You are on page 1of 26

Beleidsplan integrale schuldhulpverlening gemeente Renkum 2013-2015

Team Sociale Zaken April 2013

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum

Inhoudsopgave
Inhoudsopgave...................................................................................................................... 2 Samenvatting ........................................................................................................................ 3 1. Inleiding ......................................................................................................................... 4 2. Visie en uitgangspunten schuldhulpverlening ................................................................ 5 2.1 De Wmo-visie als strategisch kader voor het sociaal domein ................................. 5 2.2 Uitgangspunten schuldhulpverlening...................................................................... 5 3. Wettelijk kader ............................................................................................................... 6 3.1 Integrale schuldhulpverlening en de regierol van de gemeenten............................ 6 3.2 Brede toegankelijkheid........................................................................................... 6 3.3 De kwaliteit van de gemeentelijke integrale schuldhulpverlening ........................... 6 3.4 Wacht- en doorlooptijden ....................................................................................... 6 3.4.1 Maximale wachttijd ......................................................................................... 7 3.4.2 Doorlooptijd .................................................................................................... 7 3.5 Rechten en plichten schuldenaar ........................................................................... 7 3.6 Landelijke trends.................................................................................................... 7 3.7 Lokale kengetallen ................................................................................................. 8 3.7.1 Analyse van de gebruikers van 2011.............................................................. 8 3.7.2 Kengetallen 1 januari 2013 t/m 1 april 2013.................................................... 9 4. De lokale aanpak..........................................................................................................10 4.1 Integrale aanpak ...................................................................................................10 4.1.1 Aansluiting bij pilotprojecten wijkgericht werken ............................................10 4.2 Individueel maatwerk en vraaggerichte dienstverlening ........................................10 4.3 Brede toegankelijkheid..........................................................................................11 4.3.1 Enloket-gedachte ........................................................................................11 4.4 Specifieke doelgroepen.........................................................................................12 4.4.1 Gezinnen met inwonende minderjarige kinderen...........................................12 4.4.2 Jongeren met schulden .................................................................................12 4.5 Aandacht voor preventie en nazorg.......................................................................13 4.5.1 Vroegsignalering ...........................................................................................13 4.5.2 Opzetten budgetkring ....................................................................................13 4.5.3 Voorlichting ...................................................................................................14 4.5.4 Nazorg ..........................................................................................................14 4.6 Rolverdeling binnen de keten van schuldhulpverlening .........................................14 4.6.1 De keten van schuldhulpverlening.................................................................14 4.6.2 Regierol gemeente Renkum..........................................................................14 4.6.3 Rol ketenpartners..........................................................................................15 4.7 Managementinformatie .........................................................................................15 4.8 Financin ..............................................................................................................16 Bijlage I: Begrippen en definities ..........................................................................................17 Bijlage II: Overzicht van activiteiten in de tijd weggezet ........................................................19 Bijlage III: Managementcijfers BAC 2008 t/m 2011...............................................................20 Bijlage IV: Beleidsregels integrale schuldhulpverlening ........................................................21 Bijlage V: Overzicht van ketenpartners.................................................................................24 Bijlage VI: Schema huidige dienstverlening ..........................................................................26

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum

Samenvatting
Op 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in werking getreden. Deze wet verplicht gemeenten om een beleidsplan schuldhulpverlening vast te stellen voor maximaal vier jaar. In dit beleidsplan geven gemeenten aan hoe ze de regie nemen bij de integrale aanpak van schuldenproblemen, die verder gaat dan alleen het financile probleem. Want schulden staan meestal niet op zichzelf, maar zijn vaak de oorzaak of het gevolg van andere problemen in een gezin. Een integrale aanpak van de problematiek, waarbij wordt samengewerkt met ketenpartners in het maatschappelijk middenveld, is steeds meer nodig. Visie op integrale schuldhulpverlening De Renkumse Wmo-visie beschrijft helder de rol die de gemeente Renkum ziet voor zichzelf en voor haar inwoners. Deze visie als kader voor de visie op het sociaal domein is ook toepasbaar voor schuldhulpverlening: De rol van de gemeente verschuift van zorgen voor naar zorgen dat. Begrippen als eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van onze inwoners en diens netwerken staan voorop. De rol van de gemeente is voorwaardenscheppend. De gemeente wil initiator en facilitator zijn van initiatieven die leiden tot meedoen. Er zal altijd een vangnet moeten zijn voor de mensen die echt kwetsbaar zijn en die niet goed in staat zijn hun eigen vraag te formuleren. Ook de eigen verantwoordelijkheid kent haar grenzen. Bovenstaande visie vertaalt zich in een aantal uitgangspunten voor schuldhulpverlening, waaronder het stimuleren van de financile zelfredzaamheid, eigen verantwoordelijkheid voor het oplossen van schulden en ondersteuning voor diegene die het op eigen kracht niet kunnen. Regierol gemeente Renkum Als initiator en facilitator binnen de keten van schuldhulpverlening voert de gemeente Renkum regie binnen het terrein van integrale schuldhulpverlening. Dit houdt in dat de gemeente ervoor zorgt dat een integrale aanpak tot stand komt door de juiste partners met elkaar in contact te brengen en samenwerkingsafspraken te maken. We willen daarbij gebruik maken van bestaande subsidierelaties en eventueel contractafspraken hierop aanpassen. De gemeente Renkum kiest voor het behouden van de poortwachtersfunctie en het voeren van de regie over de dossiers in eigen beheer. De gemeente geeft deze rol inhoud door een klantmanager schuldhulpverlening in te zetten. Een aantal onderdelen/producten, het zogenaamde technische gedeelte, van onze dienstverlening gaan wij uitbesteden. Rol Ketenpartners Gemeente Renkum ziet een belangrijke rol voor de ketenpartners ter ondersteuning van (het zware) schuldhulpverleningstraject, vooral op het gebied van signalering, preventie en nazorg. De gemeente Renkum staat aan het begin van het inrichten van de keten. We pakken de regie op door het kernproces van schuldhulpverlening in Renkum opnieuw in te richten, de rollen en taken van organisaties in deze keten te beschrijven, overlappen eruit te halen en afspraken te maken over samenwerking en doorgeleiding van klanten. Meerjaren activiteitenplanning In bijlage II wordt aangegeven welke acties worden ingezet om onze uitgangspunten en doelstellingen ten uitvoer te brengen. Dit zijn onder andere: Het maken van afspraken met schuldeisers met betrekking tot vroegsignalering. Het maken van afspraken met ketenpartners ten aanzien van preventie, signalering, doorverwijzen etc.. Ontwerpen van folders/flyers voor de ketenpartners.

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum

1.

Inleiding

Voor u ligt het Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening gemeente Renkum 2013-2015. Een meerjarenbeleidsplan is een wettelijke verplichting vanuit de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) die in juli 2012 in werking is getreden. In deze wet is de verplichting opgenomen voor gemeenten om beleid te ontwikkelen voor de aanpak van integrale schuldhulpverlening. Dit beleid dient te worden vastgelegd in een meerjarenbeleidsplan. Het voorliggende plan geeft de kaders aan waarbinnen in Renkum wordt omgegaan met schuldproblematieken in brede zin, oftewel integrale schuldhulpverlening. De kern van deze aanpak is dat niet alleen wordt genvesteerd in het oplossen van problematische schulden, maar dat nadrukkelijk ook wordt ingezet op het voorkomen van schulden (preventie) en terugvalpreventie nadat de schulden zijn opgelost. Deze beleidsnotitie richt zich op de minnelijke schuldhulpverlening. Er is in Nederland een stelsel van schuldhulpverlening dat bestaat uit een minnelijk en een wettelijk traject. Voor het minnelijke traject kunnen burgers een beroep doen op de gemeenten. Het wettelijke traject loopt via de rechter en is gebaseerd op de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (Wsnp). Bij deze vorm van schuldhulpverlening is de rol van de gemeente beperkt tot de afgifte van een zogenaamde gemeentelijke schuldsaneringsverklaring. Voorwaarde voor toelating tot de Wsnp is dat de burger geprobeerd heeft om de schulden te regelen via een minnelijk schuldhulpverleningstraject. Dit beleidsplan is mede tot stand gekomen door consultatie van het veld, input van de Wmo- en Wwbadviesraden en een aantal bespreekmomenten tijdens commissievergaderingen van de raad. Leeswijzer Dit beleidsplan kent de volgende opbouw: In hoofdstuk 2 worden de visie en uitgangspunten van de gemeente Renkum op schuldhulpverlening beschreven. Hoofdstuk 3 is gewijd aan het wettelijk kader. De uitgangspunten van de Wgs worden hierin beschreven. Tevens wordt er in dit hoofdstuk aandacht besteed aan landelijke trends en de lokale kengetallen. In hoofdstuk 4 gaan we in op de lokale aanpak. Belangrijke aspecten die in dit hoofdstuk benoemd worden, zijn: integraliteit, nloket-gedachte, laagdrempeligheid, maatwerk, aandacht voor specifieke doelgroepen, preventie en nazorg. De regierol van de gemeente wordt beschreven en verder wordt ingegaan op de beleidsverantwoording, monitoring en het budget. Bijlage I bevat een overzicht van belangrijke begrippen en definities. In bijlage II is een overzicht opgenomen van de meerjaren activiteitenplanning. Hierin staan de acties beschreven die wij de komende jaren gaan uitvoeren. Bijlage III bevat een overzicht van de managementcijfers van het BAC over de periode 2008 t/m 2011. In bijlage IV staan de Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Renkum 2012 e.v.. Bijlage V bevat een overzicht van onze ketenpartners. In bijlage VI een schematisch overzicht van onze huidige dienstverlening.

