You are on page 1of 136

muzikale vorming

Jos De Ryck

Marc Van den Broeck


Tringel mee! 1
Auteurs:

Jos De Ryck

Marc Van den Broeck

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei
doel-einden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel
inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrok-
ken is, komt voort uit de verkoop van die boeken. In België beschermt de auteurswet de rechten van die mensen. Wan-
neer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde
uitzonderingen, ontneemt u hun dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde
teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen.
Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrek-king tot reproductie vindt u op www.reprobel.
be. Ook voor het digitale lesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is
persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden.

© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2017

De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.Wie deson-
danks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.

Lay-out: D’hondt - Ravijts


Vormgeving: Steurs Graphic Solutions – D. Provo nv
Covertekening: Roy Korpel
Tekeningen: Freek Van Haagen

Eerste druk 2017


ISBN 978-90-306-8635-4
D/2017/0078/289
Art. 579245/01
NUR 150
Beste leerkracht muzikale vorming

Proficiat met uw keuze voor de opvolger van Doe je mee AMV. Er is heel wat vernieuwd.
Graag geven we u een kort overzicht.

1 Het werkschrift
- De inhoud is nog meer dan vroeger gericht op leerlingen van de basisschool.
- Het totaalpakket werd lichter gemaakt: slechts 40 lessen. Daarom zijn enkele items
verschoven naar het tweede jaar.
- Bijna alle liederen werden vervangen. Ze zorgen voor een nieuwe en frisse start voor u
en uw leerlingen.
- De melodieleer is structureler uitgewerkt. De abstracte melodiecellen van de linkerflap
werden concreter gemaakt door ze aan tekst te linken.
- Op een eenvoudige en speelse manier wordt er auditief en visueel kennisgemaakt met
de belangrijkste orkestinstrumenten.
- Het geheel is op een luchtige en speelse manier voorgesteld met tekeningen en foto’s
in meerkleurendruk.

2 De handleiding
- U kunt de handleiding zowel digitaal als in boekvorm gebruiken.

3 De PowerPoint
- Alle oefeningen uit het boek komen aan bod. Stapsgewijs worden de oplossingen
getoond.
- De aandacht van de kinderen blijft vooraan in de klas.

4 Het eiland
- Hiermee kunnen de leerlingen ook thuis aan de slag.
- U vindt er de begeleidingen van de zangoefeningen. Vaak wordt er gewerkt met twee
versies: een tragere oefenversie met pianobegeleiding en een snellere versie met
orkestarrangement.
- Vanaf nu kunnen de leerlingen ook thuis oefenen voor dictee door aangepaste
gehoorspelletjes: melodisch dictee via virtueel klavier, ritmisch dictee met
sleepoefeningen, meloritmisch herkenningsdictee, herkenning van de instrumenten.
- De leerlingen zien zelf wat ze juist of fout doen.
- Op basis van hun antwoord past het platform de moeilijkheidsgraad automatisch
aan.
- U kunt de evolutie van de leerlingen systematisch opvolgen.
- Meer info over de activatie vindt u op de volgende bladzijde.

Het redactieteam wenst u een inspirerend jaar toe!


Snel aan de slag met tringel.be

U hebt gekozen om te werken met Tringel mee! en daar hoort een heus digitaal oefenplat-
form bij: www.tringel.be. Er is een grote kans dat uw leerlingen dit platform kennen, want
het is afgeleid van het populaire oefenplatform voor de lagere school: bingel. Bingel wordt
in 80% van de lagere scholen gebruikt en leidt tot meer gemotiveerde leerlingen en hoger
leerrendement.

Tringel.be is inbegrepen in de prijs van het leerwerkschrift Tringel mee!


In het leerwerkschrift en ook in deze handleiding staat een logo bij de oefeningen waar-
van er een digitale oefenvorm op tringel.be beschikbaar is. U kunt die digitale oefeningen
als taak geven, maar de leerlingen kunnen ook alle oefeningen vrij maken. U kunt op elk
moment opvolgen hoeveel uw leerlingen digitaal geoefend hebben.

Wat wordt er van u als leraar verwacht? Slechts één keer per schooljaar is het nodig om uw
klas(sen) aan te maken op het platform, zodat uw leerlingen er gebruik van kunnen maken
en u hun vorderingen kunt volgen. Op www.tringelmee.be vindt u een snel-van-startgids die
u stap voor stap uitleg geeft bij het instellen van het platform voor uw klas(en).

Hebt u een vraag of wenst u ondersteuning? Contacteer dan onze klantendienst via
www.tringelmee.be/nl/contact.

