You are on page 1of 3

BOUWSTENEN MUZIEK

TIJD EN RITME
Muziek wordt gespeeld met de tijd. Dit wordt op verschillende manieren gedaan.
Eerst en vooral beginnen we binnen tijd met de cadans, metrum en maat. Dat wil zeggen
dat er een regelmaat moet zijn van de accentverhoudingen die terugkeren. Ook het ritme is
belangrijk want daar heb je een afwisseling van korte noten, lange noten en rusten. Het
voorkomt de saaiheid. Het maatcijfer wordt genoteerd in het begin van de notenbalk. Het
geeft aan hoeveel tellen er in n maat mogen. In de maatsoort heb je een 2-ledige en 3ledige maatsoort. Het is ritme is heel verschillende van elkaar.
Het tempo is de snelheid waarmee de tellen elkaar opvolgen. De metronoom is een handige
methode om de snelheid te bepalen en constant te houden. In een muziekstuk heb je
verschillende soorten noten. Soms zijn de noten wat langer of soms wat korter. Om het nog
interessanter te maken worden er rusten ingevoegd. Op dit moment worden er dus geen
noten gespeeld. Al deze elementen zorgen voor een spannend en interessant stukje muziek.
Voorbeeld
http://www.youtube.com/watch?v=EulWNzgk62o
Het stuk heet Peter en de wolf. Het is een lang stuk die heel erg varieert van ritme. Bij 3.18sec.
- 4.20 sec. gaat het over een kat. Het ritme is veel korter gespeeld. Bij 4.20sec.-5.25sec.
verandert het ritme naar de maat 2/4 doordat er iets spannends gebeurt. Het ritme toont
aan dat Peter stapt. Op het einde van dit stukje komen er ook rusten in voor. Bij 5.25sec.7.15sec. worden er zeer lange noten gespeeld. Het gaat veel trager.

MELODIE
Melodie is de opeenvolging van verschillende toonhoogtes en de afwisseling van hogere en
lagere tonen.
Om tot een melodie te komen zijn er verschillende elementen.
Het geluid is elke waarneembare trilling die je hoort. De toonhoogte daarentegen bestaat uit
de aantal trillingen per seconde die je hoort. Het wordt uitgedrukt in Hertz. Hoe hoger de
frequentie (hertz), hoe hoger de toon.
Bij de oudste muzieknotatie werden accenten boven de tekst geplaatst die de richting van
de melodie aangaven. De toonbenamingen begonnen eerst met ut, re, mi, fa, sol, la. Later
werd de ut:do, en werd de si toegevoegd. In de Romaanse en Latijnse landen neemt men
de benaming do, re, mi Maar in de Germaanse landen gebruiken ze letters om dit aan te
geven a,b,c, Wij hebben de Romaanse traditie overgenomen. Om te weten hoe de noten
moeten gelezen en uitgevoerd worden, plaatst men aan het begin van het muziekstuk een
'sleutel'. Meestal wordt de solsleutel gebruikt. Om de noten te kunnen lezen moet er altijd een
notenbalk zijn. Deze bevat 5 lijnen en de noten worden daarop genoteerd. Elke noot heeft
een vaste plaats. Soms kan een noot een halve toon verhoogd of verlaagd worden. Dit
wordt dan aangeduid door een kruis of een mol. Elke noot verschilt 1 toon van de ander.
Behalve bij mi-fa en si-do is dit een halve toon. Wanneer een muziekstuk te hoog of te laag
klinkt kan je dit aanpassen en dit noemt men transponeren.
Voorbeeld
http://www.youtube.com/watch?v=aip3836VtZ0
Dit is het stuk van: Le Fabuleux Destin d'Amlie Poulain. Het is een prachtstuk. Iedereen die dit
hoort wordt geraakt door de melodie. Het is een melodie die in je hoofd blijft hangen. Je
wordt meegesleept in het lied en iedereen blijft automatisch aandachtig.

BRONNEN

Mnoback.
Peter
en
de
wolf.
Geraadpleegd
op
5
januari
2012,
http://www.youtube.com/watch?v=EulWNzgk62o
Rodrigoknox. Le fabuleux destin DAmlie Poulain. Geraadpleegd op 17 oktober 2006,
http://www.youtube.com/watch?v=aip3836VtZ0

You might also like