Professional Documents
Culture Documents
40
g b West Side Story: I want to be in America Leonard Bernstein
41
c
Re Groot D
42
d Vul de juiste maattekens in.
43
12
a Re Groot D
44
b Lento
45
c sol klein g
46
d Klap en improviseer een ritme in de derde maat.
e Lees.
f Ritmisch dictee
47
13
Grote en kleine SECONDEN / SEPTIEMEN
k7 k7 G7 k7 k7 k7
G2 G2 k2 G2 G2 G2
a Verbeterdictee
c Verbeterdictee
48
g d Cantabile
49
e In de oefeningen 13f en 13g staan kleine en grote septiemen.
h Schrijf de noten een kleine septiem lager. Schrijf de noten een grote septiem hoger.
50
14 Transponerende
instrumenten
Transponerende instrumenten klinken anders dan de notatie (de partituur).
Voorbeeld 1
Als je op een klarinet in Bes de noot do speelt, dan hoor je niet do maar si mol (bes).
Alle noten klinken dus 1 hele toon (grote seconde) lager dan genoteerd. Een componist van
een orkestwerk schrijft de klarinetpartij altijd een hele toon hoger dan ze klinkt. Zo hoeft de
klarinettist de noten niet zelf te ‘transponeren’.
Voorbeeld 2
Als je op een hoorn in F de noot do speelt, dan hoor je niet do maar fa.
Alle noten op dat instrument klinken dus een kwint lager dan de notatie.
Als je deze
noten speelt
hoor je:
Om deze noten
te laten klinken
moet je noteren:
Omdat de vingerzetting van alle transponerende instrumenten dezelfde is, kan bijvoorbeeld
elke saxofonist moeiteloos overstappen van een sopraansax naar een baritonsax. Alle noten
worden met dezelfde ‘greep’ gespeeld, maar ze zullen anders klinken.
Bb (Bes) Eb (Es) F
klarinet kleine klarinet Engelse hoorn
basklarinet (8vb) (klinkt een terts hoger) (althobo)
Hout
sopraansax altsax
tenorsax (8vb) baritonsax (8vb)
trompet hoorn
Koper
tuba
51
a Pavane pour une infante défunte Maurice Ravel
De pavane is een langzame, statige hofdans. Pavane pour une infante défunte betekent: pavane
voor een overleden prinses. Maurice Ravel schreef zijn pavane eerst voor piano. Later maakte
hij er een bewerking van voor symfonisch orkest.
Na de Bolero is deze Pavane pour une infante défunte wellicht zijn meest bekende compositie.
52
* De klaspartituur voor groepsmusiceren staat op blz 54-55.
53
Groepsmusiceren
54
55
15
a Lees de oefening eerst zonder en daarna mét koppeltekens.
b mi klein e
56
c Bedenk een passende tekst bij dit ritme.
57
g d Bepaal de vorm. A B B’ A’
58
e Trek een lijn tussen dezelfde ritmes.
59
16 La Groot (A)
60
c Duid de drieklank van de tonica aan met .
61
g d Moderato
62
17 fa klein (fis)
63
c
fa# klein fis
64
d Vrolijk deze melodie een beetje op en gebruik:
65
18 Orkesten
Als je verschillende instrumentengroepen bij elkaar zet, krijg je allerlei soorten orkesten.
De klankkleur die je hoort, hangt af van de instrumenten die meespelen (= de bezetting).
66
Orkestpartituur
Te Deum: Prélude naar Marc-Antoine Charpentier
67
19 Zangproeven
a Polka - wals
68
69
b Allegro
70
71
c Elegie
si klein b
72
73
20 Oefentoets dictee
Melodisch dictee (melodische sprongen binnen de drieklank van de tonica + naar de leidtoon)
Meloritmisch dictee
Ritmisch dictee
74
Oefentoets theorie
Treurlied in fis
De altsaxofoon is in Es gestemd.
75
Toets dictee
Melodisch dictee (melodische sprongen binnen de drieklank van de tonica + naar de leidtoon)
Meloritmisch dictee
Ritmisch dictee
76
Naam:
Toets theorie 2
Datum: /20
Danslied in A
77
Naam:
Toets dictee 2
Datum: /20
Melodisch dictee (melodische sprongen binnen de drieklank van de tonica + naar de leidtoon)
Meloritmisch dictee
Ritmisch dictee
78