You are on page 1of 2

Kanker: nr2 overlijdensoorzaak in Belgie, nr1 is hart en vaadziekten

neoplasie: nieuwvorming=tumor
mol. def. tumor= ontstaat altijd door mutatie(dnaverandering) geven groeivoordeel
modercel naar dochtercel, bij elke celdeling x genetische afwijking verder doorgegeven
clonaalalml zelfde mutaties
groeien autonoom dus passen zich niet aan aan noden van lichaam; anarchistisch
bestaat uit 2 componenten: clonale cellen+weefsels/cellen in buurt  reactief tumorstroma
cel en kerncel onregelmatige vorm (differentiatie video)
intraheren met andere weefsels
afh van clonale cellen en waar de tcellen zitten, reactief stroma is bv anders in long dan lever
fibrocyten=fibroblasten , maken macromolecules= extracellulaire matrix
collageenvezels
bloedvaatjes: voor zuurstof en voedingsstof
kankers geven immuunrespons induceren ontstekingsreactie
lymfocyten: kleine cellen met grote kern
b-lymfocyt  plasmocyt antilichaam en T-lymfocyt
macrofaag ontstaat uit monocyt, gemaakt om te fagocyteren (bacterien, virussen, kanker)
invasie: RS speelt belangrijke rol, kan kleine maar ook majeure component zijn van kanker

foto’s ppt: gekleurd met hematoxyline (blauw, basisch, bindt met DNA nucleinezuur) iosine
(zuur, verbindt met basische componenten bv rode bloedcellen en collageenvezels)
tumor is rechtsonder, met veel paars, clonale cellen zijn de “nesten” vaak de grote cellen
stroma is bleker dan normaal stroma(roos) want stroma heeft zich aangepast aan tumorcel
tumor met veel stroma: de dikke paarse cellen tumor, rest is reactief stroma bestaande uit
collageenvezels

goedaardig: blijven lokaal, groeien traag en duwen weefsels weg, wegnemen van tumor
zorgt voor niet terugkomen
kwaad: tcellen kruipen IN normale weefsels invasie, destructie van normale cellen dus
weefselverlies en metastaseren lokalisaties op afstand via bloed/ lymfyvat
MAAR bv: goedaardige tumor in hersenen kunnen snel bijwerking geven door weefsel weg
te duwen en je kan niet zomaar stuk van wegnemen
Kwaad; niet altijd slechte prognose, zeker bij vroege behandeling

naamgeving tumoren en kankers


2 criteria: klinisch gedrag (maligne/ benigne) en histogenetisch criterium op basis van cel
waar tumor ontstaat / nabootst
vaak aan naam kunnen zien goed/slecht en waar ontstaan
onderscheid tussen epitheel (eenlagig of meerlagig) en steunweefsel
epitheel thv lichaamsoppervlakte,
meerlagig plavijselscelepitheel want cellen lijken op tegels  meerdere lagen van cellen
epitheel en steunweefsel gescheiden door basale membraan
eenlagigepitheel, maag, dunne darm, dikke darm, soeelt belangrijke rol bij resorptie
voedingsstoffen
klieren spelen rol bij secretie spijsverteringssappen
GA: stam+oma
KA: stam=carcinoma
speekselklier, borstklier, prostaatklier, ook adenocarcinomen
longadenocarcinoom

bindweefsel, vetweefsel, kraakbeenweefsel, spierweefsel, botweefsel,  steunvezels


ga: stam+oma
ka: stam+sarcoma

 principe van naamgeving goed kennen en kunnen !!

VB examen: is een rabdomiosarcoom goed of kwaad?  kwaad want sarcoom


carcinomen frequenter dan sarcomen want tijdens DNA replicatie makkelijker mutaties
rood vlekje argioom
vetbolleke  heel frequent
ongedifferentieerde tumoren
eponiem: eigen naam, vernoemd naar bv ontdekker

1.4  eenvoudige indeling van mt in algemeen !!!!!!!!!!!!!!!!!!!

adenocarcinomen: vrouw borst, man prostaat


dikke darm, longen (ontstaan vooral in longblaasjes)

lippen: afgeleind door niet verhoord meerlagig epitheel  rode lippen want geen keratine

bij rokers: eenlagig epitheel kan meerlagig worden om te beschermen

stamcellen zijn sneldelend, acute leukemie ontstaat snel vaak ook snel verloop van ziekte

You might also like