You are on page 1of 8

ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent

Educatieve bachelor lager onderwijs

Naam student: Lennert Maes Leergroep OLO2 A2


Naam mentor: Ine Gettemans Klas 5A Aantal lln.: 18
School: Vrije Basisschool “Wonderwijs” – Destelbergen

MAANDAG 07/12/2020 Handtekening mentor + datum:

Van tot
Leergebied(onderdeel): Nederlands (Spelling)
Lesonderwerp: Hoofdletters en leestekens

Leerplandoelen: Leerplan: ZILL – OVSG – GO! – andere


 TOsn4: Bij het schrijven aandacht besteden aan zins- en tekststructuur, lay-out en beeldende
elementen, leesbaarheid, spelling en interpunctie
o 6-9j Aandacht besteden aan spelling en interpunctie:
 ontdekken dat correcte spelling en interpunctie het begrijpen van de inhoud
van de schriftelijke boodschap beïnvloeden
 toepassen met hulp van de leraar of medeleerlingen van inzichten over spelling
en interpunctie in eigen boodschappen
 TOtn2: Nadenken over de belangrijkste aspecten van het taalsysteem. Daarbij
taalbeschouwelijke termen gebruiken
o Spelling en interpunctie
 6-10j Het gebruik van hoofdletters en kleine letters onderzoeken, en daarbij de
term ‘kleine letter’ en ‘hoofdletter’ kennen en gebruiken - woorden met
hoofdletters gebruiken in betekenisvolle schrijfopdrachten:
 eerste woord van de zin
 eigennamen
 belangrijke en frequent gebruikte feestdagen
 frequent gebruikte aardrijkskundige namen: eigen straat en gemeente
 6-10j Onderzoeken en gebruiken van leestekens in betekenisvolle
schrijfopdrachten:
 het gebruik van leestekens op het einde van de zin, en daarbij de
termen ‘uitroepteken’, ‘punt’ en ‘vraagteken’ kennen en gebruiken
 het gebruik van leestekens in de zin, en daarbij de termen ‘komma’ en
‘dubbele punt’ kennen en gebruiken
 MEge2: Passende mediamiddelen kiezen, gebruiken en combineren in functie van een beoogd
doel
o 2.5-12j Mediamiddelen inzetten bij logisch en algoritmisch denken - oefenen en leren
met ondersteuning van ICT
 MEva1: Technische en instrumentele computervaardigheden ontwikkelen
o 2.5-12j Onder begeleiding experimenteren met de bediening van mediamiddelen uit de
eigen omgeving en leefwereld
o 8-12j Wisselen tussen geopende applicaties
o 8-12j Navigeren in een applicatie
 MEva3: Digitale informatievaardigheden ontwikkelen
o 6-12j Navigeren en zoeken binnen een website
 SErv3: Samenwerken met anderen en zo bijdragen aan het realiseren van een
gemeenschappelijk doel

1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

o 5-12j Gericht samenwerken in duo of kleine groep - iets aan elkaar kunnen uitleggen -
voorstellen formuleren om tot een gezamenlijk antwoord te komen bij vragen
o 5-12j Op een gezonde manier omgaan met competitie - elkaar aanmoedigen

Leerinhoud:
 Gebruik van hoofdletters en leestekens bevordert tekstbegrip en zorgt voor een vlottere en
gemakkelijkere leesbaarheid. Leestekens geven rustpauzes en intonaties aan die je in een
geschreven tekst niet kan horen.
- Mededelende zinnen eindigen op een punt
- Vraagzinnen eindigen op een vraagteken
- Bevelen en uitroepen eindigen op een uitroepteken
 We schrijven hoofdletters aan begin van de zin (het eerste woord) of bij namen:
- Eigennamen (niet enkel personen: ook bij je huisdier, boot…)
- Aardrijkskundige namen (België, Gent, de Schelde, Europa, Mars, de Poolster, de
Veldstraat…)
o Ook nationaliteiten en talen (Nederlands, Vlaams, Belg…)
o De aarde, de zon en de maan zijn uitzonderingen
- Titels (kunstwerken, boeken, liedjes…)
- Merknamen en bedrijven (Mercedes, Fanta, Google…)
- Heilige zaken (de Kerk, de Bijbel…)
o Religieus is niet automatisch heilig (christendom, islam…)
- Feestdagen (Kerst, Nieuwjaar, Pasen…)
o Niet als samenstelling (kerstvakantie…)
- Historische gebeurtenissen (de Tweede Wereldoorlog, de Industriële Revolutie…)
o Tijdperken en periodes niet (de prehistorie, de middeleeuwen…)
- Andere (de Eerste Minister, het Atomium…)
 Tijdens een overleg zijn er soms verschillende redeneringen die niet met elkaar overeenkomen.
Het is belangrijk dat je hierbij elkaar op een respectvolle en vriendelijke manier uitleg geeft, en
dus niet begint te roepen als iemand een ander antwoord geeft. Leg aan elkaar jullie denkwijze
uit en kom tot een gemeenschappelijk antwoord.

