Professional Documents
Culture Documents
31 jarige vrouw heeft sinds een week klachten van blauwe plekken en bloedend tandvlees. Daarnaast is
ze vermoeid en duizelig waarbij de milt en lever vergroot zijn. Er zijn meerdere hematomen over het
lichaam. Uit lab onderzoek blijkt dat het hb verlaagd is en trombocyten en leuko’s ook verlaagd zijn.
Daarnaast zijn er veel blasten te zien.
De klachten zijn snel progressief en er zijn veel onrijpe cellen in de differentiatie. Dit kan door
verdringen van de normale hematopoiese komen waarbij er anemie, leukopenie (hoewel leukcytose kan
ook) en thromcytopenie. Daarom pas dit beeld bij acute leukemie
CML (chronische myeloïde leukemie) hebben meestal geen klachten en is er een toename van
leukocyten en thrombocyten.
Bij deze patient is acute myeloïde leukemie vastgesteld. Hierbij is er een inversie 16 op cytogenetisch
onderzoek (deel van chromosoom is veranderd van volgorde). Hierdoor ontstaat er een fusiegen dat
voor de remming differentiatie van hematopoiese differentiatie essentieel is.
Je kunt MRD meten d.m.v. flowcytometrie en moleculaire diagnostiek. Omdat deze testen gevoeliger
zijn dan morfologie van beenmerg worden patienten die ondanks morfologische complete remissie (CR)
en toch veel resterende leukemie cellen hebben grotere kans op recidief.
Bij het onderzoek blijkt dat er naast bleek en vermoeid een verlaagd
Hb en leukocyten zijn, terwijl de thrombocyten verhoogd zijn. Ze
drinkt alelen alcohol in het weekend.
Met een beenmergonderzoek kun je leukemie vaststellen. Hierbij kun je ook flowcytometrisch
onderzoek doen om tussen myeloide en lymfatisch te differentiëren.
Verder kan moleculaire analyse je helpen met de diagnose (vooral bij acute leukemie) voor de
risicoinschatting en indirect met de prognose en behandelplan.
Een botbiopt kun je fibrose van het beenmerg aantonen.
1= vetvacuole
2= blastaire cel
3= eytroblast
4=neutrofiele granulocyt
Immunofenotypering (specifiek antilichaam met antistof dat fluorescerend is -> meten flowcytometer)
wordt gebruikt om normale voorlopercellen van maligne cellen te onderscheiden. Leukemie cellen
hebben andere eiwtten op hun membraan, die bij voorlopers niet aanwezig zijn.
Immunfenotypering toont een celpopulaite dat voor CD19, 34 , 20, 22 IgM, CD 117 en TdT positief is. Dit
past bij precursor B-ALL.. TdT positiviteit en evidente B-cel markers duidt op precursor B-ALL.
Er is blijkbaar een translocatie tussen chromosoom 9 en 22 (philadelphia chromosoom). Dit is typisch
voor CML maar kan ook bij 25-30% van de volwassenen bij precursor B-ALL voorkomen. Met PCR kun je
het fusiegenproduct vastellen (BCR-ABL).
BCR ABL eiwit wordt door imatinib (tyrosine kinase remmer gedeactiveerd)
De kans op genezing is 50%. ALL is wel afhankelijk van de leeftijd wat betreft de prognose.
Casus 3:
Vermoeidheid en 3 weken niet pijnlijke zwelling waarbij er 10 kg in 3 mnd afgevallen is. Daarnaast ook
nachzweten.
WHO PS*1, palpabele lymfadenopathie met grootste in de hals van 3cm. Het is niet mobiel, glad en
hard. De lever en milt zijn ook palpabel.
DD/
Lab: hemtaologie (Hb, leuko’s en differentiatie) virologie (EBV, HIV, CMV PCR) en serologisch
onderzoek( VDLRL+TPHA) Verder kun je ook autoimmuunserologie doen (ANA, ANCA)
Cytologische punctie:
wel doen omdat er verdenking is op metastase van solide tumor bij cytopunctie i.t.t. biopt, -> geen
risico op entmetastasen.
Tegen: architectuur van lymfeklier of groeiwijze niet te zien. Te weinig materiaal om te onderzoeken.
Soms resultaat fout negatief.
Beenmergonderzoek: kun je voor stagering en uitgebreidheid uitvoeren. Niet voor diagnose nodig.
Cytomorfologie kun je ook helpen bij diagnose.
Gumprechtse schollen zijn kenmerkend voor CLL en is een kapot gestreken lymfocyt.
Meestal is CLL asymptomatisch. Maar 40% van de gevallen maar ontdekt. Klachten zijn:
Lymfadenopathie,
Vermoeidheid
Hepatosplenomegalie
Nachtzweten
Gewichtsverlies