop gegeven dat we wellicht een bepaald evenwicht konden vinden.
Tenslotte hadden we alleen elkaar nog nu oma er niet meer was.
Ik wreef over de huid tussen mijn ogen. ‘Hij verzet zich nog steeds tegen het
eind.’
‘Is dat wat alles ophoudt?’
Ik opende mijn ogen en zag haar naar een ingelijste foto van oma en opa
William kijken van toen hij ergens in de twintig was. Ik had hem nooit gekend;
hij was gestorven toen mam zestien was.
Ik was nog geen jaar later geboren.
‘Nou, het houdt hem in ieder geval op, aangezien hij weigert te beginnen tot we
het eens zijn over wat er op het eind gebeurt.’ Ik ben nog nooit in mijn leven zo
dankbaar geweest voor een clausule in een contract. ‘Als hij zijn zin zou krijgen,
zou het een en al hartjes en regenbogen worden.’
Mams voorhoofd rimpelde toen ze haar blik op mij richtte. ‘Zoals in de rest van
haar boeken.’
‘Zo’n beetje.’ Een snelle blik op mijn horloge vertelde me dat ik nog twintig
minuten had voor mijn geplande telefoongesprek met de advocaten.
‘En jij vindt dat niets?’
Ik draaide me om in de bureaustoel en pakte het twee centimeter dikke dossier
dat mijn juridische team me vorige week had opgestuurd. ‘Ik denk dat het
verkeerd is voor dit verhaal.’
‘Maar is hij niet…’ Mam perste haar lippen tot een smalle streep.
‘Zeg het.’ Ik sloeg de map open.
‘Nou, hij is de expert, Gigi. Jij… niet.’
Ik stopte halverwege het omslaan van een bladzijde bij het gebruik van die
naam. ‘Hij mag dan de expert zijn als het aankomt in het knutselen aan zijn
eigen verhaal, maar als het tussen Noah en mij gaat, zou ik zeggen dat ik de
expert ben als het op oma aankomt.’ Bladzijde omgeslagen.
‘Ik vind alleen dat het een beetje stom is om het hele contract op te houden
alleen maar omdat jullie creatieve verschillen hebben. Vind je ook niet?’ Ze
sloeg haar benen over elkaar en kreeg een bezorgde uitdrukking op haar gezicht.
‘Is het niet beter om dit gewoon maar achter de rug te hebben, zodat je je echt op
je leven hier kan gaan richten?’
‘Mam, het contract is rond. Dat is al een maand zo.’ En het was breed
uitgemeten in het nieuws ook… Tot zover het stilhouden. Helen kreeg tientallen
telefoontjes over nevenrechten. Ik was nog nooit zo blij geweest weg te zijn uit
New York. Hier kon ik in ieder geval e-mails doorsturen of telefoontjes weigeren
van mensen waarvan ik wist dat ze alleen maar toegang tot het manuscript
wilden.
In New York was het onmogelijk geweest om tijdens een feestje naar het toilet
te gaan zonder dat iemand uit de sector me benaderde over oma. Aan de andere
kant, ik was altijd met Damian geweest, dus misschien had ik simpelweg de
verkeerde feestjes bezocht.
‘Dus deze kleine… onenigheid die je met Noah Harisson hebt, houdt de boel
niet op?’ Ze leunde naar voren.
‘Nope. Het is een uitgemaakte zaak.’
‘Waarom is het voorschot dan nog niet betaald?’
Mijn blik schoot naar haar. ‘Wat?’
Ze friemelde met haar vingers, haar uitdrukking bezorgd. ‘Ik dacht dat de
uitgever je zou betalen zodra je had getekend.’
‘Klopt, maar het is niet allemaal in een keer beschikbaar. Dat vergt tijd voor
hen.’ Mijn maag verkrampte, maar ik negeerde het. Mam deed haar best en ik
moest haar een kans geven. Verkeerde conclusies trekken zou onze relatie alleen
maar verslechteren.
‘Wat bedoel je met dat het niet allemaal in een keer beschikbaar is?’
Alarmbellen gingen af in mijn hoofd, maar in haar blik was niets anders te zien
dan nieuwsgierigheid. Misschien toonde ze eindelijk enige interesse? ‘Het is in
drieën opgedeeld. Tekenen, afleveren, publiceren.’
‘In drieën.’ Mams wenkbrauwen schoten omhoog. ‘Interessant. Gaat het altijd
zo?’
‘Dat hangt van het contract af.’ Ik haalde mijn schouders op. ‘Het eerste deel
zou binnenkort op je rekening moeten staan, dus hou het in de gaten. Als het niet
komt, laat het me dan weten, dan zal ik Helen vragen het te regelen.’
‘Ik zal het in de gaten houden,’ beloofde ze en ze kwam overeind. ‘Jij ziet eruit
alsof je klaar bent om aan het werk te gaan, dus ik zal je met rust laten en eens
gaan kijken wat Lydia voor ons heeft gemaakt voor het avondeten.’
Ongemakkelijk verschoof ik in mijn stoel. ‘Mam?’
‘Hm?’ Ze draaide zich om in de deuropening.
‘Ik ben blij dat je hier bent.’ Ik slikte, in de hoop die brok in mijn keel weg te
krijgen.
‘Natuurlijk, Gi…’ Ze kromp ineen. ‘Georgia. Weet je, na mijn eerste scheiding
hielp het om familie om me heen te hebben.’ Haar glimlach haperde. ‘Die heeft
me iets waardevols afgenomen. Het was je overgrootmoeder die me emotioneel
weer op de been hielp en me eraan herinnerde wie ik ben. Een Stanton. Dat was
de laatste keer dat ik geen koppelteken gebruikte, dat kan ik je wel vertellen.’
Haar knokkels op de deurklink werden wit. ‘Geef je naam nooit meer op,
Georgia. De naam Stanton geeft macht.’
Mijn telefoonscherm lichtte op door een binnenkomende oproep. Het juridisch
team.
‘Je naam?’ raadde ik. ‘Is dat wat je eerste man van je afnam?’ Zeg dat ik het
was. Zeg dat het je mij kostte.
‘Nee. Ik was de naïeveling die dat weggaf, maar ik was twintig. Hij nam mijn
hoop af.’ Ze gebaarde naar mijn telefoon. ‘Je kunt maar beter opnemen.’ Ze
wuifde kort met haar vingers en weg was ze.
Juist.
Ik veegde over het scherm om op te nemen en bracht het apparaat naar mijn
oor. ‘Georgia Stanton.’
Twee dagen later liepen Hazel en ik Poplar Pub uit na een lunch waar ik
voornamelijk in had zitten prikken. Niets smaakte nog. Alles was slechts nog
voeding.
‘Dus, de hoeveelste keer was dat?’ vroeg Hazel terwijl we over de stoep van
Main Street liepen. Nu het toeristenseizoen stillag door de herfst en de kinderen
weer naar school gingen, heerste er een vredige rust die pas zou terugkeren als
het skiseizoen wegsmolt, een paar weken voor de zomervakantie.
‘Ik hou de tel niet bij.’ Noah belde. Noah maakte ruzie. Ik hing op. Zo simpel
was het.
‘Je hebt je lunch nauwelijks aangeraakt,’ merkte ze op terwijl ze me over haar
zonnebril aankeek en een krul achter haar oor stopte.
‘Ik had niet zo’n honger.’
‘Hmm.’ Ze kneep haar ogen samen. ‘Ik dacht erover om naar Margot te gaan
voor een pedicure, aangezien jij me in het studiecentrum hebt geholpen om al die
nieuwe werkboeken in recordtijd te rangschikken en Owens moeder de kinderen
vanmiddag heeft. Wat zeg je ervan?’
‘Dat moet je zeker doen. Je verdient een beetje verwennerij.’ Ik stapte naar
rechts, zodat mevrouw Taylor en haar echtgenoot konden passeren en schonk
hen een glimlach. Dat had ik gemist: simpelweg iemand op straat herkennen.
New York was altijd bruisend, voetgangers die zich voortbewogen door een
gestage, doelgerichte stroom van vreemdelingen.
‘Jij ook.’
‘O.’ We passeerden mijn favoriete ijszaak en de Grove Goods Bakery, waar het
hemels rook; op donderdagen hadden ze kaneelbroodjes. Mijn auto stond maar
een straat verderop.
‘Georgia…’ Ze zuchtte en greep mijn elleboog terwijl we voor de
boekenwinkel stopten. ‘Je bent vandaag wat meer van slag dan anders.’
Het had geen zin het voor Hazel te verbergen. ‘Het gaat prima als ik het druk
heb, en dat had ik het tot nu toe. Verhuizen, schoonmaken, alles rondom het
boek, me door de papieren van het onroerend goed heen worstelen… Het hielp
om me te concentreren op het hier en nu. Maar nu…’ Ik zuchtte en keek om me
heen, naar de stad waar ik van hield. ‘Alles is hier hetzelfde. Het ziet er hetzelfde
uit, ruikt hetzelfde…’
‘Is dat positief?’ Hazel schoof haar zonnebril boven op haar hoofd.
‘Het is gewéldig. Ík ben alleen niet meer hetzelfde, dus ik moet zien uit te
vogelen waar ik op m’n plek ben. Het is moeilijk uit te leggen… Het is alsof ik
kriegelig ben, rusteloos.’
‘Weet je wat zou helpen?’ Ze lachte ondeugend.
‘God sta me bij, als je “een pedicure” gaat zeggen…’
‘Je zou Noah Harisson moeten bespringen.’
Ik snoof. ‘Ja, oké.’ Mijn temperatuur schoot al omhoog door alleen nog maar te
denken aan… Stop daarmee.
‘Ik meen het! Vlieg voor een weekend naar New York, bespreek de details van
het boek en ga van bil.’ Ze schoot in de lach toen Peggy Richardsons mond
openviel; Peggy had ons duidelijk gehoord toen ze voorbijliep. ‘Feitelijk is het
multitasken. Leuk je weer eens te zien, Peggy!’ Hazel zwaaide zelfs.
Peggy herschikte het hengsel van haar tas en liep verder de straat af.
‘Jij bent ongelooflijk.’ Ik rolde met mijn ogen.
‘O, kom op. Als je het niet voor jezelf doet, doe het dan voor míj. Zag je dat
plaatje van hem op het strand, dat ik je gisteren stuurde? Je kunt de was doen op
die vent z’n buik.’ Ze haakte haar arm door de mijne en we liepen terug de straat
in, op een zeer toegeeflijk, langzaam tempo.
‘Ik heb alle dertig foto’s gezien die je me hebt gestuurd.’ De man had
buikspieren genoeg om dágenlang over te appen en de huid die over de spieren
van zijn torso en rug spande, was nog eens heerlijk getatoeëerd ook. Volgens het
artikel dat ze had meegestuurd, had hij er een voor ieder boek dat hij had
geschreven.
‘En nog steeds wil je hem niet bespringen? Want zo niet, dan voeg ik hem echt
wel toe aan mijn mooie-mannen-lijst. Ik schrap zelfs Scott Eastwood voor die
man.’
‘Ik heb nooit gezegd dat ik hem niet…’ Ik grimaste en kneep mijn ogen dicht.
‘Luister, zelfs als Noah dat al zou willen, ben ik nooit het type voor een
avontuurtje geweest en ik ga niet de kerel die oma’s boek afmaakt als rebound
gebruiken. Punt.’
Haar ogen twinkelden. ‘Maar dat wil je wel. En natuurlijk zou hij dat willen; je
bent hartstikke sexy. Je bent gescheiden en vergeet niet dat ik me er heel erg van
bewust ben dat Damian het ’m niet deed voor je.’
‘Hazel!’ siste ik en ik wierp een blik over mijn schouder, maar er was niemand.
‘Het is gewoon zo en ik zorg gewoon een beetje voor je. Ik weet dat je iets hebt
met broeierige, creatieve types. Heb je die tattoos gezien? Klassiek geval
badboy-vibe en hoeveel badboy-auteurs ken je?’
‘Er zijn meer dan genoeg badboys-auteurs in de wereld.’
‘Zoals wie?’
Ik knipperde met mijn ogen. ‘Ehm. Hemingway?’ Slechte keuze.
‘Die is dood. Fitzgerald ook. Helaas.’ Ze rolde met haar ogen.
‘Ik neem nu direct een pedicure als je het onderwerp laat rusten.’
‘Prima.’ Ze grijnsde. ‘Voor nu, maar ik vind nog steeds dat je hem zou moeten
bespringen.’
Ik schudde mijn hoofd bij haar belachelijk slechte idee en zag Dan Allen door
de ruit van meneer Navarro’s winkel. ‘Is Dan nog steeds makelaar?’ Het moest
bij hem te koop staan.
‘Yep. Hij heeft ons vorig jaar geholpen ons huis te vinden,’ antwoordde Hazel
en ze zwaaide toen Dan ons naar hem zag kijken.
‘Vind je het vervelend om een paar minuten te wachten voor we onze voeten
laten doen?’ Ik keek nogmaals naar de ramen die de deur flankeerden en uitzicht
boden op de baai en stelde me voor hoe het licht van de namiddagzon er over
een paar uur op zou vallen.
‘Geen probleem.’
Ik opende de zware, glazen deur en stapte de winkel in. Er waren geen grote
aquariums of zakken stro meer. Zelfs de schappen waren weg. De ruimte was
leeg, op Dan na, die ons begroette met een charismatische glimlach die nog niets
veranderd was sinds de middelbare school.
‘Georgia, dat is lang geleden! Sophie had het erover dat ze je gezien had toen je
in de stad aankwam.’ Hij stapte naar voren en schudde mijn hand, voordat hij
hetzelfde bij Hazel deed.
‘Hoi, Dan.’ Ik keek langs zijn slungelige postuur naar de ruimte achter in de
winkel. ‘Sorry dat we zomaar komen binnenvallen. Ik was nieuwsgierig naar de
winkel.’
‘O, ben je op zoek naar bedrijfsruimte?’ vroeg hij.
‘Gewoon… nieuwsgierig.’ Was ik op zoek? Was het eigenlijk wel praktisch?
‘Ze is nieuwsgierig.’ Hazel grinnikte.
Hij schakelde over op makelaarsmodus en vertelde ons alles over de ruime
oppervlakte terwijl hij ons langs het enige wat zou blijven staan leidde: de
glazen toonbank met vitrine, waar ik mijn eerste goudvis had betaald.
‘Waarom is het nog niet verkocht?’ vroeg ik toen hij de achterdeur opende, die
leidde naar wat het magazijn moest zijn. ‘Meneer Navarro is al, wat, een jaar
weg?’
‘Het is sinds ongeveer zes maanden op de markt, maar de opslagruimte, nou,
kom, ik zal het je laten zien.’ Hij knipte een lamp aan en we volgden hem de
enorme, onafgemaakte ruimte in.
‘Wow.’ Er waren twee grote garagedeuren, een betonnen vloer en muren en een
paar rijen tl-lampen die aan het hoge plafond hingen.
‘Er is meer magazijn dan winkel, wat meneer Navarro fijn vond, aangezien het
zijn liefhebberij van klassieke auto’s bij de oprit van mevrouw Navarro vandaan
hield.’
Kijk nou. Dat was de perfecte plek voor de oven. Misschien maar eentje die
alleen overdag aanstond, in plaats van dag en nacht. En ook een opwarmoven,
om het glas weer op te warmen als het was afgekoeld. De alkoof was perfect
voor een afkoeloven. Ik bestudeerde het plafond. Hoog, maar een paar forse
ventilatoren konden geen kwaad.
‘Ik ken die blik,’ zei Hazel achter me.
‘Er is geen blik,’ reageerde ik terwijl ik al voor me zag wat de beste plek voor
een werkbank en de houten mallen was.
‘Hoeveel wil je ervoor hebben?’ vroeg Hazel.
Mijn ogen popten bijna uit hun kassen bij het horen van de prijs. Voeg daar de
opstartkosten aan toe en ik had al mijn spaargeld erdoorheen gejaagd. Het was
naïef om er zelfs maar over na te denken, en toch stond ik daar, precies dat te
doen. Nadat ik Dan had gevraagd me te bellen als hij een bod kreeg, vertrokken
we richting de pedicure.
Hazel stuurde een appje naar haar moeder om met ons mee te gaan en ik deed
hetzelfde naar de mijne, maar ze reageerde niet. Ze deed de laatste tijd vaak een
dutje, bedacht ik.
Mijn teennagels waren zomers-koraalroze toen ik de auto in de garage
parkeerde. Het rationele deel van mijn brein was al in strijd met het creatieve
deel en somde alle redenen op om er niet eens van te dromen de winkel te kopen.
Het was jaren geleden dat ik in een werkplaats was geweest. Het was een risico
om een bedrijf te starten. Wat als ik daar net zo spectaculair in faalde als in mijn
huwelijk? Dan zou in ieder geval niemand het in de roddelbladen zetten.
Mijn sleutels rinkelden toen ik ze op het aanrecht gooide.
‘Ben jij dat, Gigi?’ riep mam vanuit de hal.
Ik rolde met mijn ogen door de bijnaam en liep haar richting uit. ‘Ja, ik ben het.
Ik heb een bizar idee. O, en ik heb je nog geappt over een pedicure…’
Mam glimlachte, haar haren en make-up perfect gedaan, haar koffers naast zich
in de hal, netjes uitgestald als kleine eendjes op een rij. Haar dure handtas hing
aan haar schouder. ‘O, mooi! Ik hoopte al dat ik je nog zou zien voordat ik moet
gaan.’
‘Waarheen?’ Ik vouwde mijn armen voor mijn borst over elkaar en wreef over
de huid van mijn bovenarmen om de kilte te verdrijven toen er kippenvel
opkwam. Er bestond geen middel voor de plotselinge misselijkheid die me
overviel.
‘Nou, Ian belde en het blijkt dat hij zich een beetje in de problemen heeft
gewerkt, dus ik vlieg naar Seattle om hem uit de brand te helpen.’ Ze viste haar
mobiel uit haar zak.
Ian. Echtgenoot nummer vier. Degene die van gokken hield.
Losse stukjes vormden zich tot een puzzel die ik bewust niet had willen zien.
‘Het voorschot is binnen, of niet?’ Ik klonk nietig… Ik voelde me ook nietig.
‘Blij dat je ernaar vraag, want inderdaad, het is binnen!’ Mam straalde. ‘Ik
wilde niet dat jij je ergens druk om hoefde te maken, dus ik heb tegen Lydia
gezegd dat ze het huis moest bevoorraden met boodschappen.’
Boodschappen. Juist.
‘Wanneer kom je weer terug?’ Belachelijke vraag, maar ik moest hem stellen.
Ze scheurde haar blik los van haar telefoon en ontmoette de mijne met een flits
van schuldgevoel.
‘Je komt niet terug.’ Het was een conclusie, geen vraag.
Pijn flitste door mams ogen. ‘Nou, dat was gemeen.’
‘Kom je wel terug dan?’
‘Nou, niet meteen. Ian heeft iemand nodig die een beetje op hem past en dit is
echt onze kans om onze relatie nieuw leven in te blazen. Er is altijd een vonk
tussen ons geweest. Die is nooit verdwenen.’ Ze frunnikte aan haar telefoon. ‘Ik
heb een Uber gebeld. Dat duurt hier altijd een eeuwigheid.’
‘Het is een klein stadje.’ Ik nam de hal in me op, van de openslaande deuren die
naar de woonkamer leidden tot de ingelijste foto’s aan de muren. Alles om te
voorkomen dat ik naar haar keek. Gal borrelde op in mijn strot en mijn hart
schreeuwde toen de fragiele hechtingen die ik daar onbedachtzaam had
aangebracht een voor een open scheurden.
‘Vertel mij wat.’ Ze schudde haar hoofd.
‘Wat is er met kerst gebeurd?’
‘Plannen kunnen veranderen, liefje. Maar je hebt nu weer wat vaste grond
onder de voeten en zodra je eraan toe bent om de rest van de wereld onder ogen
te komen, ga je terug naar New York, Gigi. Hier stagneer je. Dat doet iedereen.’
Ze scrolde door haar apps. ‘O, mooi. Zeven minuten.’
‘Noem me niet zo.’
Haar blik schoot terug naar mij. ‘Wat?’
‘Ik heb het je al eerder gezegd, ik haat die bijnaam. Stop ermee me zo te
noemen.’
‘Nou, neem me niet kwalijk. Ik ben je moeder maar.’ Haar ogen werden groot
van sarcasme.
‘Je weet dat hij gewoon je bankrekening zal plunderen en je dan weer dumpt,
toch?’ Dat is precies wat hij de eerste keer had gedaan, toen oma haar uit haar
testament had geschrapt.
Mams ogen vernauwden zich tot spleetjes. ‘Dat weet je helemaal niet. Je kent
hem niet.’
‘Maar jíj zou dat wel moeten doen.’ Het spiertje in mijn kaak trok en ik
verwelkomde de boosheid die mijn borst vulde, wikkelde het als een harnas om
mijn bloedende hart. Ik had haar geloofd als een naïef, vijfjarig kind, geloofde
dat ze deze keer voor mij zou blijven, zelfs al was het maar voor de komende
paar maanden.
‘Ik snap niet waarom je zo lelijk doet.’ Ze schudde haar hoofd alsof ík degene
was die hier de klappen uitdeelde. ‘Ik ben voor jou gebleven, heb voor je
gezorgd en nu verdien ik het om gelukkig te zijn, net als jij.’
‘Net als ik?’ Ik streek met mijn hand over mijn gezicht. ‘Ik lijk in níéts op jou.’
Haar uitdrukking verzachtte. ‘O, mijn schatje toch. Je vertrok om te gaan
studeren en wat vond je? Een eenzame, oudere man om voor je te zorgen. Je mag
dan afgestudeerd zijn, maar lieg niet tegen jezelf… Je was daar niet voor een
opleiding, je was op jacht naar een echtgenoot, net als ik op die leeftijd.’
‘Dat was ik niet,’ kaatste ik terug. ‘Ik ontmoette Damian op de campus toen hij
research deed naar filmlocaties.’
Medelijden… God, dat was medelijden in haar ogen. ‘O, liefje, en je denkt niet
dat het feit dat jouw achternaam Stanton was er íéts mee te maken had?’
Ik stak mijn kin in de lucht. ‘Dat wist hij niet. Niet toen we elkaar ontmoetten.’
‘Blijf jij dat maar geloven.’ Ze checkte haar mobiel weer.
‘Dat is gewoon zo!’ Dat moest. De laatste acht jaar van mijn leven waren een
leugen als dat niet zo was.
Mam zoog haar longen vol en rolde haar ogen hemelwaarts, alsof ze voor
geduld bad. ‘Lieve, lieve Georgia. Hoe eerder je berust in de waarheid, hoe
gelukkiger je zult zijn.’
Er flitste een kleur door het raam naast de voordeur. Haar Uber was er.
‘En wat mag die waarheid dan zijn, mam?’ Ze vertrok weer. De hoeveelste keer
was dit? Ik was gestopt de tel bij te houden toen ik dertien was.
‘Als je iemand als oma in de familie hebt, is het vrijwel onmogelijk om uit een
dergelijke schaduw te stappen.’ Ze kantelde haar hoofd. ‘Hij wist het. Ze weten
het allemaal. Je moet leren het in je voordeel te gebruiken.’ Haar zachte toon was
in tegenstrijd met haar harde woorden.
‘Ik ben niet zoals jij,’ herhaalde ik.
‘Misschien nog niet,’ gaf ze toe terwijl ze de eerste koffer pakte. ‘Maar dat
komt nog wel.’
‘Laat je sleutel achter.’ Nooit weer. Dit was de laatste keer dat ze mijn leven in
was gestormd en vertrok zodra ze had wat ze wilde.
Ze hapte naar adem. ‘Mijn sleutel achterlaten? Van mijn oma’s huis? Mijn
váders huis? Je bent heel veel dingen, Georgia, maar wreed is er niet een van.’
‘Ik maak geen grapje.’
‘Weet je wat voor gevoel me dat geeft?’ Haar hand vloog naar haar borst.
‘Laat. Je. Sleutel. Achter.’
Ze knipperde haar tranen weg terwijl ze de sleutel van de ring wurmde en liet
hem in de kristallen vaas op de sidetable vallen. ‘Nu blij?’
‘Nee,’ zei ik zachtjes en ik schudde mijn hoofd. Ik wist niet of ik ooit nog blij
zou zijn.
Bevroren stond ik in dezelfde hal als waar ze me al zo vaak had verlaten en
zonder haar aan te bieden te helpen, keek ik toe hoe ze met haar koffers
worstelde.
‘Ik hou van je,’ zei ze terwijl ze in de deuropening op mijn reactie wachtte.
‘Goede vlucht, mam.’
Ze zuchtte geërgerd en sloot de deur.
Toen was het stil in huis.
Ik wist niet hoelang ik daar stond, te kijken naar een deur waarvan ik uit
ervaring wist dat die alleen weer zou opengaan als het haar uitkwam. Wetend dat
ik nooit was geweest wat ze had gewild en mezelf vervloekend om het feit dat ik
mijn pantser had laten zakken en iets anders had geloofd. De staande klok in de
woonkamer tikte gestaag door en ondersteunde op een bepaalde manier mijn
hartslag. Het was een honderd jaar oude pacemaker.
Iedere voorgaande keer dat ze de deur uit was gelopen, had ik oma’s armen om
me heen gehad.
‘Alleen’ was niet hardvochtig genoeg om te beschrijven wat dit was.
Ik raapte mezelf bijeen en draaide me om om terug naar de keuken te gaan,
maar stopte door een klop op de deur.
Ik mocht dan naïef zijn, maar ik was geen groentje. Mam was iets vergeten en
dat iets was ik niet. Ze had haar plannen niet laten varen. Was niet van gedachten
veranderd.
Maar toch, die verdomde vleug hoop flakkerde in mijn borst toen ik de deur
opende.
Een paar donkere, zondige ogen staarde me aan vanonder een opgetrokken
voorhoofd en zijn mond krulde langzaam in een wrange grijns.
Noah Harisson stond op mijn stoep.
‘Probeer nu nog maar eens op te hangen, Georgia.’
Ik gooide de deur dicht in zijn prachtige, zelfvoldane, romantisch-ingestelde
gezicht.
10
September 1940
Middle Wallop, Engeland
Jameson was geboren om in de Spitfire te vliegen. Hij was wendbaar, responsief
en bewoog alsof het een verlengstuk van zijn lichaam was, wat zo’n beetje het
enige voordeel was dat hij had in een gevecht.
Produceerde Groot-Brittannië een ongekende hoeveelheid vliegtuigen? Ja.
Maar wat ze nodig hadden waren piloten in de cockpit die de nodige
vliegervaring hadden voordat ze een luchtgevecht tegemoet gingen.
De Duitse piloten waren meer ervaren, hadden meer vlieguren, meer aces – een
titel die een piloot krijgt wanneer hij vijf of meer vijandelijke toestellen
neerhaalt – en meer bevestigde doden in totaal. Godzijdank dat de capaciteiten
van de nazi’s op lange termijn waardeloos waren, want anders zou de RAF de
Slag om Engeland al meer dan een maand geleden hebben verloren.
Maar we deden nog mee.
Vandaag was de zwaarste dag tot nu toe geweest. Hij had tussen de vluchten
door nauwelijks gerust en dat was dan ook nog eens niet op zijn eigen vliegveld
geweest. Londen lag onder vuur. Man, dat lag het hele eiland. En dat was al een
week lang het geval, maar vandaag was de lucht gevulder dan ooit met rook en
luchtverkeer. De nazi-aanvallen leken eindeloos. Golf na golf werden ze
bestookt met bommenwerpers en hun escortjagers.
Adrenaline raasde door zijn lijf toen hij zich focuste op een vijandig
luchtvoertuig ergens ten zuidoosten van Londen en het vliegtuig van achteren
dicht op z’n staart naderde. Hoe dichterbij, hoe makkelijker hij zijn doelwit kon
raken. Het maakte het ook makkelijker om met hem mee ten onder te gaan.
De vijand zette een steile klim in, waardoor ze bijna verticaal vlogen toen
Jameson hem door een dikke laag wolken najaagde. Zijn maag draaide zich om.
Hij had een paar seconden, meer niet.
Zijn motor begon al te sputteren, verloor kracht.
Als hij te lang op z’n kop hing, zou hij verloren zijn. In tegenstelling tot de
Messerschmitt had hij geen injectiemotor. De carburateur van zijn kleine Spitfire
zou heel goed zijn ondergang kunnen betekenen.
‘Stanton!’ schreeuwde Howard door de radio.
‘Kom op, kom op,’ gromde Jameson terwijl zijn duim boven de vuurknop hing.
Zodra het gevechtsvliegtuig in zijn vizier verscheen, vuurde Jameson.
‘Ja! Hebbes!’ riep hij toen er rook uit de Messerschmitt vloog en zijn eigen
motor een laatste waarschuwing afgaf.
Hij helde scherp naar links, op een haar na de romp van het kelderende
vijandelijke vliegtuig missend. Hijgend trok hij zijn vliegtuig recht en zakte toen
door de wolken om de motor en zijn hartslag de kans te geven bij te komen. Een
tel langer en hij zou de motor verzopen hebben en de Messerschmitt als een
krater in het Engelse landschap hebben vergezeld.
Twee. Nog drie en hij zou een ace zijn.
Er verscheen een vliegtuig naast hem en hij keek naar links om te zien hoe
Howard zijn hoofd schudde.
‘Ik ga tegen Scarlett zeggen dat je dat hebt gedaan,’ waarschuwde hij hem over
de radio.
‘Waag het niet,’ snauwde Jameson terwijl hij een blik wierp op de foto die hij
in het frame van de hoogtemeter had geklemd. Scarlett stond erop, lachend. De
foto was genomen vlak nadat de zussen bij de WAAF waren gegaan. Constance
had hem aan Jameson gegeven toen Scarlett had geweigerd. Ze had gezegd dat
hij ook zonder dat hij een foto mee de strijd in nam precies wist hoe ze eruitzag.
Natuurlijk wist hij dat. Dat was precies waarom hij zo graag naar haar keek.
‘Flik dat dan niet nog een keer,’ waarschuwde Howard.
Jameson snoof en wist dat ze hier woorden over zouden krijgen wanneer ze aan
hun biertje zaten. Scarlett had genoeg op haar schouders om zich zorgen over te
maken zonder zijn vlieggewoonten daar nog eens bovenop te gooien. Zolang hij
maar bij haar terugkwam. Hoe hij dat deed, was wat hem betrof geen onderwerp
van gesprek.
Vooral niet nu hij over een paar dagen RAF Church Fenton zou verlaten en een
manier moest zien te bedenken om haar met zich mee te nemen. Het Eagle
Squadron, bestaande uit andere Amerikaanse piloten die dienden in de RAF,
ging daadwerkelijk gebeuren.
Hij werd overgeplaatst.
‘Sorbo leader,’ klonk de oproep over de radio. ‘Hier gevechtsleiding. Meer dan
vijfenveertig vijandelijke luchtvoertuigen naderen Kinley op een hoogte van
13.000 voet. Vector 270.’
‘Begrepen,’ antwoordde hun wing commander.
Ze gingen terug, het heetst van de strijd in.
Twee dagen. Zo lang was het geleden dat Scarlett iets van Jameson had gehoord.
Ze wist dat het squadron ergens anders had getankt gedurende wat de twee
langste dagen van haar leven waren. De luchtaanvallen van de vijftiende hadden
haar tot op het bot toe uitgeput, zowel in de controlekamer als in haar hart.
Ze wist van minstens twee dozijn vliegtuigen die hun piloten naar het graf
hadden gebracht.
Gisteren overheersten de aanhoudende bombardementen haar dag in de
schuilkelder toen ze geen dienst had. Het enige waar ze aan kon denken was
Jameson. Waar was hij? Was hij veilig? Was hij gewond geraakt… of erger?
Vandaag stond ze op hem te wachten, en ze was niet alleen. Er waren misschien
wel tien vrouwen van hun kleine groepje, allemaal liefjes van de piloten, die zich
hadden verzameld op het voetpad tussen de geparkeerde auto’s en de twee
resterende hangars op het vliegveld. Het was ongeveer op dezelfde plek als waar
zij en Jameson zich hadden bevonden toen de inmiddels afgebroken hangar een
maand geleden werd gebombardeerd.
Het gebrom van motoren vulde de lucht en haar hartslag schoot omhoog.
Daar kwamen ze.
Ze rechtte haar schouders toen de Spitfires landden en wenste dat ze haar
uniform had aangetrokken in plaats van haar blauw geblokte jurk. Een vrouw in
uniform werd geacht zich te beheersen en op dit moment voelde ze zich
allesbehalve beheerst. Haar zenuwen stonden simpelweg op scherp.
Het duurde op z’n minst nog twintig minuten voordat de eerste piloten over het
voetpad kwamen aanlopen, nog altijd in hun vliegenierspakken. Ze herkende er
een paar, vooral de drie andere Amerikanen die over twee veel te korte dagen
met Jameson zouden vertrekken. Ze zou voorbereid moeten zijn geweest op de
overplaatsing – God wist dat de RAF de meest mobiele eenheid in Groot-
Brittannië was – maar alsnog was het hard aangekomen.
Haar maag trok samen toen meer en meer piloten verschenen.
Toen zag ze hem.
Ze rende, vloog over het gras om de andere voetgangers te kunnen passeren.
Hij kreeg haar in het oog en stapte de menigte uit vlak voordat ze hem bereikte.
Met gemak ving hij haar op toen ze zich in zijn armen wierp.
‘Scarlett, mijn Scarlett,’ zei hij in haar hals. Met zijn armen om haar middel
geslagen tilde hij haar op en haar voeten bungelden boven de grond.
‘Ik hou van je.’ Haar armen trilden licht toen ze zich aan hem vastklampte en
de volle omvang van haar opluchting in een schokgolf van emotie door haar
heen trok.
‘God, ik hou ook van jou.’ Met een arm strak om haar rug geklemd, bracht hij
zijn andere arm naar haar gezicht en trok zich genoeg terug om haar aan te
kunnen kijken.
‘Ik was doodsbang om jou.’ De waarheid rolde zo makkelijk over haar lippen,
zelfs nadat ze haar zus diezelfde woorden de afgelopen twee dagen had
onthouden.
‘Dat was nergens voor nodig.’ Hij glimlachte en drukte een kus op haar lippen.
Ze smolt tegen hem aan, kuste hem terug ondanks het publiek om hen heen.
Vandaag zou het haar nog niet interesseren al was het de koning die toekeek.
Hij hield haar voorzichtig beet, maar kuste haar gepassioneerd gedurende een
lang, hard moment. Toen, uiteindelijk, streek hij zijn mond over de hare en trok
zich terug. Tot haar vreugde zette hij haar niet neer. Hij was de enige die het
voor elkaar kreeg haar het gevoel te geven dat ze broos was zonder dat ze zich
klein voelde.
‘Trouw met me,’ zei hij en zijn ogen dansten van blijdschap.
Ze schrok. ‘Sorry?’
‘Trouw met me.’ Zijn wenkbrauwen gingen omhoog, net als zijn mondhoeken.
‘De afgelopen week heb ik constant nagedacht over een manier om ons bij
elkaar te houden en dat is het. Trouw met me, Scarlett.’
Wacht, had hij haar nu net een aanzoek gedaan? Hoeveel ze ook van hem
mocht houden, het was te snel, te roekeloos en absoluut te zeer als een
zakendeal. Haar mond ging een paar keer open en dicht, maar een paar
beschamende secondes lukte het haar niet de woorden te zeggen. ‘Zet. Me.
Neer.’ Daar waren ze.
Hij hield haar steviger beet. ‘Ik kan niet zonder jou leven.’
‘Je leeft nog maar twee maanden met mij.’ Haar mond verstrakte terwijl ze haar
dwaze hart maande zich stil te houden.
‘Ik zou wíllen dat ik twee maanden met je had geleefd,’ fluisterde hij en zijn
stem zakte af naar die lage, grommende toon die haar binnenste week maakte.
‘O, je weet best wat ik bedoel.’ Ze verstrengelde haar vingers achter zijn nek
ineen, zich er meer dan bewust van dat hij nog moest doen wat ze hem had
opgedragen en haar op de grond moest zetten.
‘We zouden voor de rest van ons leven samen kunnen zijn,’ zei hij zachtjes.
‘Eén huis. Eén eettafel… één bed.’
‘Je kunt niet serieus voorstellen overhaast te gaan trouwen alleen maar omdat
je me in bed wil zien te krijgen.’ Ze trok een wenkbrauw op. Niet dat ze niet op
die manier over Jameson had nagedacht. Dat had ze wel degelijk. Heel vaak.
Veel te vaak naar haar maatstaven en niet vaak genoeg volgens de vrouwen waar
ze mee samenwoonde.
Zijn ogen schitterden van vermaak. ‘Nou, nee, maar ik hou ervan dat je precies
dat meubelstuk eruit pikt. Als ik je alleen maar in mijn bed wilde zien te krijgen
zou je dat inmiddels wel hebben gemerkt.’ Zijn blik zakte naar haar lippen. ‘Ik
wil met je trouwen omdat het een uitgemaakte zaak is. Het maakt niet uit of we
nog een jaar daten, Scarlett, uiteindelijk zullen we trouwen.’
‘Jameson.’ Haar wangen bloosden, ondanks dat ze verafschuwde hoe goed het
voelde die woorden te horen.
‘Als we het nu doen, zullen we niet gescheiden worden.’
‘Zo simpel is het niet.’ Haar hoofd was in strijd met haar hart. Het was uiterst
romantisch om halsoverkop te trouwen met een man waar je tot over je oren
verliefd op was en die je nog maar twee maanden kende. Het was ook uiterst
naïef.
‘Dat is het wel,’ verzekerde hij haar.
‘Zegt de man die zijn baan niet zal verliezen.’ Er waren wel tien redenen die
door haar hoofd schoten waarom dit een slecht voorstel was, maar deze
schreeuwde het hardst.
In uiterste verwarring knipperde hij met zijn ogen en toen liet hij haar op de
grond zakken. ‘Wat bedoel je?’
Ze pakte zijn hand en samen liepen ze in de richting van de auto. ‘Voor mij is
er geen plek bij RAF Church Fenton. Geloof me, ik heb het uitgezocht, en áls ik
met je trouw,’ een kleine glimlach verscheen rond haar lippen, ‘kan ik niet
garanderen dat ik word herplaatst. We zouden nog steeds van elkaar gescheiden
zijn, tenzij ik de WAAF verlaat vanwege familieomstandigheden.’
Zijn gezicht betrok. ‘Het enige deel wat me beviel aan wat je zei was “als ik
met je trouw”.’
‘Ik weet het.’ Ze moest het toegeven, haar beviel dat ook.
Hun situatie was vreselijk. Zelfs als ze dacht dat ze zoiets roekeloos zou
kunnen doen, zou ze Constance nooit in de steek kunnen laten. Ze hadden
afgesproken deze oorlog samen te doorstaan. Maar als Constance bereid was om
een overplaatsing aan te vragen…
‘Je houdt van je werk, of niet?’ vroeg hij en hij klonk alsof hij de nederlaag
accepteerde.
‘Dat doe ik zeker. Het is betekenisvol.’
‘Dat klopt,’ stemde hij in. ‘Dus wat doen we dan?’ vroeg hij voordat hij haar
hand optilde en er een kus op drukte. ‘Over twee dagen ben ik aan de andere
kant van Engeland.’
‘Ik denk dat we dan maar moeten genieten van de tijd die we hebben.’ Haar
borst stak, zowel door hoeveel ze van hem hield als door het verdriet van wat er
komen ging.
‘Ik laat je niet gaan.’ Hij draaide zich naar haar toe en tilde haar op. ‘Ik mag
hier dan misschien niet fysiek zijn, dat betekent niet dat we niet samen zijn.
Begrepen?’
Ze knikte. ‘Dan hoop ik maar dat we allebei goed zijn in het schrijven van
brieven.’
Van alle plekken waar ze graag naartoe was gegaan tijdens haar verlof – zoals
Church Fenton – was het weekend doorbrengen bij haar ouders in hun huis in
Londen het laatst op haar lijst. Om eerlijk te zijn háálde dat niet eens de lijst.
De enige reden waardoor ze had ingestemd te komen was omdat ze hadden
beloofd te stoppen met het voeren van onzinverhalen aan de pers, en het was
haar moeders verjaardag.
Hoe vaker ze thuis kwam, hoe meer ze besefte dat ze niet langer hetzelfde
meisje was als toen ze was vertrokken. Misschien was de plichtsgetrouwe,
inschikkelijke dochter die ze aan het begin van deze oorlog was geweest
simpelweg een van de vele slachtoffers in de Slag om Engeland.
Ze hadden gewonnen en de Duitsers hadden hun grootschalige aanval gestaakt
na die afgrijselijke dagen half september, al waren bombardementen nog altijd
angstaanjagend gebruikelijk.
Jameson was al meer dan een maand weg en hoewel hij twee keer per week
schreef, miste ze hem zo verschrikkelijk dat woorden tekortschoten. Ieder deel
van haar deed pijn wanneer ze aan hem dacht. Verstandelijk gezien had ze de
juiste keuze gemaakt. Maar het leven was zo… onzeker. Een deel van haar
vervloekte het gezonde verstand en eiste dat ze op de trein zou stappen.
Ontmoet me alsjeblieft volgende maand in Londen. We nemen aparte kamers.
Het maakt me niet uit waar we slapen, als ik je maar kan zien. Ik ga kapot hier,
Scarlett. De woorden uit zijn laatste brief echoden door haar hoofd.
‘Je mist hem,’ merkte Constance op terwijl ze de trap af liepen.
‘Ontzettend,’ gaf ze toe.
‘Je had ja moeten zeggen. Je had er met hem vandoor moeten gaan en met hem
moeten trouwen. Sterker nog, dat kun je alsnog doen. Nu meteen.’ Constance
trok haar wenkbrauwen op.
‘En jou in de steek laten?’ vroeg Scarlett terwijl ze haar arm door die van haar
zus haakte. ‘Nooit.’
‘Ik zou met Edward trouwen als ik kon, maar na Duinkerke… Ach, hij wil
wachten tot de oorlog voorbij is en trouwens, ik zou je liever gelukkig zien.’
‘Volgende maand zal ik heel gelukkig zijn, wanneer ik mijn achtenveertig uur
gebruik om hem hier in Londen te ontmoeten,’ fluisterde ze. De opwinding was
bijna te groot om binnen te houden. ‘Nou, niet híér. Ik denk niet dat onze ouders
dat zouden goedkeuren.’
‘Wat?’ Constance zette grote ogen op en lachte. ‘Dat is briljant!’
‘En hoe zit het met jou? Was dat niet weer een brief van Edward wat ik zag?’
Scarlett trok haar wenkbrauwen op en gaf haar zus een heupstoot.
‘Dat was het zeker!’
‘Meisjes, ga zitten,’ zei hun moeder toen ze de eetkamer, die schaars verlicht
was, binnenliepen. Al hun ramen waren nauwkeurig afgedekt om elk mogelijk
licht dat er ’s avonds doorheen scheen tegen te houden, zoals het
verduisteringsvoorschift bepaalde, maar het zorgde er ook voor dat de dagen net
zo troosteloos waren.
‘Ja, moeder,’ antwoordden ze tegelijk terwijl ze beiden hun plek aan de obsceen
lange tafel innamen.
Haar vader kwam gekleed in een onberispelijk geperst pak binnengelopen en
glimlachte naar allebei zijn dochters en vervolgens naar zijn vrouw, voordat hij
plaatsnam aan het hoofd van de tafel. Het was stil, zoals altijd, het gesprek bleef
bij het uitwisselen van enkele beleefdheden.
‘Genieten jullie van jullie verlof?’ vroeg hun vader toen ze hun hoofdgerecht
op hadden. De kip was een onverwachte traktatie geweest, gezien de huidige
rantsoenering.
‘Absoluut,’ antwoordde Constance met een grijns.
‘Zeker,’ voegde Scarlett eraan toe terwijl de meisjes een geheimzinnige
glimlach uitwisselden. Hun ouders waren niet op de hoogte van Jameson. Ze zou
het hun uiteindelijk moeten vertellen, maar niet op haar moeders verjaardag.
‘Ik zou willen dat jullie vaker thuis waren,’ merkte hun moeder op en haar
glimlach slaagde er niet in de treurigheid in haar toon te verbergen. ‘Maar we
zien jullie in ieder geval volgende maand weer.’
‘Nou, wellicht kunnen we niet zo vaak op bezoek komen,’ bekende Scarlett.
Vanaf nu zou ze ieder beetje verlof dat haar was gegund gebruiken om Jameson
te zien.
Haar moeders blik schoot naar haar. ‘O, maar dat moet. Er zijn zoveel
regelzaken die we voor de zomer moeten afhandelen.’
Scarletts maag draaide zich om, maar ze kreeg het voor elkaar haar water op te
tillen en een slok te nemen. Geen overhaaste conclusies trekken. ‘Regelzaken?’
vroeg ze.
Haar moeder deinsde een stukje terug, alsof ze verrast was. ‘Bruiloften vereisen
regelwerk, Scarlett. Ze organiseren zichzelf niet. Lady Vincent is er een jaar mee
bezig geweest om de bruiloft van haar dochter te plannen.’
Scarletts blik schoot kort naar Constance. Had zij hun verteld over Jamesons
aanzoek?
Subtiel schudde Constance haar hoofd en ze kromp al ineen in haar stoel.
Goeie god. Waren haar ouders nog steeds van plan hun koppelpoging met
Henry door te duwen? ‘En wie trouwt er dan?’ vroeg Scarlett terwijl ze haar rug
rechtte.
Haar ouders wisselden een betekenisvolle blik en Scarletts hart stortte in.
Haar vader schraapte zijn keel. ‘Luister, we hebben jou je pleziertje gegund. Je
hebt je plicht aan koning en vaderland vervuld en hoewel je mijn mening over
deze oorlog kent, heb ik je keuze gerespecteerd.’
‘Verzoening was niet de oplossing voor de Duitse vijandigheid!’ snauwde
Scarlett.
‘Als ze gewoon hadden onderhandeld over een acceptabele…’ Haar vader
schudde zijn hoofd en ademde toen diep in. Het spiertje in zijn kaak trilde. ‘Het
is tijd dat je je plicht aan je familie vervult, Scarlett.’ In zijn stem klonk geen
enkele ruimte voor discussie of misinterpretatie.
Een ijzige woede trok door haar aderen. ‘Even voor alle duidelijkheid, vader, jij
associeert mijn plicht aan deze familie met een huwelijk?’ Hun hele manier van
denken was ééuwenoud.
‘Natuurlijk. Wat zou het anders kunnen betekenen?’ Haar vader trok zijn
zilvergrijze wenkbrauwen naar haar op.
Constance slikte en legde haar handen in haar schoot.
‘Het is beter zo, liefje,’ drong haar moeder aan. ‘Je zult niets meer te wensen
hebben zodra de Wadsworths…’
Nee.
‘Ik zou líéfde wensen.’ Scarlett pakte haar servet van haar schoot en legde het
op tafel. ‘Ik dacht dat ik in augustus heel duidelijk was geweest toen ik je vroeg
te stoppen met het voeren van de leugens in de krant.’
‘Wellicht was het nog wat pril, maar het was zeker geen leugen.’ Haar moeder
deinsde achteruit alsof ze beledigd was.
‘Sta me toe het te verhelderen: ik trouw niet met dat monster. Dat weiger ik.’
‘Jij wat?’ Haar moeders mond viel open. ‘Je trouwt deze zomer!’
‘Nou, dat zal niet met Henry Wadsworth zijn.’ Alleen al zijn naam smaakte
walgelijk in haar mond.
‘Heb je iemand anders in gedachten?’ kaatste haar vader sarcastisch terug.
‘Dat heb ik zeker.’ Ze tilde haar kin in de lucht. Jammer dan van die verjaardag,
dit kon niet wachten. Ze konden niet doorgaan met het plannen van haar leven.
‘Ik ben verliefd op een piloot, een Amerikaan, en als ik ervoor kies om te
trouwen, zal dat met hém zijn. Je zult je inkomstenbron elders moeten zoeken.’
‘Een Yankee?’
‘Ja.’
‘Absoluut niet!’ Servies kletterde toen haar vader met zijn hand op tafel sloeg,
maar Scarlett vertrok geen spier.
Constance wel.
‘Ik doe wat ik zelf wil. Ik ben een volwassen vrouw,’ Scarlett stond op, ‘en een
officier in de Women’s Auxiliary Air Force. Ik ben geen kind meer waar jij
bevelen aan uit kunt delen.’
‘Je zou dit echt doen? Ons ruïneren?’ Haar moeders stem brak. ‘Generaties
hebben allerlei offers gebracht, maar jij weigert dat?’
Ze wist precies waar ze haar dochter het hardst kon raken, maar Scarlett schoof
het schuldgevoel aan de kant. Met Henry trouwen zou het onvermijdelijke alleen
maar uitstellen. De levensstijl waar haar ouders zich aan vastklampten, was
vernietigend. Er was niets wat ze kon doen om dat te stoppen.
‘Als er iets wordt verruïneerd, durf ik oprecht te zeggen dat ik daar niet de
oorzaak van ben.’ Ze ademde diep in en hoopte dat er iets te redden viel, dat er
een manier was om hen het te laten begrijpen. ‘Ik hou van Jameson, hij is een
goede man. Een eervolle man…’
‘Van mijn leven niet dat deze titel, de nalatenschap van deze familie, naar het
gebroed van een verdomde Yankee gaat!’ schreeuwde haar vader terwijl hij ook
overeind kwam.
Scarlett hield haar hoofd op en haar schouders recht, dankbaar dat ze het
afgelopen jaar in de meest stressvolle omgeving die je je maar kon voorstellen
had gewerkt en daardoor de kunst van je kalmte bewaren tijdens een storm had
geperfectioneerd. ‘Jij maakt de fout door aan te nemen dat ik ook maar iets met
die “titel” van jou te maken wil hebben. Ik streef niet naar rijkdom of politiek. Jij
klampt je vast aan iets waar ik geen interesse in heb.’ Haar stem was zacht, maar
als staal.
Haar vaders gezicht kleurde roze en liep toen ronduit knalrood aan terwijl zijn
ogen uit hun kassen puilden. ‘God, sta me bij, Scarlett, als je trouwt zonder mijn
toestemming erken ik je niet langer als mijn dochter.’
‘Nee,’ hapte haar moeder naar adem.
‘Ik meen het. Je zult helemaal niets erven.’ Hij priemde met zijn vinger naar
haar. ‘Ashby niet. Dit huis niet. Helemaal niets.’
Haar hart brak niet, dat zou te simpel zijn geweest. Het scheurde open, pijnlijk
hard, en trok de vezels van haar ziel mee. Zo weinig betekende ze blijkbaar voor
hen. ‘Dan zijn we het daarover eens,’ zei ze zachtjes. ‘Het staat me vrij om te
doen wat ik wil, zolang ik bereid ben jouw consequenties te accepteren, wat
inhoudt dat ik níét de dingen erf die ik niet wil.’
‘Scarlett!’ riep haar moeder, maar Scarlett sloeg haar ogen niet neer en gaf geen
millimeter toe toen haar vader probeerde haar met zijn blik te intimideren.
‘En als ik een zoon krijg,’ ging ze verder, ‘zal ook hij vrij zijn van deze anker
van verplichtingen die jij meer koestert dan je dochters geluk.’
Haar vaders wenkbrauwen schoten omhoog. Het enige wat hij ooit had gewild
was een zoon. Ze zou hem nooit die van haar geven.
‘Scarlett, doe dit niet. Je moet met die jongen van Wadsworth trouwen,’ eiste
hij. ‘De eventuele zoon die uit díé verbintenis voortkomt, zal de volgende baron
Wright worden.’
Hij leek te vergeten dat als Constance ook zoons zou krijgen dat geen
uitgemaakte zaak was.
‘Dat klinkt als een bevel.’ Scarlett kneep in de rugleuning van haar stoel.
‘Dat is het ook. Dat moet het zijn.’
‘Ik neem alleen bevelen aan van mijn meerderen en als ik het me goed
herinner, heb jij ervoor gekozen niet te dienen in een oorlog die je nooit hebt
goedgekeurd.’ Het ijs in haar aderen doorspekte haar toon.
‘Dit bezoek is afgelopen.’ Hij sprak met opeengeklemde kaken.
‘Daar ben ik het mee eens.’ Ze kuste haar moeders wang op weg naar de deur.
‘Gefeliciteerd, moeder. Het spijt me heel erg dat ik je niet kan geven wat je wilt.’
Toen vertrok ze naar haar kamer, waar ze snel haar uniform aantrok en haar
jurk in haar koffer stopte.
Op het moment dat ze de trap af kwam, zag ze dat Constance bij de drempel op
haar stond te wachten, identiek gekleed, haar koffer in haar hand.
‘Doe ons dit niet aan,’ smeekte haar moeder, die uit de zitkamer kwam.
‘Ik ga niet met Henry trouwen,’ herhaalde Scarlett. ‘Hoe kun je dat van me
vragen? Zou je willen dat ik met een man trouw die ik verafschuw? Een man die
erom bekend staat vrouwen te mishandelen, alleen maar om wat te behouden?’
vroeg Scarlett, die haar toon verzachtte.
‘Het is wat je vader wil. Wat de familie nodig heeft.’ Haar moeder stak haar kin
omhoog. ‘We hebben het personeel verminderd. We hebben het grootste deel van
de grond in Ashby verkocht. We hebben de afgelopen paar jaar bezuinigd. We
maken allemaal opofferingen.’
‘Maar in dit geval wil je míj opofferen en dat laat ik niet gebeuren. Dag,
moeder.’ Ze liep de stadswoning uit en zoog haperend haar longen vol.
Constance volgde haar en sloot de deur achter zich. ‘Dus… Ik denk dat we
nieuwe treinkaartjes moeten kopen, aangezien die van ons voor morgen waren.’
Ze verdiende haar zus niet, maar ze omhelsde haar desalniettemin. ‘Hoe sta je
ertegenover om een overplaatsing aan te vragen?’
11
Noah
Scarlett, mijn Scarlett,
Vanavond mis ik je meer dan mijn woorden kunnen overbrengen. Ik zou
willen dat ik naar je toe kon vliegen, zelfs al was het maar voor een
paar uur. De enige gedachte die me overeind houdt, is de wetenschap
dat je binnenkort hier bij mij zult zijn. Op avonden als deze ontsnap ik
aan de realiteit door me voor te stellen dat we samen in de Rockies
zijn, thuis en in vrede. Ik leer William kamperen en vissen. Jij kunt
schrijven, doen wat je maar wilt. En we zijn gelukkig. Zo gelukkig. We
zijn wel toe aan wat rust, vind je ook niet? Niet dat ik spijt heb dat
ik me voor deze oorlog heb aangemeld. Tenslotte heeft dat me bij jou
gebracht…
Ze sloeg de deur dicht in mijn gezicht.
Ze sloeg de deur warempel dicht in mijn gezícht.
Ik ademde diep in en merkte dat typisch brandende gevoel in mijn longen op
dat altijd gepaard ging met de hoge hoogte. Van alle mogelijke scenario’s die ik
me tijdens de vlucht had voorgesteld, was dit er geen.
De oplossing was zich gaan vormen toen ik de brieven van Scarlett en Jameson
aan het herlezen was. Hij was in staat geweest Scarletts muren neer te halen
omdat hij dáár was geweest, zich had vastgeklampt aan die koffer in Middle
Wallop, dus had ik de mijne gepakt en het vliegtuig genomen.
Ik herpakte mijn zelfbeheersing, tilde mijn hand op en klopte nogmaals. Tot
mijn verbazing deed ze open.
‘Zoals ik al zei, probeer nu nog maar eens op te…’ Mijn woorden bevroren in
mijn strot.
Er was hier iets heel erg mis. Georgia leek… van slag, alsof ze net het soort
bericht had gekregen waarvoor je moest gaan zitten als je het te horen kreeg.
Niet dat ze niet net zo mooi als altijd was, maar haar huid was bleek, haar
gezichtsuitdrukking mat en haar ogen – die prachtige blauwe ogen – waren leeg.
‘Is alles oké?’ vroeg ik zachtjes en mijn borst trok samen.
Gedurende een tel keek ze dwars door me heen. ‘Wat wil je, Noah?’
Er was absoluut iets mis.
‘Mag ik binnenkomen? Ik beloof dat ik niet over het boek zal praten.’ Mijn
borst trok samen met een onmiddellijke, overweldigende drang om te fiksen wat
het ook mocht zijn dat er mis was.
Georgia’s voorhoofd rimpelde, maar ze knikte en opende de deur voor me.
‘Kom, laten we iets te drinken voor je pakken.’ Had dit iets met Damian te
maken?
Ze knikte nogmaals en ging me toen voor de gang door naar de ruime keuken.
Met moeite weerhield ik me ervan mijn hand van haar onderrug te houden of
haar een knuffel te geven. Een knuffel?
Ik was nog nooit zo ver het huis in geweest, maar de keuken paste bij wat ik al
had gezien. Hij was in Toscaanse stijl, met geelbruine kastjes en een donkerder
granieten aanrecht. Het houtwerk was sierlijk, maar niet overdreven. De
apparatuur was van professionele kwaliteit. Het enige wat iets uit de toon leek te
vallen waren verkleurde kunstwerken die op een prikbord op de muur waren
bevestigd.
‘Waarom ga je niet even zitten,’ stelde ik voor en ik gebaarde naar de krukken
die aan het keukeneiland stonden.
‘Zou dat niet mijn tekst moeten zijn?’ vroeg ze terwijl ze haar blik afwendde.
‘Laten we net doen alsof onze rollen flexibel zijn op dit moment.’ Ik stapte naar
het fornuis toen ik de fluitketel op de achterste gaspit zag staan. Tot mijn
opluchting ging Georgia zitten, haar onderarmen op het granieten blad rustend.
Ik liet de sleutels van mijn huurauto in mijn rechterzak glijden, vulde de
fluitketel met water en zette hem terug op het fornuis voordat ik de pit
aandraaide. Toen begon ik met mijn zoektocht.
Ik opende drie kastjes voordat ik had gevonden waarnaar ik op zoek was. ‘Heb
je een favoriet?’
Georgia keek langs me naar de zorgvuldig georganiseerde theevoorraad. ‘Earl
Grey,’ antwoordde ze.
Er stond een knijpfles met honing, in de vorm van een beer, naast de thee en
instinctief zette ik die ook op het aanrecht.
‘Neem jij niet?’ Georgia keek naar het enkele theezakje.
‘Ik ben meer het type kerel dat van warme chocolademelk houdt,’ bekende ik.
‘Maar je zet thee.’
‘Je zag eruit alsof je het nodig had.’
Twee rimpels verschenen tussen haar ogen. ‘Maar waarom zou je…’ Ze
schudde haar hoofd.
‘Waarom zou ik wat?’ Ik klemde mijn handen om het blad van het
keukeneiland tegenover waar ze zat.
‘Laat maar.’
‘Waarom zou ik wát?’ vroeg ik nogmaals. ‘Waarom zou ik voor je zorgen?’
gokte ik.
Haar blik schoof mijn kant op.
‘Omdat ik, in tegenstelling tot wat velen denken, nou ook weer niet zo’n grote
klootzak ben, en jij ziet eruit alsof je hond net is overleden.’ Ik kantelde mijn
hoofd opzij. ‘En zowel mijn moeder als mijn zus zouden me op mijn flikker
geven als ik het niet deed.’ Ik haalde mijn schouders op.
Verrassing flitste door haar ogen. ‘Maar ze zouden het nooit te weten komen.’
‘Ik probeer mijn leven grotendeels te leven alsof mijn moeder altijd alles te
weten komt wat ik heb gedaan.’ Mijn mondhoek krulde op. ‘In werkelijkheid is
dat meestal ook het geval en de preken duren uren. Úren. Wat betreft de andere
delen van mijn leven… nou, die hoeft ze nóóít te weten te komen.’ Ik fronste
toen de overweldigende stilte van het huis me overviel. ‘Waar is je moeder?
Meestal is zij degene die ervoor zorgt dat je genoeg vocht binnenkrijgt.’
Ze snoof. ‘Ze zorgde ervoor dat jíj genoeg vocht binnenkreeg. Ze weet maar al
te goed dat ik voor mezelf kan zorgen.’ Ze vouwde haar vingers ineen op het
blad voor haar en haar knokkels werden wit. ‘Trouwens, inmiddels is ze
waarschijnlijk halverwege het vliegveld.’
Mijn maag verkrampte. Gezien de toon waarop ze dat had gezegd, durfde ik
erom te wedden dat Ava de reden was dat Georgia zo van slag was. ‘Was de trip
gepland?’
Georgia lachte, maar het geluid klonk allesbehalve vrolijk. ‘Ja, ik zou zeggen
dat het héél zorgvuldig was gepland.’
Voordat ik haar om verduidelijking kon vragen, floot de fluitketel. Ik pakte hem
van de gaspit, maar besefte dat ik nog geen mok had gezocht.
‘Linker kastje, tweede plank,’ zei Georgia.
‘Bedankt.’ Ik pakte een mok en liet de thee trekken.
‘Ik zou degene moeten zijn die jou bedankte.’
Ik trok een wenkbrauw op. ‘Flexibele rollen, weet je nog?’
Ze schonk me een glimlach. Hij was nauwelijks te zien en duurde slechts een
fractie van een seconde, maar hij was oprecht.
‘Heb je ook melk in je thee?’ vroeg ik terwijl ik de mok en de honing over het
keukeneiland naar haar schoof.
‘God, nee zeg.’ Ze hield de honingbeer op z’n kop en kneep een klodder van de
amberkleurige vloeistof in haar thee. ‘Oma zou tegen je zeggen dat dat
heiligschennis is.’
‘Is dat zo?’ vroeg ik, in de hoop dat ze zou uitweiden.
Georgia knikte en gleed van haar kruk. Ze liep om het eiland heen om de la
achter me open te trekken. ‘Dat zou ze zeker.’ Ze pakte een lepel uit de la en liep
terug naar haar kruk voordat ze in de thee begon te roeren. ‘Zij gaf trouwens de
voorkeur aan suiker. De honing was altijd alleen voor mij. Het deed er niet toe
hoelang ik was weggeweest; ze zorgde altijd dat het er was, zorgde altijd dat er
een plek voor me was.’ Een weemoedige uitdrukking verscheen op haar gezicht.
‘Je zult haar wel missen.’
‘Iedere dag. Mis jij je vader?’
‘Absoluut. Met het verstrijken van de tijd gaat het beter, maar ik zou er alles
voor over hebben om hem terug te krijgen.’ Nu ik erover nadacht, ik had alleen
maar over de Stanton-vrouwen gehoord. ‘Hoe zit het met jouw vader?’
‘Die heb ik niet.’ Ze zei het zo feitelijk dat ik met mijn ogen knipperde. ‘Ik heb
er een, of hád er een, uiteraard. Ik ben niet het product van een onbevlekte
ontvangenis of zo,’ zei ze terwijl ze haar lepel naar de vaatwasser bracht. ‘Ik heb
hem alleen nog nooit ontmoet. Hij en mijn moeder zaten allebei op de
middelbare school toen ik werd geboren en ze heeft zijn naam nooit verteld.’
Een volgend stukje van de puzzel van Georgia Stanton viel op z’n plek. Ze had
haar vader nooit gekend. Scarlett had haar opgevoed. Dus wat maakte dat van
Ava?
‘Weet je zeker dat je niets wilt drinken?’ vroeg Georgia. ‘Het voelt vreemd om
niets te drinken voor je te regelen terwijl jij thee voor mij hebt gezet.’
Verwachtingsvol keek ze me aan.
‘Het is niet altijd “voor wat, hoort wat”,’ zei ik zachtjes.
Ze verstijfde en keerde haar rug naar me toe, op weg naar de koelkast. ‘Mijn
ervaring is dat het altijd “voor wat, hoort wat” is.’ Ze pakte een flesje water uit
de koelkast en sloot de deur. ‘Sterker nog, er zijn maar heel weinig mensen die
niet iets van me willen.’ Ze zette het flesje voor me neer en nam weer plaats op
haar kruk. ‘Dus alsjeblieft, drink op. Je bent tenslotte helemaal naar Colorado
gevlogen omdat je zesde zintuig je vertelde dat ik een kop thee nodig had.’
Jij wilt ook iets.
Haar ogen zeiden het, al bleef haar mond dicht. En verdomme, ze had gelijk.
Mijn maag zakte in wat als een bodemloze put voelde.
Ik knikte kort en toen namen we allebei een slok.
‘Waarom ben je hier? Niet dat ik niet dankbaar ben voor de thee, of de
afleiding, want dat ben ik wel. Ik had je alleen niet verwacht.’ Ze leunde naar
voren, haar handen warmend aan de mok.
‘Ik heb beloofd dat ik niet over het boek zou praten.’ Boek of niet, ik was blij
hier te zijn, blij haar te zien op een manier die niets te maken had met iets
professioneels. Deze vrouw was de afgelopen maand op allerlei manieren in
mijn gedachten geweest.
‘Hou jij je altijd aan je beloftes?’ Bedachtzaam kneep ze haar ogen tot
spleetjes.
‘Ja. Anders zou ik de belofte niet maken.’ Dat was een dure les geweest.
‘Zelfs aan de vrouwen in je leven?’ Ze hield haar hoofd scheef. ‘Ik heb
behoorlijk wat foto’s gezien.’
‘Heb je me nagetrokken?’ Zeg alsjeblieft ja. God wist dat mijn
internetgeschiedenis vol stond met Georgia Stanton.
‘Mijn beste vriendin blijft steeds foto’s en artikelen sturen. Ze vindt dat ik je
zou moeten bespringen.’ Ze haalde haar schouders op.
Ze wát? Ik kneep zo hard in mijn flesje water dat hij indeukte. ‘Echt waar?’
Mijn stem werd zachter en ik duwde ieder beeld dat die zin teweegbracht uit
mijn hoofd, tenminste, dat probeerde ik.
‘Grappig, toch? Vooral gezien de stoet van vrouwen waar jij je “beloftes” aan
nakomt.’ Ze schonk me een mierzoete glimlach en knipperde overdreven met
haar wimpers.
Ik schoot in de lach en schudde mijn hoofd. ‘Georgia, de enige beloftes die ik
aan een vrouw maak, zijn hoe laat ik ze oppik en wat ze kunnen verwachten als
ze bij me zijn. Dagen. Nachten. Weken. Naar mijn idee voorkomt het een hoop
misverstanden en heel wat drama’s als iedereen van tevoren weet waar hij aan
toe is, en ondanks jouw mening over mijn schrijfwerk heb ik nog nooit een
“onbevredigde” klacht gehad.’ Ik draaide de dop terug op het lege flesje en hield
mijn gedachten vér uit de buurt van de dingen die ik háár wilde beloven.
‘Hoe romantisch.’ Ze rolde met haar ogen, maar haar wangen bloosden.
‘Dat heb ik ook nooit beweerd te zijn, weet je nog?’ Ik grijnsde en leunde
achterover tegen het aanrecht.
‘Ah, ja, de boekenwinkel. Staat genoteerd. Dus je hebt nooit een belofte
verbroken?’ Haar stem schoot omhoog van ongeloof.
Mijn gezicht betrok.
‘Niet sinds mijn zestiende, toen ik vergat mijn zusje Adrienne mee te nemen
voor een ijsje nadat ik dat had beloofd.’ Ik kromp ineen bij de herinnering aan
het geluid van de piepende ziekenhuismonitoren. ‘Mijn moeder ging daarom een
ijsje met haar kopen en kreeg het auto-ongeluk waarover ik je vertelde.’
Georgia’s ogen werden groot.
‘Adrienne – mijn zus – mankeerde niets, maar mijn moeder… nou, er volgden
heel wat operaties. Nadien zorgde ik ervoor dat ik nooit iets beloofde, tenzij ik er
zeker van was dat ik het waar kon maken.’ Ik had die zomer erna ook mijn
allereerste boek uitgewerkt.
‘Je hebt nog nooit een deadline gemist?’
‘Nope.’ Al kon dat veranderen als zij niet begon met communiceren over dit
specifieke boek.
Nieuwsgierigheid sprankelde in haar kristalblauwe ogen. Ik kon een complete
roman schrijven die gewijd was aan die ogen. Op een bepaalde manier was ik
daar al mee bezig, aangezien zij en Scarlett dezelfde ogen hadden.
‘Nooit een goed voornemen voor het nieuwe jaar verknald?’
Ik grinnikte. ‘Die heb ik nooit,’ gaf ik toe alsof het een smerig geheimpje was.
Ze trok haar onderlip tussen haar tanden.
Shit. Ik wilde hem ertussen uit zuigen. Het flesje kraakte in mijn hand.
‘Nooit een vrouw laten zitten bij een date?’
‘Ik zeg altijd dat ik mijn best doe om te komen en dat doe ik ook. Ik belóóf een
vrouw nooit dat ik kom, tenzij ik daar al ben.’ Iedereen die met me uitging, wist
dat als ik in een verhaal werd gezogen de kans groot was dat ze via een appje
een afmelding konden krijgen. Toegegeven, ik verstuurde het uren van tevoren,
maar het verhaal kwam altijd op de eerste plaats. Altijd. ‘Ik ben niet echt een
kerel op wie je kunt vertrouwen als ik een deadline heb. Tenzij je mijn uitgever
bent.’
‘Dus bij jou is het meer een kwestie van semantiek,’ beweerde ze terwijl ze van
haar thee nipte.
Het lukte me maar net om me ervan te weerhouden tegen te sputteren. ‘Nee, bij
mij is het meer een kwestie van verwachtingen duidelijk maken en ze vervolgens
waarmaken of overtreffen.’ Onze blikken haakten ineen en weer werd ik geraakt
door de voelbare elektrische lading die tussen ons in hing.
‘Uh-huh.’ Ze klakte met haar tong. ‘Eet je ’s avonds nog weleens bij je
moeder?’
‘Eens per week. Tenzij ik een boektour heb, een researchtrip of op vakantie
ben, dat soort dingen.’ Ik dacht even na. ‘Soms dwingt ze me het terug te
schroeven naar om de week.’ Mijn mondhoeken krulden op.
‘Zíj dwingt jóú het terug te schroeven?’
‘Inderdaad.’ Ik knikte. ‘Ze heeft liever dat ik minder tijd in haar huis doorbreng
en meer tijd besteed aan het vinden van een vrouw.’
Georgia schrok en spoog bijna haar thee uit. ‘Een vrouw.’ Ze zette de mok op
het aanrecht. ‘En hoe verloopt dat?’
‘Ik zal het je laten weten als het zover is.’ Het lukte me om het met een
uitgestreken gezicht te zeggen.
‘Doe dat alsjeblieft. Ik zou er een hekel aan hebben als ik niet op de hoogte ben
van je liefdesleven.’
Ik lachte en schudde mijn hoofd weer. Ze was me d’r eentje.
‘Oma zou je aardig hebben gevonden,’ mijmerde ze zachtjes. ‘Ze was geen fan
van je boeken, dat is waar, maar jou, jou zou ze leuk hebben gevonden. Je hebt
precies de juiste mix van arrogantie en talent naar haar smaak. Plus, het kan geen
kwaad dat je knap bent. Ze hield van knappe mannen.’ Georgia wreef over de
achterkant van haar nek, die lang en sierlijk was, net als de rest van haar.
‘Je vindt dat ik knap ben.’ Ik grijnsde en trok mijn wenkbrauwen op.
Ze rolde met haar ogen. ‘Van alles wat ik heb gezegd, blijf je hangen bij
“knap”.’
‘Tja, als je had gezegd sexy, aantrekkelijk, groot geschapen of een lichaam om
te zoenen zou ik daarbij zijn blijven hangen, maar dat deed je niet, dus ik doe het
maar gewoon met wat ik heb.’ Ik wierp mijn flesje in de prullenbak aan het eind
van het keukeneiland.
Haar wangen kregen een diepere kleur roze.
Missie geslaagd. Ze had zo bleek gezien dat ik me begon af te vragen of ik dat
vuur ooit nog te zien zou krijgen.
‘Over die laatste twee kan ik niet echt een oordeel vellen.’ Ze bracht haar mok
naar de vaatwasser.
‘Blijkbaar heeft je vriendin dan niet élk artikel laten zien,’ plaagde ik. Ik vond
het prettig dat ze netjes was. Niet dat het mijn zaak was om iets prettig aan haar
te vinden – en dat was inclusief de manier waarop haar korte broek om haar zeer
lekkere kontje spande – maar toch was dat precies wat ik deed. Hoe had die kont
de vorige keer dat ik hier was aan mijn aandacht kunnen ontsnappen? Of die
ellenlange benen? Je had andere, belangrijkere, dingen aan je hoofd. ‘Dus met
de eerste twee stem je in?’ Mijn blik dwaalde over de achterkant van haar nek
toen ze terugliep naar haar kruk.
‘Dat hangt ervan af hoe kwaad je me op dat moment maakt.’ Ze trok een
schouder op.
‘En op dit moment?’
Haar blik gleed van top tot teen over me heen, en vervolgens weer terug. Ze
nam mijn korte cargobroek en NYU-shirt in zich op. Ik zou mijn Armani hebben
aangetrokken als ik had geweten dat ik beoordeeld ging worden.
‘Ik zou zeggen dat je een ruime zeven bent.’ Wederom meldde ze dat met een
uitgestreken gezicht.
Fraai. Ik trok een wenkbrauw op. ‘En als ik je kwaad maak?’
‘Dan kelder je rechtstreeks het negatieve in.’
Ik lachte. Verdorie, hoelang was het geleden dat een vrouw me zo vaak had
laten lachen in slechts een paar minuten?
Ze vouwde haar handen op het eiland ineen en haar energie veranderde. ‘Vertel
me waarom je hier bent, Noah.’
‘Ik heb beloofd…’
‘Dus, wat? Je gaat hier simpelweg in mijn keuken staan en thee voor me
zetten?’ Haar kin ging omhoog. ‘Ik weet dat je hier bent vanwege het boek.’
Ik bestudeerde haar nauwlettend, nam de teruggekeerde kleur in haar wangen
in me op en de sprankeling in haar ogen. Ze was grotendeels weer wat ik als
‘normaal’ zou beschouwen, maar in alle eerlijkheid had ik geen ijkpunt waar het
aankwam op Georgia Stanton. Ik kon alleen op mijn gevoel afgaan.
‘Wil je hier weg?’ vroeg ik.
‘Wat had je in gedachten?’ Haar blik was meer dan sceptisch.
‘Hoe goed is je levensverzekering?’
‘Nee,’ zei ze een halfuur later toen ze omhoog staarde langs de rots die zich meer
dan dertig meter boven ons uitstrekte.
‘Het is leuk,’ bracht ik ertegenin en ik gebaarde naar een paar kerels die een en
al grijns waren terwijl ze hun uitrusting inpakten. ‘Kijk, zij vinden het ook leuk.’
‘Je bent niet goed bij je hoofd als je denkt dat ik die ga beklimmen.’ Ze schoof
haar zonnebril op haar hoofd, zodat ik kon zien hoezeer ze het meende.
‘Ik zei niet dat je hem helemaal hoefde te beklimmen,’ sprak ik haar tegen. ‘Er
is daar een minder uitdagende route.’ Die was maar een meter of tien hoog en
mijn nichtje kon dat met gemak, maar ik keek wel uit om dát tegen Georgia te
zeggen.
‘Wil je me dood hebben?’ fluisterde ze terwijl de andere klimmers
voorbijliepen op het pad.
‘We hebben een uitrusting.’ Ik klopte op de schouderband van mijn rugzak. ‘Ik
heb een extra harnas meegenomen.’ Ik keek naar haar schoeisel. ‘Je schoenen
zijn niet precies wat ik zou aanraden, maar ze kunnen ermee door tot we een
paar goede voor je kunnen regelen.’
Ze kneep haar ogen samen. ‘Toen jij zei “trek wat sportieve kleding aan en
laten we een wandeling gaan maken” nam ik, heel vreemd natuurlijk, aan dat we
gingen wándelen.’ Ze gebaarde naar haar in atletiekkleding gehulde lichaam.
‘We hebben gewandeld,’ zei ik. ‘Het was vanaf het begin van het pad bijna een
kilometer lopen om hierboven te komen.’
‘Wederom: semantiek!’ snauwde ze terwijl ze haar handen op haar zeer fraaie
heupen zette.
Stop met kijken naar haar fucking heupen.
‘Waar ben je bang voor?’ Ik zette mijn Mets-petje achterstevoren op en schoof
mijn bril bovenop mijn hoofd.
‘Dat ik van die berg af val!’ Ze wees naar de rotswand. ‘Het is een behoorlijk
realistische angst als je erover denkt hem te beklímmen.’
‘Je moet het zien als verticaal wandelen.’ Ik haalde mijn schouders op.
‘Onrealistisch.’ Ze priemde met haar vinger in mijn richting.
‘Die opmerking over je levensverzekering was maar een grapje. Ik laat niet
gebeuren dat je valt.’ Nooit. Ze hadden haar al veel te vaak laten vallen.
Ze snoof. ‘Oké. Prima. En hoe was je precies van plan dat te voorkomen?’ Ze
trok haar wenkbrauwen op.
‘Ik ben je klimpartner en ik zeker je door middel van het touw, mocht je vallen.
Kijk, we trekken een harnas aan…’
‘Waarom heb je in gódsnaam een extra harnas? Vlieg je gewoon de Verenigde
Staten rond in de hoop vrouwelijke klimmers op te pikken?’ Ze vouwde haar
armen over elkaar.
‘Nee.’ Hoewel ik me afvroeg of die gedachte haar juist aanspoorde of niet.
Tuurlijk, het zou mij tot een klootzak maken, maar de gedachte dat Georgia
opgefokt zou worden door jaloezie was behoorlijk fucking sexy. ‘Het is míjn
extra harnas voor het geval het mijne kapotgaat. Ik klim graag, daarom neem ik
mijn uitrusting mee wanneer ik ergens heen ga waar bergen zijn… Je weet wel,
zoals Colorado.’
‘Hoe wist je trouwens van deze plek?’ vroeg ze, nog steeds op een ronduit
vijandige toon.
‘Ik ontdekte het de laatste keer dat ik hier was.’
Ze hield haar hoofd scheef.
‘Gedurende de dagen dat ik wachtte tot jij besloot of ik goed genoeg was
om…’
‘Je hebt het beloofd!’ Daar was die vinger weer.
Ik perste mijn lippen in een strakke lijn op elkaar en ademde in door mijn neus
terwijl ik tot drie telde. ‘Georgia, ik ga je niet dwingen die rotswand op te
gaan…’
‘Alsof je dat zou kunnen.’
‘… maar ik beloof dat als je ervoor kiest te gaan klimmen, ik je niet van die
berg af zal laten vallen.’ Ik liet mijn gezicht naar het hare zakken om ervoor te
zorgen dat ze wist dat ik het serieus meende.
Mijn beste vriendin vindt dat ik je moet bespringen. Mijn brein leek net een
gebroken langspeelplaat nadat ik dat had gehoord.
‘Omdat jij controle hebt over de zwaartekracht?’ Ze knipperde met haar ogen.
Ik had nog nooit in mijn leven een frustrerendere vrouw ontmoet.
‘Omdat ik je ga…’
Ze trok die wenkbrauw weer op.
Ik zuchtte. ‘Mocht je wíllen klimmen, dan ga ik eerst en bevestig het touw. Ik
heb de route verkend de eerste keer dat ik hier was.’
Haar wenkbrauwen zakten. ‘En wat voorkomt dat jíj naar beneden valt?’
Ik zwaaide de rugzak van mijn schouders en schudde zachtjes. ‘Ik haak me
vast. We hebben het hier niet over Yosemite. Het is behoorlijk begaanbaar. En
wanneer jij klimt, heb ik jou gezekerd, dus mócht je uitglijden, bungel je daar
aan het touw tot je weer grip hebt.’
Haar mond zakte open. ‘Je… wat?’
Ik tilde de rugzak een stukje op. ‘Jij zit aan het ene eind van het touw vast en ik
aan het andere eind.’
Ze deinsde achteruit.
‘Je bent veilig,’ beloofde ik.
Ze schudde haar hoofd, haar mond strakgespannen.
Er begon iets tot me door te dringen. ‘Georgia, als je niet wilt klimmen omdat
je hoogtevrees hebt of omdat je je handen niet wil schaven of omdat je het
simpelweg niet wilt, is dat oké.’
‘Dat weet ik.’ Haar ogen zeiden dat ze dat níét had geweten. Wat? Alsof ik haar
die berg op ging duwen terwijl zij me smeekte het niet te doen!
‘Juist.’ Mijn borst trok pijnlijk samen. ‘Maar als je niet wilt klimmen omdat je
denkt dat ik je zal laten vallen, is dat een heel andere kwestie. Ik beloof dat ik je
niet zal laten vallen.’ Ik hield mijn stem zacht en kalm, in de hoop dat ze de
waarheid zou horen in mijn woorden. ‘Ik ben hier echt goed in.’
Ze slikte en keek toen naar de rugtas. ‘Ik ken je nauwelijks.’
‘Zie je? Nog meer artikelen die je beste vriendin heeft gemist. Je kunt op
Google naar mijn klimgeschiedenis zoeken als we hier bereik hebben. Het is vrij
goed gedocumenteerd dat ik een fervent klimmer ben en dan doel ik niet alleen
op makkelijke tochten.’
Ze fronste haar voorhoofd. ‘Ik heb nooit gezegd dat je dat niet bent.’
Mijn maag trok samen. ‘Dus het zijn niet mijn capaciteiten waar je je zorgen
om maakt,’ zei ik langzaam.
Ze wendde haar blik af en verschoof haar gewicht. ‘Je kunt wel een
seriemoordenaar zijn,’ suggereerde ze en het sarcasme droop van haar stem
terwijl ze haar handen optilde.
Vermijding. Ze gebruikt humor om te vermijden.
‘Dat ben ik niet.’
‘Je doodt behoorlijk wat mensen in je boeken. Ik zeg het maar.’ Ze keek op
naar de rotswand, haar hoofd achterover gekanteld.
‘Niet door moord en wie is nu degene die het over boeken heeft?’
Een glimlach dreigde tevoorschijn te komen.
‘Trouwens, er zijn nog drie andere klimmers.’ Ik wees naar een groepje
halverwege de rots. ‘Ik durf te wedden dat ze me erbij zouden lappen als ik je op
klaarlichte dag zou vermoorden.’
Stil staarde ze naar de andere klimmers.
‘Je gaat niet klimmen, of wel?’ vroeg ik kalm.
Ze schudde haar hoofd, haar lippen opeengeperst terwijl ze naar de andere
klimmers keek.
Haar weigering stak. Dat zou niet moeten en dat wist ik, maar toch stak het.
‘Wil je verder wandelen over het pad?’
Haar hoofd schoot verrast mijn kant op. ‘Jij kunt klimmen. Ik kijk graag toe.’
‘Ik kwam hier niet voor mezelf naartoe.’ Ik had haar hierheen gebracht in de
hoop dat de frisse lucht zou helpen tegen dat wat haar eerder zo van slag had
gebracht.
Ze kromp ineen. ‘Toch zou ik er een hekel aan hebben als je het moet missen.
Ga je gang. Ik red me wel.’ Ze knikte en plakte een lach op haar gezicht die zo
nep was dat het bijna komisch was.
‘Ik ga liever met jou wandelen. Kom.’ Ik knikte naar het pad en deed de rugzak
weer op mijn rug.
‘Weet je het zeker?’ Ze vernauwde haar ogen.
‘Absoluut.’
‘Het ligt niet aan jou.’ Ze haalde diep adem, keek toen weer langs de rots
omhoog. ‘De laatste man die beloofde dat ik veilig bij hem was, neukte zijn
hoofdrolspeelster en liet mij op m’n bek vallen,’ zei ze zachtjes. ‘Maar ik ga
ervan uit dat je dat wel weet. Iedereen weet het.’
Als ik de seriemoordenaar was waar ze een grapje over had gemaakt, zou
Damian Ellsworth mijn eerste slachtoffer zijn geweest.
‘En na vandaag…’ Ze schudde haar hoofd, haar mondhoeken trilden. ‘Vandaag
is gewoon geen goede dag voor het hele vertrouwensgebeuren. Dus laten we
maar gaan.’ Ze forceerde een volgende glimlach en liep toen terug naar het
wandelpad.
Ze vertrouwt je niet. Ik vloekte zachtjes toen ik me realiseerde dat dat dezelfde
reden was dat ze me het boek niet liet eindigen zoals ik wilde.
Het kwam allemaal neer op vertrouwen.
Ik herpakte mezelf voordat ik achter haar aan beende, vloekend om de ironie.
Ik had het grootste deel van mijn leven ervoor gezorgd dat ik me aan mijn woord
hield en nu werd daaraan getwijfeld door een vrouw die zo afgestompt was dat
ik me zelfs niet uit het gat kon graven dat iemand anders had gegraven.
Het was maar goed dat ik een ervaren klimmer was.
‘Voor hoelang ben je hier?’ vroeg ze toen we verder wandelden.
‘Tot ik het boek af heb.’ Mijn longen brandden toen we over het pad
omhoogklommen. ‘En aangezien mijn deadline over tweeëneenhalve maand is,
ga ik ervan uit dat ik hier zolang ben.’
‘Wat? Echt?’
‘Echt.’
Er verschenen twee rimpeltjes tussen haar wenkbrauwen. ‘Waar logeer je dan?’
‘Ik heb een klein huisje vlak bij jouw huis gehuurd,’ antwoordde ik met een
zelfvoldane grijns om mijn lippen.
‘O?’
‘Yep. Het heet Grantham Cottage.’
Ze stopte midden op het pad, dus ik draaide me om en liep achterwaarts verder,
genietend van de verbazing en schrik op haar gezicht. ‘Zoals ik al zei, probeer nu
nog maar eens op te hangen, búúrvrouw.’
De uitdrukking op haar gezicht maakte het gedoe van het zoeken naar een
huurwoning meer dan goed.
12
November 1940
Kirton-in-Lindsey, Engeland
Het was anders om omringd te zijn door andere Amerikanen nu Jameson in het
71ste Eagle Squadron zat. Bijna alsof hij thuis was, alleen waren ze daar bij
lange na niet in de buurt.
‘Ze zijn allemaal nog zo jong,’ mompelde Howard terwijl ze toekeken hoe de
nieuwe rekruten aan hun eerste biertje zaten. Het was een Engelse traditie die hij
maar al te graag had gehouden, aangezien het niet alleen om kameraadschap
ging. Dit was waar ze heen gingen als er onenigheid opgelost moest worden.
‘De meesten zijn van dezelfde leeftijd als wij,’ merkte Andy op terwijl hij tegen
de muur van hun nieuwverworven ontspanningsruimte leunde. Ze hadden
mazzel dat ze tegen een verzameling leunstoelen waren aangelopen, die ze
konden combineren met de harde rieten stoelen die verspreid door de ruimte
stonden, maar zij drieën stonden apart, in meer dan de fysieke betekenis van het
woord.
‘Niet echt,’ zei Jameson. ‘Niet op de manier die ertoe doet.’ Zij drieën hadden
al gevochten. Oorlog was niet langer iets romantisch, iets om te verheerlijken.
Deze nieuwe jongens waren precies dat, jongens. Ze waren allemaal vers van de
pers via Canada hierheen gekomen door zichzelf de Verenigde Staten uit te
smokkelen in de hoop zich bij de Eagles aan te kunnen sluiten.
Plotseling waren zij – mannen als Jameson, die zichzelf gedurende de Slag om
Engeland als groentjes hadden beschouwd – nu de veteranen. De nieuwe
Amerikanen waren allemaal piloten, maar de meesten vlogen commercieel. Ze
hadden voorraden of zelfs mensen vervoerd. Ze hadden velden besproeid. Ze
hadden de stoere man uitgehangen tegenover de menigte.
Ze hadden nog nooit iemand de lucht uit geschoten.
Er waren er een paar die dat wel hadden gedaan en een daarvan waren ze al
kwijtgeraakt, die was terug naar 64ste squadron gegaan. Niet dat Jameson het
hem kwalijk nam. Ze waren van hun dagelijkse missies vandaan geplukt en in
een training van zes weken gegooid. De frustratie over hun nutteloosheid was
enorm. Ze waren in de lucht nodig.
Dit was bullshit.
‘Misschien had Art gelijk om te vertrekken,’ gromde Howard voordat hij de
helft van zijn bier achteroversloeg.
‘Je leest mijn gedachten.’ Jameson keek naar zijn halfvolle glas. Het was niet
zo bevredigend als toen ze dit hadden gedaan na een missie. Het voelde… nep,
alsof ze speelden dat ze gevechtspiloten waren.
De unit was in ieder geval vorige week wel naar Kirton-in-Lindsey verhuisd.
Dat was een stap dichter bij operationeel zijn. Helaas waren de Buffalo’s met
hen meegegaan.
Het Amerikaanse vliegtuig presteerde niet op hoge hoogte en dat was nog het
minst van de problemen. De motor raakte regelmatig oververhit, controlepanelen
in de cockpit waren niet betrouwbaar en het ontbrak aan de bewapening waaraan
ze gewend waren geraakt. Tuurlijk, de nieuwe mannen hielden van de open,
ruime cockpit, maar zij hadden nog nooit in een Spitfire gevlogen.
Jameson miste de Spitfire bijna net zo erg als hij Scarlett miste.
God, wat miste hij Scarlett. Het was bijna twee maanden geleden dat hij haar
had gezien en langzaam maar zeker werd hij gek. Als de unit niet was verhuisd,
zou hij de reis naar Middle Wallop al hebben gemaakt, zo wanhopig was hij om
in die blauwe ogen van haar te kunnen kijken. Ze had haar oktoberverlof bij haar
ouders doorgebracht, wat te begrijpen was, maar volgens haar brief was dat niet
goed verlopen. Hij haatte de druk die het houden van hem haar bezorgde. Het
was niet eerlijk dat ze werd gedwongen te kiezen tussen haar familie en
Jameson, maar hij zou liegen als hij ontkende blij te zijn dat hij degene was die
ze koos.
Zonder het vliegen van gevechtsmissies had hij meer vrije tijd, wat betekende
dat ze nooit lang uit zijn gedachten was. Zijn brieven waren toegenomen van
twee naar drie keer per week en soms zelfs vier. Hij schreef de brieven alsof hij
met haar praatte, alsof ze bij hem was, ze kon horen hoezeer hij haar miste.
Hoezeer hij naar haar verlangde. Hij vertelde haar verhalen over zijn kindertijd
en deed zijn best een beeld te schetsen van het leven in zijn kleine
geboorteplaats.
Zelfs nu glimlachte hij, bij de gedachte haar mee te nemen naar Poplar Grove.
Zijn moeder zou gek op haar zijn. Scarlett zei altijd precies wat ze vond. Ze zei
nooit zomaar wat en speelde geen spelletjes. Ze was ook niet verlegen of
flirterig. Ze bewaakte haar emoties op dezelfde manier als dat ze haar zus
beschermde; iemand kreeg er alleen toegang toe als ze hadden bewezen het
waard te zijn.