We wensen u en uw leerlingen heel veel tringelplezier!

De auteurs en de uitgever
Het academielied
1  Zingen en spelen is mijn leven 2  Zingen en spelen is mijn leven
In de academie is het goed In de academie is het goed
Want daar wordt muziek gegeven Want daar kun je liedjes zingen
Zit muziek ook in jouw bloed? Zit het zingen in jouw bloed?

Shoebidoewa, shoebidoewa, lai la la la lai la


Shoebidoewa, shoebidoewa, lai la la la lai la

5
6
7
1
 vierde

 achtste

a Doe je mee?

b Lees en zing.

8
c Klap.

d Plaats de maatstrepen.

e Vul de ontbrekende noten in en zing.

f Verbind elk instrument met de juiste naam.

trompet accordeon dwarsfluit tamboerijn

9
g Schrijf het lesje netjes over.

h Melodisch dictee

10
2
 herhalingsteken

a Leuke, toffe dingen

11
d Klap.

e Plaats het herhalingsteken.

g Schrijf het lesje netjes over zonder het herhalingsteken.

h Welk instrument zit hierin verborgen? gatari


flarstwuid
trempot
gitaar
trompet dwarsfluit

i Ritmisch dictee

12
3
a Is het waar?

b Lees en zing.

13
d Vul de ontbrekende noten in en zing.

e Hoe vaak zing je in deze oefening:

de noot mi? 8 maal de noot sol? 9 maal de noot la? 4 maal

f Vind je de vijf verschillen tussen deze twee melodietjes?

g Schrijf het lesje netjes over, maar verbeter de fouten.

h Melodisch dictee

14
4  ademhalingsteken

a Droom jij ook?

b Lees en zing.

c Duid de melodie uit de kader aan met .

15
d Vul de ontbrekende noten in en zing.

f Schrijf het lesje netjes over, maar verbeter de fouten.

g Omcirkel zes keer de melodie uit de kader.

h Welk instrument zit hierin verborgen? ponia


nariklet zoedeldak
piano

klarinet doedelzak

i Melodisch dictee

16
5  vierde

b Eén, twee

17
c Lees met de maatslag.

d Duid de eerste (zware) tellen aan met V. Duid de tweede (lichte) tellen aan met I.

e Ritmisch dictee

f De vier jaargetijden: De winter  Antonio Vivaldi

Antonio Vivaldi
Heel lang geleden woonde in het mooie Venetië in Italië een
bekende priester. Zijn naam was Antonio Vivaldi. Omdat hij
nogal opviel met zijn rode haar, noemden de mensen hem
ook weleens ‘il prete rosso’ of de rosse priester.

Vivaldi kon fantastisch goed vioolspelen, maar het liefst


van al schreef hij muziek voor zijn leerlingen van de
meisjesschool. Op een dag besloot hij muziek te schrijven
die paste bij elk van de vier seizoenen. Hij wist toen nog
niet dat hij daar wereldberoemd mee zou worden.

Als je goed luistert naar het fragment uit ‘De winter’, kun je
de regendruppels op de ruiten horen tikken.

18
De viool heeft 4 snaren en behoort tot de familie van de strijk instrumenten.

De violist kan strijken met de strijkstok of tokkelen met de vingers .

De haren van de strijkstok zijn gemaakt van het haar van een paarden staart .

In welk muziekvoorbeeld hoor je een viool?


Zet een kruisje.

1 2 3 X 4

19
6  halve

3 4

b Lees met de maatslag.

c Plaats de maatstrepen.

d Wanneer?

20
e Peer Gynt: In de hal van de bergkoning Edvard Grieg

Peer Gynt is een sympathieke jongen die graag danst en vaak kattenkwaad uithaalt. Hij
woont in een oud boerderijtje in een klein dorp in Noorwegen. Op een dag vertelt hij aan zijn
arme moeder dat hij keizer wil worden en trekt de wijde wereld in.

Op één van zijn vele avonturen komt hij in het land van de trollen. De bergkoning van de
trollen wil dat Peer Gynt met zijn dochter trouwt, maar daar heeft Peer helemaal geen zin in.
Het lukt hem om nog net op tijd te ontsnappen en weg te vluchten.

Henrik Ibsen schreef het toneelstuk over Peer Gynt. Hij vroeg aan Edvard Grieg om er
passende muziek bij te schrijven. Grieg is met deze muziek heel bekend geworden.

f Schrijfoefening

g Welk instrument zit hierin verborgen? lovio


boemtarijn
bromtone
viool
trombone tamboerijn

h Ritmisch dictee

21
7

a Parasol en botsauto

22
b Lees en zing.

c Vul de onvolledige maten in met één do.

d Vul de ontbrekende noten in en zing.

e Duid de melodieën uit de kader aan met .

