You are on page 1of 65

Thema 14

Wetboek van
Strafrecht
Inhoud en en opbouw Wetboek van
Strafrecht
Inhoud en en opbouw Wetboek van
Strafrecht | 1
Twee wetboeken
Strafrecht is vastgelegd in twee wetboeken:

Wetboek van Strafrecht


Strafrecht
Wetboek van Strafvordering
Inhoud en en opbouw Wetboek van
Strafrecht | 2
Inhoud Wetboek van Strafrecht

• Wat is strafbaar?
• Welke maximale straf is op een strafbare gedraging van toepassing?
• Wie is strafbaar?

Wetboek van strafrecht


Inhoud en en opbouw Wetboek van
Strafrecht | 3
Drie boeken in Wetboek van Strafrecht

1. Algemene bepalingen
2. Misdrijven
3. Overtredingen
Inhoud en en opbouw Wetboek van
Strafrecht | 4
Algemene bepalingen voor examen beveiliger
• strafbare feiten
• opzet en schuld
• strafuitsluitingsgronden
• poging
• daders
• medeplichtige
Inhouden en opbouw Wetboek van
Strafrecht | 5
Misdrijven voor examen beveiliger
mishandeling bedreiging
zware mishandeling terroristisch misdrijf
vernieling diefstal
openlijke geweldpleging verduistering
huisvredebreuk verduistering in dienstbetrekking
lokaalvredebreuk ambts- of beroepsgeheim
opzettelijke brandstichting schending bedrijfsgeheim
brand door schuld
Inhouden en opbouw Wetboek van
Strafrecht | 6
Overtredingen voor examen beveiliger
• verboden toegang
• weigeren hulpbetoon
• nalaten van hulp
Inhouden en opbouw Wetboek van
Strafrecht | 7
Strafbare feiten
Een strafbaar feit is een gedraging, handeling of nalatigheid die strafbaar is.

Overtredingen
(niet zo ernstige strafbare feiten)
Strafbare feiten

Misdrijven
(ernstige strafbare feiten)
Opzet en schuld
Opzet en schuld | 1

Schuld in ruime zin


Bij schuld in ruime zin is niet altijd sprake van opzet:
Opzet en schuld | 2

Opzet
Willens en wetens iets doen wat verboden is of nalaten wat geboden is.
Opzet en schuld | 3

Schuld in enge zin


Geen opzet; wel ernstig verwijtbaar gedrag:
• grove onvoorzichtigheid
• grove nalatigheid
• grove onachtzaamheid
• gebrek aan voorzorg
Poging
Poging | 1

Poging (in strafrecht)


Proberen een strafbaar feit te plegen.

strafbare poging
Poging
niet-strafbare poging
Poging | 2

Kenmerken strafbare poging


• verdachte probeerde een misdrijf te begaan
• er zijn uitvoerende handelingen verricht
• tegen de wil van verdachte is uitvoering mislukt
Poging | 3

Kenmerken niet-strafbare poging


• verdachte stopt uit vrije wil met poging misdrijf te begaan of
• verdachte deed poging tot overtreding of
• verdachte deed poging tot eenvoudige mishandeling.
Daders en medeplichtigen
Daders en medeplichtigen | 1

Soorten daders
Daders en medeplichtigen | 2

Pleger

Dader die een strafbaar feit alleen heeft uitgevoerd.


Daders en medeplichtigen | 3

Medepleger
• Dader die een strafbaar feit met een of meer anderen heeft uitgevoerd.
• Elke medepleger heeft uitvoeringshandelingen verricht.
Daders en medeplichtigen | 4

Doen pleger
• Twee daders:
- intellectuele dader (bedenker strafbare feit)
- materiële dader (uitvoerder strafbare feit)
• De intellectuele dader wordt gestraft.
• De materiële dader wordt niet gestraft.
Daders en medeplichtigen | 5

Uitlokker
• Twee daders:
- intellectuele dader (bedenker strafbare feit)
- materiële dader (uitvoerder strafbare feit)
• De intellectuele dader heeft de materiële dader uitgelokt opzettelijk een strafbaar
feit te plegen.
• Beide daders worden gestraft.
Daders en medeplichtigen | 6

Medeplichtige
• helpt bij uitvoeren misdrijf
• voert geen uitvoeringshandelingen uit
• medeplichtig aan overtreding, niet strafbaar
• wordt niet zo zwaar gestraft als dader
Strafuitsluitingsgronden
Strafuitsluitingsgronden | 1

Strafuitsluitingsgrond
Een goede reden om een dader van een strafbaar feit niet te straffen.

