Professional Documents
Culture Documents
Tumorleer
Risicofactoren
- Erfelijke factoren
- Chemische stoffen beschadigen weefsels
- Ioniserende stralen
- Chronische ontstekingen
- Geslachthormonen bij gezwellen in borst of prostaat
- Virusinfecties
Celeigenschappen
- Cellen zijn gespecialiseerd op hun functie. Deel van DNA codeert benodigde eiwitten, andere
deel van DNA is afgedekt en niet beschikbaar voor transcriptie.
- Veldelingen zijn normaal streng gereguleerd, bij volwassenen zijn er precies genoeg mitosen
om verliezen aan te vullen.
- Door carcinogenen, ioniserende straling en andere prikkels kan er wat fout gaan in de
celkern. Er kunnen stukken DNA, die normaal zijn afgedekt, vrij komen te liggen. Het
weefseltype kan ongewone erfelijke info tot uiting brengen = verlies van differentiatie.
Bepaalde tumoren gaan iets afwijkends maken, waardoor ze makkelijker op te sporen zijn
(borstkanker).
- Sommige gezwellen maken tumormarkers (= stoffen, die kenmerkend zijn voor bepaalde
tumoren). Prostaattumoren PSA. Dikke darmkanker CEA. Leverkanker AFP.
- Normale celdelingen worden gereguleerd door stukken DNA (=groeigenen). Deze kunnen
ontregeld raken. Wanneer groeigenen vrij spel krijgen, kunnen cellen ongecontroleerd gaan
delen.
- Het immuunsysteem kan tumorcellen herkennen als er ook aan het celoppervlak afwijkende
antigenen komen. Na herkenning kunnen de afwijkende cellen door leukocyten worden
opgeruimd. Goed werkend immuunsysteem kleine kans een kanker te ontwikkelen.
Zwakke afweer door aanleg, stress of aids, is de kans op tumoren groter.
Benigne tumoren
Groeiwijze
- Gezwellen groeien zelfstandig.
- Een benigne tumor drukt daarbij de omringende weefsels opzij =
expansieve groei.
- Geen uitzaaiingen (metastasering), omdat het niet door
lymfevaten en bloedvaten groeit.
- Cellen lijken wel op cellen in het weefsel van oorsprong, ze zijn
nog redelijk gedifferentieerd.
Naamgeving
Goedaardige gezwellen worden genoemd naar het weefsel waarvan ze
afkomstig zijn met daarachter -oom:
- Adenoom (goedaardig kliergezwel)
- Angioom (goedaardig vaatgezwel)
- Lipoom (goedaardig vetbultje)..
- Myoom (goedaardig spiergezwel)..
- Meningeoom (goedaardig hersenvliesgezwel)
- Neurinoom (goedaardig zenuwgezwel)
Soms anders papiloom (wratvormig gezwel) en poliep (goedaardig slijmvliesgezwel)
fibroom
Verschijnselen
- Voelen van een gezwel.
- Afhankelijk van locatie: je kan soms voelen dat het tegen iets anders aan zit.
- Adenomen kunnen te veel hormonen produceren en daardoor stofwisselingsproblemen
veroorzaken.
- Hersentumoren nemen veel ruimte in binnen de schedelholte en veroorzaken daardoor bijv.
hoofdpijn, braken en bewustzijnsverlies.
Onderzoek
- Pathologisch-anatomisch onderzoek.
- Cytologie: het microscopisch beoordelen van losse cellen verkregen via een uitstrijkje of door
punctie van cel houdend vocht.
- Histologisch onderzoek: voor goedaardig of kwaadaardig. Stukje weefsel microscopisch
beoordeeld en is e zien hoe het gezwel zich gedraagt ten opzichte van zijn omgeving. Biopten
worden verkregen met een dikke naald via de huid en door excisie van de tumor. Kan ook
gedaan worden met een klein tangetje
- Echo, röntgenfoto’s, CT of MRI om de grootte te schatten.
Behandeling
- Operatief verwijderen, hoeft niet als het klein is en geen effecten kan hebben.