Soms had hij het gevoel alsof hij dat nog steeds aan het bewijzen was.
‘Hé, Stanton!’ riep een van de mannen met een duidelijk Boston-accent. ‘Klopt
het dat je een Engels liefje hebt?’
‘Ja, dat klopt.’ Jamesons grip verstrakte om zijn glas.
‘Oké, waar zijn die te vinden?’ Hij trok zijn wenkbrauw op en een paar van de
nieuwe jongens lachten.
‘Laat je niet opnaaien,’ zei Howard zachtjes.
‘Ik heb haar aan de kant van de weg opgepikt,’ antwoordde Jameson droog.
‘Heeft ze vriendinnen?’ wilde het groentje weten. ‘We kunnen allemaal wel wat
vrouwelijk gezelschap gebruiken, als je begrijpt wat ik bedoel.’
‘Oké, nu mag je je laten opnaaien.’ Howard gaf een mep op Jamesons
schouder.
‘Hoe gaat het trouwens met Christine?’ vroeg Jameson, zijn lippen lichtjes
opgekruld.
‘Ver weg. Heel ver weg.’
‘Ze heeft vriendinnen,’ zei Jameson luider, zodat die eikel hem kon horen.
‘Geen van hen zal interesse hebben jou te ontmoeten, maar ze heeft ze.’
‘O!’ brulden de mannen.
De jongen bloosde. ‘Nou, haar eisen kunnen niet al te hoog zijn als ze met jou
is, Stanton.’
Juist, deze kerels zitten nog in de haal-hem-eruit-en-meet-’m-op-fase. Andy
rolde met zijn ogen en Howard dronk zijn bier op.
‘Ze is absoluut ver boven mijn niveau, jongens.’ Jameson knikte bedachtzaam.
‘Maar ze zou jou in stukken scheuren en uitspugen voor je ook maar de kans
kreeg in de buurt te komen, Boston.’
Howards bovenlijf schoot naar voren en het bier spoot door zijn lippen op de
vloer voor hem. Iedereen keek naar hem en hij wreef de restanten van zijn bier
van zijn kin terwijl hij naar de deur aan de andere kant van de ruimte wees. ‘En
ze is ook hier.’
Jamesons blik schoot naar de ingang en zijn hart stopte met kloppen.
Scarlett stond in de deuropening, haar jas over een arm gevouwen.
Ze zag er hémels uit.
Haar glanzende zwarte haren waren naar achteren gestoken en raakten
nauwelijks de kraag van haar uniform. Haar wangen waren roze, haar lippen
opgekruld tot een nauwelijks ingehouden glimlach en verdomme, hij kon het
blauw van haar ogen vanaf hier zien. Ze was hier. Op zijn basis. In de
ontspanningsruimte. Ze was híér.
Ze bevond zich al halverwege de ruimte voordat hij zelfs maar bedacht in actie
te komen. Zijn bier liet hij achter op de dichtstbijzijnde tafel toen hij in
beweging kwam. Een paar korte passen en hij was thuis, met zijn lippen tegen de
warmte van haar huid ademde hij diep in terwijl een van zijn handen in haar nek
belandde en hij de andere om haar middel sloot.
‘Je bent hier,’ fluisterde hij overdonderd toen ze lachend naar hem opkeek. Dit
was geen droom. Ze was echt.
‘Ik ben hier,’ antwoordde ze net zo zachtjes.
Zijn blik zakte naar haar mond en zijn grip verstrakte bij de honger die dreigde
hem te verpletteren. Hij had haar kus meer nodig dan zijn volgende ademhaling,
maar hij was niet van plan dat hier te doen. Niet voor de ogen van de eikel die
impliceerde ‘gezelschap’ nodig te hebben.
‘Voor hoelang?’ vroeg hij en zijn maag trok samen bij de wetenschap dat het
waarschijnlijk slechts voor een paar uur zou zijn. Hij zou haar halverwege
hebben ontmoet als ze het hem had verteld. Hij wilde zo veel mogelijk tijd met
haar.
‘Daarover gesproken…’ Haar grijns werd speels. ‘Heb je even voor me?’
‘Ik heb een heel leven voor je.’ Dat had hij haar ook aangeboden… en zij had
nee gezegd, maar hij deed heel hard zijn best daar niet aan te denken.
‘Geweldig.’ Ze lachte, stapte uit zijn armen en nam zijn hand in de hare. Toen
keek ze achterom de ruimte in. ‘Boston, toch?’ vroeg ze.
‘Eh, ja.’ Hij kwam overeind en streek over zijn nek terwijl hij rood werd.
‘Ah. Nou, laten we hopen dat de WAAF nooit zal integreren met de troepen
van Zijne Majesteit. Het zou erg vervelend zijn als ik officieel je meerdere
wordt, pilot officer.’ Ze schonk hem een beleefde glimlach, die Jameson maar al
te goed herkende als haar val-dood-uitdrukking, en hij kreeg het niet voor elkaar
zijn lach te onderdrukken. Haar glimlach werd oprecht toen ze Howard in het
oog kreeg. ‘Fijn je te zien, Howie.’
‘Dat is wederzijds, Scarlett.’
Jameson leidde haar de gang door en opende de deur naar de lege
briefingruimte. Hij trok haar naar binnen, sloot de deur en draaide hem op slot.
Toen gooide hij haar jas op het dichtstbijzijnde bureau en kuste haar wezenloos.
Scarlett smolt niet; ze kwam tot leven onder zijn aanraking. Ze sloeg haar armen
om zijn nek en kromde zich tegen hem aan, op zoek naar zo veel mogelijk
contact als ze krijgen kon terwijl zijn tong rond de hare danste. Hij kreunde in
haar mond en kuste haar dieper, wiste de kwellende weken waarin ze gescheiden
waren uit met iedere streling van zijn tong en schraap van zijn tanden.
Alleen met Jameson stond Scarlett het zichzelf toe simpelweg te vóélen. De
behoefte, het verlangen, de pijn, de overweldigende steek van liefde in haar
hart… Ze gaf zich eraan over. Ieder ander deel van haar leven werd beheerst en
gecontroleerd. Jameson vernietigde de regels waarmee ze was opgegroeid en
bracht haar in een wereld van emoties die net zo levendig en kleurrijk was als
hij.
Een dringend verlangen klopte door haar heen. Meer. Dichterbij. Dieper.
Alsof hij de honger in haar voelde, of die zelf voelde, greep hij haar beet en
tilde haar tegen zich op, zodat ze op ooghoogte van elkaar waren. Zijn vingers
schoven door haar haren toen hij met haar naar de briefingtafel liep en haar op
de rand neerzette, en dat alles zonder de kus te verbreken.
Ze was nog nooit zo blij geweest dat ze een rok droeg, want het maakte het
makkelijk voor hem om zich tussen haar dijen te plaatsen en haar strak tegen
zich aan te trekken. Ze hijgde door het contact en hij kantelde haar hoofd, nam
bezit van haar mond alsof hij haar opnieuw wilde claimen, alsof ze ieder
moment kon verdwijnen.
‘Ik heb je gemist,’ zei hij tegen haar lippen.
‘Ik heb jou ook gemist.’ Haar stem klonk ademloos en haar hart bonkte wild.
Zelfs als ze alleen dit moment zouden delen, zou dat alles wat ze had gedaan om
hier te komen waard zijn.
Zijn lippen gleden langs haar hals en hij zoog op de huid vlak boven haar
kraag. Ze ademde scherp in toen hij met zijn tong over haar huid ging. Hemel,
dat voelde goed. Scheuten genot schoten langs haar ruggengraat en verzamelden
zich langzaam in haar buik terwijl ze ontbrandde. Hij schroeide de kou van
november weg, die aan haar huid had geplakt sinds ze vanmorgen was
vertrokken. In Jamesons armen zou ze het nooit koud hebben.
Hij knoopte haar uniform open en liet zijn hand onder de stof glijden om door
het zachte, witte overhemd heen haar middel te strelen. Zijn duimen streken over
haar ribben, plaagden de centimeters vlak onder haar borsten en zij wiegde tegen
hem aan, spoorde hem aan verder te gaan.
Hij kuste haar weer en trok haar dichterbij.
Ze hapte naar adem, voelde zijn hardheid door de lagen stof die hun lichamen
bedekten. Hij wilde haar. In plaats van zich verlegen terug te trekken, rolde ze
schaamteloos met haar heupen tegen de zijne.
Er had hem de afgelopen weken van alles kunnen overkomen, of haar. Ze had
hem nu en ze was er klaar mee hem zichzelf te onthouden, klaar met vechten
tegen de roekeloze snelheid of de intensiteit van hun connectie. Ze zou hem
nemen op welke manier hij zichzelf ook maar wilde geven.
‘Hoelang heb ik met je?’ vroeg hij en zijn ademhaling kietelde haar oorschelp
vlak voordat zijn lippen dat deden.
‘Hoelang zou je me willen?’ Haar greep verstrakte om zijn nek.
‘Voor altijd.’ Zijn handen gleden over haar middel terwijl zijn tanden over het
gevoelige vlees van haar oorlel schraapten.
God, hij maakte het moeilijk om helder na te denken wanneer hij dat deed.
‘Mooi, want ik ben hierheen overgeplaatst,’ kreeg ze voor elkaar te zeggen.
Jameson bevroor en trok zich toen langzaam terug, zijn ogen groot van
ongeloof.
‘Vind je dat niets?’ vroeg ze en haar borst trok samen bij die mogelijkheid. Was
ze een idioot? Wat als de brieven voor hem niets hadden betekend? Wat als hij
alweer verder was gegaan, maar het niet over zijn hart had kunnen verkrijgen
haar dat te vertellen? Ieder meisje in Middle Wallop had haar duidelijk gemaakt
dat ze meer dan bereid waren haar plaats in te nemen en ze wist dat dat hier niet
anders zou zijn.
‘Je bent hier… als in hier, hier?’ Zijn ogen zochten de hare.
‘Ja.’ Ze knikte. ‘Constance en ik hebben gevraagd of we overgeplaatst konden
worden en een paar dagen geleden werd het ingewilligd. Ik wilde je geen valse
hoop geven, voor het geval het verzoek zou worden afgewezen, en toen dat niet
gebeurde, bedacht ik dat ik hier zou zijn voordat een volgende brief je zou
bereiken. Ben je teleurgesteld?’
‘God, nee!’ Hij lachte en de spanning in haar borst verdween. ‘Ik ben… verrast,
maar het is een geweldige verrassing!’ Hij kuste haar grondig. ‘Ik hou van je,
Scarlett.’
‘En ik hou van jou. Godzijdank, want ik kan maar moeilijk vragen weer terug
naar Middle Wallop overgeplaatst te worden.’ Ze probeerde haar gezicht in de
plooi te houden, maar het lukte haar simpelweg niet. Was ze ooit in haar leven zo
gelukkig geweest? Ze dacht van niet.
‘Ik weet niet hoelang het 71ste hier zal blijven,’ bekende hij terwijl hij met zijn
duimen over haar wangen streek. ‘Squadrons verplaatsen constant en er wordt al
gezegd dat we ergens anders gestationeerd zullen worden.’ De gedachte alleen al
maakte dat zijn maag zich omdraaide. Haar overplaatsing hierheen was een
tijdelijke pleister op een bloedende wond, maar hij was zo verdomd dankbaar
voor de tijd die ze nu in ieder geval samen zouden hebben.
‘Ik weet het.’ Ze vlijde haar hoofd in zijn hand en kuste zijn handpalm. ‘Daar
ben ik op voorbereid.’
‘Ik niet. De afgelopen maanden zonder jou waren ondraaglijk.’ Hij leunde met
zijn voorhoofd tegen dat van haar. ‘Ik wist niet hoeveel ik van je hield tot ik, dag
na dag, wakker moest worden met de wetenschap dat ik met geen mogelijkheid
je glimlach zou zien of je lach zou horen, of man, je zelfs tegen me zou horen
schreeuwen.’ Hij was incompleet geweest, altijd met zijn gedachten bij haar,
ongeacht waar hij mee bezig was.
Hij was zo afgeleid geweest dat het hem verbaasde dat hij geen vliegtuig had
laten neerstorten, niet dat hij zo’n Buffalo niet met z’n ogen dicht kon vliegen.
‘Het was vreselijk,’ erkende ze en haar blik zakte naar zijn lippen, toen over de
vouwen van zijn uniform. ‘Ik miste je armen om me heen en de manier waarop
mijn hart opspringt wanneer ik je zie.’ Ze streek met haar vingers over zijn
lippen. ‘Ik miste je kussen en zelfs je plagerijtjes.’
‘Iemand moet je aan het lachen maken.’ Hij hapte in het kussentje van haar
duim.
‘Dat doe je behoorlijk goed.’ Haar glimlach verflauwde. ‘Ik wil zo niet nog een
maand doorbrengen, laat staan twee.’
Zijn gezicht verstrakte. ‘Hoe gaan we dat over een paar maanden voorkomen
als ze besluiten dat het 71ste ergens anders nodig is?’
‘Nou, daar heb ik over nagedacht.’ Haar ogen vernauwden zich nadenkend.
‘Maar dan is het nodig dat jij me jóúw idee nog eens vertelt.’ Ze perste haar
lippen tussen haar tanden.
Hij knipperde met zijn ogen. ‘Mijn idee? Ik vroeg je met me te tr…’ Zijn mond
viel open. ‘Scarlett, zeg je nu…’ Zijn ogen bestudeerden verwoed de hare.
‘Ik zeg helemaal niets tot je me vraagt.’ Haar borst kromp ineen en ze bad dat
hij niet van gedachten was veranderd, dat ze niet haar hele geluk had ingezet, en
haar zus heel Engeland door had gesleept, om afgewezen te worden.
Zijn ogen glinsterden. ‘Wacht hier.’ Hij zette een stap naar achteren en stak zijn
wijsvinger in de lucht. ‘Verroer je niet.’ Toen rende hij de kamer uit.
Scarlett slikte en duwde haar knieën tegen elkaar terwijl ze haar rok herschikte.
Hij zal niet letterlijk hebben bedoeld dat ze zich niet mocht verroeren. Er had
zomaar iemand binnen kunnen lopen.
Het mechanische tikken van de klok was haar enige gezelschap in de stilte die
volgde en ze deed al het mogelijke om haar hart tot kalmte te manen.
Jameson vloog terug de kamer in, zijn hand om de deurpost geklemd om de
bocht te kunnen maken. Toen hervond hij zijn evenwicht en sloot de deur achter
zich voordat hij haar naderde.
‘Beter zo?’ vroeg ze.
Hij knikte en haalde nerveus zijn vingers door zijn haren voordat hij zich op
een knie liet vallen en een ring tussen zijn duim en wijsvinger hield.
Ze hapte naar adem.
‘Ik weet dat ik niet ben wat je je had voorgesteld als je aan een huwelijk dacht.
Ik heb geen titel en op het moment zelfs geen thuisland.’ Hij grimaste. ‘Maar wat
ik wel heb is van jou, Scarlett. Mijn hart, mijn naam, mijn hele zijn… Het is
allemaal van jou. En ik beloof dat ik iedere dag van mijn leven zal besteden aan
het verdienen van het privilege van jouw liefde als je me dat toestaat. Wil je mij
de eer doen om mijn vrouw te worden?’ Zijn wenkbrauwen schoven iets naar
elkaar, maar er school zo veel hoop in zijn ogen dat het bijna pijnlijk voor haar
was om te zien, te weten dat zij hem had laten twijfelen aan wat haar antwoord
zou zijn.
‘Ja, dat wil ik,’ zei ze en haar lippen trilden toen ze glimlachte. ‘Dat wil ik!’
herhaalde ze terwijl ze opgewonden knikte. Ze wist nu hoe haar leven eruitzag
zonder hem en ze wilde dat gemis nooit meer voelen. Haar baan, haar familie,
deze oorlog… Ze zouden samen doorstaan wat er op hun pad kwam.
‘Dank U, God.’ Hij kwam overeind en nam haar in zijn armen. ‘Scarlett, mijn
Scarlett,’ zei hij met zijn lippen tegen haar wang.
Ze hield zich stevig aan hem vast, liet dit moment tot haar doordringen. Op de
een of andere manier zouden ze zorgen dat ze het gingen redden.
Hij zette haar neer en schoof de ring aan de vinger van haar linkerhand. Hij was
prachtig, met een enkele diamant gezet in goud filigraan, en hij paste perfect om
haar vinger. ‘Jameson, hij is prachtig. Dank je wel.’
‘Ik ben zo blij dat je hem mooi vindt. Ik heb hem opgehaald toen we in Church
Fenton waren, in de hoop dat ik je van gedachten kon laten veranderen.’ Hij
kuste haar zachtjes en pakte toen haar andere hand. ‘We kunnen de commandant
nog te pakken krijgen als we snel zijn.’
‘Wat?’ vroeg ze terwijl Jameson haar jas pakte en haar de gang in leidde.
‘We hebben de toestemming van de commandant nodig. Ook die van de
predikant.’ Haar ogen straalden van opwinding.
‘Nou, daar is nog tijd genoeg voor.’ Ze lachte.
‘O, nee. Ik ga niet het risico nemen dat je weer van gedachten verandert. Wacht
hier heel even.’ Hij glipte een andere kamer binnen en liet haar in de gang achter,
waar ze haar uiterste best deed niet tegen te sputteren. Binnen een tel was hij
terug met zijn eigen jas en pet.
‘We gaan niet vanavond trouwen,’ zei ze snel. Dat zou complete waanzin zijn.
‘Waarom niet?’ Zijn gezicht betrok.
Ze legde haar hand tegen zijn wang. ‘Omdat ik graag de jurk die ik heb gekocht
zou willen uitpakken. Het stelt niet veel voor, maar ik wil hem heel graag
dragen.’
‘O. Ja.’ Hij knikte en overwoog haar woorden. ‘Natuurlijk wil je dat. En je
familie?’
Hitte kroop via haar hals naar haar wangen. ‘Constance is nu de enige familie
die ik heb.’
‘Niet voor lang.’ Teder trok hij haar tegen zich aan. ‘Je zult mij hebben, mijn
vader en moeder en mijn oom ook.’
‘En dat is alles wat ik nodig heb. Trouwens, we zullen een accommodatie
moeten zoeken. Ik was niet van plan mijn huwelijksnacht door te brengen terwijl
het 71ste naast ons slaapt.’ Ze schonk hem een veelzeggende blik.
Hij trok wit weg. ‘Jezus, nee. We kunnen de commandant en de predikant
morgen opzoeken, als jij dat goed vindt.’
Ze knikte. ‘Ik zal mijn jurk uitpakken, maar niet veel meer dan dat.’ Een
verwachtingsvol gezoem trok door heel haar lichaam.
‘Ik zal zorgen dat ik een plek voor ons vind.’ Hij drukte zijn voorhoofd tegen
het hare.
‘En dan gaan we trouwen,’ fluisterde ze.
‘Dan gaan we trouwen.’
13
Georgia
Allerliefste Jameson,
Ik mis je. Ik heb je nodig. Niets hier is hetzelfde zonder jou.
Constance denkt dat we de rozenstruik misschien kunnen
verplaatsen, maar ik weet niet of we dat wel moeten doen.
Waarom iets ontwortelen wat blij is waar het is? In tegenstelling
tot mij. Ik verwelk hier zonder jou. Ik zorg dat ik bezig blijf,
uiteraard, maar je bent nooit lang uit mijn gedachten. Blijf
alsjeblieft veilig, mijn lief. Zonder jou kan ik niet ademen in deze
wereld. Wees voorzichtig. Voordat je het weet, zijn we weer samen.
Met heel mijn hart,
Scarlett
‘Wat bedoel je met “hij stond ineens op mijn stoep”?’ Hazels wenkbrauwen
vlogen de lucht in en haar groene ogen schoten wijd open.
‘Van alles wat ik je heb verteld over wat er gisteren is gebeurd, is dát hetgeen
wat je verbaast?’ Met een nadrukkelijke blik keek ik haar over de rand van mijn
koffiemok aan.
‘Hoezeer ik ook van je hou, Ava die de benen neemt zodra het voorschot was
gestort, is zo’n beetje haar modus operandi. Hoopte ik dat ze zich aan haar
belofte zou houden en zou blijven? Natuurlijk. Ik wilde heel graag dat ze als een
blad aan een boom zou omdraaien, maar volgens mij moet ze op dit punt de hele
boom omdraaien. Ik had alleen gedacht dat je me zou bellen als… Colin, schatje,
niet aankomen.’ Ze haastte zich naar mijn eethoek, waar haar kinderen zaten te
spelen, en sloot het eerste kastdeurtje.
‘Het geeft niet,’ verzekerde ik haar. ‘Oma had die kastjes altijd vol met
speelgoed, precies daarom.’ Het meeste van dat speelgoed was ouder dan ik.
‘Ik weet het, maar ik wil niet dat ze…’ Ze ving mijn blik. ‘Juist. Deze kast
mag, maar we blijven van de andere kasten van tante Georgia af, oké?’ Ze trok
het kastdeurtje open en liep terug naar het keukeneiland om op de kruk naast me
te gaan zitten. ‘Ik zweer het, ik wilde alleen even langskomen om te zien hoe het
met je gaat, niet om je huis overhoop te halen.’
‘Alsjeblieft.’ Ik rolde met mijn ogen. ‘Ik ben blij dat je langskwam. Het is niet
alsof ik veel om handen heb.’ Ik probeerde een lach te onderdrukken en leunde
iets naar achteren om te kijken hoe ze zaten te spelen.
‘Dus hij is… hier?’ vroeg Hazel terwijl ze haar koffiemok optilde.
‘Hij huurt Grantham Cottage.’
‘Hij wat?’ Haar mok klapte op het graniet toen ze hem neerzette en vergat te
drinken.
‘Je hoorde me wel.’ Ik nam nog een hartversterkende slok. Alle cafeïne in de
wereld kon me vandaag niet helpen, maar ik was bereid het een kans te geven.
‘Dat is…’ Ze leunde dichterbij, alsof iemand ons zou kunnen horen. ‘Vlak
naast je.’
‘Ja.’ Ik knikte. ‘Ik heb zelfs de advocaat van het trustfonds gebeld gisteravond.
Hij bevestigde dat de beheerder het heeft verhuurd, precies zoals ik had
opgedragen.’ Ik trok mijn neus op. ‘Vervolgens heb ik wellicht gevraagd of ik de
verhuur kon terugdraaien en hij vertelde me dat het niet aardig vinden van Noah
geen legale reden was.’
Hazel gaapte me aan.
‘Kun je alsjeblieft iets zeggen?’ vroeg ik toen de stilte pijnlijk ongemakkelijk
werd.
‘Juist. Sorry.’ Ze schudde haar hoofd en wierp een blik op de kinderen.
‘Relax, ze gaan nergens heen.’
‘Je hebt geen idee hoe snel ze zijn. Echt, ik heb gisteren een record bij Danielle
geklokt.’ Ze sloeg haar benen over elkaar en bestudeerde me. ‘Dus dat lekkertje
zit hiernaast.’
‘De schrijver zit hiernaast… Nou, als je de cottage “hiernaast” kunt noemen.’
Het stond praktisch óp het terrein, zo dichtbij was het. Het was een van de
redenen dat oma het nooit had verkocht. Ze zei dat je je buren beter zelf kon
uitzoeken dan opgezadeld te worden met een nieuwsgierig aagje.
Hazel vernauwde haar blik.
‘Sterker nog, hij kan hier ieder moment zijn, zodat we verder kunnen met het
superleuke onderdeel van ruziemaken. Hij is létterlijk hierheen verhuisd om
ruzie met me te kunnen maken. Wie doet dat?’ Ik nam nog een slok van mijn
koffie.
‘Iemand die in de gaten heeft dat hij een koppige…’
‘Hé, voorzichtig jij,’ waarschuwde ik haar.
‘Je weet dat het waar is. Wat mij betreft scoort hij punten vanwege het feit dat
hij op het vliegtuig is gestapt in plaats van steeds terug te blijven bellen.’ Ze
haalde haar schouders op. ‘Daarnaast maakt het mijn eerdere suggestie om je
frustratie óver hem óp hem uit te leven een stuk makkelijker.’
Verraadster.
‘Aan wiens kant sta jij?’
‘De jouwe. Altijd de jouwe. Ik heb de man niet eens aan mijn mooie-mannen-
lijst toegevoegd.’
‘Mooi. Dan krijgt hij ook geen punten. Er vallen geen punten te verdelen.’ Ik
dronk mijn koffie op en bracht de mok naar de gootsteen. Toen ik me omdraaide,
hield Hazel haar hoofd schuin terwijl ze me bestudeerde. ‘Wat?’
‘Je vindt hem leuk.’ Ze nipte van haar koffie.
‘S-Sorry?’ sputterde ik tegen en mijn maag trok samen.
‘Ik zei wat ik zei.’
‘Neem het terug!’ snauwde ik, alsof we weer zeven waren.
‘Je hebt echte kleren aan. Jeans, een overhemd dat je moest strijken en je hebt
je haar los. Je vindt hem leuk.’ Een glimlach trok over haar gezicht.
‘Ik begin er spijt van te krijgen dat ik je binnen heb gelaten.’ Mijn telefoon
zoemde en ik griste hem van het aanrecht voordat Hazel het scherm kon zien.
Het was een appje van Noah.
Kom eraan. Iets nodig?
Het zou erg kinderachtig zijn om te reageren dat ik het nodig had dat hij met zijn
mooie, volhardende kont terug naar New York zou gaan. Toch overwoog ik het.
‘Ik vind hem níét leuk,’ beet ik Hazel toe en typte toen een reactie.
Kom maar binnen. De deur is niet
op slot.
‘En hij is onderweg,’ voegde ik eraan toe, met mijn heup tegen het aanrecht
leunend. Het feit dat ik wakker was geworden en me… menselijker had gevoeld,
betekende nog niet direct dat ik hem leuk vond. Het betekende dat ik me
voorbereidde op een zakelijke ontmoeting. Mijn mobiel zoemde weer.
‘Jongens, we moeten gaan opruimen. Tante Georgia krijgt een vriend op
bezoek,’ riep Hazel naar Colin en Danielle.
Je kunt niet gewoon je deur van het
slot laten. Dat is onveilig.
Ik snoof. Onveilig mijn reet.
Zegt de man die aan
bergbeklimmen doet.
Ik legde mijn telefoon op het aanrecht en zuchtte naar mijn beste vriendin. ‘Ik
vind hem niet leuk,’ herhaalde ik.
‘Oké,’ zei ze met een knikje terwijl ze haar mok in de gootsteen zette. ‘Maar je
moet weten dat het in orde is als dat wel zo mocht zijn.’
Ik kromp ineen. Maar dat was niet zo.
‘Geef terug!’ brulde Colin.
‘Die is van mij!’ gilde Danielle.
Zowel Hazel en ik draaiden ons om, maar Danielle vloog langs ons heen, met
Colin op de hielen.
‘Fuck nog aan toe,’ mompelde Hazel hemelwaarts terwijl ze al in beweging
kwam.
‘Je kunt je deur niet… Oempf!’ klonk Noahs stem vanuit de hal.
Voordat we de keuken uit waren, kwam Noah al de hoek om, onder beide
armen een giechelend kind. De behoorlijke omvang van zijn biceps vielen me
daarbij niet op. Echt niet. Ik besteedde ook geen aandacht aan de manier waarop
zijn mond opkrulde of de regelrechte sexappeal in zijn lach. Het was
onmenselijk om er zo vroeg in de ochtend zo goed uit te zien.
‘Zie je nou wat er gebeurt als je je deur niet op slot doet?’ vroeg hij terwijl hij
de kinderen lichtjes op en neer schudde. ‘Dan komen er allerlei wilde schepsels
binnen.’
Danielle brulde, waardoor Noah alleen nog maar harder moest lachen.
Nee. Nee. Nee. Niet smelten, niet zuchten, niets. Noppes.
‘Hé, je mag niet aardig doen tegen vreemden,’ mopperde ik.
‘Hij is toch je vriend, tante Georgia?’ zei Colin.
God behoedde me voor kleine stadjes. De kinderen hadden nog nooit een
vreemde ontmoet.
‘Ja, tante Georgia, wil je nu beweren dat we geen vrienden zijn?’ daagde Noah
me uit met grote, spottende ogen. Ik rolde met de mijne terwijl hij de kinderen
op hun voeten zette en zijn hand uitstak naar Hazel. ‘Hoi. Noah Morelli, ik neem
aan dat die schattige kinderen van jou zijn.’ Hij legde zijn charmes er dik
bovenop en het werkte, gezien Hazels grijns.
Hij stelde zich aan haar voor met zijn echte naam.
‘Hoi, Noah. Ik ben Hazel, Georgia’s beste vriendin.’ Ze schudde zijn hand en
liet toen los. ‘Je bent goed met kinderen.’ Haar wenkbrauwen gingen omhoog.
‘Alleen dankzij mijn zus. Beste vriendin, hè?’ Hij schonk mij een doortrapte
glimlach. ‘Degene van de artikelen?’
Schiet me neer.
‘Schuldig.’ Haar grijns werd alleen maar breder.
‘Dus, kun je me wat tips geven om er bij die daar een speld tussen te krijgen?’
Hij gebaarde naar mij.
‘O, tuurlijk! Je moet haar gewoon…’ Ze ving mijn blik en rechtte haar rug.
‘Sorry, puntenloze Noah, ik ben team Georgia. Jongens, we moeten nú gaan.’
Sorry, mimede ze naar me terwijl ze zich naar de kinderen in de eetkamer
haastte.
‘Maak je geen zorgen om de zooi,’ riep ik over mijn schouder. Ze had genoeg
op haar bordje zonder zich druk te hoeven maken over het opruimen van mijn
huis. Het was niet alsof ik veel te doen had vandaag en zij kon wel een break
gebruiken. ‘Trouwens, moet je het studiecentrum niet openen?’
‘Ik haat het om… O mijn god, ik ga veel te laten komen!’ Ze griste met beide
armen een kind van de vloer, rende toen bijna langs me, maar stopte nog snel om
een kus op mijn wang te drukken. ‘Bedankt voor de koffie.’
‘Fijne dag op je werk, schatje,’ zong ik terwijl ik een banaan in haar veel te
grote tas stopte.
‘Het was leuk je te ontmoeten, Noah!’ riep ze terwijl ze de deur uit vloog.
‘Insgelijks!’
Met een luide klap viel de deur dicht.
‘Een banaan?’ vroeg hij en hij trok zijn wenkbrauwen op.
‘Ze denkt er ’s ochtends altijd aan om de kinderen ontbijt te geven, maar ze
heeft het te druk om zelf te eten,’ antwoordde ik met een schouderophalen terwijl
mijn telefoon begon te zoemen.
Hij krijgt meer dan tien punten voor
die manoeuvre met de kinderen.
‘Verraadster,’ mompelde ik terwijl ik mijn mobiel in mijn kontzak schoof zonder
Hazel een reactie te sturen.
‘Dus,’ zei Noah, die zijn handen in de zakken van zijn broek stopte.
‘Dus,’ reageerde ik. ‘Ik heb nog nooit eerder een ruzie ingepland.’ De lucht
tussen ons had kunnen knetteren met al de verwachtingsvolle elektriciteit die om
ons heen vloog.
‘Is dat hoe je dit zou noemen?’ Hij grijnsde.
‘Hoe zou jíj het dan noemen?’ Ik plaatste de mokken in de vaatwasser.
Daar dacht hij even over na. ‘Een met voorbedachten rade geplande wandeling
met als doel een gunstig pad voor beide partijen te ontdekken, zodat we ons
wellicht door onze persoonlijke en professionele verschillen naar een
overeenkomstig doel kunnen navigeren,’ mijmerde hij. ‘Als ik even iets uit mijn
mouw zou moeten schudden.’
‘Schrijvers,’ mompelde ik. ‘Laten we dan maar eens naar het kantoor
“wandelen”.’
Zijn ogen glommen van verrukking. ‘Ik heb een beter idee. Laten we langs de
beek wandelen.’
Ik trok een wenkbrauw naar hem op.
Hij stak zijn handen in de lucht. ‘Geen geklim. Ik heb het over de beek in je
achtertuin, die uit de brieven, toch? Ik kan beter denken als ik loop. Plus het is
vrij van breekbare objecten, mocht je iets naar me willen gooien.’
Ik rolde met mijn ogen. ‘Prima. Ik pak mijn schoenen.’
Tegen de tijd dat ik terug in de keuken kwam, nu met mijn wandelschoenen aan
en in een veel praktischer T-shirt, had hij de rommel opgeruimd die Hazels
kinderen hadden achtergelaten en moest zelfs ik met tegenzin toegeven dat hij
punten aan het scoren was.
Broeierige schrijver? Check.
Verdomd sexy? Check.
Goed met kinderen? Dubbel check.
Mijn borst voelde akelig strak aan. Dit was zó niet goed.
‘Dat had je niet hoeven doen, maar dank je wel,’ zei ik tegen hem toen we de
keukendeur uit liepen, de veranda op.
‘Ik vind het niet erg… Wow!’ Abrupt bleef hij staan en hij staarde naar de
uitgestrekte tuin waar oma zo van had gehouden.
‘Het is, uiteraard, een tuin in Engelse stijl,’ vertelde ik terwijl we over het
paadje tussen de gesnoeide haagjes begonnen te lopen. De herfst had ingezet,
waardoor behalve in de tuinkas overal oranje en gouden tinten opdoken.
‘Uiteraard,’ zei hij terwijl hij alles in zich opnam en zijn aandacht van de ene
naar de andere plant dwaalde.
‘Probeer je alles te onthouden?’ vroeg ik.
‘Wat bedoel je?’
‘Oma vertelde me eens dat ze een plek onthield. Hoe het eruitzag, de geur, de
geluiden die ze hoorde. De kleinere details die ze in een verhaal kon stoppen,
waardoor de lezers het gevoel hadden dat ze daar waren. Is dat wat jij doet?’
‘Ik heb er nog nooit zo bij stil gestaan, maar, inderdaad.’ Hij knikte. ‘Dit is
prachtig.’
‘Dank je. Ze hield ervan, zelfs als ze klaagde dat ze het niet voor elkaar kreeg
om een aantal van haar favoriete planten op deze hoogte te laten overleven.’ We
bereikten het hek achter in de tuin, waar een wintergroene haag ons scheidde van
de Colorado-wildernis. Ik duwde de smeedijzeren hendel naar beneden en leidde
ons erdoor. ‘Ze zei dat ze daardoor het gevoel had dichter bij haar zus te zijn.’
‘Constance leerde het haar, toch?’
‘Yep.’ Het was vreemd, maar ook prettig dat iemand anders oma’s manuscript
had gelezen en dat deel van haar leven net zo goed kende als ik.
‘Zo, verdorie. Dit is ook prachtig,’ zei hij richting de populieren voor ons.
‘Het is thuis.’ Ik zoog mijn longen vol en voelde mijn ziel tot rust komen zoals
altijd bij dit specifieke uitzicht. We bevonden ons in de vallei van de elanden en
voor ons rezen de bergen hoog op, hun toppen al bedekt met de eerste sneeuw.
Het weiland achter oma’s huis was gekleurd door bruingouden tinten, zowel
door het kniehoge gras dat zich had overgegeven aan de herfst als de bladeren
van de populierenbomen die beide kanten van het weiland flankeerden.
‘Dit is mijn favoriete tijd van het jaar. Niet dat ik de herfst in New York niet
mis, want dat doe ik wel. Maar hier is geen oproer over de kleuren. Geen strijd
tussen de bomen over welke de mooiste kleuren heeft. Hier worden de bergen
simpelweg goud, alsof alle bomen ermee ingestemd hebben. Het is vredig.’ Ik
leidde ons over het pad dat al lang voordat ik was geboren in het weiland was
ingesleten.
‘Ik begrijp waarom je terug wilde komen,’ gaf Noah toe. ‘Al ben ik ook een
sucker voor herfst in New York.’
‘En toch ben je hier, verblijvend in een huisje hier vlakbij.’ We bereikten de
beek die door oma’s terrein – mijn terrein nu – liep. Het stelde niet veel voor
naar de begrippen van de Oostkust. Misschien drie meter breed en een halve
meter diep op z’n hoogst, maar het water was anders in de Rocky Mountains.
Het stroomde niet gelijkmatig en het was niet vlak of voorspelbaar. Hier kon het
tot bijna druppelsgewijs vertragen en wanneer je het absoluut niet verwachtte,
volgde er plotseling een stortvloed aan water dat alles in zijn weg vernietigde.
Het was als met alles in de bergen: gevaarlijk prachtig.
‘Ik deed wat ik moest doen.’ Hij haalde zijn schouders op en we liepen verder
langs de beek. ‘Mis je New York?’
‘Nee.’
‘Snel antwoord.’
‘Makkelijke vraag.’ Ik stak mijn duimen in mijn kontzakken. ‘Dit is
waarschijnlijk het moment waarop we onze boekruzie beginnen?’
‘Ik ben niet degene die zegt dat het een ruzie moet worden. Laten we makkelijk
beginnen. Stel me een persoonlijke vraag. Wat je maar wilt.’ Hij stroopte zijn
mouwen op terwijl we verder liepen, waardoor hij een streep inkt op zijn
onderarm onthulde, wat eruitzag als de punt van een zwaard. ‘Ik beantwoord er
een als jij dat ook doet.’
Dat klonk makkelijk genoeg.
‘Wat dan ook?’
‘Wat dan ook.’
‘Wat is het verhaal achter die tatoeage?’ Ik gebaarde naar zijn onderarm.
Hij volgde mijn blik. ‘Ah, dat was mijn eerste.’ Hij duwde zijn mouw ze ver
mogelijk als het materiaal toeliet naar boven en het blad van een zwaard, dat
diende als de naald van een kompas, kwam tevoorschijn. Ik had genoeg foto’s
gezien om te weten dat het ook zijn schouder bedekte, al kon ik nu alleen het
laatste stuk ervan zien. ‘Ik heb hem de week voordat Avalon Waning uitkwam
laten zetten. Ik verweefde een koning Arthur-gelijkenis in de zoektocht van die
kerel naar zijn…’
‘Verloren liefde. Ik heb het gelezen.’ Ik struikelde toen hij me een lome grijns
schonk en richtte mijn blik snel terug op het pad. ‘Heb je tatoeages voor al je
boeken?’
‘Ten eerste zijn dat twéé vragen en ten tweede, ja, maar de andere zijn kleiner.
Toen Avalon Waning werd uitgegeven dacht ik dat het waarschijnlijk mijn enige
boek zou zijn. Mijn beurt.’
‘Eerlijk is eerlijk.’ Hier komt de vraag over de laatste affaire…
‘Waarom ben je gestopt met glasblazen?’
Wat? Mijn pas vertraagde, maar hij paste zich aan. ‘Damian vroeg me een
pauze in te lassen en hem te helpen Ellsworth Productions van de grond te
krijgen, wat mij logisch leek. We waren net getrouwd en ik ging ervan uit dat ik
hielp onze toekomst op te bouwen. Het was nog altijd kunst, alleen dan zíjn
vorm van kunst, toch?’ Ik haalde mijn schouders op bij de naïeve gedachten van
een tweeëntwintigjarig meisje. ‘En toen werd die pauze meer een stop en dat
deel van me…’ De juiste woorden voor dit onderwerp hadden me altijd in de
steek gelaten. ‘… vervaagde gewoon. Het ging uit als een vuur dat ik vergat
brandend te houden. De vlammen slonken zo langzaam dat ik het niet merkte tot
ze niet meer waren dan kooltjes en tegen die tijd was de rest van mijn leven in
vlammen opgegaan. Er is niet veel ruimte voor creativiteit als al je aandacht gaat
naar ademhalen.’ Ik kon zijn blik voelen, maar ik kon hem niet aankijken. In
plaats daarvan ademde ik diep in en forceerde een lach. ‘Maar ik denk dat het
weer terugkomt, beetje bij beetje.’ Ik dacht aan de shop van meneer Navarro,
vervolgens aan de kosten om er echt iets mee te gaan doen. ‘Hoe dan ook, dat is
één vraag en ik ben je er nog een verschuldigd, dus vraag maar raak.’
‘Waarom vertrouw je me het verhaal niet toe?’
Mijn rug verstijfde. ‘Ik vertrouw het niemand toe en dat deed oma ook niet. Het
is niet makkelijk om te weten dat iemand een fictieve wending gaat geven aan
wat onze familie echt is overkomen. Het is niet zomaar een verhaal voor mij.’
‘Waarom heb je het dan überhaupt verkocht? Alleen om je moeder een plezier
te doen?’ Zijn donkere wenkbrauwen zakten. ‘Is dat echt de enige reden dat je
instemde?’
Was dat zo? Ik keek naar de stromende beek en dacht over zijn vraag na. Hij
verdiende nog een punt door niet op een antwoord aan te dringen. ‘Het was
fiftyfifty,’ zei ik uiteindelijk. ‘Ik wilde mijn moeder blij maken. Ik wilde haar
iets kunnen geven wat ze echt wilde, aangezien… dat niet vaak gebeurt.’
Hij schonk me een raadselachtige blik.
‘We hebben een gecompliceerde relatie. Laten we het erop houden dat als jij
een keer per maand met je familie zou eten, mam en ik misschien een keer per
jáár samen dineren.’ Dat was nog zacht uitgedrukt, maar dit was geen
therapiesessie. ‘Het andere deel van me keek toe hoe oma met periodes aan dat
boek werkte tot de winter dat ik trouwde.’
‘Is ze toen gestopt?’
‘Ik weet het niet zeker, aangezien ik naar New York verhuisde, maar ik kwam
om de paar maanden naar huis en ik heb haar er nooit meer aan zien werken.’ Ik
schudde mijn hoofd. ‘William – mijn opa – was de enige aan wie ze het ooit
heeft laten lezen en dat was in de jaren zestig, voordat ze de laatste paar
hoofdstukken schreef. Nadat hij overleed, hij kreeg een auto-ongeluk,’ voegde ik
er snel aan toe, ‘heeft ze het tien jaar lang niet meer aangeraakt. Maar het was
belangrijk voor haar, dus haalde ze het weer tevoorschijn. Ze wilde het precies
goed hebben.’
‘Laat mij het precies goed maken.’ Zijn stem zakte toen we de kromming in de
beek naderden.
‘Ik hoopte dat je dat zou doen, maar toen begon je rond te strooien met al die
versies van een ze-leefden-nog-lang-en-gelukkig…’
‘Omdat dat haar handelsmerk is!’ Zijn houding verstijfde naast me. ‘Auteurs
hebben een contract met hun lezers zodra ze op een punt komen waar je oma
was beland. Ze schreef drieënzeventig romans die haar lezers op een gelukkig
eind trakteerden. Geloof je oprecht dat ze met deze dat hele idee zou omgooien?’
‘Ja.’ Ik knikte meelevend. ‘Ik denk dat de waarheid van wat er was gebeurd te
pijnlijk was voor haar om te schrijven, en de fantasie die jij wilt creëren zelfs
nog meer, want dat zou haar alleen maar herinneren aan wat ze niet kon krijgen.
Zelfs de jaren dat ze getrouwd was met opa Brian waren niet… Ach, je hebt
gelezen wat ze met opa Jameson had. Het was zeldzaam. Zo zeldzaam dat het
misschien, wat, een keer per generatie voorbijkomt?’
‘Misschien,’ gaf hij zachtjes toe. ‘Dat is precies het soort liefde waar verhalen
over worden geschreven, Georgia. Het soort waardoor mensen gaan geloven dat
het er ook ergens voor hen moet zijn.’
‘Vraag dan aan opa Jameson hoe het eindigt. Zij zei dat alleen hij het wist en
hij is nogal moeilijk te bereiken.’ Ik keek weer naar het pad. De beek zette een
zachte kromming in, volgde de geografie van mijn achtertuin. ‘Heb je eraan
gedacht hoe het op de plank komt?’ vroeg ik, in de hoop dat als ik een andere
weg in zou slaan hij het vanuit mijn standpunt zou kunnen zien.
Zijn wenkbrauwen gingen omhoog. ‘Wat bedoel je?’
‘Komt het onder jouw naam uit of onder die van haar?’ Ik stopte met lopen en
hij draaide zich naar me toe om me aan te kijken. Het zonlicht scheen op zijn
haar, waardoor het op sommige plekken glansde.
‘Allebei, zoals jij zei. Wil je het marketingbudget ook weten?’ plaagde hij.
Ik schonk hem een blik. ‘Ben je bereid algemene fictie in de steek te laten en
op de plank van, hou je vast, romantische verhalen te belanden? Want de man
die ik twee maanden geleden in de boekenwinkel ontmoette was dat absoluut
niet.’
Hij knipperde met zijn ogen en trok zich iets terug.
‘Hmm. In je hoofd had je nog niet verder gekeken dan de releasedatum, of
wel?’
‘Doet dat ertoe?’ kaatste hij terug terwijl hij duidelijk gefrustreerd met zijn
hand over zijn stoppels wreef.
‘Ja. Wat ik je vraag te doen, zorgt ervoor dat je in de sectie blijft die niet is
voor…’ Ik kantelde mijn hoofd opzij. ‘Hoe zei je dat ook alweer? Seks en
onrealistische verwachtingen?’
Een gemompelde vloek ontglipte hem. ‘Daar ga je nooit over ophouden, of
wel?’ Hij keerde zich van haar af, keek naar de bomen en mompelde iets dat
klonk als ‘onbevredigend’.
‘Nope. Wil je me blijven vertellen over dat romantische eind? Want op die
plank zullen ze je leggen als je dat schrijft. Haar naam overmeestert die van jou.
Je mag dan heel wat voorstellen, je bent geen Scarlett Stanton.’
‘Het maakt me geen reet uit in welke categorie het boek uitkomt.’ Onze blikken
haakten gedurende een gespannen moment ineen.
‘Ik geloof je niet.’
Hij liet zijn hoofd zakken. ‘Je kent me niet.’
Mijn wangen werden warm, mijn hartslag schoot omhoog en meer dan wat dan
ook wilde ik deze discussie over de telefoon uitvechten, zodat ik kon ophangen
en de onuitstaanbare flikkeringen van emoties kon uitstampen die Noah steeds
weer in me wist te ontbranden.
Ik hield van verdoofd. Verdoofd was veilig.
Noah was heel veel dingen, maar veilig was er daar niet een van.
Ik scheurde mijn blik van hem los.
‘Wat is dat?’ Hij leunde iets dichterbij, zijn ogen samenknijpend.
Ik volgde zijn blik. ‘Het prieel.’ Een bries waaide langs mijn gezicht en ik stak
mijn haar achter mijn oren terwijl ik Noah voorbijliep, in de richting van een
groep populieren. Ruimte. Ik had ruimte nodig.
De knisperende voetstappen achter me impliceerden dat hij me volgde, dus ik
bleef doorlopen. Zo’n honderdvijftig meter verder, midden tussen de bomen, was
een prieel gemaakt, uitsluitend van boomstammen van populieren. Ik liep de
treden op, mijn vingertoppen gleden liefdevol over de reling, die gladgeschuurd
was en door de jaren heen was vervangen, net als de vloer en het dak. Maar de
balken waren nog origineel.
Noah kwam naast me staan en draaide langzaam rond, zodat hij de enorme
ruimte kon bewonderen. Het had grofweg de grootte van een eetkamer, maar
rond van vorm. Ik bestudeerde hem nauwlettend, bereidde me voor op wat
ongetwijfeld een oordeel zou zijn over de rustieke, kleine plek waar ik als kind
gek op was.
‘Dit is fenomenaal.’ Zijn volume zakte toen hij naar een van de relingen liep en
over de rand keek. ‘Hoelang staat dit hier al?’
‘Oma heeft het in de jaren veertig gebouwd met opa Jamesons vader en oom.
Ze hadden het af voor Bevrijdingsdag.’ Ik leunde tegen een van de stammen.
‘Iedere zomer liet oma een bureau naar buiten brengen, zodat ze hier kon
schrijven, en ik speelde hier terwijl zij werkte.’ Ik glimlachte bij de herinnering.
Toen hij zich naar me omdraaide, was zijn uitdrukking zachter en droefenis
vulde zijn ogen. ‘Dit is waar ze op hem wachtte.’
Ik sloeg mijn armen om mijn middel en knikte. ‘Ik dacht altijd dat hun liefde
hierin meegebouwd was. Dat is waarom ze het altijd repareerde en nooit
verving.’
‘En nu geloof je dat niet meer?’ Hij kwam zo dichtbij staan dat ik zijn warmte
tegen mijn schouder kon voelen.
‘Nee. Ik denk dat ze haar verdriet, haar verlangen, erin heeft gestopt. Wat
logisch lijkt nu ik ouder ben. Liefde houdt geen stand, niet zoals deze plek.’ Mijn
blik gleed van stam naar stam naar stam terwijl miljoenen herinneringen zich in
mijn hoofd afspeelden. ‘Het is te kwetsbaar, te breekbaar.’
‘Dan is het verliefdheid, geen liefde.’ Zijn stem zakte en wederom flakkerde
een flard van een emotie – verlangen deze keer – tot een vlam die brandde in
mijn borst.
‘Wat het ook mag zijn, het voldoet nooit aan het ideaal, of wel? We doen alleen
alsof dat wel zo is, zijn maar al te gretig als we een illusie voorgeschoteld
krijgen. Maar dit hier? Dit is robuust. Stevig. Het verdriet, het verlangen, de pijn
die je verteert na de gemiste kansen… Dat zijn de echte steunpilaren. Dat zijn de
emoties die de tand des tijds doorstaan.’
Ik voelde zijn blik, maar kon hem wederom niet aankijken, niet na het braaksel
van woorden dat ik net over hem uit had gekotst.
‘Het spijt me dat hij niet van je hield op de manier die je verdient.’
Ik kromp ineen. ‘Geloof niet alles wat je in de roddelbladen leest.’
‘Ik lees geen roddelbladen. Ik weet wat huwelijksgeloften zijn en ik heb je
goed genoeg leren kennen om te weten dat jij ze serieus nam.’
‘Het doet er niet toe.’ Ik stopte mijn haar weer achter mijn oor voordat ik mijn
handen kon tegenhouden. Zijn blik verwarmde mijn huid als een fysieke
aanraking.
‘Wist je dat onze hersenen biologisch gezien zijn getraind om pijnlijke
herinneringen beter te onthouden?’ vroeg hij.
Ik schudde mijn hoofd terwijl er een koude rilling door me heen trok nu we in
de schaduw stonden. Noah dichtte de centimeters tussen ons en gaf me zijn
warmte. Deze man was een kachel, als zijn arm enige indicatie was.
‘Echt waar,’ ging hij verder. ‘Het is onze manier om onszelf te beschermen, iets
pijnlijks herinneren, zodat je dezelfde fout niet nog eens maakt.’
‘Een afweermechanisme,’ mijmerde ik.
‘Exact.’ Hij draaide zijn hoofd mijn kant op. ‘Dat betekent niet dat we datgene
niet nog een keer mogen doen. Het betekent alleen dat we ons door de pijn heen
moeten werken die onze hersenen niet willen laten gaan.’
‘Wat zeggen ze over de definitie van krankzinnigheid?’ vroeg ik en ik kantelde
mijn hoofd, zodat ik hem in zijn ogen kon kijken. ‘Keer op keer hetzelfde doen
in de verwachting dat de uitkomst anders zal zijn?’
‘Het is nooit hetzelfde. Er zijn miljoenen variaties op iedere situatie. Geen twee
mensen zijn hetzelfde. De allerkleinste verandering aan iedere ontmoeting kan
tot zeer verschillende resultaten leiden. Ik zie de mogelijkheden graag als een
boom. Misschien begin je op het ene pad,’ hij klopte op de dichtstbijzijnde stam,
‘maar het lot biedt allerlei takken en dat wat een kleine keuze lijkt, links of
rechts, leidt tot een volgende en een volgende, tot de mogelijkheden van wat had
kunnen zijn eindeloos zijn.’
‘Bijvoorbeeld dat als ik niet had ontdekt dat Damian vreemdging, ik nog steeds
bij hem zou zijn? Nou, misschien als er geen baby was geweest.’ Mijn stem
stierf weg en ik stopte onmiddellijk met die gedachtegang.
‘Misschien. Maar je bevindt je nu op een andere tak, omdat je dat wel hebt
ontdekt. En misschien bestaat die tak uit een fictieve wereld van mogelijkheden,
maar in deze ben je bij mij.’ Zijn blik dwaalde naar mijn lippen en schoof toen
weer terug omhoog. ‘Het spijt me voor je dat hij het heeft verkloot, maar niet dat
je erachter kwam. Je verdient beter.’
‘Oma wilde niet dat ik met hem ging trouwen.’ Ik verplaatste mijn gewicht,
maar hield ons contact in stand. ‘Ze wilde voor mij wat zij met opa Jameson had.
Niet dat ze niet van opa Brian hield, want dat deed ze wel.’
‘Het kostte haar veertig jaar om verder te kunnen. Was ze echt gelukkig?’
Ik knikte. ‘Dat was ze, als ik haar moet geloven. Maar ik heb haar nooit echt
onder druk gezet om erover te praten. Het leek altijd te pijnlijk. Damian heeft het
een of twee keer geprobeerd, maar hij was altijd al een nieuwsgierige eikel.
Toch, zelfs toen ze met opa Brian was getrouwd, schreef ze hier, alsof ze al die
jaren later nog steeds op Jameson wachtte.’
‘Ze was de ultieme romanticus. Kijk naar deze plek…’ Hij bestudeerde het
prieel. ‘Kun je ze hier niet voelen? Kun je ze niet gelukkig zien in een of ander
fictieve wereld van mogelijkheden? Een andere tak waar de oorlog hen niet in
stukken scheurt?’
Ik slikte en dacht aan oma. Niet op de manier waarop ik me haar herinnerde,
maar op de manier zoals ze er op de foto uitzag: wild, waanzinnig verliefd.
‘Ik kan dat wel,’ ging Noah verder. ‘Ik zie hoe ze een kleine landingsbaan in
het weiland vrijmaken, zodat hij kan vliegen, en ik zie ze met een half dozijn
kinderen. Ik zie hoe hij naar haar kijkt, alsof zij de reden is dat de seizoenen
veranderen en de zon opkomt, tot ze honderdeneen jaar oud zijn.’
Dat was een jaar langer dan oma had geleefd, en hoewel ik wist dat het
hebberig was, wilde ik het. Van alle jaren die ik tot nu toe had geleefd, was dit
het jaar waarop ik haar het meest nodig had.
Noah draaide zich om, nam de ruimte voor me in beslag en keek naar me met
zo’n intensiteit dat ik me moest bedwingen niet weg te kijken. Hij zag te veel,
maakte dat ik me te blootgesteld voelde. Maar mijn lichaam maalde er absoluut
niet om hoe dichtbij hij was. Mijn hart hamerde in mijn borst, mijn ademhaling
stokte, mijn bloed werd warm.
‘Ik zie hoe ze hand in hand de zonsondergang tegemoet lopen om een paar
minuten samen te hebben, nadat ze de kinderen op bed hebben gelegd natuurlijk.
Ik zie hoe ze opkijkt van haar typemachine om hem langs te zien lopen, in de
wetenschap dat als ze aan het eind van de dag klaar is met haar werk, hij op haar
wacht. Ik zie ze lachen en leven en ruziemaken… Altijd gepassioneerd maar
eerlijk. Ze zijn voorzichtig met elkaar, omdat ze weten wat ze hebben, ze weten
hoe zeldzaam het is, hoe gezegend ze zijn doordat ze alles overleefd hebben met
die liefde intact. Ze zijn nog altijd magnetisch, bedrijven nog steeds de liefde
alsof ze geen genoeg van elkaar kunnen krijgen, nog steeds open, onomwonden
eerlijk maar teder.’ Zijn hand kwam omhoog naar mijn kaak, warm en
standvastig. Mijn adem stokte, mijn hartslag versnellend door de aanraking.
‘Georgia, kun je het niet zien? Het bevindt zich in iedere kier op deze plek. Dit is
geen mausoleum, het is een belofte, een altaar voor die liefde.’
‘Het is een prachtig verhaal,’ fluisterde ik en ik zou willen dat dat hun lot was
geweest… of het mijne.
‘Geef hen dat dan.’
Ik stapte uit zijn bereik en liep het prieel door om na te kunnen denken. Hij
weefde zijn woorden door een wereld waarin ik wilde leven, maar dat was zijn
talent, zijn baan. Het was niet echt.
‘Het was niet wat ze wilde, want anders had ze het op die manier geschreven,
het laten eindigen als al haar andere boeken,’ zei ik. ‘Jij ziet het nog altijd als een
verhaal, met personages die tegen je praten en hun eigen takken kiezen. Dat is
het niet. Dit kwam het dichtst bij een autobiografie en je kunt het verleden niet
veranderen.’ Het strakke gevoel in mijn borst veranderde in pijn. ‘Wat jij
beschrijft is waarom je goed bent in wat je doet, maar het is niet wat zij wilde.’
Ik liep naar de opening in de reling, de trap af, en bleef staan om naar de
boomtoppen te kijken.
‘Wat zij wilde of wat jíj wilt, Georgia?’ vroeg hij vanaf de bovenste tree van de
trap, rimpels van frustratie op zijn voorhoofd.
Mijn ogen vielen dicht en ik haalde kalm adem, toen nog eens voordat ik me
terug naar hem draaide. ‘Wat ik wil heeft ooit maar één persoon belangrijk
gevonden en die is dood. Dit is het enige wat ik haar kan geven, Noah. Het
geschenk om te eren wat ze hebben moeten doorstaan… Wat ze hebben
verloren.’
‘Je kiest de makkelijkste weg en dat is niet wie jij bent!’
‘Wat maakt in godsnaam dat jij denkt dat je me kent?’ kaatste ik terug.
‘Je creëerde een boom die recht uit het water kwam!’
‘En?’ Ik vouwde mijn armen voor mijn borst over elkaar.
‘Of het nu bewust of onbewust is, in ieder verhaal dat ik vertel zitten stukjes
van mij en ik durf te wedden dat voor jou hetzelfde geldt met je beeldhouwwerk.
Die boom is niet geworteld in de aarde. Hij zou niet moeten kunnen groeien,
maar toch is hij er. En denk maar niet dat de verlichting me niet is opgevallen.
Het scheen overal doorheen om de wortels te benadrukken. Waarom zou je het
anders Onverzettelijke Wil noemen?’
Hij herinnerde zich de naam van mijn kunstwerk? Ik schudde mijn hoofd. ‘Dit
gaat niet over mij. Dit gaat over haar. Over hen. Dit met een diepe buiging
afwikkelen, of het nu is met een tranentrekkend weerzien op een treinstation of
laten zien hoe ze aan zijn ziekbed zit, maakt iets goedkoops van wat ze hebben
doorstaan. Het boek eindigt hier, Noah. In dit prieel, met Scarlett die wacht op
een man die nooit bij haar terugkwam. Punt.’
Hij keek naar de lucht, alsof hij om geduld smeekte, en het vuur in zijn ogen
was afgezwakt tot niet meer dan een waakvlam tegen de tijd dat hij zijn blik
terug op haar richtte. ‘Als je dit doorduwt, zal het onvermijdelijk leiden tot
kloterecensies en teleurgestelde fans die mij zullen afslachten vanwege het feit
dat ik met Scarlett Stantons nalatenschap heb gekloot. Dat is wat mensen zich
zullen herinneren, niet haar liefdesverhaal, niet de honderd andere boeken die ik
in mijn leven had kunnen schrijven.’
Ik brieste. Zijn carrière. Uiteraard. ‘Gebruik dan de uitweg in het contract en
loop weg.’ Dat is precies wat ik deed, zonder de moeite te nemen achterom te
kijken toen ik over het pad bij hem vandaan liep.
Ik had genoeg teleurgestelde blikken in mijn leven gezien zonder deze aan de
verzameling toe te voegen.
‘Ik zal niet verder lopen dan terug naar mijn huis. Ik ben hier voor de komende
tweeëneenhalve maand, weet je nog?’
‘Succes met het oversteken van de beek in die schoenen!’ riep ik over mijn
schouder.
14
November 1940
Kirton-in-Lindsey, Engeland
De pub stond van de bar tot de deur bomvol met uniformen. Het had Jameson
een week gekost om een huis in de buurt te vinden, maar nu hadden ze vanaf
gisteren – voor een behoorlijk deel van zijn salaris – een plek voor zichzelf.
Tenminste, voor zolang het 71ste in Kirton bleef.
Sinds vanmiddag was Scarlett zijn echtgenote.
Echtgenote. Het was niet dat ze zich er niet bewust van was hoe roekeloos het
van hen was om zo snel te trouwen, het interesseerde haar simpelweg niet. Die
prachtige man met zijn gulle lach en onmiskenbare charme was nu haar
echtgenoot.
Haar ademhaling stokte toen hun ogen elkaar door de overvolle ruimte heen
vonden. Echtgenoot. Ze gluurde naar de klok en vroeg zich af hoelang ze nog op
hun eigen huwelijksontbijt moesten blijven, want de enige honger die ze had,
was naar hem.
En eindelijk waren ze getrouwd.
‘Ik ben zo blij voor je,’ zei Constance, die onder de tafel zacht in haar zus’ hand
kneep.
‘Dank je wel.’ Scarlett glimlach was een kilometer breed, zoals al de hele tijd
sinds ze naar Kirton waren gekomen. ‘Het is verre van hoe we het ons als kleine
meisjes hadden voorgesteld, maar ik had het niet anders gewild.’ De bruiloft die
middag was klein geweest, met alleen hun beste vrienden die aanwezig waren en
een aantal piloten van het 71ste, maar het was perfect liefdevol. Constance had
een klein boeket weten te bemachtigen en hoewel Scarletts jurk niet het familie-
erfstuk was waarvan ze altijd had gedacht dat ze het zou dragen, zei de manier
waarop Jameson naar haar keek dat ze er desondanks mooi uitzag.
‘Ik ook niet,’ stemde Constance in. ‘Maar dat zou ik over mijn hele leven
kunnen zeggen. Niets is hoe ik het me twee jaar geleden had voorgesteld.’
‘Nee, inderdaad, maar misschien is het op sommige kleine vlakken zelfs beter.’
Scarlett begreep haar zus maar al te goed en hoewel ze verlangde naar de dagen
van voor de oorlog, voor de bombardementen, rantsoenering en vele
sterfgevallen, kon ze toch geen spijt hebben van de beslissingen die haar naar
Jameson hadden geleid.
Op de een of andere manier had ze midden in de maalstroom een wonder
gevonden en misschien had ze er even voor nodig gehad om te beseffen wat ze
had, maar nu ze dat deed, zou ze met alles wat ze in zich had vechten om het te
houden… hém te houden.
‘Het spijt me dat mam en pap niet zijn gekomen,’ fluisterde Constance. ‘Ik heb
tot het allerlaatste moment hoop gehouden.’
Scarletts glimlach wankelde, maar niet lang. Ze had geweten dat haar brief
onbeantwoord zou blijven. ‘O, Constance, de eeuwige romanticus. Jij had
degene moeten zijn die overhaast ging trouwen, niet ik.’ Scarlett staarde de pub
door, zich verwonderend over het feit dat Jameson nu van haar was. Hoe
ironisch dat de praktische van hen twee degene was die halsoverkop was
getrouwd. Ze kon het zelf nauwelijks geloven, maar hier zat ze toch echt haar
huwelijk te vieren, in een pub maar liefst.
Oké, het was totaal niet zoals ze het zich als kind had voorgesteld, maar het
was des te beter. En trouwens, wie was zij om het lot te tarten als er
duizendeneen afzonderlijke gebeurtenissen voor nodig waren geweest om haar
bij Jameson te brengen?
‘Misschien ben ik een idealist.’ Constance haalde haar schouders op. ‘Ik kan
gewoon niet geloven dat ze je niet gelukkig zouden willen zien. Ik dacht altijd
dat hun dreigementen slechts dat waren: loze dreigementen.’
‘Wees niet boos op ze,’ zei Scarlett op vriendelijk toon. ‘Ze vechten voor het
enige leven dat ze kennen. Als je er goed over nadenkt, zijn ze niet anders dan
een gewond dier. En ik weiger vandaag verdrietig te zijn. Het is hun gemis.’
‘Dat is het echt,’ bevestigde Constance. ‘Ik heb je nog nooit zo gelukkig
gezien, zo mooi. De liefde staat je goed.’
‘Ga jij je wel redden?’ Scarlett verschoof in haar stoel en keek haar zus aan.
‘Ons huis is maar een paar minuten van het vliegveld, maar…’
‘Stop.’ Constance trok haar wenkbrauwen op. ‘Met mij komt alles meer dan in
orde.’
‘Ik weet het. Ik kan me alleen niet herinneren wanneer de laatste keer was dat
we langere tijd van elkaar gescheiden waren.’ Misschien hier en daar een paar
dagen, maar veel meer niet.
‘We zien elkaar nog op het werk.’
‘Dat is niet wat ik bedoelde,’ zei Scarlett zachtjes. Nu ze getrouwd was, zou ze
Jameson volgen wanneer het 71ste onvermijdelijk Kirton zou verlaten. De
nieuwe piloten trainen kon niet eeuwig duren.
‘Nou, dat zien we wel als het zover is. Voorlopig is het enige wat verandert de
plek waar je slaapt…’ Ze hield haar hoofd schuin. ‘O, en waar je eet en je vrije
tijd doorbrengt en natuurlijk met wíé je slaapt.’ Haar ogen twinkelden.
Scarlett rolde met haar ogen, maar voelde haar wangen warm worden toen
Jameson in zijn uniform naar hen toe kwam. Met haar duim draaide ze haar
nieuwe ring om haar vinger om zichzelf ervan te verzekeren dat dit geen droom
was. Ze hadden het echt gedaan.
‘Dat was de laatste,’ zei Jameson met een lach op zijn gezicht. Zijn blik gleed
over de lengte van Scarletts nek naar de simpele, stijlvolle jurk die ze had
gekozen. Hij zou met haar getrouwd zijn als ze haar uniform of zelfs haar badjas
had gedragen; hem maakte het niet uit. Hij zou deze vrouw genomen hebben op
elke manier waarop hij haar krijgen kon. ‘Echt, ik heb het afgelopen anderhalf
uur al dezelfde pint vast en hoopte dat niemand het zou merken.’ Hij zette zijn
glas op tafel.
‘Je had er meer dan één kunnen nemen. Volgens mij wordt dat verwacht.’
Scarletts eigen glas was nog steeds vol.
‘Ik wilde een helder hoofd hebben.’ Zijn lippen krulden op. Hij was niet van
plan dronken te zijn wanneer hij haar voor het eerst in zijn handen zou hebben.
Jezus, hij had haar gisteravond bijna over zijn schouder gegooid en naar hun
nieuwe huis gedragen, maar het was beter om te wachten. Het vooruitzicht
maakte hem helemaal gek op de fijnste manier die je kon bedenken.
‘En heb je dat?’ God, die lach van haar bracht hem bijna op de knieën.
‘Wat denk je ervan als ik je naar huis breng, mevrouw Stanton?’ Hij stak zijn
hand naar haar uit.
‘Mevrouw Stanton,’ herhaalde Scarlett met een glinstering van geluk in haar
ogen terwijl haar vingers langs de zijne streken.
‘Dat ben je zeker.’ Alleen al haar dat horen zeggen deed zijn hart op hol slaan.
Ze zeiden iedereen gedag en slechts een paar minuten later parkeerde Jameson
een van de auto’s van het squadron voor wat nu hun thuis was.
Aan de rand van het trottoir zwiepte hij haar van haar voeten en tilde haar in
zijn armen. ‘Je bent van mij.’
‘En jij bent van mij,’ reageerde ze terwijl ze haar vingers achter in zijn nek
verstrengelde.
Hij kuste haar zachtjes, streek met zijn lippen over die van haar terwijl hij over
het trottoir liep. Pas toen ze bij de traptreden kwamen, tilde hij zijn hoofd op.
‘Mijn koffer…’ begon ze.
‘Die pak ik later wel,’ beloofde hij. ‘Ik wil dat je het huis ziet.’ Zij had dienst
gehad toen hij het gisteren had gevonden. Hij kreeg een knoop in zijn maag. ‘Het
is niet waar je gewend aan bent.’ Hij wist inmiddels genoeg van haar familie om
te weten dat dit kleine huis van hen waarschijnlijk in een van de eetkamers van
de Wrights zou passen.
Ze kuste hem als reactie. ‘Tenzij je me vraagt het te delen met elf andere
vrouwen is het veel beter dan wat ik het afgelopen jaar heb gehad.’
‘God, ik hou van je.’
‘Mooi, want je zit nu aan me vast.’
Hij lachte en kreeg het toen op de een of andere manier voor elkaar de deur van
het slot te halen en open te duwen zonder haar te laten vallen toen hij haar de
drempel over droeg. ‘Welkom thuis, mevrouw Stanton,’ zei hij terwijl hij haar
neerzette.
Mevrouw Stanton. Hij zou het nooit beu raken dat te zeggen.
Scarletts blik ging kort over het interieur. Het huis had een bescheiden
woonkamer die, gelukkig, gemeubileerd was. Een trap scheidde de ruimte, met
aan de linkerkant de eetkamer, inclusief een kleine tafel en stoelen, en de keuken
lag er vlak achter, aan de achterkant van het huis.
‘Het is prachtig,’ zei Scarlett terwijl ze alles in zich opnam. ‘Behoorlijk perfect,
eerlijk gezegd.’ Ze liet haar hand over de eettafel gaan toen ze door de ruimte
liep en Jameson volgde haar de keuken in.
Ze trok wit weg en haar lach vervaagde toen haar blik van de oven naar de
kleine tafel en over het aanrecht gleed. Afschuw straalde van iedere lijn van haar
gezicht.
‘Wat is er?’ Zijn maag draaide zich om. Ontbrak er iets? Shit. Hij had op iets
beters moeten wachten.
Ze draaide zich naar hem om en ontmoette zijn blik met wijd opengesperde
ogen. ‘Dit is misschien niet het beste moment om het je te vertellen, maar ik kan
niet koken.’
Hij knipperde met zijn ogen. ‘Je kunt niet koken,’ herhaalde hij langzaam,
gewoon om er zeker van te zijn dat hij haar goed had verstaan.
Ze schudde haar hoofd. ‘Helemaal niets. Ik neem aan dat ik wel kan uitvogelen
hoe ik het fornuis aan moet krijgen, maar veel meer dan dat niet.’
‘Oké. Maar de keuken is acceptabel?’ Hij probeerde de schrik in haar ogen bij
haar bekentenis te evenaren en schoot daarin tekort.
‘Natuurlijk!’ Ze knikte. ‘Hij is prachtig. Ik weet alleen niet wat ik ermee moet
doen. Ik heb thuis nooit leren koken en verder heb ik in de officierskantine
gegeten.’ Ze trok haar onderlip tussen haar tanden.
De opluchting was zo scherp en zoet dat hij niet kon voorkomen dat hij in de
lach schoot terwijl hij zijn armen om haar heen sloeg. ‘O, Scarlett, mijn Scarlett.’
Hij kuste haar boven op haar hoofd en ademde haar geur in. ‘Ik zal niet beweren
dat ik een vijfgangendiner kan bereiden, maar als ik eieren met spek boven een
kampvuur kan bakken, denk ik dat ik ons wel in leven kan houden tot we het
hebben geleerd.’
‘Als we al aan eieren kunnen komen,’ mompelde ze terwijl ze haar armen om
zijn middel sloot.
‘Dat is waar.’ Als piloot vergrootte een dieet van eieren en spek zijn
overlevingskans bij een noodlanding, dus dat werd hem zo regelmatig
toegeschoven dat hij bijna zou vergeten hoe schaars ze waren.
‘Het afgelopen jaar heb ik geleerd mijn eigen kleding te strijken en de was te
doen, maar niet veel meer dan dat, op huishoudelijk gebied,’ zei ze tegen zijn
borstkas. ‘Ik ben bang dat je geen goede deal hebt gesloten door met mij te
trouwen.’
Hij tilde haar kin op en kuste haar teder. ‘Ik heb meer gekregen dan ik ooit had
durven dromen door met jou te trouwen. Gaandeweg komen we er samen
allemaal wel uit.’
Samen. Haar borst deed pijn door hoeveel ze van hem hield. ‘Laat me de rest
van het huis eens zien.’
Hij pakte haar hand en leidde haar de kleine trap op naar de eerste verdieping.
‘De badkamer,’ zei hij toen hij door een openstaande deur naar de functionele
ruimte gebaarde en opende toen de deur rechts ervan. ‘De huisbaas noemde dit
een rommelkamer, maar ik weet niet wat hij daarmee bedoelde, want er ligt
helemaal geen rommel.’
Scarlett schoot in de lach en nam de kleinere, lege slaapkamer in zich op. ‘Het
is gewoon een tweede, kleinere slaapkamer.’ De kamer zou alleen ruimte kunnen
bieden aan een eenpersoonsbed en een ladekast… of een wieg. ‘Het is voor een
kind…’ Haar stem stierf weg.
Jamesons ogen vonden de hare en lichtten iets op. ‘Wil je dat? Kinderen?’
Haar hart haperde. ‘Ik had niet…’ Ze schraapte haar keel en deed een nieuwe
poging. ‘Als je vraagt of ik nu kinderen wil, is het antwoord nee. Er zijn op dit
moment te veel onzekerheden en ze zouden in een wereld geboren worden waar
we hun veiligheid niet kunnen garanderen.’ Kinderen waren vanuit bijna ieder
militair doelwit geëvacueerd – inclusief Londen – en alleen al de gedachte een
kind door een bombardement te verliezen was meer dan ze kon verdragen.
‘Vind ik ook.’ Zijn duim streek geruststellend over de rug van haar hand, maar
er school een ongerustheid tussen zijn wenkbrauwen.
Ze tilde haar hand naar zijn wang. ‘Maar als je vraagt of ik op een dag jouw
kinderen wil, dan is mijn antwoord volmondig ja.’ Er zou niets mooiers zijn dan
een groenogig klein meisje of een jongen met zijn lach, als dit alles achter de rug
was.
‘Na de oorlog.’ Hij liet zijn hoofd zakken en kuste het midden van haar
handpalm, waardoor er een tinteling van genot door haar arm schoot.
‘Na de oorlog,’ fluisterde ze en ze voegde het mentaal toe aan de steeds maar
groeiende lijst met dingen voor een later moment, waarvan ze niet eens wist of
dat moment ooit zou komen.
‘Maar je weet dat de kans altijd bestaat, toch?’ Het spiertje in zijn kaak
bewoog.
‘Ja, dat weet ik.’ Haar vingers gleden langs zijn hals naar beneden. ‘Het is een
risico dat ik bereid ben te nemen als dat betekent dat ik je kan aanraken.’ Ze
volgde de lijn van zijn kraag langs zijn stropdas en verder omlaag naar de eerste
knoop van zijn jas.
Zijn ogen werden donkerder en hij legde zijn hand op haar middel om haar
dichterbij te trekken. ‘Ik wacht al mijn hele leven om jou aan te kunnen raken.’
‘Er is nog een kamer die je me moet laten zien,’ mompelde ze. De slaapkamer.
Hún slaapkamer.
Haar hart bonsde en haar lichaam werd warm tegen het zijne. Ze mocht dan
misschien nog maagd zijn, de verhalen die ze had gehoord van de meisjes
waarmee ze het afgelopen jaar had gediend, waren meer dan genoeg om haar
duidelijk te maken wat er vanavond ging gebeuren.
Ze had het gevoel alsof ze haar hele leven had gewacht op dit moment, deze
avond, deze man. Hij was haar beloning voor het wachten, voor het negeren van
iedere piloot met een voorstel en een arrogante lach. Misschien had ze tegenover
hen beweerd dat het haar waarden en normen waren die haar ervan weerhielden
die grens over te gaan, maar nu ze opkeek naar Jameson wist ze dat ze
simpelweg op hem had gewacht.
‘Dat klopt.’ Zijn blik zakte naar haar lippen. ‘Ik wil dat je weet dat dit niet
verder gaat dan jij wilt. Ik mag staan te popelen om je aan te raken, maar niet
voordat jij je daar comfortabel genoeg bij voelt. Ik wil niet dat je bang bent en de
enige huivering die ik onder mijn vingertoppen wil voelen, is van je verlangen,
niet je angst…’
Angst kwam niet in de buurt van wat ze voelde toen ze op haar tenen ging staan
en hem kuste, zijn woorden met haar mond tegenhoudend. Ze hadden lang
genoeg gewacht. ‘Ik ben niet bang. Ik weet dat je me nooit pijn zou doen. Ik wil
je,’ voegde ze er fluisterend aan toe terwijl ze haar vingers achter in zijn nek
ineen verstrengelde.
Hij kuste haar diep, streelde en danste met zijn tong langs die van haar in een
grondige, lome ontdekkingstocht van haar mond, waardoor ze zich aan hem
vastklampte voor meer. Hij nam haar mond alsof hij de hele nacht de tijd had,
zonder een ander doel, alsof deze kus het hoogtepunt was en niet de aanloop.
Telkens als ze probeerde het tempo te verhogen, vertraagde hij de kus terwijl
hij haar met een kalme, stevige greep strak tegen zich aan gedrukt hield.
‘Jameson.’ Ze maakte zijn bovenste knoop open.
‘Ongeduldig?’ Hij grinnikte tegen haar mond en tilde zijn hand op om op haar
achterhoofd te leggen. Zijn vingers gleden door haar haren.
‘Heel erg.’ Ze opende de volgende knoop.
‘Ik probeer het rustig aan te doen voor je,’ zei hij tussen kleine kusjes door, die
ervoor zorgden dat ze zich verlangend tegen hem aan perste voor een diepere kus
terwijl ze aan de riem van zijn uniform trok.
‘Stop daarmee.’ Ze drukte haar lippen tegen zijn hals.
Hij kreunde, kuste haar hard en sloeg zijn arm om haar heen, zodat hij haar
tegen zich kon optillen, elk voorwendsel van plagerij een verre herinnering.
Deze kus was ronduit zinnelijk, onverholen bezitterig en alles waarnaar ze had
gehunkerd sinds ze hem voor het altaar in de ogen had gekeken.
Ze kusten zich een weg over de korte overloop naar hun slaapkamer, waar hij
haar op haar voeten zette door haar langzaam langs zijn lichaam te laten zakken.
‘Als er iets is wat je wilt veranderen…’ Hij gebaarde naar de kamer.
Ze keek ernaar. Gebruiksklare meubels, lichtblauwe gordijnen die pasten bij het
schone beddengoed op het grote bed. ‘Het is perfect.’ Ze had de woorden
nauwelijks uitgesproken of ze kuste hem alweer.
De boodschap was duidelijk en hij trok zijn jas uit. Die belandde ergens op de
vloer, maar ze nam niet de moeite te kijken. Haar handen hadden het al druk met
zijn stropdas, maakten snel werk van de stof zoals ze dagelijks met haar eigen
uniform deed.
De vingers in haar haren verstrakten licht, trokken haar hoofd naar achteren,
waardoor haar nek werd blootgesteld voor zijn mond. Hitte raasde door haar
heen, nam toe met iedere streling van zijn lippen. Tegen de tijd dat hij de halslijn
van haar jurk bereikte – net boven haar sleutelbeen – was haar ademhaling niet
langer gelijkmatig.
Ze begon zijn overhemd open te knopen terwijl hij de rij knoopjes over haar
rug vond en ze een voor een losmaakte zonder zijn mond van de hare te halen.
Behoedzaam draaide hij haar vervolgens om en kuste een spoor over haar
ruggengraat, liefkoosde iedere centimeter huid die werd ontbloot. Hij bereikte de
onderkant van haar rug en draaide haar weer met haar gezicht zijn kant op.
Ze trof hem op zijn knieën, zijn overhemd opengeknoopt tot aan zijn middel,
en hij keek naar haar op met ogen die glommen van eenzelfde passie als die door
haar aderen trok. Ze werd bijna overmand door zenuwen, maar ze duwde ze
opzij toen ze eerst haar ene arm uit haar jurk liet glippen en vervolgens de
andere. Ze hield de stof gedurende een aantal hartslagen boven haar borsten vast,
voordat ze de moed vond om los te laten.
De jurk gleed in een golf van satijn van haar af, waardoor ze voor hem stond in
niets dan haar ondergoed en zijden kousen, waar ze twee maanden salaris voor
opzij had gelegd. De uitdrukking op zijn gezicht maakte het meer dan waard.
‘Jij…’ Zijn blik was heet genoeg om haar huid te verwarmen toen hij haar in
zich opnam. ‘Je bent zo uitzonderlijk mooi, Scarlett.’ Hij keek verbijsterd, met
stomheid geslagen zelfs, en… hongerig.
Ze glimlachte en hij greep haar heupen beet om haar naar zich toe te trekken en
de zachte huid van haar buik te kussen. Na een jaar de voorgeschreven kleding te
hebben gedragen die haar maakte tot slechts een van de vele radertjes in een
grote machine, voelde ze zich nu op en top vrouwelijk. Ze kamde haar vingers
door zijn haar om haar evenwicht te bewaren toen hij zijn mond over haar lijf
liet gaan.
Hij stond op en trok zijn overhemd en het zachte katoenen shirt eronder uit.
Ze watertandde bij het zien van zijn naakte torso, de zachte huid die strak over
bundels harde spieren liep. Zijn buik spande zich aan toen ze haar vingertoppen
over de lijnen aan beide zijden liet gaan en de groeven en dalen in haar geheugen
prentte.
Ze bracht haar blik omhoog om zijn vragende ogen te ontmoeten. Alsof deze
man ook maar iets had om onzeker over te zijn. Hij was net zo uitgesneden als
alle beeldhouwwerken die ze had gezien, maar o zo warm onder haar handen.
‘En?’ vroeg hij, een wenkbrauw opgetrokken.
‘Je kunt ermee door,’ zei ze met een uitgestreken gezicht en ze perste haar
lippen op elkaar.
Hij snoof lachend en kuste toen iedere gedachte uit haar hoofd. Ze waren een
wirwar van zoekende handen toen hun overblijvende kleren met iedere stap naar
het bed op de vloer vielen. Ze hapte naar adem toen hij zijn hand om haar borst
sloot en smolt toen hij zijn duim over het stijve knopje liet gaan.
‘Perfect,’ murmelde hij tegen haar lippen voordat hij haar op hun bed liet
zakken. Ze verslond hem met haar ogen toen hij boven haar kwam hangen. Zijn
haar viel naar voren en streek over zijn wenkbrauw. Ieder afzonderlijk deel van
hem was perfect. Hij was zo veel groter dan zij was en oneindig veel sterker,
maar ze had zich nog nooit meer gekoesterd gevoeld.
‘Ik hou van je, Jameson.’ Ze streek zijn lokken terug, alleen om ze weer te zien
zakken. Van alle sensaties die haar lichaam bombardeerden, van het gevoel van
zijn sterke dijen tussen de veel smallere van haar tot het zuchtje koele lucht over
haar ontblote borsten, was de opzwellende liefde – de ongebreidelde vreugde –
die in haar borst fladderde het helderst.
‘Ik hou ook van jou,’ zei hij plechtig. ‘Meer dan van mijn eigen leven.’
Ze duwde zich omhoog en kuste hem, ademde scherp in toen hun lichamen
volledig met elkaar in contact kwamen. Hij streek met zijn lippen over het stukje
huid vlak onder haar oor en baande zich een weg over haar lichaam, langzaam,
systematisch haar rondingen verkennend met lippen en handen.
Hij zoog haar tepel in zijn mond. Haar vingers verstrakten in zijn haar toen zijn
tong haar verslond. Overal waar hij haar aanraakte leek ze vlam te vatten, de
ronding van haar taille, de bolling van haar heupen, de bovenkant van haar dijen.
Hij veranderde haar in een levende vlam, wakkerde een honger in haar aan
waarvan ze niet wist dat ze ertoe in staat was. Zijn handen voelden zo goed, haar
hele lijf begon ervan te kloppen.
Hij bracht zijn mond weer naar de hare en ze stopte alles wat ze voelde in de
kus omdat woorden tekortschoten. Haar handen gleden over zijn brede rug en hij
verdiepte de kus, gromde in haar mond voordat hij zijn lippen van haar losrukte.
Zijn ademhaling ging net zo snel en hijgend als die van haar.
‘Ik vergeet mijn eigen naam als jij me aanraakt,’ zei hij terwijl hij met zijn
gewicht op een elleboog leunde en zijn andere hand over haar buik naar beneden
schoof.
‘Dat is bij mij hetzelfde.’ Haar vingers trilden licht toen ze haar hand optilde
naar zijn nek.
‘Mooi.’ Hij bleef haar recht in de ogen kijken toen hij tussen haar dijen
belandde en zachtjes zijn hand op haar legde. ‘Is dit oké?’
Haar adem stokte en ze knikte terwijl haar heupen tegen hem aan rolde,
zoekend naar genot, wrijving, iets wat de kloppende hunkering zou verlichten.
De spieren van zijn schouders spanden zich een ademhaling lang aan en toen
waren zijn vingers dáár, gleden door haar heen, streken van haar ingang naar
waar de hunkering zich centreerde. De eerste aanraking veroorzaakte een schok
van genot die zo intens was dat ze het tot in haar vingertoppen voelde. De
tweede was zelfs nog beter.
‘Jameson!’ schreeuwde ze en haar nagels boorden zich in zijn huid toen hij keer
op keer terug naar dat plekje keerde, draaiend en plagend, haar zintuigen
overweldigend.
‘Je bent ongelooflijk.’ Hij kuste haar. ‘Ben je klaar voor meer?’
‘Ja.’ Als alles wat hij deed zo voelde, zou ze altijd meer willen.
Zijn vingers gleden naar haar ingang terwijl zijn duim haar op scherp liet staan
en hij bouwde de spanning in haar op tot het breekpunt. Toen liet hij een vinger
in haar glijden. Haar spieren klemden zich om hem heen en ze jammerde, haar
heupen lichtjes wiegend van behoefte.
‘Oké?’ vroeg hij, de lijnen op zijn gezicht strak van bezorgdheid en
zelfbeheersing.
‘Meer.’ Ze kuste hem.
Hij kreunde en een tweede vinger vergezelde de eerste, rekte haar op. Het genot
maakte het licht brandende gevoel ruimschoots goed terwijl haar lichaam aan
hem wende. Toen bewogen die vingers in haar, streelden haar, gleden in en uit
haar terwijl zijn duim sneller begon te bewegen, haar hoger bracht, tot ze zo
onder spanning stond dat ze het gevoel had dat ze zou knappen of uiteen zou
spatten als hij stopte.
‘Ik… Ik…’ Haar dijen verstrakten toen de spanning in haar als een golf op
kwam zetten.
‘Ja, precies daar. God, je bent zo mooi, Scarlett.’ Zijn stem klonk zo beheerst,
terwijl zij compleet de controle over haar lichaam verloor.
Hij veranderde de druk, kromde zijn vingers, en de golf verpletterde haar in een
miljoen zinderende stukjes. Ze vloog, riep zijn naam, het genot zo verblindend
lekker dat de wereld rond hen heen vervaagde terwijl het keer op keer op haar
insloeg tot haar spieren vloeibaar werden en ze slap onder hem lag.
Haar hele lichaam zoemde van bevrediging toen hij zijn hand terugtrok en
verschoof, zodat zijn top tegen haar ingang drukte.
‘Dat…’ Ze worstelde om een passende beschrijving te vinden. ‘Dat was
waanzinnig.’
‘We beginnen nog maar net.’ Hij grijnsde, maar de spanning was overduidelijk
door zijn strakke kaak.
Juist. Ze trok haar knieën op, zodat hij zich dieper tussen haar dijen kon
nestelen.
Hij greep haar heup beet, maar bleef volledig stil boven haar hangen terwijl hij
haar intens aankeek.
‘Ik ben in orde,’ verzekerde ze hem. Ze was meer dan in orde.
Hij ontspande enigszins, kuste haar vervolgens ademloos en gebruikte zijn
hand om het vuur weer aan te wakkeren door over haar tepel te strelen, haar
taille te plagen en het supergevoelige plekje tussen haar dijen te vinden.
Diezelfde kolkende behoefte bouwde zich weer in haar op terwijl ze hem terug
kuste en zijn schouders en borstkas streelde.
Toen ze tegen hem aan rolde, zoog hij zijn adem tussen zijn tanden door naar
binnen.
‘Zeg het me als ik je pijn doe,’ eiste hij, zijn voorhoofd tegen het hare gedrukt.
‘Ik kan het hebben,’ beloofde ze en ze liet haar vingers over zijn ribben gaan,
voorbij zijn middel naar zijn heupen en de stevige ronding van zijn billen, waar
ze hem ferm beethield en hem dichter tegen zich aan trok. ‘Bedrijf de liefde met
me.’
‘Scarlett,’ gromde hij. Zijn spieren trokken samen onder haar vingers.
‘Ik hou van je, Jameson.’
‘God, ik hou van jou.’ Zijn heupen kantelden en hij duwde zich in haar, nam
haar centimeter voor centimeter met vloeiende stoten tot hij haar volledig vulde,
bewoog toen weer, waardoor hij haar oprekte tot een punt waarop het bijna
pijnlijk was om hem volledig in haar te nemen.
Hun ademhaling was onregelmatig toen hij verstilde en haar lichaam de tijd gaf
zich aan te passen.
‘Ben je oké?’ Zijn stem klonk ruwer dan grind.
‘Ik voel me geweldig,’ beloofde ze, haar glimlach bevend terwijl het brandende
gevoel verminderde en haar spieren zich ontspanden.
‘Je voelt hemels, maar dan beter. Heter,’ zei hij met opeengeklemde kaken.
Ze bewoog zich iets om het gevoel van hem in haar te testen.
‘God, Scarlett. Dat moet je niet doen.’ Zijn wenkbrauw fronste alsof hij pijn
had. ‘Gun jezelf een momentje.’
‘Het gaat prima met me.’ Lachend keek ze naar hem op en deed het nogmaals.
Hij kreunde, trok zich langzaam terug en gleed weer in haar. Het brandende
gevoel was er nog steeds, maar het was niets vergeleken met het onbeschrijflijke
genot van hij die in haar bewoog.
‘Nog eens,’ eiste ze.
Een verdorven grijns liet zijn lippen opkrullen toen hij precies deed wat hem
was opgedragen, waardoor ze deze keer allebei kreunden. Toen zette hij een
ritme in en nam haar met langzame, diepe stoten die de spanning in haar iedere
keer iets verhoogde. Iedere stoot voelde beter dan de vorige.
Ze bewogen samen als een ziel die twee lichamen verbond, naadloos deelden
ze dezelfde ruimte, dezelfde zuurstof, hetzelfde hart.
‘Jameson.’ Ze voelde dat die golf zich weer opbouwde en ze verstrakte, haar
heupen kwamen omhoog om de zijne tegemoet te komen terwijl hij harder,
sneller stootte.
