Professional Documents
Culture Documents
Chopin schreef vooral stukken voor piano en net als Franz Liszt zou
hij de grenzen van het pianospel uitbreiden. Chopins muziek wordt
gekenmerkt door een elegante, lyrische stijl. Deze stijl is
contrasterend met de eerder zware en dramatische stijl van
Beethoven, Schumann en Brahms. Zijn piano-oeuvre omvat stukken
in veel verschillende vormen: 4 ballades, 27 etudes, 4 impromptus,
69 mazurkas, 21 nocturnes, 16 polonaises, 24 preludes, 20 walsen en
nog veel meer.
In het oeuvre van Chopin zijn er heel wat muzikale kenmerken die telkens terugkomen. De voorbeelden komen
zeker niet uit heel zijn oeuvre, maar eerder uit een selectie van zijn walsen, nocturnes en ballades. Chopins
typische muzikale elementen zullen we kort bestuderen en zelf proberen toe te passen in eigen composities.
Hier is een kort overzicht van enkele typische kenmerken:
1. Typische begeleidingspatronen
2. Typische akkoordenprogressies
3. Versieringsnoten
4. Chromatische loopjes
5. Arpeggio's
6. Napolitaanse sext
7. Verminderde akkoorden
2.1. Begeleidingspatronen
A) Wals
Belangrijk is de 3/4-maat en de opeenvolging in de linkerhand: Eerst een basnoot (hoef niet de grondnoot van
het akkoord te zijn) en dan twee akkoorden. Die twee akkoorden zijn meestal twee dezelfde, maar je kan daar
gerust mee spelen (twee verschillende inversies van hetzelfde akkoord of één met een spanning en de volgende
met een oplossing…).
Hieronder vind je heel wat passages uit stukken van Chopin. Bestudeer telkens de walsbegeleiding in de
partituren en noteer dan enkele conclusies. Let telkens op de volgende zaken:
• Wat is de toonaard van de passage?
• Welke akkoorden worden er gespeeld?
• Wat is de basnoot: is dat telkens de grondnoot of eerder de terts of kwint van het akkoord?
• Wat zijn de functies van die akkoorden? (I, IV of V? Of nog andere: II, III, VI of VII?)
• Wordt het letterlijke walspatroon gebruikt of is het een variatie?
• Wordt er een pedaaltoon gebruikt? (= een basnoot die constant wordt herhaald. Meestal is dit de
dominant of de tonica)
Een nocturne is meestal een zeer dromerig stuk. De linkerhand van de pianist zweeft letterlijk noot voor noot
over het bas- en tenorregister van de piano. De noten die gespeeld worden zijn vooral akkoordnoten, maar
daartussen kunnen ook versieringsnoten voorkomen. Let in de volgende voorbeelden terug op dezelfde puntjes
als bij de wals. Maar belangrijk is ook hoe het akkoord gespreid wordt.
Voorbeeld 1. Nocturne B. 49
Voorbeeld 2. Nocturne B. 49
Voorbeeld 3. Ballade op. 23
Voorbeeld 4. Ballade op. 23
C) Afwisseling van wals- en nocturnebegeleiding