You are on page 1of 7

Dit document is niet bedoeld voor medische doeleinden

Bloedlab
Ik heb geprobeerd een helder overzicht te maken.

Bloedbeeld Bloedbeeld: hematologie, geeft een beeld van de samenstelling van het bloed Wit bloedbeeld: witte bloedcellen, leukocyten Rood bloedbeeld: rode bloedcellen: erythrocyten, hemoglobine, hematocriet Bloedbeeld volledig: - rode bloedcellen (Hb, erythrocyten, Ht, MCV, RDW) - witte bloedcellen (leukocyten) - bloedplaatjes (thrombocyten) Leuco/diff: differentiatie van de leukocyten in eosinofiele granulocyten, basofiele granulocyten, neutrofiele granulocyten, lymfocyten, monocyten bloedlab delier: BSE, Hb, TSH, gamma-GT, kreatinine, Na, K, Ca, glucose Vaak aangevuld met urineonderzoek (-stick, -sediment, -kweek) infectielab/ontstekingsparameters bloedbeeld volledig BSE CRP N.B. D-dimeer en LDH kunnen ook verhoogd zijn bij infecties, maar ook bij andere pathologie (= dus minder specifiek) BSE Bezinkings Snelheid Erythrocyten. Bij infecties of ontstekingen bevinden zijn eiwitten in het bloed welke aan erythrocyten gaan hechten. Hierdoor worden de erythrocyten zwaarder en stijgt de BSE. In de Engelstalige literatuur ESR (Erythrocyte Sedimentation Rate) Verhoogd bij infecties/ontstekingen Vervolgen van acute en chronische infectieziekten stijgt langzaam en daalt weer langzaam bij herstel BSE is erg aspecifieke parameter Bij ongeveer een vijfde van ouderen is BSE verhoogd zonder evidente pathologie

BSE o.a. bij: ontstekingen infecties longembolie maligniteit traumata post-ok ziekte van Kahler (BSE dan erg hoog) CRP C-reactive protein = acute fase eiwit naast acuut ook voor vervolgen chronische aandoeningen CRP stijgt sneller dan BSE (en leukocyten) CRP daalt sneller dan BSE bij herstel geen differentiatie tussen bacterile en virale infecties (echter bacterieel vaak hogere CRP dan viraal) CRP heeft een middelmatige sensitiviteit en specificiteit en een slechte correlatie tussen hoogte van waarde en ernst van infectie

Richard Pladdet

Dit document is niet bedoeld voor medische doeleinden

CRP o.a. bij: infecties ontstekingen myocardinfarct tumoren trauma brandwonden Verschillende bloedbeeldbepalingen Verhoogde waarden -ose van Latijn, -osus: toevoeging gebruikt om zelfstandig naamwoord om te zetten (bv. leukocytose), in de betekenis veel van Verlaagde waarden -penie van Grieks, -penia () = deficintie, (bv. leukopenie) in de betekenis deficintie van Hemoglobine Hemo: van oud Grieks, hema of haima (i) = bloed Globine : van Latijn, globus=bol (hemoglobine is biconcave ronde vorm) Bepaling bij (verdenking) anemie Anemie: Mild Matig ernstig Ernstig Hb > 6.0 mmol/l (vrouwen en kinderen) of > 6.5 mmol/l (mannen) Hb > tussen 5.0 en 6.0 mmol/l (vrouwen en kinderen) of < 6.5 mmol/l (mannen) Hb < 5.0 mmol/l

Microcytair: MCV < 80 fl Normocytair: 80 fl > MCV < 100 fl Macrocytair: MCV > 100 fl Pathofysiologie: Aanmaak Afbraak (hemolyse) N.B. bij acute bloeding kan Hb normaal zijn Een Hb 3.0 is een absolute dialyse indicatie. Erythrocyten (van Grieks, ery=rood, cytos=cel), hematocriet, MCV, RDW van belang bij diagnostiek anemie. MCV (Mean Corpuscular Volume): volume van de erythrocyten RDW (Relative Distribution Width): variatie in het volume van de erythrocyten Anemie door ijzergebrek grote variatie in volume RDW is dan verhoogd RDW kan wijzen op thalassemie. Bij ijzergebreksanemie met verlaagde reticulocyten ferritine bepalen. Bij vermoeden hemolyse reticulocyten meebepalen (reticulocyten is een aanwijzing voor verhoogde afbraak erythrocyten). Leukocyten van Grieks, leucos=wit Bepaling m.n. bij verdenking bacterile of virale infecties en bij (verdenking) acute buik. N.B. Aanvragen van CRP met leuko-diff verhoogt de sensitiviteit en specificiteit voor infectieuze oorzaak acute buik. Leukocyten (leukocytose) o.a. bij: acute infectieziekten infarct (myocardinfarct of ischemisch CVA) leukemie acute appendicitis