‘Ja,’ zei hij tegen haar lippen terwijl hij zijn hand tussen hen wurmde en haar
onmiddellijk de rand over duwde, haar in een caleidoscoop van verrukking en
kleur in slingerde toen ze in zijn armen nogmaals uiteenviel.
Ze zweefde nog steeds in de roes van haar climax toen ze hem met overgave in
haar voelde stoten. Hij hield haar bij zich toen hij boven haar verstijfde en haar
naam riep toen hij zijn ontlading vond.
Ze waren een wirwar van bezwete ledematen en complete euforie toen hij op
zijn zij rolde en haar met zich meenam terwijl ze worstelden om hun ademhaling
onder controle te krijgen. Hij trok lome cirkels op haar rug en langzaam
kalmeerde haar hartslag.
Ze voelde zich uitgeput en compleet verzadigd toen er een glimlach op haar
gezicht verscheen. ‘Als ik had geweten dat je dáártoe in staat was, zouden we
niet hebben gewacht.’
Hij lachte en het geluid vibreerde door zijn borstkas in die van haar. ‘Ik ben blij
dat we dat wel hebben gedaan. Dit was de mooiste dag van mijn leven, mevrouw
Stanton.’
‘Ook die van mij.’ Haar hart maakte een sprongetje bij het horen van haar
nieuwe naam. Ze was wis en waarachtig de zijne. ‘Ik zou alleen willen dat we
tijd hadden voor een huwelijksreis.’ De realiteit was dat ze morgen allebei dienst
hadden.
‘Iedere nacht van ons leven zal onze huwelijksreis zijn.’ Hij streelde haar wang.
‘Ik ga de rest van mijn leven besteden aan jou heerlijk en ongekend gelukkig
maken.’
‘Dat doe je al.’ Ze keek naar haar vingers, die over de gedefinieerde spieren
van zijn arm streken. ‘Wanneer kunnen we dit weer doen?’ Het verlangen naar
hem was alleen maar toegenomen.
‘Ben je beurs?’ Bezorgdheid vulde zijn ogen.
‘Nee.’ Een beetje gevoelig, maar niet beurs.
‘Dan nu meteen.’ Hij kuste haar en begon van voren af aan.
15
Noah
Scarlett, mijn Scarlett,
Hoe gaat het met je, mijn hart? Denk je dat je de rozen hierheen kunt
brengen? Ik zou er een hekel aan hebben als jij en Constance er zo veel
energie in stoppen en ze vervolgens moeten achterlaten. Ik beloof je
dat als we in Colorado zijn ik een tuin voor je aanleg waar je nooit
meer bij vandaan hoeft te verhuizen, en een schaduwplek om te kunnen
schrijven op zonnige dagen. Ik zal je geluk met mijn twee handen
bouwen. God, ik mis je. Hopelijk vind ik in de komende paar dagen een
onderkomen voor ons, want ik word helemaal gek hier zonder jullie. Een
kus voor dat lieve mannetje van ons.
Ik hou zielsveel van je,
Jameson
Gebruik de uitweg in het contract.
Dat ging niet gebeuren. Ik tekende een contract waarin stond dat ik het boek af
schrijf en dat is precies wat ik ging doen. Maar me aan mijn woord houden,
betekende dat ik een betere band moest zien te krijgen met de enige vrouw die ik
wezenloos wilde kussen terwijl ze me tot waanzin dreef.
Dit was gevaarlijk terrein, maar ik kon mezelf er niet toe brengen daar ook
maar iets om te geven. Georgia had ervoor gezorgd dat ik net zo in de ban van
haar was geraakt als van dat verdomde boek. De twee waren zo met elkaar
verweven dat ik ze niet los van elkaar kon zien. Ze was net zo koppig als Scarlett
was geweest, de eerste keer dat Jameson haar had ontmoet, maar in tegenstelling
tot Jameson had ik geen Constance om me uit de brand te helpen.
In tegenstelling tot Scarlett waren Georgia’s vertrouwen en hart al beschadigd.
Ik was kansloos als het aankwam op Georgia en zat in een impasse als het
aankwam op het boek.
Georgia had gelijk. Scarlett was geen personage; ze was een echt persoon die
echt van Georgia had gehouden. Gezien mijn kennis over haar moeder en die
hufter van een ex kon ze weleens de enige persoon in de hele wereld zijn die
oprecht en onvoorwaardelijk van Georgia had gehouden.
Dat is wat ik in gedachten hield toen ik bij Georgia voor de deur stond met een
laatste pitch en een arm vol van wat ik hoopte dat goodwill was. Ik was nu twee
weken in Colorado, had twee makkelijke bergen van vierduizend kilometer
hoogte beklommen en sinds gisteren had ik twee verhaallijnen die er klaar voor
waren om geschreven te worden. Over een paar dagen had ik nog maar twee
maanden tot mijn deadline.
‘Hoi,’ zei ze met een ongemakkelijke glimlach toen ze de deur opende.
‘Bedankt dat ik kon langskomen.’ Op een dag zou ik wennen aan die ogen die
me omverbliezen, maar vandaag was niet die dag. Haar haar was opgestoken,
waardoor de lange contour van haar nek werd onthuld. Ik wilde mijn lippen
erover heen laten gaan en dan… Kappen nu.
‘Geen probleem, kom binnen.’ Ze zette een stap naar achteren en ik liep de
deur door.
‘Dit is voor jou.’ Voorzichtig overhandigde ik de met een doek bedekte kluit,
zodat ze zich niet aan de doorns van de plant erboven zou prikken. ‘Het is een
Engelse theeroos, met de toepasselijke naam Scarlett Knight. Ik dacht dat je hem
misschien leuk vond voor in de tuin.’ Het was zeer waarschijnlijk het meest
ongemakkelijke cadeau dat ik ooit had gegeven, maar toch was dat precies wat
ik deed, want op de een of andere manier voelde ik aan dat zelfs een klein, blauw
doosje deze vrouw niets zou doen.
‘O! Dank je wel.’ Ze glimlachte, oprecht en gemeend, toen ze de plant aannam
en met een tuindersoog in zich opnam. Ik kende die blik maar al te goed. Mijn
moeder had die ook. ‘Hij is prachtig.’
‘Graag gedaan.’ Mijn blik schoof naar de sidetable in de hal en ik merkte de
vaas op. De randen van het glas bezaten dezelfde schuimige textuur als het
kunstwerk in New York. ‘Die heb jij gemaakt, of niet?’
Haar aandacht verschoof van de rozenstruik naar de vaas. ‘Ja. Vlak nadat ik
terugkwam uit Murano. Na het eerste jaar heb ik daar een zomer in opleiding
doorgebracht.’
‘Wauw. Hij is heel bijzonder.’ Hoe kwam iemand die dáártoe in staat was erbij
om te stoppen? En wat voor man trouwde met een vrouw die zo’n vuur in zich
had om dat vervolgens systematisch te doven?
‘Dank je. Ik ben gek op deze.’ Een weemoedige uitdrukking trok over haar
gezicht.
‘Mis je het? Het beeldhouwen?’
‘De laatste tijd.’ Ze knikte. ‘Ik heb de perfecte plek voor een werkplaats
gevonden, maar ik kan de kosten niet goed praten.’
‘Dat zou je wel moeten doen. Ik weet zeker dat het je geen enkele moeite zal
kosten om kunstwerken te verkopen. Wat zeg ik, ik zou je eerste klant zijn.’
Haar blik schoot naar de mijne en daar was het weer, die onbeschrijflijke
connectie die me ’s nachts wakker hield, mijn gedachten steeds bij haar. ‘Ik
moest deze maar eens in de tuinkas zetten.’
‘Ik kom met je mee,’ bood ik aan en ik slikte de brok zenuwen weg die zich in
mijn keel omhoog had gewerkt alsof ik weer zestien was.
‘Oké.’ Ze leidde me via de keuken de achterdeur uit, maar in plaats van
rechtstreeks de tuin in te lopen, sloeg ze links af en ging me over de veranda
voor naar de kas.
De klap van de luchtvochtigheid was bijna genoeg om heimwee bij me op te
roepen toen ik haar het glazen gebouwtje in volgde. Zowel de grootte als de
variëteit van de bloemen hier waren indrukwekkend. De vloer bestond uit
geplaveide stenen met mos ertussen en er was zelfs een kleine fontein in het
midden, die door het gelijkmatige gedruppel van water mogelijke geluiden van
de buitenwereld blokkeerde.
‘Onderhoud je dit zelf?’ vroeg ik terwijl ze de rozenstruik naar de werkbank
droeg.
‘God, nee.’ Ze snoof. ‘Ik mag het een en ander van planten weten, maar oma
was de echte tuinierster. Ik heb een jaar of vijf geleden een professional
ingehuurd toen ze het eindelijk wat rustiger aan ging doen.’
‘Op vijfennegentigjarige leeftijd,’ voegde ik eraan toe.
‘Ze was behoorlijk moeilijk af te remmen.’ Onmiddellijk verscheen er een
glimlach op haar gezicht, die als bijkomstigheid had dat hij als een bankschroef
om mijn borstkas sloot. ‘Ze werd ontzettend boos op me. Zei dat ik aannames
over haar gezondheid deed. Ik beargumenteerde dat ik simpelweg de tijd
vrijmaakte die zij nodig had om de tuin te besproeien.’
‘Je deed aannames over haar gezondheid.’ Mijn mondhoeken krulden op.
‘Ze was vijfennegentig; kun je het me kwalijk nemen?’ Ze zette de rozenstruik
op de werkbank. ‘Ik zal hem later in een pot zetten.’
‘Ik vind het niet erg om te wachten.’ Of uit te stellen wat ik op het punt stond
haar voor te leggen. Georgia was er op de een of andere manier in geslaagd voor
elkaar te krijgen wat mijn studie en deadlines niet waren gelukt: ze had een
uitsteller van me gemaakt.
‘Weet je het zeker?’
‘Ja. En ik ben de laatste persoon die je iets kan vertellen over rozenstruiken,
maar ik dacht dat deze hier meer geschikt voor buiten was?’ Dat had in ieder
geval op de foto online gestaan.
‘Nou, ja, meestal wel. Maar het is bijna oktober. Ik stop hem liever niet op
goed geluk in de grond, met het risico dat de kleine wortels nog niet de kans
hebben gekregen zich te ontwikkelen voor de eerste vorst.’ Ze opende de grote
kast en haalde er een bak en verschillende kleine zakken uit.
‘Dus je zegt eigenlijk dat het een stom cadeau is?’ plaagde ik half. Shit.
Waarom had ik daar zelf niet aan gedacht?
Haar wangen bloosden. ‘Nee, ik zeg dat hij tot de lente beter in de kas kan
overwinteren.’
‘Kan ik helpen?’
‘Vind je het niet erg vies te worden?’ Ze nam mijn trainingsbroek en Mets-shirt
met lange mouwen in zich op.
‘Ik geef de voorkeur aan vies.’ Grijnzend haalde ik mijn schouders op.
‘Pak de potgrond.’ Ze rolde met haar ogen terwijl ze haar mouwen opstroopte.
Ik duwde ook mijn mouwen omhoog en liep naar de kast, die veel dieper was
dan ik in eerste instantie had gedacht. Er stonden onderin op z’n minst drie
verschillende zakken naast elkaar.
‘Welke?’
‘Die waarop staat “potgrond”.’
‘Op allemaal staat “potgrond”.’ Met een opgetrokken wenkbrauw ontmoette ik
haar plagende blik.
Ze leunde om me heen en streek daarbij tegen mijn arm voordat ze naar de
blauwe zak aan de linkerkant wees. ‘Die, alsjeblieft.’
Onze blikken haakten ineen en de centimeters tussen ons raakten geladen. Ze
was dichtbij genoeg om te kussen. Niet dat ik zoiets roekeloos ging doen, maar
verdomd als ik het niet wilde.
‘Begrepen.’ Mijn blik dwaalde naar haar lippen.
‘Bedankt.’ Ze stapte bij me vandaan terwijl er een kleur van haar nek tot aan
haar wangen kroop. Ze was ook niet immuun voor mij, maar dat had ik al
geweten vanaf het moment dat onze ogen elkaar vonden in de boekenwinkel.
Het betekende niet dat ze ernaar wilde handelen.
Ik pakte de linker zak, scheurde de bovenkant open en schudde de grond in de
bak toen ze me dat opdroeg.
‘Dat is perfect.’ Ze kwam dichterbij staan en voegde er handenvol uit de
verschillende kleinere zakken aan toe om met de grond te vermengen.
‘Dit lijkt nogal gecompliceerd.’ Het was fascinerend om te zien hoe ze de
toevoegingen aan de potgrond uitkoos.
‘Dat is het niet,’ reageerde ze met een schouderophalen terwijl ze met haar
blote handen de rozenstruik potte. ‘Planten zijn veel makkelijker dan mensen.
Als je weet met welke plant je werkt, dan weet je welke zuurgraad hij graag
heeft en welke grond je moet hebben. Of hij graag droog staat of doordrenkt met
water. Of hij de voorkeur geeft aan stikstof of een calcium-boost nodig heeft.
Staat hij graag in de volle zon? Halfschaduw? Schaduwrijk? Planten vertellen je
vanaf het begin wat ze nodig hebben en als je het ze geeft, groeien ze. Zo
voorspelbaar zijn ze.’ Met zorg verdeelde ze de grond gelijkmatig in de bak en
waste toen haar handen in de gootsteen naast de werktafel.
‘Mensen kunnen ook voorspelbaar zijn.’ Ik tilde de nu halflege zak terug naar
de kast. ‘Als je weet hoe iemand beschadigd is, kun je goed inschatten hoe ze op
een bepaalde situatie zullen reageren.’
‘Dat klopt, maar hoe vaak komt het voor dat je iemands beschadiging weet
voordat je aan die relatie begint? Het is niet alsof we rondlopen met
waarschuwingsetiketten op ons voorhoofd.’
Ik leunde tegen de werkbank terwijl zij de gieter vulde. ‘Dat vind ik best een
goed idee. Waarschuwing: narcistisch. Waarschuwing: impulsief. Waarschuwing:
luistert naar Nickelback.’
Ze schoot in de lach en er trok een steek door mijn borstkas, die eiste het geluid
nog eens te horen. ‘Wat zou er op dat van jou staan?’ vroeg ze.
‘Jij eerst.’
‘Hmmm…’ Ze draaide de kraan dicht, tilde de gieter op en kantelde hem boven
de rozenstruik. ‘Waarschuwing: vertrouwensproblemen.’ Ze trok een wenkbrauw
naar me op.
Dat klonk volkomen logisch.
‘Waarschuwing: altijd gelijk.’
Ze snoof en trok de gieter recht.
‘Ik meen het. Ik kan heel slecht toegeven dat ik ongelijk heb, zelfs aan mezelf.
Ik ben ook een controlfreak.’
‘Nou, je draagt een Mets-shirt, dus je koos in ieder geval het goede team van
New York.’ Ze glimlachte en zette de gieter op de werkbank.
‘Ik ben in de Bronx opgegroeid. Er is geen ander team. Ik blijf steeds vergeten
dat je in New York hebt gewoond.’ De foto’s die ik van haar op internet had
gezien, toonden een opgepoetste Georgia, niet de tuinierster met een rommelige
knot en een gescheurde spijkerbroek. Niet dat ik naar haar spijkerbroek zou
moeten kijken, of de manier waarop haar kont die broek vulde… maar dat deed
ik wel.
‘Vanaf de dag dat ik trouwde tot de dag dat ik jou ontmoette, om precies te
zijn.’ Haar lach vervaagde en ze sloeg haar armen voor haar borst over elkaar.
‘Dus, waar wilde je me precies over spreken? Want ik weet dat je niet al die
moeite hebt gedaan om die rozenstruik te bestellen en hem zomaar af te leveren.
Ik heb het label gezien.’
Op goed geluk dan maar.
‘Juist.’ Ik krabde over de achterkant van mijn nek. ‘Ik wil een deal sluiten.’
‘Wat voor soort deal?’ Ze vernauwde haar ogen. Dat was snel.
‘Het soort waar ik uiteindelijk meer krijg dan jij, om eerlijk te zijn.’ Mijn
lippen vertrokken in een dunne lijn.
Er flitste verbazing door haar ogen. ‘Nou, je geeft het in ieder geval toe. Oké,
laat maar horen.’
‘Ik denk dat we allebei uit onze comfortzone moeten komen als het gaat om de
omgang met elkaar en dit boek. Ik ben er niet aan gewend dat iemand anders
mijn eind bepaalt, laat staan een heel verhaal, aangezien twee derde al is
geschreven en jij vertrouwt me voor geen meter.’
Ze kantelde haar hoofd ietwat, zonder de moeite te nemen het te ontkennen.
‘Wat had je in gedachten?’
‘Ik zal wat meer tijd besteden aan het leren kennen van Scarlett. Niet alleen het
personage dat ze zelf in het boek beschreef, maar de echte vrouw. En daarna
schrijf ik twee einden. Het ene is wat ik wil en het andere is waar ik om bekend
sta… en wat jij wilt. Jij kunt tussen die twee kiezen.’ Ik nam mijn ego in een
wurggreep om die klootzak tot stilte te manen.
‘En ik moet…’ Ze trok haar voorhoofd op.
‘Gaan klimmen. Met mij. Het is een vertrouwensdingetje.’ Gladjes. Heel
gladjes.
‘Je wilt dat ik mijn leven in jouw handen leg.’ Ze verplaatste haar gewicht,
duidelijk niet op haar gemak.
‘Ik wil dat je Scarletts leven in mijn handen legt, wat volgens mij begint met
het jouwe.’ Omdat ze meer waarde hechtte aan dat van Scarlett. Dat is wat de
tocht naar het prieel en het internet me hadden geleerd. Ze was ongekend
beschermend richting haar overgrootmoeder, terwijl ze haar echtgenoot toestond
hun huwelijk te beëindigen zonder nagenoeg enige consequentie.
‘En de uiteindelijke beslissing ligt nog altijd bij mij?’ vroeg ze ter
verduidelijking, haar voorhoofd gerimpeld.
‘Voor de volle honderd procent, maar je moet ermee instemmen beide eindes te
lezen voordat je een beslissing neemt.’ Ik zou haar hoe dan ook weten over te
halen. Ik moest er alleen voor zorgen dat ze mijn manier zou lezen.
‘Deal.’
16
Februari 1941
Kirton-in-Lindsey, Engeland
‘Goedemorgen!’ zei Scarlett tegen Constance toen ze voor haar ochtenddienst
arriveerde.
‘Zo luidruchtig.’ Eloise, die nog maar sinds de afgelopen maand in Kirton was
geplaatst, kromp ineen terwijl ze in een mok chocomel roerde.
‘Iemand is gisteravond tot een beetje te laat met de jongens op stap geweest,’
legde Constance uit terwijl ze Scarlett een mok dampende koffie aanbood.
Dat kon deze ochtend waarschijnlijk gezegd worden over de meeste vrouwen
van het 71ste en de WAAF, net als een flink percentage van de vrijgezelle
burgermeisjes uit Kirton. Scarlett behoorde ook tot de slapelozen, maar om…
heel andere redenen. Na wat ze allebei hadden beschouwd als een acceptabele
hoeveelheid tijd had Jameson haar mee naar huis genomen voor hun eigen
feestje, al zat er een scherper, meer wanhopig randje aan de manier waarop hij de
liefde met haar had bedreven.
Vanaf gisteren was het 71ste officieel klaar voor verdedigende taken. De
training, en de gelukkige maanden van relatieve veiligheid, waren voorbij. Het
enige wat er naar haar idee te vieren viel, was dat de eenheid eindelijk was
uitgerust met Hurricanes in plaats van met de logge Buffalo’s waar Jameson zo’n
ongelooflijke hekel aan had, maar hij miste nog steeds zijn Spitfire.
Scarlett schonk Eloise een meelevende glimlach. ‘Meer water, minder
chocomel.’ Ze ruimde haar spullen op en haakte haar arm door die van
Constance toen ze naar de deur liepen. ‘Tot hoe laat ben jij gebleven, popje?’
‘Net lang genoeg om een aantal van de meisjes thuis te brengen.’ Ze schonk
Eloise, die vlak achter hen liep, een nadrukkelijke blik.
‘Wat totaal onnodig was,’ voegde de knappe blondine eraan toe. ‘Had ik het
naar mijn zin? Zeker. Maar het is niet alsof ik dom genoeg ben om met een
piloot in een van de donkere steegjes te belanden. Ik ben niet van plan mijn hart
te laten breken doordat…’ Ze kromp ineen. ‘Niet dat jij dom bent, Scarlett. Jij
bent getrouwd.’
Scarlett haalde haar schouders op. ‘Ja, en dat was alsnog dom van me. We
weten allebei dat er geen garanties zijn. Ik maak me iedere keer zorgen als
Jameson vliegt, en de afgelopen maanden heeft hij alleen getraind, maar nu…’
Haar hart kelderde, maar ze forceerde een glimlach.
‘Hij redt zich wel.’ Constance gaf haar een kneepje en ze liepen naar de
briefingruimte.
Scarlett knikte, maar haar maag verkrampte. Ze bracht iedere dag vliegtuigen in
kaart die van de radar verdwenen en uiteindelijk neerstortten, simpelweg omdat
ze niet konden zien hoe dicht ze bij hun veilige haven waren. Ze bracht de
aanvallen in kaart, de verliezen die ze leden en veranderde de cijfers, onderwijl
wetend dat Jameson binnenkort weer de strijd in ging.
‘En maak je over deze hier maar geen zorgen,’ zei Eloise, die Constance
aanstootte. ‘Ze is tot over haar oren verliefd op die legerkapitein van haar. Ze
brengt de meeste avonden door met het schrijven van brief na brief.’
Een blos trok over Constance’ wangen.
‘Wanneer heeft Edward weer verlof?’ Scarlett grijnsde. Er was niets beter dan
Constance zo gelukkig en gesetteld te zien.
‘Over een paar weken,’ antwoordde Constance weemoedig terwijl ze met een
zucht op de drempel van de briefingruimte, die al halfvol was, bleef staan.
Scarletts ogen lichtten op van verbazing toen ze een van de aanwezigen zag.
‘Mary?’
Mary’s hoofd draaide met een ruk hun kant op. ‘Scarlett? Constance?’
Zowel Scarlett als Constance schoten om de lange tafel heen om hun vriendin
te omhelzen. Het was vier maanden geleden dat ze elkaar voor het laatst hadden
gezien in Middle Wallop, maar het leek alsof het een eeuwigheid was.
‘Jullie zien er allebei fantastisch uit!’ riep Mary uit terwijl haar blik over haar
vriendinnen dwaalde.
‘Dank je,’ reageerde Scarlett. ‘Jij ook.’ Het was geen leugen, maar er was…
iets anders aan Mary. De twinkeling in haar ogen was gedoofd en ze zou een
paar goede nachten slaap kunnen gebruiken. Ze voelde een druk op haar borst.
Wat het ook was dat hun vriendin hierheen had gebracht, het was niet goed.
‘Ze zou praktisch moeten gloeien, aangezien ze nu getrouwd is.’ Constance
stootte haar zus aan. ‘Laat zien!’
‘O, oké.’ Scarlett rolde met haar ogen en stak met zo min mogelijk ophef haar
linkerhand uit terwijl haar blik op Mary gericht bleef rusten.
‘Mijn god.’ Mary’s blik schoot van de ring naar Scarletts ogen. ‘Getrouwd?
Met wie?’ Ze had de vraag nog maar nauwelijks gesteld of ze sperde haar ogen
wijd open. ‘Stanton? Eagle Squadron is nog altijd hier, toch?’
‘Ja en ja,’ antwoordde Scarlett, niet in staat te voorkomen dat haar lippen
opkrulden.
Mary’s blik verzachtte. ‘Ik ben heel blij voor je. Jullie twee passen perfect bij
elkaar.’
‘Dank je,’ reageerde ze zachtjes. Ze had nog steeds het gevoel dat Mary hier
met een reden was. ‘Nou, wat doe jij in hemelsnaam hier?’
Mary’s gezicht betrok. ‘O. Michael… Hij was een piloot waar ik iets mee had
nadat jullie waren overgeplaatst…’ Ze knipperde verwoed met haar ogen en
duwde haar kin omhoog. ‘Hij is vorige week bij een aanval neergestort.’ Haar
lippen trilden.
‘O nee, Mary, dat spijt me heel erg.’ Constance legde haar hand op Mary’s
schouder.
Scarlett slikte pijnlijk vanwege de brok in haar keel. Dan had Mary nu drie
geliefden verloren in het afgelopen… Ze verstijfde. ‘Ze hebben niet…’ Ze
schudde haar hoofd. Zo wreed konden ze niet zijn.
‘Gezegd dat ik ongeluk breng en me overgeplaatst?’ Mary toverde een broze
glimlach tevoorschijn en schraapte haar keel. ‘Wat moesten ze anders?’
‘Nou, niet dat,’ snauwde Constance en ze schudde haar hoofd. ‘Het is niet jouw
schuld.’
‘Natuurlijk is het dat niet,’ voegde Scarlett eraan toe terwijl ze haar naar een
lege stoel aan de tafel leidde. ‘Ze zijn te verdomd bijgelovig. Het spijt me dat je
hem bent verloren.’
‘Het risico dat we nemen door verliefd op ze te worden, toch?’ Mary vouwde
haar handen in haar schoot ineen en staarde recht voor zich uit terwijl Scarlett op
de stoel naast haar ging zitten en Constance links van haar.
‘Juist,’ murmelde Scarlett.
‘Goedemorgen, dames. Laten we gaan beginnen, kondigde section officer
Cartwright aan terwijl ze in haar onberispelijk gestreken uniform de ruimte
binnenkwam. ‘Neem plaats.’
Stoelen schraapten over de vloer toen de vrouwen zich rond de vergadertafel
verzamelden. In Middle Wallop zou Scarlett de meesten, zo niet iedereen,
hebben gekend. Maar doordat ze met Jameson woonde, had ze nog maar een
paar van de dames hier in Kirton ontmoet. Geen geroddel in de hut, geen vlagen
van opwinding voor een dansavond, geen gesprekken laat in de avond.
Ze hoorde er nog steeds bij, maar op een bepaalde manier toch ook niet. Ze zou
Jameson nooit opgeven – voor geen goud ter wereld – maar een deel van haar
miste het gezelschap van de vrouwen heel erg.
‘Post,’ beval Cartwright en aan het hoofd van de vergadertafel stond een jonge
medewerker op en begon namen op te noemen en enveloppen over het lange,
glanzende blad te schuiven.
‘Wright.’
Zowel de aandacht van Constance als van Scarlett schoot naar de medewerker
toen er een brief draaiend over de tafel hun kant op kwam.
Stanton, niet Wright, sprak Scarlett zichzelf toe toen ze zag dat de brief aan
Constance was geadresseerd. Trouwens, niet dat er iemand was die haar post zou
sturen. Haar ouders hadden zich nog steeds niet verwaardigd om te reageren als
ze hen schreef, maar Constance ontving regelmatig hele epistels van hun
moeder.
Ze vroeg nooit naar Scarlett.
Constance’ schouders zakten een fractie van een seconde toen ze de envelop zo
snel mogelijk opende. ‘Hij is van moeder.’
Scarlett gaf een kort kneepje in haar hand. ‘Misschien dat er morgen een is.’ Ze
wist maar al te goed hoe het voelde om te wachten op een brief van de man van
wie je hield.
Constance knikte en liet de envelop vervolgens onder de tafel zakken.
Scarlett verzette haar stoel een stukje, zodat ze Cartwrights zicht op Constance
blokkeerde en ze niet betrapt zou worden op lezen tijdens de briefing.
‘Dat is hierbij afgehandeld,’ begon Cartwright. ‘Jullie hebben als het goed is
inmiddels allemaal de nieuwe regels gelezen die tijdens de briefing van vorige
week zijn overhandigd. Ik ben blij te kunnen mededelen dat geen enkele WAAF-
medewerkster te laat is gekomen voor haar dienst sinds het halfuur-beleid van
kracht is gegaan. Zijn er vragen over de beleidswijzigingen van vorige week?’
‘Klopt het dat het 71ste overgeplaatst zal worden?’ vroeg een van de meisjes
aan tafel.
Scarletts hart stopte acuut met kloppen. Nee. Niet zo snel al. Haar hoofd
duizelde bij de mogelijkheid. Ze hadden nog niet genoeg tijd samen gehad en er
was een maximum aan het aantal gunsten dat ze kon vragen om met Jameson
overgeplaatst te worden, als ze al naar een basis gingen die een sector station
had.
Section officer Cartwright zuchtte duidelijk gefrustreerd. ‘Onderofficier
Hensely, ik zie niet in wat dit te maken heeft met de beleidswijzigingen van
vorige week.’
De jonge vrouw bloosde. ‘Het zou… veranderen waar de luchtvaartuigen
vandaan komen op het bord?’
Er klonk een collectief gekreun.
‘Leuk geprobeerd, maar nee.’ Cartwright keek de tafel rond en haar blik bleef
kort hangen bij Scarlett. ‘Hoewel ik begrijp dat velen van jullie – tegen het
advies in – emotionele banden hebben ontwikkeld met leden van het Eagle
Squadron, wil ik jullie eraan herinneren dat het jullie, eerlijk gezegd, niets
aangaat waar de unit heen wordt gestuurd nu ze volledig operationeel zijn.’
Verloren zuchten van een dozijn dames vulden de vergaderruimte, maar
Scarlett was niet een van die dames. Ze had het veel te druk de emotionele
ontreddering te overwinnen om te zuchten alsof haar gevoel niet meer dan een
bevlieging was.
‘Dames,’ kreunde Cartwright. ‘Hoewel ik deze kans zou kunnen aangrijpen om
jullie te wijzen op jullie verantwoordelijkheid met betrekking tot deugdzaam
gedrag zal ik dat niet doen.’
En toch had ze dat precies met die opmerking gedaan.
‘Wat ik wil zeggen is dat geruchten geruchten zijn. Als we geloofden in of ons
lieten leiden door ieder stukje “misschien” dat ons ter ore kwam, zouden we
inmiddels halverwege Berlijn zijn en ik verwacht dat jullie…’
Constance begon te hyperventileren aan Scarletts zij en ze greep de brief zo
hard vast dat ze dacht dat haar zus’ nagels door het papier zouden boren.
‘Constance?’ fluisterde Scarlett terwijl haar ademhaling versnelde door de
schrik in haar zus’ ogen.
Constance’ schreeuw vulde de ruimte. Het geluid scheurde door Scarletts
ribbenkast en greep haar hart beet in een ijzige vuist.
Scarlett reikte naar Constance’ pols, maar de schreeuw was al overgegaan in
een klaaglijk gehuil, haperend met hartverscheurende snikken die haar schouders
lieten schokken.
‘Popje?’ vroeg ze zachtjes terwijl ze Constance’ gezicht behoedzaam naar het
hare draaide. Er liepen niet zomaar tranen over haar gezicht… Ze stroomden in
aanhoudende stralen, alsof haar ogen overstroomden.
‘Hij is. Dood.’ Constance’ woorden kwamen er tussen heftig gehuil door uit.
‘Edward. Is dood. Er was een. Bombardement…’ Haar kin zakte terwijl het
gesnik sneller en harder werd.
Edward. Scarletts ogen vielen voor een kort moment dicht. Hoe kon die
blauwogige jongen waarmee ze waren opgegroeid weg zijn? Hij was net zo’n
vast onderdeel van hun jeugd als hun eigen ouders.
Hij was Constance’ zielsverwant.
Scarlett trok Constance in haar armen. ‘Het spijt me, liefje. Het spijt me zo.’
‘Assistent section officer Stanton, moet je je zus uit de kamer verwijderen of
kan ze zichzelf beheersen?’ snauwde Cartwright.
‘Ik zal ergens privé voor haar zorgen als we ons mogen excuseren.’ Scarlett
kookte, maar de ongevoelige tang had gelijk. Een dergelijk vertoon werd niet
getolereerd, hoe gerechtvaardigd ook. Constance zou als hysterisch en
onbetrouwbaar worden gezien. Er waren meisjes overgeplaatst en uit het oog
verloren nadat ze waren gefaald in het onderdrukken van hun emoties.
Cartwright kneep haar ogen tot spleetjes, maar knikte toen.
‘Heel even volhouden,’ smeekte Scarlett haar zus fluisterend toe terwijl ze haar
arm om Constance’ schouder sloeg en haar overeind trok. ‘Loop met me mee.’
Weer fluisterend.
Zo snel ze kon zonder hen allebei te laten struikelen leidde Scarlett Constance
de briefingkamer uit. Godzijdank was het rustig op de gang, maar nog altijd niet
privé genoeg.
Ze opende een deur naar een kleinere kamer – een bevoorradingskamer – en
trok haar zus naar binnen. Zodra ze de deur achter zich had dichtgetrokken,
leunde ze tegen de enige lege muur en hield Constance stevig vast. Toen haar
knieën knikten, liet Scarlett zich met Constance op de vloer zakken en wiegde
haar zus lichtjes. Met afgrijselijke, haperende halen snikte ze tegen Scarletts
schouder.
‘Ik heb je,’ mompelde ze tegen haar zus’ haar. Als er iets was geweest wat ze
had kunnen doen om de pijn weg te nemen, zou ze het hebben gedaan. Waarom
zij? Waarom Constance, terwijl het Scarletts geliefde was die iedere dag zijn
leven riskeerde? Haar zicht werd wazig.
Dit was iets waar ze Constance niet tegen kon beschermen. Er was niets wat ze
kon doen, behalve haar vasthouden. Tranen druppelden van haar oogleden,
koude sporen in hun kielzog achterlatend.
Uiteindelijk kalmeerde Constance’ ademhaling genoeg om te praten. ‘Zijn
moeder vertelde het tegen die van ons,’ legde ze uit, de brief, inmiddels
verkreukeld, nog altijd in haar handen geklemd. ‘Het gebeurde de dag nadat hij
de laatste brief had geschreven. Hij is al bijna een week dood!’ Haar schouders
kromden zich toen ze dichter tegen Scarlett aan dook. ‘Ik kan niet…’ Ze schudde
haar hoofd.
Een luide klop klonk op de deur.
‘Blijf hier,’ droeg Scarlett haar zus op. Snel stond ze op en veegde haar wangen
af terwijl ze zich naar de deur haastte. Ze duwde haar kin in de lucht toen ze
section officer Cartwright aan de andere kant aantrof en stapte de gang in, de
deur achter zich sluitend om Constance zo veel mogelijk privacy te geven.
‘Wie is er dood?’ vroeg Cartwright op de directe manier die het leger prees.
‘Haar verloofde.’ Ze verzamelde iedere emotie die aan haar strot klauwde en
onderdrukte ze. Later kon ze het voelen. Later kon ze zich in Jamesons armen
opkrullen en huilen om het verlies van haar beste vriend en de liefde die haar zus
was ontnomen. Later… maar niet nu.
‘Dat spijt me voor haar.’ Cartwright slikte en keek toen de gang in en weer
terug, alsof ook zij zichzelf bijeen moest rapen. Toen stak ze haar kin omhoog.
‘Hoewel jullie afkomst jullie een zekere… toegeeflijkheid oplevert, zou ik
nalatig zijn als ik jullie niet waarschuwde dat ze zich niet nog een dergelijke
uitbarsting kan veroorloven.’
‘Dat begrijp ik.’ Dat was niet zo, maar ze had genoeg preken over emotionele
stabiliteit gehoord om te weten dat ze niet de pik op hen had. Het was simpelweg
waar.
‘Nooit meer.’ Cartwright trok haar wenkbrauwen op en sprak zacht.
‘Het zal niet meer gebeuren,’ beloofde ze.
‘Mooi. Je moet vaste handen en een moedig hart hebben om aan het bord te
staan, assistent section officer. De levens van mannen staan op het spel. We
kunnen ons niet veroorloven er een te verliezen doordat we afgeleid worden door
een leven dat al verloren is. Zou de senior section…’
‘Het. Zal. Niet. Meer. Gebeuren.’ Scarlett rechtte haar schouders en keek haar
leidinggevende recht in de ogen.
‘Mooi.’ Haar blik schoof naar de deur, waar Constance’ zachte gehuil nog
steeds hun weg vond door het zware hout. ‘Breng haar naar haar hut, of beter
nog, naar jouw huis. Ik zal Clarke en Gibbons jullie dienst laten overnemen.
Zorg ervoor dat ze kalm is voordat je met haar door de gang loopt.’ Scarlett had
Cartwright nog nooit iemand zo veel medeleven zien tonen en hoewel het niet
genoeg was, zag ze het voor wat het was: een reddingsboei.
‘Ja, mevrouw.’
‘Ze vindt wel weer iemand anders. Dat doen we altijd.’ Ze draaide zich op haar
hielen om en beende de gang door.
Scarlett glipte terug de bevoorradingskamer in, sloot de deur en zakte terug op
de vloer om haar zus in haar armen te nemen.
‘Wat moet ik nu?’ Constance brak haar hart een beetje meer met iedere snik.
Iedere traan.
‘Ademen,’ antwoordde Scarlett terwijl ze met haar hand op en neer over
Constance’ rug wreef. ‘De komende paar minuten ga je ademen. Dat is alles.’
Als zij Jameson zou verliezen… Niet aan denken. Je kunt het je niet veroorloven
dat door te laten dringen.
‘En dan wat?’ huilde Constance. ‘Ik hou van hem. Hoe kan ik verder leven
zonder hem? Het doet veel te veel pijn.’
Scarletts gezicht vertrok terwijl ze vocht voor zelfbeheersing, voor de kracht
die Constance nodig zou hebben. ‘Dat weet ik niet. Maar de komende paar
minuten ademen we. Als we dat hebben gedaan, kijken we verder.’
Misschien dat ze tegen die tijd het antwoord zou hebben.
‘Is het waar?’ vroeg Scarlett toen ze meer dan een maand later haar jas over de
stoel in de keuken gooide.
‘Ook fijn om jou te zien, schat,’ antwoordde Jameson lachend terwijl hij de
aardappeltjes in de pan omschepte.
‘Ik meen het.’ Ze sloeg haar armen over elkaar.
Hij was half van plan tegen de aardappels te zeggen dat ze naar de maan
konden lopen en in plaats daarvan zijn vrouw voor het avondeten te verslinden,
maar de manier waarop haar ogen waren samengeknepen, maakte dat hij zich
bedacht. Ze vroeg niet zomaar naar een gerucht. Ze wist het. Hij mompelde een
vloek. Verdomme, het nieuws ging snel.
‘Kan ik dat als een ja beschouwen?’ vroeg ze en haar ogen vonkten van zo’n
boosheid dat hij half verwachtte dat ze ieder moment vuur konden spuwen.
Hij zette de aardappels van de gaspit en keek toen zijn prachtige, woedende
vrouw aan. ‘Kus me eerst.’
‘Pardon?’ Ze trok een wenkbrauw op.
Hij sloeg zijn armen om haar heen en trok haar tegen zich aan, genietend van
het gevoel van haar lijf tegen het zijne. Ze waren vijf maanden getrouwd. Vijf
ongelooflijk gelukkige, bijna normale maanden – als zoiets al bestond midden in
een oorlog – en alles stond op het punt te veranderen. Alles behalve wat hij voor
haar voelde.
Hij hield meer van Scarlett dan op de dag dat hij met haar trouwde. Ze was
attent, sterk, superslim en als hij haar aanraakte, gingen ze allebei in vlammen
op. Maar dit… dit was waar hij zich wanhopig aan had vastgeklampt in het
nieuwe normaal dat ze voor zichzelf hadden gecreëerd.
‘Kus me,’ droeg hij haar nogmaals op terwijl hij zijn gezicht liet zakken. ‘Ik
heb je de afgelopen dagen nauwelijks gezien. We hebben al een week lang niet
samen gegeten ’s avonds vanwege onze diensten. Hou eerst van me.’
‘Ik hou altijd van je.’ Haar blik verzachtte en ze bracht haar lippen naar de zijne
om hem teder te kussen.
Zijn hart maakte een sprongetje, zoals iedere keer. Hij kuste haar langzaam,
grondig, maar hield zichzelf in toom. Hij probeerde haar niet af te leiden met
seks; niet dat ze daar in zou trappen, trouwens. Nog één extra moment, dat was
alles wat hij nodig had.
Voorzichtig trok hij zich terug en tilde zijn hoofd op om haar ogen te kunnen
zien. ‘We worden overgeplaatst naar Martlesham-Heath.’
Die helderblauwe ogen waar hij zo van hield vlamden van ongeloof. ‘Maar dat
is…’
‘RAF-groep nummer 11,’ maakte hij haar zin af. ‘We zijn operationeel. Ze
hebben ons daar nodig.’ Waar het grootste deel van de actie plaatsvond. Hij
vouwde zijn handen om haar gezicht en onderdrukte de verscheurende sensatie
in zijn hart; het leek te veel op het gevoel dat hij in Middle Wallop had ervaren
toen ze uit elkaar waren gehaald. ‘We bedenken er wel iets op.’
‘Mary vertelde me dat Howard zei dat jullie werden overgeplaatst, maar…’ Ze
schudde haar hoofd, kwam tot leven en deinsde achteruit, uit zijn greep,
waardoor hij slechts lucht vasthield.
Verdomme, Howard.
‘Scarlett, liefje…’
‘We bedenken er wel iets op?’ Ze greep de rugleuning van de keukenstoel beet
en ademde diep in. ‘Wanneer?’
‘Een kwestie van weken,’ antwoordde hij terwijl hij zijn armen liet zakken.
‘Nee, wanneer wist jíj dit?’ Ze vernauwde haar ogen.
‘Vanmorgen pas.’ Inwendig vervloekte hij Howard om het feit dat hij het Mary
had verteld voordat hij Scarlett had gezien. ‘Ik weet dat het gecompliceerd is,
maar voor mijn vlucht heb ik gekeken naar hutten voor gehuwden op de basis
en…’
‘Wat?’ Haar stem schoot omhoog, wat zo’n beetje als een noodsignaal kon
worden gezien met haar temperament. De vrouw verloor zelden – of nooit – haar
zelfbeheersing.
‘Ik weet dat het nogal voorbarig is om aan te nemen dat je bereid bent weer een
overplaatsing aan te vragen, vooral nu Constance…’ Nauwelijks in staat was tot
ademen. Zijn schoonzus was veranderd in een ware geest sinds ze Edward had
verloren en Scarlett zou haar absoluut niet achterlaten en het was ook niet
gegarandeerd dat Constance mee zou willen gaan. ‘Hoe dan ook, de
verblijfplaatsen zitten vol, dus we zouden buiten de basis moeten wonen, net als
nu, maar ik kan beginnen met het zoeken naar een plek.’
‘Dat ik “bereid ben weer een overplaatsing aan te vragen”,’ herhaalde Scarlett
en haar ogen spoten vuur. ‘Wat maakt dat je denkt dat ik daarheen zou kúnnen,
Jameson? Er is niet… Ik kan niet…’ Ze wreef over haar neusbrug.
Ze kon het hem niet vertellen, want haar baan vereiste meer geheimhouding
dan de zijne. Natuurlijk wist hij wat ze deed – hij was niet van gisteren – maar
dat betekende niet dat ze thuiskwam en onthulde waar de andere filterkamers
waren, of de radiostations. Te veel kennis was gevaarlijk voor een piloot die
makkelijk in de handen van de vijand kon crashen. En tuurlijk, het was prima dat
hij wist waar ze momenteel werkte, sector stations waren… Holy shit, dat was
het. ‘Er is in Martlesham geen sector station,’ raadde hij zachtjes.
Ze schudde haar hoofd. ‘Wat Constance en ik doen, de training die daarvoor
nodig is…’ Ze ontmoette zijn blik en de pijn die hij daarin zag, zette zijn
klauwen in zijn ziel. ‘De commandant zal ons echt niet zomaar laten gaan om
chauffeur of monteur te worden. We zijn wat we zijn.’ Zij was net zo essentieel
voor de missie als hij, zo niet meer.
‘Je bent bijzonder.’ Zijn maag protesteerde bij de wetenschap dat een toch al
moeilijke situatie op het punt stond onmogelijk te worden. Alleen al de gedachte
aan wakker moeten worden zonder haar, aan niet samen kunnen lachen als ze
tijdens het koken weer eens wat lieten aanbranden, aan weken aan een stuk in
slaap vallen zonder haar in zijn armen, was genoeg om zijn hart te laten
schreeuwen in protest. Hoe zou dat in godsnaam zijn?
‘Nauwelijks,’ wuifde ze hem. ‘Alleen goedgetraind en vingervlug en beide
werken momenteel niet in ons voordeel. Martlesham is uren hier vandaan. Ze
hebben praktisch al ons verlof ingetrokken en jij zult ook niet veel vrij hebben.
We zullen elkaar nooit kunnen zien.’ Haar schouders kromden zich toen ze
verslagen haar kin liet zakken.
Zijn hart brak verdomme bijna terwijl hij de afstand tussen hen overbrugde en
haar tegen zijn borstkas trok. ‘We vinden er wel wat op. Mijn liefde voor jou
vervaagde niet toen half Engeland ons scheidde. Een paar uur is niets.’
Maar het was alles. Vergeet een pas om buiten de basis te mogen wonen; het
was te ver om zelfs maar een sleeping-out-pas te krijgen, tenzij hij achtenveertig
uur opnam. En ze had gelijk, hun dagen van makkelijk verkregen verlof was iets
uit het verleden. Er konden maanden tussen hun bezoekjes zitten, afhankelijk
van hoe de oorlog zou verlopen.
Hij vloekte nogmaals zacht. Ze waren er zo dichtbij geweest om elkaar tijdens
die aanval in Middle Wallop te verliezen en als er nu iets met haar gebeurde…
Gal steeg op in zijn keel. ‘Je kunt altijd nog naar Colorado.’
Ze verstijfde in zijn armen en keek toen naar hem op alsof hij niet goed bij zijn
hoofd was.
‘Ik weet dat je dat niet zult doen,’ zei hij zacht terwijl hij een losgeraakte
haarlok naar achteren streek. ‘Ik weet dat je plichtsbesef dat niet zal toestaan en
je zou Constance trouwens ook nooit achterlaten, maar ik zou een waardeloze
echtgenoot zijn als ik je niet op z’n minst zou vragen te gaan, om veilig te zijn.’
‘Ik weet niet of je het al had gemerkt, maar ik ben niet Amerikaans.’ Ze hief
haar handen op naar zijn in T-shirt gehulde borstkas. Geen van beiden kookten
ze in hun volledige uniform. Die les hadden ze vroeg in hun huwelijk geleerd na
het verpesten van twee perfect goede jasjes.
‘Ik weet niet of je het al had gemerkt, maar je bent ook niet echt Brits meer.’
Godzijdank had de WAAF er geen probleem mee buitenlanders aan te nemen.
‘We lijken op het moment allebei niet echt een thuisland te hebben.’
Ze snoof een klein lachje. ‘En hoe had je dan precies gedacht me jouw land in
te krijgen? Vliegen en me er dan boven Colorado uit duwen?’ plaagde ze en ze
drukte een kus op zijn kin.
‘Nu je het zegt…’ Hij grinnikte en genoot ervan hoe ze altijd het luchtige van
een situatie wist in te zien.
‘Maar serieus, laten we dat als mogelijkheid schrappen, want dat is het niet. Jij
kunt nu niet eens je eigen land in zonder te worden gearresteerd.’
‘Nou, eigenlijk…’ Hij kantelde zijn hoofd terwijl zijn brein overuren maakte.
‘Ik heb nooit afstand gedaan van mijn staatsburgerschap. Ook nooit loyaliteit aan
de koning gezworen, dus ik heb geen hoogverraad gepleegd. Heb ik
neutraliteitswetten verbroken? Ja. Zou ik in de gevangenis belanden als ik naar
huis ging? Waarschijnlijk. Maar ik ben nog steeds Amerikaans.’ Hij wierp een
blik op zijn uniformjasje dat over de keukenstoel hing, de adelaar duidelijk op
zijn rechterschouder. ‘Jij hebt geen enkele wet verbroken en je bent mijn vrouw.
Je hebt recht op het Amerikaanse staatsburgerschap. We zouden alleen een
visum voor je moeten regelen.’ Een vleug hoop schitterde in zijn borstkas. Hij
had een manier gevonden om haar deze oorlog uit te krijgen, om te verzekeren
dat ze het zou overleven.
Ze lachte ronduit en wurmde zich uit zijn armen. ‘Juist, en dat duurt een jaar,
zo niet langer, als ik de kranten moet geloven. De oorlog zou zomaar eens
voorbij kunnen zijn tegen de tijd dat dat is geregeld. En trouwens, je hebt gelijk.
Ik verlaat mijn land niet – ook al is dat het technisch gezien niet meer – als het
me nodig heeft en ik laat Constance niet in de steek. We hebben gezworen dit
samen te doorstaan en dat zullen we doen ook.’ Ze pakte zijn hand en drukte een
kus op zijn trouwring. ‘En ik zou jou nooit verlaten, Jameson. Niet als ik dat kan
voorkomen. Een paar uur is niets vergeleken met duizenden kilometers naar de
andere kant van de oceaan.’
‘Maar je zou veilig zijn…’ begon hij.
‘Nee. We kunnen dit nogmaals bespreken wanneer de oorlog voorbij is of
wanneer onze omstandigheden drastisch zijn veranderd. Tot die tijd is mijn
antwoord nee.’
Jameson zuchtte. ‘Natuurlijk moest ik voor het opstandige meisje vallen.’ Maar
hij zou niet van haar gehouden hebben als ze iemand anders was geweest.
‘Opstandige, eigenzínnige meisje,’ corrigeerde ze hem met een klein lachje.
‘Als je Austen gaat citeren, moet je het wel goed doen.’ Ze perste haar lippen in
een ferme streep. ‘Wat is de maximale afstand waarop je van de basis kunt
wonen en toch zo’n living-out-pas kunt krijgen?’
‘Dat hangt van de commandant van de basis af.’ Sommigen waren meelevend
en geloofden dat de vliegtuigbemanning betrouwbaarder was wanneer ze op of
buiten de basis met hun gezin konden wonen. Anderen gaven er geen ruk om…
en gaven geen pas. ‘En jij?’
‘Mij is nauwelijks een pas toegestaan. Al de andere vrouwen wonen in de
hutten of zijn ingedeeld in de oude onderkomens voor getrouwden.’ Haar
voorhoofd rimpelde.
‘Geen van de andere vrouwen is getrouwd met iemand die op dezelfde basis is
gelegerd,’ merkte hij op. Binnenkort zou ze net als de paar anderen met
trouwringen zijn: getrouwd, maar gedwongen apart van elkaar te leven.
Ze beet op haar onderlip, duidelijk ergens over peinzend.
‘Wat gaat er in dat opmerkelijke brein van je om, Scarlett Stanton?’
Haar blik schoot naar zijn ogen. ‘Ik kan niet met je mee, maar er is een kleine
kans dat ik overgeplaatst kan worden naar een plek die dichter bij jou is dan
waar ze nu zijn.’
Hij probeerde uit alle macht er niet op te hopen, maar faalde. ‘Ik verkies zelfs
de allerkleinste kans boven het scenario dat ik je maanden niet zou kunnen zien.’
‘Als de plaatsingen nu eens door jou werden bepaald, mijn echtgenoot…
Aangezien ik momenteel niet word beschouwd als mijn vaders dochter, kan ik
niet aan dezelfde touwtjes trekken als ik deed om hier te komen.’ Ze haakte haar
vingers achter zijn nek ineen. ‘Maar ik zal het proberen.’
Opluchting verminderde de knoop in zijn keel, maar liet hem niet volledig
verdwijnen. ‘God, wat hou ik van je.’
‘Als ik niet overgeplaatst kan worden en we nog maar een paar weken hebben,
kunnen we er maar beter het beste van maken.’ Ze knikte naar het fornuis en de
vergeten maaltijd. ‘Sla het avondeten over en neem me mee naar bed.’
‘We hebben geen bed nodig.’ Hij tilde haar op de keukentafel en verloor zich in
haar kus. Ze had gelijk: als ze slechts weken hadden, zou hij er geen seconde van
verspillen.
17
Georgia
Jameson,
O, mijn lief. Ik zou nooit spijt kunnen hebben van mijn keuze
voor jou. Jij bent de adem in mijn longen en het ritme van mijn
hart. Jij was mijn keuze voordat ik zelfs maar wist dat er een
gemaakt moest worden. Maak je alsjeblieft geen zorgen. Sluit je
ogen en stel je ons voor op die plek waarover je me hebt verteld,
bij de kromming van de beek. We zullen daar snel zijn en ik zal
zelfs nog sneller in je armen liggen. Tot die tijd wachten we hier op
jou. Altijd wachtend. Altijd de jouwe.
Scarlett
‘Dit was het slechtste idee in de geschiedenis der ideeën!’ schreeuwde ik vanaf
viereneenhalve meter boven hem naar Noah terwijl ik me aan een muur
vastklampte waar ik helemaal niet zou moeten zijn.
‘Dat heb je me iedere vijf minuten verteld sinds je bent begonnen met
klimmen,’ riep hij omhoog. ‘Kijk nu links van je naar die paarse handgreep.’
‘Ik haat je,’ snauwde ik, maar reikte desondanks naar de greep. Een halfuur
geleden had hij me meegenomen naar een klimmuur een halfuur bij mijn huis
vandaan, dus het was niet alsof ik aan een rotswand bungelde of zo, maar toch.
Ik mocht dan in een harnas zijn gehesen, maar hij was degene die het andere
eind van het touw vasthield. ‘Je zou verwachten dat je beter was in metaforen,
aangezien je schrijver bent en zo. Leg je leven in mijn handen, Georgia,’ zei ik
met mijn beste Noah-imitatie. ‘Kijk naar mijn superieure klimvaardigheden en
mijn knappe gezicht, Georgia.’
‘Nou, je vindt me in ieder geval knap.’
‘Je bent klote!’ Mijn armen trilden toen ik op de volgende greep stapte. De bel
die zo’n tien meter boven me hing, stond direct na Noah als tweede op mijn
zwarte lijst. Ik had de pest aan hoogtes. Ik had de pest aan de zwakte in mijn
eigen lijf sinds ik was gestopt er goed voor te zorgen. En ik had al helemáál de
pest aan die onmogelijk prachtige kerel onder me met het touw.
‘Als je dat fijner vindt, kan ik je door Zach laten zekeren en dan zelf naar
boven klimmen om je te gidsen,’ bood Noah aan.
‘Wat?’ Ik keek naar beneden, naar hem en de kliminstructeur. ‘Ik ken Zach
helemaal niet. Hij ziet eruit alsof hij nog op de middelbare school zit!’
‘In feite neem ik een tussenjaar,’ antwoordde de medewerker en hij zwaaide
naar me.
‘Dat helpt niet echt,’ zei Noah zachtjes, maar ik hoorde hem alsnog. ‘Maar
Zach is hier in dienst en als jij doodgaat, zou dat een groot probleem voor het
bedrijf zijn, dus ik denk dat je erop kunt vertrouwen dat hij een professional is.’
‘Als je ook maar een centimeter beweegt, zweer ik dat ik mijn schoen uittrap
zodat hij je op je kop raakt, Morelli!’ Ik sloot mijn ogen voor een tel en staarde
toen recht voor me uit naar de grijze wand van de klimmuur. Naar beneden
kijken maakte het nog erger.
‘Nou, ik word in ieder geval hoger dan íémand ingeschat,’ grapte Noah.
‘Nauwelijks!’ Ik reikte naar de groene handgreep vlak boven mijn rechterhand,
zette toen mijn voet op de volgende logische greep en trok mezelf langs de wand
omhoog. ‘Hierdoor haat ik je alleen nog maar meer,’ zei ik terwijl ik de volgende
greep omklemde.
‘Maar je klimt,’ kaatste hij terug.
Weer reikte ik naar een volgende greep, verplaatste mijn voet en klom verder
omhoog. ‘Ik snap alleen niet hoe dit ons meningsverschil over het plot zal
oplossen, aangezien ik je vermoord zodra ik weer beneden ben.’ Ik was nog maar
een paar meter van de vervloekte bel vandaan. Zodra ik een lel tegen dat
kloteding had gegeven was ik ervanaf.
‘Dat risico neem ik,’ riep hij omhoog. Het ontging me niet hoe strak hij het
touw hield. Het was geruststellend, aangezien ik nu zo’n meter of acht boven
hem moest zijn. ‘Weet je, als je dit oprecht vreselijk vindt, zal ik je niet aan onze
afspraak houden. Dit gaat serieus over mij vertrouwen, niet over me haten.’
Ik hield mijn ogen op het einddoel gericht en trok mezelf weer een stukje
omhoog, toen nog een. ‘Bekijk het,’ riep ik naar beneden. ‘Ik ben er bijna.’
‘Dat ben je zeker.’ Ik hoorde de trots in zijn stem en gluurde naar beneden om
hetzelfde te zien toen hij glimlachend naar me opkeek.
Ik was verre van blij, maar zelfs ik kon toegeven dat ik me empowered voelde.
Capabel. Sterk.
Nou, sterk misschien ook weer niet. Mijn armen en benen trilden van
vermoeidheid toen ik de laatste handgreep bereikte en op pure wilskracht de
laatste twaalf centimeter klom.
Ding. Ding. Ding.
‘Ja!’ riep Noah.
Ik voelde de vibraties van de bel vanuit het diepst van mijn ziel. Ze waren sterk
genoeg om mijn eigen vooringenomen standpunt dat dit onmogelijk was af te
breken. Sterk genoeg om delen in me wakker te schudden die hadden geslapen
sinds lang voor Damians laatste indiscretie.
Misschien zelfs al voordat ik hem ontmoette.
Gewoon omdat ik het kon, gaf ik nog een ruk aan de bel. Deze keer was het
niet vanuit wanhoop om naar beneden gehaald te worden, of om verlost te
worden van de afspraak die ik had gemaakt of om goedkeuring te krijgen van de
persoon die me hiertoe had aangezet.
Het was een overwinning.
Uiteraard wist ik dat dit niet de Mount Everest was. Het was misschien twaalf
meter op een klimmuur in een professionele omgeving, gezekerd met touwen,
een harnas en een betrouwbaar beleid.
Maar mijn borst zwol op, vulde zich desondanks met een woest gevoel van
trots.
Ik kon nog steeds moeilijke dingen.
Oma was weg, Damian had me verraden en mam had me wederom verlaten,
maar ik was er nog steeds. Nog steeds klimmend.
En hoewel een deel van me Noah wilde wurgen, wist ik dat hij de enige reden
was dat ik me op deze muur bevond en überhaupt was begonnen met klimmen.
Hij was de reden dat ik weer aandacht aan mijn eigen leven was gaan schenken.
De reden dat ik er de laatste tijd naar uitkeek om ’s ochtends wakker te worden.
Het was niet dat ik voor hem leefde, maar door hem wilde ik simpelweg weer
leven. Wilde ik vechten. Mijn punt maken. Stelling nemen, terwijl ik me meestal
voegde naar de emoties van iemand anders en de weg van de minste weerstand
nam.
Misschien was mijn leven in brand gevlogen, maar dat is waar ik op mijn best
was, precies op het smeltpunt waar ik de gesmolten overblijfselen kon
verzamelen en ze tot iets prachtigs kon hervormen. Ik wilde weer glasblazen. Ik
wilde glas naar mijn wil buigen. Ik wilde nog een kans om gelukkig te worden,
wat ertoe leidde dat ik in Noahs richting keek. Ik wilde… heel snel naar beneden
want wów wat was ik hoog.
‘Oké,’ riep ik naar hem. ‘Hoe kom ik beneden?’
‘Ik zal je laten zakken.’
‘Je zal wat?’ Ik waagde nog een keer zijn kant op te kijken. Holy shit… Dit was
wél de Mount Everest. Hij leek miljoenen kilometers ver weg. Tot zover het
gevoel van empowerment. Ik wilde nú van dit ding af.
‘Ik zal je laten zakken,’ herhaalde hij, deze keer langzamer, alsof ik hem niet
had begrepen in plaats van dat ik protesteerde.
‘En hoe gaat dat precies in z’n werk?’ Ik omklemde de handgrepen dusdanig
strak dat mijn knokkels wit werden.
‘Makkelijk,’ zei hij. ‘Je gaat in je harnas zitten en dan loop je langs de muur
naar beneden terwijl ik je laat zakken.’
Ik knipperde een paar keer met mijn ogen en keek toen weer naar beneden. ‘Je
bedoelt dat ik gewoon achterover moet leunen en erop moet vertrouwen dat jij
me niet op m’n kont laat vallen?’
‘Precies.’ Hij grijnsde schaamteloos en voor het eerst vond ik dat totaal niet
charmant.
‘Wat als het touw breekt?’
Zijn grijns vervaagde. ‘Wat als er een enorme aardbeving komt?’
‘Verwachten we er een?’ Mijn biceps schreeuwden van protest toen ik mezelf
op m’n plek hield, als een hagedis tegen de wand geplakt.
‘Verwacht jij dat ik je laat vallen?’ daagde hij me uit.
‘Het zou het makkelijker voor je maken het boek af te schrijven,’ bracht ik in.
‘Daar heb je een punt,’ gaf hij toe. ‘En ik weet zeker dat het verhaal achter de
moord de verkoop goed zou doen.’
‘Noah!’ Dit was absoluut niet grappig en toch stond hij daar, mij te plagen.
‘De kans op een aardbeving is vele malen groter dan de kans dat ik je laat
vallen.’ Deze keer klonk er een randje in zijn stem door, maar toen ik nog een
keer naar zijn gezicht keek, was daar alleen geduld te zien. ‘Ik laat je niets
overkomen, Georgia. Je moet me vertrouwen. Ik heb je.’
‘Kan ik niet gewoon naar beneden klimmen?’ Dat kon toch niet al te moeilijk
zijn?
‘Tuurlijk, als dat is wat je wilt,’ antwoordde hij en zijn stem stierf weg.
‘Ja,’ fluisterde ik tegen mezelf, ‘ik klim gewoon naar beneden.’ Het kon niet
moeilijker zijn dan hierheen klimmen, toch?
Met pijnlijke spieren en geplaagd door kleine, onophoudelijke trillingen liet ik
mijn voet naar mijn vorige voetsteun zakken. ‘Zie je? Dat was niet zo moeilijk,’
mompelde ik. De lijn stond strak, wat me steun bood toen ik mijn handen en
vervolgens mijn linkervoet naar beneden bewoog.
Toen gaf ik een gil, mijn stem hoog en schel, want mijn voet slipte weg en ik
viel. Het was slechts een kwestie van centimeters voordat het touw mijn gewicht
opving en ik parallel aan de muur zweefde.
‘Ben je oké?’ vroeg Noah en zijn stem schoot ietwat omhoog.
Ik zoog mijn longen vol, ademde uit en haalde wederom diep adem, in een
poging mijn hartslag te laten kalmeren tot een acceptabel, niet-dramatisch ritme.
Het harnas sneed licht in de huid vlak onder de ronding van mijn billen, maar
behalve dat was ik prima in orde.
‘Een beetje beschaamd,’ gaf ik met tegenzin toe terwijl mijn toch al rode
wangen warmer werden. ‘Maar verder ben ik oké.’
‘Wil je nog steeds de rest van de muur naar beneden klimmen?’ vroeg Noah
zonder enig oordeel in zijn stem.
Ik tilde mijn armen op en bracht mijn handen naar de grepen vlak voor me. Ik
kromp ineen toen ze trilden. De waarheid was dat als hij me ging laten vallen, hij
dat inmiddels al zou hebben gedaan.
‘Dus ik moet gewoon in het harnas blijven zitten?’ vroeg ik, in stilte biddend
dat hij niet het ‘ik zei het toch’-type kerel was.
‘Zet je voeten tegen de wand,’ beval hij.
Ik tilde ze iets op en deed wat hij zei.
‘Allebei je handen aan het touw.’ Weer een bevel.
Ik volgde het op.
‘Goed zo,’ prees hij. ‘Ik ga je laten zakken en ik wil dat jij achterover in het
harnas leunt en langs de muur naar beneden loopt. Begrepen?’ Zijn stem klonk
sterk en rustig, net als de man zelf. Wat was ervoor nodig om een man als Noah
op de kast te krijgen? Oké, ik had zijn zelfbeheersing een paar keer weten te
prikken, maar zelfs tijdens de meest ongemakkelijke momenten van onze ruzies
had ik hem die nooit daadwerkelijk zien verliezen, niet op de met-de-deuren-
slaande en schreeuwende manier van Damian wanneer het niet ging zoals hij
wilde.
‘Begrepen,’ riep ik naar beneden en ik schonk Noah een bevende glimlach.
‘Ik wil je niet laten schrikken, dus we gaan bij drie. Langzaam en rustig.’
Ik knikte.
‘Een, twee, drie,’ telde hij af en liet me genoeg zakken om volledig achterover
in het harnas te kunnen zitten. ‘Goed zo. Laten we je dan nu maar eens langs de
wand naar beneden laten lopen.’
Langzaam, rustig liet Noah het touw vieren en liet hij me langs de muur naar
beneden zakken. Na een paar secondes bleek het helemaal zo erg niet te zijn. De
zwaartekracht trotseren ging gepaard met een kleine adrenalineroes, vooral toen
ik vrijmoedig een andere klimmer verderop aan de muur nabootste door kleine,
grappige hupjes te maken.
Toen ik dichter bij de grond kwam, keek ik op naar de bel die ik net had laten
rinkelen. Het leek zo hoog en toch was ik daar geweest, helemaal boven.
En dat allemaal omdat Noah vastberaden was geweest mijn vertrouwen te
verdienen; en dat had hij gedaan.
Ik was een en al lach toen mijn voeten de aarde raakten. ‘Dat was geweldig!’ Ik
gooide mijn armen om Noah heen en hij hield me stevig vast, tilde me direct
weer van mijn voeten.
Hij hield me zo makkelijk vast, alsof ik niets woog, en rook zo lekker dat ik als
vanzelf mijn neus in zijn hals drukte en diep inademde. Zijn geur was een unieke
combinatie van het sandelhout en de ceder van zijn aftershave gemengd met
zeep en een beetje zweet. Hij rook zoals een man hoorde te ruiken, zonder het te
faken. Damian zou duizenden dollars hebben betaald om te ruiken zoals Noah
moeiteloos deed.
Stop ermee ze met elkaar te vergelijken.
Ik trok me een stukje terug, net genoeg om in zijn ogen te kijken. ‘Dank je
wel,’ fluisterde ik.
Zijn glimlach was traag en het sexyst dat ik ooit had gezien. ‘Waar bedank je
me voor?’ vroeg hij terwijl zijn blik naar mijn lippen dwaalde en weer terug
omhoogschoof. ‘Jij bent degene die al het werk heeft gedaan.’
O, shit. Hij was echt geen ‘ik zei het toch’-type kerel en daardoor ging ik hem
alleen maar leuker vinden. Hem meer willen.
De energie tussen ons veranderde, werd gespannen, trok strak, alsof we door
meer met elkaar verbonden waren dan slechts dit touw. Er was iets tussen ons en
het maakte niet uit hoe hard ik me ertegen verzette of hoe vaak we ruzie hadden
over het boek… Het groeide alleen maar.
Zijn blik verhitte en zijn greep verstrakte.
Er zaten slechts centimeters tussen onze lippen…
‘Zijn jullie klaar?’ vroeg een klein stemmetje.
Met knipperende ogen keek ik naar beneden, naar een meisje dat niet ouder dan
zeven jaar kon zijn.
‘Ik hoopte dat ik deze nu mag doen, als dat goed is?’ vroeg ze met hoopvolle
ogen.
‘Juist… Natuurlijk,’ antwoordde ik.
Noah zette me neer en klikte het harnas met snelle, efficiënte bewegingen los
van het touw. God, konden die armen nog sexyer zijn? De spieren van zijn
biceps bolden op tegen de korte mouwen van zijn sportshirt. Maar goed dat de
stof mee rekte, anders was hij er waarschijnlijk uit gebarsten.
‘Dank je wel,’ zei ik nogmaals toen hij me losmaakte van het touw.
‘Je hebt het helemaal zelf gedaan. Het enige wat ik deed was je veilig houden.’
Het lage timbre van zijn stem verwarmde mijn hele lijf.
‘Gezekerd,’ zei een andere stem. Een ouder meisje, waarschijnlijk van de
middelbare school, had Noahs plaats ingenomen en het jongere meisje had
zichzelf al aan het touw vastgeklikt. ‘Klim maar omhoog.’
‘Ik ben onderweg,’ antwoordde het kleine meisje en ze haastte zich de muur op
alsof ze achterna werd gezeten door een radioactieve spin.
‘Dit meen je niet,’ mompelde ik terwijl ik toekeek hoe zij slechts enkele
minuten nodig had om te doen wat mij een halfuur had gekost.
Noah stootte een zacht lachje uit. ‘Na een paar keer ben jij net zo goed als zij,’
verzekerde hij me.
Ik schonk hem een puur sceptische blik.
‘Je bent geen een keer gevallen toen je omhoogklom,’ merkte hij op terwijl hij
langzaam naar mijn gezicht reikte en me de kans gaf terug te deinzen. Dat deed
ik niet. ‘Dat is behoorlijk knap.’ Hij pakte een licht bezwete lok die uit mijn
paardenstaart was ontsnapt en stopte hem achter mijn oor.
‘Ik heb nooit een probleem gehad met het bereiken van dingen die ik wil,’
reageerde ik zachtjes. ‘Het is het vallen dat me in de problemen brengt.’
En dat is precies wat dit was, realiseerde ik me. Het was een ding om met
Hazel te grappen over een post-echtscheiding rebound, maar heel iets anders om
meer dan alleen zijn lichaam leuk te vinden, ook al was dat nog zo waanzinnig.
Het zou veel te makkelijk zijn om voor Noah Morelli te vallen.
‘Ik heb je opgevangen.’ Er was geen arrogante grijns of flirterig gewiebel met
zijn wenkbrauwen, maar dat deed er niet toe. De waarheid was betoverend
genoeg.
Hij had me inderdaad opgevangen.
‘Dat heb je zeker,’ antwoordde ik zachtjes.
‘Wil je er nog een doen?’ vroeg hij en zijn mondhoeken krulden op.
Ik schoot in de lach. ‘Ik denk niet dat mijn armen dat zouden toestaan, zelfs als
ik het zou willen. Ze voelen als spaghettislierten.’ Ik stak ze naar voren, alsof hij
de vermoeidheid in mijn spieren zou kunnen zien.
‘Ik zal ze later masseren,’ beloofde hij en deze keer verscheen dat sexy, kleine
lachje van hem.
Mijn ademhaling haperde toen ik me zijn handen op mijn huid voorstelde.
‘Wil je leren hoe je moet zekeren?’ vroeg hij, waarmee hij de flits van mijn
fantasie onderbrak.
‘Spaghettislierten van armen, weet je nog?’
‘Maak je geen zorgen, het harnas doet al het werk.’
‘Je vertrouwt me jouw leven toe?’ vroeg ik terwijl ik naar hem opkeek en mijn
uiterste best deed om niet naar zijn lange wimpers of de ronding van zijn
onderlip te staren.
‘Ik vertrouw je mijn carrière toe en dat is voor mij zo’n beetje hetzelfde.’ De
intensiteit in zijn ogen was een duidelijke uitdaging en voelde als een schok in
mijn hart, uitzonderlijk pijnlijk maar levensbevestigend.
Hij had echt alles op het spel gezet voor dit boek, of niet? Hij had de stad
waarvan hij hield verlaten en zijn leven hierheen verplaatst om het tot een goed
eind te brengen.
Op dat moment besefte ik twee dingen over Noah Morelli.
Het eerste was dat zijn carrière prioriteit had en altijd zou hebben. Al het
andere waarvan hij hield was ondergeschikt.
Het tweede was dat hij en ik aan compleet tegenovergestelde einden van het
vertrouwensspectrum opereerden. Hij schonk het eerst en keek hoe het
verderging. Ik hield het achter tot iemand het had verdiend. En hij had het meer
dan verdiend.
Het was tijd dat ik mezelf ook ging vertrouwen.
‘Laat maar zien.’
Zodra hij me eenmaal thuis had afgezet, pakte ik mijn telefoon en belde Dan.
Nog geen uur later had ik een bod gedaan op de shop van meneer Navarro.
Ik ging ervoor.
18
Mei 1941
North Weald, Engeland
Het was bijna acht weken geleden en het licht was nog altijd niet teruggekeerd in
Constance’ ogen. Scarlett kon haar niet onder druk zetten, kon haar geen advies
geven, kon niets doen behalve toekijken hoe haar zus rouwde. En toch had ze
haar gevraagd met haar mee te gaan naar North Weald. Het was het meest
egoïstische wat ze ooit had gedaan, maar ze wist niet hoe ze tegelijkertijd
echtgenote en zus moest zijn, dus nu schoot ze in beide tekort.
Hoewel ze het verbruid had bij haar ouders toen ze tegen hun wil met Jameson
was getrouwd, hadden ze de breuk blijkbaar stilgehouden, want de aanvraag van
Scarlett en Constance om naar North Weald overgeplaatst te worden werd
goedgekeurd.
Ze waren hier nu een maand en hoewel Scarlett een huis buiten de basis huurde
voor de nachten dat Jameson een sleeping-out-pas kon krijgen, had Constance
ervoor gekozen om met de andere WAAF-vrouwen in de hutten op het sector
station te verblijven.
Voor het eerst in Scarletts leven was er een hele week voorbijgegaan waarin ze
helemaal alleen had geleefd. Geen ouders. Geen zus. Geen WAAF’s. Geen
Jameson. Hij was meer dan een uur hier vandaan, in Martlesham-Heath, maar
kwam… thuis – als dat is wat dit was – wanneer hij maar een pas kon krijgen.
Met haar zorgen om Constance en haar angst dat Jameson iets zou overkomen,
leefde ze in een constante staat van misselijkheid.
‘Je hoeft dit echt niet te doen,’ zei Scarlett tegen haar zus terwijl ze op de grond
knielden die nog maar recent door het voorjaar was ontdooid.
‘Als hij doodgaat, gaat hij dood.’ Constance haalde haar schouders op en ging
verder aan de slag met een kleine schep om een gat te graven voor een kleine
rozenstruik die ze uit de tuin van haar ouders had meegenomen toen ze dat
weekend op verlof was geweest. ‘Het is beter om het te proberen, toch? Wie
weet hoelang we op dit station zijn? Misschien wordt Jameson overgeplaatst.
Misschien worden wij dat. Misschien alleen ik. Als ik wacht tot het leven me de
best mogelijke kansen geeft om te leven gebeurt het nooit. Dus, prima, als hij
bevriest en doodgaat dan hebben we het in ieder geval geprobeerd.’
‘Kan ik helpen?’ vroeg Scarlett.
‘Nee, ik ben bijna klaar. Je moet eraan denken hem regelmatig water te geven,
maar niet te veel.’ Ze sleurde de potgrond naar de rand van de veranda. ‘De plant
zal het je vertellen. Let gewoon op de bladeren en bedek haar wanneer het
’s nachts te koud wordt.’
‘Jij bent hier zo veel beter in dan ik.’
‘Jij bent beter in het vertellen van verhalen dan ik,’ reageerde ze. ‘Tuinieren
kun je leren, net als wiskunde of geschiedenis.’
‘Je kunt prima schrijven,’ protesteerde Scarlett. Ze hadden altijd vergelijkbare
cijfers gehaald op school.
‘Grammatica en essays, ja.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Maar verhaallijnen?
Plots? Dan ben jij veel getalenteerder. Dus, als je echt wilt helpen dan ga je daar
zitten en vertel je me een van je verhalen terwijl ik deze schoonheid in de grond
zet.’ Ze strooide een hoop potgrond in het gat, plaatste de kluit erop en schatte de
afstand tot de oppervlakte in.
‘Nou, dat is makkelijk zat.’ Scarlett ging zitten en kruiste haar enkels over
elkaar. ‘Welk verhaal en waar waren we gebleven?’
Constance stopte even en dacht na. ‘Die over de dochter van de diplomaat en
de prins. Volgens mij had ze net…’
‘Het briefje ontdekt,’ vulde Scarlett aan. ‘Dat is waar. Waardoor zij denkt dat
hij haar vader wegstuurt.’ Haar hoofd keerde terug naar die kleine wereld, de
personages voor haar net zo echt als Constance die naast haar zat.
Uiteindelijk lagen de twee zussen op hun rug en staarden omhoog naar de
wolken terwijl Scarlett haar uiterste best deed een verhaal te bedenken dat goed
genoeg was om Constance af te leiden, al was het maar voor even.
‘Waarom zegt hij niet simpelweg tegen haar dat het hem spijt en gaat hij verder
met zijn leven?’ vroeg Constance. Ze rolde op haar zij zodat ze Scarlett kon
aankijken. ‘Zou dat niet het simpelste antwoord zijn?’
‘Jawel,’ was Scarlett het met haar eens. ‘Maar dan zou onze vrouwelijke
hoofdpersoon zijn groei niet zien en hem niet waardig genoeg vinden om hem
die tweede kans te geven. De sleutel om hen naar het eind te brengen dat ze
verdienen, is om in hun tekortkomingen te prikken tot ze bloeden, dan ervoor
zorgen dat ze die tekortkoming, die angst, het hoofd bieden om zichzelf te
bewijzen aan degenen van wie ze houden. Anders is het gewoon een verhaal
over verliefd worden.’ Scarlett vouwde haar vingers achter haar hoofd in elkaar.
‘Zouden we zonder de dreiging van een mogelijke ramp ooit echt weten wat we
hebben?’
‘Ik deed dat niet,’ fluisterde Constance.
Scarlett maakte oogcontact met haar zus. ‘Dat deed je wel. Ik weet dat je van
Edward hield. Hij wist dat ook.’
‘Ik had met hem moeten trouwen zoals jij met Jameson deed,’ zei ze zachtjes.
‘Dan hadden we dat tenminste gehad voordat…’ Ze dreef weg in gedachten, haar
ogen opslaand naar de bomen boven hen.
Voordat hij stierf.
‘Ik wilde dat ik je pijn kon overnemen.’ Het was niet eerlijk dat Constance zich
zo ellendig voelde terwijl Scarlett de uren telde tussen Jamesons vrije dagen.
Constance slikte. ‘Het maakt niet uit.’
‘Dat doet het wel.’ Scarlett ging overeind zitten. ‘Het maakt wel uit.’
Constance spiegelde haar, maar meed het oogcontact. ‘Dat doet het echt niet.
De andere meiden die verdergaan met hun leven, die liefdesaffaires zien als
tijdelijk… Ik begrijp ze. Echt. Er zijn hier geen garanties. Iedere dag storten er
vliegtuigen neer. Er zijn bombardementen. Het heeft geen zin om je hart af te
sluiten als de kans bestaat dat je morgen sowieso sterft. Dan kun je maar beter
echt leven zolang je de kans hebt.’ Ze keek de kleine tuin in. ‘Maar ik weet dat ik
nooit meer van iemand zal houden zoals ik van Edward hield, zoals ik nog steeds
van hem hou. Ik weet niet eens of ik ooit nog een hart zal hebben om te geven.
Het lijkt veiliger om in boeken te lezen over liefde dan om het in alle
oprechtheid te ervaren.’
‘O, Constance.’ Scarletts hart brak wederom door wat haar zus was verloren.
‘Het is oké.’ Constance sprong overeind. ‘We kunnen ons maar beter
klaarmaken, aangezien we over een uur dienst hebben.’
‘Ik kan eerst iets te eten voor ons klaarmaken,’ stelde Scarlett voor. ‘Ik ben best
goed geworden in het bereiden van een paar snelle maaltijden.’
Constance keek met een welverdiende sceptische blik naar haar zus. ‘Ik heb
een beter idee. Laten we ons omkleden en snel naar de officierskantine gaan.’
‘Je vertrouwt me niet!’ Scarlett snoof.
‘Ik vertrouw jou volledig. Het zijn je kookkunsten waar ik aan twijfel.’
Constance trok een schouder op, maar haar plagende glimlach was oprecht, wat
meer dan genoeg was voor Scarlett.
In uniform en met een maaltijd achter de kiezen waren de meisjes ruim op tijd
voor hun dienst. Ze lieten hun jassen achter in de garderobe en vertrokken naar
de filterkamer. Zo druk als het op hun kaart was in deze kleine sector was het
moeilijk voor te stellen hoe de kaarten bij Group Headquarters eruitzagen.
‘Ah, Wright en Stanton, altijd een koppel,’ merkte section leader Robbins met
een lach bij de deur op. ‘Is er iets wat jullie dames nodig hebben voordat jullie
dienst begint?’
‘Nee, mevrouw,’ antwoordde Scarlett. Van alle section leaders die ze had
gehad, bleek Robbins haar favoriet te zijn geworden.
‘Nee, mevrouw,’ echode Constance. ‘Zegt u maar welke sectie ik op de kaart
heb.’
‘Uitstekend. En wanneer jullie allebei een moment hebben, zou ik jullie graag
spreken over jullie verantwoordelijkheden.’ De vrouw glimlachte, haar ogen
rimpelden bij de hoeken.
‘Schieten we tekort?’ vroeg Scarlett langzaam.
‘Nee, eerder het tegenovergestelde. Ik zou jullie graag allebei opleiden tot
tellers. Meer druk, maar ik durf te wedden dat jullie tegen het eind van het jaar
allebei section officer zijn.’ Ze keek heen en weer tussen de zussen om hun
reacties te peilen.
‘Dat zou geweldig zijn,’ reageerde Scarlett. ‘Dank u wel voor de kans. We
zouden…’
‘Ik wil erover nadenken,’ onderbrak Constance haar, waardoor ze stilviel.
Scarlett knipperde verbaasd met haar ogen.
‘Natuurlijk,’ zei Robbins met een vriendelijke glimlach. ‘Ik hoop dat jullie
een… rustige avond hebben.’
De zussen zeiden gedag en voordat Scarlett Constance naar haar reactie kon
vragen, opende haar zus de deur en verdween in de altijd stille filterkamer.
Scarlett volgde haar naar binnen, zette toen haar koptelefoon op en loste de
WAAF-medewerkster aan haar kant van de kaart af. Ze wierp een vluchtige blik
over haar sectie om een indruk te krijgen van de activiteiten van vanavond. Er
kwam over haar kwadrant een bombardement aan, bijna tot dat van Constance.
Zouden die bombardementen óóít nog eens over gaan? Alleen al in Londen
waren er tienduizenden mensen omgekomen.
De stem van de radio-operator klonk via haar koptelefoon en ze pakte de
routine van haar werk op. De andere zorgen konden wachten tot later.
Om de zoveel tijd wierp ze een blik op Constance. Aan de buitenkant leek ze
normaal te functioneren; haar handen waren stabiel en haar bewegingen
efficiënt. Dit was waar Constance de laatste tijd gedijde, waar emoties haar niet
konden bereiken. Weten dat er een leegte in haar zus kolkte, maakte dat er weer
een golf van misselijkheid door haar heen trok.
Het was niet eerlijk dat zij haar geliefde nog had en Constance niet.
Minuten tikten voorbij waarin ze de luchtvaartuigen over het bord verschoof en
haar maag om een compleet andere reden protesteerde.
Het 71ste was onderweg, niet in de richting van de luchtaanvallen, maar
richting de zee. Jameson.
Ze verplaatste het squadron met tussenpozen van vijf minuten over haar
kwadrant en hield het aantal vliegtuigen en de algemene richting in de gaten,
maar al snel was het niet langer aan haar om de wacht over hen te houden en
namen anderen die plaats in.
De uren vlogen voorbij, maar ze was te ongerust om te kunnen eten tijdens haar
pauze, te ongedurig om het 71ste terug te zien keren om iets anders te doen dan
over die kaart heen hangen, omdat ze wist dat hij vanavond in de lucht was. Toen
haar vijftien minuten voorbij waren, ging ze terug naar de filterkamer en nam
haar plek weer over.
Ze merkte met een behoorlijk tevreden gevoel op dat het aantal
bommenwerpers op weg terug veel kleiner was dan op de heenweg. Ze hadden
vanavond een aantal overwinningen behaald.
De volgende informatie van de radio-operator klonk door haar koptelefoon en
met een flauwe glimlach reikte ze naar een nieuwe pijl. Het 71ste was terug in
haar kwadrant.
Ze plaatste de pijl op de juiste coördinaat en bevroor toen de operator het aantal
vliegtuigen aanpaste.
Vijftien.
Scarlett staarde kostbare secondes naar de pijl terwijl haar hart naar haar strot
schoot. Ze had het mis. Ze moest het mis hebben. Scarlett drukte op de knop van
de microfoon op haar koptelefoon.
‘Kun je me nogmaals het aantal van het 71ste geven?’ vroeg ze.
Ieder hoofd in de kamer schoot haar kant op.
Plotters spraken niet. Nooit.
‘Vijftien sterk,’ herhaalde de operator. ‘Ze zijn er één verloren.’
Ze zijn er één verloren. Ze zijn er één verloren. Ze zijn er één verloren.
Scarletts vingers trilden toen ze de kleine vlag op de pijl verwisselde met een
waar vijftien op stond. Het was niet Jameson. Dat kon niet. Ze zou het weten,
toch? Als de man waar ze met heel haar hart van hield was neergehaald – was
gestorven – zou ze het hebben gevoeld. Dat moest. Er was simpelweg geen
mogelijkheid dat haar hart zou kunnen blijven kloppen zonder dat van hem. Het
was anatomisch onmogelijk.
Maar Constance had het niet geweten…
De volgende informatie klonk door haar koptelefoon en ze verplaatste de juiste
markeringen, veranderde de pijlen naar de getimede kleurgroepen.
Jameson. Jameson. Jameson. Haar ledematen bewogen door spiergeheugen
terwijl haar gedachten alle kanten op vlogen en haar maag samentrok, waardoor
haar avondeten opkwam terwijl het 71ste dichter bij Martlesham-Heath kwam.
Zelfs nadat ze in de hangar waren aangekomen en officieel van het bord werden
gehaald, raakte Scarlett het misselijke gevoel in haar buik niet kwijt.
Tot dusver had het Eagle Squadron wonderbaarlijk veel mazzel gehad; ze
hadden nog geen enkele piloot verloren. Ze was hun geluk bijna als
vanzelfsprekend gaan beschouwen, maar daar was vanavond een eind aan
gekomen. Wie was het? Als het Jameson niet was – alsjeblieft, God, laat het
Jameson niet zijn – dan was het iemand die hij kende. Een van de nieuwere
Yankees?
Ze keek op de klok. Ze had nog vier uur te gaan.
Ze wilde naar Martlesham-Heath bellen, naar de codenaam van de neergestorte
piloot vragen, maar als het Jameson was, zou ze het snel genoeg weten. Zonder
twijfel zouden ze thuis al op haar staan te wachten. Howie zou nooit toestaan dat
ze het via geruchten zou horen.
De tijd tikte door in kwellende blokjes van vijf minuten, kroop voorbij terwijl
ze de markeringen verplaatste, de pijlen veranderde, de bevelen vanuit Group
Headquarters hoorde roepen. Tegen de tijd dat hun dienst erop zat, was Scarlett
een brok zenuwen met een snelle hartslag en niet veel meer dan dat.
‘Laat me je naar huis brengen. Ik weet dat je met de fiets bent, maar ik heb de
auto van de sectie,’ zei Constance nadat ze hun spullen in de garderobe hadden
verzameld.
‘Ik red me wel.’ Scarlett schudde haar hoofd toen ze naar hun fietsen liepen.
Het laatste wat ze kon gebruiken was dat Constance háár ging troosten.
‘Hij is in orde,’ zei Constance zachtjes en ze raakte Scarletts pols aan. ‘Dat
moet. Ik kan niet in een God geloven die zo wreed is dat hij ons allebei onze
geliefde afneemt. Hij is in orde.’
‘En als hij dat niet is?’ Scarletts stem was nauwelijks een fluistering.
‘Dat is hij wel. Kom. Stap in de auto, geen discussie. Ik zeg tegen de andere
meisjes dat ze terug naar de hut moeten lopen.’ Constance leidde haar naar de
auto en sprak toen met de andere leden van hun dienst voordat ze achter het
stuur plaatsnam.
De rit was kort – slechts een paar minuten vanaf het sector station – maar heel
even wilde Scarlett niet de hoek om rijden, wilde ze het niet weten. Maar toch
was dat wat er gebeurde.
Er stond een auto voor hun huis geparkeerd.
‘O, god,’ fluisterde Constance.
Scarlett rechtte haar schouders en ademde diep in. ‘Waarom wil je de opleiding
tot teller niet doen?’
Constance wierp een blik haar kant op terwijl ze achter de geparkeerde auto tot
stilstand kwam, waarop het 11 Group-insigne stond. ‘Nu? Daar wil je het nu
over hebben?’
‘Ik dacht gewoon altijd dat je hogerop wilde komen.’ Haar hart klopte zo snel
dat het bijna overging in een gestaag geroffel.
‘Scarlett.’
‘De druk is hoger, ja, maar die promotie gaat gepaard met een hoger salaris.’
Haar hand greep de hendel beet als een bankschroef.
‘Scarlett!’ snauwde Constance.
Ze scheurde haar blik los van het 11 Group-embleem en keek naar haar zus.
‘Ik beloof dat ik morgen langskom om met je over de opleiding te praten, maar
op dit moment kun je niet in de auto blijven.’
‘Wens jij weleens dat je die brief nooit geopend had?’ fluisterde Scarlett.
‘Het zou alleen het onvermijdelijke hebben uitgesteld.’ Constance forceerde
een beverig lachje. ‘Kom, ik loop met je mee naar de deur.’
Scarlett knikte, duwde toen het portier open en stapte het trottoir op, zichzelf
voorbereidend op het opengaan van nog een aantal portieren.
Maar de portieren van de auto gingen niet open. Haar voordeur wel.
‘Hé, jij.’ Jameson vulde de deuropening en Scarletts knieën begaven het bijna.
Ze zette het op een rennen en hij kwam haar halverwege tegemoet, zwierde
haar in zijn armen met een omhelzing die zo strak was dat ze stukjes van
zichzelf terug op hun plek voelde klikken. Hij was in orde. Hij was thuis. Hij
leefde.
Ze begroef haar gezicht in zijn nek, ademde zijn geur in en klampte zich aan
hem vast alsof haar leven ervan afhing, want dat was precies wat hij was
geworden: haar leven.
‘Ik was zo ongerust,’ fluisterde ze tegen zijn huid, niet bereid zich ook maar
voor een kort moment van hem los te maken.
‘Ik wist dat je dat zou zijn. Daarom heb ik een pas geregeld en ben hierheen
gereden.’ Hij hield een van zijn handen op haar rug en legde de andere achter in
haar nek. Scarlett vasthouden was het enige waaraan hij had kunnen denken
sinds het moment dat ze Kolendorski waren verloren. ‘Ik ben oké.’
Ze hield zich alleen maar steviger vast.
Jameson keek over Scarletts schouder en knikte naar Constance, die met een
weemoedige glimlach naar hen keek. Ze knikte terug, draaide zich om en liep
naar de auto waarmee ze Scarlett naar huis had gebracht.
