You are on page 1of 5

SCHRIJFTIPS VOOR BRIEVEN EN E-MAILS

Een brief of e-mail moet vlot leesbaar zijn.

Het is belangrijk dat de lezer niet te veel moeite moet doen om de inhoud te begrijpen. Op die
manier heb je als zender de grootste garantie dat je brief gelezen én begrepen wordt.

Als zender van de brief of e-mail hou je daarbij best rekening met het GOK-principe. Schrijf je brief of
e-mail:

- Gestructureerd
- Overzichtelijk
- Kernachtig

Een aantal tips:

1) Maak je brief ‘kernachtig’. Schrijf ‘to-the-point’. Probeer je zinnen niet te lang te maken.
Maak liever twee of meer aparte korte zinnen, dan één lange samengestelde zin met
verschillende bijzinnen.

Voorbeeld:

In plaats van:

“Omdat we volgende week ons toonmoment in het cultuurcentrum met alle klassen van de
jazz-popafdeling zullen hebben en aangezien we toch alle leerlingen, voor wie voor velen dit
toonmoment de eerste confrontatie dit jaar met het publiek is, de kans willen geven om op
voorhand al eens op het podium te oefenen, hebben we een duidelijk schema opgesteld,
waarin je kan lezen wie wanneer kan komen repeteren in de grote zaal van het
cultuurcentrum.”

schrijf je beter:

“Volgende week vindt het toonmoment van de jazz-popafdeling in het cultuurcentrum plaats.
Voor veel leerlingen is dit de eerste confrontatie met een publiek. We willen iedereen de kans
geven om op voorhand op het podium te oefenen. Daarom hebben we een duidelijk
repetitieschema opgesteld.”

2) Zorg voor een duidelijke, overzichtelijke en rustige ‘bladspiegel’. Maak gebruik van één
alinea per inhoudsonderdeel. Maak gebruik van voldoende ‘witregels’. Ze maken je
boodschap ‘leesbaarder’ en geven je brief (letterlijk) ‘ademruimte’. Bij een brief/tekst zorgt
een gelijke uitlijning links en rechts (‘uitvullen’) ook voor een rustigere bladspiegel.

3) Maak gebruik van duidelijke signaalwoorden, die de link duidelijk maken tussen je
verschillende zinnen en alinea’s. Bv.:

Opsomming: ten eerste (ten tweede, ….), vervolgens, ten slotte, …


Tegenstelling: maar, enerzijds/anderzijds, toch, ….
Oorzaak en gevolg: daardoor, dankzij, zodat, ….
Doel en middel: omdat, daarmee, waarmee, ….
Voorwaarde: als, in dit geval, tenzij, …
….
4) Vestig de aandacht op de belangrijkste onderdelen van je boodschap via een visuele
‘aandachtstrekker’.

Op deze manier kan je brief of e-mail ook begrepen worden als de lezer hem slechts
diagonaal of met minder focus leest.

Wees wel ‘spaarzaam’ met deze aandachtstrekkers. Te veel visuele aandachtstrekkers maken
een brief snel ‘schreeuwerig’ en ‘druk’.

Hoe kan je visueel de focus op iets leggen?

 in een markeringskleur (wees wel spaarzaam met deze aandachtstrekker, gebruik hem
niet in een formele brief, en in een informele brief enkel voor ‘to do’s’ die zeer belangrijk
zijn)
 vetgedrukt
 onderlijnd
 cursief

De bovenstaande ‘aandachtstrekkers’ staan in volgorde van ‘intensiteit’: een markeringskleur


springt bv. meer in het oog dan een cursieve tekst. Let op met het gebruik van
HOOFDLETTERS. ALS JE ZE TE VAAK GEBRUIKT KOMT DIT IN EEN BRIEF OF E-MAIL AL GAUW
OVER ALS ROEPEN, ZEKER ALS ER DAN NOG EENS EEN UITROEPTEKEN ACHTER STAAT!! (sic)

5) Vermijd formele ‘stadhuistaal’. Schrijf helder.