23
f Hoe vaak zing je in deze oefening:
de noot do? 3 maal

de noot la? 5 maal

de noot sol? 6 maal

de noot mi? 4 maal

g Melodisch dictee

24
8  zacht

 luid

a Toverkracht

d Duid de melodie uit de kader aan met .

25
b

c Loeiende sirenes

26
d Oefening 8 d staat op blz. 25.

e Lees.

f Te deum: Prélude  Marc-Antoine Charpentier


 f p f p f f
    

De trompet heeft 3 ventielen en behoort tot de familie van de koper blazers.

De trompettist laat zijn lippen trillen en blaast dan

lucht in het mond stuk.

In welk muziekvoorbeeld hoor je een trompet?


Zet een kruisje.

1 2 3 4 X

g Welk instrument zit hierin verborgen?


accerdono

bluikflot accordeon oxofonsa

blokfluit saxofoon

h Melodisch dictee

27
9  achtste


a De hik

28
d Eine kleine Nachtmusik Wolfgang Amadeus Mozart

Wolfgang Amadeus Mozart


Toen Mozart geboren werd, kreeg hij de naam Wolfgang
Amadeus, maar men noemde hem ook weleens Wolfje. Als
jongen van 8 jaar reisde hij met zijn vader per koets door
heel Europa en overal waar Wolfje viool of piano speelde,
noemden de mensen hem een wonderkind.

Mozart werd later één van de bekendste componisten


ter wereld. Hij schreef heel veel melodieën die iedereen
kent. Wellicht is Eine kleine Nachtmusik zijn bekendste
werk. Luister maar naar het begin en je zult de
melodie onmiddellijk herkennen. Mozart schreef deze
muziek voor een strijkkwartet. Dat is muziek voor vier
strijkinstrumenten: twee violen, één altviool en één cello.

e Plaats de rusttekens.

f Duid de eerste (zware) tellen aan met V. Duid de tweede (lichte) tellen aan met I.

g Ritmisch dictee

29
10 Oefentoets dictee

Zing eerst alle melodietjes van les 1 tot 8 op de linkerflap.

Melodisch dictee

Ritmisch dictee

30
Oefentoets theorie

Zet een kruisje bij het juiste antwoord.

1 Het teken vooraan op de notenbalk is 6 Het teken boven maat 4 is


een fasleutel een ademhalingsteken
een solsleutel een herhalingsteken

2 Hoeveel maten moet je zingen? 7 Je moet de oefening luid zingen.


8 maten juist
16 maten fout

3 Hoeveel tellen zijn er per maat? 8 De noot in maat 4 is


2 tellen een halve noot
4 tellen een vierde noot

4 Hoe lang duurt één tel? 9 Het rustteken in maat 6 is


een vierde noot een vierde rust
een achtste noot een achtste rust

5 Het rustteken in maat 8 is 10 Schrijf onder elke foto de naam


een achtste rust van het instrument.
een vierde rust

31
Toets dictee

Zing eerst alle melodietjes van les 1 tot 8 op de linkerflap.

Melodisch dictee

Ritmisch dictee

32
Naam:
Toets theorie 1
Datum: /20

Zet een kruisje bij het juiste antwoord.

1 Het teken vooraan op de notenbalk is 6 Het teken boven maat 6 is


een fasleutel een ademhalingsteken
een solsleutel een herhalingsteken

2 Hoeveel maten moet je zingen? 7 Je moet de oefening luid zingen.


8 maten juist
16 maten fout

3 Hoeveel tellen zijn er per maat? 8 De achtste rust in maat 3 komt op


2 tellen de eerste tel
4 tellen de tweede tel

4 Hoe lang duurt één tel? 9 Het rustteken in maat 4 is


een vierde noot een vierde rust
een achtste noot een achtste rust

5 De noot in maat 8 is 10 Schrijf onder elke foto de naam


een halve noot van het instrument.
een vierde noot
Naam:
Toets dictee 1
Datum: /20

Zing eerst alle melodietjes van les 1 tot 8 op de linkerflap.

Melodisch dictee

Ritmisch dictee
11

a Heen en weer

b Lees en zing.

35
c Duid de melodie uit de kader aan met .

d Omcirkel de noot re.

e Lees.

f Vul de ontbrekende noten in en zing.

i Melodisch dictee

36
g Welke instrumenten zie je?