‘Wie was het?’ vroeg Scarlett.
‘Kolendorski.’ Hij had die gast aardig gevonden. ‘Keerde terug om een
bommenwerper te onderscheppen en werd door twee gevechtsvliegtuigen
neergehaald. We zagen hem allemaal in de zee storten.’ Geen poging om eruit te
springen. Geen noodsignaal. Hij stortte verticaal het water in met zoveel kracht
dat als hij al niet dood was, hij door de klap gestorven zou zijn. Niemand kon
een dergelijke crash overleven.
‘Het spijt me zo,’ zei ze en ze versoepelde haar greep enigszins. ‘Ik ben
gewoon…’ Haar schouders schokten en hij maakte zich voorzichtig van haar los,
zodat hij zijn vrouw kon zien.
‘Het is oké. Alles is oké,’ verzekerde hij haar terwijl hij haar tranen met het
kussentje van zijn duim wegveegde.
‘Ik weet niet waarom ik zo’n huilebalk ben.’ Ze perste er door haar tranen heen
een verwrongen glimlach uit. ‘Ik zag het aantal van de sterkte veranderen en ik
wist dat een van jullie neer was gegaan.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Ik hou van je.’
‘Ik hou ook van jou.’ Hij kuste haar voorhoofd.
‘Nee, dat bedoel ik niet.’ Ze stapte uit zijn armen. ‘Ik hou zoveel van je dat het
voelt alsof mijn hart in jouw lichaam klopt. Ik zie wat het verlies van Edward
met Constance heeft gedaan en ik weet dat ik niet sterk genoeg ben om jou te
verliezen. Dat zou ik niet overleven.’
‘Scarlett,’ fluisterde hij en hij sloeg zijn armen om haar heen, zodat hij haar
dichterbij kon trekken, want meer dan dat kon hij niet doen. Ze wisten allebei dat
hij het morgen zou kunnen zijn. Met de hoeveelheid bombardementen kon zij het
evengoed zijn. Iedere afscheidskus die ze deelden bevatte de bitterzoete smaak
van wanhoop, omdat ze wisten dat het hun laatste kon zijn.
En als zij het was… Hij zoog zijn longen vol om de onwelkome, onmogelijke
gedachten te stillen. Er was niets voor hem zonder Scarlett. Zij was de reden dat
hij een tandje harder rende als ze zich verzamelden om een luchtaanval te
onderscheppen. Zij was de reden dat hij de nieuwe piloten harder pushte. Zij was
de reden dat hij bleef, ondanks de vele brieven die zijn ouders stuurden waarin
ze hem vertelden dat ze trots op hem waren, maar hem evengoed smeekten om
naar huis te komen. Hij hoefde geen loyaliteit aan de koning te zweren; hij had
het aan Scarlett gezworen en zij was de zijne om te beschermen.
‘Kom.’ Hij pakte haar hand en leidde haar naar binnen. Maar in plaats van haar
naar hun slaapkamer te dragen en de liefde met haar te bedrijven zoals hij
gedurende iedere minuut van de rit hierheen van plan was geweest, nam hij haar
mee naar de woonkamer, waar hij Billie Holiday op de platenspeler legde. ‘Dans
met me, Scarlett.’
Haar lippen krulden op, maar het was te verdrietig om het een glimlach te
kunnen noemen. Ze schoof in zijn armen en legde haar hoofd tegen zijn borstkas
terwijl ze in kleine cirkels heen en weer zwaaiden, uit de buurt blijvend van de
salontafel.
Dit hier was waar hij leefde. Al het andere wat hij deed was om hem veilig
terug te krijgen voor meer van dit, meer van haar. Gescheiden van elkaar wonen
was een apart soort kwelling; weten dat ze maar een uur bij hem vandaan was
maar niet naar haar toe kunnen, veroorzaakte veel te veel slapeloze nachten. Hij
miste ’s ochtends het gevoel van haar huid tegen de zijne, miste de geur van haar
haren als ze op zijn borst in slaap viel. Hij miste het om over hun dag te praten,
hun toekomst te plannen, zich een weg door weer een aangebrande
avondmaaltijd te kussen. Hij miste alles aan haar.
‘Ik heb nieuws voor je,’ zei hij zachtjes terwijl hij met zijn lippen over haar
slaap streelde.
‘Hm?’ Ze tilde haar hoofd op en vrees vulde haar ogen.
‘We worden overgeplaatst.’ Hij probeerde zijn gezicht in de plooi te houden,
maar zijn lippen gehoorzaamden niet.
‘Nu al?’ Haar voorhoofd rimpelde en haar lippen vertrokken in een dunne lijn.
‘Ik kan niet…’
‘Vraag me waarheen.’ Nu grijnsde hij ronduit. Tot zover zijn plan het als een
verrassing te brengen.
‘Waarheen?’
Hij trok zijn wenkbrauwen op.
‘Jameson,’ sprak ze hem bestraffend toe. ‘Plaag me niet. We…’ Ze ademde
scherp in en vernauwde toen haar ogen. ‘Je gaat het me nu meteen vertellen,
want als je me valse hoop geeft om die vervolgens als een insect plat te stampen,
slaap je vanavond alleen.’
‘Nee, dat zal niet gebeuren,’ zei hij lachend. ‘Daar vind je me veel te leuk
voor.’
‘Nou, op dit moment niet.’
‘Prima, dan vind je het veel te leuk wat ik met je lichaam doe,’ plaagde hij, zijn
blik verzengend heet.
Ze trok een wenkbrauw op.
‘Hierheen,’ zei hij uiteindelijk toen het liedje ten eind kwam. ‘We worden
hierheen overgeplaatst. Over een paar weken slapen we iedere nacht in hetzelfde
bed.’ Hij hief zijn hand naar haar wang. ‘Dan breekt de tijd van verbrande
ontbijtjes en rennen wie er het eerst onder de douche kan weer aan.’
Er trok een grijns over haar prachtige gezicht en zijn borstkas trok samen. Van
het een op het andere moment veranderde een absolute klotedag in iets oprecht
uitzonderlijks.
‘Ik ben gevraagd opgeleid te worden als teller,’ bekende ze zachtjes, alsof
iemand hen kon horen. Blijdschap flitste in haar ogen. ‘Dat zou kunnen
betekenen dat ik voor het eind van het jaar section leader ben.’
‘Ik ben trots op je.’ Nu was hij degene die grijnsde.
‘En ik ben trots op jou. Zijn wij me eens een stel.’ Ze duwde zich op haar tenen
en streek met haar mond over de zijne. ‘Wat zei je nu net over wat je met mijn
lichaam kon doen?’
Hij had haar al boven voordat het volgende lied begon.
Scarlett struikelde de volgende ochtend de keuken in om Jameson achter het
fornuis aan te treffen, bezig met het opbakken van het ontbijt. Haar maag
protesteerde bij de geur en maakte een salto.
‘Voel je je wel goed?’ vroeg Constance vanuit de hoek, waar ze een pot jam
opendraaide.
O ja, ze zouden het vanmorgen over de opleiding hebben. Ze was het vergeten,
wat nog een reden was om zich over zichzelf te ergeren.
‘Ja hoor,’ loog Scarlett, die probeerde haar misselijkheid weg te slikken. ‘Ik had
je niet gezien. Het spijt me dat ik gisteravond helemaal geen oog meer voor je
had.’
Constance lachte en keek tussen Scarlett en Jameson heen en weer. ‘Geen
uitleg nodig. Ik ben alleen maar blij dat alles goed heeft uitgepakt.’ Het licht
verdween uit haar ogen toen ze de jam naar de tafel bracht.
‘Wat kan ik doen om te helpen?’ vroeg Scarlett terwijl ze haar hand tussen
Jamesons schouderbladen legde.
‘Niets, liefje…’ Zijn wenkbrauwen zakten. ‘Je ziet een beetje groen.’
‘Ik voel me prima,’ zei ze langzaam, in de hoop dat ze het beiden lieten rusten.
Had ze gehoopt dat haar zenuwen zouden kalmeren nu Jameson hierheen
overgeplaatst zou worden? Ja. Blijkbaar had haar lichaam de memo nog niet
ontvangen.
Constance bestudeerde haar aandachtig. ‘Wil je later praten?’
‘Natuurlijk niet. Ik ben blij dat je er bent.’
Constance knikte, maar ze had een vreemde, ferme trek rond haar mond. Ze
zag er… op de een of andere manier ouder uit vanochtend.
Jameson bracht de gebakken worstjes en aardappelen naar de tafel terwijl
Scarlett een snee brood afsneed. Ze gingen zitten en Scarlett slaakte bijna een
zucht van opluchting toen haar maag even later kalmeerde.
‘Willen jullie twee wat privacy?’ vroeg Jameson van zijn kant van de vierkante
tafel. Zijn blik schoof heen en weer tussen de zussen.
‘Nee,’ antwoordde Constance, die haar vork op een halfleeg bord legde. Het
was niets voor haar om de helft van haar ontbijt te laten liggen, maar ze was de
afgelopen twee maanden niet bepaald zichzelf geweest. ‘Jij hoort dit ook te
horen.’
‘Wat is er?’ Scarlett voelde druk op haar borst. Wat het ook mocht zijn dat haar
zus op het punt stond te vertellen, het was niet goed.
‘Het zou zonde zijn als ik de opleiding tot teller ging doen,’ zei ze en ze rechtte
haar schouders. ‘Ik weet niet hoelang ik mijn aanstelling nog mag houden.’
Scarlett trok wit weg. Er waren maar heel weinig redenen waarom een vrouw
werd gedwongen haar functie neer te leggen. ‘Wat? Waarom?’
Constance friemelde even met haar handen in haar schoot en tilde toen haar
linkerhand op om een glinsterende smaragdgroene ring te tonen. ‘Omdat ik
getrouwd zal zijn.’
Scarletts vork viel uit haar hand en kletterde op haar bord.
Jameson kreeg het voor elkaar geen vin te verroeren.
‘Getrouwd?’ Scarlett negeerde de ring en keek haar zus recht in de ogen.
‘Ja,’ zei Constance, alsof Scarlett had gevraagd of ze nog een kop koffie wilde.
‘Getrouwd. En mijn verloofde is niet echt een voorstander van mijn rol hier, dus
ik betwijfel of ik kan blijven wanneer we eenmaal getrouwd zijn.’ Er klonk geen
enkele emotie in haar stem. Geen opwinding. Niets.
Scarletts mond ging twee keer open en dicht. ‘Ik begrijp het niet.’
‘Ik wist dat je het niet zou begrijpen,’ zei Constance zachtjes.
‘Je hebt dezelfde uitdrukking op je gezicht als op de dag dat onze ouders je
verboden met Edward te trouwen voordat de oorlog voorbij was.’
Plichtsgetrouw… Dat was het. Ze keek gelaten en plichtsgetrouw. De
misselijkheid keerde in alle hevigheid terug toen een onheilspellend gevoel van
Scarletts borst naar haar maag zakte. ‘Met wie ga je trouwen?’
‘Henry Wadsworth.’ Constance duwde haar kin omhoog.
Nee.
Stilte vulde de keuken, scherper dan woorden ooit hadden kunnen zijn.
Nee. Nee. Nee. Scarlett reikte onder de tafel naar Jamesons hand, want ze had
een anker nodig.
‘Dit is niet aan jou,’ meldde Constance.
Scarlett knipperde met haar ogen en besefte dat ze de woorden hardop had
gezegd. ‘Dit kun je niet doen. Hij is een monster. Hij maakt je kapot.’
Constance haalde haar schouders op. ‘Dan maakt hij me kapot.’
Als hij doodgaat, gaat hij dood. Haar woorden toen ze gisteren de rozenstruik
had geplant, echoden door Scarletts hoofd. ‘Waarom zou je dit doen?’ Ze was
afgelopen weekend thuis geweest. ‘Ze dwingen je dit te doen, of niet?’
‘Nee,’ weerlegde Constance zachtjes. ‘Mama vertelde me dat ze de rest van het
land bij het huis in Ashby moeten verkopen.’
Niet het huis in Londen, hun thuis. Scarlett doorstond de pijnlijke steek die dit
nieuws bij haar teweegbracht.
‘Dan is dat hun eigen schuld. Zij zijn degenen die hun financiën niet op orde
hebben. Zeg me alsjeblieft dat je niet hebt ingestemd om met Wadsworth te
trouwen in een poging het land te behouden. Jouw geluk is veel meer waard dan
het landgoed. Laat ze het maar verkopen.’ Wat belangrijker was, was dat
Constance een huwelijk met Wadsworth nooit zou overleven. Hij zou haar ziel
aan puin slaan en haar lijf niet veel minder.
‘Snap je het niet?’ Pijn flitste over Constance’ gezicht. ‘Ze zouden de vijver
verkopen. Het prieel. Het kleine jachthuis. Alles.’
‘Laat ze!’ snauwde Scarlett. ‘Die man zal je vernietigen.’ Haar hand klemde om
die van Jameson.
Constance stond op en schoof haar stoel onder de tafel. ‘Ik wist dat je het niet
zou begrijpen en dat verwacht ik ook niet van je. Het is mijn beslissing.’ Ze
beende de kamer uit, haar schouders recht, haar hoofd geheven.
Scarlett vloog achter haar aan. ‘Ik weet dat je van hen houdt en je wilt ze
tevredenstellen, maar je bent hun niet je eigen leven verschuldigd.’
Constance bleef staan met haar hand op de deurknop. ‘Ik heb geen leven meer
voor mezelf. Het enige wat ik heb zijn herinneringen.’ Langzaam draaide ze zich
om, waarbij ze haar gepolijste façade verloor en haar smart toonde.
De vijver. Het prieel. Het jachthuis. Scarletts ogen vielen gedurende een diepe
ademhaling dicht. ‘Popje, het bezit van die plekken brengt hem niet terug.’
‘Als jij Jameson verloor en je had de kans om het eerste huis te houden waarin
jullie samen hebben gewoond, in Korton-in-Lindsey, zou je dat dan doen?’
Scarlett wilde aanvoeren dat dat niet hetzelfde was. Maar dat kon ze niet.
Jameson was haar echtgenoot, haar zielsverwant, de liefde van haar leven.
Maar ze hield nog maar minder dan een jaar van hem. Constance had van
Edward gehouden sinds ze kinderen waren, toen ze zwommen in de vijver,
spelletjes speelden in het prieel, kusjes stalen in het jachthuis.
‘Het is niet gezegd dat het land er nog is tegen de tijd dat je trouwt.’ Wat
hopelijk niet deze zomer zou zijn, over slechts enkele weken.
‘Hij koopt ze nu, in goed vertrouwen… Als een verlovingsgeschenk. Het is
afgelopen weekend allemaal geregeld. Ik weet dat je teleurgesteld in me bent…’
‘Nee, dat nooit. Ik ben bang om jou. Ik ben doodsbang dat je je leven weggooit
in plaats van…’
‘In plaats van wat?’ huilde Constance. ‘Ik zal nooit meer liefhebben. Mijn kans
op geluk is voorbij, dus wat doet het ertoe?’ Ze opende de voordeur en stormde
naar buiten, waardoor Scarlett achter haar aan rende.
‘Dat weet je niet!’ riep Scarlett vanaf het trottoir, waardoor haar zus bleef staan
voordat ze de straat bereikte. ‘Je weet alleen wat hij je aan zal doen. Dat hebben
we gezien. Kun je jezelf echt aan zo’n man geven? Je bent zo veel meer waard!’
‘Ik weet het wel!’ Constance’ gezicht vertrok. ‘Ik weet het op dezelfde manier
als dat jij het weet. Ik zag je gezicht gisteravond. Als Howie voor je deur had
gestaan om te vertellen dat Jameson degene was die was overleden, dan had het
je kapotgemaakt. Kun je me recht in de ogen kijken en me zeggen dat je ooit nog
eens zult liefhebben als hij sterft?’
Gal kwam op in Scarletts strot. ‘Doe dit alsjeblieft niet.’
‘Ik ben bij machte om onze familie te redden, ons land te behouden, misschien
zelfs mijn kinderen in die vijver te leren zwemmen. Wij zijn niet hetzelfde, jij en
ik. Jij had een reden om tegen de overeenkomst te vechten. Ik heb een reden om
hem te accepteren.’
Speeksel verzamelde zich in Scarletts mond en haar maag trok samen. Ze viel
op haar knieën en loosde haar ontbijt in een van de struiken die hun portiek
omlijstten. Ze voelde Jamesons hand in haar nek om haar losse haren bijeen te
pakken terwijl zij kokhalsde en haar maag leegde.
‘Schatje,’ mompelde hij terwijl hij cirkels over haar rug wreef.
De misselijkheid nam af, verdween net zo snel als hij was opgekomen.
O, god. Haar brein schoot in de hoogste versnelling in een poging een
onzichtbare kalender na te lopen. Ze had geen moment rust gehad sinds maart.
Ze waren in april samen gaan wonen… en het was mei.
Langzaam stond Scarlett op en haar blik ontmoette de grote, meelevende ogen
van Constance.
‘O, Scarlett,’ fluisterde ze. ‘Geen van ons zal aan het eind van het jaar section
leader zijn, of wel?’
‘Wat bedoel je daarmee?’ vroeg Jameson, zijn hand standvastig terwijl Scarlett
het gevoel had dat het kleinste briesje haar terug op de grond zou kunnen blazen.
Scarlett keek naar hem op, in zijn prachtig groene ogen, de sterke hoek van zijn
kaak en de zorgelijke lijnen rond zijn mond. Hij stond op het punt zich nog veel
meer zorgen te gaan maken.
‘Ik ben zwanger.’
19
Noah
Scarlett,
Daar zijn we weer, gescheiden door al die kilometers die veel te lang
voelen ’s nachts, wachtend op onze kans om weer samen te zijn. Je
hebt zo veel voor me opgegeven en toch vraag ik om meer, vraag ik je
me nog een keer te volgen. Ik beloof je, zodra deze oorlog voorbij is,
zal ik ervoor zorgen dat je er nooit spijt van zult krijgen dat je voor
mij koos. Geen enkele minuut. Ik vul je dagen met vreugde en je nachten
met liefde. Er ligt ons zo veel in het verschiet als we het gewoon maar
blijven volhouden…
‘Ik heb een lunch meegenomen,’ riep ik naar Georgia toen ik de voordeur van
haar huis binnenliep. Ik moest toegeven, het voelde nog altijd een beetje vreemd
om zonder te kloppen Scarlett Stantons huis binnen te lopen, maar Georgia had
erop gestaan sinds we vorige week waren begonnen met het samen doorbrengen
van onze middagen in wat zij Stanton University noemde.
‘Godzijdank, want ik ben uitgehongerd,’ riep ze vanuit het kantoor.
Ik liep door het geopende deel van de openslaande deuren en bleef direct staan.
Georgia zat op de vloer voor het bureau van haar oma, omringd door fotoalbums
en dozen. Ze had zelfs de oude oorfauteuil aan de kant geschoven om ruimte te
maken.
‘Wauw.’
Ze keek naar me op en schonk me een enthousiaste glimlach. Verdorie.
Onmiddellijk was mijn hoofd niet meer bij haar overgrootmoeder of het boek
waarvoor ik mijn carrière op het spel zette. Het was bij Georgia, zo simpel was
het.
Er was iets veranderd tussen ons, die dag dat we waren gaan klimmen. Niet
alleen voelde het alsof we in hetzelfde team zaten, maar er was een verhoogd
bewustzijn, alsof iemand was begonnen met aftellen. Beter had ik de seksuele
aantrekkingskracht niet kunnen beschrijven. Sindsdien was iedere simpele
aanraking tussen ons weloverwogen, behoedzaam, alsof we lucifers waren
midden in een doos vuurwerk en wisten dat te veel wrijving ervoor zou zorgen
dat de hele tent zou opblazen.
‘Wil je picknicken?’ vroeg ze en ze gebaarde halfslachtig naar het lege stukje
naast zich op de vloer.
‘Ik ben ervoor als jij dat ook bent.’ Ik baande me een weg door de verzameling
van herinneringen om de plek naast haar in te nemen.
‘Sorry,’ zei ze en kromp schaapachtig ineen. Haar trui met brede hals gleed van
haar schouder om een lilakleurig bh-bandje te onthullen. ‘Ik was op zoek naar
die ene foto waarover ik je vertelde, van Middle Wallop, en toen verloor ik me
hier nogal in.’
‘Geen excuus nodig.’ Niet alleen zag ze er beter uit dan onze lunch, ze had een
heuse schatkamer van familiegeschiedenis ontgrendeld en recht voor mijn neus
neergelegd.
Als dat niet zei ‘ik begin me open te stellen’, wist ik het ook niet meer. We
hadden heel wat vooruitgang geboekt sinds de periode waarin ze mijn
telefoontjes steeds voortijdig verbrak. Alles aan de vrouw naast me was zacht,
van de bolling van haar haren in die knot op haar hoofd tot haar blote, in korte
broek gehulde, kilometerslange benen die ze onder zich had getrokken. Er was
niets ijzigs aan haar.
‘Toen ik de foto’s eenmaal had gevonden, kon ik mezelf niet meer inhouden.’
Met een lach op haar gezicht keek ze naar het geopende fotoalbum op haar
schoot terwijl ik de doosjes met afhaaleten uit de tas pakte.
‘Geen tomaat,’ zei ik toen ik die van haar overhandigde. Ik kon me niet eens
herinneren of mijn laatste vriendin haar koffie zwart dronk of met suiker dronk
en kijk mij nu eens. Alles wat er over Georgia te weten viel, sloeg ik op in mijn
geheugen zonder er zelfs mijn best maar voor te doen. Ik had het zwaar te
pakken.
‘Dank je,’ zei ze glimlachend en ze nam het doosje van me aan voordat ze naar
het bureau achter ons wees. ‘IJsthee, ongezoet.’
‘Bedankt.’ Blijkbaar was ik niet de enige die details onthield.
‘Ik vind je nog steeds een rare omdat je het zonder suiker drinkt, maar oké, je
moet het zelf weten.’ Ze haalde haar schouders op en sloeg een bladzijde van het
album om.
‘Ben jij dat?’ Ik liet haar opmerking van me afglijden en leunde iets over haar
schouder. Of het nu haar shampoo was of haar parfum, de lichte citrusgeur die ik
inademde, steeg rechtstreeks naar mijn hoofd, samen met andere lichaamsdelen
die ik bij Georgia in de buurt stevig onder controle diende te houden.
‘Hoe weet je dat?’ Ze schonk me een verwonderde blik. ‘Je kunt mijn gezicht
niet eens zien.’
‘Ik herken Scarlett en ik betwijfel ten zeerste of er andere kleine meisjes waren
die zich verkleedden als prinses Darth Vader.’ Scarletts glimlach was trots, net
als op alle andere foto’s die ik van haar en Georgia samen had gezien.
‘Goed punt,’ gaf Georgia toe. ‘Blijkbaar voelde ik me een beetje zwaarmoedig
dat jaar.’
‘Hoe oud was je?’
‘Zeven.’ Haar voorhoofd rimpelde. ‘Mam was op bezoek gekomen voordat ze
met echtgenoot nummer twee trouwde, als ik het me goed herinner.’
‘Hoeveel echtgenoten heeft ze gehad?’ Het was niet dat ik haar veroordeelde,
maar meer dat de blik op Georgia’s gezicht me zeer nieuwsgierig maakte.
‘Vijf huwelijken, vier echtgenoten.’ Ze sloeg de bladzijde om. ‘Ze trouwde
twee keer met nummer drie, maar ik denk dat ze gaan scheiden aangezien ze
momenteel terug is bij nummer vier. Ik doe serieus geen moeite meer het bij te
houden.’
Het duurde een tel om de verbanden te leggen.
‘Hoe dan ook, jij hebt de foto’s uit de jaren veertig nodig en deze zijn
voornamelijk van mij…’ Ze maakte aanstalten het album te sluiten.
‘Ik zou ze heel graag zien.’ Alles om me te helpen haar beter te begrijpen.
Ze keek me aan alsof ik mijn verstand was verloren.
‘Ik bedoel, Scarlett staat er toch ook op?’ Zwak.
‘Dat is waar. Oké. Daarna kunnen we verdergaan met de oudere foto’s. Laat
hem niet koud worden.’ Ze gebaarde naar de burger die voor me stond.
We aten en bladerden door het album. Bladzijde na bladzijde was gevuld met
Georgia’s kindertijd en hoewel op sommige van de foto’s Hazel of Scarlett
stonden, duurde het jaren – en mijn volledige lunch – voordat Ava weer
verscheen. Georgia leek voor het overgrote deel een gelukkig kind – brede lach
in de tuin, in de wei, bij de beek. Signeersessies in Parijs en Rome.
‘Geen Londen?’ vroeg ik en ik sloeg de bladzijde om om te checken of ik er
niet een had gemist. Nope, alleen Scarlett en Georgia – die twee voortanden
miste – bij het Colosseum.
‘Ze heeft nooit meer voet in Engeland gezet,’ zei Georgia zachtjes. ‘Dit was
ook haar laatste boektour, al heeft ze nog tien jaar geschreven. Ze beweerde dat
het voorkwam dat ze seniel werd. En jij?’
‘Ik? Loop ik het risico seniel te worden?’ Mijn wenkbrauwen schoten omhoog.
‘Hoe oud denk je dat ik ben?’
Ze schoot in de lach. ‘Ik weet dat je eenendertig bent. Ik bedoelde of jij denkt
dat je ook tot je negentigste zult schrijven?’ verduidelijkte ze met een
elleboogstoot.
‘O.’ Ik wreef over mijn nek en probeerde me voor te stellen dat ik ooit níét zou
schrijven. ‘Ik zal waarschijnlijk schrijven tot ik dood ben. Of ik ervoor kies het
uit te geven is wat anders.’ Een boek schrijven en het hele uitgeeftraject
doorlopen waren twee compleet verschillende uitdagingen.
‘Dat snap ik.’ Als iemand die was opgevoed in het vakgebied, deed ze dat
waarschijnlijk inderdaad.
Een volgende bladzijde, een volgende foto, een volgend jaar. Georgia’s lach
was oogverblindend licht toen ze voor haar verjaardagstaart stond – twaalf jaar,
afgaande op de kaarsjes – met Ava aan haar zijde.
Op de volgende foto, die een paar weken later leek te zijn, was het licht in haar
ogen verdwenen.
‘Je gaat niet vragen waarom mijn moeder me niet heeft opgevoed?’ Ze wierp
me een zijdelingse blik toe.
‘Je bent me geen enkele uitleg verschuldigd.’
‘Dat meen je nog echt ook, of niet?’ vroeg ze zachtjes.
‘Dat klopt.’ Ik had genoeg puzzelstukjes om het plaatje voor me te zien. Ava
was moeder geworden toen ze op de middelbare school zat, maar ze was niet
geschikt voor het moederschap. ‘In tegenstelling tot de ervaring die je met me
hebt vanwege ons project hier, heb ik niet de gewoonte om bij een vrouw
informatie los te peuteren die ze niet wil geven.’ Ik bestudeerde de trekken in
haar gezicht toen ze overal behalve mijn kant op keek.
‘Zelfs niet als het je zou helpen oma te begrijpen?’ Achteloos sloeg ze een
bladzijde van het fotoalbum om, alsof het antwoord er niet toe deed, maar ik wist
beter.
‘Ik beloof je dat ik nooit iets van je zal nemen wat je me niet hartgrondig wilt
geven, Georgia.’ Mijn stem was zacht.
Ze draaide mijn kant op en onze ogen vonden elkaar, onze gezichten slechts
een ademhaling van elkaar verwijderd. Iedere andere vrouw zou ik hebben
gekust. Ik zou gehandeld hebben naar de onverholen aantrekkingskracht die
iedere analogie die ik kon bedenken ver voorbij was gegroeid. Dit was niet
langer een simpele sprankeling van elektriciteit, het had zich ontwikkeld tot veel
meer dan een vleug lust of een golf overweldigend verlangen. De centimeters
tussen ons waren dik van behoefte, puur en primitief. Het was niet langer een
kwestie van of, maar wanneer. In haar ogen zag ik de strijd woeden die maar al
te bekend was, want ik voerde dezelfde oorlog tegen het onvermijdelijke.
Haar blik dwaalde naar mijn mond. ‘En wat als ik het hartgrondig aan je wil
geven?’ fluisterde ze.
‘Wil je dat?’ Iedere spier in mijn lichaam verstrakte, vergrendelde de bijna
oncontroleerbare impuls om te ontdekken hoe ze smaakte.
Haar wangen bloosden en haar adem haperde toen ze wegkeek, terug naar het
fotoalbum. ‘Ik zal je vertellen wat je maar wilt weten.’ Ze sloeg een groot stuk
van het album over en belandde bij haar trouwfoto’s, niet de formele, maar de
spontane.
‘Je ziet er prachtig uit.’ Het was meer dan dat. Bruid Georgia had een
uitdrukking op haar gezicht die zo openlijk en overduidelijk verliefd was dat er
een steek van irrationele jaloezie door me heen schoot. Die klootzak was haar
hart, haar vertrouwen, niet waardig.
‘Bedankt.’ Ze bladerde door tot wat de receptie was. ‘Het is grappig, maar als
ik nu terugdenk aan die dag, herinner ik me vooral dat Damian zo veel mogelijk
aanpapte met iedereen uit oma’s kringetje.’ Ze zei het luchtig, alsof het de clou
van een grap was.
Mijn voorhoofd fronste. Hoelang had Ellsworth ervoor nodig gehad om haar
sprankeling te doven?
‘Wat?’ vroeg ze met een blik mijn kant op.
‘Je lijkt op deze foto’s in niets op De IJskoningin,’ zei ik zachtjes. ‘Ik begrijp
niet hoe iemand je zo onterecht voor kil kan aanzien.’
‘Ah, terug naar de tijd dat ik hoopvol en naïef was.’ Haar hoofd kantelde toen
ze weer een bladzijde omsloeg en daarmee een regen van bubbels onthulde toen
de bruid en bruidegom zich een weg baanden naar hun auto om op huwelijksreis
te vertrekken. ‘Die bijnaam kwam pas later, maar die eerste keer dat ik ontdekte
dat hij me bedroog…’ Ze zuchtte en bladerde verder. ‘… veranderde er iets.’
‘Paige Parker?’ raadde ik.
Ze snoof. ‘God, nee.’
Mijn aandacht schoot naar haar gezicht, terwijl ze een heleboel bladzijden
tegelijk omsloeg. Jaren.
‘Zo onvoorzichtig was hij niet in die tijd. Actrices zorgen ervoor dat je betrapt
wordt, maar achttienjarige assistenten niet.’ Ze haalde haar schouders op.
‘Hoeveel…’ Het woord was mijn mond al uit voordat ik mezelf kon
tegenhouden. Ik had er absoluut niets mee te maken hoe ongelooflijk kwetsend
Ellsworth was. Als ik met Georgia getrouwd zou zijn, zou ik het veel te druk
hebben haar tevreden te houden in mijn bed om zelfs maar aan iemand anders te
kunnen dénken.
‘Te veel,’ reageerde ze zachtjes. ‘Maar ik was niet van plan oma te vertellen dat
ik niet dezelfde epische liefde had als zij, niet als mij gelukkig zien het enige is
wat ze wilde. En ze had in die tijd net haar eerste hartaanval gehad. En ik denk
dat toegeven dat ik dezelfde fout als mijn moeder had gemaakt… moeilijk was.’
‘Dus bleef je.’ Mijn stem stierf weg toen een volgend stukje van de Georgia-
puzzel op z’n plek viel. Onverzettelijke wil.
‘Ik paste me aan. Het is niet alsof ik er niet aan gewend was om in de steek
gelaten te worden.’ Ze streek met haar duim over een foto en ik keek naar
beneden om een kleurrijke herfstboom te zien op een locatie die ik maar al te
goed kende: Central Park. Georgia stond tussen Damian en Ava in, haar armen
om hen allebei heen geslagen, haar glimlach een schaduw van die van een paar
jaar daarvoor. ‘Er is een waarschuwing, een geluid dat je hart maakt de eerste
keer dat het beseft dat het niet langer veilig is bij de persoon die je vertrouwde.’
Mijn kaak verstrakte.
Ze sloeg weer een bladzijde om, een volgend chic evenement. ‘Het is niet zo
duidelijk of onpersoonlijk als een breuk of een barst. Trouwens, die zijn
makkelijk te repareren, als je alle stukjes nog hebt. Een ziel volledig
verpletteren, dát vereist een bepaalde mate van… persoonlijk geweld. Je oren
vullen zich met een wanhopige,’ volgende bladzijde, ‘schorre,’ volgende
bladzijde, ‘snik. Alsof je snakt naar adem, stikt in het openbaar. Gewurgd wordt
door het leven en de verrotte, egoïstische beslissingen van iemand anders.’
‘Georgia,’ fluisterde ik terwijl mijn maag zich omdraaide, mijn borst strak
samentrok bij de kwelling en boosheid in haar woorden en zij ondertussen stopte
bij een foto van de rode-loper-première van The Wings of Autumn. Haar glimlach
was stralend, maar haar ogen stonden mat terwijl ze als een trofee poseerde aan
Damians zijde, allebei de generaties van Stanton-vrouwen rechts van haar. Recht
voor mijn ogen bevroor ze beetje bij beetje, iedere foto een beetje killer dan die
daarvoor.
‘En het gekke is,’ ging ze verder met een licht schudden van haar hoofd en een
volgend spottend lachje, ‘dat je dat geluid niet herkent als wat het is: een
moordaanslag. Je registreert niet wat er eigenlijk gebeurt als de lucht verdwijnt.
Je hoort dat gegorgel en op de een of andere manier overtuigt het je ervan dat de
volgende ademhaling eraan komt, dat je niet kapot bent. Dit is te repareren,
toch? Dus vecht je, klamp je je vast aan het beetje lucht dat er is.’ Haar ogen
vulden zich met onvergoten tranen, maar ze duwde haar kin omhoog en drong ze
terug terwijl de bladzijden met iedere zin voorbijvlogen. ‘Je vecht en je knokt
omdat dit voorbestemde, diepgewortelde ding dat je liefde noemt, weigert neer
te gaan met een enkel schot. Dat zou veel te barmhartig zijn. Echte liefde moet
eruit worden gewurgd, onder water worden gehouden tot ze stopt met schoppen.
Dat is de enige manier om haar te vermoorden.’
Ze bladerde en bladerde verder, het album een kleurige caleidoscoop aan foto’s
die ze duidelijk zorgvuldig had uitgekozen om aan Scarlett op te sturen en zo de
leugen van een gelukkig huwelijk te construeren.
‘En wanneer je het eindelijk weet, eindelijk stopt met vechten, ben je te ver
heen om terug naar de oppervlakte te keren om jezelf te redden. De
toeschouwers zeggen dat je moet blijven zwemmen, dat het maar een gebroken
hart is, maar die kleine flikkering die nog van je ziel over is kan niet eens
drijven, laat staan watertrappelen. Dus moet je een keuze maken. Je laat jezelf
sterven terwijl ze je ervan beschuldigen dat je zwak bent of je leert het verdomde
water in te ademen en dan noemen ze je een monster om wat je bent geworden.
IJskoningin, inderdaad.’
Ze stopte bij de laatste foto, bijna een kopie van de eerste première, slechts een
paar maanden voor Scarletts overlijden genomen. De rest van de pagina’s in het
album waren vernietigend leeg.
Mijn handen balden zich tot vuisten. Ik had nooit iemand zo verrot willen slaan
als Damian Ellsworth. ‘Ik zweer dat ik je nooit zo zou kwetsen zoals hij heeft
gedaan.’ Ik benadrukte ieder woord, in de hoop dat ze mijn overtuiging
registreerde.
‘Ik heb nooit gezegd dat hij dat heeft gedaan,’ fluisterde ze en er vormden zich
twee rimpels tussen haar wenkbrauwen toen ze me verward aankeek.
De deurbel ging, waardoor we allebei schrokken.
‘Ik doe wel open,’ bood ik aan en ik kwam overeind.
‘Ik ga wel.’ Ze krabbelde overeind en het fotoalbum gleed van haar schoot toen
ze me voor was en nauwelijks stopte voordat ze naar de deur vloog, behendig de
stapels met foto’s ontwijkend.
Vanuit de deuropening keek ik toe hoe ze voor een pakketje tekende. Als ik
hier net niet naast haar had gezeten, had ik nooit kunnen vermoeden dat ze vlak
daarvoor haar verhaal eruit had gegooid. Haar opgepoetste lach was volop in
beeld toen ze een beleefd praatje met de chauffeur maakte.
Ze nam een flinke doos aan, zei gedag en sloot de deur met haar heup, voordat
ze hem op de sidetable zette.
‘Hij is van de advocaten,’ zei ze met een grijns en even vroeg ik me af of ze
haar verstand had verloren. Niemand was zó blij om een doos van zijn advocaten
te ontvangen. ‘Wacht even; ik heb een schaar nodig.’
‘Hier.’ Ik stapte naar voren, trok mijn Gerber uit mijn zak en opende het mes,
zodat ik hem aan kon reiken. ‘Ik dacht dat je pas over twee weken in de nieuwe
werkplaats terechtkon?’ Ik kon niet wachten om te zien wat ze had gecreëerd.
‘Bedankt.’ Ze pakte het mes aan en sneed het pakket met een kinderlijke
opwinding open. ‘Het is niet voor de werkplaats. Ze stuurt me iedere maand
iets.’
‘Je advocaat?’
‘Nee, oma.’ Haar lach was stralender dan ik ooit eerder bij haar had gezien toen
ze de flappen van de doos opentrok. ‘Ze heeft instructies en cadeaus
achtergelaten. Tot nu toe is het er een per maand, maar ik weet niet voor hoelang
ze dat heeft gepland.’
‘Dat is het coolste wat ik ooit heb gehoord.’ Ik nam de Gerber terug van haar
aan, klapte het blad weg en liet hem in de zak van mijn cargobroek glijden.
‘Dat is het zeker,’ stemde ze in terwijl ze de envelop van een kaart
openscheurde. ‘Allerliefste Georgia, nu ik er niet meer ben, is het aan jou om de
heks des huizes te zijn, waar je ook mag zijn. Ik hou van je met heel mijn hart.
Oma.’
Mijn wenkbrauwen schoten omhoog bij het horen van de heks-opmerking, tot
Georgia in de lach schoot en een heksenhoed uit de doos trok.
‘Ze verkleedde zich altijd als heks om met Halloween snoep uit te delen aan de
kinderen.’ Ze zette de hoed op haar hoofd, over haar knot heen, en grabbelde in
de doos.
Juist. Over twee weken was het Halloween. De tijd vloog, mijn deadline steeds
dichterbij, en ik had nog steeds niets. Erger nog, ik had nog maar zes weken over
met Georgia als ik het manuscript op tijd inleverde, wat het geval zou zijn.
‘Ze stuurde je een heksenhoed en een doos Snickers?’ vroeg ik. Op dat
moment, terwijl ik in de doos gluurde, voelde ik me vreemd verbonden met
Scarlett Stanton.
Georgia knikte. ‘Wil je er een?’ Ze plukte een reep uit de doos en zwaaide
ermee.
‘Absoluut.’ Ik wilde Geórgia, maar ik zou genoegen nemen met de reep.
‘Ze waren oma’s favoriet,’ zei ze terwijl we onze wikkels lostrokken. ‘Ze zei
dat ze in Engeland Marathon heetten. Ik zou je niet kunnen vertellen op hoeveel
bladzijdes van haar manuscripten er kleine chocolade vingerafdrukken op de
hoekjes zitten.’
Ik beet in de reep en kauwde erop terwijl ik Georgia terug naar het kantoor
volgde. ‘En dat allemaal op die typemachine.’
‘Yep.’ Ze keek naar me, haar hoofd gekanteld, en bestudeerde me aandachtig.
‘Chocola op mijn gezicht?’ vroeg ik terwijl ik nog een hap nam.
‘Je zou de rest van het boek hier moeten schrijven.’
‘Dat doe ik ook, weet je nog? Ik ga echt niet terug naar New York zonder een
afgerond manuscript. Ik ben er vrij zeker van dat Adam me niet eens het
vliegtuig uit zou laten komen.’ Op het moment ontwijk ik zelfs zijn telefoontjes.
Het zou niet lang duren voordat hij ook hier zou opduiken, als ik niet een keer
opnam.
‘Ik bedoel… híér hier,’ zei ze, gebarend naar Scarletts bureau. ‘Oma’s kantoor
híér. Het is waar zij eraan heeft gewerkt.’
Ik knipperde met mijn ogen. ‘Wil je dat ik het boek hier af schrijf?’ De
woorden kwamen er langzaam uit, struikelend over mijn eigen verwarring.
Ze nam nog een hap en knikte, waarna ze de kamer rondkeek. ‘Hm-m.’
‘Ik schrijf niet altijd op vaste tijden…’ Maar ik zou wel iedere dag dicht bij
Georgia zijn.
‘Dus? Je hebt een sleutel. Ik zal niet altijd thuis zijn, niet nu ik de werkplaats ga
inrichten. En als het een keer belachelijk laat wordt, kun je de logeerkamer
gebruiken.’ Ze haalde haar schouders op en sprong over twee stapels foto’s op
weg naar het bureau. ‘Hoe meer ik erover nadenk, hoe beter het lijkt te passen.’
Ze stapte achter het bureau en trok de stoel er onder vandaan. ‘Kom, probeer
eens of dat past.’
Ik nam de laatste hap van mijn reep en gooide aarzelend de wikkel in de
prullenbak naast het enorme kersenhouten bureau. Dat was Scarletts bureau.
Scarletts typemachine. ‘Je beschermt dat ding alsof het het Resolute-bureau uit
het Witte Huis is, met je onderzetters en zo.’
‘O, jij zult ook onderzetters moeten gebruiken. Daar valt niet over te
onderhandelen.’ Ze klopte op de hoge rug van de stoel en lachte. ‘Kom op, ik bijt
niet.’
‘Juist.’ Ik liep om de hoek van het bureau heen en liet me in de bureaustoel
zakken. Toen trok ik mezelf naar voren, zodat ik aan het bureau kwam te zitten.
Georgia’s laptop lag dichtgeklapt aan mijn rechterkant, maar links van me stond
de befaamde typemachine.
‘Als je de neiging voelt…’ Georgia liet haar vingers over de toetsen gaan.
‘Nee, dank je. Ten eerste, waarschijnlijk sloop ik hem, en ten tweede verbeter
ik mezelf veel te vaak om zelfs maar te overwegen een typemachine te
gebruiken. Dat is te hoog gegrepen, zelfs voor mij.’ Mijn ogen vielen op de doos
op de rand van het bureau. Er stond met een dikke, zwarte marker ‘onafgerond’
op geschreven. ‘Is dat…’
‘Het origineel? Ja.’ Ze schoof de doos mijn kant op. ‘Ga je gang. Maar hierover
blijf ik bij mijn standpunt. Het origineel blijft hier.’
‘Staat genoteerd.’ Ik pakte het deksel eraf en plaatste toen de stapel papieren op
het gladde oppervlak van het bureau. Ze had deze bladzijdes zelf getypt en ik
stond op het punt ze af te ronden. Onwerkelijk.
Het manuscript was dik, maar het was niet alleen het woordenaantal waardoor
het zo’n stapel was, ook het papier zelf. Ik bladerde er snel doorheen. ‘Dit is
geweldig.’
‘Ik heb nog drieënzeventig van dat soort dozen,’ plaagde ze, leunend tegen het
bureau.
‘Je kunt het haar echt zíén schrijven, daarna wijzigen. Er zit verschil in hoe oud
het papier is. Zie je?’ Ik hield twee bladzijdes van hoofdstuk twee omhoog,
waarin Jameson Scarlett net had benaderd op de plek waar ze met Constance had
gezeten. ‘Deze bladzijde moet het origineel zijn geweest. Het is verouderd en de
kwaliteit van het papier is minder. Deze bladzijde,’ ik wapperde er zachtjes mee
en mijn lippen krulden op bij het zien van de chocoladevlek in de hoek, ‘kan niet
meer dan tien jaar oud zijn.’
‘Klinkt logisch. Ze herschreef graag, voegde er altijd woorden aan toe.’
Georgia zette haar handen op de rand van het bureau. ‘Persoonlijk denk ik dat ze
ervan hield hier te leven, tussen de bladzijdes met hem. Steeds weer kleine
beetjes aan herinneringen toevoegend, zonder de deur ooit helemaal te sluiten.’
Dat was iets wat ik kon begrijpen. Wanneer ik een boek afrondde, betekende
dat afscheid nemen van de personages. Maar voor Scarlett waren het niet zomaar
personages. Het was haar zus geweest. Haar zielsverwant. Ik las een paar zinnen
van de eerste bladzijde, toen de tweede. ‘Verdorie, je kunt gewoon zien hoe ze
zich ontwikkelt.’
‘Echt?’ Georgia verschoof een stukje en draaide haar hoofd zodat ze de
bladzijdes kon zien.
‘Ja. Iedere schrijver heeft een specifieke flow in zijn zinsopbouw. Kijk hier.’ Ik
wees naar een plek op de eerste pagina. ‘Enigszins haperend. Terwijl ze hier,’ ik
selecteerde een andere passage op de tweede, ‘vloeiender schreef.’ Ik durfde er
mijn leven om te wedden dat de eerste bladzijdes het meest leken op de stijl van
haar eerste werken. Ik keek op en trof Georgia’s ogen op me.
Ze mislukte erin een glimlach te onderdrukken.
‘Wat?’ vroeg ik en ik stopte de bladzijdes op de juiste plek terug in het
manuscript.
‘Nu heb je wel chocola op je gezicht.’ Ze lachte zachtjes.
‘Fantastisch.’ Ik veegde met mijn hand over de stoppels het dichtst bij mijn
mond.
‘Hier.’ Ze verschoof op het bureau, de blote huid van haar benen streek tegen
de mijne.
Plotseling wilde ik dat ik een korte broek had aangetrokken. Ik gleed ietsjes
naar achteren, in de hoop dat ze dichterbij zou komen.
Ze vulde de ruimte tussen mijn knieën, vouwde haar hand om de zijkant van
mijn gezicht en streek met haar duim over het stukje huid vlak onder mijn
mondhoek. Mijn hartslag versnelde iets en mijn lichaam verstrakte.
‘Daar,’ fluisterde ze, maar ze haalde haar hand niet weg.
‘Bedankt.’ Haar aanraking was warm en het vergde alles van me om er niet in
te leunen. Verdomme, ik wilde haar, en niet alleen haar lichaam. Ik wilde in haar
hoofd komen, voorbij de muren waar zelfs George R.R. Martin trots op zou zijn.
Ik wilde haar vertrouwen, simpelweg om te kunnen bewijzen dat ik dat waardig
was.
Ze streek met het puntje van haar tong over haar onderlip.
Mijn zelfbeheersing hing aan een zijden draad en de blik in haar ogen trok
langzaam aan de uiteinden ervan, de strengen ontrafelend.
Nog steeds verroerde ze zich niet.
‘Georgia.’ Haar naam kwam eruit als zowel een smeekbede als een
waarschuwing.
Ze kwam dichterbij. Niet dichtbij genoeg.
Mijn handen vonden de rondingen van haar middel en ik trok haar zo dichtbij
als de stoel toestond.
Haar ademhaling stokte toen ze licht naar adem hapte en het stuurde al het
bloed in mijn lijf rechtstreeks naar mijn pik. Hou je in, verdomme. Ze liet haar
hand via mijn kaak in mijn haar glijden.
Mijn greep op haar middel verstrakte door de dikke stof van haar trui heen.
‘Noah,’ fluisterde ze terwijl ze haar andere hand omhoogbracht om de
achterkant van mijn nek vast te pakken.
‘Wil je dat ik je kus, Georgia?’ Mijn stem klonk ruw, zelfs in mijn eigen oren.
Er was geen misverstand mogelijk. Geen gemengde signalen. Er stond te veel op
het spel en voor deze ene keer was het niet mijn carrière waar ik aan dacht.
‘Wil jij mij kussen?’ daagde ze me uit.
‘Meer dan ik mijn volgende ademhaling wil.’ Mijn blik zakte naar die
ongelooflijke mond en haar lippen weken uiteen.
‘Mooi, want…’
Haar telefoon rinkelde.
Dit ging je niet menen.
Ze verschoof, leunde dichterbij.
Weer gerinkel.
‘Niet…’ begon ik.
Met een grom rukte ze haar mobiel uit haar kontzak en haar adem stokte toen
ze met samengeknepen ogen naar het scherm tuurde. Ze veegde agressief over
het apparaat om op te nemen en bracht het toen naar haar oor.
‘… opnemen,’ maakte ik mijn zin met een zucht af en ik liet mijn hoofd
achterover tegen de stoel vallen.
‘Wat moet je in godsnaam, Damian?’
20
Juli 1941
North Weald, Engeland
‘Zo is het beter, toch?’ vroeg Scarlett terwijl ze de knopen van haar uniformjasje
door de knoopsgaten duwde. Ze zou het niet veel langer kunnen verbergen. Ze
wist niet eens zeker of ze het nú zelfs wel zo effectief verborg.
Jameson leunde tegen de deurpost van hun slaapkamer, zijn mond in een
strakke lijn geperst.
‘Ik heb iedere centimeter uitgelegd,’ mompelde Constance terwijl ze een beetje
aan de zoom trok. ‘Misschien kunnen we een grotere maat vragen?’
‘Alweer?’ Scarletts wenkbrauwen gingen omhoog terwijl ze haar spiegelbeeld
in de ovale spiegel boven op de ladekast in zich opnam.
Constance kromp ineen. ‘Dat is waar. De eerste keer keek de medewerker van
de bevoorrading naar me alsof ik haar rantsoen had gejat.’
Het uniform was krap, stond strak bij niet alleen de naden over haar buik, maar
ook bij haar heupen en borsten.
‘Ik heb een idee,’ zei Jameson vanuit de deuropening en hij sloeg zijn armen
voor zijn borstkas over elkaar.
‘Laat maar horen,’ reageerde Scarlett terwijl ze de zijkanten van haar jasje van
onderen, waar geen knopen zaten, naar elkaar trok.
‘Je zou hun kunnen vertellen dat je vijf maanden zwanger bent.’
Met een opgetrokken wenkbrauw ontmoette ze zijn blik in de spiegel.
Hij lachte niet.
Constance’ blik schoof tussen hen heen en weer. ‘Oké. Ik ben… ergens anders!’
Jameson stapte opzij, zodat ze erlangs kon. Toen sloot hij de deur en leunde
ertegen. ‘Ik meen het.’
‘Dat weet ik,’ zei ze zachtjes terwijl ze haar hand over de bolling van haar buik
liet gaan. ‘Maar je weet wat ze dan zullen doen.’
Hij liet zijn hoofd achterovervallen, die tegen de deur bonkte. ‘Scarlett, liefje.
Ik weet dat je werk belangrijk is, maar kun je me eerlijk zeggen dat het je niet
sloopt om acht uur lang op je benen te staan? De stress? Het werkrooster?’
Hij had gelijk. Iedere ochtend wanneer ze haar ogen opende, was ze al uitgeput.
Het deed er niet toe hoe moe ze was; er was geen tijd om te rusten.
Maar als ze het zou vertellen – haar baan opzegde – wat zou ze dan nog zijn?
‘Wat moet ik dan de hele dag doen?’ vroeg Scarlett, die met haar vingers over
de opgehoogde lijnen van haar rang op haar schouder streek. ‘De afgelopen twee
jaar had ik richting in mijn leven. Ik kon iets betekenen en had een doel. Ik heb
dingen bereikt en mezelf ingezet voor de oorlog. Dus wat wil je dat ik doe? Ik
ben nooit huisvrouw geweest.’ Ze slikte in de hoop de brok daar weg te krijgen.
‘En ik ben al helemaal nog nooit moeder geweest. Ik weet van beide niet hoe dat
moet.’
Jameson liep verder de kamer in en ging op de rand van het bed zitten. Hij
greep de heupen van zijn vrouw beet en trok haar tussen zijn gespreide benen.
‘Daar komen we samen wel achter.’
‘We,’ zei ze zachtjes en ze trok een gezicht. ‘Voor jou verandert er niets,’
fluisterde ze. ‘Jij gaat nog steeds naar je werk, vliegt nog steeds, vecht nog
steeds in deze oorlog.’
‘Ik weet dat dit niet is wat je wilde…’ Zijn gezicht betrok.
‘Daar gaat het niet om,’ stelde ze hem snel gerust en ze verstrengelde haar
vingers achter in haar mans nek. ‘Ik hoopte alleen dat ik er klaar voor zou zijn.
Ik hoopte dat de oorlog voorbij zou zijn, dat we geen kind in een wereld hoefden
te brengen waar ik me iedere avond zorgen maak of je thuiskomt of dat er een
bom op ons huis valt terwijl hij ligt te slapen.’ Ze pakte zijn handen en legde ze
op de bolling van haar buik. ‘Ik wil deze baby, Jameson. Ik wil ons gezin. Ik
wilde er alleen klaar voor zijn en dat ben ik niet.’
Jamesons handen streken over haar buik zoals hij iedere dag deed wanneer hij
hun kind gedag zei voordat hij vertrok om te gaan vliegen. ‘Ik denk niet dat
iemand er ooit klaar voor is. En nee, deze wereld is niet veilig voor háár. Nog
niet. Maar ze heeft twee ouders die keihard knokken om dat te veranderen. Om
het veilig voor haar te maken.’ Zijn mondhoeken krulden op toen hij naar zijn
vrouw keek. ‘Ik ben ongelooflijk trots op je, Scarlett. Je hebt alles gedaan wat je
kunt. Je kunt de voorschriften niet veranderen. Het enige wat je kunt doen is dat
gevecht thuis voortzetten. Ik weet dat je een fantastische moeder zult zijn. Ik
weet dat mijn rooster onvoorspelbaar is en dat ik nooit weet wanneer ik precies
thuis zal komen.’ Als hij al thuis zou komen, dacht ze. ‘Ik weet dat het grootste
deel op jou neer zal komen, maar ik weet ook dat je de uitdaging aankunt.’
Ze trok een wenkbrauw op. ‘Daar ga je weer. Je bent er zo van overtuigd dat
onze baby een meisje is. Dat zal je zoon je niet in dank afnemen wanneer hij
geboren is.’
Jameson lachte. ‘En daar ga jij weer. Jij bent ervan overtuigd dat onze dochter
een jongen is.’ Hij leunde naar voren en bracht zijn mond vlak boven haar buik.
‘Hoor je dat, zonnestraaltje? Mama denkt dat je een jongen bent.’
‘Mama weet dat je een jongen bent,’ verbeterde Scarlett hem.
Jameson kuste haar buik en trok Scarlett toen dichter naar zich toe, zodat hij
een kus op haar lippen kon drukken. ‘Ik hou van je, Scarlett Stanton. Ik hou van
elk klein detail van je. Ik kan niet wachten om een klein stukje van ons samen
vast te houden, om die prachtige blauwe ogen in ons kind terug te zien.’
Ze haalde haar vingers door zijn haar. ‘En wat als hij jouw ogen heeft?’
Jameson glimlachte. ‘Zowel jou als je zus gezien hebbende, zou ik zeggen dat
jullie weleens zeer dominante genen op het vlak van ogen zouden kunnen
hebben.’ Hij kuste haar nogmaals, langzaam. ‘Je hebt de meest prachtige ogen
die ik ooit heb gezien. Het zou zonde zijn als die niet doorgegeven zouden
worden. We kunnen ze Wright-blauw noemen.’
‘Stanton-blauw,’ corrigeerde ze hem en er begon iets in haar te verschuiven,
haar klaarmakend voor de verandering die ze niet langer kon vermijden door
ontkenning. ‘Ik kan nog steeds niet koken. Zelfs na al die maanden ben jij er
beter in dan ik. Ik weet alleen hoe ik een fantastisch feest moet geven en
vliegtuigen moet plotten bij dreigende luchtaanvallen.
Ik wil niet falen.’
‘Dat zul je niet. Dat zullen we niet. Hoeveel jij en ik ook van elkaar houden,
kun je je voorstellen hoeveel we van dit kindje gaan houden?’ Zijn lach was
stralender dan ooit en net zo aanstekelijk.
‘Nog maar een paar maanden,’ fluisterde ze.
‘Nog maar een paar maanden,’ herhaalde hij. ‘Dan gaan we een nieuw avontuur
aan.’
‘Alles zal veranderen.’
‘Niet hoeveel ik van je hou.’
‘Beloof je dat?’ vroeg ze terwijl ze met haar vingers de lijn van zijn kraag
volgde. ‘Je werd verliefd op een WAAF-officier, wat ik, vanwege de pasvorm
van dit uniform, volgende week niet meer zal zijn. Het lijkt er niet op dat jij hier
degene bent die mazzel heeft met onze deal.’ Hoe kon hij van haar houden als ze
zichzelf niet was?
Hij trok haar nog dichterbij, zodat hij de rondingen van haar lichaam tegen dat
van hem kon voelen. ‘Ik hou van je in welke rol dan ook. Welk uniform je maar
wilt dragen. Wat je maar wilt zijn. Ik zal van je houden.’
Dat was een belofte waaraan ze zich later die dag zou vasthouden, toen ze voor
section leader Robbins stond in haar kantoor, te friemelen met haar pet na haar
dienst.
‘Ik vroeg me al af wanneer je naar me toe zou komen,’ zei Robbins en ze
gebaarde naar de stoel voor het bureau.
Scarlett nam plaats en herschikte haar rok.
‘Eerlijk gezegd verbaast het me dat je het zo lang hebt volgehouden.’ Robbins
schonk haar een begripvolle glimlach. ‘Ik dacht dat je hier een maand geleden al
zou zijn.’
‘Wist u het?’ Scarletts handen vlogen naar haar buik.
Robbins trok een wenkbrauw op. ‘Je hebt twee maanden aan een stuk
overgegeven. Ik wist het. Het leek me het best je de kans te geven zelf tot de
conclusie te komen en, heel egoïstisch, ik wilde je houden. Je bent een van mijn
beste meisjes. Dat gezegd hebbende, ik ging je nog maar twee weken geven
voordat ik zelf iets zou hebben gezegd.’ Ze opende een bureaula en haalde er een
aantal papieren uit. ‘Ik heb je ontslagpapieren klaar. Je hoeft ze alleen maar naar
het hoofdkwartier te brengen.’
‘Ik wil niet ontslagen worden,’ bekende Scarlett zachtjes. ‘Ik wil mijn werk
doen.’
Robbins bestudeerde haar nauwlettend en zuchtte. ‘En ik wilde dat je dat kon.’
‘Er is niets wat ik kan doen?’ Haar hart kromp ineen, voelde alsof het in tweeën
werd gekliefd.
‘Je kunt een geweldige moeder worden. Scarlett. Groot-Brittannië heeft meer
baby’s nodig.’ Ze schoof de papieren over het bureaublad. ‘Je zult zeer worden
gemist.’
‘Dank u wel.’ Scarlett rechtte haar schouders en pakte toen haar
ontslagpapieren op.
En zo was het ineens voorbij.
Er klonk een gestaag, dof gezoem in haar oren toen ze haar ontslagpapieren
indiende. Het vervaagde niet tot ze voor de spiegel in haar slaapkamer stond,
starend naar een spiegelbeeld dat niet langer met recht van haar was.
Ze zette haar pet eerst af en plaatste hem op de ladekast. De schoenen waren
het volgende. Toen de kousen.
Ze tilde twee keer haar handen op naar de riem van haar jasje voordat het haar
lukte hem los te maken.
Dit uniform had haar een vrijheid geschonken die ze anders nooit zou hebben
ervaren. Ze zou zich nooit tegen haar ouders hebben verzet zonder het
zelfvertrouwen dat ze had verkregen door de lange dagen en nachten van haar
diensten. Ze zou nooit hebben ingezien dat ze meer waard was dan een mooi
pronkstuk.
Ze zou Jameson nooit hebben ontmoet.
Haar vingers trilden bij de eerste knoop. Zodra ze het jasje zou uittrekken, was
het klaar. Er zouden geen diensten meer volgen. Geen briefings. Geen
geglimlach meer als ze over straat liep, trots als ze was omdat ze haar aandeel
leverde. Het waren niet zomaar kleren; ze waren de fysieke manifestatie van de
vrouw die ze was geworden, het zusterschap waar ze bij hoorde.
Ze hoorde geschuifel achter zich en ze sloeg haar ogen op in de spiegel achter
zich om Jameson op precies dezelfde plek te zien staan als waar hij vanmorgen
had gestaan, leunend in de deuropening, maar in plaats van zijn geperste
uniform, droeg hij nog steeds zijn vliegenierspak.
Zijn handen balden zich tot vuisten door de behoefte haar vast te houden, maar
hij hield zijn armen voor zijn borst over elkaar gevouwen. Hij zei niets toen hij
haar zag worstelen met de knopen van haar jasje. Zijn borst stak bij de pijn, de
verloren blik in haar ogen toen ze ze eindelijk losknoopte. Ze moest het haar
section leader vandaag hebben verteld. Ze kleedde zich niet zomaar uit; ze legde
haar functie neer.
Hoe graag hij ook de kamer wilde doorkruisen om haar gerust te stellen, dit
was iets wat ze zelf moest doen, voor zichzelf. Trouwens, hij was er toch al
verantwoordelijk voor zoveel van haar afgenomen te hebben dat hij niet kon
verdragen hier ook deel van uit te maken.
Tranen vulden haar ogen toen ze het jasje uittrok en het netjes opvouwde
voordat ze het op de ladekast legde. Toen volgde haar stropdas, toen haar
overhemd en tot slot stapte ze uit haar rok. Haar handen waren stabiel toen ze
hem op de stapel legde, staand in niets meer dan haar burgerondergoed dat ze
altijd vastberaden was blijven dragen.
Ze slikte en stak toen haar kin in de lucht. ‘En dat was… dat.’
‘Het spijt me zo.’ Zijn woorden kwamen eruit alsof ze over gebroken flessen
heen werden geschraapt.
Ze liep naar hem toe, een en al rondingen en verdrietige ogen, maar toen hun
blikken elkaar ontmoetten, was die van haar rustig. ‘Mij niet.’
‘Jou niet?’ Hij legde zijn hand tegen haar wang, moest haar aanraken.
‘Van niets wat me naar jou heeft gebracht heb ik spijt.’
Hij droeg haar naar het bed en liet haar met zijn lichaam precies zien hoe
gelukkig hij was dat hij haar had gevonden.
Een maand later verwonderde Scarlett zich over de vrijheid die de simpele
wikkeljurk haar schonk terwijl zij en Jameson aan het winkelen waren in een
klein winkeltje in Londen dat was gespecialiseerd in kinderkleding.
Met sommige delen van het burgerleven – zoals niet smelten in haar uniform in
de augustushitte – was ze meer dan blij.
‘Ik wilde dat we dit twee maanden geleden hadden gedaan,’ mompelde
Jameson toen ze de karige rekken met kinderkleertjes in zich opnamen.
‘Het komt wel goed,’ verzekerde ze hem. ‘Hij heeft niet veel nodig in het
begin.’
‘Zij.’ Jameson grijnsde en boog naar voren om haar slaap te kussen.
Vanaf juni was kleding op rantsoen, wat betekende dat ze over een paar
maanden creatief zou moeten zijn… en veel vaker de was zou moeten doen.
Dekens, pyjama’s en luiers; ze hadden heel wat aan te schaffen voordat het
november was.
‘Hij,’ sprak ze hem tegen en ze schudde haar hoofd. ‘Laten we deze nemen om
mee te beginnen.’ Ze overhandigde Jameson twee pyjama’s die voor zowel een
jongen als een meisje konden.
‘Oké.’
Haar gezicht betrok toen ze naar de kleine selectie luiers keek.
‘Wat is er?’ vroeg hij.
‘Ik heb nog nooit een luier omgedaan,’ legde ze uit. ‘Ik weet dat ik spelden
nodig heb, maar ik heb niemand om de rest aan te vragen.’ Ze had haar ouders
nog steeds niet gesproken en het was trouwens niet alsof haar moeder de
kinderverzorging zelf had gedaan.
‘Je kunt altijd een luier-service inhuren,’ zei een jonge medewerkster met een
vluchtige glimlach vanaf het eind van het gangpad. ‘Ze beginnen aardig populair
te worden.’
Jameson knikte terwijl hij erover nadacht. ‘Dan zouden we minder was hebben
en waarschijnlijk wat van jouw we-gaan-nooit-in-staat-zijn-genoeg-te-kopen-
stress wegnemen.’
Scarlett rolde met haar ogen. ‘We hebben het er na het eten over. Ik sterf van de
honger.’
‘Jawel, mevrouw.’ Hij glimlachte naar haar en nam de uitgekozen spulletjes
mee naar de toonbank.
Van alle dingen om over te praten nu hij gedurende achtenveertig kostbare uren
verlof had, stonden luiers niet op haar lijst.
Even later liepen ze hand in hand in de bruisende straat. De bombardementen
waren gestopt… voor nu, maar het bewijs ervan was overal waar ze keek.
‘Is er ergens waar je graag zou willen eten?’ vroeg Jameson terwijl hij zijn pet
met een hand herschikte.
Scarlett zwoor dat ze tenminste drie vrouwen zag zwijmelen bij dat zicht, niet
dat ze het hen kwalijk nam. Haar echtgenoot was ongelooflijk, van zijn kruin tot
de puntjes van zijn tenen. ‘Niet speciaal. Al zou ik er geen bezwaar tegen hebben
terug naar het hotel te gaan en jou als avondeten te hebben.’ Ze hield haar
gezicht zo goed mogelijk in de plooi.
Hij bleef midden op het trottoir staan, waardoor hij de menigte dwong om hen
heen te lopen. ‘Ik regel nu meteen een taxi.’ Zijn lach was een en al hedonisme.
‘Scarlett?’
Scarlett bevroor bij het geluid van haar moeders stem en haar grip op Jamesons
hand verstrakte toen ze zich langzaam omdraaide om haar aan te kijken.
Ze was niet alleen. Scarletts vader stond aan haar zijde en hij keek gedurende
een hartslag net zo geschokt als Scarlett zich voelde, voordat hij erin slaagde zijn
uitdrukking in steen te veranderen, een uitdrukking die ze maar al te goed kende.
‘Jameson, dit zijn mijn ouders, Nigel en Margaret, maar ik weet zeker dat ze
liever hebben dat je hen baron en lady Wright noemt.’ Eindelijk kwamen al die
etiquettelessen die haar waren opgedrongen van pas.
‘Meneer.’ Jameson stapte naar voren en stak zijn hand naar Nigel uit, maar moest
daarbij die van Scarlett loslaten. Dit was dus de beruchte vader waar zijn vrouw
en haar zus zulke gemengde gevoelens over hadden. Hij ging gekleed in een net
geperst pak, zijn donkerblonde en zilverkleurige haar eenvoudig
achterovergekamd.
Haar vader keek naar Jamesons hand en bracht toen zijn blik weer terug
omhoog. ‘Jij bent die Yankee.’
‘Ik ben Amerikaans, ja.’ Jameson kookte, maar kreeg het voor elkaar te
glimlachen terwijl hij zijn hand liet zakken en die van Scarlett weer vastpakte.
Hij kon zich niet voorstellen hoe het moest zijn om zo’n breuk met zijn ouders te
hebben, dus als hij de spanning kon verminderen, zou hij dat doen. Dat was wel
het minste wat zijn moeder van hem zou verwachten. ‘Mevrouw, uw dochter
spreekt vol lof over u.’
Scarlett kneep in zijn vingers bij zijn leugen.
Margaret had dezelfde donkere haren en indringende blauwe ogen als haar
dochters. Sterker nog, de gelijkenis was zo treffend dat hij zich niet aan de
indruk kon onttrekken een glimp op te vangen van hoe Scarlett er over dertig
jaar zou uitzien. Al zou Scarlett niet die kille, strenge trek rond haar mond
hebben. Zijn vrouw was daar veel te warm voor.
‘Je… krijgt een kindje,’ zei haar moeder zachtjes, haar ogen groot toen ze naar
Scarletts buik keek.
De irrationele impuls om voor zijn vrouw te gaan staan volgde direct.
‘Ja, we krijgen een kindje,’ zei Scarlett, haar stem ferm, haar kin omhoog. Hij
was altijd al onder de indruk geweest van haar zelfbeheersing, maar dit was wel
een historisch hoogtepunt. ‘Ik begreep dat je Constance hebt weten over te halen
haar leven weg te gooien?’ Ze stelde de vraag op dezelfde toon als waarop ze
vanmorgen had gevraagd of hij de melk kon aangeven.
Jameson knipperde met zijn ogen en realiseerde zich dat hij op een compleet
ander terrein van oorlogsvoering was beland en waar hij niet de expert was; zijn
vrouw wel.
‘Constance maakt haar eigen keuzes,’ zei Margaret net zo beleefd.
‘Is het een jongen?’ vroeg Nigel en hij staarde naar Scarlett met een
sprankeling van iets in zijn ogen wat naar Jamesons zin iets te veel op wanhoop
leek.
‘Dat kan ik maar moeilijk weten, aangezien ik nog steeds zwanger ben.’
Scarlett hield haar hoofd een tikkeltje scheef. ‘En als hij dat is, zijn het jouw
zaken niet.’
Dit was de vreemdste familie die hij ooit was tegengekomen… en op de een of
andere manier maakte hij er deel van uit.
Scarlett richtte haar aandacht weer op haar moeder. ‘Constance maakt haar
eigen keuzes, maar jij hebt misbruik gemaakt van haar gebroken hart. Jij en ik
weten allebei wat hij met haar zal doen. Je hebt willens en wetens een lam naar
de slachtbank gestuurd en ik zal alles doen wat in mijn macht ligt om haar ervan
te overtuigen dit niet door te zetten.’
Dat was een waarschuwingsschot dat doel trof.
‘Wat mij betreft heb jij de keuze voor haar gemaakt toen jij hem weigerde,’
reageerde haar moeder emotieloos.
En dat was een compleet bombardement.
Scarlett ademde scherp in, wat hem meer dan duidelijk maakte dat haar
moeders woorden een voltreffer waren.
‘Het was prettig jullie te ontmoeten, maar we moeten gaan,’ zei Jameson en hij
tikte tegen zijn pet.
‘Als dat een jongen is, kan hij mijn erfgenaam worden,’ flapte Nigel eruit.
Iedere spier in Jamesons lijf verstrakte, zich klaarmakend voor de strijd. ‘Als
onze baby een jongen is, is hij ónze zoon,’ reageerde hij.
‘Hij is helemaal niets van jou,’ beet Scarlett haar vader met opeengeklemde
kaken toe terwijl ze haar hand beschermend over hun kind legde.
‘Als Constance niet met Wadsworth trouwt, wat jij zo vastberaden lijkt te
willen tegenhouden,’ peinsde haar vader met een achterbakse gloed in zijn ogen,
‘en jij hebt de enige erfgenaam, is de lijn duidelijk. Als ze wel met hem trouwt
en ze kinderen krijgen, is het een andere zaak.’
‘Ongelooflijk.’ Scarlett schudde haar hoofd. ‘Ik doe hier per direct afstand van
mijn recht. Hier, midden op straat. Ik wil die titel niet.’
Nigels blik flitste tussen Scarlett en Jameson heen en weer en toen keek hij
Scarlett met toegeknepen ogen aan. ‘Wat ga je doen als die Yankee zichzelf uit
de lucht laat schieten?’
Scarletts rug verstijfde.
Jameson kon niets inbrengen tegen die mogelijkheid. De levensverwachting
van een piloot was geen jaren, zelfs geen maanden. De kansen waren niet in zijn
voordeel, vooral niet gezien de frequentie waarmee het 71ste missies vloog.
Sinds ze een paar weken geleden van Spitfires waren voorzien, waren ze een van
de top squadrons wat vijandelijke doden betreft.
Hij was slechts een missie verwijderd om een ace te worden… of te worden
neergeschoten.
‘Dan heb je een baby om te onderhouden met een weduwetoelage, aangezien ik
aanneem dat je niet langer je uniform draagt of een eigen inkomen hebt.’
‘Ze redt zich wel,’ bemoeide Jameson zich ermee. Hij had zijn testament
gewijzigd, waardoor Scarlett het stuk land dat van hem was zou erven als hij niet
heelhuids thuis zou komen, maar dat ging hij niet aan haar ouders vertellen.
‘Als dat gebeurt, zul je naar huis komen.’ Haar vader negeerde Jameson
volkomen. ‘Denk erover na. Je hebt geen echte vaardigheden. Kun je oprecht
zeggen dat je naar de fabrieken zou gaan? Wat zou je met je kind doen?’
‘Nigel,’ berispte Margaret hem zachtjes.
‘Je zult naar huis komen. En niet voor jezelf; je gaat nog liever dood dan dat je
ons dat plezier gunt. Maar voor je kind?’
Alle kleur trok uit Scarletts gezicht.
‘We gaan. Nu.’ Jameson keerde haar ouders de rug toe om zo direct tussen hen
in te kunnen gaan staan zonder Scarletts hand los te laten.
‘Ze heeft niet eens een land!’ riep Nigel hen na.
‘Ze zal snel genoeg Amerikaans zijn!’ zei Jameson over zijn schouder terwijl
ze wegliepen.
Scarlett wist haar trots te behouden terwijl Jameson de straat op stapte en een
taxi aanhield. Een zwarte auto stopte langs het trottoir en Jameson opende het
portier, waarna hij eerst Scarlett de auto in hielp. Woede raasde door zijn aderen,
heet en dik.
‘Waarheen?’ vroeg de chauffeur.
‘De Amerikaanse ambassade,’ antwoordde Jameson.
‘Wat?’ Scarlett draaide zich op de bank naar hem toe en de taxi schoot vooruit
het verkeer in.
‘Je hebt een visum nodig. Je kunt hier niet blijven. Onze baby kan hier niet
blijven.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Je vertelde me dat ze kil en monsterlijk waren,
maar dat was…’ Zijn kaak verstrakte. ‘Ik heb geen woorden om te beschrijven
wat daar gebeurde.’
‘Dus je gaat met me naar de ambassade?’ Ze trok een wenkbrauw op.
‘Ja!’
‘Liefje, we hebben onze huwelijksakte of mijn persoonlijke
identificatiepapieren niet bij ons. Ze gaan me niet zomaar een visum geven
omdat jij dat wilt,’ zei ze terwijl ze kalm over zijn hand wreef.
‘Shit!’
De chauffeur keek achterom naar hen, maar reed door.
‘Ik weet dat ze… schokkend zijn. Maar ze hebben niet langer macht over me,
over ons. Jameson, kijk me aan.’
‘Als er iets met mij gebeurt, moet ik weten dat je in Colorado kunt komen.’
Alleen al de gedacht dat ze terug zou gaan naar haar ‘familie’ bracht een
volgende stroom woede bij hem teweeg. ‘We zijn niet arm – tenminste niet in
ons land – en ik heb mijn testament al gewijzigd. Als ik doodga, heb je opties,
maar teruggaan naar die twee is er geen.’
‘Dat weet ik.’ Ze knikte langzaam. ‘Dat zal ik niet doen. Er gaat je niets
overkomen…’
‘Dat weet je niet.’
‘… maar als dat wel zo mocht zijn, ga ik niet terug naar hen. Dat beloof ik.’
Zijn ogen onderzochten de hare. ‘Beloof me dat we het visumtraject opstarten.’
‘Ik ga niet bij je weg!’
‘Beloof. Het. Al was het maar dat je het hebt voor het geval ik kom te
overlijden.’ Hij ging niet toegeven op dit punt, was niet de redelijke, gevoelige
echtgenoot. Ze moest érgens thuishoren als hij neerstortte.
‘Oké. Prima. We starten het traject op. Maar we kunnen er vandaag niets aan
doen. We moeten een afspraak maken…’
Hij kuste haar hard en vlug, gaf er geen moer om dat ze in het openbaar waren
of mogelijk de taxichauffeur in verlegenheid brachten.
‘Dank je wel,’ fluisterde hij, zijn voorhoofd tegen het hare.
‘Kunnen we dan nu terug naar het hotel?’
Hij gaf de veranderde bestemming aan de chauffeur door. De grijns op zijn
gezicht vervaagde niet tijdens hun rit naar het hotel. Hij vervaagde zelfs niet toen
ze de brede trap naar hun kamer beklommen of toen hij hun deur opende.
Zelfs als hij deze oorlog niet zou overleven, zou zij dat wel… en hun kind ook.
‘Wat is dat?’ vroeg Scarlett en ze gebaarde naar een grote doos op het bureau
toen ze de kamer in liepen. Ze was volkomen uitgeput, niet alleen door bij het
winkelen kilometers gelopen te hebben, maar vooral door de ontmoeting met
haar ouders op straat.
‘Ik heb vanmorgen toen je lag te slapen een cadeau voor je gekocht en het laten
bezorgen. Ga je gang.’ Hij dirigeerde haar naar de doos.
‘Een cadeau?’ Ze zette de tas met de babykleren op hun bed en keek hem toen
met een sceptische blik over haar schouder aan. ‘Wat heeft dit allemaal te
betekenen?’
‘Maak nu maar gewoon open.’ Hij sloot de deur en kwam toen bij haar staan,
leunend tegen het bureau om haar aan te kunnen kijken.
‘Ik ben niet eens jarig.’ Ze trok een flap open.
‘Nee, maar het is het begin van een nieuw tijdperk voor jou.’
Ze opende de volgende flap en weer een, tot ze een blik in de ruime doos kon
werpen.
Ze hapte naar adem en haar borst trok samen door wat ze aantrof.
‘Jameson,’ fluisterde ze.
‘Vind je het leuk?’ vroeg hij met een grijns.
Ze liet haar vingers lichtjes over het koele metaal gaan. ‘Het is…’ Geweldig.
Prachtig. Attent. Te veel.
‘Ik dacht dat je misschien wat van die verhalen kunt opschrijven die je altijd
bedenkt met dat fantastische brein van je.’
Een gelukkige lach rolde uit haar keel en ze wierp zich in zijn armen om hem
stevig te omhelzen. ‘Dank je wel. Dank je wel. Dank je wel.’
Hij had een typemachine voor haar gekocht.
21
Georgia
Jameson,
Ik mis je. Hoelang is het geleden dat we brieven hebben geschreven?
Maanden? Ondanks dat we in hetzelfde huis wonen, zorgen jouw
vliegrooster en mijn diensten ervoor dat we elkaar vaak net
mislopen. Het is de zoetste vorm van kwelling om naast je kussen
te slapen, mijn hoofd gevuld met je geur, wetend dat je in de
lucht boven me vliegt. Ik bid dat je veilig bent, dat je dit leest als
ik al naar mijn werk ben, dat je met een glimlach in slaap valt
naast mijn kussen met mijn geur, wensend dat je me kon
vasthouden. Slaap lekker, mijn lief, en misschien ben ik vanmiddag
op tijd thuis, voordat je op weg bent naar de vluchtleiding. Ik hou
van je.
Scarlett
‘Weet je het zeker?’ vroeg Helen, haar toon net zo efficiënt als anders. Oma’s
agent had altijd al weinig ruimte gelaten voor onzin, wat precies de reden was
dat oma haar had uitgekozen nadat de eerste na een carrière van twintig jaar was
overleden.
‘Absoluut,’ verzekerde ik haar terwijl ik de telefoon met mijn andere hand
overpakte en door de hal liep. ‘Ik heb het hem al verteld toen hij een paar weken
geleden belde. Damian krijgt niet meer Scarlett Stanton-rechten dan hij al heeft.
Je weet wat oma van films vond. Het kan me niet schelen hoeveel hij biedt: het
antwoord is nee.’
Ze grinnikte. ‘Dat weet ik inderdaad. Oké dan, geen manuscript voor Ellsworth
Productions.’
Er trok een steek door mijn hart bij het horen van de naam van het bedrijf dat ik
had helpen opbouwen, wat me des te vastberadener maakte om mijn ex helemaal
niets meer te geven.
‘Dank je.’ Ik liep naar de enorme schaal met snoep op de sidetable en vulde
hem aan met een verse voorraad Snickers.
‘Geen probleem,’ zei Helen. ‘Eerlijk gezegd kijk ik ernaar uit hem te melden
dat hij ernaar kan fluiten. Ik denk dat ik hem gelijk bel als wij zijn uitgepraat.
Hoe staat het er trouwens voor met dat manuscript?’
Ik bleef voor de spiegel staan en herschikte mijn heksenhoed een beetje. De
bijkomende bonus liet ik niet aan me voorbijgaan toen ik Noah via de spiegel
achter me aan oma’s bureau zag typen. God, die man liet zelfs schrijven er sexy
uitzien. De mouwen van zijn shirt waren tot boven zijn onderarmen opgestroopt
en zijn voorhoofd was gerimpeld door concentratie terwijl zijn vingers over het
toetsenbord vlogen.
‘Georgia?’ vroeg Helen.
‘Het komt.’ Wat meer was dan ik van mezelf kon zeggen, aangezien ik heel
braaf met mijn handen van de schrijver-in-residentie afbleef. Er ging geen dag
voorbij zonder dat ik dacht aan die bijna-kus of overwoog op zijn schoot te
klimmen voor een herkansing zodat ik op z’n minst een van de dagdromen over
zijn mond op de mijne kon waarmaken. De deurbel ging voor de miljoenste keer
die avond. ‘Ik moet ophangen, Helen; het is een gekkenhuis hier vanavond.’
‘Happy Halloween!’
We hingen op en ik opende de voordeur met een brede lach voor de kinderen.
Halloween was fantastisch. Gedurende één nacht kon je zijn wie je maar wilde,
wat je maar wilde. Heksen, Ghostbusters, prinsessen, astronauten, de Black
Knight van Monty Python, niets was onmogelijk.
‘Een snoepje of ik schiet!’ riepen twee kinderen eensgezind, hun ouders een
eindje verderop wachtend. Halloween-sneeuwstormen kwamen in Poplar Grove
vaker wel dan niet voor.
‘Wat hebben we hier?’ vroeg ik en ik liet me op ooghoogte zakken. ‘Een
brandweerman en een…’ O, god, help, ik had geen idee. Wat was dat voor
kostuum?
‘Een kraai!’ antwoordde de jongen enthousiast, zijn stem enigszins gesmoord
door de sjaal die ongemakkelijk in zijn kostuum was gewurmd.
‘Juist!’ Ik dumpte een grote reep Snickers in beide tassen.
‘Wauw, gaaf Fortnite-kostuum!’ zei Noah achter me. Zijn stem alleen al
veroorzaakte een rilling over mijn ruggengraat. Uiteraard kende hij de
vermomming wel.
‘Bedankt!’ De jongen zwaaide.
‘Dank je wel!’ voegde zijn zus eraan toe.
De twee renden terug naar hun ouders en ze liepen terug over de oprit,
voetstappen achterlatend in de vers gevallen centimeter sneeuw.
‘Ik had niet gedacht dat je zoveel kinderen aan je deur zou krijgen, aangezien je
zo ver buiten de stad woont.’ Noah stapte naar achteren, zodat ik de deur kon
sluiten.
‘Oma gaf altijd grote repen. Dat leverde haar behoorlijk wat volk op.’ Ik zette
het snoep op de sidetable en draaide me naar hem om. ‘Hoe gaat het daar?’
‘Klaar voor vandaag.’ Hij tilde de rand van mijn hoed omhoog, waardoor hij
mijn blik naar zijn ogen trok. ‘En jij? Voel je je een bikkel nadat je vandaag de
deal voor de werkplaats hebt rond gekregen? Want dat ben je.’
‘Misschien een beetje.’ Ik kon een glimlach niet onderdrukken. Het ging echt
gebeuren. ‘En daarnaast heb ik de kleine oven, de opwarmoven en de afkoeloven
besteld. Met welke van de twee einden ben je bezig?’ vroeg ik terwijl ik mijn
lichaam verbood warm te worden, te blozen. Niet dat het ertoe deed; de blik in
die diepbruine ogen vertelde me dat Noah Morelli zich meer dan bewust was van
het effect dat hij op me had. Ik herkende dezelfde behoefte in hem, van de
verzengend hete blikken tot de onschuldige aanrakingen die net lang genoeg
duurden om mijn huid te verschroeien en me lieten hunkeren naar meer.
‘Het mijne,’ antwoordde hij met een schaamteloze grijns.
‘Hmm.’
‘Maak je geen zorgen, ik schrijf jouw jankfestijn daarna.’
‘Schrijnend,’ herinnerde ik hem.
‘Hoe je het ook wilt noemen. Uiteindelijk zal ik je voor me weten te winnen.’ O
ja, dat was een absolute grijns.
‘We zullen zien.’ Na al die weken was dat nog steeds mijn standaardantwoord,
ondanks dat ik meer dan ooit zeker was over het eind waar ik op had
aangedrongen. En wat betreft dat hij me voor zich zou weten te winnen in het
echte leven? Oké, daar had hij me beet.
Hij keek door de hal en stapte toen de woonkamer in.
‘Wat zoek je?’ vroeg ik.
‘Ik besef ineens dat ik de platenspeler nooit heb gezien.’
‘Die ga je ook niet zien,’ zei ik met een schouderophalen. ‘Oma zei dat hij
kapot was gegaan of zoiets, ergens in de jaren vijftig.’
‘Dat is zonde.’ Teleurstelling verscheen op zijn gezicht. De deurbel ging weer
en hij pakte de snoepschaal met een tedere glimlach. ‘Deze keer ga ik wel.’
Toekijken hoe Noah snoep uitdeelde aan een volgend groepje kinderen maakte
mijn binnenste tot pap. Noem het biologie of het resultaat van honderden of
duizenden jaren aan evolutie, maar goed met kinderen om kunnen gaan was…
nou, ronduit sexy.
‘Wil je dat ik je verder met rust laat?’ vroeg hij nadat hij de deur had gesloten.
Er klonk geen verwachting in de vraag door, wat het alleen maar des te
opwindender maakte. Hij was een regelrechte flirt, maar pushte nooit voor meer,
zelfs niet nadat ik hem bijna had gekust in het kantoor.
Je had hem moeten kussen in het kantoor, jij masochist. Kijk nou naar hem.
‘Helemaal niet.’ Dat was het probleem. Het deed er niet toe hoeveel tijd ik met
Noah spendeerde, ik wilde altijd meer. ‘Waarom blijf je niet nog wat langer?’
‘Graag.’ Zijn stem klonk zachter.
Ik knikte en scheurde mijn blik van hem los, voordat hij te veel zag.
Het was halfnegen voordat de laatste snoep-of-ik-schieters waren gekomen en
gegaan.
‘Meer zullen er niet komen,’ zei ik terwijl de staande klok een keer sloeg.
‘Kun je in de toekomst kijken?’ vroeg Noah met een flauwe glimlach.
‘Mocht ik willen,’ snoof ik. Als ik in de toekomst kon kijken, zou ik weten
waar ik in godsnaam mee bezig was, terwijl ik daar geen flauw idee van had.
Ik wilde hem. Dat was makkelijk genoeg te verklaren. Maar dit… Wat dit ook
was, het ging veel verder dan lichamelijke behoefte. Ik vond hem aardig, bracht
graag tijd met hem door, praatte graag met hem, vond het heerlijk om uit te
vogelen wat hem aan het lachen maakte. Wat dat betreft was dit al zo veel
gevaarlijker dan aantrekkingskracht. Ik had hem mijn leven en oma’s verhaal al
toevertrouwd. Ik zat er angstaanjagend dichtbij om hem als vriend te
vertrouwen… misschien zelfs als geliefde. ‘Het is een regel van de stad,’ legde
ik uit terwijl ik mijn heksenhoed afzette. ‘Een snoepje of ik schiet eindigt om
halfnegen.’
‘Hebben jullie serieus een regel voor het een-snoepje-of-ik-schiet-festijn?’ Zijn
wenkbrauwen gingen omhoog.
‘Inderdaad.’ Ik knikte. ‘Net zo vergezocht als regels over zonneweringen, maar
we hebben ze. Welkom in het leven in een klein stadje.’
‘Fascinerend,’ mijmerde hij terwijl zijn telefoon overging. Hij pakte hem uit
zijn zak en keek op het scherm. ‘Shit,’ mompelde hij. ‘Het is mijn agent.’
‘Je mag hem gerust in het kantoor opnemen, als je wilt,’ bood ik aan.
Zijn voorhoofd fronste. ‘Weet je het zeker? Ik wil je niet vastleggen als je
spannende Halloween-plannen mocht hebben?’
‘Misschien hou ik er wel van om vastgelegd te worden,’ zei ik met een zo
uitgestreken mogelijk gezicht.
Hij trok een enkele wenkbrauw op en zijn ogen kleurden donkerder.
‘Neem je telefoontje aan.’ Ik onderdrukte een grijns. Blijkbaar was hij niet de
enige hier die kon flirten.
‘Problemen. Georgia Stanton, jij betekent ronduit problemen.’ Hij blies zijn
adem uit en veegde toen over het scherm om op te nemen terwijl hij oma’s
kantoor in liep.
Ik moest er echt eens mee stoppen het als haar kantoor te zien.
‘Hé, Lou. Wat is er zo belangrijk dat je me vanuit Hawaii belt?’
Hij sloot de deur niet, maar ik liep weg om hem privacy te geven. Een steek
van onrust raakte me vol in mijn borst bij het idee dat hij waarschijnlijk zijn
toekomst aan het bespreken was. ‘Doe niet zo raar,’ mompelde ik tegen mezelf.
Dit was niet Noahs enige toekomstige project. Hij had gedurende de afgelopen
acht jaar twee boeken per jaar uitgebracht. Uiteindelijk zou hij deze afronden.
Uiteindelijk zou hij met het volgende starten. Uiteindelijk zou hij vertrekken.
Iedere dag dat hij werkte, bracht ons dichter bij zijn onvermijdelijke vertrek.
Twee maanden geleden zou ik opgelucht zijn geweest bij die wetenschap, zou ik
de dagen hebben afgeteld tot Noah uit mijn leven was. Nu raasde er een scheut
paniek door me heen bij die gedachte.
Ik wilde niet dat hij ging.
Ik loosde de hoed en stapte de voordeur uit, de ijzige lucht verwelkomend
voordat ik de kaarsen uitblies in de uitgeholde pompoenen die de Engelse club
van de middelbare school me had gegeven. Zij hadden ze de laatste tien jaar
voor oma uitgehold en er enge gezichten uitgesneden. Een snelle blik op de met
sneeuw bedekte oprit vertelde me dat we geen verdwaalde een-snoepje-of-ik-
schieters hadden, dus ik ging terug naar binnen en sloot de deur.
‘Ellsworth bood wát? Alleen om het te zien?’ hoorde ik Noahs luider geworden
stem door de deur van het kantoor. ‘Het manuscript is nog niet eens af.’