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum

2.
2.1

Visie en uitgangspunten schuldhulpverlening


De Wmo-visie als strategisch kader voor het sociaal domein

Een belangrijk uitgangspunt van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) is dat de hulpverlening een integraal karakter heeft waarbij niet alleen aandacht uitgaat naar het hanteerbaar maken van een schuldenprobleem, maar ook naar de omstandigheden waaronder die schulden zijn ontstaan. Een problematische schuld is een belangrijke belemmerende factor voor (volwaardige) participatie. Het Wmo beleid, re-integratiebeleid en het minimabeleid van de gemeente Renkum zijn gericht op het voorkomen en wegnemen van drempels die de participatie van inwoners belemmeren. 1 De Renkumse visie op de Wmo beschrijft op een heldere wijze de rol die de gemeente ziet voor zichzelf en haar inwoners. De uitgangspunten zoals de gemeente Renkum die heeft neergelegd voor de Wmo zijn zeer goed toepasbaar op velerlei onderwerpen binnen het sociaal domein. Ook voor schuldhulpverlening vormen deze uitgangspunten een waardevol en passend kader. Deze uitgangspunten zijn: De gemeente Renkum wil een gemeente worden waar de verantwoordelijkheid meer en meer bij de burger komt te liggen. De rol van de gemeente verschuift van zorgen voor naar zorgen dat. Inwoners zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor hun deelname aan het maatschappelijk leven. De eigen kracht van onze inwoners en hun sociale netwerken staan voorop. De rol van de gemeente is om voorwaarden te scheppen zodat mensen zelfredzaam kunnen zijn en kunnen participeren. De gemeente wil initiator en facilitator zijn van initiatieven die leiden tot meedoen. In die rol zal de gemeente actie de vorming van sociale netwerken stimuleren door het ondersteunen van mantelzorg en vrijwilligerswerk en door ervoor te zorgen dat mensen elkaar kunnen ontmoeten. Er zal altijd een vangnet moeten zijn voor de mensen die echt kwetsbaar zijn en die niet goed in staat zijn hun eigen vraag te formuleren. Ook de eigen verantwoordelijkheid kent haar grenzen.

2.2

Uitgangspunten schuldhulpverlening

Bovenstaande visie vertaalt zich in de volgende uitgangspunten voor schuldhulpverlening: Primair is iedere inwoner zelf verantwoordelijk voor het op orde houden van zijn financile huishouding. Als er schulden zijn blijft de inwoner verantwoordelijk voor het oplossen daarvan. De hele keten van schuldhulpverlening (preventie, hulpverlening en nazorg) moet de zelfredzaamheid stimuleren. De gemeente wil actief inzetten op preventie om de zelfredzaamheid te stimuleren. Hierbij hebben werkvormen vanuit vrijwilligerswerk en sociale netwerken de voorkeur. De gemeente faciliteert schuldhulpverlening voor inwoners die op eigen kracht niet meer uit de schulden komen. Deze ondersteuning is tijdelijk van aard. Voor inwoners die hun verantwoordelijkheid niet pakken, eindigt de ondersteuning. Voor kwetsbare groepen en individuen blijft aandacht. De gemeente draagt zorg voor een adequaat onderzoek naar de zelfredzaamheid van mensen. Zowel jongeren als laaggeletterden vormen bij financile zelfredzaamheid een kwetsbare groep. De gemeente faciliteert ondersteuning van inwoners die dat nodig hebben tijdens het proces van schuldhulpverlening. Er wordt maatwerk geboden en er is sprake van een vraaggerichte dienstverlening. Hierbij werkt de gemeente samen met haar partners binnen het sociaal domein (zowel vrijwillig als professioneel) en sluit zij zoveel mogelijk aan bij de al bestaande subsidies en geldstromen. De uitgangspunten van schuldhulpverlening, namelijk de eigen verantwoordelijkheid van de inwoner staat centraal, het optimaal benutten van het eigen netwerk (in de wijk) en het opheffen van drempels voor participatie, sluiten nauw aan bij de uitgangspunten van de Wmo. Wmo-visie vastgelegd in de beleidsnotitie Orintatie gemeentelijk beleid in relatie tot de uitvoering van de Wmo van mei 2011
1

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum

3.
3.1

Wettelijk kader
Integrale schuldhulpverlening en de regierol van de gemeenten

Een belangrijk uitgangspunt van het wettelijk kader gemeentelijke schuldhulpverlening is dat de schuldhulpverlening een integraal karakter heeft. Dit betekent dat er bij de schuldhulpverlening niet alleen aandacht is voor een oplossing van de financile problemen, maar ook aandacht voor eventuele omstandigheden die in verband staan met de financile problemen van de verzoeker. Het kan daarbij gaan om psychosociale factoren, relatieproblemen, de woonsituatie, de gezondheid, de verslaving of de gezinssituatie. Kortom, het wegnemen van de oorzaken of omstandigheden is in veel gevallen essentieel om de financile problemen van de klant in structurele zin op te lossen. De hulp moet toegesneden zijn op de individuele schuldenaar, zodat er sprake is van maatwerk. Activiteiten gericht op preventie, vroegsignalering, bestrijding van niet-gebruik of budgetbegeleiding zijn onderdeel van integrale schuldhulpverlening. Dit geldt ook voor het verlenen van nazorg. Omdat de gemeente financierings- en/of samenwerkingsrelaties heeft met organisaties die betrokken zijn bij het integraal oplossen van de problemen van een schuldenaar, is zij volgens de regering het beste toegerust om de regierol op zich te nemen. Het vervullen van de regierol is essentieel om samenhang te waarborgen in de aanpak van de problemen van de schuldenaar.

3.2

Brede toegankelijkheid

Voor een effectieve schuldhulpverlening vindt de regering het belangrijk dat de schuldhulpverlening 2 breed toegankelijk is voor natuurlijke personen. Gemeenten moeten beleidsregels vaststellen waarin is vastgelegd op basis van welke individuele omstandigheden een natuurlijk persoon de toegang tot de schuldhulpverlening wordt ontzegd. De schuldregeling is niet toegankelijk voor (ex)-zelfstandigen, omdat deze vaak via de curator (in geval van een faillissement) of via fiscale verrekenregels mogelijkheden hebben om deze schulden op te lossen. Actieve ondernemers met schulden kunnen desgewenst een beroep doen op de bank of de Bbz om hun liquiditeitsproblemen aan te pakken. Een beslissing tot het doen van een aanbod of tot het weigeren van schuldhulpverlening is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Tegen een dergelijke beslissing is bezwaar en beroep mogelijk.

3.3

De kwaliteit van de gemeentelijke integrale schuldhulpverlening

Voor een effectieve schuldhulpverlening moet de kwaliteit goed zijn. Daartoe dient elke gemeente een beleidsplan vast te stellen die richting geeft aan de te nemen beslissingen over de integrale schuldhulpverlening en de regierol. Over de uitvoering moet jaarlijks verantwoording worden afgelegd. In dit verband wordt opgemerkt dat het vertrouwen van schuldeisers essentieel is voor de effectiviteit. Het is daarom belangrijk dat gemeenten volgens dezelfde normen werken. Van deze standaardafspraken afwijken, moet alleen mogelijk zijn indien schuldeisers en schuldenaars ermee instemmen. Belangrijke stappen hiertoe zijn de vaststelling van de normen waaraan schuldhulpverleners voor certificering moeten voldoen en de vernieuwde werkwijze voor de leden van de NVVK. Verder acht de regering het van belang dat controle van de hoogte van de afloscapaciteit overeenkomstig de gedragscode schuldregeling van de NVVK ten minste jaarlijks plaatsvindt.