Kenmerken
• plegen van strafbaar feit is bewezen
• goede reden om niet te straffen
• verdachte wordt niet gestraft
Strafuitsluitingsgronden | 2

Strafuitsluitingsgronden voor examen beveiliger


• ontoerekeningsvatbaarheid
• overmacht
• noodweer en noodweerexces
• uitvoering wettelijk voorschrift
• uitvoering bevoegd gegeven ambtelijk bevel
Strafuitsluitingsgronden | 3

Ontoerekeningsvatbaarheid
Een strafbaar feit begaan terwijl er sprake is van een:
• psychische stoornis of
• psychogeriatrische aandoening of
• aangeboren of op latere leeftijd ontstane verstandelijke handicap
Strafuitsluitingsgronden | 4

Overmacht
Een strafbaar feit begaan door een drang waaraan redelijkerwijs geen weerstand kan
worden geboden.
Strafuitsluitingsgronden | 5

Noodweer
Een strafbaar feit begaan omdat het noodzakelijk was zichzelf, iemand anders of
goederen te beschermen tegen een onmiddellijke aanval.

Voorwaarden voor noodweer


• De aanval moet zijn begonnen en niet gestopt.
• De aanval moet in strijd zijn met de wet.
• Er mag niet meer geweld zijn gebruikt dan noodzakelijk was.
Strafuitsluitingsgronden | 6

Noodweerexces
• Een strafbaar feit begaan omdat het noodzakelijk was zichzelf, iemand anders of
goederen te beschermen tegen een onmiddellijke aanval.
• Er is meer geweld gebruikt dan noodzakelijk was.

Voorwaarden voor noodweerexces


De dader moet gevoelens hebben ervaren zoals: angst, radeloosheid, blinde woede of
paniek.
Strafuitsluitingsgronden | 7

Uitvoering wettelijk voorschrift

Een strafbaar feit begaan terwijl een wettelijk voorschrift wordt nageleefd.
Strafuitsluitingsgronden | 8

Uitvoering bevoegd gegeven ambtelijk bevel


Een strafbaar feit begaan terwijl een ambtelijk bevel wordt nageleefd.

Voorwaarden voor uitvoering bevoegd gegeven ambtelijk bevel


• Het bevel moet zijn gegeven door iemand die daarvoor bevoegd is.
• Er was een situatie waarin het noodzakelijk was het bevel te geven.
Bedreiging
Bedreiging | 1

strafbare bedreigingen
Bedreiging
niet-strafbare bedreigingen
Bedreiging | 2

Strafbare bedreigingen

• Alleen bedreigingen die in artikel 285 worden genoemd, zijn strafbaar.


• Bij de bedreigde moet een redelijke vrees ontstaan dat de bedreiging wordt
uitgevoerd.
• Er moet met opzet zijn bedreigd.

Artikel 285 Wetboek van Strafrecht


Bedreiging | 3

Niet strafbare bedreigingen

Alle bedreigingen die niet in artikel 285 worden genoemd.


Diefstal I Verduistering I Verduistering in
dienstbetrekking
Diefstal – Verduistering – Verduistering in
dienstbetrekking | 1

Diefstal
Artikel 310 Wetboek van Strafrecht

Oogmerk = met de opzettelijke bedoeling


Wederrechtelijk = het is in een wetsartikel verboden
Strafbaar = wegnemen wat geheel of gedeeltelijk aan een ander
toebehoort.
Diefstal – Verduistering – Verduistering in
dienstbetrekking | 2

Verduistering
Artikel 321 Wetboek van Strafrecht

Enig goed = tastbare roerende goederen.


Strafbaar = opzettelijk een goed toe-eigenen wat geheel of gedeeltelijk aan

een ander toebehoort. Er is geen sprake van diefstal.


Diefstal – Verduistering – Verduistering in
dienstbetrekking | 3

Verduistering in dienstbetrekking
Artikel 322 Wetboek van Strafrecht

Het goed = tastbare roerende goederen.


Strafbaar = opzettelijk een goed toe-eigenen wat iemand in verband met
dienstbetrekking of beroep al onder zich heeft. Er is geen sprake
van diefstal.
Huisvredebreuk I Lokaalvredebreuk I
Verboden toegang
Huisvredebreuk - Lokaalvredebreuk -
Verboden toegang | 1

Huisvredebreuk
Artikel 138 Wetboek van Strafrecht

Waar? Woningen – besloten lokalen – besloten erven.

Wanneer strafbaar? Verdachte weet dat hij op een bepaalde plaats niet mag zijn,
maar weigert na vordering te vertrekken.
Huisvredebreuk - Lokaalvredebreuk -
Verboden toegang | 2

Lokaalvredebreuk
Artikel 139 Wetboek van Strafrecht

Waar? Gebouwen in gebruik van de overheid.

Wanneer strafbaar? Verdachte weet dat hij op een bepaalde plaats niet mag zijn,
maar weigert na vordering te vertrekken.
Huisvredebreuk - Lokaalvredebreuk -
Verboden toegang | 3

Verboden toegang
Artikel 461 Wetboek van Strafrecht

Waar? Grond van iemand anders.

Wanneer strafbaar? - Stuk grond moet duidelijk begrensd zijn of bord ‘Verboden
toegang’
- Grond betreden zonder toestemming
- Vee laten lopen zonder toestemming
Mishandeling I Zware mishandeling
Mishandeling - Zware mishandeling | 1

(eenvoudige) Mishandeling
Artikel 300 Wetboek van Strafrecht

• Wederrechtelijk en opzettelijk lichte pijn of licht lichamelijk letsel toebrengen.