Ik bevroor en mijn hart schoot in mijn strot. Hoewel ik wanhopig graag in
beweging wilde komen, mijn oren wilde sluiten voor wat er zou komen, leek ik
niet in staat te handelen. Ik had al tegen Damian gezegd dat er geen enkele kans
bestond dat hij het manuscript in zijn grijpgrage handen zou krijgen en Pasen en
Pinksteren zouden op één dag moeten vallen voordat hij zelfs maar in de buurt
kwam van de uitvoeringsrechten. Helen had vanavond ongetwijfeld dezelfde
boodschap gegeven.
Ik had moeten weten dat hij vervolgens Noah zou benaderen.
Doe het niet. De smeekbede bleef ferm achter mijn tanden verborgen. Als Noah
me zou verraden, was het beter het nu te weten.
‘Deed hij dat?’ Noahs toon klonk bijna joviaal. ‘Nee, je hebt het juiste gedaan.
Dank je wel.’
Het juiste gedaan? Wat hield dat in? Oké, Noah vond me aardig, maar als ik
iets had geleerd van deze sector was het dat geld altijd persoonlijke genegenheid
overtrof. En hier viel een goddeloze hoeveelheid geld te verdienen.
Noah lachte ongegeneerd. Mijn hartslag schoot omhoog.
‘Dan is het maar goed dat ik nooit heb gewild dat zijn naam aan een van mijn
boeken werd verbonden. En ik ben blij dat we er hetzelfde over denken, Lou.
Het kan me geen zak schelen wat hij zei; ze wil niet dat hij het krijgt. Zelfs niet
om alleen te lezen.’
Ik hield mijn adem in. Misschien…
‘Omdat ik erbij was toen ze zei dat hij kon oprotten. Niet dat ze precies die
woorden gebruikte, maar dat was de strekking en ik kan het haar niet kwalijk
nemen.’
Een trage grijns verspreidde zich over mijn gezicht. Hij koos míj.
Het idee was zo bizar dat het even duurde voordat het tot me doordrong. Hij.
Koos. Mij. Alsof dat besef mijn voeten ontgrendelden, bewoog ik me plotseling
in de richting van het kantoor, duwde de deur helemaal open en ging voor Noah
staan.
Hij zat op de rand van het bureau, een hand op het blad, de andere hield zijn
mobiel tegen zijn oor terwijl hij me recht in de ogen keek. ‘Hij heeft het recht
van eerste weigering?’
‘Ik verkoop de rechten niet, dus het doet er niet toe,’ zei ik terwijl er onder mijn
huid een elektrische lading zoemde als een levende, ademende stroom. Zijn
woorden hadden gedaan wat weken van flirten en seksuele spanning niet voor
elkaar hadden gekregen: mijn laatste beschermingsmuur afgebroken. Ik was er
klaar mee me hiertegen te verzetten.
‘Heb je haar gehoord, Lou?’ Noah lachte om iets wat zijn agent zei. ‘Ja, ik zal
het tegen haar zeggen. Geniet van de rest van je vakantie.’ Hij verbrak de
verbinding en legde de telefoon op het bureau. ‘Ze heeft hem het recht van eerste
weigering gegeven voor toekomstige deals?’ Zijn wenkbrauwen gingen omhoog
van ongeloof.
‘Ze gaf míj destijds het recht van eerste weigering. Ik heb de
productiemaatschappij samen met Damian opgericht, weet je nog? Wat zei je
agent?’ Minder dan anderhalve meter scheidde ons. Iets dichterbij en er zou niet
meer worden gepraat.
‘Dat hij een omhooggevallen eikel is.’ Een van zijn mondhoeken krulde op.
‘Klopt.’ Ik knikte. ‘Wat heeft hij je geboden?’
‘Een contract voor twee van mijn boeken waar geen optierechten op zitten, wat
grappig is, aangezien ik hem eerder al heb afgewezen.’ Noah haalde zijn
schouders op. ‘En dat was alleen nog maar om een blik op het manuscript te
werpen.’
‘Je hebt het niet aan hem gegeven.’
‘Het is niet het mijne om weg te geven.’ De spieren in zijn onderarmen rolden
toen hij de rand van het bureau vastgreep. ‘En ik mag dood neervallen als ik hem
ook maar iets geef, laat staan iets wat van jou is.’
Ik sloot de afstand tussen ons, nam zijn gezicht in mijn handen en kuste hem.
De harde lijnen van zijn mond voelden onmogelijk soepel tegen de mijne toen
onze lippen tegen elkaar botsten, verzachtten, treuzelden.
‘Georgia,’ zei hij tegen mijn mond, mijn naam iets tussen een smeekbede en
een gebed in terwijl hij zich iets terugtrok en mijn ogen zocht.
‘Je hebt me voor je weten te winnen,’ fluisterde ik en mijn handen gleden naar
zijn nek.
Een lach trok over zijn gezicht en toen lagen zijn lippen op de mijne, zijn
handen grepen mijn middel beet en hij trok me tegen zijn sterke lijf.
Mijn adem stokte en mijn lippen weken uiteen voor hem.
Hij draaide een hand door mijn haar en omvatte de achterkant van mijn hoofd
terwijl hij de kus verdiepte en met grondige, zekere strelingen van zijn tong een
claim op mijn mond legde, waardoor ik in vuur en vlam kwam te staan. Een
zacht gejammer dat ik nauwelijks als het mijne herkende, ontsnapte bij de smaak
van chocola en Noah.
Hij kantelde mijn hoofd en kuste me dieper terwijl ik me tegen hem aan
kromde en op mijn tenen ging staan om dichter bij hem te komen. Zijn hand
schoof naar mijn onderrug terwijl hij de lijnen van mijn mond verkende met een
toegelegde focus, alsof er niets anders bestond dan deze kus.
Behoefte kronkelde door me heen, duidelijk in wat het wilde toen de kus maar
doorging en doorging. Noah hield me bij de les, veranderde het tempo – hard en
diep en dan zacht en speels – hapte in mijn onderlip door er zachtjes met zijn
tanden overheen te schrapen en vervolgens met een streling van zijn tong de
steek te verzachten.
Ik was nog nooit zo volledig en grondig betoverd door een kus.
Meer. Ik had meer nodig.
Ik liet mijn handen uit zijn nek zakken om de zoom van zijn shirt beet te
pakken en trok eraan.
‘Georgia?’ vroeg hij tussen twee kussen door.
‘Ik wil je.’ De bekentenis was een fluistering, maar ik had hem uitgesproken. Ik
had mijn waarheid op een presenteerblaadje aangeboden, zodat hij hem kon
accepteren of afwijzen.
‘Weet je het zeker?’ Zijn donkere ogen bestudeerden de mijne met evenveel
hitte als bezorgdheid, met een klein wild randje eraan, alsof zijn zelfbeheersing
net zo flinterdun was als de mijne.
‘Ik weet het zeker.’ Ik knikte, gewoon voor het geval de woorden niet genoeg
waren, en liet mijn tong over mijn opgezwollen onderlip gaan toen er een
onwelkome gedachte door mijn hoofd schoot. ‘Wil jij…’ Dit had de potentie een
van de meest vernederende momenten van mijn leven te worden als ik de
signalen verkeerd had geïnterpreteerd.
‘Wat denk je zelf?’ Hij trok mijn heupen tegen de zijne en ik voelde hoe hard
hij was.
‘Ik zou zeggen van wel.’ Godzijdank.
‘Even voor alle duidelijkheid.’ Zijn vingers streken over de lijn van mijn kaak.
‘Ik wilde je al vanaf de eerste seconde dat ik je in de boekenwinkel zag. Er is
geen moment geweest waarop ik je niet wilde.’ Als zijn woorden me niet hadden
laten smelten, had de intensiteit in zijn ogen het wel gedaan.
‘Mooi.’ Ik grijnsde en trok weer aan zijn shirt.
Hij reikte achter zijn hoofd en trok zijn shirt in een vloeiende beweging uit,
waardoor hij vanaf zijn middel naakt was.
Mijn mond werd droog. Iedere lijn van zijn torso was uitgesneden en de
prachtig gedefinieerde spieren bedekt met een zachte, kuswaardige, met inkt
bewerkte huid. Deze man liet elke fantasie van me uitkomen. Ik liet mijn vingers
over de gebeeldhouwde ribbels van zijn borstkas en buikspieren gaan en met
iedere centimeter die ik aanraakte werd mijn ademhaling oppervlakkiger, om
vervolgens te stokken bij het zicht van die diepe V die in zijn jeans verdween.
Toen ik mijn blik eindelijk terug naar die van hem bracht, liet de honger die ik
daar aantrof mijn knieën knikken.
Hij ving mijn mond in een volgende kus, ontnam me iedere logische gedachte
met elke stoot en streling van zijn tong tegen de mijne.
We lieten elkaar net lang genoeg los om mijn shirt naast dat van hem te laten
belanden en toen smolten onze monden weer samen, alsof het niet zomaar een
kus was, maar zuurstof. Mijn handen vlogen naar de rits van zijn jeans.
Hij greep mijn handen beet. ‘We kunnen het rustig aan doen.’ Zelfs het schorre
geluid van zijn stem wond me op.
‘Tuurlijk. Rustig later. Snel hier. Nu.’ De urgentie die door me heen klauwde
zou niet gestild worden door iets minder dan heet en hard.
Het geluid dat aan hem ontsnapte deed me denken aan een grom, voordat hij
zijn mond over de mijne perste en me wezenloos kuste. We waren een wirwar
van handen en monden, schopten onze schoenen uit voordat Noah mijn kont
beetgreep en me optilde alsof ik niets woog.
Mijn benen wikkelden zich om zijn middel en ik haakte mijn enkels bij zijn
onderrug ineen terwijl hij me het kantoor uit droeg en de trap op liep zonder ook
maar buiten adem te raken. Spanning straalde van zijn spieren toen hij ons door
de gang naar mijn slaapkamer bracht, maar zijn kus wankelde geen moment.
Ik voelde het bed onder mijn rug en Noah hing boven me terwijl zijn handen
onder me gleden om mijn bh los te maken. Toen lag ook die op de grond, snel
gevolgd door mijn jeans.
‘Verdomme, je bent prachtig,’ zei hij eerbiedig voordat hij op zijn knieën ging
zitten en zijn vingers over mijn keel, tussen mijn borsten door en over mijn buik
liet gaan naar de dunne bandjes van mijn ondergoed. Mijn huid tintelde in het
spoor van zijn aanraking.
Ik gaf mezelf mentaal een high-five vanwege het feit dat ik vanmorgen in een
opwelling het roze, kanten slipje had gekozen. Toen was ook dat weg en het kant
werd snel vervangen door zijn mond.
‘Noah!’ schreeuwde ik terwijl ik mijn ene hand in zijn haren klemde en de
andere in de lakens om me enige houvast te geven.
Holy shit, die man z’n tong was mágisch. Hij bewerkte me met meeslepende
strelingen, snelle bewegingen en zelfs een licht schrapen van zijn tanden, mijn
heupen beetgrijpend toen ik onder hem begon te kronkelen. Het genot was te
intens, te verpletterend, te wild en werd alleen maar meer toen hij eerst een, toen
twee vingers in me liet glijden. Ik verstrakte om hem heen en mijn ogen vielen
dicht door de aanval, mijn hals strekte zich terwijl hij me streelde. Zo was het
nog nooit eerder voor me geweest. Nooit. Hoe had ik kunnen leven zonder dit
wanhopige verlangen dat me liet smelten? Ik wilde hem niet gewoon, ik had hem
nódig.
Het vuur dat hij aanwakkerde, verzamelde zich in mijn buik, rolde zich op als
een veer, trok strakker met iedere lik, iedere stoot van zijn vingers, tot mijn dijen
trilden en mijn spieren verstrakten. Toen zoog hij mijn clit tussen zijn lippen en
ik spatte uiteen. Het orgasme spoelde over me heen in lange, krachtige golven
die me zijn naam lieten uitschreeuwen.
Hij drukte een kus op de binnenkant van mijn dij, kroop vervolgens over me
heen met een bevredigde glimlach, alsof híj net het orgasme van zijn leven had
ervaren en niet ik. ‘Ik zou dagen met jou onder mijn tong kunnen doorbrengen
en nog steeds meer willen.’
Die vlam van behoefte flakkerde tot leven, helder en hongerig. ‘Ik heb je
nodig.’ Ik kamde mijn vingers door zijn haar en bracht zijn mond naar de mijne
om hem lang en hard te kussen.
We maakten ons slechts lang genoeg van elkaar los om hem de kans te geven
zich uit te kleden en ik lonkte schaamteloos naar de lijnen van zijn kont toen hij
een condoom uit zijn portemonnee pakte en het leer op de stapel spijkerstof aan
zijn voeten liet vallen.
Ik ging overeind zitten en nam de verpakking van hem over. Ik scheurde het
folie open en rolde het rubber over zijn lengte, waarna ik hem met mijn vingers
om hem heen geklemd een keer streelde voordat hij kreunde en mijn hand in de
zijne nam.
‘Zeg me dat je het zeker weet.’ Zijn woorden klonken afgemeten en laag terwijl
zijn ogen de mijne vonden.
‘Ik weet het zeker.’ Ik gaf een zacht rukje, hem aansporend naar me terug te
komen.
Hij volgde de hint op, kroop over me heen en nestelde zich tussen mijn dijen.
Hij kuste me diep, verkende mijn rondingen met lange, strelende bewegingen
van zijn handen, bleef bij mijn borsten dralen en streek met zijn duimen over
mijn tepels voordat hij de ronding van mijn taille plaagde en mijn heupen
beetpakte. ‘Ongelooflijk. Dat is het enige woord voor jou.’
Met een kus stal hij ieder antwoord dat ik had kunnen geven, dus ik wiegde met
mijn heupen in reactie. Ik voelde hem dik en hard bij mijn ingang.
‘Noah,’ smeekte ik en ik greep zijn schouders beet.
Hij tilde zijn hoofd iets op, hield zijn ogen op de mijne gericht toen hij met zijn
heupen rolde en me centimeter voor langzame centimeter vulde tot ik hem
helemaal in me had en hij me oprekte met een licht brandend gevoel dat meer
genot dan pijn was.
‘Gaat het?’ vroeg hij. Een dun laagje zweet liet zijn huid glinsteren in het
zachte licht van het lampje naast het bed. Uit iedere gespannen spier bleek zijn
zelfbeheersing toen hij zijn gewicht op zijn ellebogen liet rusten en naar me keek
voor mogelijke signalen van ongemak.
‘Het gaat perfect,’ verzekerde ik hem. Ik streelde over zijn schouders en
draaide met mijn heupen toen het brandende gevoel in een gelukzalig gevoel
veranderde.
‘Dat is precies hoe je voelt.’ Hij trok zich iets terug en stootte toen met een
kreun weer in me. ‘God, Georgia, ik ga nooit genoeg van je krijgen.’
‘Meer.’
Hij gehoorzaamde. Mijn tenen krulden en ik jammerde, boog mijn knieën om
hem dieper in me te nemen.
Woorden werden overbodig toen onze lichamen het overnamen en voor ons
spraken op iedere manier die nodig was. Hij nam me langzaam en hard, dreef in
me met een onophoudelijk, kwellend ritme waardoor ik hunkerend onder hem
verstrakte. Mijn nagels boorden zich in zijn huid toen ik mezelf overgaf aan de
gekmakende sensaties die hij opwekte.
Terwijl dat genot weer opbouwde, me verrassend met de intensiteit ervan, paste
hij zijn hoek aan en gleed zelfs nog dieper in me, waardoor hij bij iedere stoot
over het meest gevoelige deel van me wreef en me hoger en hoger dreef, tot mijn
lichaam volledig onder hem verstijfde en boven de afgrond zweefde.
‘Noah,’ fluisterde ik toen mijn lichaam verstarde.
‘Ja,’ moedigde hij me aan en zijn heupen bewogen sneller.
Ik viel uiteen, riep zijn naam toen ik nogmaals kwam. Stevig hield ik hem beet
en nam hem met me mee over de rand terwijl diepere, sterkere golven door mijn
lijf raasden en me verslonden, me omvormden tot iets totaal nieuws, totaal de
zíjne.
‘Georgia,’ gromde hij in mijn nek en ik besloot dat dat precies was hoe ik hem
vanaf nu mijn naam wilde horen zeggen.
Dit… dit was het leven. Dit was precies hoe de liefde bedrijven hoorde te
voelen en dat had ik misgelopen tot aan dit moment. Ik had met zoveel minder
genoegen genomen, niet wetende dat dit soort behoefte had bestaan, dat Noah
had bestaan.
Hij rolde ons op onze zij, hield me dicht tegen zich aan terwijl we lagen bij te
komen, onze ademhaling net zo ongelijkmatig als onze hartslag, maar die ogen
van hem waren strak op de mijne gericht, verlicht met hetzelfde geluk dat door
mijn eigen aderen trok.
‘Wauw,’ wist ik hijgend uit te brengen terwijl ik mijn vingers lichtjes over zijn
kaak en de stoppels van zijn baard streek. Hoe kon deze man zojuist nog knapper
zijn geworden?
‘Wauw,’ echode hij met een grijns om zijn lippen.
Mijn hart klopte wild en toch voelde ik me beter dan… ooit. Gelukkig. Ik was
gelukkig. Niet dat ik zo naïef was om te denken dat dit voor altijd zou zijn. Hij
woonde hier niet eens. Die gekke gloed die door mijn hart klopte was het gevolg
van twee knieënknikkende orgasmes, niet van… Waag het niet zelfs maar aan
dat woord te denken. Noah leuk vinden was een ding; voor hem vallen was heel
wat anders.
Maar toen spoelde mijn brein terug naar het moment waarop hij mijn naam in
mijn hals gromde en was ik verloren. Ik viel niet gewoon voor hem, maar
kelderde in een emotie waar ik niet klaar voor was, laat staan dat ik het kon
benoemen.
‘Zoals ik het zie, hebben we twee keuzes,’ zei hij terwijl hij mijn haren met
zoveel tederheid naar achteren streek dat er een brok in mijn keel ontstond. ‘Ik
kan terug naar mijn huis gaan…’
‘Of?’ Ik liet mijn vinger over zijn borst naar beneden glijden. Wat mij betreft
lag hij hier prima.
‘Of we zitten de sneeuwstorm samen uit, hier in dit bed.’ Hij drukte een
verleidelijke kus op mijn lippen.
‘Ik kies voor optie twee,’ antwoordde ik lachend. Waar dit ook toe zou leiden,
voor nu had ik hem en ik ging geen seconde verspillen.
22
December 1941
North Weald, Engeland
‘Nu meteen zou geweldig zijn,’ zei Jameson, in volledig uniform voor haar op
z’n knieën, tegen haar buik. ‘Want nu ben ik er. En ik weet dat je wilt dat ik er
ben als je wordt geboren, toch?’
Scarlett rolde met haar ogen en streek met haar vingers door Jamesons haren.
Iedere dag voerde hij hetzelfde eenrichtingsgesprek met hun baby, die volgens
de schatting van de vroedvrouw een week over tijd was.
‘Maar als ik eenmaal weg ben, is het heel moeilijk om snel weer naar huis te
komen,’ legde hij uit, zijn handen zachtjes op beide zijkanten van haar buik.
‘Dus wat zeg je ervan? Wil je vandaag de wereld ontmoeten?’
Scarlett zag hoe de hoop op Jamesons gezicht veranderde in frustratie en
onderdrukte een lach.
‘Ze is absoluut een meisje,’ zei hij toen hij naar haar opkeek. ‘Koppig, net als
haar moeder.’ Hij drukte een kus op haar buik en stond op.
‘Hij is een jongen die graag uitslaapt, net als zijn vader,’ sprak ze hem tegen en
ze sloeg haar armen om Jamesons nek.
‘Ik wil vandaag niet gaan,’ gaf hij zachtjes toe. ‘Wat als ze geboren wordt en ik
hier niet ben?’ Hij vouwde zijn vingers op haar onderrug in elkaar, wat nog maar
net lukte door haar huidige omvang.
‘Dat zeg je al een maand lang. Er is geen enkele garantie dat het vandaag gaat
gebeuren en als dat wel zo is, dan kom je thuis bij een zoon. Het is niet alsof
iemand hem steelt als jij niet thuis bent op het moment dat hij wordt geboren.’
Jameson was zelfs zo ver gegaan dat hij had geëist bij haar in de kamer te zijn,
maar dat ging absoluut niet gebeuren. Al moest ze toegeven dat de gedachte hem
bij zich te hebben meer dan geruststellend was.
‘Dat is absoluut niet iets om grapjes over te maken,’ kaatste hij terug.
‘Ga naar je werk. Wij zijn hier als je terugkomt,’ spoorde ze hem aan terwijl ze
haar reële angst dat hij gelijk had voor hem probeerde te verbergen. Jameson
moest er met zijn hoofd volledig bij zijn wanneer hij aan het vliegen was.
Anders kon het zijn dood betekenen. ‘Ik meen het. Ga.’
Hij zuchtte. ‘Oké. Ik hou van je.’
‘En ik hou van jou,’ reageerde ze terwijl haar blik over zijn gezicht dwaalde,
zoals ze iedere dag deed om hem in haar geheugen te prenten… Gewoon voor
het geval dat.
Hij kuste haar langzaam, grondig, alsof hij niet al aan de late kant was. Alsof
hij niet op het punt stond weg te vliegen naar een of ander onbekend gevecht of
misschien bommenwerpers naar een luchtaanval moest escorteren. Hij kuste haar
alsof hij dat nog duizenden keren ging doen, zonder enkele aanwijzing dat dit
evengoed hun laatste kus zou kunnen zijn.
Het was de manier waarop hij haar iedere ochtend – of avond ‒ kuste, voordat
hij naar de hangar vertrok.
Ze smolt en haar greep verstevigde om zijn nek toen ze hem dichterbij trok,
hem nog een minuut langer kuste. Het was altijd nog een extra minuut met hem.
Nog een kus extra. Een extra aanraking. Een extra aanhoudende blik.
Ze waren nu een jaar getrouwd en ze was nog steeds smoorverliefd op haar
echtgenoot.
‘Ik zou willen dat je me een telefoon had laten aansluiten,’ zei hij tegen haar
mond voordat hij haar van zich losmaakte.
‘Je wordt over twee weken terug naar Martlesham-Heath overgeplaatst. Ga je
dat soort buitensporigheid in al onze huizen nemen?’ Ze streek met haar mond
over de zijne.
‘Misschien.’ Hij zuchtte, maar ging rechtop staan voordat hij zijn vingers door
haar haren haalde en de lokken door zijn vingers liet glijden tot ze vlak onder
haar sleutelbeen eindigden. ‘Denk gewoon aan wat we hebben afgesproken. Ga
naar mevrouw Tuttle hiernaast en zij…’
Scarlett schoot in de lach en duwde toen tegen zijn borstkas. ‘Wat dacht je
ervan als ik me bezighoud met het krijgen van de baby en jij het vliegtuig gaat
bemannen?’
Hij vernauwde zijn ogen. ‘Je hebt een punt.’ Hij pakte zijn pet van de
keukentafel en Scarlett volgde hem naar de voordeur, waar hij zijn jas van de
kapstok pakte en hem aantrok.
‘Wees veilig,’ eiste ze.
Hij dook naar voren voor nog een laatste kus, deze hard, snel en eindigend met
een lichte beet in haar onderlip. ‘Wees zwanger wanneer ik thuiskom… Als je er
enige invloed op hebt.’
‘Ik zal mijn best doen. Nou, hup, ga.’ Ze gebaarde naar de deur.
‘Ik hou van jou!’ riep hij toen hij naar buiten liep.
‘Ik hou van jou!’ Pas nadat ze dat had gezegd, sloot ze de deur.
Scarlett legde een hand op haar dikke buik. ‘Het ziet ernaar uit dat we het met
z’n tweetjes moeten zien te redden, liefje.’ Ze kromde haar rug in de hoop de
eindeloze pijn onder aan haar ruggengraat een beetje te verlichten. Ze was zo
gegroeid dat zelfs haar zwangerschapsjurken nog maar nauwelijks pasten en ze
kon zich de laatste keer dat ze haar voeten had gezien niet herinneren.
‘Zullen we vandaag een verhaal schrijven?’ vroeg ze aan haar zoon terwijl ze
achter de typemachine – die een permanente plek op de keukentafel had
gekregen – ging zitten en haar voeten op de stoel tegenover haar legde.
Ze staarde naar de papieren die ze in een oude hoedendoos was gaan
verzamelen. In de afgelopen maanden was ze tientallen verhalen begonnen, maar
ze leek nooit verder te komen dan de eerste paar hoofdstukken voordat er weer
iets anders in haar hoofd opkwam en ze omschakelde, uit angst dat ze dat idee
zou vergeten als ze het niet opschreef.
Het resultaat was een hoedendoos vol met mogelijkheden, maar geen enkel
product.
Klop, klop, klop.
Scarlett kreunde. Ze zat net – min of meer – lekker…
‘Scarlett?’ riep Constance vanaf de voordeur.
‘In de keuken!’ riep Scarlett terug, uiterst opgelucht dat ze niet op hoefde te
staan.
‘Hallo daar, kleintje!’ Constance liep om de tafel heen en knuffelde haar.
‘Niet bepaald klein,’ sprak Scarlett haar tegen terwijl haar zus de stoel
tegenover haar pakte.
‘Wie zegt dat ik het tegen jou had?’ Ze lachte en leunde naar Scarletts buik.
‘Heb je al overwogen ons te vergezellen?’
‘Jij bent al net zo erg als Jameson,’ mompelde Scarlett terwijl ze haar rug weer
bol maakte. Hoe kon die pijn nu erger worden? ‘Geen dienst vandaag?’
‘Als het een beetje meezit, ben ik vrij.’ Haar voorhoofd rimpelde toen ze een
blik door de keukendeur wierp. ‘Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het
laatst een zondag vrij ben geweest. Ik neem aan dat Jameson niet hetzelfde kan
zeggen?’
‘Nee, hij is net vertrokken.’
‘Wat zullen we doen?’ Constance trommelde met haar vingertoppen op de
keukentafel en Scarlett deed haar uiterste best om overal behalve naar de ring die
om haar vinger schitterde te kijken. Hoe ironisch dat iets zo glinsterend prachtig
de voorbode van een en al verwoesting was.
‘Zolang het maar iets is waarbij ik niet hoef te bewegen, ben ik ervoor in.’
Constance glimlachte en reikte toen naar de hoedendoos. ‘Vertel me een
verhaal.’
‘Die zijn nog niet klaar!’ Scarlett reikte naar de doos, maar Constance was te
snel… of zij was te langzaam.
‘Wanneer heb je me ooit een verhaal verteld dat helemaal klaar was?’ snoof
Constance en ze rommelde door de papieren. ‘Dit moeten er op z’n minst twintig
zijn!’
‘Op z’n minst,’ bekende Scarlett terwijl ze weer op haar stoel verschoof.
‘Gaat het wel met je?’ vroeg Constance, die de spanning op haar zus’ gezicht
met openlijke bezorgdheid aanschouwde.
‘Ja, prima. Beetje ongemakkelijk.’
‘Ik zal thee voor je zetten.’ Constance duwde zich van de tafel af en zette de
ketel op het vuur. ‘Dacht je erover een van die verhalen af te maken?’
‘Uiteindelijk.’ Scarlett leunde ver genoeg naar voren om de hoedendoos terug
te pakken toen Constance aan het fornuis stond.
‘Waarom schrijf je er niet eerst een tot het eind en dan pas een volgende?’ Ze
pakte thee uit het kastje.
Scarlett had zichzelf vaak hetzelfde afgevraagd. ‘Ik ben altijd bang dat ik een
idee vergeet en vervolgens vraag ik me af of ik niet gewoon op vlinderjacht ben.
Steeds denk ik dat een andere mooier is en ik vang er nooit een, omdat ik me niet
kan toeleggen op een specifieke.’ Ze staarde in de hoedendoos.
‘Het heeft geen haast.’ Constance’ stem verzachtte. ‘Je kunt altijd je ideeën
uittypen als een soort samenvatting zodat je ze niet vergeet en dan teruggaan
naar de vlinder die je hebt uitgekozen om te vangen.’
‘Dat is een heel goed idee.’ Scarletts wenkbrauwen gingen omhoog. ‘Soms
vraag ik me af of ik niet gewoon alleen van het begin hou en ik daarom nooit
verder dan dat lijk te komen. Het begin is wat alles romantisch maakt.’
‘Niet het gedeelte van het hele verliefd worden?’ plaagde Constance terwijl ze
weer op haar stoel ging zitten.
‘Nou, dat ook.’ Ze trok een schouder op. ‘Maar misschien zijn het vooral de
mogelijkheden die makkelijk zijn om verliefd op te worden. Kijken naar
situaties, relaties, verhalen en dan de sublieme bekwaamheid hebben om je af te
vragen waar het toe zal leiden is eerlijk gezegd een beetje verslavend. Iedere
keer dat ik een wit papier in de typemachine rol, veroorzaakt dat een roes. Als
een eerste kus van een eerste liefde.’
Constance wierp een vluchtige blik op haar verlovingsring voordat ze haar
hand onder de tafel op haar schoot legde. ‘Dus je blijft liever het papier erin
rollen dan dat je het afmaakt?’
‘Misschien.’ Scarlett wreef over de plek vlak onder haar ribben, waar haar baby
vaak de grenzen van haar lichaam leek te willen uittesten. ‘Ik weet niet of deze
baby een jongen of een meisje is. Ik denk een jongen, al kan ik niet uitleggen
waarom. Maar op dit moment kan ik me een jongen voorstellen met Jamesons
ogen en zijn roekeloze lach of een meisje met onze blauwe ogen. Op dit moment
ben ik verliefd op allebei, genietend van de mogelijkheden. Over een paar dagen
– tenminste, ik hoop dat het over een paar dagen is, want ik zweer dat ik anders
uit elkaar barst – zal ik het weten.’
‘En je wilt het niet weten?’ Constance trok een wenkbrauw op.
‘Natuurlijk wil ik het weten. Ik zal met heel mijn hart van mijn zoon of dochter
houden. Dat doe ik nu al. Maar hoewel ik me tot nu toe met beide mogelijkheden
heb vermaakt, is slechts een ervan waar. Zodra de baby eenmaal is geboren, is
dat andere deel van het verhaal voorbij. Een van de scenario’s waar ik de
afgelopen zes maanden over heb gefantaseerd zal niet uitkomen. Dat maakt de
uitkomst niet minder mooi, maar de realiteit is dat als het verhaal eenmaal af is,
ongeacht hoe het eindigt, de mogelijkheden zijn verdwenen. Het is wat het is, of
het was wat het ook was.’
‘Wees dan aardig voor je personages en geef ze allemaal een happy end,’ stelde
Constance voor. ‘Dat is beter dan wat ze in de echte wereld zullen krijgen.’
Scarlett staarde naar de hoedendoos. ‘Misschien is het aardigst wat ik voor de
personages kan doen hun verhalen onafgemaakt laten. Hen achterlaten met de
mogelijkheden, hun potentieel, zelfs al bestaan ze slechts in mijn hoofd.’
‘Je laat de brief ongeopend,’ zei Constance zachtjes.
‘Misschien doe ik dat inderdaad wel.’
Een trieste lach vormde zich om Constance’ mond. ‘En in die wereld is Edward
misschien op verlof, stiekem op weg naar Kirton-on-Lindsey om me te zien.’
Scarlett knikte, haar hele lichaam trok samen van bijna pijnlijke emoties.
De ketel floot en Constance kwam overeind. ‘Het kon weleens moeilijk worden
om op die manier iets uit te geven,’ zei ze met een geforceerde, plagerige
glimlach over haar schouder. ‘Ik denk dat de meeste mensen de voorkeur geven
aan boeken met een eind.’
‘Ik had helemaal nog niet zo ver gedacht als echt een boek uit te gaan geven.’
De pijn in haar rug vlamde op en straalde in een wrede greep die haar de adem
ontnam uit naar de voorkant van haar buik.
‘Dat zou je wel moeten doen. Ik heb het altijd heerlijk gevonden om naar je
verhalen te luisteren. Iedereen zou die kans moeten krijgen.’
Scarlett verschoof haar gewicht weer terwijl Constance thee zette. ‘Ik denk dat
we dat misschien maar mee moeten nemen naar de woonkamer. Deze stoel is het
niet met me eens.’
‘Dat kunnen we doen.’
Het geluid van rammelend porselein vulde de keuken terwijl Scarlett worstelde
om overeind te komen. Beetje bij beetje dreef de pijn weg en het lukte haar weer
goed in te ademen.
‘Scarlett?’ vroeg Constance, het dienblad in haar handen.
‘Ik ben in orde. Alleen een beetje stijf.’
Constance zette het dienblad op tafel. ‘Wil je liever een stukje gaan wandelen?
Zou dat helpen?’
‘Nee. Ik denk dat ik gewoon even mijn benen moet strekken.’
Constance keek naar de klok. ‘Waarom bellen we de vroedvrouw niet? Gewoon
voor de zekerheid.’
Scarlett schudde haar hoofd. ‘De dichtstbijzijnde telefoon is drie straten
verderop en het gaat prima met me.’ Dat was ook zo… Tot de pijn terugkwam en
zich weer verspreidde, waardoor alle spieren van haar buik samentrokken.
‘Het gaat helemaal niet prima met je.’
Scarlett voelde een plop en vervolgens gutste er iets warms over haar dijen.
Haar vliezen waren gebroken. Een angst zoals ze nog nooit had ervaren kreeg
haar strakker in de greep dan de wee.
‘Ik ga de vroedvrouw bellen.’ Constance pakte haar elleboog beet en leidde
haar naar de stoel. ‘Zitten. Niet proberen te lopen tot ik je in bed kan helpen.’
‘Ik wil Jameson.’
‘Natuurlijk,’ zei Constance op die sussende toon van haar terwijl ze zich ervan
verzekerde dat Scarlett was gaan zitten.
‘Constance,’ snauwde Scarlett en ze wachtte tot haar zus haar aankeek. ‘Ik.
Wil. Jameson.’
‘Ik ga de vroedvrouw bellen en dan het squadron, dat beloof ik. Vroedvrouw
eerst, tenzij je echtgenoot plotseling deskundig is in het begeleiden van
bevallingen?’
Scarlett keek haar aan.
‘Precies. Zitten. Niet bewegen. Laat mij voor deze ene keer in je leven de boel
regelen.’ Ze rende de deur uit voordat Scarlett in discussie kon gaan.
Vijf minuten. Tien minuten. Scarlett keek hoe de minuten voorbij tikten terwijl
ze op Constance wachtte.
De voordeur ging twaalf minuten nadat ze was vertrokken open.
‘Ik ben er!’ riep Constance vanuit de woonkamer, vlak voordat Scarlett de deur
dicht hoorde vallen. Haar zus had een grote, geveinsde lach op haar gezicht toen
ze door de keukendeur liep. ‘Goed nieuws. De vroedvrouw komt zo langs. Ze zei
dat we je boven in een schoon bed moeten zien te krijgen.’
‘Jameson?’ vroeg Scarlett tussen opeengeklemde kaken door toen een volgende
wee op kwam zetten.
‘Hoeveel weeën heb je gehad terwijl ik weg was?’ vroeg Constance, die een
paar handdoeken uit de keukenla pakte en de smeerboel die ze had achtergelaten
opveegde.
‘Twee. Dit is de. Derde.’ Scarlett vocht zich er met diepe ademhalingen
doorheen, die pijn slechts het topje van de ijsberg. ‘Waar. Is. Jameson?’
Constance gooide de handdoeken in de wasmand.
‘Constance!’
‘Ergens boven de Noordzee.’
‘Natuurlijk is hij dat,’ zei ze met haar tanden op elkaar geklemd. Ze had tegen
hem moeten zeggen dat hij thuis had moeten blijven, maar daar was nog geen
reden toe geweest. In ieder geval geen reden die zijn leidinggevende zou
accepteren.
‘Ik zal niet van je zijde wijken,’ beloofde Constance terwijl ze Scarlett overeind
hielp.
En dat deed ze niet.
Negen uur later lag Scarlett ingestopt onder nieuwe, schone lakens, compleet
uitgeput en gelukkiger dan ze ooit was geweest terwijl ze naar een paar
felblauwe ogen keek.
‘Het kan me niet schelen wat die vroedvrouwen zeggen.’ Constance keek over
haar schouder. ‘Deze ogen gaan precies zo uiterst en perfect blauw blijven.’
‘Zelfs al doen ze dat niet, dan zijn ze alsnog perfect,’ verklaarde Scarlett terwijl
ze haar vinger over het puntje van de kleinste neus die ze ooit had gezien liet
gaan.
‘Eens.’
‘Wil jij hem vasthouden?’ vroeg Scarlett.
‘Mag dat?’ Constance straalde.
‘Dat lijkt me niet meer dan terecht, aangezien je vandaag zowel
verpleegkundige als huishoudhulp was. Dank je wel.’ Haar stem verzachtte. ‘Ik
had dit niet zonder jou gekund.’ Ze tilde haar zoon – gewikkeld in een van de
dekentjes die Jamesons moeder had gemaakt en naar hen had verstuurd – in
Constance’ armen.
‘Ik had het niet willen missen,’ zei Constance terwijl ze de pasgeboren baby in
haar armen verlegde. ‘Hij is perfect.’
‘We willen dat jij zijn peettante wordt.’
Constance’ blik schoot naar die van haar. ‘Echt?’
Scarlett knikte. ‘Ik zou me niemand anders kunnen indenken. Jij zult hem
beschermen, toch? Als er iets… mocht gebeuren.’ Slapend in haar bed liep ze net
zo veel gevaar voor een luchtaanval als toen ze bij de WAAF was geweest. Niets
was zeker.
‘Met mijn leven.’ Constance’ ogen werden vochtig toen ze weer naar de baby in
haar armen keek. ‘Hallo, kleintje. Hopelijk komt je vader snel thuis, dan kunnen
we je echte naam gebruiken.’ Ze schonk Scarlett een nadrukkelijke blik.
Scarlett lachte. Ze had geweigerd zijn naam te noemen tot Jameson hem had
vastgehouden.
‘Ik ben je tante Constance. Ik weet het, ik weet het, ik lijk heel veel op je
mama, maar ze is minstens een halve centimeter langer dan ik en haar voeten
zijn een volle maat groter. Maak je geen zorgen, je zult ons scherper kunnen zien
als je een paar maanden ouder bent.’ Ze liet haar gezicht zakken. ‘Zal ik je een
geheimpje verklappen? Ik ben je peettante. Dat betekent dat ik van je zal houden
en je ga verwennen en je altijd, maar dan ook altijd zal beschermen. Zelfs voor
je moeders vreselijke kookkunsten.’
Scarlett snoof.
‘Zo, nu ga ik iets te eten voor haar klaarmaken.’ Ze keek nog een keer
glimlachend op de baby neer en gaf hem toen terug aan Scarlett. ‘Heb je nog iets
nodig voordat ik naar beneden ga?’ Ze stond op van het bed toen de
slaapkamerdeur open vloog.
‘Ben je oké?’ Jamesons stappen overbrugden de afstand naar het bed terwijl
Constance langs hem de slaapkamer uitglipte. Zijn hart was op hol geslagen
zodra hij was geland, of beter gezegd, zodra een medewerker naar hem toe was
gerend en hem vertelde dat Constance die ochtend had gebeld.
Die. Ochtend. Niemand had iets doorgegeven via de radio. Niet dat hij de
missie had kunnen afbreken om terug te vliegen, maar hij zou het hebben
gedaan. Op wat voor manier dan ook.
‘Met mij gaat het prima,’ beloofde Scarlett en glimlachend keek ze naar hem
op, enigszins stralend, maar vermengd met wat hij vermoedde dat regelrechte
uitputting moest zijn. Ze zag er ongedeerd uit, maar er was veel van haar wat hij
niet kon zien onder al die dekens. ‘Ontmoet je zoon.’ Haar glimlach verbreedde
toen ze een klein bundeltje omhoogtilde.
Hij ging op de rand van het bed zitten en wiegde het kleine, breekbare baby’tje
in zijn armen, erop lettend dat hij het hoofdje ondersteunde. Zijn huid was roze,
de pluk haar die hij kon zien was zwart en zijn ogen waren blauw. Hij was
prachtig en Jameson was onmiddellijk tot over zijn oren verliefd.
‘Onze zoon.’ Jameson keek naar zijn vrouw, die al naar hem keek, haar ogen
zwaar van onvergoten tranen. ‘Hij is geweldig.’
‘Dat is hij zeker.’ Ze schonk hem een glimlach en twee tranen rolden over haar
wangen. ‘Ik ben zo blij dat je er bent.’
‘Ik ook.’ Hij leunde naar voren en streek haar tranen weg, voorzichtig om zijn
zoon veilig in de ronding van zijn armen te houden. ‘Het spijt me dat ik er niet
bij was.’
‘Je hebt alleen het rommelige gedeelte maar gemist,’ kaatste ze terug. ‘Hij is er
nog maar een uur of zo.’
‘En met jou gaat het echt goed? Hoe voel je je?’
‘Moe. Gelukkig. Alsof ik in tweeën ben gescheurd. Waanzinnig verliefd.’ Ze
leunde wat dichterbij om naar hun zoon te kunnen kijken.
‘Ga terug naar het in tweeën gescheurde deel,’ eiste hij.
Scarlett lachte. ‘Ik ben in orde. Echt. Niets buitengewoons.’
‘Je zou het me vertellen als er iets mis was gegaan, toch? Als je gewond was
geraakt?’ Jameson bestudeerde haar aandachtig, woog haar woorden door naar
haar ogen te kijken, haar gezicht, de manier waarop ze haar schouders hield.
‘Dat zou ik doen,’ beloofde ze. ‘Maar hij zou het waard zijn.’
Jamesons blik zakte naar zijn zoon, die met een stille verwachting naar hem
opkeek. Een oude ziel, dus. ‘Hoe wil je hem noemen?’ Ze waren al maandenlang
met namen aan het stoeien.
‘Ik vind William mooi.’
Jameson glimlachte, keek op naar zijn vrouw en knikte. ‘Hoi, William. Welkom
in het leven. Het eerste wat je moet weten, is dat je moeder altijd gelijk heeft,
wat je waarschijnlijk al wel weet, aangezien ze de afgelopen maanden steeds
heeft gezegd dat je een jongen bent.’
Scarlett lachte, maar het klonk zacht. Haar ogen vielen bijna dicht.
‘Het tweede is dat ik je vader ben, dus het is maar goed dat je heel erg op je
moeder lijkt.’ Hij bracht zijn mond naar Williams hoofdje en drukte een zachte
kus op zijn haargrens. ‘Ik hou van je.’
Hij leunde naar voren en streek met zijn lippen over Scarletts mond. ‘En ik hou
van jou. Dank je wel voor hem.’
‘Ik hou ook van jou en ik zou hetzelfde kunnen zeggen.’ Haar ademhalingen
werden dieper, dus Jameson legde hun zoon in het kleine wiegje naast het bed en
stopte zijn vrouw in.
‘Kan ik iets doen?’
‘Gewoon hier blijven,’ fluisterde ze terwijl ze in slaap viel.
Die eerste nacht was een eye-opener. William was elke paar uur wakker en
Jameson deed wat hij kon om te helpen, maar hij kon hem nou niet bepaald
voeden.
Ze waren om zeven uur ’s ochtends al wakker toen er op hun slaapkamerdeur
werd geklopt.
‘Waarschijnlijk Constance,’ mompelde Scarlett met William tegen haar
schouder aan.
Jameson keek over zijn schouder om er zeker van te zijn dat ze bedekt was en
opende toen de deur om Constance op de overloop aan te treffen, Howard
blokkerend.
‘Jij kunt beneden wachten,’ snauwde hij.
‘Dit kan niet wachten.’
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Jameson vanuit de deuropening.
Howard haalde zijn hand door zijn haar en keek over Constance’ hoofd naar
Jameson. ‘Ik ging er al vanuit dat je het nieuws niet aan had gehad.’
‘Nee.’ Zijn maag verstrakte.
‘De Japanners hebben Pearl Harbor aangevallen. Er zijn duizenden doden. De
vloot is weg,’ zei hij met een kleine hapering in zijn stem.
‘Holy shit.’ Duizenden zijn dood. Jameson zakte tegen de deurpost. Hij had
zich de afgelopen twee jaar van zijn leven aan deze oorlog gewijd om te
voorkomen dat de strijd Amerikaans grondgebied zou bereiken en nu had een
ander hen neergehaald.
‘Ja. Je weet wat dat betekent?’ Howards kaak verstrakte.
Jameson knikte, keek over zijn schouder naar Scarletts doodsbange uitdrukking
voordat hij zich weer tot zijn vriend richtte. ‘We zijn aan de verkeerde kant van
de wereld.’
23
Noah
Scarlett,
Hoe gaat het met je, mijn lief? Voel jij je net zo ellendig als ik? Ik heb
een huis buiten de basis voor ons gevonden. Nu is het alleen nog
wachten op jouw bevelen en dan zullen we weer samen zijn. Ik zal
voor altijd op je wachten, Scarlett. Voor altijd…
Mijn armen en rug deden pijn toen ik mijn schouders en nek strekte achter het
bureau. De storm had bijna een meter sneeuw gedumpt de afgelopen twee dagen
en het had me bijna twee uur gekost om Georgia’s huis uit te graven. Had ik de
sneeuwploeg kunnen bellen? Absoluut, maar winter in Colorado maakte mijn
favoriete workout – klimmen – onmogelijk, dus ik had het als een kans gezien.
Daarnaast had ik de lengte van de oprit zwaar onderschat.
‘Druk?’ Georgia stak haar hoofd door de geopende kantoordeur en ik vergat al
mijn pijnlijke spieren. ‘Ik wil je flow niet onderbreken, maar ik hoorde geen
getyp, dus ik dacht dat dit misschien een goed moment voor de lunch was.’ Haar
glimlach zou me omver hebben geblazen als ik niet al had gezeten.
‘Je kunt elk moment krijgen dat je maar wilt.’ En ik meende het nog ook. Wat
ze maar wilde, ze kon het krijgen… Inclusief mij.
‘Nou, het stelt niet veel voor, maar ik heb kaastosti’s gemaakt.’ Ze opende de
deur met haar heup en droeg een bord met twee tosti’s en een glas van wat ik
wist dat ongezoete ijsthee zou zijn naar binnen.
‘Dat klinkt heerlijk, dank je wel.’ Ik pakte een onderzetter uit de bovenste la en
legde hem op het bureau voordat ze me bereikte. Grappig hoe we ons de laatste
paar weken zo makkelijk hadden aangepast aan de behoeften van de ander.
‘Heel graag gedaan. Dank je wel dat je ons hebt uitgegraven.’ Ze zette het bord
naast mijn laptop en de thee op de onderzetter terwijl ik de stoel een paar
centimeters naar achteren rolde.
‘Geen dank.’ Ik greep haar heupen beet en trok haar op mijn schoot. God, het
voelde goed om dat te kunnen doen, haar aan te kunnen raken wanneer ik wilde.
De afgelopen twee dagen hadden ons grotendeels geïsoleerd van de bewoonde
wereld en ons de kans gegeven niets anders te doen dan te genieten van het
verwennen van de ander. Dit was mijn idee van de hemel.
‘Dit gaat je niet helpen het boek af te krijgen.’ Ze lachte en sloeg haar armen
om mijn nek.
‘Nee, maar het gaat me wel helpen jou in mijn handen te krijgen.’ Ik bracht een
hand naar haar nek en in haar haren en kuste haar tot we allebei buiten adem
waren. Mijn behoefte aan haar was niet verzadigd; het was eerder gegroeid. Ik
was volledig uit mijn doen door haar, door alles wat ik wilde dat er tussen ons
zou gebeuren.
De eerste keer dat ik haar had gezien, had ik het geweten en iedere keer dat ik
haar kuste, werd het alleen maar nog duidelijker: zij was het voor mij. De ware.
Het einddoel. Het deed er niet toe dat we duizenden kilometers uit elkaar
woonden of dat zij nog steeds aan het genezen was van haar echtscheiding. Ik
zou wachten. Ik zou mezelf bewijzen. Ik zou precies doen wat ik had beloofd en
haar voor me winnen, niet alleen haar lichaam, maar ook haar hart.
Haar tong danste met de mijne en ze kreunde zachtjes toen ik hem in mijn
mond zoog. We pasten niet zomaar goed bij elkaar in bed, we waren licht
ontvlambaar, vatten constant vlam door de ander. Voor het eerst in mijn leven
wist ik dat ik nooit genoeg zou krijgen. Dit was iets wat onmogelijk op kon
branden.
‘Noah,’ kermde ze en mijn lichaam was dáár, klaar. Ik was van haar om te doen
wat ze wilde, verdomd goed wetend dat het mij tegelijkertijd genot zou brengen.
‘Je wordt nog mijn dood.’
‘Het is een behoorlijk lekkere manier om te gaan.’ Ik bracht mijn lippen naar
haar hals, liet mijn tong over de gevoelige lijnen gaan en ademde de geur van
bergamot en citrus op. Ze rook altijd zo verdomd lekker.
Ze zuchtte, liet haar hoofd naar achteren vallen en ik kuste het kuiltje van haar
keel.
‘Waar zijn we mee bezig?’ vroeg ze terwijl haar vingers de achterkant van mijn
nek beetgrepen.
‘Met wat we maar willen,’ antwoordde ik tegen haar huid.
‘Ik meen het,’ fluisterde ze.
Dat trok mijn aandacht. Ik tilde mijn hoofd op en trok me iets terug om haar
gezichtsuitdrukking te bestuderen. De helft van wat Georgia zei kwam niet via
haar mond. Het school in haar ogen, in de manier waarop ze haar mond vormde,
de spanning in haar schouders. Het had me misschien een paar maanden gekost
om de tekenen te leren, maar ik begon het onder de knie te krijgen en ze was
duidelijk ongerust.
‘We doen wat we maar willen,’ herhaalde ik terwijl ik mijn handen naar haar
middel verplaatste en het bijna pijnlijke kloppen vlak onder mijn riem negeerde.
‘Je woont in New York.’
‘Dat klopt.’ Het was niet iets wat ik kon ontkennen. ‘Jij eerst ook.’ Mijn toon
verzachtte en de hoop die ik normaal gesproken voor me hield, glipte er nog net
in door.
‘Nooit meer.’ Ze sloeg haar ogen neer. ‘Ik ging erheen voor Damian. Ik ben
daar nooit gelukkig geweest. Jij daarentegen bent er gek op.’
‘Dat is waar. Het is thuis.’ Was dat zo? Kon het mijn thuis zijn als Georgia daar
niet was? Als ik haar hier moest achterlaten, in de bergen waar ze zo van hield?
‘Je familie is daar.’ Ze streek met haar knokkels over mijn wang. Het was meer
dan een week geleden dat ik me had geschoren en mijn stoppels waren in een
regelrechte baard veranderd.
‘Dat is waar.’
Ze slikte, haar ogen priemend.
‘Vertel me wat je denkt, Georgia. Laat me er niet naar gissen.’ Mijn greep op
haar verstrakte enigszins, alsof ik daarmee kon voorkomen dat ze bij me
vandaan glipte.
Toch bleef ze stil, haar turbulente gedachten zich manifesterend in het subtiele
verstrakken van haar kaak.
Misschien heeft ze het nodig dat jij eerst gaat. Prima. Tijd om haar te vertellen
hoe diep dit voor mij zat, hoe bereid ik was om het te laten werken en hoe
onbereid ik was haar te laten gaan.
‘Luister, Georgia, ik ben stapel…’
‘Ik denk dat we dit gewoon moeten noemen wat het in werkelijkheid is,’ flapte
ze eruit.
We spraken tegelijk en haar woorden hielden de mijne tegen.
‘En wat is dit volgens jou?’ vroeg ik langzaam.
‘Een scharrel.’ Ze knikte.
Mijn kaak klapte dicht, mijn tanden klapperden door de kracht. Een scharrel?
Godsamme. Ik had de nodige scharrels gehad. Dit was er géén.
‘We voelen ons tot elkaar aangetrokken, werken nauw samen… Het was te
verwachten dat dit ging gebeuren, en begrijp me niet verkeerd, daar ben ik blij
om.’ Ze trok haar wenkbrauwen op en haar wangen bloosden. ‘Echt heel, heel
blij om.’
‘Ik ook…’
‘Mooi. Ik zou er een hekel aan hebben als dit van een kant kwam,’ mompelde
ze.
‘Geloof me, dat is niet het geval.’ En als dat wel zo zou zijn, was ik degene die
er bekaaid vanaf kwam, wat voor het eerst zou zijn.
‘Oké, laten we het dan simpel houden. Ik ben niet klaar voor iets groots. Ik kan
niet zomaar van de ene serieuze relatie in de volgende stappen. Dat is niet wie ik
wil zijn.’ Ze rimpelde haar neus. ‘Zelfs al ben ik wel zo van Damians bed in het
jouwe gedoken, dat trouwens veel beter is. Alles aan jou is beter.’ Haar blik
dwaalde over mijn gezicht. ‘Zo veel beter dat het beangstigend is.’
‘Je hoeft niet bang te zijn.’ Ik nam niet de moeite haar erop te wijzen dat het
meer dan een jaar geleden was dat ze in Ellsworths bed had gelegen, want dat
was niet waar het hier over ging, niet echt. Haar moeder. Ze wilde haar moeder
niet zijn. ‘We kunnen dit zo simpel houden als je wilt.’
Op dat moment, toen ik in die helderblauwe ogen keek, realiseerde ik me dat ik
tot over mijn fucking oren verliefd op Georgia Stanton was. Haar brein, haar
mededogen, haar kracht, haar elegantie en lef… Ik hield van alles aan haar. Maar
ik wist ook dat ze niet klaar was voor mijn liefde.
‘Simpel,’ herhaalde ze terwijl ze op mijn schoot verschoof, maar zich aan mijn
schouders vastklampte. Een aarzelende glimlach liet haar mondhoeken
opkrullen. ‘Simpel is goed.’
‘Dan houden we het simpel.’ Voorlopig. Wat ik nodig had was tijd.
‘Oké. Mooi. Dan zijn we het eens.’ Ze drukte een vlugge kus op mijn lippen en
schoof toen van mijn schoot af. ‘O, je vroeg naar het originele manuscript van
The Diplomat’s Daughter, toch?’
‘Klopt.’ Ik knikte, maar voelde me meer dan een beetje uit balans. Waren we
overeengekomen dat we dit simpel zouden houden? Of waren er meer conclusies
getrokken?
‘Ik heb het boven uit de kast gepakt,’ zei ze en ze pakte een platte doos van een
van de planken in het kantoor en zette hem op een lege plek op het bureau. ‘Al
haar originelen liggen daar.’
‘Bedankt.’ Ik wist wat ze me toevertrouwde en op iedere andere dag zou ik in
extase zijn geweest om verder te duiken in de vreemdste puzzel waar ik ooit op
was gestuit, maar nu kon ik mijn hoofd er niet echt bijhouden.
‘Ik heb over een paar minuten een telefoongesprek met de advocaten om oma’s
stichting definitief te maken, dus ik laat je met rust.’ Ze kwam om het bureau
heen en kuste me, snel en hard, voordat ze naar de deur liep.
‘Georgia?’ riep ik vlak voordat ze de hal in stapte.
‘Hmm?’ Ze draaide zich om en trok haar wenkbrauwen op, zo verdomd mooi
dat mijn hart er pijn van deed.
‘Wat zijn we nu net overeengekomen?’ vroeg ik. ‘Tussen ons?’
‘Een boek-schrijf-scharrel,’ antwoordde ze lachend, alsof het overduidelijk
was. ‘Simpel, geen verplichtingen en klaar wanneer jij het boek af hebt.’ Ze
haalde haar schouders op. ‘Toch?’
Kláár als het boek af was.
Mijn handen balden zich tot vuisten op de armleuningen van de stoel. ‘Oké.
Natuurlijk.’
Haar telefoon rinkelde en ze trok het apparaat uit haar kontzak. ‘Ik zie je
wanneer je je woordenaantal hebt bereikt.’ Ze schonk me een glimlach en sloot
de deur tegelijkertijd in een vloeiende beweging.
Nu had onze relatie dezelfde deadline als het boek, en oké, ik was altijd van
plan geweest om te vertrekken nadat ik klaar was, maar samen met Georgia zijn
had de zaken veranderd… Voor mij dan in ieder geval.
Shit. Wat ik nodig had om haar voor me te winnen was tijd en ik was dichter bij
de afronding dan ze wist. Dichterbij dan ik wilde toegeven.
Ik rondde het boek – beide versies – vier weken later af. Toen zat ik in het
kantoor en staarde naar de twee bestanden op mijn computer.
Mijn tijd was om.
Mijn deadline was overmorgen.
Ik had het gedaan, op de een of andere manier zowel Georgia’s wens
ingewilligd als die van mij behouden, terwijl ik me ondertussen ook nog eens
aan de afgesproken data had gehouden. En toch voelde ik geen enkele trots of
bevrediging, slechts pure angst dat ik de vrouw voor wie ik was gevallen niet
zou kunnen behouden.
Ik had slechts vier weken gehad en dat was niet genoeg. Georgia opende zich
steeds meer, maar de delen van haar waarvan ik het nodig had dat ze me zouden
vertrouwen, zaten nog steeds achter slot en grendel. Voor haar waren we nog
steeds een scharrel. Net wanneer ik dacht dat ze van gedachten zou veranderen,
had ze het gehad over het beste maken van de tijd die we hadden en nu was die
tijd om.
Mijn mobiel ging over en ik nam op terwijl hij op de speaker stond. ‘Hoi,
Adrienne.’
‘Dus je komt niet naar huis voor kerst?’ vroeg mijn zus met meer dan een
beetje oordeel in haar toon.
‘Dat is een gecompliceerde vraag.’ Ik sloot mijn laptop en duwde hem naar de
andere kant van het bureau. Ik zou later mijn existentiële crisis wel afhandelen.
‘Dat is het helemaal niet. Je bent of in New York op vijfentwintig december of
je bent dat niet.’
‘Ik weet het nog niet zeker.’ Ik kwam overeind en verschoof op het bureau voor
me vier van de platte dozen die ik had geleend, opende ze en zette ze alle vier in
hun eigen deksel. Ik zag hier iets over het hoofd. Iets wat zich vlak voor m’n
neus bevond en me helemaal gek maakte. De manuscripten waren van
verschillende punten in Scarletts carrière. Haar geredigeerde, gepubliceerde
werken waren vloeiender, uiteraard, maar ik kon er niets aan doen dat ik
gefascineerd was door de verschillen in stijl tussen haar eerdere werken en de
latere, kon er niets aan doen dat ik me afvroeg of het verlies van Jameson niet
alleen haar hart had gebroken, maar haar ook fundamenteel had veranderd.
Ik kon er niets aan doen dat ik me afvroeg of met mij hetzelfde zou gebeuren
als ik Georgia kwijtraakte.
‘Het is al over drie weken.’
‘Drie weken en…’ ik maakte een snelle berekening, ‘vier dagen.’
‘Precies. Je denkt niet dat je het boek tegen die tijd af hebt?’
Mijn kaak verstrakte bij de gedachte aan liegen tegen mijn zus. Tegen wie dan
ook, eerlijk gezegd. ‘Het gaat niet om het boek.’
‘O nee? Wacht, sta ik op de speaker? Waar is Georgia?’
Ik lachte zachtjes. ‘Welke van die vragen wil je dat ik eerst beantwoord?’
‘De laatste.’
‘Ze is in de stad, aan het werk in haar werkplaats.’ Het was niet meegevallen
Georgia de afgelopen maand te zien te krijgen. Ze werkte onvermoeibaar door,
hield de verbouwing aan het voorste deel van het pand in de gaten en maakte
kunstwerken af die ik niet van haar mocht zien, die niemand mocht zien. Ze had
de openingsdatum op haar verjaardag gepland, twintig januari, en ik wist niet
eens of ik hier dan was om erbij te zijn, wat als een stomp in mijn maag voelde.
‘Super. Ik durf te wedden dat ze geniet van het leven buiten de roddelbladen.’
‘Dat doet ze zeker.’ Wat nog een reden was dat ze niet terug wilde naar New
York.
‘Ze heeft je nek nog niet omgedraaid?’ Er klonk een plagend toontje door in
mijn zus’ stem. Het was niet alsof ze niet op de hoogte was van de moeizame
start tussen Georgia en mij.
‘Je zou hierheen moeten vliegen om haar te ontmoeten. Ze opent volgende
maand haar galerie met een feestje. Ze lijkt totaal niet op wat je in de
roddelbladen leest, Adrienne.’ Ik zuchtte en schoof mijn handen door mijn haar
voordat ik de telefoon oppakte en bij me hield terwijl ik langs de boekenplanken
begon te ijsberen. ‘Ze is aardig, slim, onwijs grappig, bereid om anderen te
helpen waar ze maar kan, houdt absoluut niet van stilzitten, ze is geweldig met
de kinderen van haar beste vriendin en ze heeft er geen enkel probleem mee om
mij op m’n plek te zetten. Ik weet zeker dat jij dat zult kunnen waarderen.’ Ik
keek van foto naar foto op Scarletts planken en bleef staan bij het fotoalbum dat
Georgia had laten liggen. ‘Ze is…’ Ze viel niet met woorden te beschrijven.
‘Holy shit, Noah. Je bent verliefd op haar, of niet?’
‘Daar is ze helemaal niet klaar voor,’ zei ik zachtjes terwijl ik door het album
bladerde.
‘Je bent echt verliefd!’ Ze schreeuwde verdomme bijna van opwinding.
‘Laat gaan.’ Het laatste wat ik kon gebruiken was dat ze mam van alles
wijsmaakte.
Adrienne snoof. ‘Ja, hoor. Kén jij me eigenlijk wel?’
‘Goed punt.’ Ik wreef over de huid tussen mijn wenkbrauwen. ‘Zodra ik hier
vertrek, is het voorbij en dat wil ik niet, maar Ellsworth heeft haar de stuipen op
het lijf gejaagd.’
‘Ga daar dan niet weg,’ meldde Adrienne alsof dat het simpelste antwoord was.
‘Ja, als het eens zo eenvoudig was. Ze heeft het zelf gezegd: dit is een boek-
schrijf-scharrel. Zodra het boek klaar is, zijn wij dat ook.’ En het was klaar,
wachtte erop om in een e-mail naar Adam te worden verzonden.
‘Oké, dan maak je het boek toch niet af?’ suggereerde ze en haar stem schoot
omhoog.
‘Heel helpend, dit.’ Ik bladerde naar de trouwfoto’s en dekte Ellsworth met
mijn hand af, zodat alleen Georgia naar me lachte. Toen keek ik nog eens beter.
Ze was gelukkig, maar die lach was niet zo stralend als de lachjes waar ze mij
mee had gezegend.
‘Ik meen het. Blijf. Schuif je deadline voor eens in je leven naar achteren op. Ik
haal mam voor kerst hierheen en jij kunt ons bellen. Geloof me, als dit ervoor
zorgt dat je getrouwd en gesetteld raakt…’
‘Adrienne,’ waarschuwde ik.
‘Uiteindelijk,’ voegde ze eraan toe. ‘Mam zou dolgelukkig zijn. We willen
allebei gewoon dat je gelukkig bent, Noah. Als Georgia Stanton je gelukkig
maakt, vecht er dan voor. Vecht voor haar. Doe net of je een van je eigen
personages bent en help haar te fiksen wat Ellsworth heeft gebroken.’
‘Ben je klaar met je motivatiespeech?’ plaagde ik halfslachtig.
‘Heb je het nodig dat ik dieper inga op hoe zeldzaam het is om iemand te
vinden van wie je echt houdt?’
‘God, nee.’ Ik keek terug naar de laptop. ‘Reken maar niet op mij met kerst.
Maar ik hou van je.’
‘Ik hou ook van jou en ik vergeef het je dat je er niet bij bent als je me een
schoonzus geeft!’
‘Dag, Adrienne.’ Ik hing op en schudde mijn hoofd. Als het zo makkelijk zou
zijn om Georgia te genezen had ik dat allang gedaan.
Ik tilde mijn hand op en staarde naar Georgia’s trouwfoto. Ik hoorde de
woorden van die dag als een geluidsband afspelen. Er is een waarschuwing, een
geluid dat je hart maakt de eerste keer dat het beseft dat het niet langer veilig is
bij de persoon die je vertrouwde.
Het kwam allemaal op vertrouwen neer bij Georgia. Ellsworth had dat van haar
dusdanig beschadigd dat er niets meer van over was. Maar ze had mij Scarletts
verhaal gegeven. Ze had die muur beklommen. Ze had haar huis voor me
geopend. Ze had ongegeneerd haar lichaam aan me aangeboden, zonder enige
terughoudendheid. Ze vertrouwde me met alles behalve haar hart, want ze was
verlaten, in de steek gelaten…
De eerste keer…
‘O, shit,’ mompelde ik toen het begon te dagen. Ik heb nooit gezegd dat hij dat
heeft gedaan.
Ik bladerde snel terug door het album toen haar woorden plotseling duidelijk
werden op een manier waar geen sprake van was geweest toen ze ze had
uitgesproken. Ik bladerde als een malle langs de diploma-uitreiking van haar
middelbare school, de verjaardag waar Ava was verschenen en vertraagde toen
ik zo ver terug was gegaan dat ik bij haar eerste dag van de kleuterschool was
beland.
De foto’s vlak daarvoor waren van Georgia toen ze bij Ava woonde, haar ogen
stralend, haar lach een jongere versie van de verblindende lach die ze me
tegenwoordig gaf. Echte liefde moet eruit worden gewurgd, onder water worden
gehouden tot ze stopt met schoppen. En dat was precies wat de foto’s jaar na jaar
lieten zien. Het langzame verdrinken van haar liefde.
Het was niet Ellsworth die Georgia had gebroken… Het was Ava.
Ava die was verdwenen en vervolgens kwam opdagen als het haar uitkwam.
Als ze iets nodig had.
‘Als dit een boek was, wat zou je dan doen?’ vroeg ik aan mezelf terwijl ik
door de bladzijdes bladerde en bij die foto van haar twaalfde verjaardag
terechtkwam. ‘Je zou het verleden gebruiken om het heden te herstellen.’
De opening van haar galerie; ik zou Ava over kunnen laten vliegen. Als je hier
nog bent over zeven weken. Georgia had haar al alles gegeven wat ze wilde en
zonder onderliggende motieven… Het zou kunnen werken. Ik zou langzaam
kunnen beginnen met het helen van de ravijnen die Ava in Georgia had
achtergelaten door met de scheuren te beginnen. Ik moest er alleen zeker van
zijn dat Ava er puur en alleen voor Georgia’s geluk bij wilde zijn.
Ik sloeg het album dicht, nam weer plaats achter het bureau, schoof de dozen
met manuscripten uit elkaar om mijn laptop voor me te kunnen zetten en opende
hem. Hoe ging ik haar er in godsnaam van overtuigen me nog zeven weken te
laten blijven?
Ik wierp een gezonde portie afgunst naar de foto van Jameson en Scarlett, die
aan de linkerkant van het bureau stond. ‘Enig advies?’ vroeg ik hem. ‘Het is niet
alsof ik met haar de zonsondergang tegemoet kan vliegen en laten we eerlijk
zijn, jij had wel een hele goeie wingman in Constance.’ Het had ook geen kwaad
gekund dat het paar had geleefd in een tijd waarin roekeloosheid een wijze
invulling was van de tijd die je was gegund.
Ik trommelde met mijn vingers op het bureau en staarde naar de twee bestanden
op mijn computer.
Als Jameson Scarlett voor zich had gewonnen door de regels te buigen…
Misschien dat dat dan ook zou helpen om zijn achterkleindochter voor me te
winnen.
Ik trok mijn mobiel tevoorschijn en belde Adam.
‘Vertel me alsjeblieft dat je op het punt staat me het afgeronde manuscript toe
te sturen.’
‘Nou, jij ook hallo,’ smaalde ik. ‘Ik heb nog altijd twee dagen de tijd.’
‘Je weet dat de deadline voor de druk van deze strakker is dan de panty van
mijn schoonmoeder.’ Ik hoorde zijn stoel kraken.
‘Ja, nu we het daar toch over hebben…’ Ik kromp ineen.
‘Ga me niet vertellen dat je voor het eerst in je carrière een deadline gaat
missen. Niet met dít boek. Heb je enig idee hoe moeilijk het zal zijn om dit te
redigeren? Om me constant te moeten afvragen of ik Scarlett-freaking-Stantons
werk zit te verkloten?’ Zijn stem schoot omhoog.
‘Je klinkt gestrest. Heb je nog hardgelopen sinds ik weg ben?’
‘Jij bent de reden dat mijn bloeddruk überhaupt zo hoog is.’
En ik stond op het punt hem te vragen die nog wat verder op te hogen, zodat ik
een kans maakte Georgia voor me te winnen. Welke egoïstische hufter deed dat
zijn beste vriend aan? Jij, blijkbaar.
‘Noah, wat is er aan de hand?’ Adams toon verzachtte.
‘Op een schaal van één tot tien, hoe goed zijn wij dan volgens jou bevriend met
elkaar? Want ik zou waarschijnlijk zeggen…’
‘Jij was getuige op mijn bruiloft. Je bent mijn beste vriend. Zeg op, praat je nu
met me als je redacteur? Of als de peetoom van mijn kind?’
‘Allebei.’
‘Shit.’ Ik zag voor me hoe hij over zijn slaap wreef. ‘Wat heb je nodig?’
‘Tijd.’
‘Die heb je niet.’
‘Niet de mijne. Die van jou. Wat zou je ervan vinden om twee keer zoveel werk
te doen zonder twee keer betaald te krijgen?’ Ik hield mijn adem in, wachtend op
zijn antwoord.
‘Leg uit.’
Dus dat is wat ik deed. Ik legde alles op tafel voor die ene persoon die een
sleutelfiguur was in zowel mijn persoonlijke als mijn professionele leven en ik
was nauwelijks klaar tegen de tijd dat ik de garagedeur open hoorde gaan.
Georgia was thuis.
‘Georgia is terug. Ga je het doen?’
‘Verdomme,’ mompelde hij. ‘Ja, je weet dat ik het zal doen.’
‘Dank je wel.’ Iedere spier in mijn lijf zakte in van opluchting.
‘Bedank me maar niet,’ blafte hij door de speaker. ‘Ik zal beginnen met het deel
dat er al is, maar jij bent me een einde verschuldigd, Noah.’
De kantoordeur zwaaide open en Georgia stak haar hoofd naar binnen. ‘Kom ik
ongelegen?’ fluisterde ze.
Ik schudde mijn hoofd en gebaarde dat ze binnen kon komen. ‘Ik weet dat het
vervelend is, maar je hebt mijn woord.’
‘Oké, maar het wordt krap voor de druk. Je hebt de tijd die je nodig hebt, maar
zorg ervoor dat je klaar bent voor wat spoed redactiewerk.’
Georgia’s voorhoofd fronste van bezorgdheid terwijl ze haar jas open knoopte.
‘Dat kan ik aan.’ Ik kon alles aan wat me de tijd gaf die ik nodig had met
Georgia.
‘Dat is je geraden. O, en Carmen zei tegen me dat ik je moest laten weten dat
de cadeaus voor de kinderen voor Chanoeka er zijn. Je weet dat je dat niet
hoefde te doen, maar dank je wel. We zullen je missen met de feestdagen, Noah.’
‘Blijf gewoon hardlopen, Adam. Ik laat je niet graag stof happen wanneer ik
terugkom.’ Als ik terugkom. We hingen op en ik trok Georgia op mijn schoot. Ik
liet mijn handen onder haar jas en trui glijden voor de warmte van haar huid.
‘Waar ging dat over?’ vroeg ze terwijl ze mijn haar uit mijn ogen streek.
God, wat hield ik van deze vrouw.
‘Tijd,’ antwoordde ik en ik kuste haar zacht. Nu kon ik alleen maar bidden dat
ik met het verpanden van mijn carrière genoeg tijd had kunnen kopen.
Ze sperde haar ogen open. ‘O, god, je deadline. Die is deze week, toch? Is het
boek klaar?’ Klonk daar een hint paniek in haar stem door? Of hoorde ik slechts
wat ik wilde horen?
‘Nog niet.’ Dat was het ook niet, tenminste, dat is wat ik mezelf voorhield om
wat meer tijd met haar te stelen. Tuurlijk, het was geschreven, maar het zou niet
kláár zijn tot het was geredigeerd. ‘Maak je geen zorgen. Het is slechts een
kwestie van afleveren. Adam stoeit wat met de kalender en begint met het stuk
dat we al hebben, zodat we de deadline van de druk niet zullen missen en
ondertussen werk ik aan die twee einden tot ze goed zijn. Denk je dat je het trekt
me nog wat langer om je heen te hebben?’ Semantiek, maar alsnog voelde het als
een leugen.
Want dat was het.
Maar de lach die ze me gaf? Die was het absoluut waard.
24
Januari 1942
North Weald, Engeland
Scarletts blik schoof van het kleine cadeaudoosje op tafel via haar typemachine
naar de afwas die in de gootsteen stond opgestapeld. Sinds het ontbijt had ze nog
geen moment rust gehad. William had de hele ochtend gemopperd en lag
eindelijk voor een middagdutje op bed, wat haar hopelijk op z’n minst
vijfenveertig minuten gaf om iets gedaan te krijgen… Maar het enige wat ze
wilde was naast hem gaan liggen voor een dutje.
De dagen vermengden zich met de nachten, wat volgens een van de andere
vrouwen normaal was als je de zorg voor een baby had. Ze was zo moe dat ze
gisteravond zittend aan de eettafel in slaap was gevallen.
Over eten gesproken…
Ze zuchtte en excuseerde zich mentaal tegenover haar hoedendoos met
verhalen toen ze naar de gootsteen liep. Het cadeaudoosje, dat in haar moeders
handschrift was geadresseerd, negeerde ze volledig. Dit was haar derde keuken
in het afgelopen jaar en hoewel ze de ruime maar bevroren tuin direct achter het
keukenraam waardeerde, wenste ze dat het een uitzicht op Constance had
geboden.
Ze waren nu meer dan een maand in Martlesham-Heath en ze had haar zus
maar twee keer gezien. Sinds Constance’ geboorte waren ze nog nooit zo lang
van elkaar gescheiden geweest. Ze miste haar mateloos en hoewel ze slechts een
uur van elkaar verwijderd waren in afstand, betrof het jaren als het aankwam op
deze nieuwe fase in het leven.
Constance woonde nog steeds met de andere vrouwen, draaide nog steeds haar
diensten, at in de officierskantine… en plande een bruiloft.
Scarletts meest vertrouwde gezelschap was momenteel een baby van zes
weken, waar ze niet echt een gesprek mee kon voeren. Ze moest echt meer de
deur uit om vriendinnen te maken.
Ze was aangenaam verrast toen het huis nog steeds stil was nadat ze klaar was
met de afwas.
Na snel geluisterd te hebben bleek dat William nog niet wakker was; misschien
zou ze nog een paar minuutjes hebben.
Het voelde toegeeflijk, maar toch schoof ze achter haar typemachine. Het
kostte haar slechts enkele secondes om het eerste blanco vel papier erin te
draaien. Ze staarde er een moment naar en overwoog wat het ging worden, welk
verhaal erop zou komen.
Misschien moest ze doen wat Constance had voorgesteld en eerst iets afmaken.
Wellicht zelfs iets uitgeven.
Die hoedendoos zat al halfvol met semi-gevormde plots, flarden van dialogen
en ideeën die uitgewerkt dienden te worden. Het bevatte verhalen die ze voor
andere mensen zou moeten schrijven, einden waaraan ze kon schaven en die ze
kon verzachten om anderen blij te maken. Einden zoals het eind dat Constance
gegeven had moeten zijn.
Einden zoals het eind dat ze voor zichzelf en Jameson en William wenste, maar
niet kon garanderen. Ze kon niet eens garanderen dat er vanavond geen
luchtaanval zou zijn, dat ze niet onder de vele slachtoffers zouden vallen.
Maar ze kon zoveel mogelijk van hun verhaal voor William achterlaten…
Gewoon voor de zekerheid.
Ze begon op die warme dag in Middle Wallop, toen Mary vergat hen van het
treinstation op te halen. Ze herinnerde zich wat ze kon, schreef zelfs de kleinste
details op over het moment waarop ze Jameson ontmoette. Een glimlach trok
over haar gezicht. Kon ze maar terug in de tijd en zichzelf vertellen hoe het zou
lopen tussen hen twee… Ze zou het nooit hebben geloofd. Ze wist niet eens of ze
het nu wel geloofde. Ze hadden een stormachtige romance beleefd, die was
uitgegroeid tot een gepassioneerd, soms gecompliceerd huwelijk.
Jameson was niet veel veranderd in de afgelopen achttien maanden… Maar zij
wel. De vrouw die snelle beslissingen aan het planbord had moeten nemen, die
een ijzersterke, waardevolle officier was geweest in de WAAF was nu… niets
van dat alles, eigenlijk. Ze was niet langer verantwoordelijk voor de levens van
honderden piloten, alleen voor dat van William, en zelfs daarin stond ze niet
alleen.
Wanneer hij thuis was, was Jameson een betrokken vader. Hij hield William
vast, wiegde hem, verschoonde luiers; er was niets wat Jameson niet voor
William zou doen, waardoor ze alleen maar des te meer van hem hield. Het
ouderschap had hen hun persoonlijkheid niet ontnomen, het had hun beiden
nieuwe, diepere facetten gegeven.
Ze schreef helemaal tot het punt waarop Jameson haar mee uit vroeg voor hun
eerste date, toen werd William wakker en vroeg schril om haar aandacht. Zodra
ze zijn eerste kreet hoorde, haalde ze het papier uit de typemachine en stopte het
in de hoedendoos, bij de stapel die ze zorgvuldig bovenop had gelegd, zodat het
niet in de war zou raken met de rest. Toen stopte ze de doos weg en ging haar
kleine liefje voeden.
Uren later was William gevoed, verschoond, gewassen en weer verschoond,
nogmaals gevoed, schoongepoetst na een volgende spuugpartij, een laatste keer
gevoed en na een boertje in slaap gevallen.
Ze ging de keuken in om het avondeten klaar te maken, pakte de vis om te
bakken en precies op tijd liep Jameson door de voordeur naar binnen.
‘Scarlett?’
‘In de keuken!’ De opluchting was als een stoot energie die door haar systeem
schoot, net als iedere keer dat hij bij haar thuiskwam.
‘Hoi.’ Zijn voetstappen waren zacht, maar zijn stemming vulde de ruimte als
een donderwolk, duister en onheilspellend.
‘Wat is er?’ vroeg ze en ze liet de vis die ze wilde bakken voor wat het was.
Hij beende de keuken door, nam haar gezicht in zijn handen en kuste haar. Het
was zacht, wat, gezien zijn stemming, het des te liever maakte. Hij was altijd
voorzichtig met haar. Hun lippen bewogen samen in een zachte dans die snel
verdiepte, intenser werd. Het was zes weken geleden dat William was geboren,
zes weken sinds haar echtgenoot haar lichaam had gedeeld en niet alleen haar
bed. Volgens de vroedvrouw was zes weken lang genoeg en Scarlett was het daar
volmondig mee eens.
Jameson tilde langzaam zijn hoofd omhoog, zijn zelfbeheersing stevig in
bedwang houdend. Ze was zo verdomd mooi dat het bijna onmogelijk was zijn
handen van haar af te houden. Haar rondingen waren weelderig, haar heupen
grijpbaar en haar borsten vol en zwaar; ze was iedere fantasie, iedere pin-up die
op een vliegtuig was geschilderd… en ze was van hém.
Hij wist dat ze tijd nodig had om te herstellen en hij zou haar nooit onder druk
zetten sneller te genezen. Zo’n klootzak was hij niet. Maar hij miste haar
lichaam, miste het gevoel van in haar glijden, de manier waarop de wereld
vervaagde tot alleen zij tweeën overbleven, verbonden met elkaar. Hij hunkerde
naar haar smaak op zijn tong, de manier waarop haar heupen tegen zijn mond
schuurden, haar zijden haren die vanaf boven over zijn gezicht gleden als ze hem
kuste wanneer zij de leiding nam. Hij verlangde naar dat kleine kreuntje in haar
keel, vlak voor ze kwam, miste de manier waarop haar ogen glazig werden, haar
adem stokte, haar spieren zich aanspanden, het geluid van zijn naam op haar
lippen als ze zich eindelijk overgaf. Hij miste de zoete vergetelheid die hij in
haar lichaam vond, maar vooral hunkerde hij naar een paar momenten van haar
onverdeelde aandacht.
Hij was niet jaloers op zijn zoon, maar hij kon toegeven dat de veranderingen
gepaard gingen met een paar hobbels en groeipijntjes. ‘Ik heb je gemist
vandaag,’ zei hij en hij vouwde zijn handen om haar wangen en streek met zijn
duimen over haar zachte huid.
‘Ik mis jou iedere dag,’ reageerde ze met een glimlach. ‘Maar ik zag de
uitdrukking op je gezicht toen je binnenkwam. Vertel me wat er is gebeurd.’
Zijn kaak verstrakte. ‘Waar is William?’ ontweek hij haar opmerking toen hij
merkte dat zijn kleine mannetje niet in zijn wieg lag.
‘Hij ligt boven te slapen.’ Ze kantelde haar hoofd opzij. ‘Vertel het me,
Jameson.’
‘We hebben geen toestemming gekregen om naar het front in de Stille Oceaan
te vertrekken,’ gaf hij zachtjes toe.
Scarletts ruggengraat verstijfde tegen het aanrecht en onmiddellijk had hij spijt
van zijn woorden.
‘Heb je toestemming gevraagd om naar het front in de Stille Oceaan te gaan?’
vroeg Scarlett getroffen en ze stapte uit zijn bereik.
‘Het squadron heeft dat gedaan. Maar ik was er voorstander van.’ Zijn armen
voelden meteen leeg. ‘Ons land is aangevallen en wij zitten helemaal hier. Het
was alleen maar terecht dat we het vroegen. Alleen maar terecht dat als we nodig
zijn, we kunnen gaan.’ Het was een zeer controversiële discussie geweest in het
squadron, maar de overgrote meerderheid had erop gestaan dat ze het verzoek
om overplaatsing zouden indienen.
Haar kin ging omhoog, wat betekende dat ze op het punt stond ruzie te gaan
maken. ‘En op welk moment was je van plan het voorstel met mij te bespreken?’
vroeg ze terwijl ze haar armen onder haar borsten over elkaar vouwde.
‘Wanneer het een reële mogelijkheid zou worden,’ antwoordde hij. ‘Of nu het
dat niet is.’
‘Verkeerd antwoord.’ Vuur vlamde in haar ogen.
‘Ik kan hier niet gewoon niets doen terwijl mijn land in oorlog is.’ Hij nam
afstand van haar, leunde tegen de keukentafel en klemde zijn vingers om de
rand.
‘Je bent hier niet aan het “niets doen”,’ kaatste ze terug. ‘Hoeveel missies heb
je gevlogen? Hoeveel patrouilles? Hoeveel bombardementen onderschept? Je
bent al een ace. Hoe kun je dat “niets doen” noemen? En voor zover ik weet, was
jouw land al in oorlog met Duitsland. Je bent al waar je moet zijn.’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Wie weet hoelang het duurt voordat er Amerikaanse
soldaten arriveren? Voordat Amerika iets doet aan de Duitse dreiging? Ik ging
bij de RAF om de oorlog bij mijn voordeur vandaan te houden, mijn familie
veilig te houden, het te stoppen voordat het mijn land was dat werd
gebombardeerd of mijn moeder het volgende slachtoffer op de lange lijst zou
worden. Ik kwam hier om mijn thuis tegen de wolven te beschermen en terwijl
ik het druk had met het bewaken van de voordeur, glipten de wolven via de
achterdeur naar binnen.’
‘En dat is niet jouw schuld!’ snauwde ze.
‘Dat weet ik. Niemand zag Pearl Harbor aankomen, maar het is gebeurd en dat
verandert niets aan het feit dat ik daar misschien nodig ben. Als er plannen zijn,
wil ik daar deel van uitmaken. Ik kan niet mijn leven op het spel zetten om jouw
land te verdedigen en niet hetzelfde doen voor dat van mezelf. Vraag dat niet van
me.’ Iedere spier in zijn lijf verstarde, wachtend, hopend dat ze het zou
begrijpen.
‘Blijkbaar krijg ik niet eens de kans ook maar iets te vragen, aangezien jij wist
dat het 71ste het verzoek heeft ingediend zonder dat je het me zelfs maar
vertelde.’ Haar stem schoot omhoog en brak. ‘Ik dacht dat we partners waren.’
‘William was net geboren en jij had al zoveel op je bord…’
‘Dat je me niet wilde lastigvallen?’ Ze kneep haar ogen tot spleetjes. ‘Want ik
heb zo’n slechte staat van dienst als het aankomt op het omgaan met stress?’
Hij wreef met zijn hand over zijn gezicht en wenste dat hij ieder woord dat hij
had gezegd sinds hij door die deur was gelopen kon terugnemen… of terug kon
gaan naar een paar weken geleden en dit allemaal met haar kon bespreken. ‘Ik
had het je moeten vertellen.’
‘Ja. Dat had je inderdaad. Heb je erover nagedacht wat wij zouden moeten doen
als jij naar de Stille Oceaan werd gestuurd?’ Ze gebaarde naar de kamer boven
hen, waar William sliep.
‘Ze hebben Amerikanen gebombardeerd!’
‘En jij denkt dat ik niet weet hoe het voelt als je land door bommen in stukken
wordt verscheurd?’ Ze klopte op haar borst. ‘Om mijn vrienden uit mijn
jeugdtijd om te zien komen?’
‘Dat is waarom ik dacht dat je het zou begrijpen. Toen Engeland in oorlog
raakte, trok je een uniform aan en vocht je omdat je van jóúw land houdt, net
zoals ik van het mijne hou.’
‘Ik heb geen land!’ schreeuwde ze en draaide zich toen om naar het raam.
In de reflectie van het glas zag hij haar gezicht vertrekken en er verscheen een
knoop in zijn maag. Shit. ‘Scarlett…’
‘Ik heb geen land,’ zei ze zachtjes terwijl ze terug naar hem draaide, ‘omdat ik
dat heb opgegeven voor jou. Ik hield meer van jou. Ik ben geen Brit. Ik ben geen
Amerikaan. Ik ben alleen een burger van dit huwelijk, waarvan ik dacht dat het
een democratie was. Dus neem me mijn verbazing niet kwalijk nu het een
dictatuur blijkt te zijn. Goedgezind, ja, maar desondanks een dictatuur. Ik heb me
niet vrijgevochten uit de controle van mijn vader zodat jij zijn plek kon
innemen.’ Ze snoof en schonk hem een sarcastisch, verbitterd lachje.
‘Liefje…’ Hij schudde zijn hoofd, op zoek naar iets wat hij kon zeggen om dit
beter te maken.
‘Het gaat niet meer alleen om jou, Jameson. Zelfs niet alleen om óns. Je kunt
zo roekeloos zijn als je wilt wanneer je in de cockpit zit, ik weet met wie ik ben
getrouwd. Maar boven ligt een klein jongetje dat niet weet dat er een oorlog
gaande is, laat staan dat die nu de hele wereld beslaat. Wij zijn verantwoordelijk
voor hém. Ik begrijp de wens om voor je land te vechten; ook dat gaf ik op voor
ons. Behandel me alsjeblieft niet als minder dan je gelijke omdat ik twéé keer
voor dit gezin koos. Als jij een echtgenote had gewild die niet meer deed dan je
maaltijden koken, je bed warm houden en je baby’s baren, dan heb je de
verkeerde vrouw gekozen. Zie mijn opofferingen niet ten onrechte aan voor
glimlachende gehoorzaamheid. Verder, aangezien ík géén geheimen heb,
William heeft vandaag een cadeau ontvangen.’ Ze gebaarde naar een klein
doosje op tafel, liep vervolgens de keuken uit en passeerde hem zonder hem een
blik waardig te gunnen. Een paar tellen later hoorde hij haar voetstappen op de
trap.
Jameson kneep in zijn neusbrug en schraapte zijn ego van de vloer, waar
Scarlett het onder haar voeten had geplet. Hij had geprobeerd haar te
beschermen, een van de vele zorgen bij haar vandaan te houden, en daarmee had
hij haar volledig buitengesloten. Vanaf het moment dat hij haar had ontmoet, had
hij kleine stukjes van haar afgepeld. Het deed er niet toe of het zijn bedoeling
was of niet; het resultaat was hetzelfde.
Zij had zich voor hem over laten plaatsen, had haar eerste station, waar ze
vrienden had gehad, verlaten. Ze had haar zus met zich meegesleept, zodat ze de
belofte die ze Constance had gedaan kon nakomen. Ze was met hem getrouwd,
was haar Britse staatburgerschap erdoor kwijtgeraakt, moest vervolgens
wederom gebruikmaken van de voordelen van haar familienaam zodat ze
overgeplaatst kon worden om hem te volgen wanneer hij elders werd
gestationeerd. Toen ze zwanger bleek te zijn gaf ze het werk waarvan ze hield op
– het werk dat haar eigenwaarde verschafte – en nadat ze was bevallen, waren ze
weer overgeplaatst en was ze het dagelijkse contact met Constance verloren…
Feitelijk met iedereen buiten dit huis.
Ze had alles gegeven en hij had geen bezwaar gemaakt, omdat hij te veel van
haar hield om haar te laten gaan.
Hij keek naar het kleine doosje dat vlak bij zijn rechterhand stond, pakte het op
en plukte het briefje van de bovenkant.
Mijn lieve Scarlett,
Gefeliciteerd met de geboorte van je zoon. We waren zo blij het
nieuws te horen.
Geef hem alsjeblieft deze blijk van onze affectie en weet dat we
niet kunnen wachten om de nieuwste Wright te ontmoeten.
Liefs,
Moeder
Vol afschuw schudde Jameson zijn hoofd en keek toen in het doosje. Een kleine
zilveren rammelaar lag op een fluwelen kussentje. Hij tilde het belachelijke
speeltje op en zag de gravering in het handvat. Een grote W werd geflankeerd
door nog een W en een V.
Jameson liet de rammelaar terug in het doosje vallen voordat hij iets roekeloos
deed en het verdomde ding sloopte.
De naam van zijn zoon was William Vernon Stánton. Hij was geen Wright. Ze
hadden niet het recht ook maar iets van hem te claimen.
Hij duwde zich van de tafel af en hing zijn jas over een van de stoelen. Terwijl
hij de trap op liep, trok hij zijn stropdas los. Er scheen licht vanonder hun
slaapkamerdeur, maar niet vanonder die van William. Jameson duwde zijn oor
tegen de deur en toen hij een zacht geritsel en gemopper hoorde, ging hij naar
binnen en leunde over het kleine bedje heen.
William keek naar hem op, strak ingepakt in het dekentje dat zijn oma hem uit
Colorado had gestuurd. Hij geeuwde uitgebreid en fronste toen zijn voorhoofd.
