You are on page 1of 163

Beginselen van het recht en het

bouwrecht

Jelle Laverge
Beginselen van het recht en het bouwrecht
Jelle Laverge

advocaat
Uniqum Advocaten
Beneluxpark 15
8500 Kortrijk
jelle.laverge@uniqum.be

hoofddocent Architectuur: Bouwfysica en Technische Installaties


Vakgroep Architectuur en Stedenbouw
Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur
Universiteit Gent
Campus Ufo, T4
Sint Pietersnieuwstraat 41
9000 Gent
+32 9 264 37 49
jelle.laverge@ugent.be
Waar is wally?
- Go to 'Kantienberg’ and take the little street
in the direction of 'Geuzenhuis'. The street
goes down towards the water.
- You drive down this street (in the direction
of the river) until you see a barrier.
- After the barrier you walk +/- 300 meters, 3 rd
building you pass, until you see a white door
with an orange telephone (Ingang A).
- You enter the door and take the elevator (or
stairs) at the end of the corridor.
- You go up to the 1st floor. - Arrived on the
1ste floor, you go to the left. You can find me
at the second door on the right.
Wie zijn jullie?
Waarover gaat dit?
In deze cursus behandelen we de juridische
uitdagingen en aansprakelijkheden die
voortvloeien uit
- Schade aan gebouwen
- Het bouwproces en werken ‘in de bouw’
- Samen leven in het algemeen
Wat verwacht ik?
Lees: uittreksel C. Rogers ‘leren in vrijheid’ op
Ufora

Totale inspanning: 3 ECTS = 75 uur


Standaardrecept:
- 3 uur les per week = 36 u
- 1.5 uur leeswerk per week = 18 u
- 20 uur voorbereiden en afleggen examen
Overige info
• Leerstof: wat in de les gezien is
• Cursus: handboek bouwrecht (Deketelaere,
Interscentia) + slides + bijkomende
documentatie via Ufora
• Examen: mondeling
– Een theorievraag
– Een casus (voorbeelden: zie Ufora)
Handboek bouwrecht
Te consulteren online via UGent bib:
• Surf naar Athena.ugent.be
• start google chrome via Athena
• Surf in deze browser naar lib.ugent.be
• Zoek ‘handboek bouwrecht’ in de catalogus
• Klik op ‘view online’
• Klik door naar ‘jurisquare’
• Kies het juiste hoofdstuk
• Selecteer eventueel ‘reading mode’
Wetboek
Bij het examen is het gebruik van een
NIET GEANNOTEERD wetboek

=> Zelf gemaakte overzichtjes met losse


wetsartikelen zijn NIET toegestaan
Agenda
Datum Thema
29/09 Contracten
06/10 Grenzen aan vrijheid
13/10 Samenwerken
20/10 Risicospreiding
29/10 Strafrecht en openbare orde
03/11 Brugdag
10/11 Monopolie
17/11 Lesgever afwezig - Geen les => opdracht
24/11 Sociale zekerheid
01/12 Woningbouwwet en erkenning
08/12 Overheidsopdrachten
15/12 Casussen
Wat is recht eigenlijk?

Een kort door de bocht situering


TINA? Lees eens…
geschiedenis Belgisch recht

Soemerisch recht
Griekse stadstaten
Romeinse burgerschap & republiek
Feodale Europa
handelssteden (invloed arabisch recht)
Absolute koningen vs. Kerk & edellieden
Opkomst burgerij/verlichting => Code Napoleon
Opkomst proletariaat – Industriële revolutie
‘The age of revolutions’
• Amerikaanse revolutie (1776) – Franse (1789) revolutie –
Haïtiaanse revolutie (1791)
• Verlichting en idee van burgerrechten: preambule van de
‘US declaration of independence’:

We hold these truths to be self-evident, that all men are


created equal, that they are endowed by their Creator with
certain unalienable Rights, that among these are Life,
Liberty and the pursuit of Happiness.—That to secure these
rights, Governments are instituted among Men, deriving
their just powers from the consent of the governed
Lees eens…
Franse revolutie
Economische theory
• Wederzijds voordelige afspraken leiden tot
economische groei voor iedereen
=> meestal toegeschreven aan het werk van
Adam Smith (the theory of moral sentiments en
an inquiry into the nature and causes of the
wealth of nations)
Napoleontische omwenteling: codificatie
• Code Civil (1804) – Burgerlijk Wetboek
• Code de Procedure Civile (1806) – Gerechtelijk
Wetboek
• Code de Commerce (1807) – Wetboek van Koophandel
• Code de Procedure Pénale (1808) – Wetboek
Strafvordering
• Code Pénal (1810) – Strafwetboek

=> vrije contracten tussen burgers vormen de basis van


de samenleving
overeenkomst: begrip
• Art. 5.4. Definitie van het contract
• Een contract, of overeenkomst, is een
wilsovereenstemming tussen twee of meer
personen met de bedoeling rechtsgevolgen te
doen ontstaan.

21
overeenkomst: begrip
• Artikel 5.1. Verbintenis
• Een verbintenis is een rechtsband op grond waarvan
een schuldeiser van een schuldenaar, indien nodig in
rechte, de uitvoering van een prestatie mag eisen.
en
• Art. 5.3. Bronnen van verbintenissen en draagwijdte
van de bepalingen
• Verbintenissen ontstaan uit een rechtshandeling, uit
een oneigenlijk contract, uit de buitencontractuele
aansprakelijkheid of uit de wet.
22
gevolgen overeenkomst
• Art. 5.69. Beginsel van de overeenkomst-wet
• Een contract dat geldig tot stand is gekomen, strekt
degenen die het hebben gesloten tot wet.

23
Art. 5.5. Consensuele, vormelijke en
zakelijke contracten
• Een contract is consensueel wanneer het tot stand
komt door de loutere wilsovereenstemming van de
partijen zonder dat zijn geldigheid onderworpen is
aan een vormvereiste.
• Een contract is vormelijk wanneer zijn geldigheid
onderworpen is aan een vormvereiste.
• Een contract is zakelijk wanneer zijn
totstandkoming onderworpen is aan de
overhandiging van een voorwerp door een partij
aan de andere.
24
tot stand komen
• gemeen recht: solo consensu
vb. Art. 5.28. Beginsel van het consensualisme: Het
contract komt tot stand door de loutere
wilsovereenstemming van de partijen.
 aanneming
 koop
• bijzondere overeenkomsten: dikwijls bijkomend Eisen,
maar: art. 5.29 in fine:
Vormvereisten louter opgelegd voor het bewijs of de
tegenwerpelijkheid van het contract hebben geen invloed op
de geldigheid ervan.
25
Art. 5.27. Geldigheidsvereisten
Voor de geldigheid van een contract moeten de
volgende vereisten vervuld zijn:
1° de vrije en bewuste toestemming van elke partij;
2° de bekwaamheid van elke partij om contracten
aan te gaan;
3° een bepaalbaar en geoorloofd voorwerp;
4° een geoorloofde oorzaak.
De geldigheidsvereisten worden beoordeeld op het
ogenblik van de contractsluiting.
26
Art. 5.33. Wilsgebreken
• Geen toestemming is geldig wanneer zij het
gevolg is van dwaling, bedrog, geweld of
misbruik van omstandigheden, voor zover het
wilsgebrek doorslaggevend is.

27
gevolgen overeenkomst
• Art. 5.69. Beginsel van de overeenkomst-wet
• Een contract dat geldig tot stand is gekomen, strekt
degenen die het hebben gesloten tot wet.