1 2 3

harp contrabas vleugelpiano


In welke volgorde hoor je deze instrumenten? 2 1 3

h Hoe vaak zing je in deze oefening:


de noot do? 1 maal

de noot la? 3 maal


de noot mi? 10 maal
de noot re? 4 maal

i Oefening 11 i staat op blz. 36.

37
12

a Jij en ik

b Lees en zing.

38
c Duid de melodieën uit de kader aan met .

d Vul de ontbrekende noten in en zing. (do = lage do / do = hoge do)

e Lees.

f De ABA-mars staat op blz. 40.

g Schrijfoefening

h Melodisch dictee

39
f ABA-mars

40
13

a Oefening 13 a staat op blz. 42.

b Duid de melodieën uit de kader aan met .

c Vul de ontbrekende noten in en zing. (do = lage do / do = hoge do)

d Welke instrumenten zie je?

1 2 3

trombone tuba hoorn


In welke volgorde hoor je deze instrumenten? 2 3 1

41
a Staan of zitten?

42
e Lees.

f Schrijf het lesje netjes over, maar verbeter de fouten.

g Melodisch dictee

43
14  halfluid

a Wie is bang?

b Duid de melodieën uit de kader aan met .

44
c Vul de ontbrekende noten in en zing. (do = lage do / do = hoge do)

d Uit welke kaders komen de aangeduide melodieën?

13 14 7 14

e Lees.

f Trek een lijn tussen dezelfde melodietjes.

g Melodisch dictee

45
15
 zestiende

a Dingedingedong Carl Orff

b Oefening 15 b staat op blz. 47.

c Duid de zware (V) en lichte (I) tellen aan en plaats daarna de maatstrepen.

46
b Midden in de week

47
d Welke instrumenten zie je?

1 2 3

xylofoon drum triangel

In welke volgorde hoor je deze instrumenten?


3 2 1

e Schrijf een ritme-oefening en gebruik:

f Ritmisch dictee

48
16 =  halve

 versterken  verzachten

49
b

c Ritmisch dictee

50
d De Notenkraker: Les Mirlitons  Peter Tsjaikowsky

Peter Tsjaikowsky
Je moet een beetje oefenen voor je de naam van Peter
Tsjaikowsky vlot kunt uitspreken. Zo’n moeilijke naam, dat
moet ongetwijfeld een Rus zijn. Inderdaad.

Tsjaikowsky leerde pas pianospelen toen hij 19 jaar was.


Later begon hij zelf muziek te schrijven voor piano, orkest
en ballet.

Ken je het sprookje van De Notenkraker? Klaartje krijgt


op het kerstfeest een notenkraker. ’s Nachts droomt ze
dat de notenkraker in een prins is veranderd. Hij neemt
haar mee naar het land van snoepgoed. Daar organiseert
de Suikerboonfee een groot dansfeest voor alle lekkernijen van de hele wereld. Ook les
mirlitons (zoetzure snoepstaafjes) dansen graag mee.

Tsjaikowsky danste ook graag en hij hield bijzonder veel van sprookjes. Daarom heeft hij
bij het verhaal van de notenkraker deze prachtige balletmuziek geschreven.

Vroeger was de (dwars)fluit van hout. Daarom hoort dit instrument bij de hout blazers.

Dwarsfluit spelen doe je door op de rand van het mondgat te blazen.

Om verschillende noten te spelen, kan de fluitist de kleppen gebruiken.

In welk muziekvoorbeeld hoor je een dwarsfluit?


Zet een kruisje.

1 2 3 X 4

51
17

a Vreemde muziek

b Lees en zing.

c Duid de melodie uit de kader aan met .

52
d Vul de ontbrekende noten in en zing. (re = lage re / re = hoge re)

e Lees.

f Uit welke kaders komen de aangeduide melodieën?

12 3 7 17 8

g Verbind dezelfde melodietjes met een lijn.

h Melodisch dictee

53
18
 herhalen vanaf het begin
 tot het einde

a Regenboog

b Trampoline

54
c Duid de melodieën uit de kader aan met .

55
d Schrijf de juiste tekst van dit liedje onder de noten.

    

     

e Lees.

f Welke instrumenten zie je?

1 2 3

klarinet fagot hobo


In welke volgorde hoor je deze instrumenten? 1 2 3

g Omcirkel vier fouten.

h Melodisch dictee

56
19  zinsboog

 eerste slot

 tweede slot

a Omhoog, omlaag

57
b

d Klap.

58
e Lees.

f
A B A -vorm

g Melodisch dictee

59
20 Oefentoets
Oefentoets dictee
dictee

Zing eerst alle melodietjes van les 1 tot 18 op de linkerflap.

