Professional Documents
Culture Documents
Bij de volgende besprekingen is weer de nieuwe opzet toegepast, waarover u hebt kunnen lezen in het verslag over de
‘Forumdiscussie moeilijkheidsgraden’ in FLUIT 2019-4. Onder ieder item staat een schemaatje waarin punten worden
gegeven aan B – bereik (laagste-hoogste toon), R – maat en ritme, V – vingertechniek, A – articulatie en I – intonatie.
Uit de optelling volgt dan de conclusie. Uw reacties op deze aanpak – redactie@nfg-fluit.nl – zijn nog steeds meer dan
welkom!
48 FLUIT 2 020–3
De bundel bevat zeventien eenvoudige, Henri Bert, La ronde de l’an, 5 pièces
korte stukken met een bereik van c1 tot d3 pour 3 flûtes et petites percussions.
in toonsoorten tot twee kruisen en twee Gérard Billaudot ST 2002.
mollen. De meeste staan in 4/4 of 3/4. La ronde de l’an van de Franse componist
Alleen in het laatste, Ja sjimcha, komen en muziekpedagoog Henri Bert bestaat uit
tweeëndertigste noten voor, de overige bewerkingen van vijf bekende Franse
bevatten alleen halven, kwarten en liederen, die verwijzen naar gebeurtenis-
achtsten, met sporadisch een zestiende. sen in het jaar: Noël, Carnaval, Le Prin-
De stukken zijn leuk om te spelen, vrolijk, temps, L’Été en L’Automne (Kerstmis,
ze bevatten mooie melodieën en liggen Carnaval, De Lente, de Zomer en De
lekker in het gehoor. Zeer geschikt om op Herfst). Ze zijn gezet voor drie fluiten met
les te spelen of om uit te voeren!
B R V A I totaal
3 3 2 2 2 12
! niveau 3 (B-examen)
versies heeft gemaakt, waaronder deze
voor blaaskwintet en piano.
Chant Lyrique is een heel mooi stuk met
veel afwisseling. Het begint heerlijk rustig
met een mooie melodie, maar heeft ook
een heel flitsend Allegro-gedeelte in het
midden. Hier komen lange passages in
voor met dubbel staccato (in repeterende
zestienden, maar ook in lastige loopjes).
Het stuk eindigt weer in een langzaam en
rustig tempo. De voortekening wisselt
daarbij twee op veel scholen beschikbare tussen niets en vijf mollen. De stemming
slaginstrumenten, zoals wood-block, kan een uitdaging zijn: hier en daar komen
tamboerijn of (bas)xylofoon. Hoewel de unisono-passages voor en ook de akkoor-
slaginstrumenten bijna nooit tegelijkertijd den moeten natuurlijk goed worden af-
spelen zijn de partijen wel over twee gestemd. Genoeg dus om aan te werken
personen verdeeld. maar vooral leuk om te spelen. Ook fijn is
De drie fluitpartijen zijn volledig gelijk- dat alle stemmen evenveel aan bod komen.
François Tashdjian, Le chat et la souris waardig en niet moeilijk. Volgens het Iedereen is te horen in een solo. Zeker de
pour flûte solo. Gérard Billaudot ST voorwoord is het voornaamste doel van de moeite waard om te gaan spelen!
20001. bundel het stimuleren van ensemblespel.
Componist en fluitist François Tashdjian De notenwaarden blijven beperkt tot B R V A I totaal
(geb. 1974) is van Frans-Armeense af- voornamelijk kwarten en achtsten, het
3 4 5 4 4 20
komst. Zijn Le chat et la souris (de kat en bereik loopt van e1 tot e3. In Le Printemps
de muis) is een modern stuk voor fluit staan een paar maatwisselingen (2/4 naar ! niveau 4 (C-examen)
solo. De uitgave geeft eerst een uitleg van 3/4 en terug). Het begin van Noël kan een
alle toegepaste moderne technieken, zoals uitdaging zijn: iedereen begint daar met
key-clicks, flatterzunge en flageoletten. Het een achtste rust, Fluit 1 zet in op de tweede
bereik loopt van b tot d4. Fluitisten die achtste en moet daarvandaan het tempo
geen B-voet hebben kunnen vanaf de lage aangeven, Fluit 2 en 3 beginnen op de
c een glissando naar beneden spelen. De vierde achtste. Best lastig om dit goed
stijl is zeer chromatisch. Ritmisch is het getimed te krijgen! Carnaval staat in 6/8
stuk vrij pittig, de maatsoort wisselt con- maat, de andere stukken in 2/4 of 3/4.