28
Nietigheid
• gevolg van gebreken in de overeenkomst

– relatieve nietigheid: inter partes


– absolute nietigheid: erga omnes

29
Art. 5.14. Contractsvrijheid
Buiten de gevallen die de wet bepaalt, staat het
iedereen vrij om al dan niet een contract te
sluiten en om zijn medecontractant te kiezen,
zonder de redenen van zijn keuze te moeten
verantwoorden.
De partijen zijn vrij om de inhoud van het
contract te bepalen, voor zover dit voldoet aan
de bij wet bepaalde geldigheidsvereisten.

30
Opgelet
• Art. 5.38. Benadeling
• Een onevenwicht tussen de prestaties van de partijen is geen
nietigheidsgrond, tenzij de wet anders bepaalt.

• Art. 5.39. Veinzing


• Er is veinzing wanneer partijen een schijncontract sluiten
terwijl zij door een verborgen contract, de tegenbrief, het
schijncontract wijzigen of teniet doen.
• Tussen de partijen geldt de tegenbrief.
• Derden te goeder trouw kunnen kiezen om zich te beroepen
hetzij op het schijncontract hetzij op de tegenbrief.
31
Art. 5.6. Wederkerige en eenzijdige
contracten
• Een contract is wederkerig wanneer de partijen
over en weer jegens elkaar verbonden zijn.
• Een contract is eenzijdig wanneer een partij
verbonden is jegens een andere, zonder enige
verbintenis voor laatstgenoemde.

32
Art. 5.7. Contracten onder bezwarende en
ten kosteloze titel
• Een contract is onder bezwarende titel
wanneer het voor elke partij een voordeel
oplevert.
• Een contract is ten kosteloze titel wanneer een
partij die aan de andere een voordeel
verschaft, in ruil daarvoor geen voordeel
krijgt.

33
Art. 5.8. Vergeldende en kanscontracten

• Een contract is vergeldend wanneer, bij zijn


totstandkoming, de wederkerige prestaties als
gelijkwaardig worden beschouwd.
• Een contract is een kanscontract wanneer de
gelijkwaardigheid van de wederkerige prestaties
waartoe de partijen zich verbonden hebben,
onzeker is doordat het bestaan of de omvang van
één van de prestaties afhangt van een onzekere
gebeurtenis. Het veronderstelt het bestaan van een
kans op winst of een risico op verlies.
34
Art. 5.71. Inhoud van het contract
Een contract verbindt niet alleen tot hetgeen
daarin overeengekomen is, maar ook tot alle
gevolgen die door de wet, de goede trouw of de
gebruiken eraan, volgens de aard en de
strekking ervan, worden toegekend.

35
Art. 5.73. Uitvoering te goeder trouw en
verbod van rechtsmisbruik
• Een contract moet te goeder trouw uitgevoerd worden.
• Krachtens het eerste lid:
• 1° moet elk van de partijen zich bij de uitvoering van het
contract gedragen zoals een voorzichtig en redelijk
persoon in dezelfde omstandigheden geplaatst;
• 2° mag niemand misbruik maken van de rechten die hij
aan het contract ontleent.
• Elke afwijking van dit artikel wordt voor niet-geschreven
gehouden.

36
interpretatie
• Art. 5.65. Nagaan van de werkelijke wil
• Om na te gaan welke gemeenschappelijke bedoeling de partijen hebben gehad, wordt met name
rekening gehouden met de volgende richtlijnen:
• 1° wanneer een beding voor tweeërlei zin vatbaar is, moet men het veeleer opvatten in de zin waarin
het enig gevolg kan hebben, dan in die waarin het geen gevolg kan teweegbrengen;
• 2° bewoordingen die voor tweeërlei zin vatbaar zijn, moeten worden opgevat in de zin die met de
inhoud van het contract het best overeenstemt;
• 3° hetgeen dubbelzinnig is, wordt uitgelegd volgens hetgeen gebruikelijk is in de desbetreffende
streek en sector, en overeenkomstig de gebruikelijke betrekkingen tussen de partijen;
• 4° alle bedingen van een contract worden uitgelegd het ene door het andere, zodat elk beding wordt
opgevat in de zin die uit de gehele akte voortvloeit;
• 5° hoe algemeen ook de bewoordingen zijn waarin een contract opgesteld is, toch omvat het alleen
die onderwerpen waaromtrent blijkt dat partijen bedoelden te contracteren;
• 6° wanneer men in een contract een geval heeft vermeld tot verduidelijking van de verbintenis,
wordt men niet geacht daardoor haar omvang te hebben willen beperken, wat betreft de niet
vermelde gevallen die de verbintenis naar recht omvat;
• 7° de uitvoering gegeven aan het contract voordat er zich een betwisting tussen de partijen voordoet,
wordt in aanmerking genomen voor de interpretatie van het contract.

37
interpretatie
• Art. 5.66. Interpretatie bij twijfel
• Bij aanhoudende twijfel met betrekking tot de gemeenschappelijke bedoeling van
de partijen zijn de volgende regels van toepassing, onverminderd de bepalingen
eigen aan de bijzondere contracten:
• 1° het toetredingscontract wordt uitgelegd ten nadele van de partij die het heeft
opgesteld;
• 2° het bevrijdingsbeding wordt uitgelegd ten nadele van de schuldenaar van de
verbintenis;
• 3° in alle overige gevallen wordt het beding uitgelegd ten nadele van de
begunstigde ervan.
• Het contract met een consument wordt uitgelegd overeenkomstig het artikel VI.37
van het Wetboek van economisch recht.

38
Art. 5.127: oneigenlijke overeenkomsten

• Oneigenlijke contracten zijn geoorloofde daden


waaruit een verbintenis ontstaat ten laste van de
persoon die er voordeel uit haalt zonder er recht op
te hebben en, in voorkomend geval, een
verbintenis van de persoon die de daad heeft
verricht jegens die persoon.
• De oneigenlijke contracten zijn:
1° de zaakwaarneming;
2° de onverschuldigde betaling; `
en 3° de ongerechtvaardigde verrijking.
39
bewijs
• Art. 8.4. Regels die de bewijslast bepalen
Hij die meent een ander in rechte te kunnen aanspreken, moet de
rechtshandelingen of feiten bewijzen die daaraan ten grondslag liggen.
Hij die beweert bevrijd te zijn, moet de rechtshandelingen of feiten bewijzen
die zijn bewering ondersteunen.
Alle partijen zijn gehouden om mee te werken aan de bewijsvoering.
In geval van twijfel wordt hij die de door hem beweerde rechtshandelingen
of feiten moet bewijzen, in het ongelijk gesteld, tenzij de wet anders bepaalt.
De rechter kan, bij een met bijzondere redenen omkleed vonnis, in het licht
van uitzonderlijke omstandigheden, bepalen wie de bewijslast draagt wanneer
de toepassing van de in de vorige leden opgelegde regels kennelijk onredelijk
zou zijn. De rechter kan slechts gebruik maken van deze mogelijkheid wanneer
hij alle nuttige onderzoeksmaatregelen heeft bevolen en erover gewaakt heeft
dat de partijen meewerken aan de bewijsvoering, zonder op die manier
voldoende bewijs te verkrijgen.

40
Art. 5.72. Draagwijdte van contractuele
verbintenissen
De inspanningsverbintenis is een verbintenis die de
schuldenaar ervan verplicht om alle zorg te verstrekken die
eigen is aan een voorzichtig en redelijk persoon om een
bepaald resultaat te bereiken. Het bewijs van de fout van
de schuldenaar rust op de schuldeiser.
De resultaatsverbintenis is een verbintenis die de
schuldenaar ervan verplicht om een bepaald resultaat te
bereiken. Indien het resultaat niet wordt bereikt, wordt de
fout van de schuldenaar vermoed, tenzij overmacht wordt
aangetoond.