Richard Pladdet

Dit document is niet bedoeld voor medische doeleinden

leukocyten (leukopenie of leukocytopenie) o.a. bij: ook sommige infectieziekten (bv. ziekte van Pfeiffer) virusinfecties cytostatica (methotrexaat) leuko-diff Bij acute infectie linksverschuiving: veel jonge, onrijpe granulocyten in bloed Differentiatie: Neutrofielen verhoogd granulocytose, maar verlaagd neutropenie, granulocytopenie of granulopenie agranulocytose is een zeer ernstige neutropenie, meestal door reaktie op een (bepaald) geneesmiddel N.B. agranulocytose = leukocyten < 1.0x109/l of granulocyten/neutrofielen < 0.5x109/l Granulocytose Granulocyten/neutrofielen o.a. bij: (bacterile) infecties ontstekingen leukemie neutropenie neutrofielen o.a. bij: verminderde aanmaak in gele beenmerg: aplastische anemie, arsenicum vergiftiging, leukemie, radiotherapie verhoogde afbraak: chemotherapie hemodialyse syndroom van Schwachman-Diamond medicatie: o.a. flecanide, antibiotica, thyreostatica, cytostatica (chemotherapie), goudverbindingen, fenothiazinen, antipsychotica (clozapine) morning pseudoneutropenia door bepaalde antipsychotica

Lymfocytose lymfocyten o.a. bij: meestal virusinfecties bacterile infectie (kinkhoest, TBC) Monocytose monocyten o.a. bij: bacterile infecties tumoren leukemie Eosinofilie eosinofielen bij: allergien parasitaire infecties Basofilie basofielen bij: leukemie ernstige neutropenie leidt tot ernstige bacterile infecties agranulocytose is een levensbedreigend ziektebeeld dat snel ingrijpen vereist ziekenhuis Thrombocyten van Latijn, thrombus, van oud Grieks thrombos () = stolsel (bloedprop) bloedplaatjes Thrombocytopenie (T< 10x109/l) geeft een risico op spontane bloedingen Thrombocytose kan leiden tot spontane bloedstolsels (thrombose) Bepaling m.n. bij verhoogde bloedingsneiging/stollingsstoornis
Richard Pladdet

Dit document is niet bedoeld voor medische doeleinden

Thrombocyten (thrombocytose) o.a. bij: Post-ok Infecties acuut bloedverlies essentile thrombocytose maligniteit thrombocyten (thrombocytopenie) o.a. bij: thrombose Foliumzuur- en/of vitamine B12-deficintie Leukemie Ziekte van Henoch-Schonlein Dengue/knokkelkoorts Thrombocytopenie kan voorkomen bij bepaalde medicatie: valpronezuur, cytostatica ITP (Idiopathische Thrombocytopenische Purpura) TTP (Thrombotische Thrombocytopenische Purpura); TTP is zeldzaam HUS (Hemolytisch-Uremisch Syndroom) HUS is spoedsituatie DIS (Diffuus Intravasale Stolling) (verhoogde D-dimeer, thrombocytopenie en afwijkende stollingsfactoren) Klinische chemie Klinische chemie: eigenlijk is alle bloedlab klinische chemie. In de praktijk: alle andere bloedbepalingen waaronder electrolyten, nierfunctie, leverfunctie, glucose, HbA1c enz. Electrolyten: van oud Grieks, electro=geladen, lysis=splitsen chemische verbinding die in een vloeistof (bv. water of bloed) splitst in ionen electrolyten zijn zouten Na, K, Ca, Mg Natrium van Hebreeuwsch, ( nathar) van Arabisch, natrun=zout, van vallei in Egypte, Wadi el Natrun, omringd door zoutmeren referentiewaarden: 135 145 mmol/L hypernatrimie meestal verhoogd door uitdroging het brein is erg gevoelig voor veranderingen van natriumspiegel (m.n. ouderen, patinten met dementie): lethargie, verwardheid te snelle stijging van de natriumspiegel (bij iv correctie) kan leiden tot ernstige hersenbeschadiging