- Prognose: algemeen goed, maar benige hersentumoren kunnen fataal verlopen, omdat ze
heel moeilijk radicaal (totaal) te verwijderen zijn.
Maligne tumoren
Groeiwijze
- Delen ongecontroleerd.
- Er is geen echt kapsel, het groeit infiltratief (= uitlopers van
de kanker dringen door in de omringende weefselstructuren.
- Metastasering (uitzaaiingen) kunnen worden veroorzaakt
door ingroei in lymfevaten, bloedvaten en lichaamsholten.
Kankercellen kunnen meestromen naar lymfeknopen of een
haarvatennet verderop en daar verder groeien (=lymfogene
metastasering). Doorgroei in borstholte en buikholte
verspreiding door bewegingen van longen of maag en
darmen.
- Wanneer de uitlopers van een maligne tumor tot in een
bloedvat groeien, kunnen kankercellen losraken en
meegesleept worden naar bijv. hersenen, lever, longen en
botten (=hematogene metastasering).
- De cellen wijken vaak sterk af van de cellen in het
weefsel van oorsprong (= lage differentiatie).
- Anaplastisch: als de afkomst helemaal niet meer
duidelijk is. Cellen zijn compleet ongediffertieerd
- Behandeling: operatie, bestraling, cytostatica en
hormonale kuren.
- Vroege opsporing kan de prognose sterk verbeteren.
- Bij carcinomen van maag en darmen onderzoek
naar levermetastasen. Als het meestroomt met het
bloed komt het als eerst bij de lever uit.
- Vanuit longkanker kan het overal naar uitzaaien, omdat het bloed overal komt. Vaak gaat het
gepaard met botmetastasen en hersenmetastasen.
- Bij osteosarcomen (botkanker) en nierkanker onderzoek naar longmetastasen.
- Entmetastasen als kankercellen zich verspreiden via lichaamsholten. Kan optreden bij
proefpuncties, biopsie en snijden door de tumor.
Naamgeving
Kwaadaardige gezwellen van het epitheel = Weefsel + -carcinoom:
- Longcarcinoom
- Mammacarcinoom
- Prsotaatcarcinoom
- Colon-/rectumcarcinoom
Blastomen zijn maligniteiten, die voornamelijk bij kinderen voorkomen. Mogelijk door een verkeerd
embryonale ontwikkeling:
- Neuroblastoom
- Nefroblastoom
Mammacarcinoom (borstkanker)
Riscofactoren
- Erfelijkheid
- Zelf borstkanker gehad
- Leeftijd
- Vroege menarche/late menopazue
- Oestrogenen uit anticonceptie
- Laat eerste zwangerschap voldragen
- Cysteuze mastopathie
- Vetzucht/gebrek aan lichaamsbeweging
- Alcohol en roken
Verschijnselen
- Palpatie knobbel in borst of oksel
- Tepeleczeem
- Ingetrokken tepel
- Tepeluitvloed
- Peau d’orange/dimpling
- Spontane fracturen, vooral lumbaal
Onderzoek
Klinisch onderzoek bij mammatumoren
- Anamnese
- Inspectie
- Palpatie systematisch kwadraten vergelijken. Een ongelijke, pijnloze knobbel en vastzitten
aan huid of onderlaag wijst op maligniteit.
Behandeling
Curatieve therapie bij mammacarcinoom
- Borstsparende behandeling: de kanker ruim verwijderd word en apart daarvan de sentinel
node of alle okselklieren, altijd met nabestraling van de borst. Vrouwen komen in
aanmerking, waarbij der tumor totaal en kosmetisch verantwoord is te verwijderen en
postoperatieve radiotherapie mogelijk is.
- Mamma-amputatie: alle klierweefsel en vetweefsel met okselklieren en bloc verwijderd
worden. Of er nabestraling nodig is hangt af van classificatie en aantal positieve
lymfeklieren.
Beide behandelingen: kan alleen bij patiënten met kleine tot middelgrote borstkanker met niet-
palpabele of mobiele okselklieren zonder aangetoonde metastasen op afstand.