41
Bewijs bij niet-uitvoering?
• middelen verbintenis vs. resultaatsverbintenis:
verschil zit hem in de bewijslast bij niet
bereiken beoogde resultaat:

– resultaat: volstaat aan te tonen dat doel niet bereikt


is
– middelen: moet aantonen dat schuldenaar niet alle
redelijke middelen heeft aangewend om tot dat
resultaat te komen => dus dat die een fout maakte

42
wilsovereenstemming
• voorwerp: resultaats- of middelen
verbintenis?
• hangt af van de werkelijke wil
• elementen die meespelen
– mate van interpretatievrijheid
– specifiek formuleren van verwachte resultaat
– specialisatie van aannemer
– aleatoir karakter van de opdracht

43
wilsovereenstemming
• voorwerp: resultaats- of middelen
verbintenis?
• België, Duitsland, Spanje, Ierland, Nederland,
Engeland => bij ontstentenis van andere
specificaties: regels der kunst (middelen
verbintenis)
• Denemarken, Frankrijk, Griekenland, Italië,
Luxemburg, Portugal => resultaatsverbintenis

44
Vb. Ingenieurs contract:
middelen/resultaat?
• in principe middelenverbintenis
• heel dikwijls resultaats verbintenis
– aangenomen omwille van specifieke expertise
– ter indekking van een risico
• hangt af van de zekerheid van het mogelijke
goede einde van de zaak
(informatieverplichting)

45
bewijs
• Art. 8.8. Vrij bewijsstelsel
Behalve in de gevallen waarin de wet anders bepaalt, kan het bewijs met alle bewijsmiddelen worden geleverd.

• Art. 8.9. Gereglementeerd bewijsstelsel


§ 1. De rechtshandeling met betrekking tot een som of een waarde die gelijk is aan of hoger is dan 3 500,00 euro,
moet door de partijen worden bewezen door een ondertekend geschrift.
Dat bedrag kan worden aangepast bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad in het licht
van de evolutie van de levenskosten of de sociale noden.
Het bewijs boven of tegen een ondertekend geschrift kan enkel worden geleverd door een ander ondertekend
geschrift, zelfs indien de som of de waarde dat bedrag niet te boven gaat.
§ 2. Bij een vordering in rechte is de waarde die in rekening moet worden genomen deze van de rechtshandeling
die ten grondslag ligt aan de vordering.
§ 3. Voor duurcontracten is de waarde die in rekening moet worden genomen, de totale waarde van de
vergoedingen van de prestaties voor een maximale duur van één jaar.
§ 4. Wanneer de waardering van het voorwerp van de handeling onmogelijk is, omdat de waarde niet bepaald of
bepaalbaar is tijdens het ontstaan van de rechtshandeling, mag het bewijs geleverd worden met alle
bewijsmiddelen

• Maar: Art. 8.13. Andere uitzonderingen


In afwijking van artikel 8.9, kan het ondertekend geschrift worden vervangen door een bekentenis, een beslissende
eed of een begin van bewijs door geschrift voor zover dit laatste wordt aangevuld met een ander bewijsmiddel.

46
bewijs
• Art. 8.11. Bewijs door en tegen ondernemingen
§ 1. Bewijs kan tussen ondernemingen of tegen ondernemingen, zoals omschreven in artikel I.1, eerste lid van het Wetboek
economisch recht worden geleverd door alle bewijsmiddelen, behalve in de uitzonderingen die vastgesteld zijn voor
bijzondere gevallen.
De in het eerste lid opgelegde regel is niet van toepassing op de ondernemingen wanneer zij willen bewijzen tegen een partij
die geen onderneming is. Partijen die geen onderneming zijn en die tegen een onderneming wensen te bewijzen, kunnen alle
bewijsmiddelen gebruiken.
De in het eerste lid opgelegde regel is evenmin van toepassing op natuurlijke personen die een onderneming uitoefenen ter
zake van het bewijs van rechtshandelingen die kennelijk vreemd zijn aan de onderneming.
§ 2. De boekhouding van een onderneming heeft slechts een wettelijke bewijswaarde tegen een andere onderneming indien
de vermeldingen in de boekhouding van de onderscheiden partijen overeenstemmend zijn. In alle andere gevallen oordeelt de
rechter vrij over de bewijswaarde van de boekhouding.
De boekhouding van een onderneming levert geen wettelijke bewijswaarde op tegen personen die geen onderneming zijn.
De boekhouding van een onderneming mag worden ingeroepen tegen deze onderneming. Deze boekhouding mag niet ten
nadele van die onderneming worden gesplitst, behalve wanneer ze niet op regelmatige wijze gehouden is.
§ 3. De rechter kan op verzoek of ambtshalve in de loop van een geding overlegging bevelen van het geheel of van een
gedeelte van de boekhouding van een onderneming betreffende het te onderzoeken geschil. De rechter kan daarbij
maatregelen opleggen om de vertrouwelijkheid van de desbetreffende stukken te vrijwaren.
§ 4. Behoudens tegenbewijs, levert een door een onderneming aanvaarde of niet binnen een redelijke termijn betwiste
factuur tegen deze onderneming bewijs op van de aangevoerde rechtshandeling.
Het gebrek aan betwisting van een factuur door een persoon die geen onderneming is, kan niet worden beschouwd als een
aanvaarding van die factuur, behalve wanneer deze afwezigheid van betwisting een omstandig stilzwijgen uitmaakt. De
uitdrukkelijke of stilzwijgende aanvaarding van een factuur door een persoon die geen onderneming is, maakt een feitelijk
vermoeden uit. Iedere overeenkomst die afwijkt van de regels in dit lid en afgesloten is voor het ontstaan van het geschil, is
nietig.

47
Types contracten in de bouw

De klassieke driehoek en zijn


varianten
Types contracten
• Aannemingsovereenkomst
• Architectuuropdracht
• Ingenieurscontract

Wat is de juridische kwalificatie?