stant, van 11/4 naar 8/4 naar 9/4 naar 0/0 Vijf leuke en niet te moeilijke stukken, met
(vrij) etc., snelle loopjes in dubbel staccato, een zeer verrassende bezetting!
accenten op de 2 en 4, zeer hoge noten in
snelle passages, slierten zestienden die zo B R V A I totaal
strak mogelijk gespeeld moeten worden,
en uiteraard moderne technieken! 2 3 2 2 3 12
De titel spreekt natuurlijk tot de verbeel- ! niveau 3 (B-examen)
ding. Een spannend stuk om je aan te
wagen!
Fernande Decruck, Chant Lyrique op.
B R V A I totaal 69. Fluit, hobo (ook Engelse hoorn),
klarinet, fagot, hoorn en piano. Gérard
6 6 6 6 6 30 Billaudot G 10109. Gerardo Matos Rodríguez (arr.
! niveau 6 (bachelor conservatorium) Chant Lyrique (1932) van de Franse com- Wolfgang Birtel), La Cumparsita,
poniste Fernande Decruck (1896-1954) Tango argentino. Edition Dohr, E.D.
duurt zeven minuten en is oorspronkelijk 20104.
geschreven voor piano en altsaxofoon. Het La Cumparsita uit 1916 van Gerardo
was zo populair dat Decruck meerdere Matos Rodríguez (1897-1948) is
FLUIT 2 020–3 49
waarschijnlijk bij iedereen wel bekend, het Delen zijn zeker bruikbaar voor concerten Verder zijn er relatief veel trillers (mor-
is een van de bekendste tango’s aller tijden. om lekker bij weg te dromen, al is de dent, pralltriller en dubbelslag). Alle delen
Er bestaan al heel veel verschillende ar- bewerking niet erg flitsend. Het is niet liggen voornamelijk in het tweede octaaf,
rangementen van. Wolfgang Birtel maakte moeilijk en kan dus ook al gespeeld met hier en daar een kleine, korte uitschie-
er voor deze uitgave uit 2020 een voor fluit worden door leerlingen die nog niet zo ter naar het eerste of derde octaaf. Musica
en piano. Een heerlijk stuk, dat het altijd lang les hebben. Voor hen een goede Festiva is speciaal geschreven voor fluit en
goed zal doen op een concert en ook ge- oefening om een langzaam stuk mooi te kistorgel, een bijzondere bezetting, maar
woon heel leuk is om lekker thuis te brengen en de lange lijnen in de gaten te als je de mogelijkheid hebt is het zeker leuk
spelen. Fijn om hiermee te werken aan houden als de melodie verspreid zit in om het eens uit te proberen!
staccato, accenten, dynamiek en expressief zowel de piano als de fluitpartij.
spel. Kortom, een stuk waar je blij van
B R V A I totaal
wordt! B R V A I totaal 2 3 3 3 3 14
2 2 2 2 2 10
B R V A I totaal ! niveau 3 (B-examen)
2 3 3 3 3 14
! niveau 2 (A-examen)
! niveau 3 (B-examen) C. Saint-Saëns (red. P. Jost), Romance
Walter Gleissner, Musica festiva für Des-dur Op. 37. G. Henle Verlag
Flöte und Truhenorgel. Edition Dohr HN 1354.