3.4

Wacht- en doorlooptijden

Lange wacht- en doorlooptijden hebben een negatieve invloed op de motivatie van de schuldenaar. Beperking van wacht- en doorlooptijden is ook positief voor de bereidheid van schuldeisers om mee te werken aan een schuldhulpverleningstraject en draagt bij aan het voorkomen en beperken van problematische schulden. Daarnaast is het belangrijk dat de schuldenaar vooraf een globaal beeld heeft van de doorlooptijd en dat rekening wordt gehouden met de individuele situatie van de schuldenaar.

Zie bijlage IV Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Renkum 2012 e.v.

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum


3.4.1 Maximale wachttijd De maximale wachttijd is gesteld op vier weken. Deze wachttijd is de periode die verstrijkt tussen het moment dat een persoon zich tot het college wendt voor schuldhulpverlening en het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld (het intakegesprek). In geval van een bedreigende schuldensituatie vindt binnen drie werkdagen het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld. Onder een bedreigende schuldensituatie wordt verstaan gedwongen woningontruiming, beindiging van de levering van gas, elektriciteit, stadsverwarming of water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering. 3.4.2 Doorlooptijd Er is geen wettelijke termijn vastgesteld voor de doorlooptijd. De doorlooptijd is de periode die verstrijkt tussen het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld en het moment waarop het resultaat is bereikt. Het resultaat is bijvoorbeeld bereikt bij het opstarten van een schuldregeling, betalingsregeling, herfinanciering, weigering van een of meer crediteuren om mee te werken aan een voorstel, uitval van de schuldenaar of een adviesgesprek op basis waarvan de schuldenaar de situatie zelf kan oplossen. Gemeenten zijn verplicht aan de schuldenaar aan het begin globaal inzicht te geven in de verwachte doorlooptijd.

3.5

Rechten en plichten schuldenaar

De schuldenaar is als eerste zelf verantwoordelijk voor het wegnemen van participatiebelemmerende factoren. Van hem wordt verwacht dat hij zich volledig inzet voor het slagen van de schuldhulpverlening. Om integrale schuldhulpverlening succesvol te kunnen laten zijn geldt in algemene zin dat de medewerking van een schuldenaar een vereiste is. Het is daarom noodzakelijk dat tijdens een hulptraject tussen gemeente en schuldenaar de door de gemeente opgelegde verplichtingen van de schuldenaar duidelijk vastliggen en dat de schuldenaar ook gehouden is deze verplichtingen na te komen.

3.6

Landelijke trends

Stijging aantal schuldsaneringen landelijk probleem 3 Het ministerie van Sociale Zaken presenteerde 3 april 2013 nog een omvangrijk rapport naar de financile situatie van Nederlandse huishoudens. En op de zes huishoudens zou volgens de onderzoekers van het ministerie in ernstige financile problemen zitten. In totaal maken in heel Nederland nu 300.000 mensen gebruik van een schuldsaneringstraject. Aantal verzoeken om schuldhulpverlening neemt toe Het aantal mensen dat een beroep doet op schuldhulpverlening groeit. In 2007 kregen 4 de leden van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) 47.500 meldingen voor hulp bij schulden. In 2009 waren dit 53.250 meldingen. In 2010 liep dit aantal op tot 79.000 meldingen; een groei van 48 procent. Over 2011 werden landelijk iets minder, namelijk 76.000 aanvragen schuldhulpverlening geregistreerd. Hulpverzoeken worden ingewikkelder 5 Uit landelijk onderzoek blijkt dat, naast de toename van verzoeken, ook veranderingen optreden binnen de groep die om hulp vraagt. Nieuwe groepen die om hulp vragen, zijn huizenbezitters, hogere inkomens en zzp-ers. Ook is er sprake van vergrijzing en vergroening van de verzoekers. Steeds vaker zijn zij ouder dan 65 of jonger dan 25 jaar. De aard van de verzoeken verandert eveneens. Er is vaker sprake van een veelvoud van problemen bij de aanvrager (multiproblematiek) en urgente situaties.

Ministerie SZW: Eindrapport Huishoudens in de rode cijfers 2012, omvang en achtergronden van schuldenproblematiek bij huishoudens. 4 De brancheorganisatie voor schuldhulpverlening en sociale kredietverlening. 5 Onderzoek door Regioplan Beleidsonderzoek in opdracht van het Ministerie van SZW naar de besteding, effecten en duurzaamheid van de tijdelijke middelen schuldhulpverlening 2009-2011, januari 2012.

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum


Stijging kosten beschermingsbewind voor gemeenten Mensen die niet in staat zijn om voor hun financile belangen te zorgen, kunnen onder beschermingsbewind worden gesteld. Recentelijk zien we een toename van het aantal uitgesproken bewinden. Door deze toename wordt er een groot beroep gedaan op de gemeentelijke middelen (de bijzondere bijstand). De gemeenten hebben zelf geen grip op de stijgende kosten van beschermingsbewind. Het kabinet heeft nu bij de Tweede Kamer een voorstel ingediend om de gronden voor beschermingsbewind uit te breiden met het verkwisten van geld en het hebben van problematische schulden. De verwachting is dat door inwerkingtreding van het wetsvoorstel een nog grotere toeloop op beschermingsbewind, met name als het hebben van problematische schulden een grond wordt om bewindvoering in te stellen.

3.7

Lokale kengetallen

3.7.1 Analyse van de gebruikers van 2011 In 2011 waren er 116 gebruikers van schuldhulpverlening. Een aantal kenmerken van deze gebruikers zijn genventariseerd en genterpreteerd. Leefvorm en kinderen Bij schuldhulpverlening gaat het in 69% van de gevallen om alleenstaanden (al dan niet met kinderen). 31% betreft echtparen. Bij 25% van de gezinnen zijn er kinderen aanwezig. De gemeente Renkum wijkt niet af ten opzichte van de landelijke cijfers. Inkomen en inkomensbron Het is nog steeds zo dat het merendeel van de onze inwoners binnen schuldhulpverlening een laag inkomen (tot 120% van de bijstandsnorm) heeft. Wat wel opvalt is dat geleidelijk aan het gebruik door inwoners met een hoger inkomen toeneemt. 2007 75% 10% 10% 5% 2011 60% 18% 8% 14%

Inkomen op bijstandsniveau Inkomen 100%-120% bijstand Inkomen 120% - 150% bijstand Inkomen boven 150% bijstand
Vergelijking inkomensverdeling 2007 en 2011

Bij de bron van het inkomen valt het op dat het aantal schuldenaars met loon uit arbeid (al dan niet gecombineerd met een uitkering) toeneemt. Van de aanvragers in 2011 had 47% (gedeeltelijk) loon uit arbeid. Voor de inwoners die al langer schuldhulpverlening hadden ging het om 21% van de personen. Het aantal personen binnen schuldhulpverlening dat rond moet komen van een bijstandsuitkering neemt af. Woonplaats Hieronder is een vergelijking gemaakt tussen de verdeling (percentage) van inwoners per kern en de verdeling van de gebruikers schuldhulpverlening per kern. Percentage gebruikers per kern Renkum 40% Heelsum 15% Doorwerth 26% Oosterbeek 12% Wolheze 7% Heveadorp 0% De gebruikers in Wolfheze zijn allen clinten van Pro Persona. Percentage inwoners per kern ten opzichte van totale gemeente 29% 11% 16% 36% 6% 2%

Samenloop Ongeveer 1/3 van de mensen met schuldhulpverlening ontvangt een voorziening in het kader van de Wmo.

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum


Leeftijd Hieronder is een vergelijking gemaakt tussen het percentage per leeftijdsgroep in heel Renkum en het percentage gebruikers schuldhulpverlening per leeftijdsgroep. Percentage inwoners per leeftijdsgroep ten opzichte van totale gemeente 18 20 jaar 0% 3% 21 27 jaar 4% 7% 27 40 jaar 35% 21% 40 55 jaar 40% 28% 55 65 jaar 16% 17% 65 jaar en ouder 4% 24% Weliswaar in lijn met de landelijke gegevens, maar wel opvallend is de ondervertegenwoordiging van ouderen. Hoewel bijna een kwart van de bevolking maken zij slechts 4% uit van schuldhulpverlening. 3.7.2 Kengetallen 1 januari 2013 t/m 1 april 2013 Percentage gebruikers per leeftijdsgroep

Gedurende de periode 1 januari 2013 tot en met 1 april 2013 is er sprake geweest van 60 aanmeldingen.