Geen specifieke definitie voor bouw
• alleen een opsomming van enkele types en eigenschappen
• definitie +- algemeen aanvaard in de
rechtspraak/rechtsleer:
“ ... de overeenkomst waardoor iemand een aannemer
ermee belast in alle onafhankelijkheid een bepaald werk uit
te voeren door het stellen van materiële handelingen,
zonder vertegenwoordigheidsbevoegdheid".
Deze definitie vervolledigen we door eraan toe te voegen:
"tegen betaling van een overeengekomen prijs".
Cassatie Cass, Fr., 19 februari 1968, Dall., 1969, 393,-Flamme, Chronique de jurisprudence et de doctrine sur le contrat
d'entreprise, J, T., 1976, 227, 377, - Overzicht van rechtspraak, Herbots, J, H.; Delwide F. en Lamine, L., Bijzondere
contracten (1975-1977), TPR, 1980, p. 646 .:
In het (oud) Burgerlijk Wetboek
• belangrijke types contracten worden expliciet
behandeld in het (oud) BW:
– Titel VI: koop (BW 1582)
– Titel VII: ruil (BW 1702)
– Titel VIII: huur (BW 1709)
– Titel X: lening (BW 1875)
– Titel XIII: lastgeving (BW 1984)
Aannemingsovereenkomst?
• Quid Aanneming?
Aannemingsovereenkomst?
• Quid Aanneming?
• Art. 1779 BW. Er zijn drie hoofdsoorten van huur
van werk en van diensten :
– 1° De huur van werklieden die in iemands dienst
treden;
– 2° Die van vervoerders te land en te water, die zich
belasten met het vervoer van personen of van
koopwaren;
– 3° Die van aannemers van werken die handelen
ingevolge bestekken of aannemingen.
Aannemingsovereenkomst?
• belangrijke types contracten worden expliciet
behandeld in het BW:
– koop (BW 1582)
– ruil (BW 1702)
– huur (BW 1709)
– lening (BW 1875)
– mandaat (BW 1984)
Aannemingsovereenkomst?
• Quid Aanneming?
• Art. 1708 BW. Er zijn twee soorten van huur :
– De huur van goederen,
– En de huur van werk.
Huur van werk
• Art. 1710 BW. Huur van werk is een contract
waarbij de ene partij zich verbindt om iets
voor de andere te verrichten, tegen betaling
van een tussen hen bedongen prijs.
Aannemingsovereenkomst?
• Quid Aanneming?
• Art. 1779 BW. Er zijn drie hoofdsoorten van huur
van werk en van diensten :
– 1° De huur van werklieden die in iemands dienst
treden;
– 2° Die van vervoerders te land en te water, die zich
belasten met het vervoer van personen of van
koopwaren;
– 3° Die van aannemers van werken die handelen
ingevolge bestekken of aannemingen.
eigenschappen
• onderscheid met arbeidsovereenkomst:
ondergeschiktheid vs. onafhankelijkheid
• Art. 1779 BW. Er zijn drie hoofdsoorten van huur
van werk en van diensten :
– 1° De huur van werklieden die in iemands dienst
treden;
– 2° Die van vervoerders te land en te water, die zich
belasten met het vervoer van personen of van
koopwaren;
– 3° Die van aannemers van werken die handelen
ingevolge bestekken of aannemingen.
juridische kwalificatie
• wederkerig: uitvoeren  betalen
• ten bezwarende titel
• consensueel
• intuitu personae
juridische kwalificatie
• wederkerig: uitvoeren  betalen
• ten bezwarende titel
• consensueel
• intuitu personae
Geen vormvereisten
• zodra er wilsovereenstemming is over de
objectief essentiële elementen: werk en prijs
• eventueel bijkomende subjectieve essentiële
elementen (vb. termijn, betalingsmodaliteiten)
• kan dus ook mondeling of zelfs stilzwijgend,
bewijs kan bvb. worden afgeleid uit de
vrijwillige uitvoering
juridische kwalificatie
• wederkerig: uitvoeren  betalen
• ten bezwarende titel
• consensueel
• intuitu personae
eigenschappen
• Art. 1795. BW Huur van werk wordt
ontbonden door de dood van de werkman, de
architect of de aannemer.
Uitvoering van het
aannemingscontract
rechten en plichten van de
betrokkenen

72
verbintenissen?
• Art. 1710 BW. Huur van werk is een contract
waarbij de ene partij zich verbindt om iets
voor de andere te verrichten, tegen betaling
van een tussen hen bedongen prijs.

73
Verloop

totstandkoming uitvoering
contract beëindiging

74
Verloop

totstandkoming uitvoering
contract beëindiging

75
totstandkoming
• consensueel!
• meestal met offerte
– juridisch gekwalificeerd als een ‘aanbod’
– overeenkomst komt pas tot stand als dat aanbod
aanvaard wordt
– opletten: er wordt enkel gecontracteerd over wat
in het aanbod staat!
– opletten: beperkt ook je aanbod!
 zie relevante artikels nieuw BW
Opgelet
• Art. 5.15. Onderhandelingsvrijheid
De partijen zijn vrij precontractuele onderhandelingen aan te
vatten, te voeren en af te breken.
Ze handelen hierbij in overeenstemming met de eisen van de
goede trouw.
• Art. 5.16. Informatieplichten
De partijen verstrekken elkaar tijdens de precontractuele
onderhandelingen de informatie die de wet, de goede trouw en
de gebruiken, in het licht van de hoedanigheid van de partijen,
hun redelijke verwachtingen en het voorwerp van het contract,
hen opleggen te geven.

77
totstandkoming
• vestigingsregels!
– 10 FEBRUARI 1998. - Programmawet tot bevordering van het
zelfstandig ondernemerschap.
• vergunningsplicht!
– 15 MEI 2009. - Vlaamse codex ruimtelijke ordening
• monopolie van de architect!
– 20 FEBRUARI 1939. - Wet op de bescherming van den titel en
van het beroep van architect.
• belastingsplicht! (BTW)

 GEVOLG: ABSOLUTE NIETIGHEID!


wilsovereenstemming
Denk aan alle aspecten:
• hiërarchie van documenten
• wijzigingen en bijkomende werken
• prijsherzieningen (vb. indexatie, BTW)
• betalingstermijn
• bevoegde rechter
• laattijdige betaling (intrest, kosten, stilleggen)
wilsovereenstemming
Denk ook aan aspecten uit andere lessen:
• beperken van aansprakelijkheid
• wijze van oplevering
• behoud van intellectuele rechten
algemene voorwaarden
algemene voorwaarden
• zo vroeg mogelijk: ook bij offerte
• van toepassing maken: particulieren moeten
uitdrukkelijk aanvaarden!
vb.
‘door aanvaarding van deze offerte aanvaard
de contractpartij kennis genomen te hebben
van en in te stemmen met de op de
achterzijde vermelde algemene
verkoopsvoorwaarden ‘ + handtekening
algemene voorwaarden
gunning
• privaat: niet verplicht te gunnen aan de
laagste bieder (tenzij anders in het bestek
vermeld)
• OO: zie laatste lessen
Verloop

totstandkoming uitvoering
contract beëindiging

85
materiële fouten in bestek/offerte
• in principe te dragen voor degene die de fout
maakt
• vertrouwensleer: steunt op de werkelijke wil:
kan er niet van uitgaan dat een flagrante fout
(een nulletje vergeten) overeenstemt met de
wil van de partijen
Verloop

totstandkoming uitvoering
contract beëindiging

87
verbintenissen?
• Art. 1710 BW. Huur van werk is een contract
waarbij de ene partij zich verbindt om iets
voor de andere te verrichten, tegen betaling
van een tussen hen bedongen prijs.

88
Uitvoering ter goeder trouw
• Art. 5.73. Uitvoering te goeder trouw en verbod van
rechtsmisbruik
Een contract moet te goeder trouw uitgevoerd worden.
Krachtens het eerste lid:
1° moet elk van de partijen zich bij de uitvoering van
het contract gedragen zoals een voorzichtig en redelijk
persoon in dezelfde omstandigheden geplaatst;
2° mag niemand misbruik maken van de rechten die hij
aan het contract ontleent.
Elke afwijking van dit artikel wordt voor niet-
geschreven gehouden.
89
secundaire verbintenissen
• Art. 5.71. Inhoud van het contract
Een contract verbindt niet alleen tot hetgeen daarin
overeengekomen is, maar ook tot alle gevolgen die
door de wet, de goede trouw of de gebruiken eraan,
volgens de aard en de strekking ervan, worden
toegekend.
Tenzij de partijen anders zijn overeengekomen, en
voor zover de aard en de strekking ervan zich daartoe
lenen, gelden de bedingen van een raamcontract ook
voor de uitvoeringscontracten.
90
secundaire verbintenissen
• als ‘collorarium’ bij de hoofdverbintenissen
• Door rechtspraak en rechtsleer toegevoegd