Lothar Graap, Guten Abend, gut’ E.D. 20077. Camille Saint-Saëns (1835-1921) schreef
Nacht: Introduction, Thema mit meerdere kamermuziekwerken met als
Variationen und Finale nach der titel Romance, maar op. 37 is de enige voor
Melodie von Johannes Brahms für fluit. Zeer waarschijnlijk rondde hij het
Flöte und Klavier. Edition Dohr E.D. stuk af op 25 maart 1871. Deze uitgave,
20081. verzorgd door Peter Jost, bevat een uit-
Guten Abend, gut’ Nacht, het bekende gebreide inleiding met informatie over de
Wiegelied van Brahms, wordt in Duitsland achtergrond, de tijd van ontstaan, de eerste
nog vaak gezongen als slaapliedje voor uitvoeringen en uitvoerders, en ten slotte
kleine kinderen. Lothar Graap maakte een opsomming van alle geraadpleegde
deze bewerking voor fluit en piano. In het bronnen en een verantwoording van de
voorwoord schrijft hij: ‘Ik wil de melodie gemaakte keuzes.
graag dicht bij de luisteraar brengen, op
verschillende manieren.’ De bewerking
bestaat uit een inleiding, het thema, vijf
variaties en een finale. De melodie is
natuurlijk prachtig, maar het stuk is niet
heel verrassend. In de inleiding klinken
flarden van de melodie in zowel de fluit als
de piano. In het thema wordt de melodie
eerst in zijn geheel door de piano gespeeld. Musica Festiva bestaat uit vier delen:
Hoewel de tempi en karakters in de vijf Sonate, Thema mit Variationen, Scherzo en
variaties wisselen, zijn er ook veel overeen- Rondo-Finale. Walter Gleissner (geb. 1931)
komsten. De melodie zit steeds verwerkt in vertelt in zijn voorwoord dat hij voor de
zowel de fluit- als de pianopartij. De par- inhoud kerkliederen heeft gebruikt. In het
tijen wisselen elkaar daarin af, er wordt eerst deel, Sonate, staan twee koralen van
veel gewerkt met vraag en antwoord. In de Bach centraal: Was Gott tut, das ist
vijfde variatie wordt de melodie in zijn wohlgetan en Wer nur den lieben Gott lässt
geheel door de fluit gepeeld. Deze manier walten. Hoewel de teksten inhoudelijk
van werken zien we ook weer terug in de overeenkomen staat het ene koraal in
finale. majeur, het andere in mineur. Dit contrast
heeft Gleissner geprobeerd hier vorm te Een van de lastige elementen is een vir-
geven. Het Scherzo wordt gekenmerkt tuoze cadens met moeilijke sprongen en
door de hymne Die güldene Sonne bringt snelle chromatische loopjes. Verder zijn er
Leben und Wonne van Johann George Ahle paar wisselingen van voortekens (maxi-
uit 1671, het laatste deel draait om de maal 5 mollen en 4 kruisen). De melodie is
achttiende-eeuwse hymne Erfreue dich mooi, langzaam en gedragen. Deze komt
Himmel. Gleissner geeft opzettelijk maar zowel in het eerste octaaf als in het tweede
een beperkt aantal aanwijzingen voor en derde voor. In beide gevallen een uit-
articulatie, dynamiek etc., om de uitvoer- daging om mooi over te brengen, de toon
ders te stimuleren tot een eigen interpreta- constant goed te houden en te werken met
tie. verschillende toonkleuren. Een mooi en
Het stuk is niet moeilijk. In het eerste en niet te lang stuk voor fluit en piano!
het laatste deel komen een aantal slierten
zestiende noten in snel tempo voor, maar B R V A I totaal
zoals hierboven al aangegeven kan naar
eigen inzicht legato worden toegevoegd. 3 4 4 3 4 18
Hier en daar bevatten de loopjes wat ! niveau 4 (C-examen)
lastige wisselingen. De zestiende is
overigens wel de kleinste notenwaarde.
50 FLUIT 2 020–3
Friedrich der Grosse (B. Kuijken/U. Viktoria Elisabeth Kaunzner – C U
Piovano), Soli per il flauto traverso Vol. later … in Korea!!! (horror floor).
XIII. Vigor Music V. 523 M. Improviserende en zingende viool,
Ook deze bundel Soli van Frederik de zingende fluit, theedoos en houten
Grote (1712-1786) bevat vier sonates, in eetstokjes. Furore Verlag 10261.
dit geval in E (SpiF 49), e (SpiF 50), A
(SpiF 51) en Es (SpiF 52). De uitgave
maakt deel uit van een reeks met alle so-
nates voor fluit en basso continuo van de
componist (het laatst verschenen deel is op
dit ogenblik al XXIII!) en is gebaseerd op
manuscripten die in het bezit zijn van de
Staatsbibliotheek in Berlijn en enkele
afschriften in andere Europese bibliothe-
ken. De uitgave omvat zowel een partituur
als losse partijen.