‘Ja, ik weet wat dat betekent,’ zei Jameson zachtjes. Hij pakte zijn zoon op en
legde hem tegen zijn borst. Hoe ironisch dat zo’n klein mensje de zwaartekracht
in zijn wereld had veranderd. Hij drukte een kus boven op zijn hoofd en snoof
zijn geur op. ‘Heb je een fijne dag gehad?’
William kreunde en opende zijn mond tegen Jamesons overhemd.
‘Dat beschouw ik als een ja.’ Hij wreef kleine rondjes over Williams rug, in de
wetenschap dat hij niet had wat zijn zoon zocht. ‘Ik denk dat je haar even een
momentje moet gunnen, kereltje. Ik heb haar behoorlijk gekwetst.’
Hij wiegde van links naar rechts in een poging niet alleen Scarlett een
momentje te geven, maar zelf wat kostbare tijd te winnen om te bedenken wat
hij kon zeggen of doen. Wilde hij hen hier achterlaten, in een land waar ze daar
juridisch niet het recht toe hadden, wetend dat ze het land waar ze wél
rechtmatig mochten verblijven niet in konden, terwijl hij naar de andere kant van
de wereld vloog om de confrontatie met een andere vijand aan te gaan?
Nee.
De gedachte hen achter te laten voelde als een messteek door zijn ingewanden.
William was nog maar zes weken oud en hij was al zo veel veranderd. Hij kon
zich niet voorstellen hem niet te zien opgroeien, voor een jaar – of langer – te
vertrekken en zijn eigen zoon niet te herkennen wanneer hij terugkeerde. En de
gedachte aan Scarlett niet kunnen zien? Ondraaglijk.
‘Ik neem hem wel,’ zei ze vanuit de deuropening.
Jameson keerde zich om en zag haar, vanaf achteren verlicht door de lamp op
de overloop, haar armen al uitgestrekt. ‘Ik hou ervan hem vast te houden,’ zei hij
zachtjes.
Iets van het ijs in haar ogen smolt. ‘Dat mag ik hopen, maar tenzij je hem kunt
voeden, ga je het niet veel langer fijn vinden om hem vast te houden.’ Ze liep de
kamer door en met tegenzin gaf Jameson hun zoon aan haar.
Scarlett ging in de zwak verlichte hoek in de schommelstoel zitten en keek
vervolgens verwachtingsvol naar hem op. ‘Je hoeft niet te blijven.’
Hij leunde tegen de muur en kruiste zijn enkels over elkaar. ‘Ik hoef ook niet te
gaan. Ik heb je borsten eerder gezien. Ik weet niet of ik je de laatste tijd nog heb
gezegd hoe geweldig ze zijn.’
Ze rolde met haar ogen, maar hij zou zweren dat hij een vage blos over haar
wangen zag trekken. Ze legde haar zoon aan met wat een geoefende
behendigheid was geworden en streek met haar vingertoppen over zijn zachte,
zwarte haartjes.
‘Het spijt me,’ zei Jameson rustig.
Haar vingers verstilden.
‘Ik had het met je moeten bespreken toen dit speelde. Ik kan allerlei excuses
aandragen over dat ik je niet ongerust wilde maken, maar die doen er niet toe.
Het was verkeerd van me om je in het ongewisse te laten.’
Langzaam bracht ze haar blik naar de zijne.
‘Als we naar de Stille Oceaan waren gegaan, zou ik hemel en aarde hebben
bewogen om jullie naar Colorado te sturen tot ik naar huis zou kunnen komen. Ik
zou jullie nooit hebben achtergelaten zonder er zeker van te zijn dat jullie veilig
waren, en niet alleen fysiek. Ik zal niet nog eens de fout maken je buiten te
sluiten.’
‘Dank je wel.’
‘Ik zou…’ Hij slikte de prikkende prop van boosheid die in zijn keel opkwam
weg. ‘Ik zou heel graag die rammelaar in de prullenbak gooien.’
‘Oké.’
Zijn wenkbrauwen gingen omhoog. ‘Dat kan je niets schelen?’
‘Totaal niet. Ik zou hem zelf bij het vuil hebben gegooid, alleen wilde ik dat je
wist wat er speelde.’ Er klonk geen enkele steek onder water in haar verklaring,
slechts feiten.
‘Dank je wel.’ In stilte keek hij een poosje naar haar en zijn volgende woorden
koos hij met zorg. ‘Je afspraak voor een visum staat voor over een paar maanden
gepland, toch?’
Ze knikte. ‘Mei.’ Bijna een jaar nadat ze het traject waren gestart.
‘Ik wil dat je me iets belooft,’ zei hij zachtjes.
‘Wat dan?’
‘Beloof me dat als er iets met mij gebeurt, je hem naar de Verenigde Staten
brengt.’
Ze knipperde met haar ogen. ‘Je moet dat soort dingen niet zeggen.’
Hij doorkruiste de kamer, liet zich op ooghoogte zakken en legde zijn handen
op de armleuningen van de schommelstoel. ‘Er is voor mij niets zo belangrijk als
jullie levens, dat van jou en William. Niets. Je hebt gelijk; het gaat niet meer
alleen om ons. In Colorado zullen jullie veilig zijn. Veilig voor de oorlog, voor
armoede, voor je godsafgrijselijke ouders. Dus alsjeblieft, beloof me dat je hem
daarheen brengt.’
Haar wenkbrauwen schoven naar elkaar terwijl ze zijn verzoek overwoog. ‘Als
er iets met jou gebeurt,’ herhaalde ze.
Hij knikte.
‘Oké. Ik beloof dat als er iets met jou gebeurt, ik William naar Colorado zal
brengen.’
Langzaam leunde hij naar voren en gaf haar een kuis kusje op haar lippen.
‘Dank je wel.’
‘Dat betekent niet dat ik je toestemming geef om dood te gaan.’ Haar blik werd
streng.
‘Staat genoteerd.’ Hij kuste Williams hoofd en kwam overeind. ‘Aangezien jij
hem voedt, zal ik me ermee bezighouden jou te voeden. Ik hou van je, Scarlett.’
‘Ik hou ook van jou.’
Hij liet zijn vrouw en zoon achter in de kinderkamer en liep rechtstreeks naar
de keuken… waar hij de rammelaar in de prullenbak gooide, waar hij
thuishoorde.
Scarlett en William waren Stantons.
Ze waren van hem.
25
Georgia
Lieve Jameson,
Je bent nog maar een paar dagen weg en toch mis ik je al alsof
het om jaren gaat. Dit is zo veel moeilijker dan toen we in Middle
Wallop waren. Nu weet ik hoe het is om jouw vrouw te zijn. Om
’s nachts naast je te liggen en ’s ochtends wakker te worden met
jouw glimlach. Vanmorgen heb ik weer navraag gedaan naar het
verzoek tot overplaatsing, maar tot dusver is er geen nieuws.
Hopelijk morgen. Ik kan het niet verdragen om zo ver bij jou
vandaan te zijn terwijl ik weet dat je het gevaar tegemoet vliegt
en ik niets kan doen behalve hier blijven zitten en wachten. Ik kan
je niet eens verwelkomen wanneer je thuiskomt. Ik hou van je,
Jameson. Blijf veilig. Ons lot is met elkaar verbonden, want ik kan
niet bestaan in een wereld waarin jij dat niet doet.
Liefs,
Scarlett
‘Ben je er klaar voor?’ vroeg Noah met een opgewonden lach terwijl hij zijn
stropdas rechttrok. We stonden voor mijn galerie geparkeerd en de
januarisneeuw dwarrelde om ons heen.
‘Als ik dat nu eens niet ben?’ Mijn wenkbrauwen gingen omhoog.
‘Dat zou over een uur ongemakkelijk worden, wanneer iedereen komt opdagen,
maar we kunnen de deur op slot doen, de lichten uit laten en net doen of we er
niet zijn.’ Hij tilde mijn hand op en kuste de binnenkant van mijn pols, waardoor
er een scheut genot dwars door me heen schoot. Gedurende de afgelopen
tweeëneenhalve maand had ik hem bijna iedere nacht in mijn bed gehad en de
behoefte was niet afgenomen. Hij hoefde maar naar me te kijken en ik was klaar
voor hem. ‘Maar ik ben bereid je met wat je maar wilt om te kopen als je me laat
zien wat je daarbinnen hebt gecreëerd.’
‘Ik ben behoorlijk trots op mijn kleine collectie.’ Ik had mijn vingers er zo’n
beetje af gewerkt om alles af te krijgen voor deze avond. Ik had een paar dozijn
kleine stukken die klaar waren voor de verkoop en een paar grotere die ik
voornamelijk had gemaakt als showmodel. Uitnodigingen waren verstuurd,
reacties ontvangen en nu kon ik alleen nog maar de deuren openen en bidden dat
ik het laatste wat er op mijn bankrekening stond niet had verspild.
‘Ik ben trots op jóú.’ Deze keer kuste hij me op de lippen en hij zoog lichtjes op
mijn onderlip voordat hij hem losliet. Ik was compleet en grondig verslaafd aan
deze man. Het zou slechts een scharrel moeten zijn, dat was de afspraak. Hij zou
vertrekken zodra het boek af was en het voorbij zien tikken van de dagen had me
er alleen maar aan doen herinneren dat we in geleende tijd leefden. Iedere dag
verwachtte ik dat hij me ging vertellen dat het erop zat, maar dat gebeurde niet.
Nog even en hij zou het risico lopen de deadline voor de druk te missen, als hij
niet oppaste. ‘Ik weet dat vanavond net zo fantastisch gaat worden als jij bent.’
‘Fijn dat één van ons daar zo zeker van is.’ Ik zoog mijn longen vol en
herinnerde mezelf eraan dat dit Poplar Grove, Colorado was, niet New York. Er
waren geen paparazzi, filmsterren of regisseurs, geen roddelcolumnisten en
niemand die interesse in me veinsde om vijf minuten met Damian te krijgen. Dit
was van mij – alleen van mij – en Noah was de eerste persoon waar ik het mee
deelde.
Hij hield mijn hand vast toen we naar de deur liepen en blokkeerde de wind
terwijl ik met mijn sleutel klungelde om de zware, glazen deur te openen. Toen
liet ik hem de donkere ruimte binnen.
‘Wacht hier. Ogen dicht.’ Ik wilde zijn gezicht zien als de lichten aan gingen.
‘Je zou denken dat het mijn verjaardag was in plaats van die van jou,’ plaagde
hij.
Ik lachte en liep naar de lichtschakelaar zodra ik er zeker van was dat hij zijn
ogen echt gesloten had. Deze plek voelde inmiddels net zo vertrouwd als mijn
slaapkamer. Ik kon er geblinddoekt mijn weg vinden als het nodig was.
Ik zette de schakelaar om en de galerie lichtte op een tiental plekken op. Er
stonden vazen en kleine beeldhouwwerken op de glazen schappen aan de muren,
twee grotere, hogere werken in beide erkers en in het midden, op een zuil die
verlicht was door een enkele spot, stond mijn favoriete stuk.
‘Je mag je ogen opendoen,’ zei ik zachtjes en ik hield mijn adem in toen Noahs
donkere blik waarderend door de galerie dwaalde, zijn glimlach breed terwijl hij
alles in zich opnam en tot slot op de zuil focuste.
‘Georgia,’ fluisterde hij terwijl hij zijn hoofd schudde. ‘Mijn god.’
‘Vind je het mooi?’ Ik ging naast hem staan en hij legde zijn arm om mijn
middel om me dichter tegen zich aan te trekken.
‘Het is magnifiek.’
Mijn favoriete stuk van de collectie was een kroon van glazen ijspegels die van
zes tot tien centimeter lang uiteenliepen. ‘Snap je ’m?’ Mijn mondhoek krulde op
tot een grijns.
‘Hij is een IJskoningin waardig,’ antwoordde hij met een lage grinnik. ‘Al ben
je allesbehalve koud. Hij is ongelooflijk.’
‘Dank je wel. Ik heb nooit gereageerd op hun steken, want er schuilt kracht in
stilte en gratie in het hooghouden van je hoofd. Maar ik dacht, waarom zou ik
hem niet met trots dragen? Ik ben nu de enige die mezelf kan definiëren,
misschien maak ik hierna wel een kroon met vlammen.’ Hij begon al vorm te
krijgen in mijn hoofd.
‘Jij bent ongelooflijk, Georgia Stanton.’ Noah draaide zich naar mij, vouwde
zijn handen om mijn gezicht en kuste me diep. ‘Dank je wel dat je dit met me
deelt en voor het geval ik niets meer tegen je kan zeggen voordat we naar huis
gaan, gefeliciteerd met je verjaardag.’
‘Dank je wel,’ zei ik tegen zijn mond terwijl ik genoot van onze laatste paar
minuten privacy voordat de medewerkers van de catering zouden arriveren.
Een uur later waren de deuren geopend en was de galerie gevuld met gasten uit
het kleine stadje. Ik begroette het eerste dozijn mensen, leidde ze de ruimte rond
met Noah aan mijn zijde. Lydia – onze huishoudster – en haar dochter
arriveerden, toen Hazel en Owen, Cecilia Cochran uit de bibliotheek, mam…
Ik hapte naar adem en mijn vrije hand vloog naar mijn mond. Noahs arm gleed
rond mijn middel en hield me in balans terwijl mijn moeder door het kleine
groepje mensen heen mijn kant op kwam in een lichtroze mantel en een
aarzelende glimlach op haar gezicht.
‘Gefeliciteerd met je verjaardag, Georgia,’ zei ze zachtjes terwijl ze me
voorzichtig omhelsde en me toen na de gebruikelijke twee klopjes losliet.
‘Mam?’ Shock was niet het juiste woord.
Ze slikte nerveus en haar blik schoot van Noah weer terug naar mij. ‘Noah
heeft me uitgenodigd. Ik hoop dat je dat niet erg vindt. Ik wilde gewoon hier zijn
om je te feliciteren met je verjaardag en het atelier. Dit is een behoorlijke
prestatie.’
Was dat echt de enige reden dat ze hier was?
‘Jij en Ian?’ vroeg ik behoedzaam. Waren ze uit elkaar? Was ze eigenlijk hier
om zichzelf bijeen te rapen onder het mom van mij oplappen?
‘O, met Ian is alles goed. Met ons gaat het goed,’ verzekerde ze me. ‘Hij wenst
je veel succes. Ik neem aan dat je begrijpt waarom hij niet is meegekomen.’
Omdat ik hem niet kon uitstaan, en hij wist dat, dus eigenlijk was dit behoorlijk
attent van hem nu ik erover nadacht.
‘Hoe was je vlucht?’ vroeg Noah, die met zijn makkelijke manier van doen de
spanning tussen ons brak.
‘Heel goed. Hartstikke bedankt.’ Mam ademde diep in. ‘In het kader van
volledige openheid, Noah heeft mijn ticket betaald.’
‘O.’ Volledige openheid? Het ging goed tussen haar en Ian? ‘Dat was heel lief
van je,’ zei ik tegen Noah en ik leunde dichter tegen hem aan.
‘Graag gedaan.’ Zijn hand greep mijn middel. ‘Maar dat is niet mijn cadeau
voor jou. Dat staat thuis op je te wachten.’
‘Ik had gezegd dat je geen geld aan me moest uitgeven!’ berispte ik hem, maar
er fladderde een vleugje nieuwsgierigheid door mijn borst.
‘Heb ik ook niet, dat beloof ik.’ Daar was die grijns weer. Hij voerde iets in zijn
schild.
‘Ik kan de jarige jet niet de hele avond in beslag nemen. Bekommer je om je
gasten,’ zei mam met een waterig glimlachje. ‘Dank je wel dat je me erbij liet
zijn. Je verjaardagen waren altijd…’ Haar glimlach haperde. ‘Ik ben gewoon blij
dat ik er ben, dat is alles.’ Haar blik schoof door de galerie. ‘Dit is fenomenaal.
Ik ben zo trots op je, Georgia.’
‘Bedankt dat je er bent,’ zei ik tegen haar en ik meende ieder woord. ‘Dat
betekent heel veel voor me.’ Het voorschot was betaald en alle royalty’s over het
boek zouden rechtstreeks naar mams rekening gaan. Ze was gelukkig met Ian.
Het leek erop dat ook haar leven goed ging, wat betekende dat ze hier niet was
omdat ze iets van me nodig had… Ze was hier omdat ze hier wilde zijn. En oké,
het was maar één avond in een heel leven, maar het was genoeg.
Ik was een en al glimlach toen ik mijn ronde door de ruimte maakte en toekeek
hoe de kleinere werken verdwenen doordat ze werden verkocht.
‘Dit is te gek!’ Hazel omhelsde me stevig. ‘En is dat Lydia’s dochter achter de
toonbank bij de kassa?’
Ik knikte. ‘Ik denk dat het best goed zou kunnen gaan lopen.’
‘Dat zal het. Geloof me.’ Ze kneep haar ogen samen toen ze over mijn schouder
tuurde. ‘Wow. Wie is Noah…’ Haar wenkbrauwen schoten tot aan het plafond.
Ik draaide me om en knipperde van verwarring met mijn ogen toen Noah vlak
bij de deur een oogverblindende vrouw omhelsde. Hij keek op, doorzocht de
ruimte en leidde haar toen langs de ijskroon naar waar ik met Hazel stond.
De haren en ogen van de vrouw waren net zo donker als die van Noah en haar
huid had dezelfde door de zon gekuste olijftint. Een man met blond haar, groene
ogen en een op maat gemaakt pak stond aan haar zijde.
‘Ik hoop dat je het niet erg vindt dat ik ook een van mijn beste vrienden heb
uitgenodigd,’ zei Noah met een glimlach. ‘Georgia, dit is mijn zusje, Adrienne,
en haar gevangene, Mason.’
Zijn zus? Mannen nodigden hun zus niet uit om hun scharrel te ontmoeten,
toch? Mijn borst werd warm, mijn hart smachtend door de mogelijkheid dat dit
meer voor hem betekende, dat we echt meer konden zíjn, zelfs nadat het boek
klaar was. Misschien was die zelfopgelegde einddatum helemaal niet nodig.
Adrienne trok een perfect geëpileerde wenkbrauw op naar haar broer, maar
haar lach voor mij was oprecht en stralend toen ze me in een stevige omhelzing
trok. ‘Ik vind het fantastisch je te mogen ontmoeten, Georgia. Hij heeft het
steeds over je. En hij bedoelde trouwens te zeggen mijn échtgenoot Mason,’
corrigeerde ze Noah terwijl ze me losliet.
‘Is dat zo?’ plaagde Noah. ‘Goed om je te zien, man.’ Hij omhelsde Mason en
vervolgens zijn zus zo stevig dat ze met haar voeten van de grond kwam. ‘En jou
ook, snotaap. Goede vlucht gehad?’
‘Dat weet je best. Stop ermee voor eerste klas te betalen, dat is pure
geldverspilling.’
‘Ik bepaal zelf hoe ik mijn geld uitgeef.’ Noah haalde zijn schouders op.
‘Hopelijk hou je van gekibbel, want dat doen ze heel veel,’ merkte Mason op
en met een gemoedelijke glimlach bood hij me zijn hand aan.
‘Ik zal eerlijk zijn… Ik ben een beetje overdonderd.’ Ik schudde hem de hand
en zijn glimlach verbreedde, waardoor er een kuiltje tevoorschijn kwam.
‘Dat kan ik je niet kwalijk nemen. Je galerie is trouwens ongelooflijk!’ zei
Adrienne. ‘O, en gefeliciteerd met je verjaardag! Het heeft geen haast – het is
hier een beetje druk – maar op een later moment moet je me echt vertellen hoe je
mijn broer in die boekenwinkel omver hebt geblazen.’
Ik schoot in de lach en beloofde haar alle details, waarna zij en Mason
wegliepen om rond te kijken en daarbij Hazel en Owen meenamen.
‘Heb ik je al verteld hoe prachtig je er vanavond uitziet?’ Noahs lippen
schampten mijn oorschelp, waardoor er een huivering over mijn rug trok.
‘Zo’n twintig keer,’ verzekerde ik hem. ‘Heb ik jou al verteld dat ik hele stoute
dingen ga doen met die stropdas die je vanavond draagt?’ Ik keek vanonder mijn
wimpers naar hem op.
‘Is dat zo?’ Zijn ogen kleurden donkerder. ‘En ik was nog wel zelf plannen aan
het smeden.’ Hij stal een kus voordat ik weer werd weggeroepen.
De avond vloog voorbij en voordat ik het wist had ik ieder stuk dat ik voor de
verkoop beschikbaar had gesteld, verkocht. De werken die ik tentoon had
gesteld, de kroon en de twee hoge werken, bleven waar ik ze hebben wilde; bij
mij. Langzaam liep de galerie leeg, tot alleen mijn beste vrienden en de
schoonmaakploeg overbleven.
‘Hier scoort hij ón-wíjs veel punten mee,’ zei Hazel toen ze zich klaarmaakte
om te vertrekken.
‘Zeg,’ zei ik quasiverontwaardigd terwijl ik haar een afscheidsknuffel gaf.
‘Team Georgia, weet je nog?’
‘Ik ben team Georgia,’ beloofde ze. ‘Die man liet zijn familie overvliegen om
je te ontmoeten. En je moeder,’ zei ze zachtjes terwijl Noah afscheid nam van
zijn zus.
Adrienne had al beloofd de volgende dag langs te komen voor de lunch. Ze had
geweigerd de logeerkamer te gebruiken, maar mam had ermee ingestemd
vannacht bij ons te logeren. Ze had haar huurauto al gepakt om haar spullen uit
de B&B te halen.
‘Ik weet het. Hij is…’ Ik zuchtte en keek naar Noah.
‘Hij is net zo verliefd op jou als jij op hem,’ fluisterde Hazel.
‘Hou erover op.’ Ik schudde mijn hoofd en weigerde mezelf het risico te laten
lopen op een gigantisch gebroken hart.
‘Ik heb je nog nooit zo gelukkig gezien als vanavond, als in de afgelopen
maanden, eerlijk gezegd.’ Ze pakte mijn hand. ‘Je hebt genoeg ellende
meegemaakt, G. Je moet de goede dingen ook toelaten.’
Ze omhelsde me nog een laatste keer voordat ik een antwoord wist te
formuleren en toen trok Owen haar mee naar de deur, iets mompelend dat ze
voor het komende uur nog een oppas hadden.
Het huis was donker en stil toen Noah en ik thuiskwamen, maar mam
arriveerde vlak nadat we onze jassen hadden opgehangen. Noahs blik dwaalde
naar mijn benen, bloot onder de korte, zwarte jurk die ik uit mijn recent
uitgepakte garderobe had uitgekozen.
‘Ik ga naar boven om nog even met Ian te bellen voor ik naar bed ga,’ zei mam
met een geslepen glimlach voordat ze haar kleine tas pakte, ondanks dat Noah
had aangeboden hem voor haar naar boven te brengen. ‘Niet te veel plezier
maken, jullie twee. Fijne verjaardag, Gigi.’
‘Welterusten, mam.’ Ik vertrok zelfs geen spier bij het horen van die bijnaam en
keek naar de negenentwintig rozen die oma had gestuurd, samen met een
gesigneerde eerste editie van The Sun Also Rises.
‘Cadeautjestijd,’ zei Noah, die achter me kwam staan en zijn armen om mijn
middel sloeg. ‘Het mag dan geen Hemingway zijn, maar je had me tenslotte ook
een beperkt budget opgelegd.’
Ik kreunde. ‘Je hebt me al genoeg gegeven.’
‘Geloof me, dit wil je.’
Ik draaide me om in zijn armen. ‘Ik wil jóú.’ Als hij eens zou weten hoe erg,
zou hij waarschijnlijk gillend het huis uit rennen.
Hij kuste mijn voorhoofd en nam me aan mijn hand mee naar de woonkamer,
waar hij nog maar een paar maanden geleden zijn schrijverscapaciteiten had
gepitcht. De meubels waren aan de kant geschoven, waardoor er een ruimte was
gecreëerd, en hij had de lange sidetable uit de hal hierheen gebracht, waar een
middelgrote, met prachtige linten ingepakte doos op stond aan de kant van de
openhaard, die hij met een druk op de knop aanzette.
‘Oma heeft die bij de verbouwing laten plaatsen.’ Ik knikte naar de gashaard.
‘Ze zei dat het een belachelijke, overdadige uitgave was, maar dat interesseerde
haar niet.’
‘Nou, heel erg bedankt, oma.’ Noah schudde zijn colbert af en legde hem over
de oorfauteuil, die tegenover de doos stond. ‘Zo, maak je cadeau maar open,
Georgia.’ Hij leunde met zijn schouder tegen de schoorsteenmantel en sloeg zijn
ene enkel over de andere.
‘Het cadeau dat je niets kostte.’ Ik trok een wenkbrauw op.
‘Geen cent.’ Zijn ogen vernauwden ietwat. ‘Nou, ik heb de doos betaald. En de
linten. Eerlijk gezegd was het iets wat ik tegenkwam toen ik mijn schoenen
zocht.’
Ik rolde met mijn ogen, maar liep naar de doos. ‘Heb je hem dichtgeplakt?’
plaagde ik terwijl ik naar een opening zocht.
‘Nope. Gewoon optillen.’ Er school zoveel enthousiasme in zijn ogen dat het
op mij werd overgedragen.
Ik pakte de zijkanten van de doos en schoof het deksel naar boven. Mijn hart
schoot naar mijn keel en tranen prikten in mijn ogen. ‘O, Noah.’
Hij kwam naar voren en nam de doos uit mijn trillende handen, maar ik had het
te druk met naar mijn cadeau staren om te zien waar hij de verpakking zette.
Toen stond hij weer aan mijn zij. ‘Is het…’ Ik was bijna bang om de woorden uit
te spreken, wilde heel graag dat het echt zo was, al was het maar in mijn eigen
hoofd.
‘Ja.’ Hij knikte, zijn glimlach zacht.
‘Maar hoe?’ Ik bracht een beverige hand naar de antieke platenspeler en liet
mijn vingers over de versleten rand van de behuizing gaan toen hij open voor me
op tafel stond.
‘Ik stuitte een paar weken geleden op een los paneel achterin in mijn kast in
Grantham Cottage,’ zei hij terwijl hij de hendel van de fonograaf in beweging
bracht, zodat hij boven de stofvrije plaat hing. ‘Dezelfde kast als waar de
streepjes op de kastdeur niet overgeschilderd waren, zoals in de rest van het
huis.’
Mijn blik schoot naar de zijne. Op een bepaalde manier wist ik wat zijn
volgende woorden zouden zijn. ‘Ze waren van opa Williams lengte, of niet?’
gokte ik.
Hij knikte. ‘Ik vermoed dat ze de cottage daarom nooit heeft verkocht. Ik ben
naar het archief gegaan en heb in het kadaster de eigendomsaktes opgezocht. Het
was oorspronkelijk eigendom van Grantham Stanton, Jamesons vader. Je over-
over-grootvader.’
‘Daar hebben ze de eerste vijf jaar gewoond,’ fluisterde ik terwijl ik de
informatie probeerde te bevatten. ‘Maar oma zei dat de platenspeler kapot was.’
Een van Noahs mondhoeken kroop omhoog. ‘Wat er ook kapot mocht zijn, dit
niet. Scarlett moet het in de muur hebben verstopt.’
‘Maar ze is nooit teruggegaan om hem te halen?’ Mijn voorhoofd rimpelde.
‘Nu ik erover nadenk, volgens mij heb ik nooit gehoord dat ze terug naar het
huis is gegaan. Ze heeft er altijd een huisbaas voor laten zorgen.’
‘Rouw is een machtige, irrationele emotie en sommige herinneringen kunnen
beter veilig opgeborgen en met rust gelaten worden.’ Hij zette de schakelaar van
de platenspeler om en tot mijn complete verbijstering ging hij aan.
‘Je hebt Jamesons fonograaf gevonden,’ fluisterde ik.
‘Ik heb Jamesons fonograaf gevonden.’ Hij liet de arm zakken en de naald
maakte contact, waarna de kamer zich vulde met Billie Holidays stem.
Mijn ogen vielen dicht en ik stelde me hen voor in dat veld, waar de
liefdesaffaire begon die leidde tot mijn bestaan, de liefde die oma de rest van
haar leven had achtervolgd, ondanks dat ze uiteindelijk nogmaals trouwde.
‘Hé,’ zei Noah zachtjes terwijl hij achterwaarts naar het midden van de kamer
liep en zijn hand naar me uitstak. ‘Kom, dans met me, Georgia.’
Ik liep recht in Noahs armen en voelde mijn laatste barrières verdwijnen.
‘Dank je wel,’ zei ik en ik liet mijn wang tegen zijn borst rusten terwijl we
zachtjes samen bewogen, wiegend op de muziek. ‘Ik kan niet geloven dat je dit
allemaal voor me hebt gedaan. Het etentje en je zus en mam en de fonograaf.
Het is te veel.’
‘Het is bij lange na niet genoeg.’ Zijn stem zakte toen hij mijn kin zachtjes
omhoogduwde om in mijn ogen te kunnen kijken. ‘Ik ben tot over mijn oren en
met heel mijn hart waanzinnig verliefd op je, Georgia Constance Stanton.’ De
intensiteit in die woorden echode in zijn ogen.
‘Noah.’ Mijn hart trok samen en de zoete pijn die ik tot het uiterste had
geprobeerd te smoren, brak los en vulde iedere uitgedroogde, naar liefde
snakkende vezel in mijn lijf toen ik mezelf toestond het te geloven, mezelf
toestond ook van hem te houden.
‘Dit is geen scharrel voor mij. Dat is het nooit geweest. Ik wilde je vanaf het
eerste moment dat ik je in die boekenwinkel zag en ik wist dat je de ware was
zodra je je mond opende om me te vertellen dat je mijn boeken haatte.’ Hij
knikte langzaam, een grijns om zijn lippen. ‘Het is echt zo. En ik verwacht niet
dat je het terug zegt. Nog niet. Sterker nog, doe dat alsjeblieft niet. Ik wil dat je
het zegt op je eigen moment, wanneer jij er klaar voor bent. En als je nog niet
van me houdt, maak je geen zorgen. Ik zal je voor me weten te winnen.’ Hij liet
zijn voorhoofd tegen het mijne rusten terwijl we wiegden op de muziek.
O, god. Ik hield van hem. Misschien was het roekeloos en dom en te verdomd
snel, maar ik kon er niets aan doen. Mijn hart was van hem. Hij had me zo
volledig voor zich gewonnen, dat ik me geen enkele dag zonder hem kon
voorstellen. ‘Noah, ik h…’
Hij kuste me tot stilte, hield mijn verklaring tegen. Toen droeg hij me naar
boven en bedreef zo grondig de liefde met me dat er geen enkele centimeter van
mijn huid was die zijn handen, zijn mond, zijn tong niet kende.
Tegen de tijd dat de zon opkwam, waren we allebei uitgeput, dronken door een
cocktail van orgasmes en slaapgebrek terwijl we ons als een stel tieners kussend
naar beneden begaven, zo stil mogelijk om mam niet wakker te maken.
We waren een waar cliché. Noah droeg zijn pantalon van gisteravond terwijl ik
haastig zijn overhemd had aangetrokken over niets meer dan een boxershort. Het
interesseerde me niet. Ik was verliefd op Noah Morelli en ik ging pannenkoeken
voor hem bakken, of eieren. Datgene wat het snelst was, zodat we direct terug in
bed konden kruipen.
Hij kuste me diep en lang in de hal voordat hij me meetrok naar de keuken.
‘Wat is dat?’ Ik maakte me van hem los toen ik geritsel van papier uit het
kantoor hoorde komen.
Noah tilde zijn hoofd op en vernauwde zijn ogen bij het zien van de kleine kier
van de kantoordeuren. ‘Ik heb die gisteravond voor het feest dichtgedaan. Wacht
hier.’ Hij schoof me achter zijn rug en sloop toen zachtjes naar de dubbele
deuren. Hij duwde er een verder open om naar binnen te kijken. ‘Wat ben jij in
godsnaam aan het doen?’ gromde hij voordat hij naar binnen verdween.
Ik volgde hem en schoot door de geopende door.
Het duurde een tel tot het tot me doordrong. Mam in oma’s stoel, haar mobiele
telefoon gereed boven het bureau, een platte doos open aan haar linkerkant en
een kleine stapel papieren voor haar.
Ze was het manuscript aan het scannen.
26
Mei 1942
Ipswich, Engeland
William huilde en Scarlett wiegde hem zachtjes, zwierde van links naar rechts
terwijl het luchtalarm boven hen loeide. De schuilplaats stond vol en was flauw
verlicht, maar ze stelde zich voor dat haar uitdrukking precies hetzelfde was als
die van de mensen om haar heen. Er lagen een paar kinderen op een kluitje in
een hoekje een spelletje te spelen. Voor de jongere kinderen was dit routine
geworden, gewoon iets wat bij het leven hoorde.
De volwassenen schonken elkaar geruststellende glimlachjes die allesbehalve
dat waren. De luchtaanvallen waren de afgelopen week flink toegenomen, de
Duitsers bombardeerden stad na stad als vergelding voor de bombardementen in
Cologne. Ondanks dat de luchtaanvallen nooit helemaal waren verdwenen, was
Scarlett de afgelopen maanden zorgelozer geworden en hoewel dit niet de eerste
keer was dat ze zich in een schuilplaats bevond, gold dat wel voor William.
Ze had eerder angst gekend. Had het ervaren in die momenten dat de hangar in
Middle Wallop was ontploft of de keren dat Jameson laat thuiskwam of zelfs
dagenlang niet, als ze Britse bommenwerpers escorteerden. Maar deze angst,
deze doodsangst, die zich met een ijzige vuist om haar strot klemde, was er een
van een nieuw niveau, een nieuwe marteling in deze oorlog. Het was niet alleen
haar leven dat op het spel stond, of zelfs dat van Jameson, maar dat van haar
zoon.
Over een paar dagen zou William zes maanden worden. Zes maanden en het
enige wat hij kende was oorlog.
‘Ik weet zeker dat ze ons ieder moment kunnen laten weten dat de kust veilig
is,’ zei een oudere vrouw met een vriendelijke glimlach tegen haar.
‘Zeker,’ reageerde Scarlett terwijl ze William op haar andere heup zette en door
zijn mutsje heen een kus op zijn hoofd drukte.
Ipswich was een logisch doelwit, dat wist Scarlett. Maar tot dusver hadden ze
geluk gehad.
De sirenes stopten en er klonk een collectief geroezemoes van opluchting door
de lange tunnel die als hun ondergrondse schuilplaats diende.
De grond had niet getrild, al was dat niet altijd een eenduidig teken om uit op te
maken of ze waren geraakt, alleen dat ze niet vlakbij waren geraakt.
‘Er zijn niet zo veel kinderen als ik had verwacht,’ zei Scarlett tegen de oudere
vrouw, voornamelijk om zichzelf af te leiden.
‘Ze hebben schuilplaatsen gebouwd bij de school,’ legde ze met een trots knikje
uit. ‘Uiteraard passen niet alle kinderen erin, maar ze gaan nu om de beurt naar
school, de groepen maximaal zo groot dat ze er allemaal in passen. Het heeft
behoorlijk wat schema’s overhoopgegooid, maar…’ Haar stem stierf weg.
‘Maar de kinderen zijn veiliger,’ nam Scarlett aan.
De oudere vrouw knikte en haar blik ging naar Williams wang.
‘Dat kan ik wel waarderen,’ zei Scarlett terwijl ze William wat steviger
beethield.
Zes maanden geleden had het evacueren van kinderen uit Londen en andere
grote doelwitten haar zo logisch geleken. Als de kinderen in gevaar waren,
moesten ze naar veiligere plekken worden gebracht. Maar met William in haar
armen kon ze zich niet voorstellen wat een kracht die moeders gehad moesten
hebben om hun kind op de trein te zetten, niet wetend waar ze precies heen
gingen. Ze kon zich niet over haar instinct heen zetten dat William het veiligst
was bij haar, maar bracht ze hem niet juist meer in gevaar door haar eigen
behoefte om dicht bij Jameson te zijn?
Het antwoord was onomwonden ja en dat viel niet te ontkennen, niet nu ze zich
met hem in een ondergronds station als schuilplaats bevond, op het best hopend
en ervoor biddend.
Het ‘de kust is veilig’-geluid klonk door het station en de menigte begon naar
buiten te stromen. De zon scheen nog steeds toen ze uit de schuilplaats kwam.
Wat als dagen had gevoeld, waren slechts uren geweest.
‘Rakelings aan ons voorbijgegaan,’ hoorde ze een oudere man zeggen.
‘Onze jongens moeten ze afgeschrikt hebben,’ voegde een ander er met trots
aan toe.
Scarlett wist wel beter, maar ze zei niets. De tijd dat ze bomaanvallen plotte,
had haar geleerd dat gevechtsvliegtuigen niet vaak als afschrikmiddel werkten.
Ze waren gewoon het doelwit niet geweest. Zo simpel was het.
Ze liep de tocht van bijna een kilometer naar huis en brabbelde de hele tijd
tegen William, ondertussen haar ogen op de lucht gericht. Het feit dat ze nu weg
waren, betekende niet dat ze niet terug konden komen.
‘Misschien dat we vanavond maar met z’n tweetjes zijn, kleintje,’ zei ze tegen
William terwijl ze de voordeur opende. Met de toegenomen luchtaanvallen had
Jameson al meer dan een week niet buiten de basis mogen slapen. Hun huis was
slechts een kwartier van Martlesham-Heath vandaan, maar vijftien minuten was
een eeuwigheid wanneer er bommenwerpers aankwamen.
Ze voedde William, deed hem in bad, voedde hem weer en had hem op bed
gelegd voordat ze eraan dacht zelf te eten.
Ze had weinig eetlust, vooral niet nu ze niet wist waar Jameson was. Het was
beangstigend geweest om zijn marker over het bord te verplaatsen, te weten
wanneer hij de vijand tegemoet trad, te weten wanneer er leden van zijn
squadron waren gesneuveld, maar het was nog erger om het niet te weten.
Scarlett ging achter haar typemachine zitten, opende de kleine doos die ze in de
afgelopen paar maanden aan haar collectie had toegevoegd en pakte haar laatste
bladzijde eruit om verder te schrijven. Deze doos was voor hun verhaal; ze kon
het niet gewoon bij de andere uitgewerkte samenvattingen, gedeeltelijke
hoofdstukken en onuitgewerkte gedachten stoppen. Als er een verhaal was dat
up-to-date moest worden gehouden, was het dit, gewoon voor het geval het alles
zou zijn wat ze William zou kunnen geven.
Wellicht had ze een detail of twee geromantiseerd, maar was dat niet wat liefde
sowieso deed? Het verzachtte de scherpere, lelijkere momenten van het leven.
Ze was al bij hoofdstuk tien, waarmee ze bijna bij Williams geboorte waren
beland.
Zodra ze dat hoofdstuk eenmaal af had, stopte ze plichtsgetrouw het laatste vel
papier in de kleinere doos en pakte een nieuwe. Eindelijk was ze halverwege –
of wat zij dacht dat halverwege was – een echt manuscript. Ze verloor zichzelf in
die wereld, het geklik van de typemachine vulde het huis.
Ze schrok van een klop op de deur en haar vingers bevroren boven de toetsen
terwijl haar hoofd zich met een ruk naar het onwelkome geluid draaide.
Hij is niet dood. Hij is niet dood. Hij is niet dood. Ze herhaalde de zin in een
verstild gefluister toen ze opstond en liep toen de afgrijselijke stappen langs de
eetkamer naar de voordeur.
‘Hij is niet dood,’ fluisterde ze een laatste keer terwijl haar hand naar de
deurknop reikte. Er waren zoveel redenen waarom iemand op dit tijdstip kon
langskomen… Ze kon ze op dit moment alleen niet bedenken.
Ze tilde haar kin op en rukte de deur open, klaar om het lot dat aan de andere
kant ervan op haar wachtte onder ogen te komen. ‘Constance!’ Scarletts hand
vloog naar haar borst, in de hoop dat het haar op hol geslagen hartslag tot kalmte
zou brengen.
‘Het spijt me dat ik zo laat langskom!’ Constance gooide haar armen om
Scarlett heen. ‘Ik was net terug bij de hut en een van de meisjes zei dat Ipswich
onder vuur had gelegen. Ik moest met mijn eigen ogen zien dat je oké was.’ Haar
zus hield haar stevig vast.
‘Wij zijn in orde,’ verzekerde Scarlett haar terwijl ze haar omhelzing
beantwoordde. ‘Van Jameson kan ik niet hetzelfde zeggen, want ik heb hem al
een paar dagen niet gezien.’
Constance maakte zich van haar los. ‘Hebben ze zijn sleeping-out-pas
geannuleerd?’
Scarlett knikte. ‘Hij is twee keer thuis geweest sinds de luchtaanvallen zijn
begonnen, maar alleen om een schoon uniform te halen en William en mij weer
een afscheidskus te geven.’
‘Het spijt me zo,’ zei Constance, die haar hoofd schudde en haar gezicht liet
zakken, zodat haar pet haar uitdrukking verborg. ‘Ik had mijn verlof hier met jou
moeten doorbrengen in plaats van naar Londen te gaan voor weer een
huwelijksvoorbereidingssessie.’
Scarlett nam haar zus’ hand in die van haar. ‘Stop. Je hebt je eigen leven te
leven. Waarom kom je niet binnen en…’
‘Nee, ik moet terug,’ zei Constance terwijl ze kort haar hoofd schudde.
‘Onzin,’ protesteerde Scarlett en ze keek over Constance’ schouder om de
nieuwe auto langs het trottoir geparkeerd te zien staan. ‘Het is al zo laat en als je
niet kunt blijven slapen, laat me dan in ieder geval een kop thee voor je zetten
voordat je terugrijdt.’ Haar ogen vernauwden iets bij het ontbreken van het
insigne op de bumper. ‘Het is een mooie auto.’
‘Dank je,’ reageerde Constance zonder enige vreugde. ‘Henry stond erop dat ik
hem zou nemen. Hij zei dat een verloofde van hem niet afhankelijk is van
openbaar vervoer.’ Constance trok kort een enkele schouder op terwijl ze
achteromkeek naar het gestroomlijnde voertuig.
Een misselijk gevoel trok door Scarletts maag toen ze zich realiseerde dat
Constance haar nog niet had aangekeken. ‘Kom, popje, één kopje thee maar.’ Ze
reikte over de drempel en tilde Constance’ kin omhoog.
Woede vulde haar hart. Ze ging hem verdomme vermoorden.
Met het woonkamerlicht dat het gezicht van haar kleine zusje verlichtte, zag
Scarlett nu de beurse plek die Constance’ oog ontsierde. De huid eromheen was
opgezwollen, op sommige plekken rood en lichtblauw op andere. Het was
overduidelijk dat er morgen een enorme blauwe plek zou zitten.
‘Het stelt niets voor,’ zei Constance en ze rukte haar kin uit Scarletts greep.
‘Naar binnen.’ Scarlett trok Constance het huis in, sloot de deur achter hen en
leidde haar zus naar de keuken waar ze een ketel water opzette.
‘Echt, het stelt…’
‘Als je me nog een keer gaat zeggen dat het niets voorstelt, ga ik gillen,’
dreigde Scarlett terwijl ze achterover tegen het aanrecht leunde.
Constance zuchtte en zette haar pet af, die ze naast Scarletts typemachine op
tafel legde. ‘Wat wil je dat ik zeg?’
‘De waarheid.’
‘Er zijn verschillende versies van de waarheid,’ zei Constance, die haar handen
in haar schoot vouwde.
‘Tussen ons niet.’ Ze sloeg haar armen voor haar borst over elkaar.
‘Ik heb hem boos gemaakt,’ legde Constance uit terwijl ze haar blik naar haar
handen liet zakken. ‘Het blijkt dat hij er niet van houdt te moeten wachten of nee
te horen te krijgen.’
Scarletts borst trok pijnlijk samen. ‘Je kunt niet met hem trouwen. Als hij dit al
doet voordat je getrouwd bent, stel je dan eens voor wat er daarna zal gebeuren.’
‘Denk je dat ik dat niet weet?’
‘Als je dat weet, waarom ga je er dan mee door? Ik weet dat je van dat land
houdt en ik weet dat je denkt dat het het laatste stukje van Edward is, maar
Edward zou niet willen dat je in elkaar werd geslagen om het te kunnen
behouden.’ Scarlett overbrugde de afstand tussen hen en liet zich voor haar zus
op haar knieën zakken, waarna ze haar handen in die van haar nam. ‘Alsjeblieft,
Constance, doe dit alsjeblieft niet.’
‘Ik kan er niets meer aan veranderen,’ fluisterde Constance en haar onderlip
trilde. ‘De aankondiging is gedaan. Uitnodigingen zijn verstuurd. Volgende
maand om deze tijd zijn we getrouwd.’
Scarlett voelde tranen in haar ogen prikken, maar weigerde ze te laten vallen.
Het was niet haar schuld dat Henry een mishandelende zak was, maar toch
voelde ze zich schuldig, alsof haar zus haar plek bij de guillotine had
overgenomen.
‘Er is nog tijd,’ drong Scarlett aan.
Constance’ blik werd hard. ‘Ik hou van je, maar deze discussie is voorbij. Ik
zou heel graag nog een uur of twee blijven, maar alleen als je belooft het te laten
rusten.’
Iedere spier in Scarletts gezicht stond strak, maar ze knikte. ‘Ik zou vragen of je
straks je sectie moest bellen, maar ik zag je nieuwe rang,’ zei ze met een
geforceerde glimlach terwijl ze gebaarde naar het insigne op Constance’
schouder.
‘O.’ Constance’ mondhoeken krulden op. ‘Dat is vorige week gebeurd, ik had
alleen nog geen tijd om langs te komen.’
Scarlett kwam overeind om op de stoel naast haar zus te gaan zitten. ‘Je
verdiende het al ver voor vorige week.’
‘Eigenlijk is het wel grappig,’ zei Constance met een kleine frons tussen haar
wenkbrauwen. ‘Robbins kwam na een dienst naar me toe, overhandigde het en
zei simpelweg dat mijn nieuwe functie de volgende dag in zou gaan. Een
behoorlijke anticlimax, eerlijk gezegd.’
Scarlett glimlachte, deze keer oprecht. ‘Laat hij je in dienst blijven?’ vroeg ze,
niet in staat de vraag te vermijden.
Constance’ lach verdween. ‘Ik denk het. Het blijkt dat hij als burger niet veel te
zeggen heeft, aangezien hij fysiek niet fit is om te dienen. Maar we weten allebei
dat als ik zwanger word…’
‘Ja, nou, daar weten we alles van.’ Ze gaf haar zus een kneepje in haar hand.
‘Aangezien je nabije toekomst niet besproken mag worden, wat zou je willen
doen?’
Constance keek naar de typemachine. ‘Stoorde ik je bij het schrijven?’
Een warme blos trok over Scarletts wangen. ‘Het is niets.’
De zussen keken elkaar aan. Allebei wisten ze dat wat ze als niets omschreven
eigenlijk alles was.
‘Ik zou er een hekel aan hebben als ik je ophoud midden in je meesterstuk,’ zei
Constance en ze trok haar wenkbrauwen op.
‘Niet bepaald een meesterstuk,’ antwoordde Scarlett terwijl de ketel begon te
fluiten.
‘Wat denk je ervan als jij de thee zet en ik je persoonlijke secretaresse ben en
typ?’
Scarlett grinnikte door de ondeugende blik van haar zus. ‘Je wilt gewoon
spieken wat ik aan het schrijven ben.’ Desondanks stond ze op en liep naar het
fornuis.
‘Schuldig,’ gaf Constance toe. Ze trok haar jas uit en hing hem over de rug van
de stoel voordat ze achter de typemachine ging zitten. ‘Nou,’ zei ze en ze schonk
haar zus een nadrukkelijke blik. ‘Ga je gang.’
Scarlett bestudeerde haar zus en richtte toen haar aandacht op de thee. Ze kon
dit huwelijk niet tegenhouden. Ze kon de blauwe plekken niet van Constance’
gezicht wegnemen en zou dat ook nooit kunnen. Maar ze kon haar wel helpen te
ontsnappen, al was het maar voor even.
‘Oké,’ stemde ze in. ‘Lees de laatste zin voor.’
Jameson bracht de Spitfire in een bijna perfecte landing naar de grond, al voelde
hij zich allesbehalve in zijn element. De Duitsers waren vlug geweest met hun
vergelding en de bombardementen waren vertienvoudigd, zo niet meer.
Er waren inmiddels drie Eagle Squadrons, vol met Amerikanen die hun leven
op het spel zetten. Het gerucht ging dat ze rond de herfst allemaal een
Amerikaans uniform zouden dragen, maar Jameson was tijden geleden gestopt
met het luisteren naar geruchten.
Hij taxiede en droeg toen zijn luchtvoertuig over aan het grondpersoneel. Hij
zou zweren dat zijn spieren kraakten van protest toen hij uit de cockpit klom.
Het aantal uren dat hij de laatste tijd in de lucht doorbracht, leken de uren die hij
op vaste grond doorbracht ver te overstijgen en zijn lichaam had dat opgemerkt.
Het was weken geleden dat hij naast Scarlett had mogen slapen.
De paar uur die hij samen met haar door had weten te brengen waren lang niet
genoeg. Hij miste zijn gezin met een pijn die zo scherp was, dat het dreigde hem
in tweeën te splijten, maar iedere dag werd duidelijker dat hij hen nog meer zou
moeten missen… Dat ze zo ver mogelijk bij hem vandaan zouden moeten zijn.
‘We zijn klaar voor vanavond,’ zei Howard, die zijn armen zegevierend
omhoogstak. ‘Wat zeg je ervan, Stanton?’
‘Waarvan?’ vroeg Jameson terwijl hij zijn helm afzette.
‘Laten we maken dat we hier wegkomen en wat stoom gaan afblazen,’ stelde
Howard voor terwijl ze naar de hangar liepen.
‘Als we echt klaar zijn voor vanavond,’ zei Jameson, ‘is de enige plek waar ik
heen ga mijn huis.’ Alleen al die gedachte liet zijn lippen opkrullen.
‘O, kom op,’ bemoeide Boston zich ermee, die met een aangestoken sigaret in
zijn mond naast Howard liep. ‘Regel zo’n… hoe noemen de Britten die… een
keukenpas?’
Howard schoot in de lach en Jameson schudde zijn hoofd. ‘Wat jij niet begrijpt,
Boston,’ zei Howard met een grijns, ‘is dat Stanton hier liever naar huis gaat
naar die prachtige vrouw van hem dan om een avond stappen met de jongens te
vragen.’
‘De afgelopen twee weken waren één lange avond uit met de jongens,’ meldde
Jameson ad rem. ‘En als jullie een vrouw hadden die slechts half zo goed was als
Scarlett, zou je ook niet om een keukenpas vragen.’ Trouwens, het was niet
alleen Scarlett waarvoor hij naar huis ging. William begon te kruipen. De
veranderingen van zijn kleine mannetje gingen zo snel dat Jameson het
nauwelijks kon bijhouden.
‘Ik hoorde dat ze een zus heeft,’ grapte Boston.
‘Een zeer verloofde zus,’ reageerde Howard.
Jamesons kaak verstrakte. Niet alleen was het absoluut weerzinwekkend dat
Constance met dat monster trouwde, hij wist dat het schuldgevoel dagelijks aan
Scarlett vrat.
‘Flight officer Stanton,’ riep een piloot en hij zwaaide met zijn handen voor het
geval Jameson hem niet had gehoord.
‘God sta me bij als ze me vanavond niet naar huis laten gaan, dan laat ik een
vliegtuig crashen.’
‘Dat geloof ik pas als ik het zie,’ zei Howard, die hem op zijn rug sloeg.
Oké, hij ging niet echt expres een vliegtuig laten neerstorten, maar de gedachte
klonk aanlokkelijk als hij daardoor een paar dagen met zijn gezin kon
doorbrengen. Hij wenkte de piloot zijn kant op. Het joch kon niet ouder dan
negentien zijn, of misschien kwam het simpelweg doordat Jameson zich
decennia ouder dan vierentwintig voelde.
‘Flight officer Stanton,’ hijgde het joch tussen zware ademteugen door.
‘Wat kan ik voor je doen?’ vroeg Jameson, die zich er al op voorbereidde weer
een nacht zonder Scarlett door te brengen.
‘Er is hier iemand voor u,’ kondigde het joch aan.
‘Heeft die iemand ook een naam?’ vroeg Jameson.
‘Die heb ik niet verstaan,’ gaf het joch toe. ‘Maar hij wacht op u in de
vrijetijdsruimte van de piloten. Hij stond erop u te spreken.’
Jameson zuchtte en haalde zijn hand door zijn bezwete haar. Hij had niet alleen
een paar uur in een vliegtuig doorgebracht, hij rook er ook naar. ‘Oké, laat me
eerst een douche…’
‘Nee! Hij zei dat hij u moest spreken zodra u landde.’
‘Geweldig.’ Jameson zette het idee van een douche opzij. ‘Ik zal er meteen
heen gaan.’
Zeggen dat hij in een pesthumeur was tegen de tijd dat hij de vrijetijdsruimte in
liep, zou een understatement zijn geweest. Hij wilde een douche en Scarlett en
William, en een warme maaltijd, niet een of andere geheimzinnige ontmoeting in
de…
‘Holy shit! Oom Vernon?’ Jamesons mond viel open bij het zien van de
persoon die in een van de leren stoelen zat die langs de muur van de
vrijetijdsruimte stonden.
‘Eindelijk!’ Zijn oom kwam met een brede grijns overeind en trok hem in een
stevige omhelzing. ‘Ik moest het bijna opgeven. Over een halfuur moet ik weg.’
‘Wat doe je hier?’ vroeg Jameson terwijl hij een stap naar achteren zette en het
Amerikaanse uniform dat zijn oom droeg opmerkte.
‘Heeft je moeder dat niet verteld?’ vroeg oom Vernon met een sluwe grijns.
Jamesons voorhoofd bewoog omhoog toen hij het insigne herkende. ‘Zit je bij
het Air Transport Command?’
‘Tja, ik kan maar moeilijk thuis op mijn luie reet blijven zitten terwijl jij hier
het jouwe in gevaar brengt, toch?’ Zijn ooms blik gleed over Jameson heen op
die waarderende manier die hij altijd had gehad. ‘Ga zitten, Jameson. Je ziet er
afgrijselijk uit.’
‘Ik zie er al twee jaar afgrijselijk uit,’ kaatste Jameson terug, maar hij liet zich
op het versleten leer zakken. ‘Hoelang vlieg je al voor het ATC?’
‘Bijna een jaar,’ antwoordde oom Vernon. ‘Ik begon als burger, maar
uiteindelijk bezweek ik onder de druk,’ gaf hij toe en hij gebaarde naar de rang
op de kraag van zijn vliegenierspak.
‘Ze hebben je in ieder geval benoemd tot luitenant-kolonel,’ merkte Jameson
op.
Zijn oom grimaste. ‘Het geeft enkele privileges, zoals een vlucht drie uur lang
kunnen tegenhouden als je neefje midden in een luchtgevecht zit. Een neef die
naar zeggen een ace blijkt te zijn.’
‘Ik vraag me af van wie ik die vliegvaardigheden heb.’
‘Jij hebt alles wat ik je ooit had kunnen leren al ver overtroffen. Het is
verdomde goed je te zien, knul. Al kan zelfs ik toegeven dat je inmiddels een
man bent.’
Jameson wreef over de achterkant van zijn nek. ‘Ik zou willen zeggen dat ik
hier eerder was geweest als ik had geweten dat je er was, maar dat zou niet waar
zijn.’ Hij zou zijn squadron nooit in de steek hebben gelaten in de lucht.
‘Ik ben alleen maar blij dat ik je heb kunnen zien. Ik zou willen dat ik Scarlett
en mijn achterneefje had kunnen ontmoeten, maar misschien kunnen we de
Duitsers overhalen niet aan te vallen als ik volgende maand terugkom.’ Zijn oom
schonk hem een lach die erg leek op die van hem zelf.
‘Daar ga ik direct mee aan de slag,’ zei Jameson zo droog mogelijk voordat hij
teruglachte. ‘Dus waar ga je nu heen?’
Zijn oom trok een wenkbrauw op. ‘Weet je dat niet? Dat is geheim.’
‘Weet jij dat niet? Ik heb mijn zoon William Vernon genoemd.’ Jameson trok
als reactie ook een wenkbrauw op. Wat voelde het vertrouwd om weer bij hem te
zijn, alsof de afgelopen tweeëneenhalf jaar niet waren gebeurd. Alsof ze thuis op
de veranda zaten, kijkend naar de sterren aan de Coloradohemel.
‘Ik hoorde zoiets.’ Zijn oom grinnikte. ‘Ik ontmoet de rest van de ATC-piloten
in het noorden en we vliegen vannacht naar huis. Het is moeilijk te geloven dat
zestien uur het verschil maakt tussen in Engeland zijn en de oostkust bereiken.’
Zestien uur, dacht Jameson, de hele wereld kon veranderen in slechts zestien
uur. ‘We zijn dankbaar,’ zei hij terwijl hij zijn oom recht in de ogen keek. ‘Iedere
bommenwerper die jullie vanuit de Verenigde Staten hierheen brengen, is hard
nodig.’
‘Dat weet ik,’ antwoordde hij en zijn gezicht betrok. ‘Ik ben trots op je,
Jameson, maar ik zou willen dat je hier niet hoefde te zijn. En ik zou al helemaal
willen dat je mijn achterneefje niet hoefde op te laten groeien op een plek waar
bommen op slapende baby’s vallen.’
Jameson liet zijn hoofd tegen het leer vallen en kneep zijn ogen dicht. ‘Ik doe
mijn uiterste best om ze hier weg te krijgen. Ze heeft de medische testen
doorlopen, we hebben al het papierwerk in orde en ze hebben recht op het
staatsburgerschap… Zolang als mijn regering het mijne niet heeft ingetrokken.’
Scarletts afspraak voor haar visum was volgende week. Het was al mei en hij
wist dat de kans bestond dat de quota al waren bereikt, maar hij kon de hoop niet
opgeven.
‘Ze hebben je staatsburgerschap niet ingetrokken,’ beloofde zijn oom.
‘Amerika zit nu in deze oorlog, in voor- en tegenspoed. Ze gaan degenen die
dapper genoeg waren te vechten voordat we geprovoceerd werden niet straffen.’
‘We hebben haar overtocht geboekt. Ze moet haar reisplannen geregeld hebben
voordat ze een visum toekennen, maar dat betekent niet dat ze daadwerkelijk aan
boord van dat schip zal gaan.’ Scarlett had maar al te duidelijk gemaakt hoe ze
erover dacht hem achter te laten, maar dat was vóór het laatste spervuur aan
bombardementen geweest.
‘Ik ken wat mensen bij het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken,’
zei zijn oom rustig. ‘Ik zal zien wat ik kan doen om de boel in beweging te
krijgen, maar je gezin op een boot zetten met al die onderzeeërs die zich in de
Atlantische Oceaan begeven, is wellicht een grotere gok dan hen in hun eigen
bed laten slapen.’
‘Ik weet het,’ verzuchtte Jameson en hij streek met zijn hand over zijn gezicht.
‘Ik hou meer van haar dan van mezelf. Ze betekent alles voor me en William is
het beste van ons beiden. Als ik niet eens mijn eigen zoon kan redden, waarvoor
ben ik dan hierheen gekomen? Waar was het dan allemaal goed voor?’
De twee mannen zaten een aantal momenten in stilte, allebei wetend dat beide
opties niet veilig waren. Toen realiseerde Jameson zich dat er een was.
‘Ik heb een gunst van je nodig,’ zei Jameson, die zich in zijn stoel naar zijn
oom draaide.
‘Wat dan ook. Je weet dat ik van je hou alsof je mijn zoon bent.’
Jameson knikte. ‘Daar reken ik op.’
Zijn ooms ogen, met dezelfde mosgroene kleur als die van hemzelf,
vernauwden lichtjes. ‘Wat had je in gedachten, Jameson?’
‘Ik wil dat je me helpt mijn gezin hier weg te krijgen.’
‘Godzijdank!’ riep Scarlett uit terwijl ze in Jamesons armen vloog.
Hij kuste haar voordat ze een woord zei en tilde haar in hun woonkamer in zijn
armen. Hij kuste haar keer op keer, stopte al zijn opluchting, zijn liefde, zijn
hoop erin, tot ze tegen hem aan smolt.
‘Ik heb de was gedaan en er hangt een schoon uniform voor je in onze
slaapkamer,’ zei ze, haar handen om zijn wangen gevouwen.
‘Dat zal ik morgen aantrekken,’ verzekerde hij haar met een lach.
Haar ogen lichtten op. ‘Kun je vannacht bij ons blijven?’
‘Ik kan vannacht bij jullie blijven.’ Hij zou iedere nacht die menselijkerwijs
mogelijk was tussen nu en de datum die hij met zijn oom had besproken blijven.
Haar lach was stralender dan hij ooit had gezien en ze gaf hem een luidruchtige
zoen als reactie. ‘Ik heb je zo gemist.’
‘Ik heb jou gemist,’ fluisterde hij voor hij haar weer kuste. ‘Ik wil niets liever
dan je naar boven dragen en de liefde met je bedrijven tot we allebei helemaal
uitgeput zijn,’ fluisterde hij tegen haar lippen.’
‘Dat is een briljant plan,’ antwoordde ze lachend. ‘Op één ding na.’
Dat ene ding kroop op dat moment hun kant op en kwijl drupte uit zijn
mondhoek.
‘Hij krijgt tandjes,’ legde Scarlett met een lichte grimas uit.
Jameson liet zijn vrouw los om vervolgens zijn zoon van de grond te plukken
en hem stevig te knuffelen. ‘Krijg je nieuwe tandjes?’ vroeg hij voordat hij
scheetjes in Williams nek blies.
‘Natuurlijk is hij een en al lach voor jou.’ Scarlett rolde met haar ogen. De
manier waarop Jameson naar hun zoon keek, liet haar hart smelten. Het was met
evenveel liefde als ontzag en diende er alleen toe dat haar man nog
aantrekkelijker werd.
Jamesons gezicht betrok en Scarletts maag trok samen. ‘Over een minuutje zal
dat veranderen,’ zei hij zacht.
‘Wat bedoel je?’ vroeg ze.
‘We moeten ergens over praten,’ liet hij rustig weten en bracht toen zijn blik
naar haar ogen.
‘Laat horen,’ gebood ze hem en ze sloeg haar armen over elkaar.
‘Je afspraak is volgende week, toch?’
Haar borst kromp ineen, maar ze knikte.
‘Ik weet dat je instemde naar de Verenigde Staten te gaan als er iets met mij
zou gebeuren, maar wat zou je ervan vinden om eerder te gaan?’ Hij verschoof
William beschermend in zijn armen, in strijd met zijn woorden.
‘Eerder? Waarom?’ fluisterde ze en haar hart brak. Het was een ding om te
weten dat William hier niet veilig was, maar dat Jameson hen wegstuurde was
heel iets anders.
‘Het is te gevaarlijk,’ zei Jameson. ‘De luchtaanvallen, de bombardementen, de
doden. Ik zal niet met mezelf kunnen leven als ik een van jullie moet begraven.’
Zijn stem kwam eruit alsof hij over granaatscherven was geschraapt.
‘Het is niet eens zeker of ik een visum krijg,’ merkte ze op terwijl haar hart
vocht tegen wat haar hoofd allang wist dat het beste was. ‘We hebben het eerder
over de reis gehad.’
Bijna alle commerciële schepen waren voor militair gebruik overgenomen en
hoewel het – met veel moeite – was gelukt een overtocht over de Atlantische
Oceaan te boeken, was het nog altijd gevaarlijk. Ze was de tel kwijtgeraakt
hoeveel burgers waren gestorven doordat onderzeeërs hun schepen lieten zinken.
‘Ik hou van je, Scarlett. Er is niets wat ik niet zou doen om je veilig te houden.’
Hij keek liefdevol naar hun zoon. ‘Jullie allebéí veilig te houden. Dus ik vraag je
naar Amerika te gaan. Ik heb een manier gevonden die volgens mij het veiligst
is.’
‘Je wilt dat ik ga?’ Duizenden emoties raakten Scarlett tegelijk: boosheid,
frustratie, verdriet, alles leek zich samen te pakken tot een bal die zich in haar
keel nestelde.
‘Nee, maar kun je oprecht zeggen dat het hier veilig is voor William?’ Zijn
stem stierf weg bij de naam van hun zoon.
‘Ik wil je niet achterlaten,’ fluisterde ze. Ze sloeg haar armen strakker om
zichzelf heen, uit angst dat als ze ook maar een beetje zou loslaten, ze aan zijn
voeten in stukken uiteen zou vallen. Hij had gelijk, het was niet veilig. Gisteren
was ze in de schuilplaats tot dezelfde conclusie gekomen, maar de gedachte aan
Jameson achterlaten was als een mes in haar ziel.
Hij trok haar tegen zich aan, hield haar strak tegen zijn zijde gedrukt terwijl hij
hun zoon in zijn andere arm hield. ‘Ik wil niet dat jullie gaan,’ gaf hij met een
gekwelde kreun toe. ‘Maar als ik jullie kan redden, zal ik dat doen. Exeter, Bath,
Norwich, York, de lijst is eindeloos. Meer dan duizend burgers zijn alleen al in
de afgelopen week overleden.’
‘Ik weet het.’ Haar handen balden zich tot vuisten in het materiaal van zijn
uniform, alsof ze kon blijven als ze hem maar stevig genoeg vasthield, maar dit
ging niet langer om hen. Het ging om hun zoon, het leven dat ze samen hadden
gecreëerd. Duizenden Britse moeders hadden hun kinderen aan vreemden
toevertrouwd om ze weg te houden uit de gevarenzone en zij had de kans om
haar kind zelf uit het gevaar weg te halen. ‘Je wilt dat we de boot naar Amerika
nemen?’ vroeg ze langzaam en ze proefde de bitterzoete woorden op haar tong.
‘Niet precies…’
Ze keek op naar Jameson en trok een wenkbrauw op.
‘Ik zag mijn oom vandaag.’
Haar ogen schoten open. ‘Sorry?’
‘Oom Vernon. Hij is hier, als piloot van het ATC. Hij komt over iets minder dan
een maand terug.’
Scarlett slikte. ‘Op welke dag komt hij bij ons eten, zodat ik hem kan
ontmoeten?’ gokte ze hoopvol, in de wetenschap dat dat niet was wat hij
bedoelde.
Jameson schudde zijn hoofd. ‘Op de dag dat hij je hier vandaan kan krijgen.’
Hoe? Hoe kon hij er zeker van zijn dat ze een visum zou krijgen met het
quotum? Hoe kon hij er zeker van zijn dat zijn oom hen hier weg kon krijgen?
Hoe? De vragen overvielen haar met zo’n snelheid dat ze direct weer langs haar
heen gingen, want alles in haar ziel, in het middelpunt van haar bestaan, focuste
zich op dat ene stukje van zijn puzzel. ‘Minder dan een maand?’ Haar stem was
nauwelijks een fluistering.
‘Minder dan een maand.’ De pijn in Jamesons ogen was iets wat ze nooit zou
vergeten, maar hij knikte een enkele keer. ‘Als je ermee instemt.’
Het was haar keuze, maar er was geen keuze. Niet echt.
‘Oké,’ stemde ze in, tranen prikkend in haar ogen. ‘Maar alleen vanwege
William.’ Ze zou haar leven riskeren om bij Jameson te blijven, maar ze kon dat
van haar zoon niet op het spel zetten als er een andere optie was.
Jameson forceerde een glimlach en drukte toen een kus tegen haar voorhoofd.
‘Voor William.’
27
Georgia
Lieve Jameson,
Ik mis je. Ik hou van je. Ik kan het niet langer verdragen niet bij
jou te zijn. Ik weet dat ik eerder bij je ben dan deze brief, maar
ik kom naar je toe, mijn lief. Ik kan niet wachten je armen weer
om me heen te voelen…
Met open mond keek ik in shock toe hoe mijn moeder langzaam haar mobiel
terugtrok. Haar wangen kleurden roze.
‘Ik vraag het je nog een keer: wat ben jij in godsnaam aan het doen?’ herhaalde
Noah terwijl hij naar het bureau beende.
‘Ze is het manuscript aan het scannen,’ fluisterde ik en ik greep de rug van de
stoel beet om overeind te blijven.
‘Holy shit.’ Noah reikte over het bureau en rukte met een hand de stapel
papieren uit mams bereik en pakte de doos met de andere. Snel bladerde hij door
de stapel, zonder een blik in mijn moeders richting te werpen. ‘Ze heeft het
eerste deel ervan,’ zei hij tegen mij voordat hij het manuscript weer op een stapel
legde en het deksel op de doos deed.
‘Waarom zou je dat doen?’ vroeg ik en mijn stem brak als dat van een kind.
‘Ik wilde het gewoon lezen. Oma heeft me dat nooit laten doen en we konden
niet goed met elkaar overweg de laatste keer dat ik hier was.’ Mam slikte en liet
haar telefoon in de zak van haar jeans glijden.
Ik liet mijn hoofd opzij zakken en probeerde het te begrijpen. ‘Wij konden
prima met elkaar overweg tot je de deur uit liep zodra je had waar je voor
kwam.’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Ik zou het je hebben laten lezen als je dat had
gewild. Je had niet zo stiekem hoeven doen. Had niet hoeven…’ Mijn gezicht
betrok en ik voelde het bloed eruit wegtrekken. ‘Je was het niet voor jezelf aan
het scannen.’
‘Hij heeft alle recht het te lezen, Georgia.’ Ze duwde haar kin omhoog. ‘Je weet
dat er in dat contract staat dat hij het recht van eerste weigering heeft en dat
ontzeg jij hem. Je had hem moeten horen aan de telefoon, er kapot van dat jij
zaken gebruikt om hem terug te pakken.’
Damian. Mam scande het manuscript voor Damian. Mijn maag draaide zich
om en knalde naar de vloer.
‘Ze verkoopt de rechten niet!’ Noah verhief zijn stem en spanning straalde van
iedere lijn op zijn torso af. ‘Het is nogal moeilijk om het recht van eerste
weigering te hebben bij een deal die niet eens bestaat.’
‘Verkoop je de filmrechten niet?’ Ongelovig staarde mam me aan.
‘Nee, mam.’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Hij heeft je bespeeld.’ Damian was altijd
al een gladde jongen geweest, maar ik had nooit gezien dat iemand zo’n streek
met mijn moeder uithaalde.
‘Waarom niet, in godsnaam?’ kaatste ze terug, wat me zo verbijsterde dat ik
met mijn mond vol tanden stond.
‘Pardon?’ blafte Noah, die achteruit stapte om naast me te komen staan, de
doos veilig onder zijn arm geklemd.
‘Waarom zou je de filmrechten in godsnaam niet verkopen?’ schreeuwde ze.
‘Weet je wel hoeveel die waard zijn? Ik zal het je vertellen. Miljoenen, Georgia.
Ze zijn miljoenen waard en hij…’ ze wees naar Noah, ‘hij krijgt daar niets van.
Alleen wij, Gigi. Jij en ik.’
‘Dit draait om geld,’ fluisterde ik.
Mam knipperde snel met haar ogen, herstelde zich toen en haar uitdrukking
verzachtte. ‘Je feest ging daar niet om, liefje. Maar ik was er wel. Ik denk
gewoon echt dat dit de sleutel is om hem terug te krijgen en hij heeft beloofd het
woord voor woord aan te passen. Geloof je hem niet?’
‘Ik wil hem niet terug en ik geloof al helemaal geen woord van wat er uit zijn
mond komt!’ beet ik uit en vuur raasde door mijn aderen nu boosheid door mijn
pantser van ongeloof drong. ‘Dacht je nu echt dat je me onder druk kon zetten?
Me kon dwíngen de rechten te verkopen?’
Mams blik schoof heen en weer tussen Noah en mij. ‘Nou, dat zal nu in ieder
geval niet lukken, aangezien dat niet het afgeronde manuscript is.’ Met
samengeknepen ogen keek ze Noah aan. ‘Waar is het eind?’
Noahs kaak verstrakte.
‘Het is nog niet klaar,’ snauwde ik. ‘En al was dat het wel, je kunt me nergens
toe dwingen.’
‘Miljoenen, liefje. Bedenk je eens wat dat voor ons zou betekenen,’ smeekte ze
terwijl ze om het bureau heen liep.
‘Je bedoelt wat het voor jóú zou betekenen.’ Ik ging tussen haar en Noah in
staan. ‘Het draait altijd om jou.’
‘Wat maakt het jou eigenlijk uit?’ schreeuwde ze.
‘Oma haatte films en jij denkt dat ik van al haar boeken de rechten van déze
aan een producer ga verkopen, laat staan aan de man die naar bed is geweest met
iedereen die een rok draagt?’
‘Het interesseert me geen zak wat oma wilde,’ siste ze. ‘Ze gaf ook geen klap
om mij.’
‘Dat is niet waar.’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Ze hield meer van je dan van het
leven zelf. Ze besloot alleen je uit haar testament te schrappen toen je besloot
met een hopeloze gokverslaafde met schulden te trouwen, zodat je niet langer
een maandsalaris leek voor iedere kerel die je pad kruiste. Ze haalde je uit haar
testament om je de kans te geven iemand te vinden die echt van jou hield!’
‘Ze heeft me onterft als straf omdat ik haar heb gedwongen jou op te voeden!’
krijste ze en ze stak haar vinger naar me uit. ‘Omdat ik de reden was dat mijn
ouders die avond op de weg reden, onderweg naar mijn uitvoering!’
‘Ze heeft jou dat nooit kwalijk genomen, mam.’ Mijn hart stotterde als een
malle, gekweld doordat ze er zo naast zat.
‘De vrouw die jij zo blindelings adoreert, bestaat voor mij niet, Georgia.’ Ze
keek langs me heen naar Noah. ‘Geef me de einden. Allebei.’
‘Ik zei het je al, ze zijn nog niet af!’ Hoe kon ze zelfs maar weten dat er twee
waren?
Haar blik schoof langzaam terug naar mij en haar gezichtsuitdrukking werd
dusdanig medelevend dat ik terugdeinsde, tegen Noah aan. ‘O, jij lief, naïef
meisje. Heb je dan niets geleerd van de laatste man die tegen je loog?’
‘Dit is klaar. Je moet gaan.’ Ik rechtte mijn rug. Ik was geen peuter meer, die ze
tijdens het middagslaapje alleen liet, en ook niet de jankende tienjarige die
urenlang uit het raam had gestaard nadat ze weer eens was vertrokken.
‘Je weet het echt niet, of wel?’ Medelijden droop uit haar toon.
‘Georgia vroeg je te vertrekken.’ Noahs stem trilde tegen mijn rug.
‘Natuurlijk wil jíj dat ik vertrek. Waarom heb je haar in godsnaam niet verteld
dat het af was? Wat schiet je er eigenlijk mee op om het voor haar verborgen te
houden?’ Mam kantelde haar hoofd precies zoals ik had gedaan en dat haatte ik.
Ik haatte het dat ik zo op haar leek. Haatte het dat ik ook maar iets met haar
gemeen had.
Ik wilde dat ze vertrok. Nu. Voor eens en voor altijd.
‘Noah is nog niet klaar met dat verdomde boek!’ snauwde ik. ‘Hij werkt er hier
de hele dag aan! Ik verkoop die filmrechten niet en je kunt tegen Damian zeggen
dat hij mijn reet kan kussen, want hij krijgt dit verhaal niet in handen. Nooit. Nu
kun je zelf gaan of ik gooi je eruit, maar hoe dan ook vertrek jij.’
‘Je zult me nodig hebben zodra je beseft hoe naïef je bent geweest. Waarom
zou je zo tegen haar liegen?’ Ze bestudeerde Noah alsof ze een waardige
tegenstander had gevonden.
Dat werkte me op de zenuwen zoals niets anders voor elkaar had kunnen
krijgen.
‘Ik heb lang geleden al geleerd jou niet nodig te hebben, zo rond de tijd dat ik
me realiseerde dat andere moeders niet vertrokken. Dat andere moeders naar
voetbalwedstrijden kwamen kijken en hun dochters hielpen met het optutten
voor een feest. Andere moeders zochten Halloweenkostuums uit en kochten
emmers vol ijs voor gebroken tienerharten. Ik mag je ooit nodig hebben gehad,
maar dat station ben ik gepasseerd.’
Ze deinsde terug alsof ik haar een klap in haar gezicht had gegeven. ‘Wat weet
jij van het moederschap? Van wat ik heb gelezen, is dat waardoor je je
echtgenoot bent verloren.’
‘Dat is ongehoord.’ Noah kwam in beweging, maar ik leunde steviger tegen
hem aan.
Ik schudde mijn hoofd en stootte een klein lachje uit. Ze had geen idee. ‘Alles
wat ik over het moederschap weet, heb ik van jou geleerd, mam. Ik zag het pas
recent in, maar nu begrijp ik het. Het is oké dat je niet wist hoe je me moest
opvoeden. Ik neem het je niet kwalijk dat je een kind met een kind bent. Je hebt
me een hele goede moeder gegeven. Een die naar de wedstrijden kwam kijken,
me hielp een jurk uit te kiezen voor het gala, luisterde naar úren van mijn geklets
zonder met haar ogen te knipperen en me nooit het gevoel heeft gegeven dat ik
haar tot last was, ze wilde nooit iets van me. Jij hebt me geleerd dat niet alle
moeders “mam” heten. De mijne heette “oma”.’ Bevend haalde ik diep adem.
‘En daar heb ik vrede mee.’
Mam staarde me aan alsof ze me nog nooit eerder had gezien. Toen sloeg ze
haar armen onder haar borsten over elkaar. ‘Prima. Als je de filmrechten niet
wilt verkopen… Als je niet genoeg gezond verstand hebt om het geld aan te
nemen of genoeg mededogen hebt voor míj om dat te doen, zal niets wat ik zeg
dat veranderen.’
‘Ik ben blij dat we het daarover eens zijn.’ Mijn lijf verstijfde, het zag de
voorbode precies aan voor wat het was: het moment voordat ze overging op de
emotionele genadeslag.
‘Maar ik zou tekortschieten als ik je niet vertelde dat hij het boek af heeft.
Allebei de einden. Als je me niet gelooft, bel Helen dan, net zoals ik heb gedaan.
Bel zijn redacteur. Wat zeg ik, bel de medewerker van de postkamer. Iedereen
weet dat het klaar is en wacht erop tot jij een eind kiest.’ Ze richtte haar aandacht
op Noah. ‘Je bent me d’r eentje, Noah Harisson. Ik wilde tenminste alleen maar
geld. Damian wilde toegang tot Scarletts rechten. Wat wilde jij?’ Ze liep langs
ons heen en stopte kort om de tas te pakken die ik niet had opgemerkt en al
ingepakt bij de deur van het kantoor stond. ‘O, en je zou je redacteur een dure
fles whiskey moeten sturen, want die kerel is net een waakhond. Niemand heeft
het nog gezien, behalve hijzelf.’ Ze pakte haar tas op en liep het kantoor uit.
Een paar tellen later viel de voordeur in het slot.
‘Georgia.’ Noahs stem bevatte een randje van iets wat ik nog niet eerder had
gehoord: wanhoop.
Mam had Helen gebeld. Helen zou niet liegen. Daar had ze geen reden toe, het
zou haar niets opleveren. De zwaartekracht verschoof onder mijn voeten, maar
het lukte me naar het raam te lopen voor ik Noah zou aankijken. Er kon niet
genoeg ruimte tussen ons zijn als dit waar was.
‘Is het waar?’ Ik sloeg mijn armen om mijn middel en staarde naar de man op
wie ik mezelf stom genoeg verliefd had laten worden.
‘Ik kan het uitleggen.’ Hij plaatste de doos op het bureau en zette een enkele
stap naar voren, maar iets in mijn ogen moest hem hebben gewaarschuwd, want
hij kwam niet dichterbij.
‘Ben je klaar met het schrijven van het boek?’ Mijn stem zwakte af.
Het spiertje in zijn kaak trilde. Twee keer. ‘Ja.’
Ik hoorde het achter in mijn hoofd… Dat snakkende geluid, het gegorgel. De
liefde die me nog geen uur geleden had overspoeld en nu in iets smerigs en
vergiftigend omsloeg.
‘Georgia, dit is niet wat je denkt.’ Zijn ogen smeekten me om te luisteren, maar
ik was nog niet klaar met het stellen van vragen.
‘Wanneer?’
Hij vloekte zachtjes en vouwde zijn vingers boven op zijn hoofd ineen.
‘Wanneer was je klaar met het boek, Noah?’ snauwde ik en ik klampte me vast
aan de boosheid om te voorkomen dat ik verdronk in de golf van pijn die in mijn
ziel oprees.
‘Begin december.’
Mijn ogen werden groot. Zes weken. Hij loog al zes weken lang tegen me. Waar
had hij nog meer over gelogen? Had hij een vriendin in New York? Hield hij
eigenlijk wel echt van me? Of was dat ook allemaal een leugen?
‘Ik weet dat dit er niet best uitziet…’
‘Ga weg.’ Er was geen enkele emotie in mijn woorden, geen gevoel meer over
in mijn lijf.
‘Jij had me net verteld dat je wilde dat wij alleen een scharrel waren en ik was
al verliefd op je. Ik kon niet weggaan. Het was verkeerd en het spijt me. Ik had
alleen genoeg tijd nodig…’
‘Om wat? Met mijn gevoelens te kloten? Is dat waar je op kickt?’ Ik schudde
mijn hoofd.
‘Nee! Ik ben verliefd op je! Ik wist dat als we genoeg tijd hadden jij ook voor
mij zou vallen.’ Hij liet zijn armen zakken.
‘Je houdt van me.’
‘Je weet dat ik dat doe.’
‘Je liegt en manipuleert niet om iemand van je te laten houden, Noah. Dat is
niet hoe liefde werkt!’
‘Het enige wat ik heb gedaan, is ons de tijd geven die we nodig hadden.’
‘Wat is er gebeurd met “ik verbreek nooit een belofte”?’ gooide ik hem voor de
voeten.
‘Ik heb geen belofte verbroken! Is de tekst klaar? Ja. Maar het boek is niet af.
Ik heb hier iedere dag gezeten om beide versies te redigeren, zodat ik ons zoveel
mogelijk tijd kon geven voordat jij een van de einden gaat kiezen. Voordat jij een
eind aan ons maakt omdat je bang bent.’
‘Je hebt gelogen. Blijkbaar was mijn terughoudendheid gerechtvaardigd. Pak je
laptop en je leugens en vertrek. Wat je mocht vergeten zal ik naar je opsturen,
zorg gewoon dat je uit mijn ogen verdwijnt.’ Ik had een grove fout gemaakt door
na die eerste leugen aan Damian vast te houden en als dank daarvoor had hij acht
jaar van mijn leven verspild. Nooit meer.
‘Georgia…’ Hij kwam naar me toe, stak zijn hand uit.
‘Ga!’ Het bevel was een smeekbede die van diep kwam en mijn strot rauw
schraapte.
Zijn hand zakte en zijn ogen vielen dicht.
Een hartslag ging voorbij. Toen een tweede. Tegen de tijd dat hij zijn ogen
opende, waren er meer dan een dozijn verstreken, net genoeg om me te laten
weten dat dit moment niet mijn dood ging worden. Dat ik zou blijven
ademhalen, ondanks de pijn.
Hij zag het ook en knikte langzaam terwijl onze blikken ineen haakten. ‘Oké.
Ik zal gaan. Maar je kunt niet tegenhouden dat ik van je hou. Ja, ik heb het
verkloot, maar alles wat ik tegen je heb gezegd is waar.’
‘Semantiek,’ fluisterde ik, verwoed op zoek naar het ijs dat gedurende mijn
huwelijk in mijn aderen was gegroeid. Maar Noah had het allemaal
weggenomen, het tot op de laatste flard laten ontdooien en me weerloos
gemaakt.
Hij kromp ineen. Een hartslag later stapte hij langzaam achterwaarts, liep om
de andere kant van het bureau heen en opende een van de lades. Zijn
bewegingen waren schokkering toen hij een bijeengebonden stapel papier aan de
linkerkant van het manuscript legde en de andere aan de rechterkant.
De einden van het verhaal hadden de hele tijd in het bureau gelegen. Ik had
zelfs niet overwogen erin te kijken of hem ernaar te vragen.
Hij pakte zijn laptop op en liep om het bureau heen. Bij de stoelen bleef hij
staan om mijn kant op te kijken. Hij had geen enkel recht op de kwelling die in
zijn ogen school, niet nu hij zich een weg mijn hart in had gelogen.
‘Ze zijn er allebei. Laat me maar weten welk eind je kiest. Ik zal je keuze
respecteren.’
Ik omhelsde mezelf iets steviger, de scheuren in mijn ziel smekend het nog
even vol te houden. Ik kon breken wanneer hij weg was, maar ik zou hem niet de
voldoening geven me in te zien storten.
‘Voor sommige dingen moet je vechten, Georgia. Je kunt niet zomaar weglopen
en het onafgerond achterlaten wanneer het te gecompliceerd wordt. Als ik in een
vliegtuig kon stappen en tegen de nazi’s zou moeten vechten om je liefde te
winnen, zou ik dat doen. Maar waar ik tegen moet strijden zijn jouw demonen en
die maken het me verdomd moeilijk. Hou dat in gedachten wanneer je die einden
leest, de goede en de… schrijnende. Het epische, zeldzame liefdesverhaal in
deze kamer is niet dat van Scarlett en Jameson. Het is dat van jou en mij.’
Een lange, hunkerende blik later was hij weg.
Ik brak.
28
Mei 1942
Ipswich, Engeland
Scarlett klampte zich aan Jameson vast, haar nagels schraapten over zijn rug
terwijl hij met zekere, diepe stoten in haar bewoog. Er was niets ter wereld dat te
vergelijken was met het gevoel van zijn gewicht boven op haar. In die momenten
was er geen oorlog, geen gevaar, geen dreigende datum van hun scheiding. In dit
bed bestonden alleen zij, communicerend met hun lichamen wanneer woorden
tekortschoten.
Ze kreunde bij het onbeschrijflijke genot dat strak samentrok in haar buik en hij
kuste haar diep, het geluid inslikkend. In de afgelopen maanden hadden ze de
kunst van stille seks bijna geperfectioneerd.
‘Ik kan geen genoeg van je krijgen,’ fluisterde hij tegen haar mond.
Ze jammerde in reactie en kantelde haar heupen harder tegen de zijne terwijl ze
een enkel om zijn onderrug haakte en hem aanspoorde. Bijna. Ze was er bijna.
Hij greep haar stevig vast en bracht haar knie naar zijn borstkas om haar dieper
te nemen, bewoog vervolgens zijn heupen in gekmakende cirkels bij iedere
stoot, waardoor hij haar op het randje van genot liet balanceren zonder erover te
vallen.
‘Jameson,’ smeekte ze terwijl ze haar handen in zijn haar begroef.
‘Zeg het,’ eiste hij met een grijns en een volgende stoot.
‘Ik hou van je.’ Ze tilde haar hoofd op en bracht haar lippen naar de zijne.
‘Mijn hart, mijn ziel, mijn lichaam… Het is allemaal van jou.’ Het was altijd het
‘ik hou van je’ dat zijn zelfbeheersing liet knappen en deze keer was geen
uitzondering.
‘Ik hou van je,’ fluisterde hij. Hij bracht zijn hand tussen hen in en gebruikte
zijn vingers om haar over het randje te duwen. Haar dijen verstrakten, haar
spieren trilden en ze hoorde hem fluisteren: ‘Scarlett, mijn Scarlett,’ toen het
orgasme in golven over hen heen spoelde.
Toen ze schreeuwde, bedekte hij haar mond met de zijne en een paar stoten
later volgde hij haar. Hij verstijfde boven haar en vond zijn ontlading.
Ze waren een kluwen van zweterige ledematen en lachjes toen hij hen op hun
zijdes rolde.
‘Ik wil dit bed nooit meer verlaten,’ zei hij terwijl hij een haarlok van haar
wang streek en achter haar oor stopte.
‘Uitstekend plan,’ stemde ze in en ze liet haar vingertoppen over zijn
gebeeldhouwde borst dwalen. ‘Denk je dat het altijd zo zal zijn?’
Hij legde zijn hand op haar billen. ‘Een onverzadigbare behoefte om elkaar
naakt te krijgen?’
‘Zoiets.’ Ze grijnsde.
‘God, ik hoop het. Ik kan niets beters bedenken dan de eer om jou voor de rest
van mijn leven uit de kleren te krijgen.’ Hij wiebelde met zijn wenkbrauwen en
ze schoot in de lach.
‘Zelfs als we oud zijn?’ Ze streek met de rug van haar hand over zijn kaaklijn,
ruw door de stoppels.
‘Vooral als we oud zijn. Dan hoeven we niet stil te doen voor kinderen die
verderop in de gang slapen.’
Na die woorden vielen ze stil, allebei luisterend of ze William al hoorden voor
het ontbijt, maar hij sliep nog, of was in ieder geval heerlijk rustig.
Scarletts borst trok samen. Drie dagen. Dat was alles wat ze nog hadden
voordat ze zou vertrekken. Jameson had gisteren het bericht van zijn oom
gekregen. Hoelang zouden ze van elkaar gescheiden zijn? Hoelang zou deze
oorlog duren? Wat als dit de laatste drie dagen waren die ze ooit nog met hem
zou doorbrengen? Iedere vraag verstrakte de bankschroef om haar hart, tot elke
ademhaling pijnlijk was.
‘Niet aan denken,’ fluisterde hij en zijn blik schoot over haar gezicht alsof hij
iedere trek in zijn geheugen wilde prenten.
‘Hoe weet je waar ik aan denk?’ Ze probeerde te glimlachen, maar het lukte
niet.
‘Doordat het ook het enige is waar ik aan denk,’ gaf hij toe. ‘Ik zou willen dat
er een andere manier was om je bij me te houden, hem veilig te houden.’
Ze knikte en beet op haar lip om het trillen onder controle te houden. ‘Ik weet
het.’
‘Je zult Colorado geweldig vinden,’ beloofde hij met een twinkeling van plezier
die zijn ogen oplichtte. ‘De lucht is ijler en daar zul je misschien aan moeten
wennen, maar de bergen zijn zo hoog dat het lijkt alsof ze naar de hemel reiken.
Het is prachtig en echt waar, het enige wat ik ooit heb gezien dat blauwer is dan
de Coloradolucht zijn jouw ogen. Mijn moeder weet dat je komt en ze heeft het
huis klaargemaakt voor jou en William. Oom Vernon helpt je door de immigratie
heen en wie weet, misschien heb je je boek af tegen de tijd dat ik thuiskom.’
Het deed er niet toe hoe mooi hij het plaatje schetste, want hij kwam er niet in
voor, in ieder geval niet in de nabije toekomst. Maar dat ging ze niet tegen hem
zeggen. Hun afscheid was pas over een paar dagen en ze wist dat ze sterk moest
blijven, niet alleen voor Jameson, maar ook voor William. Het had geen zin om
te klagen en te jammeren. Haar visum was twee weken geleden goedgekeurd,
hun pad was uitgestippeld en nu was er werk aan de winkel: er moesten twee
levens ingepakt worden.
