You are on page 1of 15

Sint-Jozefinstituut

Gemeenteplein 8
2550 Kontich

PORTFOLIO
NEDERLANDS

Naam: ………………………………………………

Klas: 6ECWI – 6WEWI

Schooljaar: 2022-2023

Leerkracht: S. Dombrecht
Inhoudsopgave
1 Praktische informatie...................................................................................................5

1.1 Portfolio....................................................................................................................... 5

1.2 Evaluatie...................................................................................................................... 6

1.3 Je resultaat voor Nederlands.......................................................................................6

2 Taalcompetentieprofiel................................................................................................7

2.1 September................................................................................................................... 7

2.2 Juni.............................................................................................................................. 9

3 Leerstrategieën..........................................................................................................11

3.1 Welke stappen moet je doorlopen?...........................................................................11

3.2 Leer uit je fouten!.......................................................................................................11

4 Remediëringstips voor de vaardigheden...................................................................12

4.1 Spreken..................................................................................................................... 12

4.2 Schrijven....................................................................................................................12

4.3 Luisteren....................................................................................................................13

4.4 Lezen......................................................................................................................... 13

5 Extra oefeningen / remediëring / voorbereidingen.....................................................14

Inhoudsopgave
Inleiding

Een taal goed beheersen heeft vooral met vaardigheden te maken. Taalbeschouwing is
een hulpmiddel om de vaardigheden goed te ontwikkelen. Literatuuronderwijs draagt bij tot
de algemene culturele vorming van elke jongere. Bovendien is Nederlands een
ondersteunend vak: je zal heel wat tips en tricks krijgen die je in andere vakken zal kunnen
gebruiken. Zeker de onderzoekscompetenties bereiden je voor op het hoger onderwijs.

Voor het vak Nederlands werken we op deze school niet met klassieke examens, maar met
een portfolio. Hiermee willen we duidelijk de evolutie van de leerling weergeven. Op het
vakrapport worden de resultaten voor alle onderdelen van het vak Nederlands duidelijk
weergegeven.

In dit portfolio is de zelfreflectie en de individuele feedback van de leerkracht ook van


belang omdat dit veel meer zegt dan een cijfer. Om het leerproces goed te evalueren zijn er
meerdere evaluatiemomenten. Deze evaluatie dient om het proces bij te sturen.

Dit is dus een belangrijk document voor het vak Nederlands. Lees deze bundel grondig door
en gebruik dit portfolio het hele schooljaar door, als aanvulling op de lessen en de cursus.

Inleiding
1 Praktische informatie
1.1 Portfolio

Je portfolio voor Nederlands is volledig digitaal en wordt in Drive bijgehouden. Je zal het
tijdens de les opmaken, zodat je er snel mee weg bent. Het online portfolio bestaat uit drie
grote mappen: Taalportfolio, Literatuur en Taalbeschouwing. De vaardigheden zitten in de
twee laatste vervat. De documenten staan steeds in de elo-cursus, laad ze op naar je Drive-
map. Geef elk document een duidelijke titel bovenaan. Indien je samenwerkt met een
medeleerling, voeg dan de namen van beiden aan de titel toe.

In de map Taalportfolio vind je formulieren om je taalcompetentieprofiel mee te bepalen.


Die vul je bij het begin en einde van het schooljaar in. Op het einde van elk semester krijg je
een overzichtslijst van alle taken en toetsen van je leerkracht. Die laad je op in deze map en
vul je aan met je behaalde punten. Je schrijft een reflectieverslag over je sterke punten en
werkpunten (zie apart document met criteria). Verder vind je remediëringstips bij de
vaardigheden, om de aspecten waarbij je nog moeilijkheden ondervindt, bij te werken. Je
voegt bewijsmateriaal toe van extra oefeningen (screenshots, foto’s, kort verslagje, …).

Bij Literatuur plaats je de opdrachten van het literair portfolio, samen met de verwerkte
opdrachten. Je maakt ook een map aan voor de literaire actua. Daarnaast komen alle
literaire opdrachten en de evaluatieformulieren ervan in deze rubriek te staan. Je creëert
twee submappen, één per semester.