Melodisch dictee

Ritmisch dictee

60
Oefentoets theorie

Zet een kruisje bij het juiste antwoord.


1 Wat is de vorm van de oefening? 6 Welk rustteken komt het meeste voor?
AB een achtste rust
ABA een vierde rust

2 Waarmee eindigt de tweede notenbalk? 7 De vierde rust in deel B komt op


een crescendo de eerste tel van de maat
een decrescendo de tweede tel van de maat

3 Wat is de hoogste noot van de oefening? 8 De noten in maat 6 zijn


de hoge re vierde noten
de hoge do zestiende noten

4 De sol in maat 2 is 9 Hoe moet je deel A zingen?


een halve noot luid
een achtste noot halfluid

5 De bogen boven de notenbalk zijn 10 Schrijf onder elke foto de naam


maatbogen van het instrument.
zinsbogen

61
Toets dictee

Zing eerst alle melodietjes van les 1 tot 18 op de linkerflap.

Melodisch dictee

Ritmisch dictee

62
Naam:
Toets theorie 2
Datum: /20

Zet een kruisje bij het juiste antwoord.


1 Plaats de maatstrepen in de tweede 6 Welk rustteken komt het meeste voor?
notenbalk. een achtste rust
een vierde rust
2 Wat is de vorm van de oefening?
AB 7 De vierde rust in maat 3 komt op
ABA de eerste tel van de maat
de tweede tel van de maat
3 De noten in maat 3 zijn
vierde noten 8 Waarmee eindigt de tweede notenbalk?
zestiende noten een crescendo
een decrescendo
4 De re in maat 5 is
een halve noot 9 Hoe moet je deel A zingen?
een achtste noot luid
halfluid
5 De bogen boven de notenbalk zijn
boogzinnen 10 Schrijf onder elke foto de naam
zinsbogen van het instrument.
Naam:
Toets dictee 2
Datum: /20

Zing eerst alle melodietjes van les 1 tot 18 op de linkerflap.

Melodisch dictee

Ritmisch dictee
21

a Haast en spoed

b Lees en zing.

65
c Omcirkel de noot fa.

d Vul de ontbrekende noten in en zing.

e Lees.

66
f Duid de melodieën uit de kader aan met .

g Hoe vaak zing je in deze oefening:

de noot mi? 3 maal de lage re? 3 maal

de noot sol?
4 maal de hoge re?
1 maal

de noot fa? 4 maal de lage do? 3 maal

h Melodisch dictee

67
22

a Blijf bij mij.

b Duid de melodieën uit de kader aan met .

68
c Traag

69
d Vul de ontbrekende noten in en zing.

e Lees.

f Welk instrument zit hierin verborgen? afgot


constabra loxyfono
fagot
contrabas xylofoon

g Schrijf de drie melodietjes in de juiste volgorde.


1
3
2

2 2

1 3

De titel van dit liedje is Sinterklaasje bonne, bonne, bonne

h Melodisch dictee

70
23  onvolledige beginmaat

a Ik ben vandaag zo vrolijk. Herman Van Veen

‘Zo Vrolijk’
Tekst & muziek: Herman van Veen
Uitgever: Harlekijn-Music / Universal
Music Publishing B.V.

71
b Uit welke kaders komen de aangeduide melodieën?

22 12 3 22

7 21 8

c Bij een herhaling vormen de opmaat en de slotmaat 1 volledige maat.

d Langzaam

72
e Plaats de maatstrepen en begin telkens met een opmaat.

f Vul aan.

73
24

a Gedaan

b Lees en zing.

74
c Duid de melodieën uit de kader aan met .

d Vul de ontbrekende noten in en zing.

e Lees.

75
f Bedenk een leuke tekst bij deze melodie.

g Hoe vaak zing je in deze oefening:


de noot si? 3 maal

de noot fa? 2 maal

h Welk instrument zit hierin verborgen? triengal

ubta vilapoleugen
triangel

tuba vleugelpiano

i Melodisch dictee

76
25   1t 1/2t  1t  1t  1t 1/2t


 
G k G G
    G k


a Canon

do
si
la
sol
fa
mi
re
do

do re mi fa sol la si do

77
b Duid de kleine seconden aan met en zing.

c In welke liedjes zing je een kleine seconde? Duid aan.

Regenboog (18a)
X Gedaan (24a)

Omhoog, omlaag (19a)


X Haast en spoed (21a)
Jij en ik (12a)
X Ik ben vandaag zo vrolijk (23a)

d Langzaam

78
e Schrijf dit melodietje een seconde hoger.

f Schrijf dit melodietje een seconde lager.

g Meloritmisch dictee

79
26
de toonladder van do

a Wat, hoe, wie?

b In welke melodietjes staan alle noten van de toonladder van do? Duid aan.