Voorbeeld

“Aangezien de directeur zijn wens heeft geuit om bij alle klasexamens aanwezig te zijn, zijn
wij genoodzaakt om reeds in het begin van de maand mei de examenmomenten aan te
vatten”

schrijf je beter zo:

“Omdat de directeur graag bij alle klasexamens aanwezig is, zullen we al begin mei starten
met de examens.”

6) Zorg voor een correcte spelling en grammatica.

Dit zorgt ervoor dat je boodschap professioneel en neutraal overkomt.

Gebruik je spellingschecker. Check https://taaladvies.net/ als je niet zeker bent van een
bepaalde taalkwestie. Lees je brief altijd goed na.

Een overzicht met meer tips voor ‘klare taal’ vind je op:

https://www.taaltelefoon.be/tips-voor-klare-taal

(hoofdstuk 5 gaat specifiek over brieven en e-mails)


VOORBEELD:

Hieronder vind je twee versies van een brief met dezelfde inhoudelijke boodschap. Maar de vorm is
anders. Ga na tegen welke van de bovenstaande regels de schrijver van brief 1 ‘zondigt’? Misschien
ontdek je nog wel andere ‘fouten’.

VERSIE 1:

Geachte

Ik sta erop u toch nog een maal een paar dingen duidelijk maken over de rapporten in onze academie
want ik heb vroeger al gemerkt dat ouders er wel wat vragen bij hebben, ik begrijpdat wan het
systeem is nieuw, dat heeft te maken met de nieuwe leerplannen en het nieuwe structuur-decreet
van het DKO, daarover hoorden jullie waarschijnlijk al iets.
Het rapportje dat uw kind gisteren mee naar huis kreeg is opgestelt volgens de methode van
KunstigCompetent, dat is een methode waarmee we niet met punten werken maar met rollen
volgens dewelke de leeringen geëvalueerd worden in een groter kader.Zo proberen we de leerling
inzijn totaliteit te zien. Als ugaat kijken op de website van KUnstig Competent zal u tal van uitleg
vinden over de manier waarop Kunstig Competent de leerling nu precies in zijn totaliteit gaat zien,
volgens rollen als de leerling als performer als kunstenaar als samenspeler als onderzoeker en als
vakman. Het is een zeer interessante methode.
In het halfjaarlijks rapport zal u uw kind dus geëvalueert zien worden volgens de bovenstaande
betreffende methode,alsook volgens een aantal nog andere parameters zoals aanwezigheid en inzet.

Uw kind ook een studentenkaart. U kan in veel winkels promoties krijgen- een lijstje staat op de
website van de academie). Vergeet wel niet om een foto te plakken op de kaart, dat is noodzakelijk
om de kaart geldig te maken.
Het is ook de bedoeling dat de kinderen de tekstbundel die ze gisteren meekregen vanaf nu steeds
meenemen naar de les alsook dat ze hun eigen monoloogje uit het hoofd leren, DAT IS BELANGRIJK
OM TOT EEN GOED RESULTAAT TE KOMEN!! (op 13 juni is het examen, dat word een ‘Woordparade’
met alle klassen van de 2de graad tezamen, ik stuur later nog meer informatie hierover. Hoedanook is
het belangrijk dat de kinderen de tekst uit het hoofd kennen tegen de eerste les na de paasvakantie.
VEEL SUCCS!
Hoogachtend,
Janssens Mieke
VERSIE 2:

Beste ouders,

Gisteren kreeg je kind een aantal dingen mee naar huis:

1) De halfjaarlijkse evaluatiefiche

Ik geef graag wat duiding bij deze evaluatie.