De map Taalbeschouwing omvat alle opdrachten rond taalstudie, linguïstiek,


taalhandelingen, schrijven, enz. Ook hier vertrek je altijd van een online document. Je deelt
in per semester.

De meeste taken (of toetsen) worden online gecorrigeerd. Grotere opdrachten worden
eerder geprint opgevraagd. Je krijgt er telkens feedback over tijdens de les. Verbeter ze in
een andere kleur, zo krijg je zicht op je werkpunten en kan je ze opnemen in je reflectie en
remediëring.

Maak er een gewoonte van om dit portfolio netjes op orde te houden. Zorg dat alle
documenten op de juiste plek zitten. Je wordt er aan het einde van elk semester op
beoordeeld. De geschreven of getypte taken en toetsen lever je af in een bestekmapje

Praktische informatie 7
1.2 Evaluatie

 Er is geen examen voor Nederlands, dus je totaalcijfers voor dit schooljaar worden
bepaald door je vijf maandrapporten en de toetsmomenten.

 Op elk maandrapport zullen de punten van Nederlands weergegeven worden door 1


cijfer. Hoe we tot dit cijfer gekomen zijn, wordt door het vakrapport weergegeven.

 Het vakrapport wordt telkens gekoppeld aan het maandrapport. Hierop zie je jouw
resultaten voor de verschillende onderdelen van het vak Nederlands: taalbeschouwing,
literatuur, lezen, luisteren, spreken, schrijven, geïntegreerde vaardigheden (portfolio).

 Je portfolio wordt aan het einde van elk semester beoordeeld.

 Het is belangrijk dat je jezelf leert evalueren. Daarom hechten we veel belang aan
zelfevaluatie. Als je zelf kan zien waar je zwakheden nog liggen, kan je sneller ingrijpen
hier verbetering in te brengen. Je vindt hulpmiddelen en remediëringsoefeningen in dit
portfolio. In je reflectieverslag analyseer je je sterke punten en werkpunten.

 Je wordt beoordeeld tijdens een toetsmoment. Dit gebeurt a.d.h.v. een individueel
gesprek met je leerkracht over je evolutie. Daarbij reflecteer je op basis van je
taalportfolio over je sterke punten en werkpunten.

1.3 Je resultaat voor Nederlands

De weging van alle onderdelen voor het vak is vooraf vastgelegd. Aan deze weging kan je
niets veranderen.

Voor de derde graad aso staat van de 100% van het totaalcijfer:

 20% op taalbeschouwing
 30% op literatuur (leerstof en literair portfolio),
 50% op vaardigheden, waaronder:
o 10% op lezen,
o 10% op luisteren,
o 10% op spreken,
o 10% op schrijven,
o 10% op reflectie en proces / portfolio.

Alle toetsen worden dus verrekend volgens deze verhouding.

Praktische informatie 7
2 Taalcompetentieprofiel
2.1 September

Hoe staat het met mijn taalontwikkeling? Vul onderstaande tabel nauwkeurig in. Op het einde
van dit schooljaar doe je dat opnieuw en kan je zien wat je dit schooljaar bijgeleerd hebt.

1 = absoluut niet 2 = zelden 3 = af en toe 4 = vaak/graag 5 = heel vaak/graag

LEZEN 1 2 3 4 5 Dit wil ik nog kwijt

Ik lees vlot teksten, zonder haperen.

Ik lees de teksten soms te snel, waardoor ik dingen


niet begrijp.

Ik ben heel aandachtig als ik lees.

Ik kan na het lezen van een tekst goed vertellen wat


ik gelezen heb.

Ik lees graag kranten of tijdschriften.

Ik lees graag non-fictie boeken.

Ik lees graag fictie boeken.

Ik lees graag strips.

Ik lees ………. fictieboeken per jaar in mijn vrije tijd.