Lesdoelen:
De leerlingen kunnen...
1. Het belang van leesteken- en hoofdlettergebruik verwoorden. (TOsn4)
2. Het correcte leesteken schrijven op het einde van een zin. (TOtn2)
3. Verwoorden wanneer een woord met hoofdletter wordt geschreven en wanneer met kleine
letter. (TOtn2)
4. Informatie op de klaswebsite terugvinden door correct te navigeren. (MEva1, MEva3)
5. ICT-tools op de klaswebsite hanteren bij het verwerven van de leerinhoud. (MEge2)
6. ICT-tools op de klaswebsite hanteren bij het verwerken van de leerinhoud. (MEge2)
7. Een QR-code scannen met een applicatie op hun tablet. (MEva1)
8. Overleggen om bij verschillende redeneringen tot een gemeenschappelijk antwoord te komen.
(SErv3)

Beginsituatie specifiek voor deze les:


Situering in het leerproces: aanbrengen inoefenen
Waarop bouwt deze les verder?
 De leerlingen weten welk leesteken ze op het einde van hun zin moeten plaatsen en kennen de
regels voor correct hoofdlettergebruik, maar maken hier in de praktijk nog veel te weinig
gebruik van. Daarom is deze herhalingsles voorzien.

2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Leerling specifieke gegevens + acties:


 Ilias en Mauritz hebben DCD en dyslexie  Zij mogen opdracht 2 op de computer maken.
 Ilias heeft extra begeleiding en ondersteuning nodig bij individuele opdrachten  Ik check
regelmatig hoe de verwerking loopt bij hem wanneer ik rondga.
 Ilias werkt vaak niet mee tijdens een groepswerk  Ik motiveer hem om tijdens de
woordenwolk en de quiz toch een antwoord op te schrijven.

Bronnen: volgens de APA-normen


 jonatanschool (2013, 19 maart). Soorten zinnen [Online video]. Geraadpleegd op 3 december
2020 via youtube.com/watch?v=OkBKt5-GDvo

Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten …


 E-mail
 Bordplan leestekens
 Bordplan hoofdletters
 Kahoot!
 Klaswebsite

Materiaal / locatiewijziging:
 Smartbord met internetverbinding
 USB-stick met powerpoint en e-mail in Word
 Laptops of tablets (x18)

Lesopbouw

1. Klassikaal het belang van hoofdletters en leestekens ondervinden adhv een e-mail (5’)
oriënteren verwerven verwerken afronden
Het belang van leesteken- en hoofdlettergebruik verwoorden.

Ik projecteer de mail van Jonas naar de Sint. Ik laat de leerlingen in stilte lezen. Wat valt op? (Er zijn
geen leestekens en geen hoofdletters). Is dit gemakkelijk te lezen en te begrijpen? (Neen). Hoe komt
dat? (Omdat we niet weten waar de rustpauzes liggen en waar we intonatie moeten leggen).
Inderdaad, gebruik van hoofdletters en leestekens bevordert tekstbegrip en zorgt voor een vlottere
en gemakkelijkere leesbaarheid. Leestekens geven rustpauzes en intonaties aan die je in een
geschreven tekst anders niet kan horen.

2. Klassikaal opstellen van de regels omtrent hoofdletter- en leestekengebruik (10’)


oriënteren verwerven verwerken afronden
Het belang van leesteken- en hoofdlettergebruik verwoorden.
Het correcte leesteken schrijven op het einde van een zin.
Verwoorden wanneer een woord met hoofdletter wordt geschreven en wanneer met kleine
letter.
Informatie op de klaswebsite terugvinden door correct te navigeren.
ICT-tools op de klaswebsite hanteren bij het verwerven van de leerinhoud.
Een QR-code scannen met een applicatie op hun tablet.

3
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

We gaan zo meteen de tekst verduidelijken door zelf leestekens te plaatsen. We gaan hiervoor eerst
kijken naar een filmpje dat 2 leeftijdsgenootjes van jullie zelf gemaakt hebben. Ik speel het filmpje af.
Ondertussen deel ik de laptops/tablets uit. Nadien duid ik enkele leerlingen aan om de regels bij
leestekens op het einde van een zin samen te vatten. Ik projecteer en overloop het bordplan over
leestekens.

We keren terug naar de mail van Jonas. Ik laat de leerlingen aan het woord om leestekens te
plaatsen. Wanneer alle leestekens geplaatst zijn, mogen de leerlingen hun laptops/tablets opstarten
en naar de klaswebsite gaan of de QR-code scannen om Wooclap te openen. We vullen nu samen de
woordenwolk in. Hierbij schrijven de leerlingen zoveel mogelijk regels op omtrent correct
hoofdlettergebruik. Vervolgens stellen we samen een bordplan op met de regels en vul ik aan waar
nodig. Ik geef ook extra duiding.

Nu laat ik de leerlingen zeggen waar de hoofdletters moeten komen in de mail van Jonas. Ik vraag ze
telkens ook waarom (bijvoorbeeld Jonas = eigennaam) en verwijs naar het bordplan. Wanneer dit
klaar is concluderen we dat de mail veel leesbaarder is geworden.

