5 Raamwerken

Overzicht

Raamwerken ontstaan door de vereniging

van balken en kolommen

1) Standzekerheid
2) Evenwicht en krachtenspel
3) Stabiliteit

1
 2 Standzekerheid van raamwerken
P A B A B

Probleem: scharnierende
a b koppeling leidt (vaak)
C D C D tot mechanisme
Remedies ?
AA BB AA BB
1) Inklemmen kolomvoet
cc dd 2) Schoren spantregel
CC DD CC DD
3) Triangulatie
A B P A B 4) Momentstijve
A B P A B
knoopverbinding
e f

C D C D
3

Stijve knoopverbinding
ϕ
Mu
A

ϕ ϕ

Figuur 2: stijve knoop

Relatief recent: halfstarre knoopverbindingen

-transfer krachtenkoppel mogelijk
- hoek blijft niet bewaard
- complexe berekeningen 4

2
 3 Evenwicht van en krachtenspel in raamwerken
3.1 Algemeen

Statisch evenwicht moet altijd vervuld kunnen worden

2D 3 vergelijkingen

Evenwicht moet gelden

- voor het raamwerk in zijn geheel
- voor ieder onderdeel ervan

Mu Vu Voor ieder
onderdeel:
A B C
Hu - Knopen
D E F - Delen van raamwerk
1 1

G
a H
Mu M AB V AB Mu Vu

A N AB A B C
M AD Hu
V AD D E F
b V DG V FH
N AD
M DG M FH
N DG
c N FH
6

3
 3.2 Verticale, gelijkmatige belasting van de spantregel
EI b h
ρ= . 1) Begrijp de getekende
l EI k vervormde stand van het raam
p
2) Reacties
B C YA + YD = pl
-ϕ EIb , l ϕ
-ϕ ϕ symmetrie
pl
YA = YD =
EIk 2
h
C A = C D (fysische zin )
XA A XD D
Momentenevenwicht in orde:
CA YA CD YD
p ⋅ l2
M A = YD ⋅ l − + CD − CA = 0
2
7

MCD VCD
B C C
-ϕ EIb , l ϕ +
-ϕ ϕ

EIk _
h E

_
XA A XD D D
MDC VDC
CA YA CD YD

M CD − M DC
2) Reacties … vervolg VCD = − → XD
h
XA + XD = 0
Onderlinge waarde?
3) Spanningsresultanten
8

4
 MCD VCD
B C C
-ϕ EIb , l ϕ +
-ϕ ϕ

EIk _
h E

_
XA A XD D D
MDC VDC
CA YA CD YD stijve knoop
C
a) MOHR DC raaklijn
ϕD = 0 MCD = -2MDC
elastica
MCD = fie(ϕ)
b) MOHR BC M CB M CD
(fysische zin)
MCB = fie(ϕ)
9

1 pl 2 1 pl 2 M bekend
. - - .
2+ρ 6 2+ρ 6
V bekend
+
- +
1 pl 2
VAB = .
2 + ρ 4h
Stijfheidsverhouding!
1 pl 2
EI b h VCD = − .
ρ= . 2 + ρ 4h
l EI k

+ 1 pl 2 1 pl 2 -
. .
2 + ρ 12 2 + ρ 12
Logisch:
Figuur 6: buigende momentenverdeling
HE spantregel
p
voldaan

VBA VCD
Figuur 7 10

5
 V bekend (meestal) N bekend

B C NCB C
-ϕ EIb , l ϕ
-ϕ ϕ
VCB
VCD
EIk
h
Figuur 8 NCD
XA A XD D

CA YA CD YD

11

3.3 Horizontale kracht ter hoogte van de spantregel

H B B’ EbIb , l C C’

ϕB B’ EI =∞ C’
EkIk

h
Figuur 10

A D
XA A XD D

CA YA CD YD

Begrijp de getekende vervorming van het raam

Uitbuigingslijn spantregel puntsymmetrisch
Uitbuigingslijnen kolommen identiek
zelfde M zelfde V XA = XD = - H/2
12

6
 MBC +
Spankrachtenverdeling ?
- MCB
MBA H B B’ EbIb , l C C’

+ ϕB

EkIk

- XA A XD D
MAB
CA YA CD YD
MOHR BC MBC = fie(ϕ)
Greene AB f(MAB, MBA, ϕ) = 0
VAB = – (MBA – MAB)/h = -H/2
MBA = MBC 13

3ρ 3ρ
.hH .hH
2(1 + 6ρ) - 2(1 + 6ρ)
+ +
H B
+ NBC
VBC
EI h
ρ =Figuurb 11
.
l EI k VBA
NBA
- - Figuur 12

1 + 3ρ 1 + 3ρ
.hH .hH
2(1 + 6ρ) 2(1 + 6ρ)

M bekend V bekend N bekend

14

7
 3.4 Verdere kanttekeningen betreffende de
symmetrie

15

4 Stabiliteit van raamwerken

4.1 Knikformule van Euler

P P
π 2 ⋅ EI
Pcr =
A A h 2k
hk = kniklengte
EI h C = afstand tussen twee opeenvolgende
buigpunten van de knikvorm
a b
= fie (randvoorwaarden)
B B
0 2 4 6
π 2 ⋅ EI 4 ⋅ π 2 ⋅ EI
Pcr = =
2
h h2
knikvorm  
2
16

8
 Raamwerken:
4π 2 EI Liggeruiteinden bieden verzet tegen
π 2 EI Pcr =
Pcr = h2 de verdraaiing van de kolomkoppen
4h 2
h
h k = 2h hk = bepalen mede de
2
randvoorwaarden en terzelfder tijd
de kniksterkte van die kolommen.
Dit is waar voor schrankende en niet
schrankende raamwerken
Niet schrankend: spantregels
bewegen niet horizontaal (schoring)
π 2 EI π 2 EI
Pcr = 2,04 Pcr =
h2 h2
h k = 0,7h hk = h

17

4.2 Tweezijdig ingeklemd portaal

P P
4.2.1 Schranken
EIb , l

EI
Pcr = λ cr . 2k
h
EIk
h
EI b h ρ 0 1 2 10 ∞
ρ= .
l EI k λcr 2,5 7,44 8,52 9,67 10

π 2 EI k EI
ρ = 0 → Pcr = . ≈ 2,5 k
2
Pcr =
π2 EI 4 h h2
2
π2 EIh
Pcr h= = h
k 4h 2
EI k EI k
=
h k 2h ρ = ∞ → Pcr = π 2 . ≈ 9,87
h2 h2

18

9
 4.2.2 Spiegelsymmetrische knikvorm bij
P P
geschoorde raamwerken
EI
EIl , l Pcr = λ cr . 2k
h
EIk ρ 0 1 2 10 ∞
EI b h
h ρ= . λcr 21 26,15 29,51 37,87 42
l EI k
π2 EI k EI k
Figuur 17 ρ = 0 → Pcr = . = 20,14
2 2
(0,7) h h2
π2 EI
Pcr =42π,04
2
EI 2 EI k EI k
Pcr = h ρ = ∞ → Pcr = 4π 2 . = 39,48
2
h k = 0,h7h 2
h h h2
hk =
2

19

10