Na 120 mmol/L risico op insulten, maar ook coma, overlijden Na > 152 mmol/L moet behandeld worden; risico op insulten, coma, overlijden Snelle intraveneuze natriumcorrectie kan leiden tot een pons-lesie; het is niet bekend waarom dit deel van de hersenstam gevoelig is voor snelle natriumcorrectie. Na o.a. bij dehydratie: - verminderde vochtintake (bv. bij dementie) - verlies van vocht (bv. diarree, DM, diuretica, brandwonden, transpireren, SIADH) status na neurochirurgische ingreep (hypofyse) sikkelcelziekte medicatie (bv. diuretica, lithium, demeclocycline) Na o.a. bij: psychiatrie (enorme hoeveelheid water drinken) nierinsufficintie hartfalen levercirrose chronisch vochtverlies SIADH De belangrijkste symptomen van zowel een hypo- als een hypernatrimie berusten op een gestoorde hersenfunctie: verwardheid, en bij ernstige hypo- of hypernatrimie: insulten, coma, overlijden
Richard Pladdet

Dit document is niet bedoeld voor medische doeleinden

Kalium -

van Latijn, alkali = base N.B. een alkalisch zout (waaronder ook kalium) combineert met zuur, waardoor stijging pH (basisch) afwijkende waarden van K vereisen snel verder onderzoek (K > 6.5 mmol/l dialyse) Ezelsbruggetje: boven- en ondergrens referentie waarden zijn spiegelbeeld van elkaar: K 3.5 5.3 mmol/l Afwijkingen van K zijn zichtbaar op ECG

Kalium o.a. bij: ondervulling verminderde nierfunctie bepaalde medicijnen (bv. ACE-remmers, angiotensine II receptor antagonisten) stuwing bij bloedafname kalium o.a. bij: aanhoudend braken of diarree niet K-sparende diuretica (bv. hydrochloorthiazide, furosemide, bumetanide) anorexia nervosa Cave digoxine gebruik: de werking van digoxine (en dus ook toxiciteit) wordt benvloed door K concentratie Calcium De naam calcium komt van het Latijn calcis. De naam met toevoeging ium is in de 19e eeuw bedacht door sir Humphrey Davy die het als eerste isoleerde. Associaties: botaandoeningen, M. Kahler, bijschildklieraandoening, relatie met vitamine D (intoxicatie) Homeostase: Ca door PTH, Ca door calcitonine Verder kan door inname van vitamine D de calciumspiegel stijgen Een totaal Ca <1,5 mmol/L of een totaal Ca >4.0 mmol/L is levensbedreigend Magnesium van Grieks, Magnesia () een regio in Thessali, waar magnesiumsteen voorkomt meeste magnesium in botweefsel Mg meestal bij malabsorptie, alcoholisme, chronische diarree Mg meestal bij patinten met nierinsufficintie kreatinine van Grieks, kreas ( ) = vlees (spierweefsel) kreatinine is een afbraakproduct van kreatine fosfaat in de spieren het wordt op relatief constante wijze geklaard door de nieren maat voor de nierfunctie serumkreatinine in anglo-saxische literatuur in mg/dL, in NL in mol/L serum kreatinine o.a. bij: verminderde filtratiefunctie kan stijgen t.g.v. bepaalde medicijnen (bv. acetylsalicylzuur, lithium, cimetidine) na eten van vlees na zware inspanning serum kreatinine o.a. bij: zwangerschap vegetarisch dieet Cockroft-Gault formule: (140 - leeftijd in jr) x (gewicht in kg) 0.81 x serum kreatinine in mol/l N.B. bij vrouwen serumkreatinine vermenigvuldigen met 0.85. Normaalwaarde > 90 ml/min

Richard Pladdet

Dit document is niet bedoeld voor medische doeleinden

Ureum -

van Frans, ure, van Latijn, urina=urine associatie met nierfunctie (aanvragen in combinatie met serumkreatinine en eventueel ureum in urine) wordt geproduceerd door lever; eindproduct aminozuurcatabolisme wordt uitgescheiden door de nieren ureum is een wateroplosbare stof welke gevonden wordt in de urine van zoogdieren sterke ureumproductie of verminderde doorbloeding nieren nierbeschadiging obstructie urineflow, o.a. nierstenen, tumor, prostaathypertrofie

ureum o.a. bij: prerenaal: renaal: postrenaal:

Cave: hepato-encephalopathie Levergroep Leverenzymen: ASAT, ALAT, gamma-GT, alkalisch fosfatase N.B. in de Engelstalige literatuur wordt ALAT SGPT en ASAT SGOT genoemd ALAT is specifieker dan ASAT ASAT volgt ALAT in beloop Gamma-GT gesoleerd verhoogd: Alk. fosfatase gesoleerd verhoogd: Gamma-GT en alk. fosfatase beide verhoogd: door alcohol of medicatie door botaandoening cholestatische aandoening