• Poging is niet strafbaar.
Mishandeling - Zware mishandeling | 2

Zware mishandeling
Artikel 302 Wetboek van Strafrecht

• Wederrechtelijk en opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.


• Poging is strafbaar.
Vernieling I Openlijke geweldpleging
Vernieling - Openlijke geweldpleging | 1

Openlijke geweldpleging
Artikel 141 Wetboek van Strafrecht

Daders: twee of meer


Plaats: waar publiek aanwezig is of waar publiek geweld zou kunnen zien
Strafbaar: gebruik van fysiek geweld
Gericht op: personen of goederen
Vernieling - Openlijke geweldpleging | 2

Vernieling
Artikel 350 Wetboek van Strafrecht

Daders: - in openbare ruimte: een


- in niet-openbare ruimte: een of meer
Plaats: overal
Strafbaar: vernieling – beschadiging – onbruikbaar maken – wegmaken
Gericht op: dieren of goederen
Opzettelijke brandstichting I Brand door
schuld
Opzettelijke brandstichting - Brand door
schuld I 1
Opzettelijke brandstichting
Artikel 157 Wetboek van Strafrecht

Strafbare feiten: brand stichten - ontploffing veroorzaken - overstroming


veroorzaken

Strafbaar bij: opzet en


- reële kans op gevaar voor goederen of
- reële kans op levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel of
- er is iemand overleden
Opzettelijke brandstichting - Brand door
schuld I 2
Brand door schuld

Artikel 158 Wetboek van Strafrecht

Strafbare feiten: brand veroorzaken - ontploffing veroorzaken - overstroming


veroorzaken

Strafbaar bij: schuld en


- reële kans op gevaar voor goederen of
- reële kans op levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel of
- er is iemand overleden
Weigeren hulpbetoon I Nalaten van hulp
Weigeren hulpbetoon - Nalaten van hulp I 1

Weigeren hulpbetoon
Artikel 446 Wetboek van Strafrecht

Wat is strafbaar? Hulp weigeren als iemand van de openbare macht vordert te
helpen.
Voorwaarde? Hulp verlenen levert geen direct gevaar op voor persoon die
helpt.
In welke situatie? - gevaar voor de algemene veiligheid van
personen/goederen
- ontdekking van misdrijf op heterdaad.
Weigeren hulpbetoon - Nalaten van hulp I 2

Nalaten van hulp


Artikel 450 Wetboek van Strafrecht

Wat is strafbaar? Iemand die in direct levensgevaar is niet helpen en die persoon
overlijdt.

Voorwaarde? Hulp verlenen levert geen direct gevaar op voor persoon die helpt of
voor anderen.

In welke situatie? De persoon die kan helpen moet getuige zijn van het levensgevaar
van iemand anders.
Terrorismebestrijding
Terrorismebestrijding I 1

Terrorisme
Het uit ideologische motieven voorbereiden van geweld, dreigen met geweld of het
toepassen van geweld op mensenlevens of het veroorzaken van ernstige materiële
schade.
Verschijningsvormen
• een politiek doel
• een religieus doel
• een crimineel doel
Terrorismebestrijding I 2

Terroristisch misdrijf

Artikel 83 Wetboek van Strafrecht

Lid 1 gaat onder andere over misdrijven tegen de veiligheid van de staat, tegen de
koninklijke waardigheid, tegen internationaal beschermde personen, maar ook over
brandstichting en moord. Deze misdrijven zijn een terroristisch misdrijf als ze zijn
gepleegd met een terroristisch oogmerk.
• In lid 2 wordt naar misdrijven verwezen uit de Kernenergiewet.
• Lid 3 verwijst naar artikelen uit de Wet wapens en munitie, de Wet op de
economische delicten en weer de Kernenergiewet.
Terrorismebestrijding I 3

Terroristisch oogmerk

Artikel 83a Wetboek van Strafrecht

Oogmerk = met de opzettelijke bedoeling


Terrorismebestrijding I 4

Dreigingsbeeld
Geeft aan hoe groot de kans is dat Nederland of Nederlandse belangen in het
buitenland worden getroffen door een terroristische aanslag.

Niveaus dreigingsbeeld

Actueel dreigingsniveau
Ambts- of beroepsgeheim I Schending
bedrijfsgeheim
Ambt- of beroepsgeheim - Schending
bedrijfsgeheim I 1
Ambts- of beroepsgeheim
Iemand heeft de plicht om te zwijgen over feiten en gegevens van mensen die hij bij het
uitoefenen van zijn beroep te weten komt.

Artikel 272 Wetboek van Strafrecht

Voorbeelden
• arts
• psycholoog
• notaris
• advocaat
• politiemedewerker
Ambt- of beroepsgeheim - Schending
bedrijfsgeheim I 2
Schending bedrijfsgeheim
Iemand maakt een bedrijfsgeheim opzettelijk bekend aan een persoon die het
geheim niet mag weten.

Artikel 273 Wetboek van Strafrecht

You might also like