Aantal aanmeldingen

Enmalig advies 28

Aanvragen 29

Ingetrokken aanvragen 1

Crisisinterventie 1

Afgifte WSNP- verklaring 2

Overzicht van het aantal aanmeldingen

Inkomen WWB Loon WW of anders

Alleenstaanden < 21 jaar 6 1 2

Alleenstaanden > jaar 21 23 3 4

Alleenstaande ouders 8 1 -

Echtpaar 9 2 1

Overzicht inkomen en gezinssamenstelling

Hoogte inkomen 0 - 5000 5000 - 10.000 10.000 - 50.000 50.000 - 100.000 100.000 of hoger
Hoogte inkomen van onze klanten

Aantal klanten 4 14 23 14 5
6

Aan de hand van de lokale kengetallen die in deze paragraaf en in bijlage III worden weergegeven kunnen we constateren dat Renkum aardig in de pas loopt met de landelijke trends als het gaat om inwoners met een schuldenproblematiek. We zien een toename van het aantal aanvragen als we het eerste kwartaal van 2013 vergelijken met het totaal aantal aanvragen over 2011. Het aantal aanvragen over heel 2011 bedroeg 42 en het aantal aanvragen over het eerste kwartaal van 2013 bedroeg 29. We zien dat het merendeel van de mensen binnen de schuldhulpverlening een laag inkomen heeft (tot 120% van de bijstandsnorm), maar we zien wel dat geleidelijk aan het gebruik door inwoners met een hoger inkomen toeneemt.

Er zijn geen cijfers of gegevens over 2012 beschikbaar vanwege het ontbreken van betrouwbare managementinformatie bij het BAC.

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum

4.
4.1

De lokale aanpak
Integrale aanpak

Om daadwerkelijk integrale hulpverlening te kunnen bieden, vindt afstemming plaats met andere beleidsterreinen binnen de gemeente, te weten met het Wmo beleid, het re-integratiebeleid en het minimabeleid. Voortbordurend op de ontwikkelingen in het sociale domein werken wij toe naar een integrale aanpak waarbij niet alleen gekeken wordt naar de schuldenproblematiek, maar ook naar andere problemen binnen het gezin. Daarbij kijken we vooral naar de interactie tussen de schulden en de andere problematiek. 4.1.1 Aansluiting bij pilotprojecten wijkgericht werken De gemeente Renkum is in 2009 begonnen met het project vitaliteitscentrum Doorwerth. Uitgangspunt daarbij is het verbinden en samenwerken op het terrein van preventie en signalering in de wijk. De huisarts werkt in deze pilot samen met de ouderenadviseur/Wmo consulent, de wijkverpleging en de buurtwerker. Zij vormen samen een kleinschalig sociaal wijkteam. Om duurzame resultaten te bereiken, wordt gestart met een integrale vraagverheldering, waarbij problemen op alle leefgebieden in beeld worden gebracht, van opvoedkundige- en relatieproblemen tot aan de financile problemen 7 met behulp van de Zelfredzaamheid-Matrix . Met behulp van de Zelfredzaamheid-Matrix wordt de zelfredzaamheid van klanten in kaart gebracht. De financile zelfredzaamheid maakt onderdeel uit van deze inventarisatie, Er bestaat vaak samenhang tussen financile problemen en problemen op andere leefgebieden (maatschappelijke participatie, veilig opgroeien, regelmatig en gezond eten). Door in de inventarisatie financile problemen in kaart te brengen en via laagdrempelige ondersteuning (korte adviesgesprekken en budgetkringen) ondersteuning te bieden, kunnen problematische schulden worden voorkomen. Problematische schulden kunnen vroeger worden gesignaleerd, waarbij het oplossen van deze schulden via een minnelijk traject wat eenvoudiger wordt. Financile stabiliteit is een belangrijke voorwaarde om hulpverlening op andere gebieden te laten slagen. Vooraan in het proces moet een goede integrale vraagverheldering plaatsvinden. Wat opgepakt kan worden door generalisten, moet vooral door generalisten opgepakt worden. Maar voor specifieke zaken als een minnelijke schuldregeling, is de inzet van professionele schuldhulpverlening noodzakelijk. De verbinding met de klantmanager schuldhulpverlening wordt gelegd voor het adviseren van de generalisten aan de voorkant. Om de lijn met de 1 lijn, de generalisten die inwoners tegenkomen, te versterken is het elkaar kennen en tegenkomen voorwaardelijk. Dit is dan ook een van de eerste aandachtspunten. Praktisch is er in januari 2013 een klantmanager schuldhulpverlening actief in Renkum. Zij is meteen gestart met het leggen van contacten met allerlei organisaties die kennis moeten hebben over de aanpak van schuldhulpverlening in Renkum. Dit bouwen wij verder uit het opstellen van goede verwijsinformatie in flyers en folders.
e

4.2

Individueel maatwerk en vraaggerichte dienstverlening

Welke vorm van hulp we inzetten, is afhankelijk van de situatie van de klant. De inzet van schuldhulpverlening is maatwerk. In sommige gevallen kan een adviesgesprek voldoende zijn om grotere schulden te voorkomen. In andere gevallen is het starten van een langer schuldhulpverleningstraject noodzakelijk. Wanneer sprake is van crisis wordt direct hulp ingezet. Op basis van de persoonlijke en gezinssituatie wordt een passende vorm van hulp- en dienstverlening gezocht. Daarbij is afstemming tussen partners binnen de zorgstructuren van de gemeente absoluut noodzakelijk om de ondersteuning effectief in te kunnen zetten. Zie paragraaf 4.6.3 voor de rol van onze ketenpartners. In lijn met de ontwikkelingen binnen het sociale domein wordt het netwerk van de persoon of het gezin zelf zoveel als mogelijk betrokken en ingezet. Dit netwerk kan bestaan uit familie, vrienden, buren, maar ook vrijwilligers.

Zelfredzaamheid-Matrix: is een instrument waarmee behandelaars, beleidsmakers en onderzoekers in de (openbare) gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening en gerelateerde werkvelden, de mate van zelfredzaamheid van hun klanten eenvoudig en volledig kunnen beoordelen.

10

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum 4.3 Brede toegankelijkheid

Uitgangspunt is een brede toegankelijkheid tot schuldhulpverlening. Hierbij staat centraal dat er zoveel mogelijk inwoners met problematische schulden kunnen worden geholpen. De hoogte van schulden speelt bij de toegang tot de schuldhulpverlening geen rol. Vanuit de gedachte dat niet-problematische schulden problematisch kunnen worden, worden ook inwoners met relatief kleinere financile problemen door de gemeente geholpen. Schuldhulpverlening aan gezinnen met minderjarige kinderen krijgt extra aandacht. Een brede toegankelijkheid betekent niet dat iedereen te allen tijde zomaar wordt geholpen. Zo is het van belang dat klanten ook hun eigen verantwoordelijkheid (leren) nemen. Het is tenslotte de bedoeling dat de klant financieel zelfredzaam wordt en blijft. Voorwaarden voor het continueren van ondersteuning zijn onder meer dat afspraken worden nagekomen, dat informatie op tijd wordt aangeleverd, dat tijdens het traject geen nieuwe schulden worden gemaakt en dat inzet wordt getoond. Bovendien wordt van de klant verwacht dat deze al het mogelijke doet om de aflossingscapaciteit te vergroten door te solliciteren, mee te werken aan een re-integratietraject of aanvulling op het inkomen aan te vragen. Immers aan de andere kant van de schuldenaar staat een schuldeiser die voor zijn inkomen afhankelijk is van het betaalgedrag van zijn klanten. Indien klanten verwijtbaar onvoldoende meewerken kan besloten worden om een traject te weigeren dan wel te beindigen. Recidive (hernieuwde aanvraag) Het college mag op grond van de Wgs een persoon die al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening weigeren. Het college heeft over de toegang en weigering tot schuldhulpverlening 8 beleidsregels vastgesteld . De gemeente Renkum hanteert bij recidive verschillende termijnen waarbij verzoeker de toegang tot de integrale schuldhulpverlening (met uitzondering van de producten informatie en advies) in beginsel wordt geweigerd. Welke termijn wij hanteren is afhankelijk van het feit of het vorige traject schuldhulpverlening (minnelijk of wettelijk) succesvol is afgerond en hoe lang geleden het traject is afgerond. Ook speelt het al dan niet verwijtbaar zijn bij het ontstaan van nieuwe schulden een rol. Bij de bepaling van de duur van de weigering is in ogenschouw genomen dat er in principe steeds sprake is geweest van een integraal traject schuldhulpverlening inclusief begeleiding en nazorg. Ook bij nieuwe niet-verwijtbare schulden wordt in beginsel een wachttijd gehanteerd. Reden hiervoor is dat bij het doorlopen van het vorige traject financile zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid veel aandacht hebben gekregen. De klant wordt in principe vaardig geacht om eerst zelf oplossingen te gaan zoeken, eventueel met advies van de klantmanager schuldhulpverlening. Fraude In lid 3 van de Wgs is bepaald dat het college de schuldhulpverlening kan weigeren als de inwoner fraude heeft gepleegd door schending van de inlichtingenplicht aan een bestuursorgaan. Wij hebben deze weigeringsgrond niet opgenomen in onze beleidsregels schuldhulpverlening, omdat wij verwachten dat wanneer deze doelgroep niet geholpen wordt de kans kleiner is dat fraudeschulden en opgelegde boetes worden terugbetaald. Ook kan de kans op huisuitzettingen groter zijn, wat leidt tot grotere maatschappelijke kosten. Het karakter van de schulden maakt wel dat een minnelijke of wettelijke schuldenregeling niet tot de mogelijkheden behoort. De dienstverlening die geboden kan worden is daardoor beperkt. Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving (zgn. Fraudewet) per 1 januari 2013 mag de gemeente bovendien geen medewerking meer verlenen aan een schuldregeling indien de vordering is ontstaan door het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht en hiervoor een bestuurlijke boete is opgelegd of aangifte is gedaan op grond van het Wetboek van Strafrecht. 4.3.1 Enloket-gedachte Wij streven ernaar om schuldhulpverlening in Renkum zodanig te organiseren dat het niet uitmaakt waar de burger zijn of haar schuldenproblematiek voor het eerst meldt. Er moet sprake zijn van een uniforme benadering en informatievoorziening vanuit de verschillende loketten. Hoe dit te borgen wordt samen met de maatschappelijke partners uitgewerkt. Binnen de gemeente is er sprake van n vast aanspreekpunt. Het eerste inventariserende en adviserende gesprek moet laagdrempelig zijn voor de verzoeker en op korte termijn plaatsvinden. Voor het spreekuur hoeft de inwoner niet alle
8