80
c
A B A -vorm

81
d Duid de kleine seconden aan met of .

e Lees.

f Meloritmisch dictee

82
27

a Hop in galop

83
b

c Duid de zware (V) en de lichte (I) tellen aan en plaats daarna de maatstrepen.

84
d

85
e The Sound of Music: The Lonely Goatherd R. Rodgers – O. Hammerstein

f Ritmisch dictee

86
28  1ste  8ste

 5de

a ‘k Zag twee beren.

87
b Duid de kleine seconden aan met of .

c Vul de ontbrekende noten in en zing.

88
d

e Uit welke liedjes komen deze korte melodietjes? Duid T D en D T aan.

To

Bl

St ?

Wat ?

Loe

f Meloritmisch dictee (melodische sprongen van T naar D / van D naar T)

89
29  kort

 gebonden

a Hop, ik spring!

90
b (vervolg)

91
 accent

c Symfonie nr. 94 in G: Andante Joseph Haydn


Vul in met >.

Joseph Haydn
Toen er nog geen cd’s bestonden, hadden vele koningen en rijke
families een eigen orkest. Als ze vrienden hadden uitgenodigd
voor een feest, vroegen ze aan hun orkest om muziek te spelen.
Ook de prinsen Esterházy uit Hongarije hadden zo’n orkest.
De dirigent was Joseph Haydn. Aan het hof van de prinsen
kon Haydn elke dag muziek spelen en schrijven. Hij had er een
goed leven en was meestal blij en opgewekt. Dat kun je ook
horen als je naar zijn muziek luistert.

Soms kon hij het niet laten om een grapje uit te halen. Omdat hij het vervelend vond dat
sommige mensen tijdens een concert in slaap vielen, schreef hij zijn verrassingssymfonie.

De pauk behoort tot de familie van de slag instrumenten.

Het is een koperen ketel in de vorm van een halve bol

met bovenaan een vel .

Hoeveel verschillende tonen speelt de paukenist in

‘Also sprach Zarathustra’? 2 . Herken je die tonen?

De paukenist speelt afwisselend T en D .

92
30 Oefentoets dictee

Zing eerst alle melodietjes op de linkerflap.

Melodisch dictee

Ritmisch dictee

93
Oefentoets theorie

Zet een kruisje bij het juiste antwoord of vul in.


1 De oefening begint 6 De oefening eindigt met
op de tweede tel een halve noot
na de tweede tel een hele noot

2 De oefening begint met 7 De oefening eindigt met


T D de tonica
D T de dominant

3 Hoeveel maten moet je zingen? 8 Moet je de oefening luid zingen?


16 maten ja
18 maten neen

4 De noten in maat 5 en 6 zing je 9 Duid de 4 kleine seconden aan.


(= legato).
10 Schrijf onder elke foto de naam van het
5 Omcirkel de toonladder van do. instrument.

94
Toets dictee

Zing eerst alle melodietjes op de linkerflap.

Melodisch dictee

Ritmisch dictee

95
Naam:
Toets theorie 3
Datum: /20

Zet een kruisje bij het juiste antwoord of vul in.


1 De oefening begint met 6 Het rustteken in maat 6 is
de tonica een halve rust
de dominant een hele rust

2 De oefening begint 7 De oefening eindigt met


op de tweede tel T D
na de tweede tel D T

3 Hoeveel maten moet je zingen? 8 Moet je de oefening luid zingen?


10 maten ja
16 maten neen

4 De puntjes onder de noten noemt men 9 Duid de 4 kleine seconden aan.

10 Schrijf onder elke foto de naam van het


5 Omcirkel de toonladder van do. instrument.
Naam:
Toets dictee 3
Datum: /20

Zing eerst alle melodietjes op de linkerflap.

Melodisch dictee

Ritmisch dictee
31
 gepunteerde

a Slaapwel

98
b Plaats de maatstrepen.

c Duid T D en D T aan.

d Peer Gynt: Morgenstemming Edvard Grieg

99
e Duid de kleine seconden aan.

f Schrijf het lesje netjes over, maar verbeter de vijf fouten.

g Ritmisch dictee

100
32  vierde

 halve
 halve

b Klap.

101
c

d Duid T D en D T aan.

102
e Welk instrument houdt de muzikant vast?

1 2 3

dwarsfluit trombone harp

In welke volgorde hoor je deze instrumenten?


1 3 2

f Meloritmisch dictee (melodische sprongen van T naar D / van D naar T)

103
33

a Row your boat.