‘Ik neem de fonograaf niet mee.’ Het was het enige twistpunt tussen hen.
‘Platenspeler, en mijn moeder zei dat hij mee terug moest.’
Ze trok een wenkbrauw op. ‘Ik dacht dat je moeder tegen jóú had gezegd dat je
hem mee terug moest nemen, levend.’ Ze haalde haar vingers door zijn haar en
probeerde het gevoel van zijn lokken in te prenten.
‘Zeg tegen haar dat ik hem met mijn leven terugstuur, want dat is wat jij en
William zijn. Jullie zijn mijn leven.’ Hij vouwde zijn hand om haar wang en
keek haar zo intens aan dat zijn blik als een aanraking voelde. ‘Wanneer we hier
later op terugkijken, zal het niet meer zijn dan een stip op onze tijdlijn.’
Haar maag verstrakte. De enige stipjes waar zij bekend mee was, waren de
stippen die inkomende luchtaanvallen aangaven.
‘Ik hou van je, Jameson,’ fluisterde ze fel. ‘Het is alleen vanwege Williams
bestwil dat ik bereid ben te gaan.’
‘Ik hou ook van jou. En het feit dat je bereid bent te gaan vanwege zijn
veiligheid maakt dat ik nog meer van je hou.’
‘Drie dagen,’ fluisterde ze en haar blijf-sterk-motto brak al.
‘Drie dagen,’ herhaalde hij en hij forceerde een glimlach. ‘De hulptroepen
komen eraan, mijn lief. Amerikaanse strijdkrachten zijn onderweg en wie weet is
volgend jaar om deze tijd alles voorbij.’
‘En als dat niet zo is?’
‘Zeg, Scarlett Stanton,’ plaagde hij. ‘Ga je me nu vertellen dat je niet op me
wacht?’ Zijn mondhoek krulde op in wat ze bijna een grijns zou noemen.
‘Ik zal voor eeuwig op je wachten,’ beloofde ze. ‘Komt het wel goed met je
hier, zonder mij?’
‘Nee,’ antwoordde hij zacht. ‘Het zal pas goed met me gaan als ik weer bij
jullie ben. Jullie nemen mijn hart mee. Maar ik overleef het wel,’ beloofde hij
plechtig terwijl hij zijn voorhoofd tegen dat van haar liet zakken. ‘Ik zal vliegen.
Ik zal vechten. Ik zal je iedere dag schrijven en iedere nacht van je dromen.’
Ze probeerde te voorkomen dat de pijn haar overspoelde en duwde de kwelling
weg met de gedachte dat ze nog drie dagen hadden. ‘Dan blijft er niet veel tijd
over om een ander meisje op te pikken,’ plaagde ze.
‘Er zal nooit een ander voor me zijn. Alleen jij, Scarlett. Alleen dit.’ Hij trok
haar dichter tegen zich aan. ‘Ik zou alleen willen dat ik vandaag verlof had
kunnen opnemen.’
Ze snoof. ‘Ze hebben je afgelopen weekend vrijgegeven vanwege Constance’
bruiloft en de dag waarop we vertrekken. We hebben niet echt iets te klagen.’
‘Wilde je dat een bruiloft noemen? Het leek meer op een begrafenis.’ Hij
grimaste.
‘Het was allebei.’ Constance had het doorgezet, alsof er geen enkele twijfel was
geweest, en was afgelopen weekend met Henry Wadsworth getrouwd.
Heer Ladderbeklimmer had eindelijk grip op de Britse society, Constance had
het land waar ze zo veel van hield beschermd en de financiële toekomst van hun
ouders was veilig. ‘Het was een peperdure viering van een zakendeal,’ zei
Scarlett zachtjes.
Ze bleven nog een moment liggen terwijl de zon verder opkwam, waardoor het
licht in hun slaapkamer van een zachtroze in een helderdere kleurschakering
veranderde. Ze konden de start van de dag niet langer uitstellen, al kreeg
Jameson haar wel zover dat ze samen met hem een douche nam.
Twintig minuten en nog een orgasme later wikkelde hij haar in een handdoek,
sloeg er vervolgens een om zijn middel en begon zich te scheren. Zij leunde
tegen de deurpost en keek toe. Het was een routine die ze nooit beu raakte,
voornamelijk omdat hij het shirtloos deed. Zodra hij klaar was, ging ze naar hun
slaapkamer om zich aan te kleden, net op het moment dat William zijn eerste
kreet van die ochtend liet horen.
‘Ik pak hem wel,’ zei Jameson, die al naar Williams kamer liep.
Scarlett kleedde zich aan, ondertussen luisterend naar de lieve geluidjes van
Jameson die voor hun zoon zong terwijl hij hem verschoonde.
Met Constance’ bruiloft afgelopen weekend en haar aanstaande reis, leek het
logisch om William aan de fles te laten wennen, wat het bijkomende voordeel
opleverde dat ze kon kijken hoe Jameson hun zoon voedde, wat ze zo’n tien
minuten later deed. De band tussen die twee was onmiskenbaar. Jameson was de
begunstigde van Williams breedste lachjes als hij thuiskwam en degene aan wie
hij de voorkeur gaf als hij onrustig was. Ook nu. William hield de fles met een
hand vast en trok met de andere aan de knopen van Jamesons uniform. Ze had
geen enkel probleem met zijn duidelijke voorkeur, vooral niet nu ze wist dat het
wel een jaar of langer kon duren voordat ze elkaar weer zouden zien.
Zou William herinneringen aan Jameson hebben? Zouden ze helemaal opnieuw
moeten beginnen? Het was moeilijk te geloven dat zo’n primaire band kon
vergaan door iets zo onbestemd als tijd.
‘Wil je dat ik koffie voor je zet?’ vroeg Scarlett terwijl Jameson hun zoon
zittend op een keukenstoel wiegde.
‘Ik pak wel wat op de basis, bedankt,’ reageerde Jameson en hij keek met een
glimlach naar haar op voordat hij zijn aanbiddende blik weer op hun zoon
richtte. ‘Hij is echt het best van ons allebei, of niet dan?’
Scarlett veegde haar haren over een schouder en keek op William neer. ‘Ik zou
kunnen betwisten dat jouw ogen veel mooier zijn dan de mijne, maar ja, ik denk
dat hij dat inderdaad is.’ Hun zoon had haar zwarte haren, maar Jamesons zon
aanbiddende teint. Hij had haar hoge jukbeenderen, maar Jamesons krachtige kin
en neus.
‘Stanton-blauw,’ merkte Jameson met een grijns op. ‘Ik hoop dat al onze
kinderen die oogkleur zullen hebben.’
‘O? Had je nog meer kinderen in de planning?’ plaagde ze terwijl hij haar op
zijn vrije knie trok.
‘We maken zulke mooie baby’s dat het zonde zou zijn om dat niet te doen,’ zei
hij na een kort, lief kusje.
‘We zullen zien hoe het loopt als we eenmaal alle drie in Colorado zijn.’ Ze
wilde een klein meisje met Jamesons ogen en roekeloze manier van doen. Wilde
dat William ook zou ervaren hoe bijzonder het is om een broertje of zusje te
hebben.
‘Ik ga je mee uit vissen nemen,’ beloofde Jameson aan William. ‘En ik ga je
leren kamperen onder sterren die zo helder stralen dat ze de donkere hemel
verlichten. Ik zal je laten zien waar het het veiligst is om de beek over te steken
en wanneer je oud genoeg bent, leer ik je ook vliegen. Je moet alleen uitkijken
voor de beren tot ik bij je ben.’
‘Beren!’ Scarletts mond viel open.
‘Maak je geen zorgen.’ Jameson schoot in de lach en sloeg zijn arm om
Scarletts middel. ‘De meeste beren zijn bang voor je oma… De poema’s ook.
Maar van jou zal ze houden.’ Hij keek naar Scarlett. ‘Ze gaat van jullie allebei
net zo veel houden als ik.’
Met tegenzin overhandigde Jameson William aan Scarlett en ze stonden allebei
op.
‘Ik kom zo snel mogelijk naar huis,’ zei hij terwijl hij zijn armen om zijn vrouw
en zoon sloeg.
‘Goed zo.’ Ze richtte haar gezicht op voor een kus. ‘We zijn nog niet
uitgesproken over de fonograaf.’
Jameson kuste haar stevig en lachte. ‘De platenspeler gaat mee.’
‘Zoals ik al zei,’ reageerde ze met een opgetrokken wenkbrauw, ‘daar zijn we
nog niet over uitgesproken.’ Scarlett was niet bijgelovig, maar de meeste piloten
wel en de platenspeler mee terug naar Jamesons moeder nemen, voelde als het
tarten van het lot.
‘We hebben het er over als ik thuis ben,’ beloofde hij. Hij kuste haar nogmaals,
hard en snel, en streek toen met zijn lippen over die van William voordat hij de
deur uit liep.
‘“We hebben het er over” betekent dat mama gaat winnen,’ zei ze tegen
William terwijl ze hem zachtjes kietelde.
Hij schonk haar een schaterlach die ze niet anders kon dan beantwoorden.
Jameson rolde zijn schouders los in een poging de pijn in zijn spieren, die
permanent leek te zijn geworden, te verlichten. Hun doelstelling, een doelwit aan
de Duitse grens, was bereikt en hoewel de drie bommenwerpers die ze
escorteerden onder vuur waren genomen, vlogen ze heelhuids over Nederland
terug. Dat noemde hij nog eens een goede dag.
Hij gluurde naar de foto die nog steeds onder de hoogtemeter klemde en
glimlachte. Het was nog altijd dezelfde foto van Scarlett, die Constance hem
bijna twee jaar geleden had gegeven. Hij wist dat ze dacht dat het ongeluk zou
brengen om de platenspeler mee naar huis te nemen, maar hij had al het geluk
dat hij nodig had op de foto vlak voor zich. Trouwens, behalve Scarlett was er
toch niemand met wie hij wilde dansen en er zou genoeg tijd zijn om te dansen
als de oorlog eenmaal voorbij was.
‘We schieten flink op,’ zei Howard over de radio, waarbij hij het kanaal
gebruikte dat aan hun squadron was toegewezen.
‘Reken je nog maar niet rijk,’ antwoordde Jameson en hij keek naar rechts,
waar Howard zo’n honderdtachtig meter bij hem vandaan als leider van de
blauwe formatie vloog. Het enige wat hij fijn vond aan het vliegen in astern
formation – waar de formatie dus in lijn achter elkaar vloog – was dat hij, als
leider van de rode formatie, naast Howard vloog.
Maar hij had gelijk, ze schoten behoorlijk op. Op deze manier zou hij niet voor
het avondeten thuis zijn, maar misschien dat hij op tijd zou zijn om William naar
bed te brengen.
Daarna zou hij zijn vrouw naar bed brengen. Hij ging ervoor zorgen dat iedere
seconde die ze samen hadden telde.
‘Blue lead, dit is blue four, over,’ klonk een stem over de radio.
‘Dit is blue lead, zeg het maar,’ zei Howard terug.
Wat Jameson haatte aan de astern formation was dat hun nieuwste piloten,
degenen met de minste gevechtservaring, achteraan vlogen.
‘Ik denk dat ik iemand boven ons zag.’ De beverige stem brak aan het eind van
de zin. Dat moest het nieuwe joch zijn, degene die er pas vorige week bij was
gekomen.
‘Denk je dat? Of weet je dat?’ vroeg Howard.
Jameson keek omhoog door het glas van de cockpit, maar het enige wat hij zag
op de wolkenlaag boven hen waren hun eigen schaduwen van de ondergaande
zon.
‘Ik denk…’
‘Red lead, dit is red three, over,’ zei Boston over de radio.
‘Dit is red lead, zeg het maar,’ antwoordde Jameson, die nog steeds de lucht
boven hen scande.
‘Ik zag ook iets.’
De haartjes in Jamesons nek schoten overeind.
‘Boven ons op twee uur!’ riep Boston.
Hij had de woorden nog maar nauwelijks uitgesproken of een formatie van
Duitse gevechtsvliegtuigen brak door het wolkendek en nam hen onder vuur.
‘Split de linies!’ schreeuwde Jameson over de radio. Vanuit zijn ooghoek zag
hij Howard scherp naar rechts duiken en Cooper die links van hem white lead
vloog, deed hetzelfde.
Jameson trok aan zijn stuurknuppel en scherp stijgend leidde hij zijn mannen
omhoog. In een luchtgevecht had degene met de grootste hoogte de bovenhand.
Uit de buurt van het gevecht van de blauwe formatie keerde Jameson om, kreeg
het voorste gevechtsvliegtuig in zijn vizier en liet de wereld verdwijnen.
Hij vuurde op hetzelfde moment als de Duitser en vlak achter hem verbrijzelde
het glas terwijl ze elkaar bij het voorbij vliegen bijna schampten.
‘Ik ben geraakt!’ schreeuwde Jameson, die zijn meetinstrumenten checkte.
Wind sloeg door de cockpit, maar zijn toestel bleef stabiel. Oliedruk in orde.
Hoogte stabiel. Brandstofniveau stabiel.
‘Stanton!’ Howards stem brak.
‘Ik geloof dat ik oké ben,’ reageerde Jameson. Het gevecht bevond zich nu
onder hen en hij boog scherp naar links, terug naar de strijd.
De duik veroorzaakte een nieuwe stroom lucht door de cockpit en rukte
Scarletts foto onder de ring van zijn hoogtemeter vandaan. Hij was weg voordat
Jameson zelfs maar kon proberen hem te pakken.
De radio was een kakofonie van oproepen toen de Duitsers koers zetten
richting de bommenwerpers. Zijn veiligheidsbril beschermde zijn ogen, maar hij
voelde aan de linkerkant van zijn gezicht iets warms druppelen. Snel tilde hij
zijn in handschoen gehulde hand omhoog.
Die werd rood.
‘Het is niets ergs,’ zei hij tegen zichzelf. Het moet het glas zijn geweest. Hij
zou dood zijn geweest als hij door een direct schot was geraakt.
Hij schoot door het wolkendek, zijn vinger op de trekker, en raasde naar het
dichtstbijzijnde gevechtsvliegtuig, dat toevallig een Spitfire in het zicht had.
Adrenaline raasde door zijn lijf en zette zijn zintuigen op scherp terwijl hij
snelheid maakte.
Het eerste schot van de Duitser miste doel.
Dat van Jameson niet.
Het Duitse vliegtuig viel in een pluim van zwarte rook uit de lucht en verdween
in de dikke mist van wolken onder hen.
‘Eén neer!’ schreeuwde Jameson, maar zijn triomf was van korte duur,
aangezien er een ander gevechtsvliegtuig – nee, twee – achter hem opdoken.
Hij trok de knuppel naar achteren, klom omhoog terwijl hij naar rechts afboog
en miste op een haar na wat hij beschouwde als een vaste afspraak met de dood
toen de schoten langs hem heen zoefden.
‘Dat scheelde niet veel, schatje,’ zei hij zachtjes, alsof Scarlett hem aan de
andere kant van de Noordzee kon horen. Doodgaan was geen optie en het stond
al helemaal niet voor vandaag op de planning.
‘Er zit er een achter me!’ Het nieuwe joch schreeuwde over de radio terwijl hij
vlak onder Jameson voorbijschoot, het Duitse gevechtsvliegtuig vlak op de
hielen.
‘Ik kom eraan,’ reageerde Jameson.
Hij voelde het schot, alsof iemand met een sloophamer tegen de onderkant van
zijn stoel beukte, voordat hij de andere aanvaller zelfs maar zag.
Het vliegtuig reageerde nog steeds, maar de brandstofmeter begon gestaag te
zakken, wat slechts één ding kon betekenen.
‘Dit is red lead,’ zei hij zo kalm mogelijk over de radio. ‘Ik ben geraakt en
verlies brandstof.’
Hij was eerder zonder motor geland. Het was niet fraai, maar hij kon het
nogmaals doen. De enige vraag was of ze nog steeds boven land vlogen of boven
zee. Land zou beter zijn. Land kon hij aan.
Oké, hij kon als krijgsgevangene worden opgepakt, maar hij was in de bergen
opgegroeid en zijn vaardigheden in onderduiken waren van topkwaliteit.
‘Red lead, waar ben je?’ riep Howard over de radio.
De brandstofmeter stond op nul en de motor sputterde, voordat hij uitviel.
De wereld werd angstaanjagend stil toen Jameson vanuit het gevecht in de
wolken onder hem viel en het geluid van de razende wind het gebrul van zijn
motor verving.
Rustig. Blijf rustig, sprak hij zichzelf toe terwijl zijn prachtige Spitfire in een
zweefvliegtuig veranderde. Lager, lager, lager. Hij kon nu alleen sturen…
Gewoon de rit uitzitten.
‘Blue lead, ik zit in de wolken.’ Zijn maag draaide zich om toen zijn zicht naar
de klote ging. ‘Ik stort neer.’
‘Jameson!’ schreeuwde Howard.
Jameson keek naar de lege plek waar de foto had gezeten. Scarlett. De liefde
van zijn leven. Zijn reden van bestaan. Voor Scarlett zou hij overleven, wat er
zich ook onder die wolken bevond. Hij zou het redden voor hen… Scarlett en
William.
Hij zette zich schrap.
‘Howard, zeg tegen Scarlett dat ik van haar hou.’
29
Noah
Scarlett, mijn Scarlett,
Trouw met me. Alsjeblieft, heb genade met me en wordt mijn vrouw.
De dagen hier zijn lang, maar de nachten nog langer. Dat zijn de
momenten waarop ik niet kan stoppen met aan jou te denken. Het is
vreemd om nu omringd te zijn door Amerikanen, de vertrouwde zinnen
en accenten te horen, terwijl het enige waarnaar ik verlang het geluid
van jouw stem is. Zeg me dat je binnenkort verlof hebt. Ik moet je
zien. Ontmoet me alsjeblieft volgende maand in Londen. We nemen
aparte kamers. Het maakt me niet uit waar we slapen, als ik je maar
kan zien. Ik ga kapot hier, Scarlett. Ik heb je nodig.
Was het toeval? Bewijs? Deed het er eigenlijk toe? Ik klikte over en weer naar de
vier documenten die mijn advocaten me iets meer dan een uur geleden hadden
opgestuurd. Drie overlijdensaktes. Een huwelijksakte.
Mijn mobiel trilde op het bureau en mijn blik schoot naar het scherm.
Adrienne.
Ik tikte op negeren en vervloekte mijn stompzinnige hoop bij iedere oproep.
Natuurlijk was het Georgia niet, maar jawel, ik hoopte het alsnog.
Een steek schoot door mijn borstkas bij de gedachte aan haar en ik wreef over
de plek van het fysieke orgaan alsof dat zou helpen de pijn te verzachten. Dat
deed het niet. Ik miste alles aan Georgia. Niet alleen de lichamelijke dingen,
zoals haar vasthouden of haar lach zien. Ik miste het met haar te praten, het
aanhoren van haar standpunt, dat altijd anders was dan het mijne. Ik miste de
opgewonden toon in haar stem als ze over het werk voor de stichting praatte, de
manier waarop het licht terug in haar ogen was verschenen toen ze haar balans
begon terug te vinden en haar leven weer was gaan opbouwen.
Ik wilde deel uitmaken van dat leven, meer dan ik mijn volgende twee
contracten wilde.
Adrienne belde weer.
Ik klikte de oproep weg.
Mijn zusje was niet van mijn zijde geweken toen ik in de kleine slaapkamer
van Grantham Cottage mijn spullen had ingepakt. We hadden dezelfde vlucht
naar New York genomen. Niet dat ik me er veel van herinnerde, dankzij een
waas van een gebroken hart en mijn zelfverachting die in mijn oren schreeuwde.
Ondanks haar pogingen me thuis te willen afzetten, hadden we op het vliegveld
afscheid genomen en sindsdien had ik de rest van de wereld genegeerd.
Helaas negeerde de wereld mij niet.
Adriennes naam verscheen weer op het scherm en een vleug bezorgdheid
kwam in me op. Wat als ze in de problemen zat? Ik veegde over het scherm en
nam op, waardoor het gesprek automatisch overschakelde op mijn bluetooth-
koptelefoon. ‘Is er iets met mam aan de hand?’ Mijn stem klonk ruw, dik doordat
ik lange tijd niet gesproken had.
‘Nee,’ antwoordde ze.
‘De kinderen?’
‘Nee. Luister, als je…’
‘Mason?’
‘Iedereen is in orde behalve jij, Noah,’ zei ze met een zucht.
Ik hing op en ging verder met staren naar mijn computer. De afbeeldingen die
bij de e-mail waren gevoegd waren korrelig – duidelijk gescande exemplaren
van de originelen – en hadden me zes dagen en een telefoontje naar mijn
advocaten gekost om ze te pakken te krijgen.
Adrienne belde weer.
Waarom kon iedereen me verdomme niet gewoon met rust laten? Mijn wonden
likken was geen openbare gelegenheid.
‘Wat?’ snauwde ik zodra ik had opgenomen, terwijl ik dat verdomde apparaat
het liefst uit het raam wilde smijten.
‘Open je voordeur, eikel,’ beet ze me toe en hing op.
Ik trommelde met mijn vingers op het bureau en wenste dat het van glanzend
kersenhout was in plaats van dit moderne glas en dat ik zo’n drie kilometer
hoger en vijfentwintighonderd kilometer hiervandaan was. Vervolgens ademde
ik diep in, duwde mijn stoel naar achteren en liep naar de voordeur van mijn
appartement. Met een zwaai gooide ik de deur open.
Adrienne stond voor de drempel, haar jas tot aan haar kin dichtgeknoopt. In
haar ene hand balanceerde een kartonnen tray met twee bekers koffie en in de
andere had ze haar mobiel vast. Haar mond bewoog zich snel toen ze zich langs
me het appartement in wurmde.
Terwijl ik de deur sloot, rukte ik mijn koptelefoon af en liet hem om mijn nek
hangen.
‘… je kon me op z’n minst laten weten dat je nog leeft!’ was het laatste stuk dat
ik van haar preek opving.
‘Ik leef nog.’
‘Blijkbaar. Ik sta daar al minstens tien minuten op je deur te kloppen, Noah.’ Ze
trok een wenkbrauw op.
‘Sorry. Noisecancelling-koptelefoon.’ Ik wees naar de Bose-koptelefoon om
mijn nek en liep terug naar mijn kantoor. ‘Ik ben bezig met research.’
‘Je bent bezig met zwelgen,’ kaatste ze terug en ze volgde me. ‘Wow,’
mompelde ze toen ik in mijn bureaustoel plofte. ‘Ik dacht dat het Stanton-boek
klaar was?’ Ze gebaarde naar de stapel boeken van Scarlett Stanton, die over de
salontafel voor de bank verspreid lagen.
‘Dat is het ook. Zoals je heel goed weet.’ Vandaar dat ik me midden in
Manhattan bevond en niet in Poplar Grove.
‘Je ziet er klote uit.’ Ze duwde twee dossiermappen aan de kant en zette de
kartonnen tray op de plek die ze had vrijgemaakt. ‘Neem wat cafeïne.’
‘Koffie gaat dit niet oplossen.’ Ik gooide mijn koptelefoon op een stapel
researchmateriaal en leunde achterover in mijn stoel. ‘Maar dank je wel.’
‘Het is acht dagen geleden, Noah.’ Ze knoopte haar jas los en trok hem uit,
waarna ze hem over de stoel hing die ze tegenover mijn bureau in beslag nam.
‘En?’ Acht ondraaglijke dagen en slapeloze nachten. Ik kon niet helder denken,
kon niet eten, kon niet stoppen met me afvragen wat er door Georgia’s hoofd
ging.
‘En genoeg gezwelg!’ Ze pakte een beker koffie uit de tray en leunde
achterover. Haar postuur leek dusdanig op het mijne dat het bijna komisch was.
‘Dit is niets voor jou.’
‘Ik ben niet echt op mijn best.’ Mijn ogen vernauwden zich tot spleetjes. ‘En
hoor jij niet de meest meelevende van de familie te zijn?’
‘Alleen omdat de rol van koppige klootzak al bezet was.’ Ze nipte van haar
koffie.
Mijn mondhoeken krulden op.
‘Nou, kijk eens aan, hij leeft.’ Ze tilde de beker met een proostend gebaar naar
me op.
‘Niet zonder haar,’ zei ik zacht terwijl ik naar de skyline van Manhattan keek.
Wat dit ook mocht zijn, het was niet leven. Bestaan, misschien, maar niet leven.
‘Weet je, ik dacht altijd dat de term “voor iemand vállen” een oxymoron was. Je
zou juist moeten ópstijgen, toch? Liefde zou je het gevoel moeten geven dat je in
de zevende hemel bent. Maar misschien is die uitdrukking zo populair omdat het
zeldzaam is dat het goed komt. Bijna iedereen valt uiteindelijk te pletter.’
‘Het is niet voorbij, Noah.’ Adriennes uitdrukking verzachtte. ‘Ik heb jullie
twee samen gezien. De manier waarop ze naar je keek… Het bestaat niet dat het
zo eindigt.’
‘Als je had gezien hoe ze naar me keek in dat kantoor zou je er waarschijnlijk
anders over denken. Ik heb haar echt gekwetst,’ sprak ik haar zachtjes tegen. ‘En
ik had beloofd dat niet te doen.’
‘Iedereen maakt fouten. Zelfs jij. Maar je verschansen in je appartement en je
begraven in wat dit ook mag zijn,’ ze gebaarde naar het rampgebied op mijn
bureau, ‘gaat je niet helpen haar terug te krijgen.’
Ik vouwde mijn armen voor mijn borst over elkaar. ‘Alsjeblieft, vertel me
vooral wat ik zou moeten doen om de vrouw terug te winnen die ik wekenlang
glashard en bewust heb voorgelogen.’
‘Tja, als je het zo zegt.’ Ze rimpelde haar neus. ‘Je bent in ieder geval niet
vreemdgegaan zoals haar ex?’
‘Ik weet zeker dat pleiten dat een leugenaar beter is dan een vreemdganger niet
echt de manier is om dit aan te pakken.’ Ik streek over mijn neusbrug. ‘Ik heb
mijn beste wapen – woorden – ingezet en met semantiek gespeeld om te krijgen
wat ik wilde en daarmee heb ik me in de vingers gesneden, zo simpel is het. Dat
valt niet terug te draaien.’
‘Dus je wilt zeggen dat ze een Darcy is?’ Adrienne kantelde bedachtzaam haar
hoofd opzij.
‘Sorry?’
‘Je weet wel… My good opinion once lost is forever lost.’ Ze haalde haar
schouders. ‘Pride and Prejudice? Jane Austen?’
‘Ik weet wie Pride and Prejudice heeft geschreven en ik zou zeggen dat
Georgia een van de meest vergevingsgezinde mensen is die ik ken.’ Ze had haar
moeder kans na kans geven, dus in haar mening was het niet ‘eens verloren, is
voor altijd verloren’.
‘Mooi, los het op dan.’ Ze knikte. ‘Je hebt gelijk. Liefde – de goede, de ware,
het soort dat je leven verandert – is zeldzaam. Je moet ervoor vechten, Noah. Ik
weet dat je dat nog nooit eerder hebt meegemaakt, dat vrouwen altijd lekker
makkelijk naar jou toe komen en dat het je nooit genoeg interesseerde om te
proberen iemand bij je te laten blijven.’
‘Daar heb je een punt.’ Dit was nieuw terrein voor mij.
‘Je leeft in een wereld waarin jij alles wat iemand zegt kunt bepalen en één
groot gebaar alles onmiddellijk beter maakt, maar in de echte wereld is een
relatie hárd werken. We verkloten het allemaal. We zeggen allemaal dingen waar
we spijt van hebben of doen verkeerde dingen om de juiste redenen. Je bent niet
de eerste kerel die flink door het stof zal moeten.’
‘Zeg eens eerlijk, had je deze speech al klaar?’ Ik leunde over het bureau heen
en pakte mijn koffie uit de tray.
‘Al járen,’ gaf ze met een grijns toe. ‘Hoe bracht ik het ervan af?’
‘Vijf sterren.’ Ik stak mijn duim op en sloeg toen de aangeboden cafeïne
achterover.
‘Uitstekend. Tijd om weer terug te keren naar de mensheid, Noah. Laat je haar
knippen, scheer jezelf en alsjeblieft, neem in gódsnaam een douche, want het
meurt hier naar depressie en afhaaleten.’
Ik snoof discreet aan mijn schouder en kon er niets tegenin brengen. In plaats
daarvan wierp ik een blik op de uitnodiging die Adam me een paar dagen
geleden had gestuurd. Hoezeer ik het ook haatte, er was één andere persoon die
misschien in staat was de vraag te beantwoorden die de afgelopen maanden aan
me had gevreten. De vraag die Georgia nooit aan Scarlett had gesteld.
‘Mijn taak hier zit erop.’ Adrienne stond op en trok haar jas aan.
‘Terugkeren naar de mensheid, hè?’
‘Yep.’ Ze knikte en knoopte haar jas dicht.
‘Wil jij mijn introducée zijn?’ Ik pakte de uitnodiging op en overhandigde hem
aan haar.
‘Dit soort dingen zijn zo saai,’ kreunde ze, maar ze las de tekst.
‘Deze niet. Paige Parker is een belangrijke donateur.’ Ik trok mijn
wenkbrauwen op. ‘Ik durf er alles om te wedden dat Damian Ellsworth er ook
zal zijn.’
Adriennes ogen lichtten op van verbazing en haar blik schoot naar mijn
gezicht. Toen kneep ze haar ogen tot spleetjes. ‘Iemand moet je uit de problemen
houden. Ik heb die avond niets. Haal me om zes uur op.’
‘Je hield altijd al van een goede voorstelling,’ lachte ik.
Ze snoof en liep mijn kantoor uit.
Ik hoorde de voordeur in het slot vallen op het moment dat er een melding van
een appje op mijn telefoon binnenkwam.
Ik heb beide einden gelezen.
Mijn hart stopte toen ik zag dat Georgia een volgend bericht aan het typen was.
Ga verder met de echte. Je hebt
haar verdriet, haar worsteling om
daar te komen en haar uiteindelijke
geluk toen ze met Brian trouwde
goed onder woorden gebracht.
Mijn ogen vielen dicht door de tsunami van pijn die over me heen spoelde.
Verdomme. Het was niet alleen het verlies van mijn voorkeurseinde, het einde dat
Scarlett en Jameson verdienden, maar ook de wetenschap dat ik er niet in was
geslaagd Georgia ervan te overtuigen dat zij eenzelfde geluk in haar leven kon
hebben. Ik ademde door de pijn heen en kreeg het voor elkaar een appje te typen
dat geen duizend verontschuldigingen en een smeekbede me terug te nemen
bevatte.
Weet je het zeker? Het happy end is
beter geschreven. Want daar zat
mijn hart en ziel in. Het was de
juiste.

Ik weet het zeker. Deze is


kenmerkend voor jou. Twijfel niet
aan je mogelijkheid om iemands
hart eruit te rukken.
Au. Ze veranderde weer in ijs. Niet dat ik het haar kwalijk nam. Wat zeg ik, het
was mijn schuld.
Ik hou van je, Georgia.
Ze reageerde niet. Dat had ik ook niet verwacht.
‘Ik zal het bewijzen,’ zei ik tegen mezelf, tegen haar, tegen de wereld.
30
Mei 1942
Ipswich, Engeland
Tik. Tik. Tik. Het geluid van het typen vulde de keuken terwijl Scarlett het hart
van de diplomaat z’n dochter brak.
Haar hart verkrampte, alsof ze de pijn die ze haar hoofdpersoon liet doorstaan
kon voelen. Ze herinnerde zichzelf eraan dat ze hen weer samen zou brengen
zodra ze allebei genoeg waren gegroeid om elkaar te verdienen. Dit was geen
permanente breuk. Dit was een les.
Het geklop op de deur vermengde zich bijna naadloos met het monotone geklik
van de typemachine.
Bijna.
Ze keek op naar de klok. Het was na elf uur, maar het was ook de eerste avond
dat Constance terug zou zijn van haar huwelijksreis.
Scarlett duwde zich tegen de tafel af en liep op blote voeten naar de deur,
zichzelf schrap zettend tegen wat ze aan de andere kant zou aantreffen. Wie weet
wat dat monster haar zusje in de afgelopen week had aangedaan?
Ze plakte een glimlach op haar gezicht en trok de voordeur open.
Verward knipperde ze met haar ogen.
Howard stond op het stoepje, gekleed in uniform, zijn gezicht gekweld en
bleek.
Hij was niet de enige. Achter hem stonden andere gezichten die ze herkende,
allemaal in uniform met adelaars op hun schouders.
Haar maag draaide zich om en ze greep de deurpost zo stevig beet dat haar
knokkels wit zagen. Hoeveel? Met hoeveel waren ze hier?
‘Scarlett,’ zei Howie en hij schraapte zijn keel toen zijn stem brak.
Hoeveel?
Haar blik schoot van de ene pet naar de andere terwijl ze telde. Elf. Er stonden
elf piloten voor haar deur.
‘Scarlett,’ probeerde Howie nogmaals, maar ze kon zijn woorden nauwelijks
verstaan.
Jameson vloog normaal gesproken in een formatie van twaalf. Drie linies van
vier.
Elf van hen waren hier.
Nee. Nee. Nee. Dit gebeurde niet. Het was niet mogelijk.
‘Zeg het niet,’ fluisterde ze terwijl de zwaartekracht onder haar voeten
verschoof. Er kon maar een reden zijn die hen hier bracht.
Howie zette zijn pet af en de anderen volgden direct.
O, god. Dit gebeurde echt.
Ze had de onmiddellijke, overweldigende drang om de deur in hun gezicht
dicht te gooien, om de brief on-open te maken, maar de woorden waren al
geschreven, of niet? Er was niets wat ze kon doen om tegen te houden dat dit
werd wat het al was.
Ze kneep haar ogen dicht en leunde tegen het solide hout van de deurpost
terwijl haar hart begon te beseffen wat haar brein al wist. Jameson was niet
thuisgekomen.
‘Scarlett, het spijt me zo,’ zei Howie zachtjes.
Ze nam een bemoedigende hap lucht en rechtte toen haar rug, tilde haar kin op
en opende haar ogen. ‘Is hij dood?’
Het waren woorden die ze zichzelf de afgelopen twee jaar honderden keren had
gevraagd. Woorden die haar brein teisterden, die haar ergste angst versterkten
iedere keer dat hij laat was. Woorden die haar geestelijke gezondheid onder druk
hadden gezet toen ze plotter was geweest. Woorden die ze nooit eerder had
uitgesproken.
‘Dat weten we niet.’ Howard schudde zijn hoofd.
‘Dat weet je niet?’ Scarletts knieën knikten, maar ze bleef overeind. Misschien
was hij niet dood. Misschien was er hoop.
‘Hij is ergens boven de kust van Nederland neergestort. Afgaand op wat hij
over de radio zei en wat sommigen van ons hebben gezien, is zijn brandstoftank
geraakt.’
Hoofden knikten, maar er waren niet veel ogen die de hare wilden ontmoeten.
‘Dus er bestaat een kans dat hij nog leeft.’ Ze bracht het als feit en de rafelende
randen van haar zelfbeheersing klampten zich aan die mogelijkheid vast met een
venijn waarvan ze niet had geweten dat ze het in zich had.
‘Het wolkendek was dik,’ zei Howard.
Er klonk instemmend gemompel onder de piloten.
‘Geen van jullie heeft hem zien neerstorten?’ vroeg ze en een dof gebrul vulde
haar oren.
Allemaal schudden ze hun hoofd.
‘Hij zei dat hij neerstortte.’ Howies gezicht vertrok gedurende een tel, maar hij
zoog zijn longen vol en herpakte zich. ‘Hij zei dat ik je moest zeggen dat hij van
je houdt. Dat was het laatste wat hij zei voordat hij verdween.’ Hij eindigde zijn
woorden in een fluistering.
Haar ademhalingen kwamen sneller en sneller en het was het enige wat ze kon
doen om haar paniek in bedwang te houden. Hij was niet dood. Dat kon niet.
Het was simpelweg niet mogelijk te leven in een wereld waar hij niet bestond
en daarom kon hij niet dood zijn.
‘Dus je zegt dat mijn man wordt vermist.’ Haar stem leek van buiten haar
lichaam te komen, alsof zij niet degene was die sprak. Op dat moment voelde ze
zich in tweeën gespleten. Er was een Scarlett die sprak, in de deuropening stond
en naar iedere logische verklaring zocht om te kunnen geloven dat Jameson
misschien nog in leven was. De andere Scarlett, degene die terrein won,
schreeuwde in stilte vanuit het diepst van haar ziel.
‘Scarlett?’ vroeg een hogere, vertrouwde stem. De verzamelde piloten weken
uiteen en Constance liep het paadje op. ‘Wat is er aan de hand?’ Ze vroeg het
eerst aan Scarlett, maar toen er geen antwoord over haar lippen kwam, kwam
Constance bij haar in de deuropening staan en keek ze Howie aan. ‘Wat. Is. Er.
Aan. De. Hand?’
‘Jameson wordt vermist.’ Deze keer brak zijn stem niet, alsof het makkelijker
was geworden om het te zeggen.
Alsof hij het accepteerde.
‘Waar?’ vroeg Constance terwijl ze haar arm om haar zus’ middel legde om
haar te ondersteunen.
Dit klopte niet. Het was Scarletts taak om Constance te troosten, niet andersom.
‘Dat weten we niet precies,’ gaf Howie toe. ‘Het was vlak langs de kust van
Nederland. Dus we weten niet zeker of hij heeft kunnen landen of…’
Of dat hij in de zee is gestort, maakte Scarlett in haar hoofd af.
De kans om de crash te overleven, en zelfs gevangen genomen te worden, was
beter dan de kou van de zee te moeten doorstaan.
‘Jullie gaan hem zoeken, toch?’ vroeg Scarlett terwijl ze naar adem snakte.
‘Zeg me dat jullie naar hem op zoek gaan.’ Dat was geen verzoek.
Howard knikte, maar er school geen hoop in zijn ogen. ‘Zodra het licht is,’
bevestigde hij. ‘We hebben de globale coördinaten van waar we werden
aangevallen.’
Nog een draad om zich aan vast te klampen. Nog een sprankje hoop. Hij was
niet dood. Dat kon niet.
‘En jij komt me vertellen wat je vindt.’ Nog een eis. ‘Ongeacht wat het is,
Howie. Brokstukken… Of niets. Je zult het me vertellen.’
‘Je hebt mijn woord.’ Howie draaide zijn pet om in zijn handen. ‘Scarlett, het
spijt me zo. Ik heb nooit gewild…’
‘Hij is niet dood,’ flapte Scarlett eruit. ‘Hij wordt vermist. Vind hem.’
De piloten knikten naar haar en zeiden gedag, waarna ze terugliepen naar de
kleine rij auto’s waarmee ze vanaf het vliegveld hierheen waren gereden. Howie
was de laatste die vertrok en hij leek met zichzelf in de knoop te zitten, te zoeken
naar woorden, maar toen ze niet kwamen, vertrok ook hij.
Scarlett stond in de deuropening, Constance’ arm om haar middel, toen de
auto’s uit het zicht verdwenen. Ze moest naar binnen gaan. Moest de deur
sluiten. Er gold nog steeds een verduisteringsvoorschrift. Maar het lukte niet om
in beweging te komen. Ze was een standbeeld, bevroren op dat moment,
bijeengehouden door slechts ontkenning en een scheurende façade van
wilskracht.
‘Kom mee, lieverd,’ zei Constance op troostende toon terwijl ze Scarlett mee
naar binnen leidde.
‘Hij is niet dood. Hij is niet dood. Hij is niet dood.’ Scarlett fluisterde de
mantra en haar hart deed zijn verdomde best om haar hoofd ervan te overtuigen
niet in te storten.
Ze zou het weten, toch? Als haar hart nog steeds klopte, moest die van Jameson
dat ook doen. En William… Nee. Ga die kant niet op.
Constance ondersteunde het grootste deel van Scarletts gewicht toen ze haar
naar de bank bracht. ‘Het komt allemaal goed,’ beloofde ze, net zoals Scarlett
haar op de vloer van die bevoorradingskamer had beloofd.
Ze voelde zich gezegend verdoofd toen ze opkeek in haar zus’ ogen. ‘Ik zou de
brief ongelezen hebben gelaten.’
Constance zakte naast haar neer op de bank en greep Scarletts hand beet.
Ze konden niets anders doen dan wachten.
31
Noah
Jameson,
Ik zweer het je, zodra ik je zag vertrekken, voelde ik mijn hart
in een miljoen stukjes breken en toch houdt iedere kleine splinter
van dat gebroken hart van jou. Ik kan niet bevatten dat je zo
ver weg bent, niet wanneer je overal bent. Ik kijk. Jij staat onder
de boom en nodigt me uit te vliegen. Je zit op de hoekbank in de
pub, mijn hand vasthoudend onder tafel. Je staat op het trottoir
op me te wachten tot mijn dienst klaar is. Ik voel je overal. Ik
weet dat je de nieuwe piloten van Eagle Sq uadron traint en geen
gevechtsmissies vliegt, maar wees alsjeblieft voorzichtig. Blijf veilig
voor mij, mijn lief. We komen er wel uit. Dat moet.
Al mijn liefs,
Scarlett
‘Ik had niet gedacht dat je zou komen,’ zei Adam terwijl we aan de zijlijn van
het liefdadigheidsdoel rondhingen, vlak naast de grote drukte.
‘Dat had ik ook bijna niet gedaan,’ gaf ik toe terwijl ik knikte naar een kennis
aan de andere kant van de ruimte. Mijn voorhoofd rimpelde licht bij de gedachte
aan hoe klein en intiem Georgia’s feestje was geweest vergeleken met het zien-
en-gezien-worden van dit. ‘Je hebt niet op mijn e-mail gereageerd.’
Adam zuchtte. ‘Jij negeert mijn e-mails al een maand lang. Beschouw het maar
als een vergeldingsactie.’ Hij rolde zijn nek los en trok aan zijn vlinderdas.
‘Ze gaat niet van gedachten veranderen.’ Mijn ogen bleven de menigte scannen,
op zoek naar die ene persoon waarvoor ik was gekomen.
‘Haal haar over.’ Adam trok zijn voorhoofd op.
‘Nee.’ Ik kneep mijn ogen samen toen ik de indie-filmploeg aan de linkerkant
zag. ‘Trouwens, ze neemt niet op als ik bel. Het is twee weken geleden, dus er
bestaat een kans dat dat doelbewust is,’ zei ik met een grijns vol zelfspot.
‘Wil je echt te boek staan als de kerel die zijn ego in de weg liet staan voor
Scarlett Stantons happy end?’
‘Dat is niet wat er is gebeurd.’ Nope, daar was hij ook niet. Ik draaide me naar
Adam, maar keek over zijn schouder om te blijven zoeken.
‘Nou, dat is wel waar het op lijkt en dat is wat alle recensies zullen zeggen.’ Hij
zuchtte.
‘Is het slecht geschreven?’ daagde ik hem uit.
‘Natuurlijk niet, we hebben het hier over jou.’ Gefrustreerd schudde hij zijn
hoofd.
‘Dan houden we het zo. De punten van de tweede redacteur zouden over een
paar dagen binnen moeten zijn, toch?’ Ik vouwde mijn armen over elkaar.
‘Yep. En ik kan je vertellen hoe blij de tweede redacteur was dat ze béíde
versies moest doen, omdat jij nog geen keuze had gemaakt. Spoiler alert, ze was
pisnijdig.’
‘Nogmaals bedankt dat je me de ruimte hebt gegeven.’ Ik meende ieder woord.
‘Ze zei ook dat de versie met het happy end beter was,’ gooide hij me voor de
voeten.
‘Daar zijn we het dan over eens.’ Ik ving een vlaag rood op en ik glimlachte.
Paige Parker. Dat betekende dat Damian hier ergens moest zijn.
‘Waar ben je dan in godsnaam…’
‘Noah Harisson!’ riep iemand achter me.
Ik keek over mijn schouder. Bingo.
‘Damian Ellsworth,’ zei ik ter begroeting. Hou het beschaafd. Je hebt
informatie nodig. Dit was niet iets wat ik aan Georgia kon vragen… Niet meer.
‘Dat ik jou hier aantref.’ Hij gaf een klap op mijn schouder en kwam bij ons
staan. Georgia’s ex was iets korter dan een meter tachtig, waardoor ik een goede
tien centimeter langer was en hij lachend naar me opkeek met tanden die zo wit
waren dat ze bijna blauw leken.
‘Ik zou hetzelfde kunnen zeggen, aangezien je een pasgeboren baby thuis hebt.’
Ik forceerde een glimlach terwijl gal in mijn strot opkwam. Dit was de man die
de vrouw van wie ik hield had verruïneerd, die haar keer op keer had gezegd dat
ze niet genoeg was om hem tevreden te houden.
Wat een fucking idioot.
‘Daar heb je babysitters voor,’ antwoordde hij met een schouderophalen. ‘En,
hoe is het met mijn vrouw?’ Hij tilde zijn drankje op en nam een grote slok.
Ik wist me ervan te weerhouden het door zijn strot te duwen. Met moeite.
‘Ik was me er niet van bewust dat je een vrouw had.’ Met geveinsde verwarring
knipperde ik met mijn ogen.
Adam verslikte zich in zijn drankje.
‘Ha. Touché.’ Met een duidelijk keurende blik keek hij me aan. ‘Zeg eens, doet
die oude staande klok het nog? Die in de woonkamer?’
‘Zeker weten.’ Ik trok een wenkbrauw op naar de transparante verwijzing van
zijn rol in Georgia’s leven. ‘Weet je, dat doet me aan iets denken. Jij kende
Scarlett behoorlijk goed, of niet?’
Adams blik schoot tussen ons heen en weer alsof hij naar een
tafeltenniswedstrijd keek, maar hij hield zich stil.
‘Zeker weten. Dat is waarom ik het optierecht heb op tien van haar boeken.’ Hij
grijnsde.
‘Dat is waar,’ zei ik op een toon alsof ik dat daadwerkelijk had kunnen
vergeten. Wat had Georgia in godsnaam ooit gezien in deze merkloze Nick
Nolte? ‘Dan ben je precies op tijd, want mijn redacteur en ik hadden het net over
het eind van het nieuwe boek.’
‘Het boek waar niemand iets over zou mogen weten?’ Hij knipoogde half, wat
vreemd was.
‘Inderdaad, dat boek.’
‘Heren. Een beetje zachtjes graag. We gaan voor de verrassingsaankondiging,
weet je nog?’ waarschuwde Adam.
‘Juist. Natuurlijk.’ Ik kon hem wel kussen om het feit dat hij het spelletje
meespeelde. ‘Hoe dan ook, Adam en ik bespraken het eind van… Scarletts
verhaal en er was een stukje van de puzzel dat ik niet uit Georgia kreeg toen ik in
Colorado was.’ Ik overdreef een huivering. ‘Nou, je weet beter dan wie dan ook
hoe open ze niet is.’
Damian schoot in de lach en mijn handen balden zich tot vuisten, maar ik hield
mijn armen over elkaar geslagen. ‘Ja, ze is een prikkelbare, mijn Georgia.’ Hij
glimlachte weemoedig.
Míjn Georgia, hufter.
Adam trok zijn voorhoofd op en nam een grote slok.
‘Juist. Hoe dan ook, ik vroeg me af – in het belang van het verhaal – of Scarlett
je ooit heeft verteld waarom ze zo lang heeft gewacht voordat ze uiteindelijk liet
verklaren dat Jameson…’ De laatste woorden stierven op mijn tong. In mijn
hoofd hadden die twee voortgeleefd, uitzinnig van geluk.
‘Was overleden?’ opperde hij terwijl hij nog een drankje pakte.
‘Ja.’
‘Is dat niet overduidelijk?’ Hij keek me aan alsof ik een imbeciel was. ‘Ze heeft
de hoop nooit opgegeven. Nooit. Die vrouw was spijkerhard, maar man, wat was
zij een romanticus. Iedere dag op dezelfde tijd checkte ze de post, in de hoop dat
er nieuws was, dat ze iets te weten waren gekomen, en dat was lang nadat Brian
voorbijkwam.’
‘Brian. Juist.’ Ik knikte. ‘Ik neem aan dat haar ontmoeting met hem haar
eindelijk het duwtje heeft gegeven dat ze nodig had om verder te gaan en voor
zichzelf te leven. Klinkt logisch. Dat had ik moeten bedenken.’ Mijn lippen
krulden op in wat ik hoopte dat op een dankbare glimlach leek.
Adam verslikte zich in zijn drankje en schraapte zijn keel om het geluid te
verhullen. Dat was precies hoe ik het eind had geschreven, door verbanden te
leggen tussen de stukjes van het weinige aan informatie dat Georgia wist over
dat deel van Scarletts leven.
‘Ik zou niet zeggen door hun ontmóéting. Scarlett kende Brian al jaren.’
Damians kraaloogjes vernauwden enigszins toen hij nadacht. ‘Ze hadden het er
nooit over, maar hij verhuisde halverwege de jaren vijftig naar die kleine cottage.
Nu je het zegt, ze vertelde me eens dat ze die eerste tien jaar niet met Brian kon
trouwen omdat het voelde alsof haar eerste huwelijk niet voorbij was.’ Hij haalde
zijn schouders op. ‘Ik denk dat ze zich eindelijk realiseerde dat dat wel zo was.
Ik bedoel, ik denk dat veertig jaar wachten lang genoeg is, vind je ook niet?’
Mijn maag verkrampte.
‘Hé, schatje.’ Paige Parker haakte haar arm door de zijne. ‘Ben je klaar om te
gaan zitten?’
‘We bespreken zaken,’ zei hij tegen haar en hij liet zijn hoofd zakken om iets in
haar oor te fluisteren toen ze een pruillip trok.
Het blondje was knap, maar ze was geen Georgia. Ze had ook Georgia’s ogen
niet, of haar intelligentie, of haar kracht. In feite kon Paige niet tippen aan
Georgia.
‘Denk jij wat ik denk?’ vroeg Adam zachtjes.
‘Dat hangt ervan af wat jij denkt,’ antwoordde ik terwijl ik mijn zus en Carmen
terug van de toiletten zag komen. Perfecte timing. Ik had gekregen waarvoor ik
hierheen was gekomen.
‘Op de een of andere manier wist Scarlett in 1973 zeker dat Jameson niet thuis
zou komen,’ fluisterde hij. ‘Ze wist het en ze heeft het niemand verteld.’
‘Laten we dat tussen ons beiden houden.’ Alleen al de suggestie zou Georgia
kapotmaken.
Adam knikte toen Paige zonder ook maar enige introductie van haar echtgenoot
wegliep. Klasse, Ellsworth.
‘Over Scarletts… leven gesproken,’ ging Damian verder. ‘Wanneer krijg ik het
manuscript te lezen?’ Hij nipte nonchalant van zijn drankje.
‘Het boek verschijnt in maart.’ Ik was klaar met me netjes te gedragen.
‘Ga je me echt laten wachten tot de release?’ Hij lachte het weg. ‘Stel je voor
dat we de film tegelijk met het boek kunnen aankondigen. De verkoopcijfers
zouden astronomisch zijn.’
‘Georgia gaat je die film nooit laten maken.’ Ik grijnsde.
‘Natuurlijk wel. Ze is gewoon pissig vanwege Paige. Ze draait wel bij. Geloof
mij maar.’
‘Jou geloven. Dat is grappig.’ Ik knikte naar Adrienne en haar stappen
versnelden toen ze zag naast wie ik stond. ‘Jij kunt míj geloven, Ellsworth. Het
gaat niet gebeuren.’
Zijn uitdrukking veranderde, elke schijn van humor liet hij achterwege. ‘Wat is
ervoor nodig om jou dat manuscript op te laten hoesten? Misschien mijn kant op
buigen, zodat Georgia hetzelfde doet? Van wat Ava me heeft verteld, zijn
jullie… hecht.’
‘Ik hou van haar,’ corrigeerde ik hem.
‘En?’ Hij hield zijn hoofd schuin, geen enkele emotie in zijn ogen. ‘Mijn
aanbod staat. Ik doe met alle plezier iets voor je terug.’
‘Ik ga nog liever dood.’ Ik stak mijn hand uit naar Adrienne. ‘Ben je klaar om
te gaan?’
‘Als jij het bent,’ antwoordde ze.
‘Dat ben ik. Damian Ellsworth, dit is mijn zus, Adrienne. Adrienne, dit is
Georgia’s klootzak van een ex.’ Ik keerde me af van zijn knalrode kop. ‘Adam.
Carmen. Het was fijn jullie weer eens te zien.’ Met een lach op mijn gezicht
draaide ik me om en liep weg, Adrienne aan mijn zijde.
‘In zaken is er geen plek voor emoties, Harisson,’ sneerde Damian.
‘Uiteindelijk weet Ava haar wel zover te krijgen. Dat lukt haar altijd. Hoe denk
je anders dat ik aan de optierechten van die tien films kom?’
Ik bleef staan. Hij had vijf films gemaakt en had er nog vijf te gaan. Ik had
gezien hoe ze haar hakken in het zand zette voor Scarletts wensen, dus waarom
had ze dan… Soms is de enige manier om te houden wat je nodig hebt, loslaten
wat je wilt. Haar woorden van die dag bij de beek.
‘Heb je die?’ Mijn lach werd breder. Wat als ze het over totaal iemand anders
had gehad? Slimme vrouw.
‘Wat heeft dat in godsnaam te betekenen?’ snauwde hij.
‘Het betekent dat ik Georgia beter ken dan jij.’ Ik nam niet de moeite te
wachten op zijn reactie. ‘Sorry dat we niet voor het diner blijven,’ zei ik tegen
Adrienne terwijl ik met haar naar de deur liep.
‘Ik kwam alleen voor de voorstelling,’ zei ze met een schouderophalen. ‘Heb je
waar je voor kwam?’
Ik knikte en leidde ons door de mensen heen.
‘Je kijkt niet tevreden.’
‘Georgia heeft vertrouwensproblemen.’ Ik knikte naar weer een bekende toen
we de garderobe naderden.
‘Overduidelijk.’ Adrienne keek met knipperende ogen naar me op.
‘Wat zou je doen als je wist dat de enige persoon in de wereld die Georgia
volledig vertrouwde haar hele leven tegen haar had gelogen?’
‘Ben je daar zeker van?’ Ze trok wit weg en sperde haar ogen wijd open.
‘Voor negentig procent.’ Min of meer.
‘Je moet honderd procent zeker zijn en dan moet je het haar vertellen.’
Ik vloekte. ‘Dat is wat ik ook al dacht.’ Georgia voor me terugwinnen was
zojuist heel wat gecompliceerder geworden.
32
Juni 1942
Ipswich, Engeland
‘Wat ben je aan het doen?’ vroeg Scarlett toen ze de woonkamer binnenkwam.
‘Je spullen aan het inpakken,’ antwoordde Constance zonder op te kijken. ‘Wat
denk je dan dat ik aan het doen ben?’
Iedere spier in Scarletts lichaam schoot op slot bij dat beeld. Constance had een
hutkoffer en twee koffers geopend tussen de bank en het raam in staan.
‘Stop,’ beval Scarlett, haar toon schril genoeg om William te laten schrikken
van waar hij zat op de grond.
Constance stopte voor een tel, maar vouwde toen een kledingstuk van William
op en legde het in een van de koffers. ‘Je moet gaan,’ zei ze zachtjes terwijl ze
zich tot haar zus wendde.
Scarletts ogen brandden, maar ze knipperde haar tranen terug, zoals ze de
afgelopen twee dagen had gedaan. ‘Ik laat hem niet achter.’
‘Natuurlijk doe je dat niet. Je neemt hem met je mee.’ Constance wierp een
nadrukkelijke blik op William.
‘Je weet verdomd goed dat ik Jameson bedoel.’
Constance tilde haar kin op en op dat moment leek ze veel meer op Scarlett dan
dat Scarlett op zichzelf leek. ‘Ze hebben twee keer gezocht…’
‘Twee keer is niets!’ Scarlett vouwde haar armen over elkaar, vechtend om
zichzelf staande te houden. ‘Het feit dat ze de kustlijn hebben afgezocht,
betekent niet dat hij niet ergens anders is geland. Het duurt weken voordat de
eerste bevestigingen binnenkomen als hij gevangen is genomen. Misschien zelfs
langer als hij zich verstopt.’ Morgen. Nog één zoektocht. Over twee weken. Haar
hart duwde de deadline iedere dag naar achteren, de kolen van hoop
aanwakkerend die haar verstand haar ontnam.
Constance’ trouwring flikkerde in het zonlicht dat door het woonkamerraam
naar binnen stroomde toen ze over haar slapen wreef.
‘Je hoeft niet te blijven,’ maakte Scarlett haar duidelijk. ‘Jij hebt een eigen
leven.’
‘Alsof ik zou vertrekken.’
‘Je hebt een nieuwe echtgenoot. Een echtgenoot die – daar ben ik van overtuigd
– boos is dat je al je verlof opmaakt om hier te zijn.’
‘Het is bijzonder verlof. Dat telt niet. En hij overleeft het wel. Trouwens, hij is
mijn echtgenoot maar. Jij bent mijn zus.’ Constance hield haar blik vast om er
zeker van te zijn dat Scarlett haar vastberadenheid zag. ‘Ik blijf. Ik pak je spullen
in. En morgen rijd ik jou en William naar het vliegveld om Jamesons oom te
ontmoeten.’
‘Ik ga niet.’ Hoe kon ze Jameson ooit in de steek laten op het moment dat hij
haar het meest nodig had?
Constance nam Scarletts handen in die van haar. ‘Je moet.’
Scarlett trok haar handen weg. ‘Nee. Ik moet niet.’
‘Ik heb je visum gezien. Ik weet hoe dicht je zit op de Amerikaanse quotum en
ik heb de vervaldatum gezien. Als je deze kans niet pakt, komt er misschien geen
volgende.’
Scarlett schudde haar hoofd. ‘Hij zal me nodig hebben.’
Constance’ uitdrukking verzachtte en vulde zich met medeleven.
‘Kijk niet zo naar me,’ fluisterde Scarlett, die een stap achterwaarts zette. ‘Hij
kan hier nog altijd ergens zijn. Hij is daar ergens.’
Constance’ blik dwaalde naar William, die kauwde op de rand van het dekentje
dat Jamesons moeder had gemaakt. ‘Hij wilde dat je ging. Hij heeft dit allemaal
geregeld zodat jij en William veilig zouden zijn.’
Scarletts borst verstrakte. ‘Dat was hiervoor.’
‘Kun je me eerlijk vertellen dat hij niet zou willen dat je ging?’
Scarlett keek alle kanten op, behalve naar die van haar zus, in een poging een
emotie, een zekerheid vast te pinnen. Ze faalde. Natuurlijk zou Jameson willen
dat ze ging, maar dat betekende niet dat dat het juiste was om te doen.
‘Neem dat niet van me af,’ fluisterde Scarlett en haar keel deed pijn van alle
woorden die ze zichzelf niet toestond uit te spreken.
‘Wat?’
‘Mijn hoop.’ Haar stem brak terwijl haar zicht wazig werd. ‘Dat is het enige
wat ik nog over heb. Als ik die koffers inpak, als ik op dat vliegtuig stap, laat ik
hem in de steek. Dat kun je niet van me vragen. Ik doe het niet.’ Het was een
ding om William mee te nemen naar de Verenigde Staten in de wetenschap dat
Jameson zich bij hen zou voegen zodra de oorlog voorbij was. Maar de gedachte
niet hier te zijn wanneer ze hem vonden, hem achterlaten om alleen te herstellen,
ongeacht in welke conditie hij zou kunnen zijn, was meer dan ze aankon. En als
ze ook maar voor de allerkleinste fractie van een seconde toegaf aan de
mogelijkheid dat hij niet thuis zou komen, zou ze uiteenspatten.
‘Je kunt net zo goed in Amerika op Jameson wachten als hier. Waar jij bent,
verandert niets aan het feit waar hij is,’ sprak Constance haar tegen.
‘Als er een kans bestond dat Edward het had overleefd, zou jij dan zijn
vertrokken?’ daagde Scarlett haar uit.
‘Dat is niet eerlijk.’ Constance kromp ineen. De eerste traan brak door en gleed
over Scarletts gezicht.
‘Nou, zou je dat hebben gedaan?’
‘Als ik William had om me zorgen over te maken, dan ja, dan zou ik zijn
vertrokken.’ Constance wendde haar blik af en haar keel ging op en neer toen ze
slikte. ‘Jameson weet dat je van hem houdt. Wat zou hij willen dat je deed?’
Een volgende traan viel, toen nog een, alsof de dam was gebroken, terwijl haar
hart schreeuwde in een stille pijn bij de waarheid die het gedwongen was te
erkennen.
Scarlett nam haar zoon in haar armen en drukte een kus op de zachte huid van
zijn wang. Voor William. ‘Hij liet me beloven dat als er iets met hem zou
gebeuren, ik William naar Colorado zou brengen.’ De tranen kwamen nu in een
gestage stroom en William stopte zijn hoofd in haar nek, alsof hij begreep wat er
gebeurde. God, zou hij zich Jameson kunnen herinneren?
‘Dan moet je hem daarheen brengen.’ Constance stapte naar voren en liet de
bovenkant van haar vingers over Williams wangetje gaan. ‘Ik weet niet wat er
met je visum gebeurt als Jameson dood is.’
Scarletts schouders kromden zich terwijl ze vocht tegen de opkomende snik in
haar keel. ‘Ik ook niet.’ Voor een antwoord op die vraag hoefden ze alleen maar
naar het consulaat te gaan, maar wat als ze haar visum introkken? Wat als
William kon gaan, maar zij niet?
‘Als je blijft…’ Constance moest haar keel schrapen en probeerde het toen
nogmaals. ‘Als je blijft, kan onze vader je hysterisch laten verklaren. Je weet dat
hij dat zou doen als dat betekende dat hij William in handen zou krijgen.’
Scarletts tranen stopten. ‘Hij zou niet…’
De meisjes deelden een blik, want ze wisten allebei dat hij dat wel degelijk zou
doen. Scarlett hield William iets steviger vast en wiegde zachtjes op en neer toen
hij begon te dreinen.
‘Jameson zou willen dat je ging,’ herhaalde Constance. ‘Waar hij nu ook is, hij
wil dat je gaat. Hier blijven zorgt er niet voor dat hij in leven blijft.’ Constance’
woorden vervaagden in een fluistering.
Als hij überhaupt nog leefde.
‘Je kunt Jameson niet helpen. Maar je kunt wel jullie zoon redden… Zijn zoon.’
Constance greep zachtjes haar zus’ onderarm beet. ‘Het betekent niet dat je de
hoop opgeeft.’
Scarlett sloot haar ogen. Als ze het hard genoeg probeerde, kon ze Jamesons
armen om zich heen voelen. Ze moest geloven dat ze ze weer zou voelen. Het
was de enige manier om te kunnen blijven ademen, verder te kunnen. ‘Als…’ Ze
kon zich er niet toe zetten het uit te spreken. ‘Het enige wat ik nog over zou
hebben in deze wereld zijn William en jij. Hoe kan ik jou ooit achterlaten?’
‘Makkelijk.’ Constance gaf een kneepje in haar onderarm. ‘Je laat mij voor je
inpakken. Je laat mij een keer voor jou zorgen. En morgen, als er geen nieuws is,
laat je me jou helpen om te vertrekken. Je neemt mijn petekind mee naar een
plek waar hij kan slapen zonder de angst dat de wereld om hem heen instort. Je
kunt hem niet behoeden voor wat hem te wachten staat – wat jou te wachten
staat – wat Jameson betreft. Maar je kunt hem van deze oorlog verlossen.’
Scarletts hartslag schoot omhoog bij de smeekbede in haar zus’ ogen.
Constance’ gezicht was bleek en de huid onder haar ogen was donker van
overduidelijke vermoeidheid. Ze straalde absoluut niet als een pasgetrouwde
vrouw en hoewel er geen zichtbare blauwe plekken waren, had Scarlett niet
gemist hoe haar zus ineenkromp en haar gewicht vaak verplaatste. ‘Kom met me
mee,’ fluisterde ze.
Constance snoof. ‘Zelfs als ik dat kon, nou, het kan niet. Ik ben nu getrouwd, in
voorspoed,’ haar blik zakte, ‘en in tegenspoed.’ Ze toverde een duidelijk
geveinsde glimlach tevoorschijn. ‘Trouwens, hoe wilde je dat doen? Me
meesmokkelen?’
‘Je zou in de hutkoffer passen,’ probeerde Scarlett te grappen, maar dat
mislukte. Er was hier niets om grapjes over te maken. Ze was leeg, maar leeg
was beter dan het te voelen. Ze wist dat zodra ze het zou toelaten er geen weg
terug was tot wat de staat ook mocht zijn waarin ze nu verkeerde.
‘Ha.’ Constance trok een wenkbrauw op. ‘Zodra ik klaar ben met inpakken, zal
er niet veel ruimte meer zijn. Weet je zeker dat dit alles is wat je kunt
meenemen?’
Scarlett knikte. ‘Jamesons oom zei een hutkoffer en twee koffers.’ Ze had
Constance de dag voor de bruiloft op de hoogte gebracht van de plannen.
‘Nou, oké.’ Constance wist een geruststellende glimlach te produceren. ‘Dan
zullen we maar eens zorgen dat je spullen ingepakt worden.’
William trok aan een haarpluk en Scarlett wisselde haar haren in voor een
speeltje. Het kereltje was nog erger dan Jameson als het ging om iets opgeven
wat hij wilde. Ze waren twee koppige handen op één buik.
‘Ze zouden hem vandaag kunnen vinden,’ fluisterde Scarlett met een blik op de
klok. Ze hadden nog een paar uur te gaan tot de volgende update, als ze afging
op de afgelopen twee dagen. ‘Ze zouden hem morgenochtend kunnen vinden,’
zei ze in een fluistering. Alsjeblieft, God, laat ze hem vinden.
Misschien dat alleen het niet weten erger was dan weten dat Jameson er echt
niet meer was. De hoop was een dubbelzijdig zwaard, zorgde ervoor dat ze bleef
ademen, maar misschien stelde dat het onvermijdelijke alleen maar uit.
‘En als ze dat doen, kan Jameson je morgen zelf naar het vliegveld brengen.’
Constance richtte haar aandacht weer op de stapel met Williams kleren en pakte
het volgende kledingstuk op om in te pakken. ‘Is er nog iets specifieks wat je
wilt meenemen waar ik niet vanaf weet?’
Scarlett ademde diep in en snoof de heerlijke geur van haar zoon op. Jij en
William zijn nu mijn leven. Ze hoorde de woorden in haar herinnering, zo
duidelijk dat het leek alsof Jameson naast haar stond.
‘De platenspeler.’
Scarletts ogen waren opgezwollen en prikten toen ze haar haren opstak. Ze had
haar uiterste best gedaan de tranen tegen te houden, maar ze waren desondanks
gekomen.
Haar vingers streken over het handvat van Jamesons scheermes. Het voelde
verkeerd het hier allemaal achter te laten, maar hij zou het nodig hebben
wanneer hij terugkwam. Ze liep over de overloop en keek een laatste keer in
Williams babykamer. Haar hart bloedde toen ze zich voorstelde dat Jameson met
hun zoon in de schommelstoel zat. Zachtjes sloot ze de deur en liep naar hun
slaapkamer.
Haar handtas stond op het bed, bijna vol met al het papierwerk dat ze morgen
nodig zou hebben. Het was onwerkelijk om te bedenken dat ze in minder dan
vierentwintig uur in de Verenigde Staten zou zijn als alles volgens plan liep. Ze
zouden een wereld hier vandaan zijn en Jameson en Constance achterlaten. Het
lege gevoel dat dit veroorzaakte, was bijna meer dan ze kon verdragen, maar ze
zou haar belofte houden. Voor William.
Ze zat op de rand van hun bed, reikte naar Jamesons kussen en klemde het
tegen haar borst. Het rook nog naar hem. Ze ademde diep in toen talloze
herinneringen haar overspoelden en ze verdronk in de intensiteit ervan.
Zijn gelach. Zijn ogen wanneer hij zei dat hij van haar hield. Zijn armen om
haar heen in haar slaap. Zijn handen op haar lichaam wanneer hij de liefde met
haar bedreef. Zijn glimlach. Het geluid van haar naam op zijn lippen wanneer hij
haar vroeg om met hem te dansen.
Hij had haar tot leven gewekt op iedere manier die ertoe deed, had haar het
leven gegeven dat er het meest toe deed: William.
Het was stom en verkwisting, maar ze nam zijn kussensloop toch mee. Ze
haalde hem van zijn kussen af en vouwde hem op tot een net vierkant. Ze had al
twee van zijn shirts gepakt, wetend dat hij dat niet erg zou vinden.
‘Hij zal de mijne hebben,’ zei ze zachtjes tegen zichzelf.
Er bestonden geen woorden voor de kwelling die haar hart verkrampte, het
uitwrong met ruwe, ontoegeeflijke handen. Zo hoorde het niet te zijn.
‘Daar ben je,’ zei Constance met William op haar heup vanuit de deuropening.
‘Het is tijd.’
‘Kunnen we hem niet nog een paar minuten geven?’ Kunnen we mij niet nog
een paar minuten geven? Dat is wat ze eigenlijk bedoelde.
Vandaag was de laatste dag dat het 71ste actief naar Jameson zou zoeken.
Vanaf morgen zou de missie worden voortgezet, en uiteraard zouden ze naar hem
uitkijken wanneer ze over dat gebied vlogen, maar na vandaag zou hun eenheid
verdergaan.
Jameson zou een van de vele vermiste personen zijn.
‘Niet als we op tijd op het vliegveld willen zijn,’ antwoordde Constance kalm.
Scarlett keek naar de ladekast en de kast waar zijn uniform nog in hing. ‘Je
vroeg me eens wat ik ervoor zou geven om door het eerste huis waarin we in
Kirton-in-Lindsey woonden te kunnen lopen.’
‘Ik wist het niet… Dat zou ik nooit hebben gevraagd als ik had gedacht dat dit
zou gebeuren,’ fluisterde Constance, haar ogen zwaar van verontschuldiging. ‘Ik
heb nooit gewild dat je dit zou voelen.’
‘Dat weet ik.’ Scarlett streek met haar vingers over de opgevouwen
kussensloop. ‘Dit is het derde huis waarin we hebben gewoond sinds ons
trouwen.’ Haar lippen krulden op bij de gedachte. ‘Jameson zou dit huis
volgende week hebben leeggehaald, nu het squadron de overplaatsing naar
Debden heeft afgerond. Misschien is de timing wat dat betreft passend. Het
volgende huis waar we samen zouden wonen is in Colorado.’
William brabbelde en Constance verplaatste hem naar haar andere heup. ‘En jij
zult in Colorado op hem wachten. Maak je voor hier nergens zorgen over. Ik zal
Howie en de andere mannen de rest van de spullen laten inpakken voor wanneer
Jameson terugkomt.’
Een vertrouwd brandend gevoel trok door Scarletts neus, maar ze drong een
volgende ronde onvergoten tranen terug. ‘Dank je wel.’
‘Inpakken is geen moeite.’ Haar zus wuifde het weg.
‘Nee,’ zei Scarlett terwijl ze de kracht vond om op te staan en de kussensloop
in haar handtas stopte. ‘Dank je wel dat je wanneer zegt in plaats van als.’
‘Een liefde als die van jullie twee sterft niet zomaar,’ zei Constance terwijl ze
William aanreikte. ‘Ik weiger te geloven dat het op deze manier eindigt.’
Scarlett nam Williams lieve gezichtje in zich op en keek toen weer naar haar
zus. ‘Altijd de romanticus, of niet?’
‘Over romantiek gesproken, ik heb allebei de hoedendozen met je typemachine
ingepakt. Die hutkoffer weegt enorm, maar hij staat in de auto.’ Howie was
eerder vandaag langsgekomen en had met de bagage geholpen voordat hij naar
het vliegveld was vertrokken.
‘Bedankt.’ Ze had gisteravond achter de typemachine doorgebracht totdat
Constance er op had gestaan hem in te pakken, maar ze had hun verhaal niet
bijgewerkt. Ze was gekomen tot hun laatste dag samen, maar had zich er niet toe
kunnen brengen te schrijven over wat er daarna kwam. Deels omdat ze de
gebeurtenissen van de afgelopen dagen niet had geaccepteerd en deels omdat ze
niet wist hoe het zou aflopen. Maar in die paar uur had ze de pijn weg laten
glippen en was ze in een wereld terechtgekomen waar ze Jameson nog steeds in
haar armen had.
Dat is waar ze wilde leven, waar die dag haar eigen, kleine eeuwigheid was.
Met William in de ronding van haar arm lukte het haar de handtas te openen en
de brief eruit te halen die ze had geschreven toen ze vanmorgen wakker werd.
‘Ik weet niet waar ik deze moet achterlaten,’ gaf ze zachtjes toe terwijl ze de
envelop met Jamesons naam er duidelijk op geschreven aan haar zus liet zien.
Constance reikte naar de envelop en nam hem voorzichtig uit Scarletts hand.
‘Ik zal hem aan hem geven wanneer hij terugkomt,’ beloofde ze en borg hem op
in de zak van haar jurk. Nu ze allebei niet in uniform waren, Scarlett
noodgedwongen en Constance vrijwillig aangezien ze verlof had, was het
makkelijk om te geloven dat ze er nooit een hadden aangetrokken. Dat de oorlog
helemaal niet was gebeurd. Maar dat was wel het geval en hoewel de jurken
zachter waren dan de WAAF-uniformen waar ze allebei zo veel tijd in hadden
doorgebracht, waren beide vrouwen vanbinnen harder.
Scarlett herschikte het mutsje op Williams hoofd en trok aan de mouwen van
zijn trui. Het was juni, maar voor het kleintje nog steeds fris en waar ze
heengingen zou het alleen nog maar kouder worden. Met een lange, laatste
weemoedige blik door de slaapkamer bad Scarlett nogmaals dat God Jameson bij
haar thuis zou brengen en toen liep ze de kamer uit.
Ze wist zichzelf staande te houden toen ze naar de auto liepen, hield haar hoofd
hoog zoals Jameson zou willen.
Scarlett nam plaats op de passagiersstoel en hield William dicht tegen zich aan
terwijl Constance achter het stuur ging zitten. De motor kwam brullend tot leven
en voordat Scarletts hart haar hoofd kon overrulen, reden ze weg bij het huis,
richting Martlesham-Heath.
Ze waren nauwelijks een paar minuten onderweg toen het luchtalarm afging.
Scarletts blik schoot naar de lucht, waar ze de omtrek van bommenwerpers al
kon zien.
Haar maag verkrampte.
‘Waar is de dichtstbijzijnde schuilkelder?’ vroeg Constance, haar stem kalm.
Scarlett keek naar hun omgeving. ‘Sla rechts af.’
William huilde en zijn gezicht liep rood aan toen de sirenes hun waarschuwing
uitschreeuwden.
Het trottoir liep vol met burgers, allemaal rennend naar de schuilkelder. ‘Stop
hier,’ beval Scarlett. ‘We redden het nooit als de straten zo vol zijn. We zullen
moeten lopen.’
Constance knikte en parkeerde de auto aan de linkerkant. Ze verlieten de auto
en vlogen over de straat naar de schuilkelder terwijl de eerste explosies klonken.
Er was niet genoeg tijd.
Haar hart hamerde als een bezetene en ze klemde William tegen haar borst
terwijl ze rende met Constance aan haar zijde.
Ze moesten nog één straat.
‘Sneller!’ schreeuwde Scarlett toen een volgende wereldschokkende knal hen
omringde.
De woorden hadden haar mond nauwelijks verlaten toen het veelbetekenende
geluid van een hoge, schelle fluit haar oren vulde en hun wereld werd
opgeblazen.
Het onophoudelijke gepiep in haar oren werd slechts onderbroken door het
geluid van Williams gehuil.
Scarlett wist met moeite haar ogen open te krijgen en duwde door de pijn heen
die door haar ribben knalde.
Het duurde een paar gedesoriënteerde tellen om bij zinnen te komen en zich te
herinneren wat er was gebeurd.
Ze waren gebombardeerd.
Minuten. Uren? Hoeveel tijd was er voorbijgegaan? William!
Hij huilde weer en Scarlett rolde op haar zij. Ze moest bijna huilen van
opluchting toen ze hem met een betraand gezicht naast zich zag jammeren.
Ze veegde het stof en vuil van zijn wangen, maar zijn tranen smeerden de
vegen alleen maar verder uit. ‘Het is oké, liefje. Mama is hier,’ suste ze hem
terwijl ze hem in haar armen nam en haar blik over de verwoesting om hen heen
dwaalde.
De ontploffing had hen in een moestuinbak geblazen, die William op
wonderbaarlijke wijze had beschermd. Haar ribben deden pijn en haar enkel
protesteerde, maar behalve die kleine ongemakken was ze in orde. Ze worstelde
om overeind te gaan zitten, William tegen haar borst geklemd, en schrok bij het
zien van bloed dat langzaam uit een wond in haar scheenbeen sijpelde. Ze wierp
er slechts een vluchtige blik op toen doodsangst haar borst vulde en de pijn in
haar ribben verving.
Waar was Constance?
Van het gebouw waar ze langs waren gerend was niets meer over dan een hoop
puin en ze hoestte toen haar longen meer stof dan lucht inademden.
‘Constance!’ schreeuwde ze toen de paniek de overhand kreeg.
Het ijzeren hek van de tuin waarin ze terecht waren gekomen, was gebroken en
door de ruimte tussen de spijlen ving Scarlett een glimp van iets roods op.
Constance.
Ze krabbelde overeind, haar longen en ribben hevig protesterend toen ze naar
het stuk stof strompelde dat ze herkende als Constance’ jurk. Haar arm zat ergens
aan vast en verward keek ze naar beneden. Haar handtas hing nog steeds aan
haar onderarm en was om een van de ijzeren spijlen gewikkeld. Ze rukte hem los
en struikelde een paar stappen verder voordat ze zich naast Constance op haar
knieën liet vallen, voorzichtig om William geen pijn te doen aan de ruwe
brokstukken die om zijn tante heen lagen… Óp zijn tante lagen.
Nee. Nee. Nee.
Zo wreed kon God niet zijn, toch? Een schreeuw vormde zich in Scarletts strot
en brak los terwijl ze een arm en al haar kracht gebruikte om het
aanstootgevende, lelijke stuk metselwerk van haar zus’ borstkas te schuiven.
De warmte trok uit haar lijf, haar ziel, toen ze naar het met vuil en bloed
bedekte gezicht van Constance staarde.
‘Nee!’ schreeuwde ze. Zo kon het niet eindigen. Dit kon niet Constance’ lot
zijn.
William begon harder te huilen, alsof ook hij het licht voelde doven in de
wereld.
Ze greep de hand van haar zus, maar er was geen reactie.
Constance was dood.
33
Georgia
Lieve Scarlett,
Trouw met me. Ja, ik meen het. Ja, ik ga je keer op keer vragen tot je
mijn vrouw bent. Het is nog maar twee dagen geleden sinds ik Middle
Wallop heb verlaten en ik kan nauwelijks ademhalen, zo erg mis ik je al.
Ik hou van je, Scarlett, en het is niet het soort liefde dat vervaagt
door afstand of tijd. Ik ben de jouwe en ben dat vanaf het eerste
moment dat ik in je ogen keek. Ik zal de jouwe zijn hoeveel tijd er ook
mag verstrijken voordat ik je ogen weer zie. Altijd.
Jameson
‘Denk je dat dertigduizend genoeg is voor het hele district?’ vroeg ik terwijl ik
de telefoon tussen mijn oor en zeer pijnlijke schouder klemde terwijl ik
aantekeningen maakte. Ik was vanmorgen in de sporthal te ver gegaan, maar ik
was in ieder geval niet gevallen.
‘Dat is meer dan genoeg! Dank u wel!’ riep de bibliothecaris, meneer Bell, uit.
‘Heel graag gedaan.’ Ik grijnsde. Dit was het mooiste deel van mijn werk. ‘Ik
zal het geld vandaag overmaken.’
‘Dank u wel!’ herhaalde meneer Bell.
We hingen op en ik opende mijn chequeboek op de eerstvolgende lege cheque.
The Scarlett Stanton Foundation for Liberacy. Ik streek met mijn vinger over de
terugkerende tekst en vulde de cheque in, deze keer aan een schooldistrict in
Idaho.
De richtlijnen waren simpel: scholen die boeken nodig hadden kregen geld
voor boeken.
Oma zou het geweldig hebben gevonden.
Ik dateerde de cheque op 1 maart, verzegelde de envelop en regelde dat hij
opgehaald zou worden door een nachtkoerier. Zo. Klaar. Nu kon ik naar mijn
werkplaats.
Een pen met het logo van de New York Mets rolde toen ik de bovenste la
opende en mijn hart verkrampte weer eens, net als iedere dag hiervoor. Noahs
pen.
Want bijna drie maanden lang was dit niet gewoon oma’s bureau – mijn bureau
– geweest, het was ook dat van Noah geweest. En omdat die pen weggooien
niets veranderde aan dat feit, legde ik het chequeboek terug in de la en schoof
hem weer dicht.
De pen was trouwens mijn kleinste aandenken.
Noah was overal waar ik keek. Ik zag ons dansen in de woonkamer, iedere keer
dat mijn oog op de fonograaf viel. Ik hoorde het lage timbre van zijn stem
wanneer ik het waagde in het prieel te komen. Hij was in mijn keuken, om thee
voor me te zetten. Mijn hal, waar hij me ademloos kuste. Mijn slaapkamer, de
liefde met me bedrijvend. Hij was in dit kantoor, waar hij toegaf dat hij had
gelogen.
Ik ademde diep in, maar duwde de pijn niet weg. Het voelen was de enige
manier om eroverheen te komen. Anders zou ik dezelfde lege huls worden als na
Damian.
De deurbel ging en ik nam de envelop mee naar de hal, maar toen ik de deur
opende, bleek het niet de koerier te zijn.
Van puur ongeloof knipperde ik met mijn ogen en mijn onderkaak zakte een
centimeter voordat ik mijn mond met een hoorbare klap sloot.
‘Nodig je me niet uit om binnen te komen?’ vroeg Damian terwijl hij een vaas
met bloemen mijn kant op duwde. ‘Gefeliciteerd met onze zevende trouwdag,
liefje.’
Ik woog de opbeurende gedachte om de deur in zijn gezicht dicht te gooien af
tegen de bevrediging van precíés weten waarom hij hier was en ging voor het
laatste. Ik stapte naar achteren en sloot de deur toen er een ijskoude bries over
mijn huid sloeg.
‘Bedankt, ik was vergeten hoe koud het hier is,’ zei hij terwijl hij de bloemen –
zachtroze rozen – met een afwachtende blik aanreikte.
‘Wat wil je, Damian?’ Ik legde de envelop op de sidetable. Welk invalshoek
ging hij dit keer gebruiken om te proberen te krijgen wat hij wilde?
Schuldgevoel? Omkoping? Emotionele afpersing?
‘Ik wilde het over zaken hebben.’ Hij fronste toen hij zich realiseerde dat ik de
bloemen niet aannam en zette ze naast de envelop.
‘Dus nam je het vliegtuig naar Colorado in plaats van te bellen?’ Ik vouwde
mijn armen over elkaar.
‘Ik was in een sentimentele bui,’ zei hij op de zachte toon die hij reserveerde
voor verontschuldigingen terwijl zijn blik over mijn lichaam gleed. ‘Je ziet er
goed uit, Georgia. Echt goed… Zachter, als dat ergens op slaat.’
De staande klok sloeg. ‘Doe geen moeite je jas uit te trekken. Je bent
vertrokken voordat hij weer slaat.’
‘Een kwartier? Ben ik niet meer waard dan dat na alles wat we hebben
meegemaakt?’ Hij kantelde zijn hoofd opzij en toverde een speels kuiltje
tevoorschijn. Emotionele afpersing dus.
‘De tijd dat we dateten meegerekend, heb ik je al acht jaar van mijn leven
gegeven. Geloof me, een kwartier is gul.’
De hele tijd dat ik met Noah was geweest, had ik geprobeerd het vergelijken te
vermijden, maar nu Damian voor me stond, was het onmogelijk de verschillen
niet op te merken. Noah was langer, een en al spiermassa en gedroeg zich met
een constant bewustzijn van zijn lichaam dat zich had ontwikkeld door jaren van
klimmen. Damian was niets van dat alles.
Hij zag er uitgeblust uit en wat ik ooit had beschouwd als bijna engelachtig was
plotseling… blèh. Het blauw van zijn ogen was niets in vergelijking met Noahs
donkerbruine ogen. Had ik me echt ooit tot Damian aangetrokken gevoeld? Of
was het zijn interesse in mij dat me had ingepakt?
‘Ik vind de veranderingen leuk,’ merkte Damian op en hij keek om zich heen
door de hal.
‘Bedankt.’ Ik had de boel geverfd en was overgestapt op wit- en grijstinten om
het huis van oma beetje bij beetje meer het mijne te maken. Mijn slaapkamer
was de volgende – en laatste – op de lijst. ‘Je verspilt je tijd.’
Zijn blik schoot terug naar de mijne en hij kneep zijn ogen ietwat samen. Daar
ben je. ‘Ik hoopte dat we konden praten over Wat we achterlaten.’
‘Wat is daarmee?’
‘Ik wil je een aanbod doen en voordat je nee zegt, wil ik dat je me laat
uitpraten.’ Hij stak zijn handen omhoog en pakte toen een envelop uit de
binnenzak van zijn jas. ‘Vanwege de goede oude tijd.’
‘Goede oude tijd,’ mijmerde ik. ‘Zoals toen je met je assistent naar bed ging?
Of die ene visagiste? Of misschien toen je Paige zwanger maakte en niet de
ballen had om het me te vertellen, wat ertoe leidde dat ik alles kon lezen over de
mama van de baby van mijn echtgenoot in de zestien miljoen appjes die ik
tijdens oma’s afscheidsdienst ontving?’ Ik liet mijn hoofd opzij vallen. ‘Aan
welke van die “goede oude tijd” refereer je nu?’
De aderen in zijn nek bolden op boven de kraag van zijn jas en hij had het
fatsoen te blozen. ‘Dat zijn allemaal betreurenswaardige herinneringen. Maar we
hebben ook goede. Ik ben hier om je te helpen, niet om je te kwetsen, en ik heb
een contract helemaal klaar, zodat je alleen nog maar hoeft te tekenen. Ik weet
dat Scarletts geld vastzit in dat liefdadigheidswerk, dus als je wat extra’s nodig
hebt, zal ik zelfs naar enkele van haar andere werken kijken voor optierechten.
Ik wil niet dat je afziet.’
‘Wat grootmoedig van je,’ zei ik lijzig. ‘Maar je hoeft je geen zorgen meer over
me te maken. Mijn galerie loopt prima sinds ik me weer bezighoud met het
creëren van de kunst waar ik van hou. Je weet wel, wanneer ik niet bezig ben
met al dat liefdádigheidswerk.’
Hij snoof. ‘Dat kun je niet serieus menen.’
‘Doodserieus,’ zei ik met een uitgestreken gezicht. ‘Ik heb al dat geld nooit
gewild. Dat was jij. En laat me raden, dat kleine contractje dat je me zo royaal
aanbiedt, geeft jou niet alleen het recht op Wat we achterlaten, maar het
bevestigt ook jouw eigendom in de andere vijf opties waar je nog geen gebruik
van hebt gemaakt, aangezien ik niet langer mede-eigenaar ben van Ellsworth
Productions?’ vroeg ik liefjes.
‘Je weet het.’ Zijn gezicht betrok.
‘Ik heb het altijd geweten.’ Mijn stem zakte. ‘Waarom denk je dat ik zonder
enige strijd uit dat huwelijk ben gestapt? Er was níéts aan jou dat de moeite
waard was om te willen houden.’
‘Dit houdt geen stand in een rechtszaak,’ blufte hij.
‘Jawel. Mijn advocaten zijn altijd beter geweest dan die van jou. Oma heeft
daarop toegezien toen ze diezelfde advocaten aan het contract het zinnetje
“zolang Georgia Constance Stanton mede-eigenaar is van Ellsworth
Productions” liet toevoegen. Ze vertrouwde jou niet met haar verhalen, Damian.
Ze vertrouwde míj. Jij had het alleen te druk met het tellen van de dollars om het
verdomde ding zelf te lezen.’ Op de achtergrond hoorde ik het geronk van een
motor die de oprit op kwam rijden.
Paniek flitste door zijn ogen. ‘Gigi, laten we hierover praten. Je weet hoezeer ik
op Scarlett gesteld was. Geloof je echt dat dit is wat ze wilde? Het zou haar
kapot hebben gemaakt als ze wist dat jij van me was gescheiden. Dat je ons hebt
opgegeven.’ Zijn uitdrukking veranderde weer. Ah, ja, schuldgevoel.
‘Ons heb opgegeven? Ze heeft je om te beginnen al nooit aardig gevonden en
dit gesprek was voorbij zodra de echtscheidingspapieren rond waren. Maar ik
heb nog wel een vraag voor je.’ Ik verplaatste mijn gewicht, haatte het dat ik
mezelf in de positie plaatste waarin ik iets van hem nodig had.
‘Wat dan ook.’ Hij slikte. ‘Je weet dat ik nog niet getrouwd ben, toch?’ Hij
stapte naar voren en de bekende geur van zijn overweldigende aftershave sloeg
op me in als melk die te lang in de koelkast had gestaan; al het goede was
plotseling ranzig geworden. ‘We komen er wel uit. Ga je gang, vraag me wat je
maar wilt.’
Nee, dank je.
‘Wist je wie ik was, die dag dat we elkaar op de campus ontmoetten?’
Hij schrok.
‘Wist je het?’ Op dat moment zag ik mezelf door zijn ogen. Een negentienjarige
eerstejaars, wanhopig snakkend naar liefde en waardering. Een makkelijk
doelwit.
‘Ja,’ gaf hij toe en hij haalde zijn hand door zijn haar. ‘En ik weet nu ook wie je
bent, Gigi. Ik heb een aantal slechte keuzes gemaakt, maar ik heb altijd van je
gehouden.’
‘Juist. Want met andere vrouwen naar bed gaan – heel véél andere vrouwen – is
absoluut hoe je je liefde aan je vrouw toont.’ Ik was even stil, gaf mezelf de tijd
om de pijn binnen te laten, maar die kwam niet. ‘Vreemd genoeg waarschuwde
mijn moeder me.’
Mijn voordeur vloog open en Hazel struikelde naar binnen, haar haren
verwaaid en haar ogen wild. ‘O mijn god, je moet komen kijken!’ Abrupt bleef
ze staan, haar wenkbrauwen schoten naar het plafond bij het zien van Damian.