Zie bijlage IV voor de Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Renkum 2012 e.v..

11

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum


papieren al op orde te hebben en een formele aanvraag te doen. Minimaal vereist zijn wel een geldig legitimatiebewijs, een overzicht van de bankafschriften van de laatste drie maanden en recente bewijsstukken van alle schulden. Inwoners die niet aan deze minimumeisen kunnen voldoen worden geholpen door de ketenpartners om de zaak administratief op orde te brengen. Als de inwoner naar aanleiding van het spreekuur een aanvraag voor schuldhulpverlening wil doen, wordt vervolgens een intakegesprek ingepland. De toegevoegde waarde van een laagdrempelig toegang is dat er op korte termijn een globale inschatting gemaakt kan worden van de problematiek en het mogelijke of noodzakelijke vervolg.

4.4

Specifieke doelgroepen

4.4.1 Gezinnen met inwonende minderjarige kinderen De wet eist dat de gemeente specifiek beleid vaststelt over de werkwijze van schuldhulpverlening bij gezinnen met minderjarige kinderen en schulden. Kinderen kunnen de dupe zijn van problematische schulden van hun ouders. Een belangrijk aspect om de hinder die kinderen kunnen hebben te beperken, is zorgdragen voor participatie van kinderen. Het is belangrijk dat kinderen kunnen blijven sporten en recreren, ook als hun ouders schulden hebben. In de gemeente Renkum zijn er verschillende regelingen voor kinderen waarvan de ouders een laag inkomen hebben, zoals: - Categoriale bijzondere bijstand voor schoolgaande kinderen; - De bijdrageregeling/RenkumKaart - Het Jeugdsportfonds - St. Leergeld De komende beleidsperiode zal onderzocht worden of de toegankelijkheid voor minimaregelingen voor gezinnen met minderjarige kinderen kan worden uitgebreid. Gezinnen binnen de WSNP worden beschouwd als gezinnen met een laag inkomen. Dit beleid kan worden doorgetrokken naar de vrijwillige schuldhulpverlening (minnelijk traject), die in deze notitie aan de orde. Dit geldt ook voor de periode voor toelating tot de WSNP of het sluiten van een schuldenregeling. Van belang is dat schuldenaars aantoonbaar aflossen op hun schulden. Wij hebben er niet voor gekozen om de maximale wachttijd voor gezinnen met minderjarige kinderen te verkorten naar 2 weken. De reden hiervoor is dat wij n uitvoerend medewerker schuldhulpverlening hebben. Door deze beperkte capaciteit bestaat de kans dat wanneer wij gezinnen met minderjarige kinderen voorrang verlenen de wettelijke maximale wachttijd van vier weken in het gedrang komt voor onze inwoners zonder minderjarige kinderen. In geval van een bedreigende schuldensituatie vindt binnen drie werkdagen het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld, dit geldt voor al onze inwoners. 4.4.2 Jongeren met schulden Binnen schuldhulpverlening zijn jongeren een belangrijke doelgroep. Uit verschillende onderzoeken en 9 enqutes van onder andere Nibud , blijkt dat het aantal jongeren dat in de schulden zit hard groeit. Uit 10 onderzoek van het Nibud is gebleken dat een kwart van de Nederlandse middelbare scholieren lenen de normaalste zaak van de wereld vindt. Ze zijn zich vaak niet bewust van de gevolgen op termijn. Volgens het Nibud is dit dan ook een van de veroorzakers van problematische schulden bij jongeren. Schuldeisers zijn minder snel bereid mee te werken aan schuldsanering voor jongeren. Zij voelen er vaak niets voor om de restschuld na drie jaar kwijt te schelden. De schuldenaars zijn immers jong en kunnen nog jarenlang aflossen. Een oplossing voor dit probleem is moeilijk te vinden. Enerzijds zal het voor jongeren moeilijker gemaakt moeten worden om zich in de schulden te steken, anderzijds moet er ook een ander denkpatroon bij jongeren ontstaan, waardoor zij het niet meer de normaalste zaak van de wereld gaan vinden om geld te lenen. Preventieve maatregelen zijn ook in combinatie met de doelgroep zeer belangrijk. Zo moeten jongeren goede voorlichting krijgen over geld.

www.nibud.nl: Nibud Scholierenonderzoek 2010-2011, Mboers in geldzaken, Studentenonderzoek 2011-2012. 10 www.nibud.nl: Nibud Scholierenonderzoek 2010-2011

12

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum


Bij de voorlichting aan deze doelgroep willen wij gebruik maken van een reeds bestaand informatiekanalen, namelijk de website www.jonginrenkum.nl. Daarnaast willen wij gedurende deze beleidsperiode gaan inzetten op voorlichting op middelbare scholen en aansluiting zoeken met de informatievoorziening vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).

4.5

Aandacht voor preventie en nazorg

Zoals eerder aangegeven dient er sprake te zijn van een integrale aanpak van schuldhulpverlening, waarbij niet alleen aandacht is voor het oplossen van schulden, maar ook het voorkomen van schulden en het schuldenvrij blijven na een schuldhulpverleningstraject. Naast het curatieve deel (hulp bij het oplossen van schulden) zal er daarom worden ingezet op preventie (voorkomen van schulden) en nazorg (het voorkomen van terugval). Bij preventie en nazorg gaat het in essentie om activiteiten die veel op elkaar lijken: het creren van bewustwording ten aanzien van het op orde brengen van de financin, de risicos van schulden onder de aandacht brengen en vaardigheden en competenties aanleren om rond te komen van het beschikbare inkomen. Vooral de preventie en de nazorg moet gebeuren door het bewust maken van partners in de directe omgeving van de inwoner, die een signalerende en voorlichtende taak hebben. Dan kan de school zijn, de jongerenwerker, de ouderenadviseur, het welzijnswerk of het maatschappelijk werk. Tijdens het schuldhulpverleningstraject wordt in de laatste fase van de feitelijke schuldregeling, aandacht besteed aan het aanleren van vaardigheden aan de persoon, waardoor deze beter in staat is om financieel zelfredzaam zelf weer het beheer over zijn eigen inkomen te gaan voeren. 4.5.1 Vroegsignalering De gemeente zelf kan ook een rol spelen in vroegsignalering. Daarbij gaat het vooral om het signaleren van betaalachterstanden bij inwoners waarmee de gemeente zelf contact heeft, bijvoorbeeld omdat er een uitkering wordt verstrekt, of mensen een beroep doen op inkomensondersteunende voorzieningen. Daarnaast wordt onderzocht in hoeverre het, passend binnen de privacywetgeving, mogelijk is om afspraken te maken met onder andere woningbouwcorporaties, zorgverzekeraars en energieleveranciers over signalering en melding van betalingsachterstanden. De bedoeling is dat wanneer de gemeente een signaal binnen krijgt over een inwoner met een beginnende betalingsachterstand de schuldhulpverlener de burger benadert met de vraag of er behoefte bestaat aan advies. Hierbij wordt dan in eerste instantie zo veel mogelijk gebruik gemaakt van de voorlichting die landelijk ontwikkeld is, zoals beschikbaar op: www.zelfjeschuldenregelen.nl en www.simpelhuishoudboekje.nl. Wanneer dit niet voldoende blijkt, kan een adviesgesprek geboden worden om grotere schulden te voorkomen. 4.5.2 Opzetten budgetkring Als onderdeel van de preventie van schuldenproblematiek en om mensen vaardigheden te leren hoe 11 zij uit de schuldproblematiek kunnen komen, willen wij budgetkringen gaan opzetten. De visie en werkwijze van de budgetkringen past goed binnen de visie van de gemeente Renkum op het sociale domein om de eigen kracht van inwoners te ondersteunen. Een budgetkring is een kleine groep mensen die regelmatig bijeenkomt om met en van elkaar te leren consuminderen, dat wil zeggen bewuster en zuiniger omgaan met geld, energie, spullen en het milieu. Een kring komt een jaar bij elkaar en wordt geleid door een professioneel getrainde vrijwilliger. Behalve dat mensen veel leren, blijkt de kring ook geschikt voor persoonlijke gedragsverandering en voor empowerment. De budgetkring is bijzonder geschikt voor schuldhulpverlening en armoedebestrijding, omdat de problematiek bij de wortels wordt aangepakt. Deelnemers leren namelijk: 1. eigen verantwoordelijkheid nemen; 2. mogelijkheden concreet maken 3. hun kennis en vaardigheden vergroten; 4. blijvende gedragsverandering. Momenteel zijn wij op zoek naar gemeenten, die net als wij ook genteresseerd zijn om dit project te starten, zodat wij dit samen kunnen organiseren. Uiteraard wordt de budgetkring zeer lokaal vormgegeven. Co-financiering vindt plaats via Menzis. Menzis stelt namelijk jaarlijks per gemeente een projectbudget beschikbaar voor nieuwe ontwikkelingen.