Ik lees ………. non-fictieboeken per jaar in mijn vrije tijd.
Ik lees nooit / soms / (bijna) elke dag de krant (online of op papier)

BESLUIT: In welke mate vind je dat lezen en


leesopdrachten lukken voor je?

1= absoluut niet 2= een enkele keer 3= af en toe 4= vaak 5= heel vaak

LUISTEREN 1 2 3 4 5 Dit wil ik nog kwijt

Ik ben aandachtig als anderen spreken.

Ik begrijp een mondeling opdracht goed.

Ik weet na een uiteenzetting of verhaal van een


medeleerling of leraar wat er verteld werd.

Ik heb nood aan herhaling bij beluisterde opdrachten

BESLUIT: In welke mate vind je dat luisteren en


luisteropdrachten lukken voor je?

Taalcompetentieprofiel 11
1 = absoluut niet 2 = zelden 3 = af en toe 4 = vaak/graag 5 = heel vaak/graag

SPREKEN 1 2 3 4 5 Dit wil ik nog kwijt

Ik spreek graag voor een grote groep: in een gesprek, vooraan in


de klas, vanop mijn plaats. (omcirkel wat past)

Ik reageer spontaan op wat andere zeggen of ik heb graag wat


bedenktijd voor ik spreek. (omcirkel wat past)

Ik vind gemakkelijk de juiste zinnen en woorden om iets te


vertellen.

Ik praat graag over volgende onderwerpen:


……………………………………………………………………

BESLUIT: In welke mate vind je dat spreken en


spreekopdrachten lukken voor je?

1 = absoluut niet 2 = zelden 3 = af en toe 4 = vaak/graag 5 = heel vaak/graag

SCHRIJVEN 1 2 3 4 5 Dit wil ik nog kwijt

Ik schrijf zaken van het bord over zonder fouten.

Ik schrijf graag teksten zoals verhalen, verslagen,


uitnodigingen, brieven, in een dagboek, … (omcirkel
wat past)

Ik kan vlot een tekst schrijven als de leerkracht me


dat vraagt.

Als ik teksten schrijf, doe ik dat volgens dit patroon:


ideeën verzamelen, selecteren en ordenen
(schrijfplan), tekst schrijven, tekst nalezen, tekst
verbeteren, tekst herwerken. (omcirkel wat je doet)

Ik controleer mijn spelling via een woordenboek, een


spellingcorrector, internet. (omcirkel wat je doet)

Ik schrijf liever teksten op een computer dan op


papier.

BESLUIT: In welke mate vind je dat schrijven en


schrijfopdrachten lukken voor je?

Taalcompetentieprofiel 11
2.2 Juni

Hoe staat het met mijn taalontwikkeling? Hoe ben je dit schooljaar geëvolueerd? Vul
opnieuw dit taalcompetentieprofiel in en vergelijk met wat je in september invulde. Schrijf een
kort besluit over jouw evolutie in deze vaardigheden.

1 = absoluut niet 2 = zelden 3 = af en toe 4 = vaak/graag 5 = heel vaak/graag

LEZEN 1 2 3 4 5 Dit wil ik nog kwijt

Ik lees vlot teksten, zonder haperen.

Ik lees de teksten soms te snel, waardoor ik dingen


niet begrijp.

Ik ben heel aandachtig als ik lees.

Ik kan na het lezen van een tekst goed vertellen wat


ik gelezen heb.

Ik lees graag kranten of tijdschriften.

Ik lees graag non-fictie boeken.

Ik lees graag fictie boeken.

Ik lees graag strips.

Ik lees ………. fictieboeken per jaar in mijn vrije tijd.


Ik lees ………. non-fictieboeken per jaar in mijn vrije tijd.
Ik lees nooit / soms / (bijna) elke dag de krant (online of op papier)

BESLUIT: In welke mate vind je dat lezen en


leesopdrachten lukken voor je?

1= absoluut niet 2= een enkele keer 3= af en toe 4= vaak 5= heel vaak

LUISTEREN 1 2 3 4 5 Dit wil ik nog kwijt

Ik ben aandachtig als anderen spreken.