91
verplichtingen aannemer
• uitvoeren binnen de overeengekomen termijn
– opletten hoe je de termijn overeenkomt!
– kan van datum tot datum, in zoveel
kalenderdagen, in zoveel werkdagen
– bij werkdagen: weerverlet, verlof…

92
verplichtingen aannemer
• uitvoeren als een goede vakman
– volgens de regels van de kunst (vb. Normen)
– beoordeeld door de rechter, op basis van dingen
als totale prijs en gevraagde afwerkingsgraad

• meestal: ‘vermoeden van bekwaamheid van


de aannemer’ genoemd

93
verplichtingen aannemer
• economisch wetboek!
• Art. VIII.1. Normen geven de regels van goed
vakmanschap weer die, op het ogenblik dat ze
worden aangenomen, gelden voor een
bepaald product, een bepaald procedé of een
bepaalde dienst.
• De naleving van de normen gebeurt op
vrijwillige basis, tenzij de naleving ervan is
opgelegd door een wettelijke, reglementaire
of contractuele bepaling. 94
verplichtingen aannemer
• daaraan gelinkt:
raadgevingsplicht/voorlichtingsplicht
– raad geven om dingen anders te doen
– voorbehoud formuleren
– eventueel weigeren iets uit te voeren dat tegen de
regels der kunst indruist

95
voorlichtingsplicht
De aannemer heeft er zich toe verbonden onder zijn verantwoordelijkheid het gebouw te
realiseren zoals dit ontworpen werd door de architect, zodat hij een resultaatverbintenis op
zich heeft genomen.
De opdrachtgevers moeten beschouwd worden als totale leken op het gebied van de bouw,
zodat zij alleen konden vertrouwen op de bekwaamheid van hun aannemer die hen het
gebruik van vooraf behandeld hout had moeten aanraden omdat gedrenkt hout alle kans op
bedreiging door boktors onmogelijk maakt.
Door niet gedrenkt hout te gebruiken en evenmin zijn cliënten te wijzen op het risico dat zij
daardoor liepen heeft de aannemer een ernstige fout begaan, en zo risico's genomen
waarvan hij vandaag de verantwoordelijkheid draagt.
Het al of niet bestaan van enige wettelijke verplichting ter zake is onbelangrijk vermits de
aannemer als specialist in de betrokken bouwsector, als een goede huisvader en zeer
voorzichtig had moeten optreden en nooit dergelijke risico's had mogen nemen.
Het blijkt trouwens uit het algemene bestek voor de uitvoering van privéwerken (en dit al in
de uitgave van 1970) dat alle timmerhout voor de verwerking behandeld moet worden met
een schimmel- en insectendodend product, volgens het procédé voorgeschreven in de STS 31
en uitgevoerd in een erkend drenkingsstation. Door een dergelijke zaak niet te doen heeft de
aannemer de goede regels van het vakmanschap niet gerespecteerd en dient hij dan ook
verantwoordelijk gesteld te worden voor de kwaliteit van de door hem geleverde materialen
Rechtbank Antwerpen, 3de Kamer, 15 februari 1989, Echtgenoten Moers t/ pvba Woonstijl., 96 T.
maar… overmacht
Een gerechtsdeskundige stelt in zijn verslag dat
de Belgische normen voor mortelsoorten
helemaal niet voldoen. In dat geval staat de
aannemer voor een geval van overmacht, zodat
bij m.b.t. de mortelsamenstelling, die aanleiding
gaf tot gevelschade bij vriesweer, geen concrete
fout beging
Kh Gent, 9 oktober 1991, T.G.R. 1992, 47, noot
Abbeloos, W.
97
voorlichtingsplicht
• houdt ook in GEEN werken uitvoeren
– waarvoor de nodige bouwvergunning niet
aanwezig is
– als er geen architect aangesteld is en dat wel zou
moeten

98
verplichtingen aannemer
• bewaren van goederen:
• Art. 1915. BW Bewaargeving in het algemeen
is een handeling waarbij men de zaak van een
ander aanneemt, onder verplichting om die te
bewaren en in natura terug te geven.

99
verplichtingen aannemer
• bewaren van goederen:
• Art. 1927. De bewaarnemer moet aan de
bewaring van de in bewaring gegeven zaak
dezelfde zorg besteden als hij aan de bewaring
van zijn eigen zaken besteedt.
• teruggeven = resultaatsverplichting!

100
verplichtingen aannemer
• bewaking van de werf
– aannemer krijgt meestal het meesterschap over
de werf => analoog met bewaargeving (maar niet
gelijk)

101
verplichtingen aannemer
• bewaking van de werf
In principe is de aannemer belast met de
werfpolitie. De aannemer is aansprakelijk voor de
werf (bv. ongevallen) indien geen andersluidende
contractuele clausule hem die opdracht niet
uitdrukkelijk ontneemt
Herbots, J.H., Delwide, F. en Lamine, L., Bijzonder
Kontrakten (1975-77), T.P.R., 1980, p. 661. Brussel 10
mei 1979, R.W. 1979-80, 1867.

102
verplichtingen aannemer
• bewaking van de werf
De algemene bewakingsplicht van een werf die de
hoofdaannemer op zich neemt, houdt de
verplichting tot beveiliging in.
De beveiligingsverplichting betekent niet dat de
hoofdaannemer moet instaan voor bewaking en
teruggave op eerste verzoek zoals in een
bewaargevingovereenkomst
Luik, 13 maart 1990, J.T. 1990, 595.

103
verplichtingen aannemer
• Bewaking van de werf: als je werken uitvoert in
een onderneming met personeel: toepassing
welzijnswet!
• moet alle veiligheidsvoorschriften van de
onderneming volgen (overdraagbaar)
• dit moet ook contractueel vastgelegd zijn (art.
9§2 welzijnswet)
• coördinatie- en samenwerkingsplicht (art. 10)
• mededelen van risico’s van de werken
104
tijdelijke en mobiele bouwplaatsen
• Bewaking van de werf bij tijdelijke en mobiele
bouwplaats: Hoofdstuk V welzijnswet + KB
• Ingevoerd omwille van EU richtlijn
• Vooral zorgen voor een goede coördinatie

105
tijdelijke en mobiele bouwplaatsen
Verplichte documenten:
• veiligheids- en gezondheidsplan
• coördinatiedagboek
• postinterventiedossier
• coördinatiestructuur (> 5000 MD of 2.5 Mo €)