11

www.budgetkring.nl

13

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum


4.5.3 Voorlichting De gemeente zet in het kader van preventie in op gerichte voorlichting op kwetsbare doelgroepen zoals jongeren en mensen met een laag inkomen, om hen te behoeden voor het aangaan van financile verplichtingen die zij niet kunnen dragen. Informatievoorziening over schuldenproblematiek verloopt via verschillende kanalen: lokale media, de nieuwsbrief voor klanten van de sociale dienst en informatie en verwijsfolders bij ketenpartners, informatie via Jong-In Renkum en voorlichtingsacties op scholen. Tevens moet hierbij gedacht worden aan het optimaal benutten van contactmomenten met clinten, onder meer in het kader van de WWB en de WMO, door ook de financile zelfredzaamheid onderwerp van gesprek te maken. 4.5.4 Nazorg Alle klanten die een beroep hebben gedaan op de gemeentelijke schuldhulpverlening en een traject succesvol hebben afgerond, krijgen na afloop van de hulpverlening nazorg aangeboden. De klantmanager schuldhulpverlening neemt na zes maanden contact op met de klant. In die contacten kijkt de klantmanager met de klant mee of er nog steeds een balans is tussen de inkomsten en uitgaven. Ook crediteuren of andere hulpverleners kunnen de gemeente wijzen op een mogelijke terugval bij de voormalig klant. Bij een extern signaal neemt de schuldhulpverlener contact op om te kijken of hij iets voor de schuldenaar kan betekenen. In de laatste fase van de schuldbemiddeling wordt gewerkt aan de financile zelfstandigheid door stapsgewijze afbouw van budgetbeheer.

4.6

Rolverdeling binnen de keten van schuldhulpverlening

4.6.1 De keten van schuldhulpverlening De keten van schuldhulpverlening ziet er als volgt uit:

4.6.2 Regierol gemeente Renkum Als initiator en facilitator binnen de keten van schuldhulpverlening voert de gemeente regie binnen het terrein van integrale schuldhulpverlening. Dit houdt in dat de gemeente ervoor zorgt dat een integrale aanpak tot stand komt door de juiste partners met elkaar in contact te brengen en samenwerkingsafspraken te maken. We willen daarbij gebruik maken van bestaande subsidierelaties en eventueel contractafspraken hierop aanpassen. Tevens zorgt de gemeente voor borging en monitoring van de kwaliteit en het resultaat van onze dienstverlening. De afgelopen jaren heeft het Budget Advies Centrum (BAC) van de gemeente Arnhem de taken met betrekking tot de schuldhulpverlening in de gemeente Renkum uitgevoerd. Om als college meer controle te hebben over en toezicht uit te kunnen oefenen op de kwaliteit en integraliteit van de schuldhulpverlening voor onze inwoners is besloten per 1 januari 2013 de samenwerking met het BAC te beindigen. De gemeente Renkum kiest voor het behouden van de poortwachtersfunctie en het voeren van de regie

14

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum


over de dossiers in eigen beheer. De gemeente geeft deze rol inhoud door een klantmanager schuldhulpverlening in te zetten. De klantmanager schuldhulpverlening verzorgt de intake- en inventarisatiefase, voorziet klanten van een nmalig advies, besluit welke producten er worden ingezet binnen het schuldhulpverleningstraject, schakelt waarnodig flankerende hulpverlening in en bewaakt of het proces goed verloopt. Enkel de klantmanager schuldhulpverlening neemt besluiten op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het schema in bijlage VI geeft weer hoe de huidige dienstverlening eruit ziet. Een aantal onderdelen/producten, het zogenaamde technische gedeelte, van onze dienstverlening gaan wij uitbesteden. Het betreft de producten schuldregelen, schuldbemiddelen, budgetbeheer, budgetbegeleiding en het indienen van verzoekschriften in het kader van de WSNP (inclusief de begeleiding ter hoorzitting). Als kwaliteitseis voor de uitvoerende partij voor het zogenaamde technische gedeelte wordt gesteld dat zij dienen te werken volgens de leidraad van de NVVK en gecertificeerd is conform de NEN-norm 12 8048 . Verder stellen wij eisen ten aanzien van de kwaliteit van de dienstverlening en de deskundigheid van het personeel. De uitvoerende partij onderschrijft ook de uitgangspunten en doelstellingen uit dit beleidsplan. In haar rol als initiator en facilitator binnen de keten is het van belang dat de gemeente ervoor zorgt dat de keten blijft bestaan en zich doorontwikkelt. Dit gaat de gemeente doen door het organiseren van een jaarlijkse netwerkdag en het aanbieden van scholing met betrekking tot het onderwerp schuldhulpverlening aan de ketenpartners. 4.6.3 Rol ketenpartners Gemeente Renkum ziet een belangrijke rol voor de ketenpartners ter ondersteuning van (het zware) schuldhulpverleningstraject, vooral op het gebied van signalering, preventie en nazorg. In het voortraject en vooral bij de flankerende ondersteuning is een groot aantal partijen van het maatschappelijk middenveld actief. Afgelopen jaar is er een inventarisatie gemaakt van de partijen die 13 actief zijn in Renkum in de schuldhulpverleningsketen . Voor de gemeente als regievoerder is het overzicht van wie wat doet van groot belang. In 2012 is er door de gemeente een bijeenkomst georganiseerd met de ketenpartners. Doel van deze bijeenkomst was onder andere onderlinge kennismaking, kennisnemen van elkaars werkwijze en een start maken met het vormen van een netwerk. De gemeente Renkum staat aan het begin van het inrichten van de keten. We pakken de regie op door het kernproces van schuldhulpverlening in Renkum opnieuw in te richten, de rollen en taken van organisaties in deze keten te beschrijven, overlappen eruit te halen en afspraken te maken over samenwerking en doorgeleiding van klanten.

4.7

Managementinformatie

Op basis van managementinformatie wordt de kwaliteit en de gewenste resultaten gemonitord. In de managementrapportage wordt onderstaande informatie opgenomen om te kunnen sturen op de doelstellingen en kwaliteitsaspecten: aantal nieuwe aanmeldingen; aantal crisissituaties dat binnenkomt en het aantal dat wordt opgelost; aantal adviesgesprekken; aantal ingezette producten en diensten; informatie over wachttijden en doorlooptijden per product; informatie over slagingspercentages schuldregelingen; aantal doorverwijzingen naar de WSNP; aantal lopende trajecten; aantal beindigde trajecten (incl. de reden van beindiging); aantal recidieven; aantal contacten nazorg; aantal preventieve activiteiten. NEN 8048 heeft betrekking op een groot aantal activiteiten dat onder de noemer schuldhulpverlening valt zoals: intake, schuldregeling, herfinanciering, budgetbegeleiding, budgetbeheer, nazorg en de relatie met andere organisaties die betrokken zijn bij de problematiek van de klant. 13 Zie bijlage V voor een overzicht van onze ketenpartners.
12

15

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum

Daarnaast is informatie over de doelgroep van belang om een goed beeld te krijgen van de inwoners die een beroep doen op schuldhulpverlening. Het doel van deze informatie is om in de toekomst beter inzicht te hebben in de vraag van klanten. De informatie die vastgelegd wordt, betreft onderstaande gegevens: de brede hulpvraag/problematiek van de klant geslacht leeftijd gezinssituatie inkomen (soort en hoogte van het inkomen) opleidingsniveau hoogte van de schuld In 2013 wordt een nulmeting gemaakt. Het jaar 2013 wordt gebruikt om managementinformatie te genereren. Bij het inzetten van middelen zullen prestatie-indicatoren en normen worden geformuleerd op basis waarvan beoordeeld kan worden of met het betreffende product de gewenste resultaten zijn bereikt.