Ik begrijp een mondeling opdracht goed.

Ik weet na een uiteenzetting of verhaal van een


medeleerling of leraar wat er verteld werd.

Ik heb nood aan herhaling bij beluisterde opdrachten

BESLUIT: In welke mate vind je dat luisteren en


luisteropdrachten lukken voor je?

Taalcompetentieprofiel 11
1 = absoluut niet 2 = zelden 3 = af en toe 4 = vaak/graag 5 = heel vaak/graag

SPREKEN 1 2 3 4 5 Dit wil ik nog kwijt

Ik spreek graag voor een grote groep: in een gesprek, vooraan in


de klas, vanop mijn plaats. (omcirkel wat past)

Ik reageer spontaan op wat andere zeggen of ik heb graag wat


bedenktijd voor ik spreek. (omcirkel wat past)

Ik vind gemakkelijk de juiste zinnen en woorden om iets te


vertellen.

Ik praat graag over volgende onderwerpen:


……………………………………………………………………

BESLUIT: In welke mate vind je dat spreken en


spreekopdrachten lukken voor je?

1 = absoluut niet 2 = zelden 3 = af en toe 4 = vaak/graag 5 = heel vaak/graag

SCHRIJVEN 1 2 3 4 5 Dit wil ik nog kwijt

Ik schrijf zaken van het bord over zonder fouten.

Ik schrijf graag teksten zoals verhalen, verslagen,


uitnodigingen, brieven, in een dagboek, … (omcirkel
wat past)

Ik kan vlot een tekst schrijven als de leerkracht me


dat vraagt.

Als ik teksten schrijf, doe ik dat volgens dit patroon:


ideeën verzamelen, selecteren en ordenen
(schrijfplan), tekst schrijven, tekst nalezen, tekst
verbeteren, tekst herwerken. (omcirkel wat je doet)

Ik controleer mijn spelling via een woordenboek, een


spellingcorrector, internet. (omcirkel wat je doet)

Ik schrijf liever teksten op een computer dan op


papier.

BESLUIT: In welke mate vind je dat schrijven en


schrijfopdrachten lukken voor je?

Mijn evolutie: ……………………………………………………………………………………………


……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………

Taalcompetentieprofiel 11
……………………………………………………………………………………………………………

Taalcompetentieprofiel 11
3 Leerstrategieën
Je zal uiteraard ook nog moeten studeren voor Nederlands. Onderstaande strategieën en
tips kunnen je hierbij helpen.

3.1 Welke stappen moet je doorlopen?

1. Verkennen Wat moet ik studeren? Met welk leerstofdeel, welk hoofdstuk


zijn we nu bezig?

Lees ook de titels en ondertitels.

2. Plannen Wanneer ga ik studeren? Hoe lang denk ik hieraan te


werken?
Studeer eerst theorie, pas daarna maak je oefeningen of een
taak over het onderwerp.

3. Begrijpen Leerstof begrijpen, begint natuurlijk al in de les. Als je de les


actief volgt en meewerkt, ben je al op de goede weg!
Als je tijdens de les iets niet begrijpt, vraag het dan
onmiddellijk aan je leerkracht.

4. Inprenten Theorie: leer de kenniskoffers / groene kaders. Oefeningen:


maak je oefeningen opnieuw.

5. Controleren Oefeningen controleer je door de oplossingen te vergelijken


met de oplossing in je werkboek.

6. Herhalen Spijtig genoeg hebben wij geen knop ‘opslaan’ zoals bij een
computer. Eén klik volstaat niet, onze hersenen slaan pas
leerstof op nadat we herhaald en herhaald hebben. Door
herhaling is het effect ook veel groter: je zal alles veel langer
onthouden.

3.2 Leer uit je fouten!

Verbeter je toetsen en taken met groene kleur, je kan er veel uit leren. Laat desnoods je
verbetering nog eens door de leerkracht nakijken of controleer je antwoord met een
medeleerling. Evalueer jezelf ook altijd door goed na te denken wat er precies is fout gegaan
en hoe dat komt.