3. Klassikaal inoefenen van hoofdletter- en leestekengebruik adhv een kahoot-quiz (10’)


oriënteren verwerven verwerken afronden
Het correcte leesteken schrijven op het einde van een zin.
Verwoorden wanneer een woord met hoofdletter wordt geschreven en wanneer met kleine
letter.
Informatie op de klaswebsite terugvinden door correct te navigeren.
ICT-tools op de klaswebsite hanteren bij het verwerken van de leerinhoud.
Een QR-code scannen met een applicatie op hun tablet.
Overleggen om bij verschillende redeneringen tot een gemeenschappelijk antwoord te
komen.

De leerlingen mogen naar de klaswebsite gaan of de QR-code scannen om de Kahoot-quiz te openen.


We maken de quiz in een competitieve omgeving, maar na iedere vraag volgt er een kort klassikaal
overleg waar de leerlingen elkaar constructief uitleggen waarom een antwoord juist of fout is. Het is
belangrijk dat ze hierbij elkaar op een respectvolle en vriendelijke manier uitleg geven, en dus niet
beginnen roepen als iemand een ander antwoord heeft gegeven. Ik daag de klas uit om elkaar te
helpen en alles juist te hebben.

4. Individueel inoefenen van hoofdletter- en leestekengebruik adhv een verbeteropdracht en


een schrijfopdracht (20’)
oriënteren verwerven verwerken afronden
Het belang van leesteken- en hoofdlettergebruik verwoorden.
Het correcte leesteken schrijven op het einde van een zin.
Verwoorden wanneer een woord met hoofdletter wordt geschreven en wanneer met kleine
letter.
Informatie op de klaswebsite terugvinden door correct te navigeren.
ICT-tools op de klaswebsite hanteren bij het verwerven van de leerinhoud.
ICT-tools op de klaswebsite hanteren bij het verwerken van de leerinhoud.

Nu gaan we over naar de opdrachten. Ik geef hierbij de volgende inleiding:

4
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Ali is een fictieve 10-jarige jongen van Turkse afkomst. Zijn ouders verhuizen in de kerstvakantie naar
Destelbergen, dus moet Ali van school veranderen. Beeld jullie in dat hij voor Wonderwijs kiest en in
onze klas terechtkomt. Hij kent hier niemand en is vrij verlegen. Wij zullen hem dus moeten
verwelkomen, en helpen met hem op zijn gemak te doen voelen. Daarom gaan we hem allemaal een
korte brief schrijven waarin we onszelf voorstellen, zodat hij ons beter kan leren kennen. Ik heb dit
reeds gedaan, maar heb niet zo goed opgelet toen ik aan het schrijven was, want ik ben veel
hoofdletters vergeten. Die gaan jullie eerst moeten verbeteren. Vervolgens mogen jullie zelf ook een
briefje schrijven.

De leerlingen maken in stilte de 2 opdrachten. Opdracht 1 vinden ze op de klaswebsite, voor


opdracht 2 krijgen ze een gelijnd blad. Gebruik voor opdracht 2 mijn brief als inspiratie. Probeer
dezelfde structuur te volgen. Ilias en Mauritz maken opdracht 2 op hun laptop. Ik ga rond en geef
feedback. Bij opdracht 2 kunnen de leerlingen ook terugvallen op extra uitleg op de klaswebsite. Zo
kunnen ze de regels opfrissen met een filmpje en een interactieve afbeelding.

Wie daarmee klaar zou zijn, mag in een leesboek beginnen lezen. Hierbij noteer je in je kladschrift de
verschillende regels van het gebruik van hoofdletters voor de hoofdletters die je tegenkomt.

5. In duo elkaars schrijftaak verbeteren op correct hoofdletter- en leestekengebruik (5’)


oriënteren verwerven verwerken afronden
Het belang van leesteken- en hoofdlettergebruik verwoorden.
Het correcte leesteken schrijven op het einde van een zin.
Verwoorden wanneer een woord met hoofdletter wordt geschreven en wanneer met kleine
letter.

De leerlingen wisselen hun schrijftaak uit met hun buur. Het is de bedoeling dat jullie nu, met groen,
elkaars hoofdletter- en leestekengebruik gaan controleren en verbeteren indien nodig. Je mag
spellingsfouten ook verbeteren, maar het belangrijkste is dat je let op correct hoofdletter- en
leestekengebruik. Tot slot haal ik de schrijftaken op. Ilias en Mauritz dienen hun document in via de
klaswebsite.

Evaluatie: Evalueer hier je eigen pedagogisch, didactisch en/of organisatorisch handelen. Wat deed je goed en
waarom? Wat ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en realisatie.) Doe een verbetervoorstel.

Bijlagen:
1) E-mail

5
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

2) Bordplan leestekens

3) Bordplan hoofdletters

6
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

4) Kahoot!
https://create.kahoot.it/share/hoofdletters-en-leestekens/fd2db132-b8a4-4d9f-88da-af98cad83b97

5) Klaswebsite
http://meesterlennert.weebly.com/

6) Opdracht 2

7
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

You might also like