‘Wat. De. Fuck?’
‘Hazel.’ Hij schonk haar een wrange glimlach en een knikje.
‘Klootzak.’ Met samengeknepen ogen keek ze hem aan terwijl ze naast me
kwam staan.
‘Damian stond net op het punt te vertrekken,’ zei ik met een vluchtige grijns
toen de klok sloeg. ‘Zijn tijd is op.’
‘Gigi,’ smeekte hij.
‘Dag.’ Ik liep naar de deur en hield hem open. ‘Doe de groeten aan Paige en…
hoe hebben jullie je zoon genoemd?’
‘Damian, junior.’
‘Uiteraard.’ Ik gebaarde naar de open deur. ‘Rijd voorzichtig. De bergpas is
glad in deze tijd van het jaar.’ Het geluid van de deur die dichtviel was nu
bevredigender dan dat het was geweest op de dag dat ik ons appartement in New
York had verlaten.
‘Heb je het hem verteld?’ vroeg Hazel terwijl ze haar jas openritste en in de
garderobekast in de hal ophing.
‘Van de optierechten? Jawel. Het was leuk.’ Ik grijnsde en stopte mijn haar
achter mijn oren. ‘En, waar was jij zo hyper over toen je binnen kwam stormen?’
‘O!’ Haar ogen werden groot. ‘Je moet nu online gaan.’ Ze greep mijn hand
beet en trok me het kantoor binnen, waarna ze me in de stoel duwde terwijl ze
YouTube opende en Noahs naam intypte.
‘Hazel,’ waarschuwde ik haar zachtjes. Het laatste wat ik kon gebruiken, was
Noah op video zien terwijl hij in New York rond paradeerde alsof hij mijn hart
niet in miljoenen stukjes had gebroken.
‘Het is niet wat je denkt.’ Ze klikte op een video van een populaire
ochtendshow en ik tikte ongedurig met mijn voeten gedurende de vijf secondes
reclame voordat hij startte. ‘Even geduld, het begint pas ergens halverwege en ik
spuwde zo’n beetje mijn koffie uit.’ Ze klikte door naar het midden van de video
door de eerste tien minuten over te slaan.
‘… denkt hij dat hij is?’ vroeg de presentatrice aan haar partner, die zijn hoofd
schudde. ‘Dat doe je niet met een Scarlett Stanton. Dat doe je gewoon niet.’
‘Ik zou ertegenin kunnen brengen dat de uitgever geweten moet hebben wat het
zou worden op het moment dat ze Noah Harisson aannamen om het af te
schrijven,’ bracht hij ter sprake.
‘O, god,’ fluisterde ik en mijn maag knalde uit mijn lijf en van de aardbodem.
Weten dat Noah wellicht wat negatieve aandacht in de pers zou krijgen vanwege
mijn keuze en het daadwerkelijk zien, waren twee verschillende dingen.
‘Het wordt nog erger,’ mompelde Hazel.
‘Hoeveel erger?’ Ik wist niet zeker of ik dat aankon.
‘Kijk.’
‘Ik ben niet de enige die er zo over denkt,’ zei de presentatrice terwijl ze haar
handen ophield. ‘Er zijn recensie-exemplaren uitgegeven en spoiler alert: het is
niet fraai. Publication Quarterly noemt het, en ik citeer, “een egoïstische poging
om de meest vooraanstaande romanschijfster van haar tijd te willen
overschaduwen”.’
Er klonk boe-geroep uit het publiek en mijn handen schoten omhoog om mijn
mond te bedekken. ‘Dat is niet eerlijk!’ zei ik door de kieren tussen mijn vingers
heen.
‘Het wordt nog erger,’ herhaalde Hazel.
‘Hoe? Gaan ze een kartonnen versie van Noah verbranden?’ riep ik uit.
‘Zou het je dwarszitten als ze dat deden?’ vroeg ze met geveinsde onschuld.
Ik wierp een blik haar kant op.
‘De New York Daily ging nog een stap verder door te zeggen: “Scarlett Stanton
rolt zich om in haar graf. Hoewel het ongelooflijk goed geschreven en
ontroerend is, heeft Harisson botweg Stantons succesvolle handelsmerk van een
feelgood-eind genegeerd, wat een klap is in het gezicht van romancefans over de
hele wereld.” En dat kan ik niet tegenspreken.’
‘Laat het ophouden.’ Mijn handen schoven van mijn mond omhoog om mijn
ogen te bedekken toen ze een foto van Noah lieten zien.
‘Nog één minuut.’ Hazel rukte de muis uit mijn buurt.
‘De Chicago Tribune deed een duit in het zakje met: “sinds Jane Austen is er
geen romance-auteur geweest die zo internationaal geliefd was, maar zo
genegeerd werd door mannen. Noah Harissons pijnlijke, emotionele, sadistische
eind van Scarlett Stantons eigen liefdesverhaal is onvergeeflijk”.’
‘O, Noah,’ kreunde ik en ik liet mijn voorhoofd in mijn handen vallen.
‘Maar misschien dat de beste recensie, zoals altijd, van Scarlett Stanton zelf
komt, die zei: “niemand schrijft zulke pijnlijk deprimerende fictie, gemaskeerd
als liefdesverhalen, als Noah Harrison”.’ De presentatrice zuchtte. ‘Serieus, wat
dacht de uitgever wel niet? Je brengt geen man in het deel van de industrie dat
vrouwen met veel pijn en moeite tussen de slet-beschamende, mammie-porno-
grappen hebben weten te veroveren om hem vervolgens precies datgene wat het
genre definieert te laten vermorzelen. Dat doe je gewoon niet. Schaam je, Noah
Harisson. Schaam je.’ De presentatrice wees naar de camera en het fragment
eindigde.
‘Ze hebben hem in ieder geval niet in brand gestoken,’ mompelde ik terwijl ik
vol afgrijzen naar het computerscherm staarde.
‘Dat hebben ze je oma laten doen,’ merkte Hazel op.
‘Ze zijn niet eerlijk tegenover hem. Het is een prachtig, schrijnend eind.’ Ik
leunde achterover in de stoel en sloeg mijn armen over elkaar. ‘Het is een
passend eerbetoon voor wat ze in het echte leven heeft moeten doorstaan. En hij
heeft níéts te maken met het vermorzelen van het genre. Dat was ik!’
‘Nieuwsflits, G. Niemand leest romantische boeken voor het echte leven.’ Ze
zuchtte. ‘Daarnaast, die man is zo verliefd op je dat ik zelfs niet… Wat dan ook.
Ik kan het niet.’ Ze ging op de rand van het bureau zitten en keek me aan.
‘Niet doen,’ jammerde ik toen mijn hart brak doordat de haastig gerepareerde
scheuren openbraken.
‘O, dat ga ik zeker.’ Ze ging verzitten, zodat ik niet kon wegkijken. ‘Die man
heeft zojuist zijn carrière op internationaal niveau om zeep geholpen voor jou.’
‘Hij heeft zijn carrière vanuit contractuele verplichtingen om zeep geholpen,’
sprak ik haar tegen, maar de schade was al aangericht. Mijn hele lichaam deed
pijn doordat ik hem miste, zoals elke dag. Voeg daar de haat aan toe die hij over
zich heen kreeg door mijn keuze en ik was klaar om mezelf in een emmer Ben &
Jerry’s te begraven.
‘Blijf jezelf dat wijsmaken.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Hij is Noah Harisson. Als
hij onder het contract uit had gewild, zou hij eruit zijn gestapt. Hij deed dit voor
jou. Om te bewijzen dat hij zijn woord zou houden.’
‘Hij heeft gelogen en zonder goede reden.’ Frustratie borrelde op en deed zijn
uiterste best om de pijn te overmeesteren. ‘Ik zou hem er in december niet uit
hebben getrapt als ik had geweten dat het boek af was. Ik was toen al verliefd op
hem!’
Mijn handen vlogen naar mijn mond.
‘Ha!’ Hazel priemde haar vinger in mijn richting. ‘Ik zei het!’
‘Het doet er niet toe!’ Mijn armen vielen langs mijn zijdes. ‘De inkt op mijn
echtscheidingspapieren is nauwelijks opgedroogd. Het is nog niet eens een jaar
geleden!’ Mijn rug verstijfde. ‘Bestaat er niet een of andere regel die bepaalt dat
je tijd voor jezelf moet nemen voordat je al je bagage op de volgende man
uitstort?’
‘Oké, ten eerste is er geen regel. Ten tweede, ik heb Noahs armen gezien. Hij
kan al je bagage tillen en nog meer ook.’ Ze trok een gezicht.
‘Hou je mond.’ Ze had geen ongelijk.
‘Ten derde, je bent je moeder niet, G. Je zult nóóít je moeder zijn. En eerlijk
gezegd was je in de zes jaar van dat klotehuwelijk al zo ongeveer alleen. Je hebt
meer dan genoeg tijd voor jezelf gehad, maar als je denkt dat je meer nodig hebt,
neem dat dan. Doe de wereld alleen een plezier en vertel het die man.’
Ik zakte weg in mijn stoel. ‘Het is onpraktisch. We wonen aan verschillende
kanten van het land. Trouwens, het is drie weken geleden dat hij heeft
geprobeerd te bellen. Hij is er waarschijnlijk al overheen. Zijn reboundgehalte is
astronomisch.’
‘Als je met reboundgehalte bedoelt dat hij alleen met zijn zus in het openbaar is
gezien, dan ben ik het met je eens.’ Ze trok een wenkbrauw naar me op. ‘Ik hou
van je, maar je moet het jezelf verdomme niet zo moeilijk maken. Hij houdt van
je. Hij heeft het verkloot. Dat gebeurt. Owen verkloot het om de drie dagen,
biedt zijn excuus aan, maakt het goed en verkloot drie dagen later weer iets
anders. Gaandeweg kom je er samen uit.’ Ze keek naar haar trouwring en
glimlachte.
‘Wat verkloot jij?’ vroeg ik.
‘Ik ben perfect. Trouwens, we hebben het niet over mij.’ Haar telefoon ging
over en ze stond op, zodat ze hem kon pakken. ‘Hoi, schat. Wacht. Zeg dat nog
eens. Wát heeft Colin met de schaar gedaan toen jij in de badkamer was? Hoe
kort is kórt?’ Haar stem schoot schril omhoog.
O, shit. Ik sprong van mijn stoel en vloog naar de garderobekast, waar ik haar
jas van de kledinghanger trok en in haar handen duwde voordat ze de deur uit
beende.
‘Nee, probeer het niet bij te knippen!’ Wanhopig zwaaide ze gedag en opende
toen het portier van de auto. ‘Nee, ik ben niet boos. Het had mij ook kunnen
overkomen en het groeit wel weer aan…’ Haar stem viel weg toen ze instapte.
‘Succes!’ riep ik voordat ze over de halve cirkel terug naar de hoofdweg reed,
alleen om haar plek op de oprit af te staan aan de koerier. ‘Momentje!’ zei ik. Ik
schoot terug naar binnen om de envelop te pakken en nam de rozen ook mee.
‘Alsjeblieft, Tom. Neem deze mee voor je vrouw.’
‘Weet je het zeker?’ vroeg hij met een blik op de rozen.
‘Absoluut.’
‘Wacht even, ik heb een pakketje voor je,’ zei hij, waarna hij mijn envelop en
de rozen verwisselde voor een middelgroot pakket. Ik tekende voor ontvangst en
zag dat het afzenderadres oma’s advocaat was.
Juist. Ik zou vandaag zeven jaar getrouwd zijn geweest. Gelukkig kon ze niet
zien in wat voor vurige puinzooi het was geëindigd. Ik droeg de doos naar
binnen, sloot de deur en plofte op de onderste traptrede neer, de doos naast me.
Noah Harissons pijnlijke, emotionele, sadistische eind van Scarlett Stantons
eigen liefdesverhaal is onvergeeflijk. Ik zuchtte en staarde naar de doos, wensend
dat er een makkelijke oplossing voor dit alles was. Of misschien was die er ook
en had Hazel gelijk; misschien maakte ik het mezelf te moeilijk.
Ik leunde naar voren en pakte mijn mobiel uit de zak van mijn vest, opende
WhatsApp en typte een bericht.
Het spijt me van de recensies.
Het speet me echt, maar mijn hart wilde maar niet stoppen met schreeuwen van
blijdschap om het feit dat hij zijn belofte had gehouden.
Het appje werd afgeleverd, maar niet gelezen. Wie weet wanneer hij het te zien
zou krijgen. Of misschien zou hij het nooit openen.
‘Van IJskoningin naar Vurige Puinzooi. Ik weet niet of dat nu zo’n verbetering
is,’ mompelde ik terwijl ik oma’s doos oppakte. De tape kwam makkelijk los,
wat goed uitkwam aangezien ik geen hulp had van Noah… of zijn zakmes.
In de doos zaten drie dossierenveloppen. Die waarop ‘lees mij als tweede’
stond was het dikst. Samen met de derde envelop legde ik hem opzij en opende
die als eerst was aangegeven. Ik trok er een brief uit en mijn hart bonkte bij het
zien van haar handschrift.
Allerliefste Georgia,
Vandaag is je trouwdag. Als ik moet afgaan op de achteruitgang
van mijn gezondheid zal het de zevende zijn. Die zevende was
een belangrijke voor je opa Brian en mij. Hij had net de diagnose
gekregen en alles ging bergafwaarts. Het enige wat we konden doen
was ons aan elkaar vasthouden.
Ik hoop dat jouw zevende beter verloopt.
Maar voor het geval dat niet zo is, dacht ik dat het tijd werd
dat je de diepte van de liefde die jou heeft gecreëerd echt zou
begrijpen. Jij, mijn liefje, bent het product van generaties van
liefde, niet slechts de bevliegingen die sommigen ervaren, maar
ware, diepe, zielsherstellende liefdes die zelfs de tijd niet kan
scheiden.
Ik hoop dat je inmiddels mijn kast hebt uitgeruimd… nee, niet die
ene. Die andere. Ja, die, waar alle overhemden zijn vervangen
door bladzijdes, dankzij die kleine typemachine die mijn constante
gezelschap was gedurende vreugde en hartzeer. Ik hoop dat je de
kleine nis achter de tweede plank hebt gevonden. Zo niet, ga kijken.
Ik wacht.
Gevonden? Mooi. Dit was het werk waarvan ik het nooit heb
kunnen opbrengen het af te maken. Het werk dat in beginsel voor
mijn lieve William was. Het spijt me dat ik het je nooit heb laten
lezen toen ik bij je was. Mijn excuses zijn eindeloos, maar de
waarheid is dat ik bang was dat je dwars door me heen zou
kijken.
Je zult merken dat het eindigt op wat, tot dat moment, de
moeilijkste dag van mijn leven was. De dag waarop ik mijn zus
verloor, mijn beste vriendin, terwijl ik nog steeds geschokt was door
het verlies van de liefde van mijn leven. Sindsdien is die dag alleen
overtroffen door de sneeuwrijke avond die William en Hannah van
me afnam. Onze familie heeft het nooit zonder de nodige tragedie
hoeven stellen, of wel?
Het verhaal is er voor jou om nu te lezen, Georgia. Neem je tijd.
Ik heb er in de loop van de jaren mee gepuzzeld, beetjes en
stukjes van herinneringen toegevoegd, om het vervolgens weer opzij
te leggen. Wanneer je eenmaal het eind bereikt, wanneer je daar
bij mij bent, in die door oorlog verscheurde straat in Ipswich,
bedekt onder het stof, wil ik dat je de brieven leest die boven op
het manuscript gebundeld zijn.
Die zijn het ware bewijs van de liefde die jou heeft gecreëerd, de
feiten achter de momenten van verfraaide fictie. Zodra je die liefde
kunt voelen, proef dan de bijtende rook van de laatste luchtaanval
op je tong en bereid je voor op wat er daarna gebeurde door de
volgende envelop in deze doos te lezen. Je zult je realiseren dat
je het eind altijd hebt geweten… Het is het middenstuk dat
vertroebeld was.
Wanneer je klaar bent, hoop ik dat je de derde – en laatste –
envelop in deze doos zult lezen.
Vergeef me alsjeblieft de leugen.
Al mijn liefde,
Oma
Oma loog nooit. Waar had ze het over? Mijn vingers trilden toen ik de dikste
envelop opende. Ik had het manuscript en de brieven al gelezen, huilend met
hartverscheurende snikken toen Scarlett te horen had gekregen dat Jameson
vermist werd en nogmaals toen ze zich realiseerde dat Constance was
omgekomen.
Ik trok de stapel papieren eruit en liet mijn vingers over de vertrouwde, door
oma’s typemachine veroorzaakte ribbeltjes gaan.
Toen begon ik te lezen.
34
Juni 1942
Ipswich, Engeland
Scarlett had het niet meer koud. De kilte was geleidelijk overgegaan in een
gezegende verdoving toen ze naar het levenloze lichaam van haar zus keek.
Was dit de prijs voor Williams leven? Voor dat van haar? Had God Jameson en
Constance van haar afgenomen uit een of andere gedienstige afbetaling?
‘Shhht,’ fluisterde ze in Williams oor, door het gepiep in haar eigen oor heen, in
een poging hem te troosten. Er was niemand meer over op deze wereld die haar
kon troosten. Behalve William was iedereen van wie ze hield weg.
Hij tilde een plakkerig handje op naar haar gezicht. Scarlett knipperde met haar
ogen toen ze het bloed op zijn handpalm zag en haar hart stopte. Met de zoom
van haar jurk veegde ze over zijn huid en uitte een snik van opluchting. Het
bloed was niet van hem.
Dit gebeurde niet. Niet echt. Dat kon niet. Ze weigerde het te accepteren.
Ze pakte Constance’ schouders beet en schudde verwoed, haar zus dwingend
weer tot leven te komen. ‘Word wakker!’ eiste ze terwijl ze gilde als een geest.
‘Constance!’ brulde ze. ‘Je kunt niet dood zijn! Dat sta ik niet toe!’
Tot haar grote schrik werd Constance met een zwaar gekuch wakker, snakkend
naar adem. Ze was niet dood: ze was alleen bewusteloos geweest.
‘Constance!’ huilde ze en haar borst ging zwoegend op en neer toen ze snikte
van opluchting. Ze leunde over haar zus heen en hield William zorgvuldig in
balans. ‘Kun je je bewegen?’
Constance keek naar haar op met glazige, verwarde ogen. ‘Ik denk het,’
antwoordde ze en haar stem kraakte als van een kikker.
‘Langzaam,’ beval Scarlett haar terwijl ze haar zus overeind hielp. Constance’
gezicht was gehavend, bloed sijpelde uit een snee boven haar linkeroog en haar
neus was duidelijk gebroken. ‘Ik dacht dat je dood was,’ huilde ze terwijl ze haar
zus in de stevigste omhelzing van haar leven trok.
Constance tilde haar hand naar Scarletts rug en reikte om William heen, zodat
ze hen allebei kon vasthouden. ‘Ik ben oké,’ verzekerde ze haar zus. ‘Is
William…’
‘Hij lijkt in orde,’ antwoordde Scarlett terwijl haar blik over William en
Constance schoot. De kou was terug en haar hoofd was zwaar, alsof ze zich
onder water bevond.
‘Is het voorbij?’ vroeg Constance, die naar de verwoesting om hen heen keek.
‘Ik denk het,’ reageerde Scarlett, die het ontbreken van de sirenes opmerkte.
‘Godzijdank.’ Constance omhelsde haar zus nog een keer voordat ze
geschrokken terugdeinsde. De blik in haar ogen liet Scarletts nekharen overeind
staan.
‘Wat is er?’ vroeg ze toen Constance naar haar bebloede hand staarde. Terwijl
ze William op haar heup verschoof, veegde Scarlett met een min of meer schoon
stuk van haar jurk over het bloed. De lucht stootte uit haar longen van
opluchting. Geluk. Ze hadden vandaag zo’n geluk gehad. ‘Het is oké,’
verzekerde ze haar zus met een beverig lachje. ‘Het is niet van jou.’
Constance’ ogen werden groot toen haar blik over Scarletts torso dwaalde. ‘Het
is van jou,’ fluisterde ze.
Alsof Constance’ woorden Scarletts lichaam triggerden, de protesterende
bescherming door shock verpletterde, trok er een ondraaglijke pijn door haar rug
en een steek schoot door haar ribben. Scarlett hapte naar adem toen het haar
overmeesterde en haar ogen schoten over de zich verspreidende bloedplek op
haar blauw geruite jurk, dezelfde als die ze had gedragen tijdens haar eerste date
met Jameson.
Ineens werd alles logisch: de kou, de pijn, het lichte gevoel in haar hoofd. Ze
verloor bloed. Ze verloor haar evenwicht en klapte op haar zij, waarbij het haar
nog net lukte om te voorkomen dat William met zijn hoofd op de straat viel.
‘Scarlett!’ schreeuwde Constance, maar het geluid worstelde om door de mist
in haar hoofd heen te snijden.
Ze focuste op haar zoon.
‘Ik hou meer van je dan er sterren in de lucht zijn,’ fluisterde ze tegen William,
die was gestopt met huilen en op haar arm lag, haar aanstarend met ogen die
dezelfde kleur als die van haar hadden. ‘Mijn William.’
In dat moment van chaos en gillende sirenes werd het allemaal glashelder, alsof
ze de draden van het lot die dit tapijt hadden geweven kon zien. Thuis weggaan.
Samen met haar zus dienen. Jameson ontmoeten op die stoffige landweg.
Halsoverkop verliefd worden. Het was niet hun pad dat in gevaar was, dat lag al
vast. Alleen dat van William was nog onbeslist.
‘Het was allemaal voor jou, William,’ fluisterde ze, haar keel vollopend,
waardoor ze gorgelde. ‘Je bent zo geliefd. Twijfel daar nooit aan.’
Constance hing boven hen, haar mond wijd open toen ze Scarletts rug zag.
Haar onderlip trilde toen ze naast haar knielde. ‘Je moet opstaan. We moeten
naar het ziekenhuis!’
‘Ik ben oké.’ Scarlett glimlachte toen de pijn weer vervaagde. ‘Je moet gaan,’
lukte het haar te zeggen tussen natte, haperende ademhalingen in.
‘Ik ga helemaal nergens heen!’ De paniek in Constance’ gezicht verscheurde
Scarletts hart zoals niets anders dat kon. Dit was iets waar ze Constance niet
voor kon behoeden. Ze kon zichzelf niet eens redden.
‘Jawel.’ Ze verschoof haar blik naar William. ‘Hij moet leren kamperen,’ zei ze
zonder haar blik van zijn gezicht – Jamesons gezicht – te halen. ‘En vissen en
vliegen.’ Dat was wat Jameson had gewild. Dat hun zoon veilig zou opgroeien,
ver weg van de bommen die precies dit moment hadden veroorzaakt.
‘En dat kun je hem allemaal leren,’ huilde Constance. ‘Maar dan moeten we je
in het ziekenhuis zien te krijgen. Hoor je de sirenes? Ze zijn er bijna.’
‘Ik wilde meer tijd met je,’ zei ze tegen William, ieder woord harder dan het
laatste. ‘Dat wilden we allebei.’
‘Scarlett, luister naar me!’ gilde Constance.
‘Nee, jij moet luisteren,’ zei Scarlett voordat een kuch haar lichaam teisterde en
bloed over haar lippen gutste. Het lukte haar borrelend adem te halen en ze keek
haar zus recht aan. ‘Je hebt gezworen hem te beschermen.’
‘Met mijn leven,’ herhaalde Constance de belofte.
‘Zorg dat hij hier wegkomt,’ droeg Scarlett haar op terwijl ze al haar kracht
bijeenraapte. ‘Breng hem naar Vernon.’
Begrip verscheen in Constance’ ogen terwijl de tranen door het stof op haar
wangen liepen. ‘Niet zonder jou.’
‘Beloof me dat je voor hem zult zorgen.’ Scarlett gebruikte wat er nog over was
van haar energie om haar hoofd terug naar haar prachtige, perfecte zoon te
draaien.
‘Ik beloof het,’ huilde Constance, haar stem brekend door de tranen.
‘Dank je,’ fluisterde Scarlett terwijl ze naar William keek. ‘We houden van je.’
‘Scarlett,’ snikte Constance terwijl ze haar hand in haar zus’ nek legde toen
Scarletts ogen wazig werden.
‘Jameson,’ fluisterde Scarlett met een flauwe glimlach.
Toen was ze weg.
‘Nee!’ schreeuwde Constance en het geluid overstemde het geloei van de
sirenes.
Williams gezicht vertrok toen hij een kreet slaakte die een echo leek van die
van haar.
Waar was de ambulance? Er moest toch iets gedaan kunnen worden. Dit was
niet hoe dit afliep, dat kon niet.
Stukjes puin sneden in haar knieën toen ze over Scarlett heen leunde en
William uit haar armen nam. Ze legde zijn hoofd tegen haar borst, starend,
wezenloos, alsof de wereld om hen heen draaide.
‘Mevrouw?’ vroeg iemand die naast haar hurkte. ‘Zijn u en uw baby in orde?’
Constance’ voorhoofd rimpelde toen ze probeerde de woorden van de man te
begrijpen. ‘Mijn zus,’ zei ze bij wijze van uitleg.
Met medelijden in zijn ogen keek de man naar haar en zijn blik ging van
Scarletts neergevallen lijf naar haar ogen. ‘Ze is weg,’ zei hij zo vriendelijk
mogelijk.
‘Ik weet het,’ fluisterde ze en haar lippen trilden.
‘Kan ik hulp krijgen hier?’ riep de man over zijn schouder. Twee andere
mannen verschenen en lieten zich op ooghoogte zakken. ‘Wij zullen voor haar
zorgen. U moet naar het ziekenhuis. U bloedt.’
‘Ik heb een auto.’ Constance knikte, haar ogen groot en gefocust. Toen de
mannen haar identificatie vroegen, overhandigde ze haar handtas. Haar hersenen
blokkeerden, alsof hun grens voor trauma, voor hartzeer, was bereikt.
Edward.
Jameson.
Scarlett.
Het was te veel. Hoe kon iemand zoveel verdriet voelen en er niet aan dood
gaan? Waarom zat ze, vrijwel ongedeerd, tussen het puin dat haar zus van haar
had afgenomen?
Constance kroop overeind, William tegen haar borst aan gedrukt, terwijl de
mannen Scarlett in een ambulance laadden.
Beloof me dat je voor hem zult zorgen. Scarletts woorden fluisterden door de
kakofonie op straat, verteerden haar hele wezen. Ze verstevigde haar grip op
William en duwde zijn hoofd onder haar kin.
Dit was waar het eindigde.
Geen verdriet meer, geen bommen, geen verliezen. William zou leven.
Het geroep van de mannen om haar heen negerend pakte Constance de handtas
bij haar voeten op en baande zich een weg over het wegdek. Twee keer gleed ze
uit over granaatscherven, terwijl mensen uit hun schuilplaatsen kwamen en op
straat verschenen.
Ze moest William naar Vernon brengen. Ze moest hem op die vlucht zien te
krijgen.
Duizelig maar vastberaden liep ze terug naar haar auto. Williams gehuil
vermengde zich met het gepiep in haar oren en het geschreeuw van haar eigen
hart.
Ze kroop achter het stuur en zag dat ze de sleutels in het contact had laten
steken. Ze gespte William vast op de stoel naast zich en ging op weg naar het
vliegveld, constant knipperend tegen het waas in haar ogen.
Ze herinnerde zich niet veel van de rit, maar ze bereikte het vliegveld en liet
hun de pas zien die ze op het dashboard bewaarde. De bewaker liet haar door en
ze reed verder naar de hangar, verdwaasd, dronken door shock en ongeloof. Ze
parkeerde de auto lukraak, wikkelde William in zijn dekentje en stapte uit. Zijn
voet bleef achter het hengsel van haar handtas steken. Nee, het was Scarletts
handtas.
Dat betekende dat ze Williams papieren had, maar waar waren die van haar?
Bij Scarlett. Dat zou ze later wel afhandelen. Ze klemde William tegen zich aan
en strompelde naar de voorkant van de auto, waar een lange man in uniform haar
kant op kwam rennen. Hij leek te zeer op Jameson om niet zijn oom te zijn.
‘Vernon?’ vroeg ze terwijl ze William instinctief steviger beethield
‘Mijn god, is alles oké met je?’ De ogen van de man waren net zo groen als die
van Jameson en er school verbazing en schrik in toen hij haar bereikte.
‘Jij bent Vernon, toch?’ Niets anders deed ertoe. ‘Jamesons oom?’
De man knikte en bestudeerde haar gezicht aandachtig. ‘Scarlett?’
Haar hart barstte open terwijl een verblindende pijn door de mist sneed. ‘Mijn
zus is dood,’ fluisterde ze. ‘Ze lag in mijn armen en ging gewoon dood.’
‘Zaten jullie in het bombardement?’ Zijn voorhoofd fronste.
Ze knikte. ‘Mijn zus is dood,’ herhaalde ze. ‘Ik heb William gebracht.’
‘Het spijt me zo. Je hebt een behoorlijke snee op je voorhoofd.’ Hij pakte haar
schouder beet om haar te ondersteunen en drukte een zakdoek tegen haar
voorhoofd.
‘Meneer, we hebben niet veel tijd. We kunnen het vertrek niet nogmaals
uitstellen,’ riep iemand.
Vernon mompelde een vloek. ‘Heb je alles wat je nodig hebt?’ vroeg hij haar.
‘De bagage staat in de kofferbak. Een hutkoffer en twee koffers, precies zoals
Jameson zei…’ Haar stem brak. ‘Ik heb ze zelf ingepakt.’
Vernons gezicht betrok. ‘Ze vinden hem wel,’ zwoer hij. ‘Dat moet. Tot die tijd
is dit wat hij wilde.’ De triestheid in zijn ogen reflecteerde die van haarzelf.
Ze knikte. Ze zullen hem niet vinden, niet levend in ieder geval. Het gevoel zat
diep. Haar hart vertelde haar dat Jameson bij Scarlett was. William was alleen.
Wat zou er met hem gebeuren?
‘Pak de bagage,’ beval Vernon de mannen die achter hem stonden en streek
toen met zijn duim over Williams wang, vervolgens over het dekentje dat ze om
hem heen had gewikkeld. ‘Ik zou mijn zus’ handwerk overal herkennen,’
mompelde hij met een klein lachje terwijl de koffers werden uitgeladen en naar
de startbaan werden gedragen. Hij bestudeerde haar nogmaals, zijn blik
verzachtend. ‘Je ogen zijn net zo blauw als hij beschreef,’ zei hij zachtjes terwijl
zijn blik naar William verschoof. ‘Ik zie dat jij ze ook hebt.’
‘Dat zit in de familie,’ mompelde Constance. Familie. Ging ze echt haar neefje,
Scarletts zoon, aan een totale vreemdeling overhandigen alleen maar omdat hij
een bloedverwant was?
Bescherm hem. Scarletts stem galmde door haar oren. Ze kon dit, voor haar.
‘De snee in je voorhoofd lijkt eerder vervelend dan echt een wond,’ merkte
Vernon op terwijl hij haar gezicht onderzocht toen hij de druk en de zakdoek
verwijderde. ‘Maar ik weet vrij zeker dat je neus is gebroken.’
‘Het doet er niet toe,’ zei ze simpelweg. Niets deed ertoe.
Zijn voorhoofd rimpelde. ‘Laten we naar het vliegtuig gaan. De artsen kunnen
je onderzoeken voordat we naar de Verenigde Staten gaan. Het spijt me van je
zus,’ zei hij zachtjes terwijl hij zijn hand naar haar rug bracht en haar naar de
startbaan leidde. ‘Jameson vertelde me hoe hecht jullie waren.’
Alles in haar protesteerde bij zijn gebruik van de verleden tijd, maar ze bleef in
beweging, liep door, en al snel bereikten ze de startbaan, waar de propellers van
een Liberty-bommenwerper begonnen te draaien. Ze wist dat de ATC die
gebruikte om piloten terug naar Amerika te vervoeren.
Een paar geüniformeerde officieren stonden voor de deur te wachten,
ongetwijfeld om de passagierslijst compleet te maken.
‘Holy shit,’ mompelde een van de officieren toen hij naar haar gezicht staarde.
‘Wat is er mis, O’Connor?’ snauwde Vernon. ‘Nog nooit eerder een vrouw
gezien die in een bombardement terecht is gekomen?’
‘Sorry,’ mompelde de man terwijl hij zijn blik afwendde.
‘Vertel me niet dat die baby de hele weg naar Maine gaat huilen,’ grapte een
van de Yankees in een duidelijke poging het ongemakkelijke moment te
doorbreken.
‘Die báby,’ zei Vernon terwijl hij naar William gebaarde, ‘is William Vernon
Stanton, mijn achterneefje, en hij kan de hele verdomde tijd huilen als hij wil.’
‘Ja, meneer.’ De man tikte met zijn blik op Constance gericht zijn pet aan en
klom aan boord.
‘Heb je alle papieren?’ Vernon wierp een blik op haar handtas, nee, Scárletts
handtas.
‘Ja,’ fluisterde ze terwijl haar maag samentrok en de zwaartekracht verschoof.
Je ogen zijn net zo blauw als hij beschreef. Vernon dacht dat ze Scarlett was. Dat
dachten ze allemaal. Ze opende haar mond om hem te corrigeren, maar er kwam
niets uit.
‘Uitstekend.’
De laatst overgebleven officier tilde zijn klembord op en keek van Constance
naar Vernon. ‘Luitenant-kolonel. Stanton,’ zei hij met een knikje terwijl hij de
naam op zijn lijst controleerde. ‘Ik had niet gedacht dat William Stanton zo jong
zou zijn, maar hij staat erop.’ Hij keek nogmaals. ‘Dan blijft over…’
Bescherm hem.
Met mijn leven. Ze had het Scarlett beloofd en dat was exact wat ze zou doen:
haar leven geven voor William. Alleen Scarlett kon met hem meegaan, hem
beschermen.
Ze tilde haar kin op, verplaatste William op haar heup en opende met trillende
vingers de handtas om het visum dat ze vanmorgen had ingepakt op te zoeken.
De schade aan haar gezicht was, op een bizarre manier, nu een zegen. Ze
overhandigde de papieren aan de officier en liet hem het litteken op haar
handpalm zien dat overeenkwam met de beschrijving. Toen drukte ze een kus op
Williams voorhoofd en bad in stilte om vergeving.
‘Ik ben Scarlett Stanton.’
35
Georgia
‘O mijn god,’ fluisterde ik terwijl de laatste bladzijde tussen mijn voeten op de
vloer dwarrelde. Mijn ademhaling ging met horten en stoten terwijl er een paar
tranen op het papier spatten.
Oma was niet Scarlett… Ze was Constance.
Er klonk een gebrul in mijn oren, alsof de radertjes in mijn hoofd vier keer zo
snel draaiden in een poging dit alles te verwerken, te bevatten wat ze had
geschreven.
Al die jaren en ze had nooit een woord gezegd. Geen woord. Ze had haar
geheim mee het graf in genomen, het alleen gedragen. Of had opa Brian het
geweten?
Ik raapte het gevallen papier op, stopte het aan het eind van het hoofdstuk en
stak toen alles terug in de envelop. Waarom heeft ze het me niet verteld?
Waarom nu, nu ik niets meer kon vragen?
De verzegeling van de derde envelop liet makkelijk los en ik rukte de papieren
er zo’n beetje uit in mijn haast ze te lezen.
Mijn allerliefste Georgia,
Haat je me? Ik zou het je niet kwalijk nemen. Er waren in ieder
geval dagen waarop ik mezelf haatte, waarop ik haar naam
schreef en iedere millimeter voelde van de bedrieger die ik was.
Maar deze brief is niet voor mij; hij is voor jou. Dus sta me toe
de voor de hand liggende vragen te beantwoorden.
Toen we over de Noordelijke Atlantische Oceaan vlogen, viel
William in slaap, warm bij Vernon in zijn jas. Dat was het moment
waarop de realiteit van wat ik had gedaan hard tot me
doordrong. Er waren zo veel manieren waardoor dit mis kon gaan
en toch kon ik me er niet toe zetten de waarheid te vertellen,
niet met William die erbij betrokken was. Het was slechts een
kwestie van tijd voordat de waarheid uit zou komen en ik
gedwongen terug naar Engeland zou moeten. Het enige wat ik
wilde, was genoeg tijd om Jamesons familie te ontmoeten… Er
zeker van te zijn dat William in goede handen was. Ik moest het
spel meespelen.
Ik nam pen en papier uit de handtas en nam afscheid van
Constance, in de wetenschap dat het versturen van deze brief zou
helpen mijn familie ervan te overtuigen dat William buiten hun
bereik was.
Twee dagen nadat we in de Verenigde Staten arriveerden, postte
ik die brief en stuitte in de lobby van ons hotel op een Britse krant.
Er werd verslag gedaan van de recente slachtoffers van de
bombardementen in juni. Mijn hart stopte zodra ik CONSTANCE
WADSWORTH tussen de overledenen zag staan. Dat was het
moment waarop ik me herinnerde dat de ambulancechauffeurs mijn
handtas met mijn zus hadden meegenomen.
De hemel sta me bij, maar toen besefte ik dat ik bij William kon
blijven, niet alleen tot hij hier gesetteld was, maar voor altijd.
Voor mijn moeder, vader en Henry was Constance dood. Niemand
die eraan twijfelde. Ik was vrij, maar alleen als Scarlett. Mijn
tijdelijke leugen werd mijn leven.
Vernon nam me mee naar de immigratiedienst, waar ik een
nieuwe identificatiekaart kreeg, deze keer met mijn foto. Mijn
gezicht was nog opgezwollen door het bombardement, mijn neus
verbonden tot het moment dat de fotograaf zijn camera aan het
werk zette. De andere identificatiekenmerken – het litteken en
onze schoonheidsvlekjes – pasten perfect, zoals ze altijd hadden
gedaan.
Jamesons familie was zo warm, zo verwelkomend, zelfs in het
licht van hun ondraaglijke verdriet. Ik zag het licht langzaam uit
zijn moeders ogen verdwijnen toen de maanden en vervolgens de
jaren verstreken en er geen nieuws kwam van het front over
Jamesons verdwijning. Ik hoefde geen rouw te veinzen – mijn
verdriet was maar al te echt door het verlies van Jameson en
Edward, maar vooral van mijn zus.
Vanaf mijn geboorte was ze aan mijn zijde geweest. We hadden
samen onderwijs gekregen, gezworen samen de oorlog te doorstaan,
en daar was ik, haar kind aan het opvoeden in een vreemd land
dat nu het mijne was. Keer op keer oefende ik haar handtekening
om vervolgens het papier te verbranden, zodat niemand
achterdochtig zou worden.
De eerste echte uitdaging kwam op de dag dat Beatrice vroeg
wanneer ik weer zou gaan schrijven. O, ik leek op mijn zus en
klonk zelfs als haar. Ik kende de meest intieme details van haar
leven, maar schrijven… dat was nooit mijn talent geweest. Misschien
had ik het ze moeten vertellen, op dat moment, maar de angst
om van William te worden gescheiden was meer dan ik kon
verdragen. Dus deed ik alsof ik schreef wanneer niemand keek. Ik
typte ‘The Diplomat’s Daughter’ bladzijde voor bladzijde over,
verbeterde grammaticafouten en paste een paar passages aan,
zodat ik in alle eerlijkheid kon zeggen dat ik íéts had geschreven.
Ik realiseerde me dat leugens makkelijker waren als ze op de
waarheid waren gebaseerd, dus ik voegde de waarheid bij iedere
mogelijkheid toe.
Ik diende ‘The Diplomat’s Daughter’ niet in voor publicatie.
Beatrice deed het in het jaar dat de oorlog voorbij was. Het jaar
waarin we het prieel afrondden bij de kromming van de beek, waar
Jameson Scarlett had gevraagd op hem te wachten. Dat was het
jaar dat Beatrice accepteerde wat ik al had geweten. Jameson
zou niet naar huis komen. Ik hielp een prieel te bouwen voor een
toekomst die alleen in mijn verbeelding bestond, een toekomst waar
liefde en tragedie niet hand in hand gingen.
Het probleem met het tekenen van dat eerste boekcontract was
het verzoek voor een tweede, derde, vierde. Ik ging door de
inhoud van de hoedendoos, gebruikte haar gedeeltelijke
hoofdstukken, haar aantekeningen over de plots, en waar mijn
eigen hart faalde, stelde ik me simpelweg voor dat ze naast me
zat, zich verstopte in het huis van onze ouders, over de lange
wegen liep, aan de keukentafel zat en me vertelde wat er als
volgt gebeurde. Op die manier leefde ze in ieder boek dat ik typte
en vervolgens in de boeken die ik schreef toen de hoedendoos leeg
raakte.
Ik had het huis groot genoeg laten bouwen voor Jamesons familie
en we verhuisden.
Toen kwam Brian op mijn pad. O, Georgia, ik viel voor zijn
warme ogen en tedere glimlach in dat eerste jaar dat hij de
cottage huurde. Het was niet hetzelfde als wat ik voor Edward
had gevoeld – dat was een liefde die je maar één keer in je leven
meemaakt – maar het was stabiel, warm en zo zacht als de
lentedooi. Na Henry… Nou, ik had behoefte aan zacht.
Beatrice zag het. Ze wist het.
William zag het ook. Hij heeft nooit zijn afkeur uitgesproken. Me
nooit een schuldgevoel bezorgd. Maar het jaar waarin hij zestien
werd, trof hij Brian en mij dansend in het prieel aan. De fonograaf
verdween de volgende dag. Hij had zijn vaders lach en zijn passie
voor het leven en zijn moeders ogen en stalen wil. Hij was het
beste wat ik ooit met mijn leven had gedaan en de dag waarop
hij met Hannah – de liefde van zijn leven – trouwde, zei hij tegen
me dat het tijd was dat ik met de mijne trouwde.
Ik vertelde hem dat de liefde van mijn leven me was afgenomen
door de oorlog, dat was tenslotte de waarheid.
Hij zei tegen me dat Jameson zou willen dat ik gelukkig was, en
ook dat was waar.
Ieder jaar vroeg Brian me ten huwelijk. Ieder jaar zei ik nee.
Georgia, er bestaat een grijze, schimmige plek in me waar ik
zowel het meisje ben dat ik was als de vrouw die ik die dag werd,
zowel Constance als Scarlett. En in die grijze plek was ik nog altijd
getrouwd met Henry Wadsworth, al was hij hertrouwd en met zijn
nieuwe gezin naar het land verhuisd waarvoor ik mezelf had
opgeofferd om het te beschermen. Het land waar hij mijn zus met
zijn enige romantische gebaar had begraven. En misschien dat het
meisje dat zo schandalig was mishandeld er een pervers genoegen
in schiep dat ze zijn leven op z’n kop kon zetten door simpelweg
toe te geven dat ze nog leefde.
De vrouw die ik was, weigerde de schimmige kant toe te staan,
Brians licht te laten doven – weigerde hem een huwelijk mee in te
nemen dat uiteindelijk net zo frauduleus zou zijn als ik was –
maar ik kon hem nooit de waarheid vertellen. Dat zou hem
medeplichtig maken aan mijn misdaden. Hij stopte me te vragen in
1968.
De dag dat ik las dat Henry Wadsworth was overleden ten
gevolge van een hartaanval, vloog ik naar de dierenkliniek waar
Brian werkte en smeekte hem me nog één keer te vragen. Pas
nadat William zijn zegen had gegeven, heb ik de advocaten de
opdracht gegeven het papierwerk voor Jameson op te stellen.
Ik trouwde Brian zeventien jaar nadat we elkaar hadden leren
kennen en het decennium dat we getrouwd waren, was de
gelukkigste periode van mijn leven. Ik had mijn ze-leefden-nog-
lang-en-gelukkig gevonden. Twijfel daar nooit aan. William en
Hannah hadden heel lang geprobeerd zwanger te worden en Ava
was hun oogappel, en de mijne. Ik zou willen dat je haar had
gekend voor het ongeluk, Georgia. Een tragedie kan zachte dingen
breken en de verbrijzelde stukjes op manieren lijmen waar we geen
controle over hebben. Sommigen worden er sterkere, veerkrachtigere
schepsels van. Bij anderen versmelten de stukjes voordat ze zijn
geheeld, waardoor er vlijmscherpe randjes achterblijven. Ik kan je
geen andere uitleg of excuus geven voor de manier waarop ze je
door de jaren heen heeft gesneden.
Jij, mijn lieve meisje, was het licht in mijn zeer lange leven.
Jij was mijn reden om te vertragen, met meer intentie en minder
angst te leven.
Jij, Georgia, deed me zo sterk denken aan mijn zus.
Jij hebt haar onverzettelijke wil, haar sterke hart, haar felle
geest en haar ogen… mijn ogen.
Ik bid dat dit pakketje je gelukkig en waanzinnig verliefd
aantreft, op de man die jij je hart waardig acht. Ik hoop ook
dat je inmiddels beseft dat die man niet Damian is, tenzij hij een
openbaring heeft gehad tussen jullie zesde trouwdag en wanneer je
dit opent op jullie zevende trouwdag. En ja, ik kan dat zeggen
omdat ik dood ben. Toen ik nog leefde was je vastberaden en de
hemel sta de ziel bij die jouw koppige koppie van gedachten wil
laten veranderen. Sommige lessen moeten we eenvoudigweg zelf
leren.
Dus waarom vertel ik je dit nu, nu ik er niet meer ben? Waarom
gooi ik je deze waarheid voor de voeten terwijl ik er verder
niemand mee vertrouwde? Omdat jij, meer dan welke Stanton
dan ook, moet weten dat het liefde is die je hier heeft gebracht. Ik
heb nooit meer een liefde gezien als die van Scarlett en Jameson.
Het was een van die voorbestemde blikseminslagen, wonderbaarlijk
om van dichtbij te zien, de energie tussen hen te voelen als we in
dezelfde ruimte waren. Dat is de liefde die in jouw aderen
voortleeft.
Ik heb nooit meer een liefde gezien als die ik voor Edward
voelde; we waren een tweelingvlam.
Maar ik heb ook nooit meer een liefde gezien als die ik voor
Brian voelde: diep en kalm en echt.
Of een zoals Williams liefde voor Hannah: pijnlijk lief.
Maar ik heb wel vaker de liefde gezien die ik had voor William
op de dag dat ik in dat vliegtuig stapte. Het leeft in jou. Jij bent
het resultaat van iedere blikseminslag en wending van het lot.
Neem geen genoegen met een liefde die je randjes scherper maakt
en je verandert in een broos en kil persoon, Georgia. Niet wanneer
er zoveel andere soorten liefde op je wachten. En wacht niet net
als ik, waardoor ik zeventien jaar heb verspild omdat ik met een
verbitterd been in mijn verleden stond.
We hebben allemaal recht op onze fouten. Als je ze erkent voor
wat ze zijn, leef er dan niet naar. Het leven is te kort om de
blikseminslag te missen en te lang om alleen te leven. Dit is waar
mijn verhaal eindigt. Ik zal over je waken om te zien waarheen
het jouwe leidt.
Met al mijn liefde,
Oma
Tranen druppelden over mijn gezicht toen ik de laatste bladzijde las, en het
waren niet van die mooie, stille tranen. O nee, ik was een snotterige puinhoop.
Ze had achtenzeventig jaar van haar leven als Scarlett geleefd, was nooit meer
bij haar eigen naam genoemd. Had nooit iemand haar laten helpen de last te
dragen van wat ze had gedaan. Ze had de dood van Edward, Jameson, Scarlett,
Brian… Toen William en Hannah doorstaan en was ondanks dat alles niet
verhard door verdriet.
Ik liet de brief op de trap liggen, klemde mijn telefoon in mijn hand en
strompelde naar het kantoor. Daar griste ik het fotolijstje van Scarlett en
Jameson van het bureau, ging op mijn knieën voor de boekenkast zitten en ging
op zoek naar dezelfde albums die ik Noah maanden geleden had laten zien.
William. William. William. De eerste foto van oma was in 1950 genomen, lang
genoeg na het bombardement in Ipswich dat niemand vragen zou stellen bij
lichamelijke verschillen. Ze was niet zomaar verlegen geweest voor de
cameralens, ze had hem angstvallig vermeden.
Ik bestudeerde beide foto’s, want ik moest het met mijn eigen ogen zien.
Scarletts kin was ietsje scherper, Constance’ onderlip een beetje voller. Zelfde
neus. Zelfde ogen. Zelfde schoonheidsvlekjes. Maar het waren niet dezelfde
vrouwen.
Mensen zien wat ze willen zien. Hoe vaak had ze dat door de jaren heen tegen
me gezegd? Iedereen had simpelweg geaccepteerd dat Constance Scarlett was,
omdat ze nooit enige reden hadden daaraan te twijfelen. Waarom zouden ze ook
als zij William had?
Het tuinieren. De kleine veranderingen in stijl die Noah had opgemerkt. Het
bakken… Ineens was het allemaal zo logisch.
Ik bladerde door het album tot ik haar trouwfoto met opa Brian vond. Er
schitterde echte, ware liefde in haar ogen. Noahs eind stond dichter bij het leven
dan hij had kunnen weten… Maar het was niet Scarletts eind, het was dat van
Constance.
Scarlett was bijna tachtig jaar geleden gestorven op een verruïneerde straat.
Jameson rond dezelfde tijd. Ze waren niet lang gescheiden geweest. Ze waren al
die tijd samen geweest.
Haperend zoog ik mijn longen vol en ik veegde mijn tranen af met mijn mouw
terwijl ik met mijn telefoon stoeide.
Als oma een leugen had geleefd om me dit leven te geven, dan was ik het haar
verschuldigd het te leven.
Het bericht dat ik naar Noah had verzonden was nog steeds niet gelezen, maar
ik belde hem alsnog. Vier keer de beltoon. Voicemail. Die kerel had niet eens een
persoonlijke boodschap en ik was sowieso niet van plan mijn hart via een
voicemail uit te storten. Trouwens, met al die recensies die verschenen, was het
niet gek dat hij niet opnam.
Ik hapte naar adem. De recensies die verschenen… Ik krabbelde overeind, nam
plaats op de stoel achter mijn bureau en klikte door mijn e-mails tot ik Adams
nummer had gevonden.
‘Adam Feinhold,’ klonk het.
‘Adam, met Georgia,’ flapte ik eruit. ‘Stanton, bedoel ik.’
‘Ik ging er al vanuit dat het niet de staat Georgia was die me belde,’ reageerde
hij droog. ‘Wat kan ik voor je doen, mevrouw Stanton? Het is nogal… heftig
hier vandaag.’
‘Ja, dat verdiende ik,’ gaf ik toe terwijl ik ineenkromp alsof hij me kon zien.
‘Luister, ik heb Noah eerst geprobeerd…’
‘Ik heb geen idee waar hij is. Hij heeft een bericht achtergelaten waarin hij liet
weten op een of andere researchtrip te gaan en dat hij op tijd terug zou zijn als
we hem voor promotie rond de release nodig hebben.’
Ik knipperde met mijn ogen. ‘Noah… is verdwenen?’
‘Niet verdwenen. Op research. Niet stressen, dat doet hij bij ieder boek,
behalve bij dat van jou, aangezien, je weet wel, de research al was gedaan.’
‘O.’ De moed zonk me in de schoenen. Tot zover het grijpen van de
bliksemschicht.
‘Je weet dat die kerel zo’n beetje doodgaat door jou, toch?’ zei Adam zacht.
‘En ik zeg dat als zijn beste vriend, niet als zijn redacteur. Hij voelt zich ellendig.
Of vóélde zich ellendig. Vanmorgen was hij ronduit pissig, maar dat was nadat
de recensies uitkwamen. Christopher is zelfs nog pissiger, wat als hoofdredacteur
absoluut mogelijk is, geloof me.’
Ik was vierentwintig uur te laat om hem te zeggen dat ik het mis had gehad.
Heel erg mis. Maar misschien kon ik hem dat laten zien. Ik kon het in ieder
geval proberen. ‘Heeft Noah echt allebei de versies geredigeerd?’
‘Yep. Inclusief die van de tweede redacteur. Ik zei het al, hij ligt totaal
overhoop door jou.’
‘Mooi.’ Ik glimlachte, maar al te gretig om die opmerking te verhelderen.
‘Mooi?’
‘Yep. Mooi. Ga Christopher halen.’
36
Noah
Het enige instituut dat langzamer was dan een uitgeverij was de regering van de
Verenigde Staten. Vooral wanneer het moest samenwerken met een ander land en
ze het er niet over eens konden worden wie verantwoordelijk was voor wat.
Maar zes weken en een paar honderdduizend dollar later had ik het antwoord op
een van mijn vragen.
Ik begon te denken dat de andere beter onbeantwoord kon blijven.
Ik vloekte toen ik mijn tong brandde aan de vers gezette koffie en kneep mijn
ogen samen vanwege het zonlicht dat door de ramen van het appartement naar
binnen scheen. Een jetlag was ronduit klote en ik had daar niet echt een vast
regelmaat gehad.
Met mijn mok vol lava liep ik naar de bank. Ik startte mijn laptop op en scande
de triljoen e-mailberichten. De echte wereld zes weken lang negeren, ging
gepaard met serieuze mailboxcomplicaties waar ik echt nog geen zin in had.
Mobiele telefoon dan maar. Zoals gebruikelijk scrolde ik door mijn berichten
om het laatste appje van Georgia te zien.
Het spijt me van de recensies.
Dat was er een die ik had ontvangen toen ik was geland, de dag nadat iedereen in
uitgeversland het er roerend over eens was dat ik een klootzak was, wat, met alle
respect, waar was. Alleen niet vanwege de redenen die ze op ieder platform
verkondigden. Ik las de rest van het gesprek, wat net zo’n routine was geworden
als koffie.
Ik heb me aan mijn woord
gehouden.

Dat weet ik. Ik heb wat tijd nodig,


maar bel me als je terug bent.

Doe ik.
Dat was alles. Daar lieten we het bij. Zij ‘had wat tijd nodig’, wat grofweg
vertaald kon worden als ‘laat me in godsnaam met rust’, dus dat is wat ik deed.
Zes fucking weken lang.
Hoeveel meer tijd had die vrouw nodig?
En, was die tijd inclusief vandaag? Was het de bedoeling dat ik zou bellen nu ik
thuis was? Of moest ik haar meer tijd geven?
Het was drie maanden geleden dat ze die koppige, stoïcijnse kin omhoog had
geduwd en me eruit had getrapt vanwege de leugen die ik stom genoeg had
opgehangen. Drie maanden geleden dat die ogen vol stonden met tranen die ik
had veroorzaakt. Drie maanden, en ik hield nog steeds zo veel van haar dat het
pijn deed. Ik had geen personage kunnen schrijven dat smoorverliefder was en ik
had de kringen onder mijn ogen om het te bewijzen.
Mam belde en ik nam op.
‘Hoi, mam. Ik ben vannacht net thuisgekomen. Is je exemplaar bezorgd?’
Normaal gesproken bracht ik zelf een exemplaar van mijn nieuwste boek, maar
ik wist niet zeker of ik het zou overleven om haar gezicht te zien zodra ze zou
zien wat ik met Scarlett Stantons laatste werk had gedaan.
‘Het werd gisteravond bezorgd. Ik ben zo trots op je!’ Shit, ze klonk zo blij…
omdat ze het eind nog niet had gelezen.
‘Bedankt, mam.’ Naast me maakte mijn laptop geluidjes toen Google Alerts
meer recensies meldde. Ik moest die onzin echt uitschakelen.
‘Ik ben er weg van, Noah. Je hebt jezelf echt overtroffen. Ik kan niet eens
merken waar Scarletts woorden stoppen en de jouwe beginnen!’
‘Nou, ik weet zeker dat je daar wel achterkomt tegen de tijd dat je bij het eind
bent. Het is behoorlijk duidelijk,’ kreunde ik terwijl ik me onderuit op de bank
liet zakken. Er was een speciale hel voor mensen die hun moeders teleurstelden.
‘En ik wil dat je weet dat het me spijt.’
‘Dat het je spijt? Waarom?’
‘Wacht maar af. Je zult het wel merken.’ Ik had overzee moeten blijven, maar
zelfs die afstand was niet groot genoeg om me te behoeden voor de toorn van
mijn moeder.
‘Noah Antonio Morelli, wil je ermee ophouden in cirkels te praten?’ snauwde
ze. ‘Ik ben de hele nacht opgebleven en heb het ding uit.’
Mijn maag knalde naar de vloer. ‘Ik ben nog steeds uitgenodigd voor Memorial
Day?’
‘Waarom zou je dat niet zijn?’ Haar toon werd achterdochtig.
‘Omdat ik het eind heb afgeslacht?’ Ik wreef over mijn slapen, wachtend tot de
bijl zou vallen.
‘O, doe alsjeblieft niet zo bescheiden, Noah, het was prachtig! Dat moment in
het populierenbos, als ze Jameson ziet…’
‘Wat?’ Ik ging rechtop zitten en mijn laptop kletterde op de vloer. ‘Jameson…’
Dat was niet wat er gebeurde. Tenminste, niet in de versie die ze hadden
uitgegeven. Adam. ‘Mam, heb je het boek nu bij je?’
‘Ja. Noah, wat is er aan de hand?’
‘Dat weet ik eerlijk gezegd niet. Doe me een plezier en blader naar voren, waar
de copyright staat.’ Adam moest een speciale editie voor haar hebben gedrukt.
Holy shit, ik stond enorm bij hem in het krijt.
‘Ik ben er.’
‘Is het een speciale uitgave?’
‘Nou, niet als eerste uitgaves speciaal zijn.’
Wat was dit, verdorie? Ik pakte mijn laptop van de vloer en opende de eerste
Google alert. Het was de Times en de eerste zin blies me omver.
HARISSON VERSMELT NAADLOOS STANTONS VISIE.
‘Mam, ik hou van je, maar ik moet ophangen.’ Ik klikte op de rij alerts. Ze
zeiden allemaal variaties van hetzelfde.
‘Oké. Ik hou van je, Noah. Je zou wat meer moeten slapen,’ zei ze op die
vriendelijke autoritaire manier die ze altijd had gehad.
‘Zal ik doen. Hou ook van jou.’ Ik hing op en belde Adam.
‘Welkom thuis! Hoe was je trip? Ben je klaar voor de release van het jaar?’
Waarom was iedereen vanmorgen zo verdomd opgewekt?
‘Harisson versmelt naadloos Stantons visie met zijn eigen kijk op klassieke
romance. Deze wil je niet missen. De Times,’ las ik.
‘Lekker!’
‘Meen je dat? Wat dacht je van deze?’ snauwde ik. ‘We zijn erin geluisd. Hoe
het lokaas en de verwisseling van het decennium leidde tot een verrassend – en
opgelucht – lezerspubliek. De Tribune.’ Mijn handen balden tot vuisten.
‘Niet slecht. Lijkt erop alsof het zo heeft moeten zijn, hè?’
‘Adam,’ gromde ik.
‘Noah.’
‘Wat heb je verdomme met mijn boek gedaan?’ brulde ik. Alles was verpest.
Alles wat ik voor haar op het spel had gezet, was weggerukt. Ze zou me dit nooit
vergeven, me nooit vertrouwen, ongeacht hoeveel tíjd ik haar gaf.
‘Precies wat me was opgedragen door de enige persoon die daar het
cóntráctuéle récht op had,’ zei hij langzaam en nadrukkelijk.
Er was maar één persoon die zonder mij wijzigingen kon goedkeuren en haar
tijd was officieel om.
37
Georgia
‘Over zwijmelen gesproken,’ verzuchtte Hazel.
‘Ja, dat was een goed stuk.’ Ik verplaatste de telefoon naar mijn andere oor en
waste het vuil van mijn handen. De zaailingen kwamen al op en over een paar
weken zouden ze sterk genoeg zijn om overgeplant te worden in de tuin. Precies
wanneer het weer zacht genoeg was om dat toe te staan.
‘En holy-huwelijksnacht-scène nog aan toe, zeg. Ik moet het weten. Was dat je
oma? Of zit er iets van Noah in, want dat was zo sexy dat ik naar Owens praktijk
ben gegaan…’
‘Ja, stop maar direct, want ik wil dat beeld niet voor me zien de volgende keer
dat ik naar de tandarts ga.’ Ik droogde mijn handen af en probeerde níét te
bedenken hoeveel daarvan precies van Noah was geweest. Blijkbaar was hij erop
gebrand geweest te bewijzen dat ik het mis had over de ‘onbevredigende’
opmerking die ik die dag in de boekenwinkel had gemaakt.
‘Prima, maar serieus… Hot!’
‘Ja, ja,’ zei ik terwijl de deurbel ging.
‘Weet je zeker dat je vanavond niet wilt komen eten?’ vroeg ze terwijl ik door
de gang naar de hal liep. ‘Ik vind het geen fijn idee dat je op een avond als deze
in je eentje pizza zit te eten. Je zou het moeten vieren. Oma zou dol zijn geweest
op dit boek.’
‘Ik red me wel en inderdaad, dat zou ze zeker. Wacht even, mijn pizza is
gearriveerd.’ Ik trok de deur open. Mijn hart stond abrupt stil en schoot
vervolgens op hol.
‘Georgia.’ Noah stond in mijn deuropening en hij keek me aan met een
smeulende blik die mijn mond onmiddellijk in as veranderde.
‘Hazel, ik moet ophangen.’
‘Echt? Je verandert niet van mening? Want je bent van harte welkom.’
‘Ja, ik weet het zeker. Noah is hier,’ zei ik zo nonchalant mogelijk, ondanks het
feit dat ik niet kon ademen. Drie maanden van verlangen beukten op me in met
de kracht van een sloopkogel.
‘O, mooi. Vraag hem naar die seksscène, wil je?’ grapte ze.
Een donkere wenkbrauw ging omhoog. Hij had duidelijk gehoord wat ze zei.
‘Eh, ik denk dat dat gesprek misschien moet wachten. Hij ziet er een beetje van
slag uit.’ Mijn greep op de deurknop verstrakte, simpelweg om mezelf staande te
houden. Uit zelfbehoud wilde ik mijn blik afwenden van die donkerbruine ogen,
maar de wetten van de magnetische aantrekkingskracht lieten dat niet toe.
‘Wacht, je maakt geen grapje, of wel?’ Alle humor verdween uit haar stem.
‘Nope.’
‘Doei!’ Ze hing op en liet mij aan mijn lot over terwijl ik recht in de loop van
een ongelooflijk geërgerde Noah keek.
‘Ga je me nog binnenlaten?’ vroeg hij terwijl hij zijn duimen in zijn zakken
stak. Het zou verboden moeten zijn om er zo goed uit te zien.
‘Ga je tegen me schreeuwen?’ vroeg ik.
‘Ja.’
‘Oké dan.’ Ik stapte naar achteren en hij liep naar binnen. Ik sloot de deur en
leunde ertegenaan.
Hij draaide zich om in de hal, slechts een paar stappen tussen ons in. Die
afstand was te veel en in dezelfde ademhaling niet genoeg.
‘Ik dacht dat je me zou bellen als je terug was,’ begon ik zwakjes. Ik had me op
veel dingen voorbereid vandaag, maar hem zien was er niet een van. Niet dat ik
klaagde.
Hij vernauwde zijn blik, reikte toen in zijn kontzak en rukte zijn telefoon eruit
om vervolgens twee keer op het scherm te drukken.
Mijn mobiel ging over.
‘Neem je me nou in de maling?’ vroeg ik toen ik zijn naam op het scherm zag.
Hij bracht zijn telefoon in een regelrechte uitdaging naar zijn oor.
Ik rolde met mijn ogen, maar nam op.
‘Hoi, Georgia,’ zei hij en zijn stem werd laag en veranderde mijn binnenste tot
moes. ‘Ik ben terug.’
‘Sinds wanneer?’ vroeg ik. Mijn wangen werden warm toen ik me realiseerde
dat ik serieus midden in mijn hal met hem door de telefoon stond te praten.
Hij grijnsde ronduit.
‘Argh,’ kreunde ik en allebei stopten we onze telefoon in onze kontzak.
‘Achttien uur geleden,’ antwoordde hij terwijl hij de mouwen over zijn
onderarmen opstroopte. ‘Zes daarvan heb ik geslapen. Ik ben één uur bezig
geweest met uitvogelen wat je had gedaan en heb vervolgens in totaal zo’n elf
uur besteed aan het boeken van een vlucht, naar het vliegveld gaan, de vlucht
zelf, een auto huren en vanuit Denver helemaal hierheen rijden.’
‘Oké.’
‘Heb je genoeg tíjd gehad?’ Hij stak zijn duimen weer in zijn zakken. ‘Of wil je
nog steeds dat ik je met rust laat?’
‘Ik?’ piepte ik. ‘Jij was degene die van de aardbodem verdween. Ik dacht dat je
na een week, misschien twee, terug zou zijn. Niet zés. Je had kunnen bellen om
het me te vertellen. Me een update kunnen geven of een postduif kunnen sturen.
Íéts.’
‘Jij zei dat je tijd nodig had en dat ik je moest bellen als ik terug was. Dat zijn
behoorlijk specifieke instructies, Georgia, en ik ging er fúcking kapot aan om ze
op te volgen.’
‘O.’
‘Waarom heb je het eind van het boek veranderd?’ vroeg hij abrupt.
Daar gaan we. ‘O, ja. Dat.’ Ik vouwde mijn armen onder mijn borsten over
elkaar en wilde dat ik iets beters had uitgekozen dan een jeans en een shirt met
lange mouwen. Dit gesprek vergde een pantser… of lingerie.
‘Ja. Dat.’ Hij trok zijn wenkbrauwen op. ‘Waarom heb je het veranderd?’
‘Omdat ik van je hou!’
Hij sperde zijn ogen open.
‘Omdat ik van je hou,’ herhaalde ik, deze keer zonder te schreeuwen. ‘En je
had gelijk over het eind. Ik had het mis. En ik wilde je carrière niet in de
vernieling helpen omdat ik verbitterd en kil en scherp…’
Hij stond bij me voordat ik de zin af had. Zijn lichaam duwde het mijne tegen
de deur, zijn handen schoven in mijn haren, zijn mond kuste me in een
gelukzalige vergetelheid.
God, ik had dit gemist… hem gemist. Ik kuste hem terug met alles wat ik in me
had en sloeg mijn armen om zijn nek toen hij me optilde, een hand onder beide
dijen. Ik haakte mijn enkels ineen bij zijn onderrug. Dichterbij. Ik moest dichter
bij hem zijn.
Keer op keer nam hij mijn mond met diepe, draaiende strelingen van zijn tong
en hij zette me in vuur en vlam als een lucifer die in een plas olie viel, als een
bliksemschicht bij tondel.
‘Wacht,’ zei hij tegen mijn mond en hij trok zich terug alsof ik hem had
gebeten. ‘We kunnen dit nog niet doen.’ Zijn borstkas ging zwoegend op en neer.
‘Wat?’ Mijn voeten vonden de vloer en een hartslag later stond hij midden in de
hal met zijn handen boven op zijn hoofd ineengevouwen. ‘Wat doe je?’
‘Dit ging allemaal naar de kloten omdat ik iets voor je verborg.’
‘Ongemakkelijk moment om dat ter sprake te brengen, maar oké.’ Ik leunde
tegen de deur en probeerde mijn ademhaling onder controle te krijgen. Hij was
niet de enige die geheimen had gehad. ‘Ik denk dat ik je in het belang van
volledige openheid hoor te vertellen dat ik kinderen kan krijgen.’
‘Ik dacht…’ Hij fronste en er verschenen twee kleine rimpels in zijn voorhoofd.
‘Niet dat het ertoe doet, maar dat is voor mij nooit een probleem geweest.
Biologie is niet de enige manier om ouders te zijn.’
‘Nou, dank je. Maar het kan wel. Ik… wilde er alleen geen met Damian, dus ik
ben nooit met de pil gestopt. Ik wilde niet weten wat voor moeder ik zou zijn in
die situatie. En dat heb ik hem nooit verteld.’
‘Huh. Oké. Nou, ik heb de afgelopen weken doorgebracht in Engeland en
Nederland.’ Hij viste een klein, wit envelopje uit zijn broekzak.
‘Vanwege research voor een boek. Adam heeft het me verteld.’ Is dit waarvoor
hij ons stopte? We hadden inmiddels naakt kunnen zijn en hij wilde het over
research voor een boek hebben?
‘Niet precies. Ik heb een diepzee-bergingsbedrijf ingehuurd om Jamesons
vliegtuig te lokaliseren aan de hand van de laatste coördinaten van de radio-
oproepen die dag.’
‘Je hebt wat?’
‘Ik denk dat we het vorige week hebben gevonden en met dénk bedoel ik dat ik
het vrij verdomd zeker weet. Maar er zijn officiële kanalen en een hoop
bureaucratische belemmeringen. De Eagles zijn pas in september overgegaan
naar het Amerikaanse leger en hij is in juni neergestort, dus hij viel nog steeds
onder de RAF, maar was wel Amerikaans staatsburger. Niemand is het er echt
over eens wie jurisdictie heeft.’ Hij draaide de envelop om in zijn vingers.
‘Maar je denkt dat je hem hebt gevonden?’ vroeg ik zachtjes.
‘Ja… en nee.’ Hij kromp ineen. ‘Het is een Spitfire, maar de
identificatiemarkers op de staart zijn versleten en het wrak ligt in stukken
verspreid.’
‘Waar?’
‘Voor de kust van Nederland. Het is…’ Hij zuchtte. ‘Het ligt te diep om het
hele wrak te vinden, maar we hebben een onderwaterrobot naar beneden
gestuurd.’ Langzaam liep hij mijn kant op. ‘We hebben een aluminium paneel
van de romp gevonden en denken dat het de cockpit is, maar geen…
overblijfselen.’
‘O.’ Ik wist niet of ik me nu opgelucht of verslagen moest voelen. Om er zo
dichtbij te zijn en het alsnog niet te weten. ‘Waarom denk je dan…’
Noah pakte mijn hand, draaide mijn handpalm omhoog en schudde de envelop
erin leeg. Een gouden ring gleed uit het papier in mijn hand. Hij was nog warm
van Noahs broekzak. ‘Lees de inscriptie.’
‘J Alle liefs, S.’ Mijn keel kneep samen. ‘Die is van hem,’ fluisterde ik.
‘Dat denk ik ook,’ stemde Noah met schorre stem in. ‘En ik leg hem terug als je
dat wilt. We waren op zoek naar iets ter identificatie en het lag daar gewoon…
Alsof het wachtte om gevonden te worden, gegraveerd en al. Het team dat ik
inhuurde zei dat ze zoiets nog nooit hadden gezien.’
Mijn vingers sloten over de ring. ‘Dank je wel.’
‘Graag gedaan. Ik weet zeker dat je deze week zult worden gebeld.
Amerikanen. Britten. Op dit punt is onduidelijk door wie.’ Hij slikte. ‘Dat was
niet de enige reden dat ik naar Engeland ben gegaan. Ik weet dat je hier
misschien pissig om zult worden, en ik heb geen bewijs, maar ik denk niet…’
Hij schudde zijn hoofd en ademde diep in voordat hij opnieuw begon. ‘Ik denk
dat het boek – ons boek – door twee verschillende mensen is geschreven.’
‘Dat komt doordat dat ook zo is.’ Ik glimlachte voorzichtig, het gevoel van het
zware metaal van de trouwring tegen mijn handpalm.
Noahs ogen werden groot en zijn lippen weken uiteen.
‘De oudste bladzijdes – de ongecorrigeerde, originele bladzijdes – zijn door
Scarlett tijdens de oorlog geschreven.’ Ik slikte. ‘En de nieuwere, de correcties
en toevoegingen… Die zijn gedaan door…’
‘Constance,’ gokte hij.
Ik knikte. ‘Hoe wist je dat? Ik had geen idee tot zes weken geleden.’ Wat had
hij gezien dat ik niet had gezien?
‘Het boek gaf me een hint. Ik zou het niet hebben ontdekt als ons boek het
laatste was dat ze had geschreven… in plaats van het eerste. Vervolgens was er
de huwelijksakte. Ze had tegen Damian gezegd dat ze er jaren voor nodig had
gehad om te hertrouwen, omdat het niet voelde alsof haar eerste huwelijk voorbij
was. Dat was gemakkelijk te interpreteren als dat ze nog van Jameson hield. Tot
ik de overlijdensakte van Henry Wadsworth vond en de jaren overeenkwamen.
Het was niet genoeg, slechts een voorgevoel, en ik wilde jouw vertrouwen in
haar niet verwoesten zonder er een verdomd goede reden voor te hebben, maar
ik besloot te stoppen met speuren voordat iemand het zou opmerken.’
‘Oma, Constance, heeft het me verteld. Ze heeft alles een jaar voordat ze
overleed opgeschreven en het laten bezorgen. Toen ik het eenmaal had gelezen,
belde ik je, maar je was al weg, dus belde ik Adam.’
‘En veranderde je het eind van het boek.’
Ik knikte.
‘Omdat je van me houdt.’ Zijn ogen zochten de mijne.
‘Omdat ik van je hou, Noah. En omdat oma haar happy end in het echte leven
heeft gehad. Ze heeft ervoor gevochten. Ze had jou niet nodig om het voor haar
te creëren; ze had het al verdiend, had het al geleefd. Jij hebt Scarlett en Jameson
het verhaal gegeven dat ze verdienden. De crash, het onderduiken, het
Nederlandse verzet… alles. Jij hebt een verhaal afgemaakt dat het lot ten
onrechte heeft afgebroken. Oma… kon dat niet. Ze liet het onafgerond achter,
omdat ze hen niet wilde laten gaan, Scarlett niet kon laten gaan. Jij hebt hen
bevrijd.’
Hij vouwde zijn handen om mijn gezicht. ‘Ik zou het voor jou hebben gedaan.
Zou jou hebben gegeven wat je maar nodig had, ongeacht wat anderen ervan
zouden vinden.’
‘Dat weet ik,’ fluisterde ik. ‘Omdat je van me houdt.’
‘Omdat ik van je hou, Georgia, en ik ben er klaar mee zonder jou te leven.
Alsjeblieft, dwing me daar niet toe.’
Ik sloeg mijn armen om zijn nek en duwde me op mijn tenen om mijn lippen
over de zijne te leggen. ‘Colorado of New York?’
‘Herfst in New York. Augustus en september in ieder geval.’ Hij glimlachte
tegen mijn mond. ‘Colorado in de winter, lente en zomer.’
‘Voor de blaadjes?’ gokte ik terwijl ik zachtjes op zijn onderlip knabbelde.
‘Voor de Mets.’
‘Deal.’
38
Augustus 1944
Poplar Grove, Colorado
‘Voorzichtig bij de trap, liefje,’ zei Scarlett tegen William toen hij langs de rand
van het recent afgeronde prieel dribbelde. Zijn handjes grepen in het voorbijgaan
de spijlen van de reling.
Hij grijnsde over zijn schouder en bleef door dribbelen.
Ze liet de plaat die ze had uitgekozen in de steek en haastte zich over de vloer
om hem in haar armen te zwaaien, vlak voordat hij de trap bereikte. ‘Je wordt
nog eens mijn dood, William Stanton.’
William giechelde, en Scarlett blies een kus in zijn nek en zette hem op haar
heup toen ze terug naar de fonograaf liep. De herfstbries liet haar jurk wapperen
en ze veegde haar haren opzij om ze bij Williams knuistjes uit de buurt te
houden. Haar lokken waren langer nu, vielen tot halverwege haar rug, haar
persoonlijke kalender voor hoe lang geleden het was dat ze Jameson gedag had
gekust in Ipswich.
Twee jaar en geen woord… maar ook geen lichaam, dus hield ze zich vast aan
de hoop en de vonk zekerheid die in haar borst aanwakkerde wanneer ze aan
hem dacht. Hij leefde. Ze wist het. Ze wist niet waar of hoe, maar hij leefde. Dat
moest.
‘Naar welke zullen we luisteren, popje?’ vroeg ze aan hun zoon terwijl ze hem
voor de kleine collectie platen op de tafel neerzette. Hij koos er lukraak een uit
en zij zette hem op. ‘Glenn Miller. Uitstekende keuze.’
‘Appels!’
‘Gelijk heb je.’ Het geluid van The Glenn Miller Orchestra vulde de ruimte
terwijl ze William naar het kleed leidde dat ze aan de andere kant had
uitgespreid. Ze smulden van appels en kaas; ze dacht niet dat ze ooit zou wennen
aan hoeveel eten er beschikbaar was in Amerika, maar ze klaagde niet. Ze
hadden geluk.
Er waren geen luchtalarmen. Geen bommen. Geen kaarten om te plotten. Geen
verduisteringsvoorschrift. Ze waren veilig. William was veilig.
Iedere avond bad ze dat Jameson en Constance dat ook allebei waren. Haar
vingers streken over het kleine litteken op haar handpalm, denkend aan de
vergelijkbare in Engeland. Was de snee boven haar zus’ oog ook een litteken
geworden? Ze had gebloed toen Constance hen had gedwongen in dat vliegtuig
te stappen, die dag dat de bommen hen de straat in Ipswich uit hadden geblazen,
hen drieën nauwelijks sparend.
Gisteren had ze twee nieuwe jurken voor haar zus ingepakt en opgestuurd. Het
was bijna een jaar geleden dat Henry van de trap was gevallen en zijn idiote nek
had gebroken, en volgens haar laatste brief had Constance een knappe
Amerikaanse soldaat ontmoet, die diende in het veterinaire korps van het
Amerikaanse leger.
William ging op de deken liggen en Scarlett haalde haar hand door zijn dikke,
donkere haren terwijl hij indommelde voor een middagdutje. Wanneer hij sliep,
had hij net als Jameson zijn lippen een stukje open. Toen ze er zeker van was dat
hij onder zeil was, maakte ze zich voorzichtig los en liep terug naar de
platenspeler.
Ze wist dat ze later voor haar toegeeflijkheid zou moeten boeten, dat ze hem
nog meer zou missen, maar desondanks verwisselde ze de plaat voor Ella
Fitzgerald. Haar hartslag haperde toen het vertrouwde lied begon te spelen, en
even was ze niet midden in de Rocky Mountains van Colorado en waren dat niet
gouden populierenblaadjes die in de bergbries om hen heen dansten… Nee, dit
waren de toppen van lang zomergras in een begroeid veld vlak buiten Middle
Wallop.
Ze sloot haar ogen en wiegde, stond het zichzelf een moment toe zich voor te
stellen dat hij hier was, dat hij zijn hand naar haar uitstak terwijl hij haar ten
dans vroeg.
‘Heb je een partner nodig?’
Ze hapte zachtjes naar adem en haar ogen schoten open bij het geluid van de
stem die ze overal zou herkennen. De stem die ze de afgelopen twee jaar alleen
in haar dromen had gehoord. Maar alleen de fonograaf stond voor haar, William
slapend op de vloer naast haar en het ruisen van de beek die om hen heen boog.
‘Scarlett,’ zei hij weer.
Achter haar.
Met een ruk draaide ze zich om, haar jurk zwiepte tegen haar benen in de wind
en snel streek ze haar haren uit haar ogen om haar gezichtsveld vrij te maken.
Jameson vulde de ingang van het prieel en leunde tegen de steunbank, zijn pet
onder zijn arm gestoken, zijn uniform nieuw maar gekreukeld door het reizen,
niet langer RAF, maar United States Army Air Force. Zijn lach verbreedde toen
hun blikken ineen haakten.
‘Jameson,’ fluisterde ze en haar handen vlogen naar haar mond. Droomde ze?
Zou ze wakker worden voordat ze hem kon aanraken? Tranen prikten in haar
ogen terwijl haar hart in strijd was met haar verstand.
‘Nee, liefje, nee.’ Jameson beende naar haar toe, zijn pet viel op de vloer. ‘God,
niet huilen.’ Hij omvatte haar gezicht met zijn handen, veegde de tranen weg met
zijn duimen.
Zijn handen waren warm. Sterk. Echt.
‘Je bent hier,’ huilde ze, haar vingers trillend toen ze zijn borstkas aanraakte,
zijn nek, de lijn van zijn kaak. ‘Ik hou van je. Ik dacht dat ik je dat nooit meer
zou kunnen vertellen.’
‘God, ik hou ook van jou, Scarlett. Ik ben hier,’ beloofde hij en zijn blik gleed
hongerig over haar heen, uitgehongerd om haar te zien, haar tegen zich aan te
voelen. Jaren en kilometers, gevechten en noodlandingen, het had helemaal niets
veranderd, had zijn liefde voor haar niet gedoofd. ‘Ik ben hier,’ herhaalde hij,
want hij had het ook nodig om het te horen. Had het ook nodig om te weten dat
ze het tegen alle verwachtingen in hadden gered.
Hij kantelde haar gezicht naar het zijne en kuste haar lang en langzaam, ademde
haar in, proefde appels en thuis en Scarlett. Zijn Scarlett.
‘Hoe?’ vroeg ze terwijl ze haar vingers achter zijn nek verstrengelde.
‘Met heel veel geluk.’ Hij liet zijn voorhoofd tegen dat van haar rusten en sloeg
een arm rond haar middel om haar dichterbij te trekken. ‘En een lang verhaal
met onder andere een gebroken been, een verzetsstrijder die me genadig was en
een paar gastvrije koeien die geen bezwaar hadden tegen een verborgen
huisgenoot gedurende drie maanden, waarin mijn been genas.’
Ze stootte een lach uit en schudde haar hoofd. ‘Maar ben je in orde?’
‘Nu wel.’ Hij drukte een kus op haar voorhoofd en spreidde zijn vingers wijd
uit over haar onderrug. ‘Ik heb je iedere dag gemist. Alles wat ik heb gedaan,
was om thuis bij jou te komen.’
Haar schouders kromden toen er een snik over haar lippen ontsnapte en zijn
keel sloot zich om de brok die zich had gevormd zodra hij haar had zien dansen
met de wind, wachtend waar de beek rond het populierenbos kromde.
‘Het is oké. We hebben het gered.’
‘Moet je nog terug?’ vroeg ze en haar stem brak.
‘Nee.’ Hij tilde haar kin op en verdwaalde in die blauwe ogen. God, hoe
gedetailleerd zijn herinneringen ook waren, hoe perfect zijn dromen, niets was in
de buurt gekomen van hoe prachtig zijn vrouw was. ‘Ik kon er pas uitstappen
toen Maastricht was bevrijd. Ik heb een jaar in het geheim gevochten voor het
Nederlandse verzet en ik weet dusdanig veel dat ze niet het risico willen lopen
dat ik gevangen word genomen. Dat betekent dat de enige vliegtuigen die ik zal
besturen die van mijn oom zijn, gewoon hier.’
‘Dus het is voorbij?’ vroeg ze en haar stem was omzoomd met dezelfde
wanhoop die hij voelde.
‘Het is voorbij. Ik ben thuis.’ Hij kuste haar weer, zonk in haar mond terwijl ze
de revers van zijn uniform beetgreep en hem dichter naar zich toe trok.
‘Je bent thuis.’ Ze lachte, breed en stralend.
Hij bukte, klemde zijn armen om haar dijen heen en tilde haar op tot
ooghoogte. Toen kuste hij haar tot hij iedere lijn en ronding van haar mond
opnieuw had leren kennen.
Een geritsel trok zijn aandacht en zijn adem stokte bij het zien van William op
het kleed, zijn hand onder zijn hoofd gestoken. Langzaam zette hij Scarlett neer.
‘Hij is zo groot.’
Ze knikte. ‘Hij is perfect. Wil je hem wakker maken?’ Haar ogen straalden.
Jameson slikte, zijn keel en borst strakgetrokken toen zijn blik van zijn
dromende zoon naar de liefde van zijn leven schoof. Perfect. Het was allemaal
perfect en beter dan alles wat hij zich gedurende de lange, lege nachten en door
gevechten verscheurde dagen had voorgesteld. Hij kamde zijn handen door
Scarletts zijdezachte haren en grijnsde naar zijn vrouw. ‘Over een paar minuten.’
Haar lach was loom toen ze naar voren leunde voor een volgende kus. ‘Over
een paar minuten,’ was ze het met hem eens.
Hij was thuis.
39
Georgia
Twee jaar later
Ik glimlachte en las de laatste bladzijde nog een keer voordat ik een stille
afscheidsgroet naar Jameson en Scarlett fluisterde. Toen sloot ik het boek en
keerde terug naar de echte wereld, waar mijn echte echtgenoot zich op dit
moment klaarmaakte voor de lancering van zijn nieuwe boek, vier gangpaden
verderop.
Mijn duim streek over de namen op de cover. Een had ik sinds mijn geboorte
gekend, maar nooit ontmoet en de andere had ik precies op deze plek ontmoet en
zou ik voor de rest van mijn leven kennen.
‘Ik kan je vertellen hoe het afloopt,’ zei Noah in mijn oor toen hij achter me
kwam staan, zijn stem laag en zijn armen warm.
‘Is dat zo?’ Ik leunde achterover en drukte een kusje op zijn kaak. ‘Ik hoorde
dat het eind zelfs voor de schrijver een verrassing was op de dag van de release.’
Ik grijnsde schaamteloos.
‘Huh. Stel je voor.’
‘Veel meer bevrédigende seksscènes dan in zijn andere boeken ook.’ Ik haalde
mijn schouders op.
Hij snoof. ‘Heb je zijn laatste boek al gelezen? Ik weet vrij zeker dat hij
behoorlijk goede inspiratie heeft gehad.’
‘Hmm. Dat zal ik moeten natrekken.’
‘Ik geef je met alle plezier een privélezing.’
Ik lachte zo hard dat ik bijna knorde. ‘Oké, dat was echt slecht.’
‘Inderdaad,’ gaf hij toe. ‘Absoluut niet mijn beste zin. Wat dacht je van “kus
me, Georgia, ik moet wat boeken gaan signeren”?’
‘Dat gaat wel lukken.’ Ik kantelde mijn hoofd en kuste hem, maar hield het
beschaafd. Met moeite. De man was te verslavend voor openbaar gebruik.
Zijn greep verstevigde en hij knabbelde aan mijn onderlip. ‘Ik hou van je.’
‘Ik hou ook van jou. Nou, ga je ding doen. Ik ga naar hiernaast om het mijne te
doen.’ Ik schonk hem een stralende lach en hij stal nog een laatste kus voordat
hij in het volgende gangpad verdween en mij voor een moment verdwaasd
achterliet. Ik staarde hem nog na toen er een vrouw naast me de sectie romantiek
binnen wandelde.
‘Dat is zo’n goed boek,’ zei ze en ze knikte enthousiast naar het boek in mijn
handen terwijl ze Noahs nieuwste hardcover pakte. ‘Als je het nog niet hebt
gelezen, moet je dat echt doen. Geloof me. Je zult er geen spijt van krijgen.
Geweldig.’
‘Bedankt. Ik kan een goede aanbeveling altijd wel waarderen. Ben je hier voor
de signeersessie?’ Ik verplaatste mijn gewicht. Een zwangerschap deed rare
dingen met mijn evenwicht en ik was nog steeds versleten door de jetlag.
‘Ik ben helemaal uit Cheyenne, Wyoming gekomen,’ zei ze met een grijns.
‘Mijn zus bewaart een plekje voor me in de rij. Heb je hem gezien? Hij is
prachtig.’ Ze trok haar wenkbrauwen op. ‘Serieus.’
‘Ik zou hem absoluut niet mijn bed uit schoppen,’ stemde ik in. Dat deed ik
nooit. Sterker nog, ik besteedde zo veel mogelijk tijd aan zijn pogingen mij ín
bed te krijgen. Het feit dat Noah iedere dag aantrekkelijker werd, was niet
onopgemerkt aan me voorbijgegaan… Verre van.
‘Nee toch? Ik ook niet. O, het begint!’ Ze zwaaide en verdween de volgende
gang in.
Ik grinnikte en duwde het boek terug op de plank, naast de Scarlett Stanton-
boeken, waar het hoorde. Het was nog altijd mijn favoriet van al oma’s boeken,
ook dat van Noah. Binnen die bladzijdes hielden Scarlett en Jameson van elkaar,
maakten ze ruzie en, het allerbelangrijkste, leefden ze.
Hier in de echte wereld hadden we Jamesons ring vorige week begraven onder
een grote, stevige boom bij een rustige vijver midden in Engeland, naast de
marmeren grafsteen waar Constance Wadsworth op stond. Ik kon er niets aan
doen, maar het voelde alsof ze eindelijk allemaal vrede hadden.
Ik ging op weg naar de deur en mijn blik vond die van Noah toen ik de tafel
passeerde. Liefde straalde uit zijn ogen en we glimlachten naar elkaar als de
smoorverliefde idioten die we waren. Het was onze beurt om ons epische
liefdesverhaal te leven en ik koesterde iedere minuut ervan.
Wij allebei.
Dankwoord
Allereerst mijn dank aan Onze Vader in de hemel, die me meer heeft gezegend
dan ik ooit had durven dromen.
Dank je wel aan Jason, mijn man, die me door dit uiterst zware jaar heeft
getrokken. Voor het vasthouden van mijn hand gedurende de donkerste
momenten en voor het feit dat hij me aan het lachen maakte toen ik ervan
overtuigd was dat ik nooit meer iets grappig zou vinden. Dank je wel aan mijn
kinderen, die met gratie en liefde de quarantaine hebben doorstaan en zich aan
de anderhalve meter afstand hebben gehouden voor hun broer, die kwetsbaar is.
Twijfel er nooit aan dat jullie essentieel zijn voor mijn bestaan. Aan mijn zus,
Kate, die altijd de telefoon opneemt. Aan mijn ouders, die me koffiemelk
brengen van duizenden kilometers verderop. Aan mijn beste vriendin, Emily
Byer, die nooit moeilijk doet als ik maanden lang deadlines heb.
Dank je wel aan mijn team bij Entangled. Dank je wel aan mijn redacteur,
Stacy Abrams, die zich ermee heeft bemoeid en dit boek heeft aangenomen. Je
bent simpelweg ongelooflijk. Aan Liz Pelletie, Heather en Jessica, die de
eindeloze stroom e-mails beantwoordden. Aan mijn fenomenale agent, Louise
Fury, die mijn leven makkelijker maakt door simpelweg achter me te staan.
Dank je wel aan mijn wijfies, onze onzalige drie-eenheid, Gina Maxwell en
Cindi Madsen. Ik zou nergens zijn zonder jullie. Aan Jay Crownover die zo maar
eens de beste buurman ooit zou kunnen zijn. Aan Shelby en Mel, die alles voor
me op een rijtje houden. Dank je wel aan Linda Russel, voor het altijd
langsbrengen van haarspelden. Aan Cassie Schlenk, omdat je altijd de nummer
één hype girl bent. Aan iedere blogger en lezer die me door de jaren heen een
kans heeft gegeven. Aan mijn leesgroep, de Flygirls, omdat jullie me iedere dag
vreugde brengen.
Tot slot, omdat je mijn begin en mijn eind bent, nogmaals dank je wel aan
Jason. Wanneer je dit leest, is het 2021. Genoeg gezegd.

You might also like