You are on page 1of 4

3.

1 - Vermeerdering van cellen


Cellen vermeerderen zich door deling. Na iets meer dan een dag splitst een
bevruchte eicel zich in tweeën. Iedere keer wordt de cel een half keer zo klein.
Dit gaat zo door totdat ze de afmetingen van lichaamscellen hebben. Die gaan
aan elkaar plakken, dit noem je het morula stadium. Dit lijkt een beetje op een
framboos.

Hierna groeien de cellen vanuit het morula stadium door tot normale cellen.
Deze cellen delen zich ook weer en zo gaat dat telkens door.

Cellen van bijvoorbeeld spieren groeien snel weer maar delen zich niet. Dit zorgt
ervoor dat de spieren niet als het ware “oplossen”. Cellen die wel blijven delen
zijn bijvoorbeeld: groeizones in botten, oöcyten en spermacyten in de
geslachtsorganen en de kiemlaag in je huid.

Celdelingen zijn er dus voor groei en vervanging van cellen op plaatsen waar
veel slijtage plaatsvindt, zoals de huid. Bloedcellen worden aan de lopende band
vervangen.

3.2 - De celdeling
Om iets verder in te gaan op hoe een cel deelt kun je kijken naar de celkern. De
celkern is namelijk het lastigst om te delen. Dit komt doordat in de celkern het
DNA ligt opgeslagen in draden die je zelfs met een microscoop niet kunt zien.
Om dit DNA te verdelen over de 2 volgende cellen maakt het lichaam gebruik
van mitose. De draadjes worden heel voorzichtig opgerold in een soort pakketje
zodat het veilig verdeeld kan worden over de 2 cellen.

Voordat die celdeling van start gaat wordt het DNA verdubbeld. Dat gebeurt in
de tijd tussen 2 delingen, de interfase.
Mitose
De mitose bestaat uit 4 fases. Deze staan in 76B van je Binas

Verschil dieren en plantencellen


Plantencellen hebben een celwand waardoor de mitose niet zo makkelijk gaat.
Dierencellen hebben die wand niet. Bij plantencellen ontstaat er dus een soort
middenwand, het middenlamel.

3.3 - Celdifferentiatie
Celdifferentiatie is het proces waarin de genen actief worden. Alle cellen
bevatten alle genen, maar alleen de cellen die actief zijn leiden tot specialisatie.
3.4 - Delen als differentiatie
Dit staat beschreven in Binas tabel 76A…

Kort gezegd is het dit:


G1: De cellen worden voorbereid voor de verdubbeling van DNA
Eventueel G0: Het DNA is niet goed genoeg → Cellen afgebroken
S: De verdubbeling van DNA(synthese)
G2: De verdubbeling van de rest van de cel
M: Mitose
Daarna herhaald de cyclus zich

3.5 - Dieren: Celdifferentiatie en groei


Vroeger dacht men dat je groeide doordat je cellen groter worden. Dit kan alleen
helemaal niet. Als het wel kon zouden mensen waarschijnlijk ook 2 keer zo groot
zijn.

Nu weten we dat de cellen eerst door de helft gaan en dan pas groeien. Zo krijg
je geen super grote cellen maar telkens met een normale grootte.

3.6 - Planten: Celdifferentiatie


en groei
Bij planten gaat de groei anders
dan bij dieren. Bij planten is er
namelijk sprake van strekkingsgroei.
De zone in de stengeltop en boven de
worteltop bevatten ongedifferentieerde cellen die
zich blijven delen. Hierdoor zet dit gebied uit en
wordt de stengel groter.

De primaire celwand is elastisch en kan dus met de


celstrekking meegroeien. Na de strekking kan de plantencel
opnieuw cellulose tegen de primaire celwand aanzetten. Daarna
worden er andere stoffen aan toegevoegd die de celwand stevig
maken. Dit is de secundaire celwand. Dan groeit de plant niet
meer.

3.7 - Fouten in de celdifferentiatie


De celdeling en de verdubbeling van DNA zijn zo complex dat het
natuurlijk ook wel eens fout gaat. Meestal wordt de cel dan gelijk vernietigd, de
apoptose. Soms kan het lichaam daar ook te ver in gaan, er is dan sprake van
een autoimuunziekte. Raar is eigenlijk wel dat een autoimuunziekte ook een fout
is in de cellen.

Embryo: Fouten tijdens de fase van de embryo kunnen fataal worden. In de


embryo is bij een infectie de kans op afwijkingen 100%. Na 16 weken is deze
kans nog maar 5%. Dat laat zien dat virussen tijdens de differentiatieperiode
invloed heeft op celdelingen.
Chromosomen: Fouten in de chromosomen komen nog eerder voor, vaak al
tijdens de bevruchting. Die fout is dan ook al te zien in de geslachtscellen van
een van de ouders. Deze fout is dan ontstaan door mutatie of tijdens de meiose.
Gebeurd deze fout in een heel vroeg stadium, dan wordt de embryo niet
ontwikkeld en merkt de vrouw dus niet dat ze zwanger is geweest.

You might also like