Professional Documents
Culture Documents
Gebruikershandleiding Com 201328
Gebruikershandleiding Com 201328
55 COMBI
48 COMBI
43 COMBI
8211-0208-11
SVENSKA S
1. 2.
3. 4.
D
F
5.
6. 7.
S SVENSKA
FULL
ADD
FULL
ADD
8. 9. Briggs & Stratton LS 45
FULL
0,15 l.
ADD
FULL/MAX
ADD/MIN
10. Briggs & Stratton XTE 11. Honda GCV
3x
I*
B*
16. Y 17.
25. 26.
S
T
27. 28.
40 Nm 40 Nm
29. Regular blade holder 30. Friction blade holder
S
31 A. 48 cm / 55 cm 31 B. 43 cm
NEDERLANDS NL
SYMBOLEN 3
4
BELANGRIJK
Type III
Onderdelen met sterretje (*) zijn standaard voor
sommige modellen en landen.
Sommige modellen hebben geen gashendel. Het
toerental van de motor is zodanig ingesteld dat de 2
motor optimaal draait en de uitstoot van uitlaatgas-
sen minimaal is.
INLEIDING
3 STOP 3
Type IV
1. Gashendel (*)
2. Koppelingsbeugel (*)
1 3. Start/stop-beugel
4 4. Elektrische starter (*)
5. Toerenregelaar (*)
Type I
6
NL NEDERLANDS
3. Draai daarna de afsluitknoppen op het onderste Laad de accu voordat u deze voor het eerst gaat ge-
gedeelte van de duwboom vast. Als deze zijn bruiken 24 uur op. Meer informatie vindt u onder
vastgedraaid, kan de hoogte van de duwboom ONDERHOUD, ACCU.
worden aangepast door de schroeven B met de Steek de contactsleutel (*) in het slot.
bijgeleverde sleutel aan te draaien. (afb. 3)
KABEL MOTORREM GEBRUIK VAN DE GRASMAAIER
Bevestig de kabel van de motorrem aan de motor-
rem (afb. 4). De kabel moet in de richting van de COMBI(*)
duwboom gemonteerd worden. Uw nieuwe grasmaaier combineert twee functies
KABELGELEIDER in één machine:
7
NEDERLANDS NL
8
NL NEDERLANDS
6b Elektrische start (*): Start de motor door de 1. Laat de start/stop-beugel G los (afb. 15) om de
contactsleutel rechtsom te draaien. Laat de sleu- motor te laten stoppen. Deze beugel niet losma-
tel los wanneer de motor start. Houd de startpo- ken (bijv. door deze in de ingedrukte positie te-
gingen altijd kort, om de accu niet uit te putten. gen de duwboom vast de zetten), omdat u de
motor zo niet kunt uitzetten.
Om gemakkelijker te kunnen starten de duw-
boom naar beneden drukken, zodat de voorste Honda: Sluit de brandstofkraan.
wielen iets omhoog komen. Start niet in lang
2. Als u de machine zonder toezicht achterlaat,
gras.
moet u de bougiekabel losmaken van de bougie.
7. Voor de beste maairesultaten de motor altijd op Trek ook de sleutel uit het contactslot (*).
volgas gebruiken.
Wanneer de start/stopbeugel niet meer
Houd handen en voeten uit de buurt van werkt, stop dan de motor door de bou-
het/de roterende mes(sen). Steek uw giekabel los te maken van de bougie.
handen of voeten nooit onder de meskap Breng de grasmaaier onmiddellijk naar
of in de uitwerpopening wanneer de mo- een erkende werkplaats voor reparatie.
tor draait.
ACHTERWIELAANDRIJVING (*)
STARTEN VAN DE MOTOR (Honda)
Schakel de overbrenging in door de koppelings-
1. Zet de grasmaaier op een vlakke en vaste onder- beugel I tegen de duwboom te drukken. Ontkoppel
grond. Start niet in lang gras. de overbrenging door de koppelingsbeugel I los te
laten (afb. 15).
2. Zorg ervoor dat de bougiekabel is aangesloten
op de bougie. SNELHEID (*)
3. Open de benzinekraan (afb. 14). De toerenregelaar niet aanraken als de
4. Zet de gashendel B in de chokestand . LET motor loopt. Dit kan de werking van de
OP! De choke hoeft niet gebruikt te worden als toerenregelaar aantasten.
de motor warm is (afb. 15). Op een geschikte snelheid zetten door de toerenre-
5. Knijp de start/stop-beugelG tegen de duw- gelaar in een van de 4 standen te plaatsen (afb. 16).
boom. LET OP! De start/stop-beugelG inge- De verschillende standen corresponderen met de
drukt houden om de motor niet te laten stoppen volgende snelheid:
(afb. 15).
Stand : ong. 2,8 km/u
6. Pak de starthendel vast en start de motor door Stand 2: ong. 3,1 km/u
een snelle ruk aan het startsnoer. Stand 3: ong. 3,6 km/u
7. Als de motor loopt, de gashendel naar achteren Stand : ong. 4,5 km/u
bewegen tot volle kracht. LET OP! De motor
altijd op volle kracht gebruiken om abnormale
MAAIHOOGTE
trillingen van de machine te voorkomen. Schakel de motor uit voordat u de maai-
Houd handen en voeten uit de buurt van hoogte instelt.
het/de roterende mes(sen). Steek uw Stel de maaihoogte niet zo laag in dat het
handen of voeten nooit onder de meskap mes (de messen) in contact komt(en) met
of in de uitwerpopening wanneer de mo- oneffenheden op de grond.
tor draait.
De grasmaaier heeft een hendel voor het instellen
MOTOR STOPPEN van de maaihoogte. Trek de hendel naar buiten en
stel de maaihoogte in op een van de negen standen
Direct na gebruik kan de motor bijzon- die het best geschikt is voor uw gazon (afb. 17).
der heet zijn. Raak de demper, de cilin-
der of de koelribben niet aan. Dit kan
ernstige brandwonden veroorzaken.
9
NEDERLANDS NL
10
NL NEDERLANDS
11
NEDERLANDS NL
12
M OW I N G A H E A D