4.8

Financin

Het budget voor schuldhulpverlening in de meerjarenbegroting bedraagt 77.000,-. Uitgangspunt is dat de schuldhulpverlening binnen dit budget wordt uitgevoerd. Door het toenemende beroep op schuldhulpverlening vanwege de economische crisis is er een risico dat dit budget ontoereikend is. Door de rapportage in de begrotingscyclus zal een dreigende overschrijding tijdig worden opgemerkt. In geval van bijzondere omstandigheden zal uw raad via de raadsinformatiebrief hierover worden genformeerd. Bedragen afgerond in 1000 en zonder bedrijfslasten Schuldregelen Preventie en nazorg Totaal Begroting 2013 - 2015 57.000, 20.000, 77.000,-

16

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum

Bijlage I: Begrippen en definities


Aflossingscapaciteit De aflossingscapaciteit is het inkomen minus de vaste lasten en kosten van levensonderhoud. Beschermingsbewind Kan worden aangevraagd voor mensen die door hun lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of blijvend niet in staat zijn hun financile belangen te behartigen. Een bewindvoering kan worden uitgevoerd door professionele organisaties of door een particulier. Een bewindstelling wordt uitgesproken door de rechtbank. Budgetbegeleiding Het initiren, stimuleren, motiveren en ondersteunen van een leerproces van n of meer (samenlevende) personen in het verkrijgen van inzicht in de inkomsten en uitgaven, het uitvoeren van een overzichtelijke administratie, en het afstemmen van de uitgaven op het beschikbare budget, zodanig dat de schulden kunnen worden afgelost, de inkomsten en uitgaven met elkaar in overeenstemming worden gebracht en in de toekomst geen nieuwe schulden ontstaan. Kenmerkend voor het leerproces is de interactie tussen de materile en immaterile aspecten van de schuldenproblematiek en de voorwaarde dat de klant gemotiveerd is of wordt om zelf actief te handelen in de oplossing van zijn problematische schuldensituatie. Budgetbeheer Het beheren van het inkomen van de klant door het openen van een rekening bij de kredietbank of een andere instantie, waarop de inkomsten worden gestort en waarvan uitgaven worden gedaan. Er bestaan verschillende vormen van budgetbeheer, te weten eenvoudig budgetbeheer (alleen een aantal vaste lasten worden doorbetaald), beperkt budgetbeheer (alle vaste lasten worden doorbetaald en er wordt zorg gedragen voor maximaal twee reserveringen) en volledig budgetbeheer (alle lasten worden doorbetaald en voor alle uitgaven wordt gereserveerd: de klant ontvangt alleen leefgeld.). Minnelijke schuldregeling Het minnelijke traject is een schuldhulpverleningstraject waarin wordt geprobeerd schulden buiten de rechter om te schikken. NVVK Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet; brancheorganisatie voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren. Integrale schuldhulpverlening Integrale schuldhulpverlening is een samenhangend hulpaanbod van preventie tot en met zorg gericht op zowel de financile- als psychosociale en andere oorzaken van schulden. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om relatieproblemen, de woonsituatie, de gezondheid, de verslaving en de gezinssituatie. Problematische schulden Er is sprake van een problematische schuld wanneer de som van de geiste maandelijkse aflossingen op schulden en betalingsachterstanden hoger is dan de aflossingscapaciteit. Wanneer er bedreigende schulden zijn bijvoorbeeld huur/hypotheek, energie, zorgverzekering, openbare verkoop roerende zaken. Er aantoonbaar een of meerdere schuldeisers niet bereid zijn een betalingsregeling te treffen. Schuldbemiddeling en saneringskrediet Bij een saneringskrediet worden de schuldeisers in n keer afgekocht voor een deel van de totale vordering, gebaseerd op de op dat moment geldende afloscapaciteit van de klant. Voor het totaal van de aflossingen wordt door de gemeente een lening verstrekt waaruit de schuldeisers worden betaald, Bij een schuldbemiddeling wordt gedurende 3 jaar een percentage gereserveerd/afgelost op alle vorderingen. De hoogte van de uiteindelijke reservering (aflossing) kan variren, afhankelijk van de inkomensontwikkeling van de schuldenaar.

17

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum


Stabilisatiebeheer Stabilisatie is een vorm van beheer waarmee de betaling van de belangrijkste vaste lasten zeker wordt gesteld. WSNP (Wet schuldsanering natuurlijke personen) Kan worden aangevraagd bij de rechtbank als meerdere schuldeisers weigeren mee te werken aan een minnelijke schuldregeling. De rechter toetst op de toelatingscriteria (o.a. in staat zijn de verplichtingen na te komen, te goeder trouw, motivatie) en benoemt een bewindvoerder. De wettelijke looptijd bedraagt op dit moment in principe 3 jaar. Een schuldenaar kan slechts een keer per 10 jaar een beroep doen op de WSNP. Overige afkortingen: BAC: Budget Advies Centrum Nibud: Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Wgs: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening WMO: Wet maatschappelijke ondersteuning WWB: Wet Werk en Bijstand

18

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum

Bijlage II: Overzicht van activiteiten in de tijd weggezet


Activiteiten
Organiseren netwerkdag Ontwerpen folders/flyers voor ketenpartners Afspraken maken met schuldeisers m.b.t. vroegsignalering Afspraken maken met ketenpartners t.a.v. preventie, signaleren, doorverwijzen, afstemmen hulp, ondersteunen in schuldhulpverleningstraject en nazorg Opzetten budgetkring Beleidsafstemming minimabeleid Voorlichting jongeren Onderzoek welke benchmark het best aansluit bij onze informatiebehoefte

2013
X

2014
X X

2015
X

X X X X

19

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum

Bijlage III: Managementcijfers BAC 2008 t/m 2011


NB De cijfers van de onderlinge producten Intake, Schuldregeling sluiten niet op elkaar aan, omdat er ook andere producten zijn die niet in de overzichten zijn meegenomen. De belangrijkste zijn hier opgenomen.

2008 Intake instroom in intakefase uitval in intakefase geen regeling mogelijk niet aan voorwaarden voldaan ingetrokken/verhuisd/overleden behoort niet tot de doelgroep uitvalpercentage intakefase Schuldregeling instroom in schuldregelingsfase uitval in schuldregelingsfase Schuldeisers werken niet mee niet aan voorwaarden voldaan ingetrokken/verhuisd/overleden uitvalpercentage schuldregelingsfase geslaagde regelingen schuldsanering schuldbemiddeling Advisering slagingspercentage NVVK* Landelijke slagingspercentage NVVK WSNP-verklaring afgegeven inkomensbeheer Lopend Gemiddelde doorlooptijden schuldregeling Intakefase (dagen) schuldregelingsfase (dagen) Overschrijding doorlooptijden Intakefase (*) schuldregelingsfase (*): het gaat hier om aanvragen die na 1-1-2009 in behandeling zijn genomen 50 22 9 6 7 0 44%

2009 67 41 14 20 5 2 61%

2010 68 42 13 21 5 3 62%

2011 51 10 3 6 1 0 20%

21 9 6 2 1 43% 20 15 5 0 71% 34% 4

26 12 10 1 1 46% 9 2 6 1 45% 31% 8

35 17 14 3 0 49% 30 12 16 2 64% 38% 10

28 11 11 0 0 39% 8 6 2 0 42% 44% 17

24

50

47

37

135 302

138 261

134 159

60% 100%

49% 86%

54% 63%

20

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum

Bijlage IV: Beleidsregels integrale schuldhulpverlening


Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Renkum 2012 e.v.
Artikel 1. Begripsbepalingen In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum; b. inwoner: de ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij de gemeente Renkum is ingeschreven; c. Awb: Algemene wet bestuursrecht; d. verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening; e. schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg; f. schuldregeling: bemiddeling door de gemeente tussen de verzoeker en zijn schuldeisers om een regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen; g. Wgs: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening Het college kan schuldhulpverlening aanbieden aan alle inwoners van de gemeente Renkum van 18 jaar en ouder. Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening 1. Het college verleent aan een verzoeker schuldhulpverlening indien de verzoeker tot de doelgroep van artikel 2 behoort en het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, wordt de aanvraag afgewezen. 2. De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. Factoren die een rol kunnen spelen zijn: a. zwaarte c.q. omvang van de schulden; b. de mate van zelfredzaamheid van de verzoeker; c. psychosociale situatie van de verzoeker; d. houding en gedrag van verzoeker (motivatie); e. een eerder gebruik van schuldhulpverlening. Artikel 4. Verplichtingen 1. Verzoeker is gehouden de inlichtingenplicht van artikel 6 Wgs en de verplichting tot medewerking van artikel 7 Wgs na te leven vanaf het moment dat hij zich tot het college heeft gewend. 2. Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in de artikelen 6 en 7 lid 2 Wgs, kan het college besluiten om de aanvraag schuldhulpverlening buiten behandeling te stellen. 3. De medewerking waartoe de verzoeker op grond van artikel 7 Wgs verplicht is, bestaat onder andere uit: a. het nakomen van afspraken; b. het niet aangaan van nieuwe schulden; c. het zich houden aan de bepalingen van de schuldhulpverleningsovereenkomst dan wel schuldregelingsovereenkomst; d. het hebben van een bankrekening.

