You are on page 1of 4

Pathologie

Pathologie: hoorcollege 6, tumoren


Een tumor is een gezwel dat voor kan komen bij een adaptatie (hypertrofie of hyperplasie) of
ontsteking. Een andere vorm van tumor is neoplasie (nieuwvorming) is waar meestal aan gedacht
wordt bij een tumor. Bij Neoplasie is er sprake van ongecontroleerde en autonome groei. Neoplasie
kan goedaardig (benigne) of kwaadaardig (maligne) zijn. Een kwaadaardige neoplasie heet kanker.

Het verschil tussen goedaardige en kwaadaardige tumoren kan macroscopisch en microscopisch
bekeken worden.

Macroscopisch
Een goedaardige tumor groeit exofytisch; het groeit
naar buiten in plaats van het weefsel in. Het
oppervlak van een goedaardige tumor is egaal en de
tumor is meestal goed omkapseld.
Een kwaadaardige tumor is sprieterig; het groeit de
weefsels in (infiltratie), ook wel endofytisch
genoemd. De tumor is niet homogeen maar
heterogeen (er is niet een gelijke verdeling van
weefsel). Ook zijn er bloedingen en necrose te zien.
Ook zie je dat er niet een mooi kapsel aanwezig is, dit
kan ook vaak samen gaat met een zweer.

Microscopisch
Een goedaardige tumor ziet er rustig uit, de kernen
zijn klein (de cellen bevatten veel cytoplasma), de
cellen zijn monomorf (de cellen lijken allemaal heel
erg op elkaar) en goed gedifferentieerd (normale
differentiatie, structuur van het oude weefsel) en
groeit expansief. Ook zie je dat er weinig mitose
plaats vindt en dat polariteit behouden wordt. Op
een microscopisch beeld van een goedaardige tumor
zie je ook vaak de goede begrenzing. Bij een
kwaadaardige tumor is dit niet het geval.
Een kwaadaardige tumor ziet er onrustig en woest
uit, de kernen zijn vergroot en donker, er zijn
necrotische cellen (geen kern), er zijn veel mitose-
figuren te zien (delingsfiguren), de nucleoli zijn groot,
de cellen zijn pleiomorf (veel variatie in de vorm en de
grootte van de cellen) en slecht gedifferentieerd (de
oude vorm van de cellen is niet meer te herkennen)
en de tumor groeit invasief of metastaserend. Ook zie
je dat de polariteit verloren gaat.

Naamgeving
De naamgeving van een tumor zegt iets over waar de tumor vandaan komt (histogenetische
oorsprong) en of deze goedaardig of kwaadaardig is (biologisch gedrag). Een goedaardige tumor in
het epitheel heet een adenoom (kleine buisjes), papilloom (papillairen, vingervormige uitstulpingen)
of cystadenoom (cysten, vochtholtes). Een goedaardige tumor van mesenchymale oorsprong noem
je naar het weefsel waar het is ontstaan, gevolgd door oom.
Afbeelding 1 macroscopisch beeld van een
goedaardige en kwaadaardige tumor in de dikke darm
Afbeelding 2 microscopisch beeld van een
goedaardige en kwaadaardige tumor in de dikke
darm
Bij de goedaardige tumor zie je wel epitheel
verandering, maar de tumor blijft beperkt tot het
epitheel. Bij de kwaadaardige tumor zie je dat heel het
weefsel verandert.












Een kwaadaardige tumor van epitheliale oorsprong heet naar het type weefsel, gevolgd door
carcinoom. Ditzelfde geld voor tumoren van mesenchymale oorsprong, echter wordt hierbij het type
weefsel gevormd door sarcoom. De drie belangrijkste en meest voorkomende carcinomen zijn
adenocarcinoom (klierweefsel buizen), plaveiselcelcarcinoom (plaveisel/huid) en
urotheelcarcinoom (overgangsepitheel, vind je in de urinewegen). Een voorbeeld van een sarcoom is
een liposarcoom of een fibrosarcoom.
Carcinoom komt veel vaker voor dan een sarcoom. Een carcinoom gebruikt vaak de lymfevaten om
zich te verspreiden, een sarcoom de bloedvaten. Maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Carcinomen
hebben in tegenstelling tot sarcomen een in-situ-fase (dysplasie), een kwaadaardige tumor die nog
niet is gemetastaseerd. Patinten met carcinomen zijn meestal ouder.

