Melodieën harmoniseren

Woord vooraf:
Bij harmoniseren is het de bedoeling dat je veel technieken leert die je telkens kan toepassen.
Je kan één techniek gebruiken voor één stuk, maar idealiter wissel je constant af om de
muziek te laten ontwikkelen. Hoe meer technieken je kent, hoe meer je kan zoeken naar
nieuwe ideeën door alle technieken te proberen op de melodie.
- Textuur: monofoon, akkoordisch, homofoon, polyfoon.
- Ritme: stemmen hebben zelfde ritme, gelijkaardig ritme of contrasterend ritme. Je kan ook
afwisselen in intensiteit (syncopatie, snellere ritmes).
- Stemvoering: parallel, gelijk, zijdelings, tegenbeweging.
- Spreiding: veel plaats (wijde ligging) tussen instrumenten (ideaal voor veel melodische
beweging per instrument) of weinig plaats (enge ligging).
- Modus: bestaande melodie aanpassen naar mineur of majeur (of andere modi).
- Tessituur: afwisselen tussen hoog+hoog, laag+laag, laag+hoog...
- Harmonie: uiteraard kan je reharmoniseren door strategische akkoordnoten te kiezen.
Ook het harmonisch tempo is van belang (hoe snel je van harmonie verandert).

{
A) Harmoniseren van akkoorden tot onafhankelijke melodie
1. Harmoniseer een melodie met akkoorden in grondligging.

4
C G
˙ ˙F ˙
G
˙ w
&4 ˙ œ œ

4
Piano
w
w w
w w
w
& 4 www w w w

{
2. Kan je de bas interessanter maken door omkeringen te gebruiken?

C G
˙ ˙F ˙
G
˙ w
& ˙ œ œ
Pno.

& w w
w w

{
3. Melodische versieringstechnieken toevegen aan de bas (wisselnoten, doorgangsnoten, appogiaturas...).
Je kan ervoor kiezen om andere ritmes te schrijven dan de hoofdmelodie

C G
˙ ˙
D‹
˙
G

& ˙ œ œ ˙ w
Pno.

& j ˙ w
˙ œ œ ˙ œ™ œ ˙
2
B) Parallel harmoniseren

{
1. Kies een interval om te harmoniseren. Meestal is dit de terts of de sext. zet heel de melodie volgens dit interval

C G
˙ ˙F ˙
G

& ˙ œ œ ˙ w

˙
C G F G
˙
Pno.
˙ ˙ w
& ˙ œ œ

{
2. Op sommige plaatsen zal het interval niet kloppen met de harmonie. Pas deze aan.

C G
˙ ˙F ˙
G
˙ w
& ˙ œ œ

˙
Pno. C G F G

œ ˙ ˙ ˙ w
& ˙ œ
! ! !

{
3. Zorg op verschillende plaatsen eventueel voor tegenbeweging of gebruik van versieringen.
Je kan in principe ook chromatisch gaan harmoniseren, maar dat past meer bij jazz en klassiek.

C G
˙ ˙F ˙
G
˙ w
& ˙ œ œ
œ
Pno. C G F G

œ œ œ ˙ ˙ œ w
& ˙ œ
appog.