21

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum

Artikel 5. Afwijzen en beindigen 1. Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 6 en 7 Wgs, besluit het college om de aanvraag voor schuldhulpverlening af te wijzen dan wel het traject te beindigen. 2. Alvorens ingevolge lid 1 te besluiten tot afwijzing dan wel beindiging, wordt verzoeker eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. 3. Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, besluit het college tot afwijzing danwel beindiging van de schuldhulpverlening indien: a. verzoeker niet (langer) tot de doelgroep van artikel 2 behoort; b. het (voorgaande) schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond; c. verzoeker zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken ter afdoening van zijn schulden; d. blijkt dat op grond van onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan verzoeker is toegekend, terwijl indien de juiste gegevens ten tijde van de besluitvorming bekend waren geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen; e. verzoeker zich ten opzichte van personen, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt; f. verzoeker in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren; g. de geboden schuldhulpverlening niet meer aansluit op de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker en aanpassing van de schuldhulpverlening niet mogelijk is; h. indien de schuldhulpverlening door het college niet langer noodzakelijk wordt geacht; i. verzoeker zijn verplichtingen zoals opgenomen in artikel 4 lid 3 niet nakomt. Artikel 6. Recidive --- hernieuwde aanvraag 1. Indien een voorgaande schuldregeling succesvol is afgerond geldt het volgende: a. Indien minder dan 1 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend door verzoeker een traject schuldregeling (minnelijk of wettelijk) succesvol is afgerond en het ontstaan van de nieuwe schulden niet verwijtbaar is aan de verzoeker, wordt de schuldhulpverlening in beginsel geweigerd, met uitzondering van de producten informatie en advies. b. Indien minder dan 5 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend door verzoeker een traject schuldregeling (minnelijk of wettelijk) succesvol is afgerond en het ontstaan van de nieuwe schulden verwijtbaar is aan de verzoeker, wordt de schuldhulpverlening geweigerd, met uitzondering van de producten informatie en advies. 2. Indien een voorgaande schuldregeling tussentijds is afgebroken geldt het volgende: a. Indien minder dan 1 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door verzoeker een traject schuldregeling (minnelijk of wettelijk) niet verwijtbaar niet is afgerond, wordt de schuldhulpverlening in beginsel geweigerd, met uitzondering van de producten informatie en advies. b. Indien minder dan 5 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door verzoeker een traject schuldregeling (minnelijk of wettelijk) verwijtbaar niet is afgerond, wordt de schuldhulpverlening geweigerd, met uitzondering van de producten informatie en advies. 3. Indien minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend een traject, niet zijnde een schuldregeling, is beindigd, wordt de schuldhulpverlening geweigerd, met uitzondering van de producten informatie en advies. 4. Indien minder dan 5 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend een schuldhulpverleningstraject is beindigd op grond van artikel 5 lid 3 sub e, wordt de schuldhulpverlening geweigerd, met uitzondering van de producten informatie en advies. Artikel 7. Overgangsrecht recidive Artikel 6 is alleen van toepassing op verzoekers die vanaf 1 juli 2012 zijn toegelaten tot de schuldhulpverlening.

22

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum

Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden 1. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de verzoeker gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien onverkorte toepassing daarvan leidt tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid. 2. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college. Artikel 9. Inwerkingtreding 1. Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie. 2. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Renkum 2012 e.v..

23

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum

Bijlage V: Overzicht van ketenpartners


ANBO ANBO is een belangenorganisatie voor ouderen. Centrum voor Jeugd en Gezin Het Centrum voor Jeugd en Gezin is er voor ouders n kinderen, het biedt ondersteuning op het gebied van opvoeden, opgroeien, jeugdgezondheid en welzijn. Diaconie PKN Richt zich op gezinnen en ouderen. Voert gesprekken, geeft administratieve hulp, begeleidt mensen tijdens de WSNP/minnelijk traject en biedt nazorg Dorenweerd college Het Dorenweerd College is een scholengemeenschap voor middelbaar algemeen onderwijs (MAVO), Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs (HAVO) en Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (VWO). Dullertstichting
De Dullertstichting helpt inwoners van Arnhem en omgeving die geen of weinig financile armslag hebben. Met een gidt hopen zij mensen een steuntje in de rug te bieden en hun sociale of maatschappelijke mogelijkheden te vergroten. Deze hulp bieden zij aan zowel particulieren als instellingen.

Gelderse st. Beheer en bewindvoering ter bescherming van meerderjarigen (GSBB) Betreft bewindvoering in het kader van preventie, schuldhulpverlening en nazorg, begeleidt inwoners bij een aanvraag schuldhulpverlening en biedt administratieve ondersteuning tijdens het schuldhulpverleningstraject. Humanitas Humanitas verleent hulp bij het opzetten van thuisadministratie Iriszorg Biedt o.a. professionele behandeling en begeleiding voor verslavingsproblemen. Menzis Menzis wordt co-financierder voor het opzetten van een budgetkring. Menzis heeft tevens een signalerende functie. Moviera Moviera houdt zich bezig met alles wat komt kijken bij een doeltreffende aanpak van huiselijk geweld, zoals voorlichting, preventie, signalering, registratie en opvang. Pro Persona Pro Persona geestelijke gezondheidszorg aan jeugdigen, volwassenen en ouderen met psychische en psychiatrische problemen. Deze zorg wordt aangeboden in een klinische situatie, in deeltijdbehandeling of ambulant en is altijd zo licht als mogelijk en zo zwaar als noodzakelijk. Rechtswinkel Renkum Rechtswinkel Renkum verleent rechtskundige adviezen, hulp bij belastingaangiften, hulp bij financieel budgetbeheer (en evt aanvullende administratieve hulp indien dit noodzakelijk is vanwege de fiscaal/juridische hulpvraag). Remonstrantse Gemeente Oosterbeek Richt zich op kerkelijke gemeente. Solidez (voorheen Vilente) Verlenen hulp bij het invullen van formulieren.

24

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum

St. Algemeen Hulpfonds Renkum Het hulpfonds verleent financile hulp aan inwoners die in ernstige financile moeilijkheden zijn geraakt en geen beroep op een voorliggende voorziening kunnen doen. Het hulpfonds werkt nauw samen met diverse maatschappelijke organisaties binnen de gemeente. St. Leergeld Leergeld biedt kansen aan kinderen van 4 tot 18 jaar om te kunnen deelnemen aan binnen- en buitenschoolse activiteiten. Stichting MEE Stichting MEE ondersteunt mensen met een beperking. Mensen kunnen bij MEE terecht met vragen over opvoeding & ontwikkeling, leren & werken, samenleven & wonen en regelgeving & geldzaken. St. Vluchtelingenwerk Behartigt de belangen van vluchtelingen. Biedt voorlichting en geeft workshops. Voedselbank Neder-Veluwe De Voedselbank biedt voedselpakketten aan voor mensen die dat nodig hebben. De Voedselbank verwijst mensen naar gemeentelijke regelingen. Woningcoperatie Vivare Woningcoperatie Vivare heeft een signalerende functie. Woonzorgnet In Renkum heeft Woonzorgnet 2 locaties, De Keijenberg en Redichem. Woonzorgnet biedt ondersteuning aan een drietal doelgroepen: Clinten met algemeen psychiatrische problematiek Clinten met een autisme-spectrumstoornis Clinten met verslavingsproblematiek

25

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013-2015 Gemeente Renkum

Bijlage VI: Schema huidige dienstverlening


Hieronder is schematisch weergegeven hoe de huidige dienstverlening eruit ziet:

Taken/diensten in eigen beheer van gemeente Producten die worden aanbesteed

Verzoekschriften in het kader van WSNP

Advies

Schuldregeling Schuldbemiddeling Aanmelding waaronder crisisinterventie Preventie Saneringskrediet Intake Nazorg

Stabilisatietraject Budgetbeheer Betalingsregelingen Budgetbegeleiding

26

You might also like