B R V A I totaal
2 4 4 4 3 17
! niveau 4 (C-examen)
FLUIT 2 020–3 51
Óscar Vázquez, Flutebox Method: The Grieg. In hoofdstuk 7 worden de drie
method to learn and teach beatbox geluidsbronnen gecombineerd, hoofdstuk
flute. www.flutebox.es. 8 bestaat uit duetten.
Deze zeer uitgebreide en complete Flute- Al met al een super uitgebreide methode
box Method van de Spaanse fluit-beatboxer voor wie het leuk vindt om zich te ver-
Óscar Vázquez is bedoeld om de basis van diepen in fluteboxen. De audiotracks in
het beatboxen op de fluit onder de knie te mp3 kunnen je helpen om de fragmenten
krijgen. Hij is geschikt voor leerlingen, goed te oefenen. De methode bevat wel
maar ook heel interessant voor professio- zeer veel tekst (allemaal in het Engels), dus
nele fluitisten en docenten die weer eens je moet je er wel even doorheen worstelen,
wat anders willen! Óscar Vázquez schrijft: maar dat is zeker de moeite waard!
‘De methode helpt je om je instrument
beter te leren kennen en als fluitist en
muzikant nieuwe mogelijkheden te B R V A I totaal
ontdekken. Bovendien ontwikkel je een 2 4 4 4 3 17
zeer goede controle over je embouchure!’
Het boek telt 137(!) bladzijden en is ! niveau 4 (C-examen)
onderverdeeld in acht hoofdstukken:
‘Introduction’, ‘Notation and audios’, Hoofdstuk 3 vertelt wat meer over de
‘History and elements’, ‘The Hi-Hat’, ‘The geschiedenis van het beatboxen en gaat
bass drum’, ‘The snare drum’, ‘Flutebox‘ en bovendien in op drie geluidselementen die
‘Flutebox duos’. Het aanhangsel bevat daarin centraal staan: bass drum, snare
partituren. drum en hi-hat. In de volgende hoofdstuk-
De inleiding geeft een mooie uitleg van ken worden deze elementen verder
wat nodig is om de techniek onder de knie uitgewerkt. Óscar geeft heel veel verschil-
te krijgen. De ‘fluteboxer’ is in staat om lende oefeningen zonder de fluit, op de
met de fluit een melodie te spelen, met de kop van de fluit, op de ‘piccolo’ (kop +
stem een tegenstem te zingen en een ritme voetstuk) en op de gewone fluit. Naast
te beatboxen. Om dit te bereiken is het oefeningen bevatten deze hoofdstukken
nodig dat je naast gewoon fluitspelen ook ook al echte stukken, zoals De Lente van
beatboxen beheerst (zonder de fluit). Vivaldi en In de hal van de bergkoning van
Piccolo’s
Tarieven: voor leden zijn piccolo-advertenties in FLUIT en op de website gratis. Niet-leden: in FLUIT óf op de
website € 12,50, beide € 20,-. Zie www.nfg-fluit.nl. Piccolo-advertenties op de website blijven daar ten minste
drie maanden staan.
Te koop:
• Schitterende Powell fluit, type Conser-
vatory-Aurumite, serienr. 31-1519.
Open zilveren kleppen, B-voet. De
Aurumite 9K serie heeft een buitenlaag
van 9K rosé goud met een binnenlaag
van sterling zilver. Kopstuk met Auru-
mite 9K rosé-gouden (buitenlaag) buis,
sterling zilveren stijgbuis (binnenlaag),
9K rosé-gouden lipplaat en zilveren kroon.
Prachtige, grote, volle en warme klank. De fluit is in uitstekende conditie en recentelijk nog geheel gereviseerd
(nieuwe Straubinger polsters). Vraagprijs € 9.500.
• Nagahara kopstuk, 10K goud met 14K schoorsteen. Nieuwprijs (2016) € 6.645 (aankoopbon aanwezig),
vraagprijs € 5.000.
Beide apart te koop, maar ook in één koop mogelijk, prijs in overleg. Taxatierapport aanwezig.
52 FLUIT 2 020–3