104
c Duid de zware (V) en de lichte (I) tellen aan en plaats daarna de maatstrepen.

d Tweestemmig

105
e Duid de kleine seconden aan.

f Ritmisch dictee

106
34

a Eén, twee, drie, vier

b Lees met de maatslag.

107
c Uit welke kaders komen de aangeduide melodieën?

21 3 13

21 24 7 12

d Duid aan met T of D.

108
e Lees met de maatslag.

f Plaats de maatstrepen.

g Welk instrument zit in de koffer?

gitaar viool hoorn

109
35  hele  hele

 hele

 halve

 vierde

 achtste

 zestiende

a Rustig

110
b Duid de kleine seconden aan.

c Vul de ontbrekende noten in en zing.

111
e Lees.

f Verbind dezelfde melodietjes met een lijn.

g Melodisch dictee (melodische sprongen van T naar D / van D naar T)

112
36 


traag

gaande

 levendig en snel

a Allegro

113
b Andante

c Lento

114
d Dierencarnaval Camille Saint-Saëns
Vul in met lento, andante of allegro.

1 Schildpadden lento
2 Fossielen allegro
3 Aquarium andante
4 Zwaan lento
5 De finale allegro

Dierencarnaval is een grappig muziekwerk waarin je een stoet van dieren voorbij hoort
trekken. De leeuw loopt als koning van de dieren voorop. Na hem volgen kippen, een olifant,
kangoeroes, een ezel, een koekoek en nog vele andere dieren.

1 Voor de schildpadden gebruikte componist Camille Saint-Saëns een heel bekend dansmelodietje.
2 Voor de fossielen (versteende resten van dieren of planten) gebruikte hij de xylofoon.
3 In het aquarium hoor je vast de opstijgende luchtbelletjes in het water.
4 De oude, sierlijke zwaan zingt nog één keer haar mooiste lied.
5 In de finale komen alle dieren nog even terug om te groeten en afscheid te nemen

e Schrijf de juiste tekst van dit liedje onder de noten.

    

f Melodisch dictee (melodische sprongen van T naar D / van D naar T)

115
37 Peter en de wolf
Sergej Prokofjev

a Verbind elk instrument met de juiste figuur.

dwarsfluit hobo klarinet

fagot hoorns violen pauken

116
Sergej Prokofjev
Ken je het sprookje van Peter en de wolf? Toen Prokofjev
dat verhaal hoorde, vond hij het zo leuk dat hij er meteen
muziek bij maakte. Hij gaf iedereen in het verhaal een eigen
melodietje dat door een passend instrument wordt gespeeld.

Op een mooie zomerdag wil Peter (violen) buiten spelen


met zijn vriendjes. Maar zijn grootvader (fagot), die altijd
moppert, waarschuwt hem voor de gevaarlijke wolven
(hoorns). Terwijl het vogeltje (dwarsfluit) en de eend (hobo)
met elkaar kibbelen, komt de kat (klarinet) op fluwelen
pootjes aangetrippeld.

Na een tijdje wordt het een vrolijke boel en amuseert het


viertal zich kostelijk, tot er een wolf uit het bos komt …

b Luister naar de instrumenten en plaats ze in de juiste volgorde.

1 dwarsfluit 2 hobo 3 klarinet

4 fagot 5 hoorns 6 violen 7 pauken

a b c d e f g
dictee
6 4 1 7 2 5 3
verbetering

117
38 Wie speelt mee in het
symfonisch orkest?

Het grootste orkest is het symfonieorkest.


Daarin vind je de strijkinstrumenten, de houtblazers, de koperblazers en het slagwerk.

De dirigent staat vooraan met de rug naar het publiek, de dirigeerstok in de hand en de
partituur voor zich.

De strijkinstrumenten of strijkers zitten vooraan. Achter de strijkers zitten de houtblazers en


daarachter de koperblazers. Helemaal achteraan komt het slagwerk.
Wanneer er een harp of een piano meespeelt, dan zit deze helemaal links.
In een groot symfonieorkest spelen wel 100 muzikanten.

a The young person’s guide to the orchestra Benjamin Britten


Luister naar de instrumentgroepen en plaats ze in de juiste volgorde.