Vanaf dit schooljaar evalueren wij volgens het systeem van 'Kunstig Competent'. Dit is een
evaluatiemethode waarbij we de leerling in zijn/haar totaliteit willen bekijken, zonder hem/haar te
vergelijken met anderen. We geven een kwalitatieve woordelijke feedback, waarbij we dieper ingaan
op 5 verschillende rollen die aan bod komen in onze lessen. Nl. de leerling als:

- Vakman:

Spreek- en stemtechniek: adem, articulatie, uitspraak, stem, volume, intonatie, correct Nederlands, ...
Lichaam en beweging: ruimtelijk bewustzijn, lichaamshouding, soepel bewegen, lichaamstaal
aanpassen aan personage/emotie, ...
Spel: focus, spanningsboog maken, tekstkennis, tekstinzicht, ….

- Kunstenaar

Verbeelding, spel-, spreek-, en vertelplezier, inleving, creativiteit, noodzaak, kwetsbaarheid, humor,


gedrevenheid, flow, linken maken met andere kunstdomeinen, ...

- Onderzoeker

Nieuwsgierigheid tonen, eigen visie, open blik, kunnen selecteren, keuzes kunnen maken,
argumenteren, zich laten inspireren, brainstormen, ….

- Performer

Omgaan met plankenkoorts, verbinding/contact maken met een publiek, concentratie en plezier op
de scène, zich aan (regie)afspraken houden, oogcontact maken, luid genoeg praten, jezelf durven zijn
op het podium, ….

- Samenspeler

In de les/voorbereiding/repetities: Samenwerken met medeleerlingen en leraar tijdens de lessen,


helpen, luisteren, openstaan voor feedback, respectvol feedback geven, aandacht hebben voor
anderen, ....
Op de scène: Zich bewust zijn van medespelers, spelen in functie van het geheel (en niet enkel voor
zichzelf), spelimpulsen geven aan anderen, ingaan op spelimpulsen van anderen, anderen
enthousiasmeren, ...

Als je graag meer weet over deze evaluatiemethode, dan kan je een kijkje nemen
op https://artistiekecompetenties.blog/n/
Op deze website worden de verschillende rollen die de leerling heeft, gevisualiseerd in 'landkaarten'.

2) Een studentenkaart voor 2020.

Met deze studentenkaart kan je korting krijgen op een aantal cultuurplekken.


Zie: https://www.stedelijkonderwijs.be/deacademies/studentenkaart

Kleef wel nog een foto op de kaart. Je kan de foto bevestigen met de kleeffolie die je kind ook kreeg.

3) Een bundel met de tekst 'De krijtjes staken'.

Kan je kind deze bundel vanaf nu elke week mee naar de les nemen?

Dit is (een van) de tekst(en) voor ons volgende project. We werken rond het thema 'Kleuren'.

Ieder kind heeft gisteren een monoloog gekregen uit de bundel. Het is de bedoeling dat ieder kind
zijn/haar monoloog helemaal uit het hoofd kent tegen de eerste les na de paasvakantie (20/04). Je
mag dus gerust al met je kind beginnen oefenen en hem/haar stimuleren om thuis zelf te oefenen.
Elke dag een klein stukje repeteren, is beter dan vlak voor de deadline de hele tekst in één keer uit
het hoofd te leren.

Het resultaat laten we zien op onze grote WOORDPARADE die zal plaatsvinden op zaterdag 13 juni
(overdag) in de Academie Deurne.

Op die dag zullen alle kinderen van de klassen Woordatelier & Woordinitiatie per klas een korte
voorstelling brengen voor het publiek. Je hoeft uiteraard niet naar de voorstellingen van alle klassen
te komen kijken (maar je bent uiteraard wel welkom). De juiste uurplanning van deze dag staat nog
niet vast, maar noteer de datum alvast in je agenda.

Als jullie nog vragen hebben, mogen jullie mij altijd contacteren.

Met vriendelijke groet,

Mieke Janssens

jufmiekejanssens@gmail.com
0455 31 32 33

You might also like