106
tijdelijke en mobiele bouwplaatsen
Art. 50. Onverminderd de verplichtingen die zij hebben ingevolge andere bepalingen inzake het welzijn van
de werknemers bij de uitvoering van hun werk, passen de aannemers de algemene preventiebeginselen toe
bedoeld in artikel 5 van de wet, inzonderheid wat betreft :
1° het in goede orde en met voldoende bescherming van de gezondheid in stand houden van de
bouwplaats;
2° de keuze van de plaatsing van de werkplekken rekening houdend met de toegangsmogelijkheden tot de
werkplekken, en de vaststelling van verplaatsings- of verkeerswegen of -zones;
3° de voorwaarden van intern transport en interne behandeling van de materialen en het materieel;
4° het onderhoud, de controle vóór inbedrijfstelling en de periodieke controle van de installaties en
toestellen, ten einde gebreken te voorkomen die de veiligheid en gezondheid van werknemers in gevaar
kunnen brengen;
5° de afbakening en inrichting van zones voor definitieve en tussenopslag van verschillende materialen, in
het bijzonder wanneer het gaat om gevaarlijke materialen of stoffen;
6° de voorwaarden voor de verwijdering van gevaarlijke materialen;
7° de opslag en de verwijdering of afvoer van afval en puin;
8° de aanpassing van de daadwerkelijke duur van de verschillende soorten werken of werkfasen,
afhankelijk van de evolutie van de bouwplaats;
9° de samenwerking tussen de aannemers;
10° de wederzijdse inwerkingen met exploitatie- of andere activiteiten ter plaatse op, of in de nabijheid
van, de bouwplaats.
Hiertoe passen zij de voorschriften toe bedoeld in de bijlage III, voor zover er geen specifieke of strengere107
bepalingen zijn die zijn vastgesteld in uitvoering van de wet.
tijdelijke en mobiele bouwplaatsen
Art. 51. In geval van gelijktijdige of achtereenvolgende
aanwezigheid op eenzelfde bouwplaats van minstens twee
aannemers, met inbegrip van de zelfstandigen, moeten deze
samenwerken bij de uitvoering van de maatregelen inzake het
welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
Rekening houdend met de aard van de activiteiten,
coördineren de aannemers hun optreden met het oog op de
voorkoming van en de bescherming tegen beroepsrisico's.
Wanneer het gaat om werkgevers moeten deze hun
respectievelijke werknemers en hun vertegenwoordigers over
deze risico's en de preventiemaatregelen inlichten.

108
verbintenissen?
• Art. 1710 BW. Huur van werk is een contract
waarbij de ene partij zich verbindt om iets
voor de andere te verrichten, tegen betaling
van een tussen hen bedongen prijs.

109
verplichtingen opdrachtgever
• alle inlichtingen verschaffen die van belang
zijn
• de werf voorbereiden
zodat de aannemer de werken zo economisch en
rationeel mogelijk kan uitvoeren

110
verplichtingen opdrachtgever
• administratieve vergunningen en
documenten:
– zorgen voor een bouwvergunning!
– tenzij dit deel gemaakt is van de opdracht van de
aannemer of de architect

111
verplichtingen opdrachtgever
• zorgen dat het terrein ter beschikking is (bvb.
laten afpalen door de landmeter)
• zorgen dat er nutsvoorzieningen zijn
(werfkast, generator, water…)

112
verplichtingen opdrachtgever
• toegang tot de werf verlenen
• betalen volgens de in het contract opgenomen
schijven

113
verplichtingen opdrachtgever
• ook informeren!
– wat het budget is
– als de in uitvoering zijnde werken het budget
dreigen te overstijgen

114
verplichtingen opdrachtgever
• Coördinatie
– afstemming van verschillende werken onderling
– tenzij opgedragen aan aannemer of architect

• De werken aanvaarden indien ze klaar zijn

115
Verloop

totstandkoming uitvoering
contract beëindiging

116
verbintenissen?
• Art. 1710 BW. Huur van werk is een contract
waarbij de ene partij zich verbindt om iets
voor de andere te verrichten, tegen betaling
van een tussen hen bedongen prijs.

117
Einde overeenkomst
• uitvoering en betaling met aanvaarding van
werken en prijs
Of
Onderafdeling 1. Gronden van tenietgaan
Art. 5.112. Opsomming
Het contract eindigt:
1° door het tenietgaan van de verbintenissen die uit het contract zijn ontstaan
overeenkomstig artikel 5.244;
2° door de gerechtelijke of buitengerechtelijke nietigverklaring ervan overeenkomstig
artikel 5.59;
3° door de opzegging ervan in onderlinge overeenstemming overeenkomstig artikel 5.70,
eerste lid;
4° door de eenzijdige opzegging ervan overeenkomstig de artikelen 5.70, tweede lid, 5.75
en 5.76;
5° door de gerechtelijke of buitengerechtelijke ontbinding ervan wegens niet-nakoming
overeenkomstig artikel 5.90;
6° door de definitieve onmogelijkheid tot nakoming overeenkomstig artikel 5.100;
Einde overeenkomst
• uitvoering en betaling met aanvaarding van
werken en prijs
Of
Onderafdeling 1. Gronden van tenietgaan
Art. 5.112. Opsomming
Het contract eindigt:
1° door het tenietgaan van de verbintenissen die uit het contract zijn ontstaan
overeenkomstig artikel 5.244;
2° door de gerechtelijke of buitengerechtelijke nietigverklaring ervan overeenkomstig
artikel 5.59;
3° door de opzegging ervan in onderlinge overeenstemming overeenkomstig artikel 5.70,
eerste lid;
4° door de eenzijdige opzegging ervan overeenkomstig de artikelen 5.70, tweede lid, 5.75
en 5.76;
5° door de gerechtelijke of buitengerechtelijke ontbinding ervan wegens niet-nakoming
overeenkomstig artikel 5.90;
6° door de definitieve onmogelijkheid tot nakoming overeenkomstig artikel 5.100;
Nietigheid
• absolute nietigheid: contract heeft nooit
bestaan
• Quid reeds uitgevoerde werken?
– meerdere meningen
– grootste strekking: onverschuldigde betaling: te
vergoeden indien je er een nut aan hebt
– Zie nieuw BW
Einde overeenkomst
• uitvoering en betaling met aanvaarding van
werken en prijs
Of
Onderafdeling 1. Gronden van tenietgaan
Art. 5.112. Opsomming
Het contract eindigt:
1° door het tenietgaan van de verbintenissen die uit het contract zijn ontstaan
overeenkomstig artikel 5.244;
2° door de gerechtelijke of buitengerechtelijke nietigverklaring ervan overeenkomstig
artikel 5.59;
3° door de opzegging ervan in onderlinge overeenstemming overeenkomstig artikel 5.70,
eerste lid;
4° door de eenzijdige opzegging ervan overeenkomstig de artikelen 5.70, tweede lid,
5.75 en 5.76;
5° door de gerechtelijke of buitengerechtelijke ontbinding ervan wegens niet-nakoming
overeenkomstig artikel 5.90;
6° door de definitieve onmogelijkheid tot nakoming overeenkomstig artikel 5.100;
Art. 5.226. Overmacht
• § 1. Er is sprake van overmacht in geval van ontoerekenbare
onmogelijkheid voor de schuldenaar om zijn verbintenis na te
komen. Hierbij wordt rekening gehouden met het onvoorzienbaar en
het onvermijdbaar karakter van het beletsel tot nakoming.
De schuldenaar is bevrijd indien de nakoming van de
verbintenis blijvend onmogelijk is geworden door de overmacht.
De nakoming van de verbintenis is opgeschort voor de duur van de
tijdelijke onmogelijkheid.
§ 2. Zodra de schuldenaar kennis heeft of behoort te hebben van een
oorzaak van onmogelijkheid tot nakoming, dient hij de schuldeiser
hiervan binnen een redelijke termijn op de hoogte te brengen.
Komt de schuldenaar aan deze verplichting te kort, is hij gehouden
tot het herstel van de schade die hiervan het gevolg is.
einde overeenkomst
• Art. 1795 BW. Huur van werk wordt ontbonden door
de dood van de werkman, de architect of de
aannemer.