LD (LDH) biedt weinig diagnostische informatie verhoogde waarden hebben uitgebreide dd (o.a. myocardinfard, infecties, CVA, maligniteit, leverbeschadiging) ALAT o.a. bij: Leveraandoeningen (bv. virale hepatitis), obstructie van de galwegen Medicatie Alcoholisme ASAT o.a. bij: Leveraandoeningen, net als ALAT (bv. acute hepatitis) Alcoholisme Levercirrose Rhabdomyolyse (= zeldzaam, Cave: cocane-, XTC-gebruik) Myocardinfarct Gamma-GT o.a. bij: Leveraandoeningen, net als ALAT Alcoholisme pancreasaandoeningen Soms bij myocardinfarct Soms bij bepaalde medicatie (bv. cytostatica, anticonceptiva, barbituraten, maar ook herone) Post-radiotherapie Bilirubine: van Latijn, bile=gal, rubine=rood (bilirubine is afbraakproduct van hemoglobine, maar is zelf een gele stof) bepaling bij icterus (hyperbilirubinemie) bilirubine in urine aanwezig bij obstructie galwegen, leveraandoening bilirubine slecht oplosbaar in vloeistof (bloed), na conjugatie beter oplosbaar, wordt dan uitgescheiden via gal sclerale icterus bilirubine vanaf 42.8 mmol/L bilirubine o.a. bij pre-hepatische icterus (bv. verhoogde bloedafbraak/hemolyse) intra-hepatische icterus (leverfunctiestoornis, bv. hepatitis) post-hepatische icterus (galwegobstructie/stuwing, bv. stenen, maligniteit) ontkleurde faeces/stopverfkleur

Richard Pladdet

Dit document is niet bedoeld voor medische doeleinden

CDT Bij indicatie alcoholisme kan CDT ( Carbohydrate-Deficient Transferrin) als parameter bepaald worden naast de andere leverenzymen. dient in combinatie met andere testen beoordeeld te worden bij alcoholisme is een verhoogde CDT een mogelijke bevinding kan herhaaldelijk fout-positief zijn (bij genetische afwijking) negatieve uitslag sluit alcoholisme niet uit Chronisch alcoholgebruik vaak: ALAT max. tot 10x verhoogd en ASAT:ALAT ratio >2

N.B. Lever maakt albumine aan. Bij beschadiging van de lever (door bv. infectie) kan de concentratie albumine in het bloed dalen. Echter ook nieraandoeningen kunnen leiden tot een lage concentratie albumine. Dan is er een verhoogde concentratie in de urine. Bij voortschrijdende leverinsufficintie kunnen de volgende waarden veranderen: verlengde PT-tijd, verlaagd serumalbumine Cave: intoxicatie bij lever-/nierfalen waarbij stijgende medicatie-spiegels door verminderde klaring bv. digoxine, lithium, benzodiazepinen, tramadol, valpronezuur INR De stollingstijd van bloed kan worden uitgedrukt in de Internationale Normalized Ratio. Het bloed van een volwassene stolt binnen ongeveer 15-30 seconden. De INR kan worden gezien als een vermenigvuldigingsfactor. Een INR van 1.0 betekent dat de stollingstijd 1x 15-30 seconden is, een INR van 2.0 is 2x 15-30 seconden, een INR van 2.5 is dan 2.5x 15-30 De INR wordt m.n. gebruikt bij behandeling met vitamine K-antagonisten (acenocoumarol, fenprocoumon). Een tablet acenocoumarol vandaag gegeven zie je terug in de INR twee dagen later. Er zijn twee intensiteitsgroepen: 1e intensiteitsgroep INR 2.5 3.5 2e intensiteitsgroep INR 3.0 4.0 1e intensiteitsgroep o.a. bij: atriumfibrilleren profylaxe veneuze thrombo-embolien CVA 2e intensiteitsgroep o.a. bij: recidiverende veneuze thrombo-embolie tijdens antistollingsbehandeling profylaxe arterile thrombo-embolie klepprothese myocardinfarct INR te hoog - asymptomatisch verhoogd (INR < 7,5): vitamine K 2 mg p.o. en/of coumarine-behandeling onderbreken. INR-controle binnen 24 uur - asymptomatisch verhoogd (INR > 7,5): vitamine K 2-5 mg p.o. (afhankelijk van acenocoumarol of fenprocoumon) en coumarine-behandeling onderbreken. INR-controle binnen 24 uur. - matig-ernstige bloedingen overleg ziekenhuis - levensbedreigende bloedingen 4-factoren concentraat N.B. vitamine K per os werking binnen 4-8 uur
Dit document is NIET bedoeld voor medische doeleinden

Richard Pladdet

You might also like