1 orkest 2 strijkinstrumenten 3 houtblazers

4 slagwerk 5 koperblazers

a b c d e f
dictee
1 3 5 2 4 1
verbetering

118
b Schrijf onder elke foto de naam van het instrument.
STRIJKERS

1 viool 2 altviool 3 cello 4 contrabas


HOUTBLAZERS

5 dwarsfluit 6 hobo 7 klarinet 8 fagot


KOPERBLAZERS

9 trompet 10 hoorn 11 trombone 12 tuba


SLAGWERK

13 pauk 14 kleine trom 15 grote trom 16 bekkens

c Welk instrument hoor je?

a b c d a b c d
dictee
12 5 14 4 7 11 4 16
verbetering

119
39 Zangproeven

a Andante

120
121
b Allegro

122
123
c Andante

124
125
c (vervolg)

126
d

127
e

128
40 Oefentoets dictee

Zing eerst alle melodietjes op de linkerflap.

Melodisch dictee (melodische sprongen van T naar D / van D naar T)

Meloritmisch dictee (melodische sprongen van T naar D / van D naar T)

Ritmisch dictee

129
Oefentoets theorie

1 Vul de maatstrepen verder aan. 4 Duid in de oefening twee keer D T aan.


2 Wat betekent ‘lento’? 5 Duid de vier kleine seconden aan.
3 Het teken onder de laatste do is een


6 Vul het juiste maatteken in.


7 Hoeveel tellen zijn er per maat?
8 De oefening begint met een opmaat. juist fout
9 Wat betekent ‘allegro’?

10 Schrijf onder elke foto de naam van het instrument.

130
Toets dictee

Zing eerst alle melodietjes op de linkerflap.

Melodisch dictee (melodische sprongen van T naar D / van D naar T)

Meloritmisch dictee (melodische sprongen van T naar D / van D naar T)

Ritmisch dictee

131
Naam:
Toets theorie 4
Datum: /20

1 Vul het juiste maatteken in. 4 In maat 6 staat een rust.


2 Hoeveel tellen zijn er per maat? 5 De oefening begint met een opmaat.
3 Wat betekent ‘andante’? juist fout

6 Vul de maatstrepen verder aan.


7 Wat betekent ‘lento’?
8 Duid in de oefening twee keer D T aan.
9 Duid de vier kleine seconden aan.
10 Schrijf onder elke foto de naam van het instrument.
Naam:
Toets dictee 4
Datum: /20

Zing eerst alle melodietjes op de linkerflap.

Melodisch dictee (melodische sprongen van T naar D / van D naar T)

Meloritmisch dictee (melodische sprongen van T naar D / van D naar T)

Ritmisch dictee
do
si
Toonladder vanla do Grote en kleine seconden
sol
fa
mi
re
do

do re mi fa sol la si do

Symbolen Italiaanse woorden

al fine tot het einde


notenbalk en zinsboog of
solsleutel legato
allegro levendig en snel

andante gaande
maatteken staccato

crescendo versterken

maatstreep en herhalen vanaf


accent da capo (D.C.)
eindstreep het begin

decrescendo verzachten

herhalings­teken crescendo diminuendo verzachten

forte luid
decrescendo of
hulplijn
diminuendo legato gebonden

lento traag

voltateken
T tonica
mezzo forte halfluid

piano zacht
ademhalings-
teken D dominant
staccato kort

134
De instrumenten van het orkest

HOUTBLAZERS KOPERBLAZERS

dwarsfluit hobo trompet hoorn

klarinet fagot trombone tuba

STRIJKINSTRUMENTEN SLAGWERK

viool altviool
kleine trom grote trom

cello contrabas pauk bekken

135
Inhoud
Melodie Intonatie De maat Ritme Varia

1 sol mi g’e’g’
2 herhalingsteken
3 la g’a’g’
4 e’a’g’ ademhalingsteken
5 Vivaldi / viool

6
7 hoge do g’a’c’’ / c’’a’g’
8 g’c’’ piano & forte / trompet
9 Mozart

10 oefentoets dictee en theorie


11 lage re e’d’e’
12 lage do e’d’c’ / c’d’e’ ABA-vorm
13 c’e’g’ / g’e’c’
14 d’g’e’ / d’g’c’ mezzo-forte
15
crescendo & decrescendo
16 Tsjaikowsky / dwarsfluit
17 hoge re c’’d’’c’’
18 g’d’’c’’ / a’d’’c’’ D.C. al fine
19 zinsboog / voltateken
20 oefentoets dictee en theorie
21 fa e’f’g / g’f’e’
22 g’f’g’ / e’f’g’
23 de opmaat
24 si b’c’’
grote en kleine
25 seconden
26 toonladder van do
27
28 tonica / dominant
legato / staccato / accent
29 Haydn / pauk
30 oefentoets dictee en theorie
31

32

33
34
35
36 lento / andante / allegro
37 Peter en de wolf
38 het symfonisch orkest
39 zangproeven
40 oefentoets dictee en theorie

136

You might also like