• Art. 1796 BW. Maar de eigenaar is gehouden aan hun


nalatenschap de waarde van het gedane werk en die
van de in gereedheid gebrachte bouwstoffen te
betalen, naar evenredigheid van de bij de
overeenkomst bedongen prijs, doch alleen indien die
werken of die bouwstoffen hem van nut kunnen zijn.
einde overeenkomst
• overlijden <> faillissement
• curator kan wel kiezen voor verbreking van het
contract
Einde overeenkomst
• uitvoering en betaling met aanvaarding van
werken en prijs
Of
Onderafdeling 1. Gronden van tenietgaan
Art. 5.112. Opsomming
Het contract eindigt:
1° door het tenietgaan van de verbintenissen die uit het contract zijn ontstaan
overeenkomstig artikel 5.244;
2° door de gerechtelijke of buitengerechtelijke nietigverklaring ervan overeenkomstig
artikel 5.59;
3° door de opzegging ervan in onderlinge overeenstemming overeenkomstig artikel 5.70,
eerste lid;
4° door de eenzijdige opzegging ervan overeenkomstig de artikelen 5.70, tweede lid,
5.75 en 5.76;
5° door de gerechtelijke of buitengerechtelijke ontbinding ervan wegens niet-nakoming
overeenkomstig artikel 5.90;
6° door de definitieve onmogelijkheid tot nakoming overeenkomstig artikel 5.100;
Eenzijdige verbreking
• Art. 1794 BW. De opdrachtgever kan de aanneming
tegen vaste prijs door zijn enkele wil verbreken, ook
al is het werk reeds begonnen, mits hij de aannemer
schadeloos stelt voor al zijn uitgaven, al zijn arbeid,
en alles wat hij bij die aanneming had kunnen
winnen.

• Suppletief: Bepaal vooraf wat ‘had kunnen winnen’ is.


(geen marginale toetsing via art. 1231 wegens geen
contractuele fout)
Einde overeenkomst
• uitvoering en betaling met aanvaarding van
werken en prijs
Of
Onderafdeling 1. Gronden van tenietgaan
Art. 5.112. Opsomming
Het contract eindigt:
1° door het tenietgaan van de verbintenissen die uit het contract zijn ontstaan
overeenkomstig artikel 5.244;
2° door de gerechtelijke of buitengerechtelijke nietigverklaring ervan overeenkomstig
artikel 5.59;
3° door de opzegging ervan in onderlinge overeenstemming overeenkomstig artikel
5.70, eerste lid;
4° door de eenzijdige opzegging ervan overeenkomstig de artikelen 5.70, tweede lid, 5.75
en 5.76;
5° door de gerechtelijke of buitengerechtelijke ontbinding ervan wegens niet-nakoming
overeenkomstig artikel 5.90;
6° door de definitieve onmogelijkheid tot nakoming overeenkomstig artikel 5.100;
Einde overeenkomst
• uitvoering en betaling met aanvaarding van
werken en prijs
Of
Onderafdeling 1. Gronden van tenietgaan
Art. 5.112. Opsomming
Het contract eindigt:
1° door het tenietgaan van de verbintenissen die uit het contract zijn ontstaan
overeenkomstig artikel 5.244;
2° door de gerechtelijke of buitengerechtelijke nietigverklaring ervan overeenkomstig
artikel 5.59;
3° door de opzegging ervan in onderlinge overeenstemming overeenkomstig artikel 5.70,
eerste lid;
4° door de eenzijdige opzegging ervan overeenkomstig de artikelen 5.70, tweede lid, 5.75
en 5.76;
5° door de gerechtelijke of buitengerechtelijke ontbinding ervan wegens niet-nakoming
overeenkomstig artikel 5.90;
6° door de definitieve onmogelijkheid tot nakoming overeenkomstig artikel 5.100;
aannemingsovereenkomst

totstandkoming uitvoering
contract beëindiging

129
aannemingsovereenkomst

totstandkoming uitvoering
contract beëindiging

130
einde van de overeenkomst
Ofwel: ‘de oplevering’

Vaststellen dat de verbintenissen zijn


nagekomen zodat het contract als uitgevoerd
kan worden geschouwd

131
gemeen recht
• slechts zijdelingse vermelding:
– Art. 1788 BW. Ingeval de werkman de stof
verstrekt en de zaak op welke wijze ook teniet
gaat voordat zij geleverd is, komt het verlies voor
rekening van de werkman, tenzij de opdrachtgever
in gebreke was om de zaak te ontvangen.

132
gemeen recht
• slechts zijdelingse vermelding:
– Art. 1791 BW. Wanneer een werk bij het stuk of
bij de maat vervaardigd wordt, kan de
goedkeuring ervan bij gedeelten geschieden; zij
wordt geacht te zijn gedaan voor al de betaalde
gedeelten, indien de opdrachtgever de werkman
telkens betaalt naar verhouding van hetgeen is
afgewerkt.

133
einde van de overeenkomst
3 onderdelen:
• voltooiing van de werken
• levering/in ontvangst neming
• aanvaarding

134
voltooiing van de werken
• puur een feitenkwestie
• vanaf dan kan de aannemer overgaan tot de
levering van de werken
• vanaf dan moet de opdrachtgever in ontvangst
nemen binnen een redelijke termijn

135
levering/in ontvangst nemen
• moment waarop gecontroleerd wordt of aan
de uitvoeringstermijn is voldaan
• de opdrachtgever heeft de gelegenheid om te
beoordelen of het werk voldoet aan de eisen
=> zie wilsovereenstemming!

136
aanvaarding
• eenzijdige rechtshandeling van de
opdrachtgever
• waarbij hij bevestigt dat geleverde goed in
overeenstemming is met het voorwerp van de
overeenkomst
• dekt dus de zichtbare gebreken
• algemeen: inontvangstneming zonder
voorbehoud is aanvaarding

137
in de bouw…
• gebouw is complex
• zeer veel gebreken kunnen niet zomaar
onmiddellijk worden vastgesteld
• maar vergen een zeker gebruik (vb.
deugdelijkheid van deurbeslag)

138
daarom: opsplitsen
• langere termijn tussen in ontvangstneming en
aanvaarding
• gemeenzaam: ‘voorlopige en definitieve
oplevering’
• let op: termen worden gebruikt in zeer
verschillende situaties
=> betekenis hangt af van de wil der partijen!

139
langere termijn
• meestal een jaar
• in navolging van bijzondere wetgeving
• vb. woningbouwwet:
Art. 9. De eindoplevering van het werk mag niet
geschieden dan na verloop van een jaar sedert de
voorlopige oplevering, met dien verstande dat de
eindoplevering van de gemeenschappelijke gedeelten,
met inbegrip van de toegangen, reeds heeft
plaatsgehad, zodat een normale bewoonbaarheid
verzekerd is.
140
voltooiing van de werken
• pure feitenkwestie
• normaal beoordeeld door de aannemer
• kan door de rechter worden vastgesteld

141
levering/in ontvangst neming
• kan niet geweigerd worden omwille van
slechts kleine
tekortkomingen/onvolmaaktheden (ter
goeder trouw/rechtsmisbruik)
• indien het geleverde goed zijn functie kan
vervullen
• kan voor de rechter worden gevraagd, zelfs in
kortgeding

142
levering/in ontvangst neming
• meestal zeer goed gedocumenteerd
• meestal met tegensprekelijk plaatsbezoek
• kan stilzwijgend

143
aanvaarding
• in principe zonder formalisme
• kan dus ook stilzwijgend
• zelfs als schriftelijke aanvaarding was
bedongen
• TENZIJ uitdrukkelijk uitgesloten

144
aanvaarding
• moet ondubbelzinnig blijken, vb. uit:
– betaling van het saldo zonder voorbehoud
– ingebruikname
– verder verwerking of afwerking
– vrijgeven van de zekerheden
– protestloos ontvangen van een factuur
– protestloos in ontvangst nemen
– stilzwijgen

145
aanvaarding
• ook deze kan door de rechter worden gedaan
• oordeelt soeverein, is een feitenkwestie