Hieronder staat een lijstje van de weefselsoorten en de benaming die hierbij hoort voor een
goedaardige en een kwaadaardige tumor:
Weefselsoort Goedaardig Kwaadaardig
Bindweefsel Fibroom Fibrosarcoom
Botweefsel Osteoom Osteosarcoom
Kraakbeenweefsel Chondroom Chondrosarcoom
Vetweefsel Lipoom Liposarcoom
Glad spierweefsel Leiomyoom Leiomyosarcoom
Skeletspierweefsel Rhabdomyoom Rhabdomyosarcoom

Een teratoom is een tumor die ontstaat in het ovarium of in de testes. Deze tumor kan kwaadaardig
of goedaardig zijn. De stamcellen in de eicellen kunnen zich differentiren in heel veel verschillende
weefselstructuren die bij een tumor dan te
zien kunnen zijn. Een kwaadaardig teratoom
noem je een maligne teratoom (in plaats van
terasarcoom). Normale tumoren ontstaan uit
een kiemcellaag, een teratoom ontstaat uit
alledrie de kiemcellagen.
Hiernaast zijn er ook mixed tumors, waarvan
pleiomorf adenoom de bekendste is. Dit
komt voor in klierweefsel. De stamcellen
kunnen dan nog in een heleboel cellen
differentiren en hier krijg je dus een mix van
epitheliale tumoren (met buisjes) en
mesenchymale tumoren (bindweefsel of
kraakbeenweefsel).

Afbeelding 3 links: adenoom, midden: papilloom en rechts: cystadenoom
Adenoom is uitgaande van klieweefsel, een papilloom is uitgaande van wratten en een
cystadenoom is uitgaande van klierweefsel alleen dan met cystes.
Van sommige tumoren is de origine niet goed te achterhalen omdat het heel slecht gedifferentieerd
is. Zon tumor heet anaplastisch en is per definitie kwaadaardig.

Uitzonderingen in de naamgeving zijn: een lymfoom is een tumor uitgaande van T en B lymfocyten
en is altijd kwaadaardig. Een melanoom is een kwaadaardige versie van een moedervlek. Een
mesothelioom is een tumor uitgaande van cellen die de holtes bekleden (borst, buik) en deze tumor
is sterk geassocieerd met blootstelling aan asbest. Een seminoom is een kiemceltumor die in de
testes kunnen ontstaan.

Dysplasie
Dysplasie is het afwijken van de weefselstructuur. Dysplasie is vaak een teken van een voorstadium
van een maligne tumor, maar het betekend niet dat altijd kanker ontstaan. Het kan namelijk enige
tijd stil staan en vervolgens ook weer herstellen. Je ziet bij dysplasie dat er dedifferentiatie van het
weefsel plaatsvindt, maar het beperkt zich nog tot het epitheel. Het is dus nog geen invasief proces.
Geringe dysplasie betekent dat alleen de onderste laag is aangedaan en dat de bovenste laag nog
normaal is. Bij matige dysplasie is al een stukje erger. Ernstige dysplasie is wanneer alle lagen
aangedaan zijn. Het wordt nu carcinoma in situ genoemd. Al het weefsel is al wel aangedaan, maar er
is nog steeds geen invasieve groei.











Tumoreigenschappen
De tumorgroei wordt bepaald door een balans van drie factoren: de verdubbelingstijd (hoe snel de
cellen de celcyclus doorgaan), de groeifractie (het deel van de cellen dat aan het groeien of delen is)
en de afname van het aantal cellen door celdood (necrose). Celdood komt doordat de bloedvatgroei
richting de tumor vaak wat achter loopt. Er kunnen dan dus niet genoeg voedingsstoffen e.d. worden
aangevoerd en dit uit zich tot een necrotische holte in het centrum van de tumor. De meeste
chemotherapien grijpt aan op het deel van de cellen die aan het groeien of delen is.

Invasie van tumoren worden gekenmerkt door carcinoma in situ, infiltratie en destructie en/of
mestase. Metastaseren kan door verspreiding door de bloedvaten of lymfevaten. Een
basaalcelcarcinoom is een vaak voorkomende tumor van de huid. Dit is een kwaadaardige tumor die
niet uitzaait, maar wel het omliggende weefsel infiltreert. Een glioom, een hersentumor, zaait ook
nooit uit maar is wel heel dodelijk door de plaatselijke groei.
Tumoren kunnen zich op verschillende manieren verspreiden: hematogeen (via het bloed),
lymfogeen (via de lymfevaten), via de lichaamsholten (ovarium carcinoom, dit kan in de buikholte
gaan metastaseren), implantatie na chirurgie (de chirurg verspreidt de tumorcellen in de wond
wanneer de tumor wordt verwijderd) en door locale invasie.
Tumoren zijn schadelijk en men krijgt er last van omdat ze het lokale weefsel aantasten (destructie
van weefsel), door de metabole activiteit (produceren van groeifactoren, overproductie van andere
Afbeelding 4 dysplasie in plaveisel epitheel
factoren zoals hormonen of cytokines), metastasen (verschillende tumoren hebben een eigen
voorkeurslocatie om te metasataseren zoals bottumoren dwarslaesie) en door de secundaire
infecten (zoals infecties bij longkanker).

You might also like