Uittreksel uit Musiceerboek voor de blokfluit.

Het is het eenvoudigste om de notenleer aan de hand van een instrument te leren. Hier dus de
blokfluit.
De vingerzetting staat heel duidelijk aangegeven voor elke toon.
Achteraan in het boekje vind je een overzicht van de vingerzetting voor zowel Duitse als
Engelse (barok!boring. "erder staan er ook de verschillende toonladders in# de intervallen en
de basisakkoorden.
Deze methode gebruikt de letterbenaming van de noten. Maar je kan die gemakkelijk
vervangen door de in $elgi% gehanteerde solmisatie (doremibenamingen!.
De handgebaren van de noten moeten niet gebruikt worden. Die zijn bedoeld voor de &rff
methode (soms ook in 'odal(methode toege)ast!.
*aast de gewone solsleutel gebruikt dit boekje ook de dosleutel. Hij staat altijd onmiddellijk
na de solsleutel en de voortekening. Hij dient om aan te geven wat de grondtoon van de
melodie is.
De melodielijnen kunnen o) het bord gezet worden en ook gezongen worden o) doremi enz.
of o) een lettergree) (nana# noenoe# lulu enz.!
+e kan ook elk kind een boekje geven. Dan kunnen zij bijvoorbeeld de notennamen erbij
noteren.
,olang o) het gehoor ges)eeld wordt# kan je trans)oneren - volont.. Als je de noten erbij
neemt# moet je je natuurlijk houden aan de noten o) het blad met de notennamen of de
letterbenaming.
&mdat in de steinerschool veel gemusiceerd wordt o) het gehoor# lijkt me dit boekje het
meest voor hand liggend. +e kan er snel mee o)schieten omdat alleen het essenti%le erin staat.
Het bevat meer dan voldoende materiaal voor een lagere school.
Als je enkele jaren bezig bent met muzieklessen in de steinerschool is het niet nodig om het
boekje strikt te volgen. +e kan dan trouwens ook de altfluit die in dit boekje niet aan bod
komt erbij betrekken. "oor de tenorblokfluit is het boekje dan wel weer geschikt.
/uc 0ielen
Achteraan in het boekje1