Leerstrategieën
4 Remediëringstips voor de vaardigheden
4.1 Spreken

 Op http://www.slideshare.net kan je vele presentaties bekijken als voorbeeld of


inspiratie.
 Maak zelf een presentatie met slideshare.net en deel die met je leerkracht of met een
klasgenoot.
 Probeer eens een andere soort presentatie: een posterpresentatie (bv.
Glogster.com), een Prezi (zie Prezi.com) of een Pecha Kucha (zie Pechakucha.org).
 Neem je spreekoefening op met een camera en bekijk ze zelf kritisch.
 Evalueer de presentatie van een ander persoon.
 Bekijk het Journaal en een tv-serie en vergelijk deze qua taal en uitspraak. Waar
zitten de verschillen? Waar ga jij op letten in het vervolg?
 Op de website The Ted Talks zie je inspirerende presentaties van veel bekende en
minder bekende mensen. Kijk hiernaar en haal er inspiratie uit (http://www.ted.com).

4.2 Schrijven

 Maak online oefeningen op de werkwoorden of andere onderdelen van spelling. Via


Google via je er massa’s! In het Groene Boekje online vind je de regels nog eens
toegelicht. Ook in de elo staat een powerpoint met de spellingsregels.
 Verbeter je schrijftaken, herschrijf een tekst correct, pas de lay-out en bladspiegel
aan.
 Gebruik het spellinganalyseblad om je spelfouten mee te analyseren en op te volgen.
 Maak een bouwplan, schema of mindmap voor een schrijftaak.
 Verdeel een doorlopende tekst in alinea’s en voorzie hem van tussentitels.
 Neem een bestaande tekst en herschrijf hem met een ander tekstdoel. Maak van een
persuasieve tekst een emotionele tekst, of van een diverterende tekst een
activerende tekst.
 Voorzie een tekst van signaalwoorden en/of verwijswoorden.
 Schrijf een zelfverzonnen verhaal.
 Maak een eigen krantje met informatie over dingen die jou interesseren.
 Hou een blog bij over je leven of favoriete auteurs, films, acteurs,…
 Schrijf een verslag van je laatste vakantie en laat dat nalezen door je leerkracht.
 Hou een dagboek bij en zet je gevoelens op papier.

Remediëring 18
4.3 Luisteren

 Kijk naar het journaal en maak er een korte samenvatting van.


 Bekijk een documentaire en voorzie ze van commentaar.
 Luister naar de radio.
 Luister naar het radionieuws en maak er een korte samenvatting van.
 Beluister een luisterboek in plaats van het boek te lezen. Je vindt ze in elke
bibliotheek.
 Luister naar een Nederlandstalig liedje en probeer alles van de tekst te verstaan en te
begrijpen.

4.4 Lezen

 Maak een mindmap van een krantenartikel of een andere zakelijke tekst en geef dit af
aan je leerkracht.
 Schrijf een korte beoordeling van een extra gelezen tekst.
 Lees een boek in je vrije tijd.
 Abonneer je op een tijdschrift en probeer wekelijks of maandelijks dat tijdschrift
helemaal te lezen.
 Lees een online blog over een onderwerp dat jou interesseert.
 Installeer een nieuwsapp op je smartphone (bv. DeRedactie) en lees dagelijks de
nieuwsberichten die je interesseren.
 Probeer van een zakelijke tekst de hoofd- en de bijzaken te onderscheiden en maak
er een schema van.

Remediëring 25
5 Extra oefeningen / remediëring / voorbereidingen
Als je extra oefeningen maakt, of extra voorbereidingen voor een taak of een toets, noteer je
dat hier. De voorbereidingen en oefeningen mag je hier ook bewaren (maak screenshots,
foto’s, een kort verslag, … ).

Datum Wat heb je gedaan? Resultaat / opmerkingen

Extra 29

You might also like