Professional Documents
Culture Documents
Twee dingen willen wij als leerkracht bereiken: begrepen worden en een goede indruk
maken. Door de leerlingen en door de ouders. De ouders spreken we aan via het
rapport en dat kunnen we maar best goed doen. Als we rekening houden met enkele
voorschriften dan komen we ver. Daarom deze stijlgids.
1. Alle zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met één
leesteken. Enkele voorbeelden van hoe het niet moet:
✗ 'goed zo!!!'
✗ 'Waar is die taak???'
✗ 'wanneer ga je je agenda in orde brengen???!!!'
✗ 'Dit kan niet.!'
✗ 'Er is verbetering Suske ' (geen leesteken)
2. Komma en puntkomma:
✗ 'Je moet beter je best doen Suske!' → 'Je moet beter je best doen, Suske!'
✗ 'Suske je moet beter je best doen!' → 'Suske, je moet beter je best doen!'
✗ Correct: 'Je werkt goed mee, Wiske, maar het moet beter.'
✗ 'Je kan het maar het moet beter.' → 'Je kan het, maar het moet beter.'
✗ Na puntkomma's volgen geen hoofdletters, tenzij van persoonsnamen.
✗ Na een 'maar' nooit een komma. Vb. 'Je punten zijn gestegen maar, je gedrag
moet beter.'
✗ Na een komma, en dat geldt voor élk leesteken, volgt een spatie.
3. Eenvoudige taal voor eenvoudige ouders. Zet je in de plaats van de ouders
wanneer je een rapportcommentaar leest. Daaruit haal je wat de leerkracht over
je kind wil zeggen. Veel uitdrukkingen en woorden zijn cliché of worden alleen
door leerkrachten gebruikt. Sommige ouders hebben moeilijkheden met
uitdrukkingen of sloganeske taal, zeker als die letterlijk begrepen wordt als
✗ 'Je loopt de kantjes eraf.'
✗ 'Je emmertje zit snel vol.'
✗ 'Herpak je.'
✗ 'Je hebt je herpakt.'
✗ 'Het is vijf voor twaalf.'
✗ 'Jij weet het altijd beter.'
✗ 'Op school leer je.'
✗ 'Je doet maar op.'
✗ 'Minder spelen, meer concentreren.'
✗ 'Je inzet is onvoldoende.'
✗ 'Zingen doe je in (plaatsbepaling).'
✗ 'Je inzet/attitude/houding laat te wensen over.'
4. Concreet gedrag afkeuren of opeisen.
5. Concrete uitspraken van leerlingen citeren. Vb. ''Uw moeder is een hoer'
zeggen is onbeleefd.' Dat is concreet en de ouders zullen opkijken.
6. Probeer te variëren in woorden met ongeveer dezelfde betekenis:
steeds, vaak, regelmatig, voortdurend, zelden, amper, bijna niet. Nooit twee keer
in dezelfde zin.
7. 'Jij kan twee, vier, tien keer beter' is onzin. Zeg 'Jij kunt beter.' 'Je kunt echt
beter' mag, maar komt smekend over en dat willen we niet.
8. 'Materiaal' alleen is onduidelijk. Schrijf 'Materiaal niet bij.'
9. 'Gedrag' alleen is onduidelijk. Schrijf 'Ongewenst gedrag, ongepast gedrag,
slecht gedrag of onaanvaardbaar gedrag'.
10. 'Je houding is langzamerhand/al/een beetje/echt/een tikkeltje/wat/ietsiepitsie
beter' is knullig. Schrijf 'Je houding is beter' en zeg hoe je dat weet.
Bijvoorbeeld, 'Je houding is beter: je steekt je vinger op, je schrift is netjes, je
agenda is goed ingevuld'.
11. Getallen voluit schrijven, tenzij het over punten gaat. Vb. 'Ik heb slechts/maar
2 taken gekregen' → 'Ik heb slechts/maar twee taken gekregen.'
12. Maar: 'Maar één tekening gekregen' is beter 'Slechts één tekening gekregen' en
nog beter: 'Een tekening afgeven is niet genoeg/onvoldoende'. 'Je werkt alleen
mee wanneer je maar wil.' 'Maar' kennen sommige ouders alleen in de volgende
betekenis: 'Wiske was op tijd, maar Suske was te laat'. Lees nu een zin met deze
laatste betekenis en verwar jezelf.
13. 'Houding, schoolhouding, attitude, vaardigheden' zijn vaag taalgebruik. Zeg
je concrete verwachtingen.
14. Eufemismen zijn niet nodig en ze kunnen slecht begrepen worden.
✗ 'Mag gerust' is beter 'Moet'.
✗ 'Je werkt wat te traag' is beter 'Je werkt traag.'
✗ 'Minder spelen' is beter 'niet spelen'. (Wil je dat de leerling nog speelt, maar
dan een beetje minder? Met 'minder babbelen' hetzelfde.)
✗ 'Je begrijpt het niet zo goed' → 'Je begrijpt het niet goed' en waarom niet 'Je
begrijpt het slecht'?
15. Zinnen sluit je beter niet af met '...'. Kijk naar het verschil in feel tussen
'Toon meer inzet...' en 'Toon meer inzet.' Een punt maakt een degelijkere
indruk.
16. Jij en U niet door elkaar gebruiken. Wees consequent in je keuze.
17. Het juist vervoegen van werkwoorden geeft misschien géén indruk,
maar het verkeerd vervoegen van werkwoorden geeft zéker een slechte
indruk.
18. 'Hou je aandacht er bij!' → 'Hou je aandacht erbij!'
19. 'De collega in die klassen schreven steeds meer fouten.' Als het
onderwerp van je zin in de enkelvoud is dan is je werkwoord dat ook. Een echt
en slecht voorbeeld: 'Je gedrag in de lessen bepalen mee je punten.' Bepalen je
punten je gedrag in de lessen? Je gedrag is enkelvoud dus bepalen ook.
20. Maak ouders boos of laat ze trots zijn op hun kinderen. Met de juiste
woorden lukt dat.
21. Als je niet zeker bent dan kun je aan Mark Twain denken:
✗ 'Je kan beter je mond dichthouden en de indruk geven dat je dom bent dan
dat je je mond opendoet en alle twijfel wegneemt.'
De stijlgids zal met de tijd aandikken en gesystematiseerd worden. Met jullie
voorbeeldige rapportcommentaren lukt dat wel! Voor aanvullingen mag je altijd
stefan.detrez@gmail.com contacteren.
Nuttige links:
http://www.schrijf.be/stijlgids.htm
http://www.schrijf.be/taalboeken.htm#stijlgidsen