146
Onderaanneming
Wat?
• Het uitbesteden aan een derde onder de vorm
van een aannemingsovereenkomst van een
deel van de taken die je als aannemer op je
neemt in een aannemingsovereenkomst.
nochtans…
• Art. 5.196. Betaling door een derde
De betaling kan worden gedaan door eenieder die belang
heeft bij de verbintenis, zoals een borg.
Zij kan zelfs worden gedaan door een derde die geen
belang heeft bij de verbintenis. De schuldeiser heeft in
dat geval evenwel het recht om de betaling te weigeren
indien hij zich beroept op een wettige reden die
voortvloeit uit het belang dat de verbintenis, gelet op de
aard of strekking ervan, wordt nagekomen door de
schuldenaar zelf, of uit het belang dat zij niet wordt
nagekomen door een welbepaalde derde.
nochtans…
• In principe is de aannemingsovereenkomst
‘intuitu personae’
• toch wordt algemeen aanvaard dat de
aannemer het recht heeft beroep te doen op
onderaannemers
• tenzij uitdrukkelijk anders vermeld in het
contract
eventueel
• opdrachtgever kan zich recht voorbehouden
onderaannemers goed te keuren
• opletten niet tegen de wil van de aannemer in
te gaan bij keuze => zou kunnen
geherkwalificeerd worden als
nevenaanneming
onderaanneming vs nevenaannmeing
• onderaanneming: de hoofdaannemer is
verantwoordelijk voor de coördinatie
• nevenaanneming: de opdrachtgever is
verantwoordelijk voor de coördinatie
ondergeschikt maar niet onder toezicht
• anders geen aanneming
• wel: controle en coördinatie
vormeisen
• in principe zelfde als bij aanneming:
– Consensueel!

• Omwille van alle gevoeligheden: best


schriftelijk
zelfstandig contract
• onafhankelijk van hoofdaanneming
• tenzij bedongen ‘transparantie’
– vb. opschortende voorw. bestaan hoofdaann.
– alternatief: contractbelofte of offerte
gevolgen zelfstandigheid
• Bestek niet noodzakelijk hetzelfde tenzij
uitdrukkelijk naar verwezen voor technische
uitvoering
• termijn, boete clausules, prijsherzieningen,
opleveringsprocedures, arbitrage clausules…
– allemaal niet van toepassing tenzij…
• deskundigenonderzoek moet ook
tegensprekelijk aan onderaannemer gebeuren
gevolgen voor partijen
• Art. 5.103. Relativiteit en tegenwerpelijkheid
• Het contract doet enkel tussen partijen
verbintenis- sen ontstaan. Derden kunnen
slechts de nakoming van een contractuele
verbintenis vorderen indien de wet dat bepaalt
en in het geval bedoeld in artikel 5.107.
• Derden dienen het bestaan van een contract als
feit te erkennen en mogen het bestaan ervan in
hun voordeel inroepen.
Art. 5.242. Zijdelingse vordering
• Bij stilzitten van de schuldenaar kan de
schuldeiser die over een zekere en opeisbare
schuldvordering be- schikt alle rechten en
vorderingen van de schuldenaar, in diens
naam en voor diens rekening, uitoefenen, met
uitzondering van die welke uitsluitend aan de
persoon verbonden zijn.
Art. 5.243. Pauliaanse vordering
De schuldeiser kan in eigen naam opkomen tegen de
rechtshandelingen van de schuldenaar gesteld met bedrieglijke
miskenning van zijn verhaalsrechten op voorwaarde dat de
schuldvordering vóór de aangevochten rechtshandeling is ontstaan.
Werd de rechtshandeling gesteld onder bezwarende titel dan dient
de schuldeiser het bewijs te leveren dat de derde wist of behoorde te
weten dat deze handeling de schuldeisers van deze schuldenaar zou
benadelen.
Deze vordering leidt tot de niet-tegenwerpelijkheid van de
rechtshandeling aan de schuldeiser, onverminderd herstel van de
schade indien daartoe grond bestaat.
Deze vordering kan geen afbreuk doen aan de bescher- ming van de
derde-verkrijger overeenkomstig boek 3.
Bescherming onderaannemer
• Art. 1798 BW. <W 19-02-1990, art. 2> Metselaars,
timmerlieden, arbeiders, vaklui en onderaannemers
gebezigd bij het oprichten van een gebouw of voor
andere werken die bij aanneming zijn uitgevoerd,
hebben tegen de bouwheer een rechtstreekse
vordering ten belope van hetgeen deze aan de
aannemer verschuldigd is op het ogenblik dat hun
rechtsvordering word ingesteld.
• De onderaannemer wordt als aannemer en de
aannemer als bouwheer beschouwd ten opzichte van
de eigen onderaannemers van de eerstgenoemde.
Rechtstreekse vordering:
juridisch karakter
• Is een wettelijke zekerheid
• is van dwingend recht
Rechtstreekse vordering: gevolgen
• onderaannemer kan betaling eisen van
opdrachtgever voor zover deze de
hoofdaannemer nog iets verschuldigd is
• doorbreekt isolement
onderaannemingscontract
Rechtstreekse vordering: gevolgen
• NIET: rechtstreekse vorderingen van onder-
onderaannemers naar opdrachtgever
Rechtstreekse vordering:
praktisch hoe?
• Hof van Cassatie (2005 en 2011): niet
onderworpen aan vormvoorschriften
• onderaannemer heeft dus de keuze aan wie
hij betaling eist
Rechtstreekse vordering: praktisch
• Enkel de schulvordering tov hoofdaannemer
die tot de werf van de opdrachtgever behoort
• wel ten belope van de gehele schuldvordering
van de hoofdaannemer op de opdrachtgever
Rechtstreekse vordering: praktisch
• schuldvordering hoeft nog niet opeisbaar te
zijn, wel zeker
• opdrachtgever kan alle excepties en
verweermiddelen opwerpen die hij tegen
hoofdaannemer kan opwerpen
– vb. exeptio non adimpleti contractus
– vb. derdenbeslag
– vb. schuldvergelijking
• VOOR rechtstreekse vordering
Rechtstreekse vordering: praktisch
• bij meerdere rechtstreekse vorderingen en
onvoldoende schuldvordering: verdelen
• niet meer mogelijk na uitspraak faillissement
– WEL: voorrecht in hypotheekwet
voorrecht onderaannemer
• art 20, 12° Hyp.W (gedurende vijf jaar vanaf de datum van
de factuur, de schuldvordering die de onderaannemer
tegenover zijn medecontractant-aannemer heeft wegens
werken die hij aan het gebouw van de bouwheer heeft
uitgevoerd of laten uitvoeren, op de schuldvordering die
deze medecontractant-aannemer wegens dezelfde
aanneming heeft tegenover de bouwheer.
• De onderaannemer wordt als aannemer en de aannemer
als bouwheer beschouwd ten opzichte van de eigen
onderaannemers van de eerstgenoemde.) <W 1990-02-
19/32, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 03-04-1990>
voorrecht
• is geen rechtstreekse vordering, wikkelt zich af
in het vermogen van de hoofdaannemer
• moet bvb. rekening houden met de rangorde
– Art. 21 Hyp.W. De gerechtskosten gaan boven alle
schuldvorderingen ten behoeve waarvan zij zijn
gemaakt.
– Art. 26 Hyp.W. De bijzondere voorrechten
hebben de voorrang boven de overige algemene
voorrechten.
Back to the future?
• https://www.youtube.com/watch?v=ZE2HxTm
xfrI

170

You might also like