Het stuk dat ik heb uitgekozen voor de luisteropdracht heet Clair de Lune van Claude Debussy. (Clair de Lune betekent maanlicht)
Stap 1: Als we kijken naar het aspect klank dan begint het stuk heel rustig en langzaam. Het bouwt zich vervolgens op. Het stuk wordt wat sneller gespeeld en de klanksterkte neemt ook toe, er komt veel dynamiek terug in dit stuk. In dit stuk kunnen we ook de klankhoogte plaatsen. Zo lijkt het begin van hoog naar laag te gaan (tot ca. 0:40). In dit stuk hoor je ook veel verschillende tonen tegelijkertijd er is dus sprake van harmonie. Het instrument dat je in dit stuk hoort is de piano (klankkleur). Dit is ook het enige instrument dat je hoort. De vorm van dit stuk bevat veel variatie en contrasten. Herhalingen hoor ik niet terug in dit stuk.
Als Clair de lune hoor dan wordt ik er dromerig van . Mijn gedachten dwalen af. Het is ook een rustgevend nummer. En het is ook niet een somber nummer. Er is alleen 1 stukje (vanaf 1:02 tot 1:36) waar het spannender lijkt te worden. Het is net alsof je een berg opklimt. Wanneer je op de top van de berg bent aangekomen, begint het stuk weer wat rustgevend te worden. (betekenis)
De luisterstijlen die met dit stuk worden gestimuleerd: - creatieve luisterstijl: Ik ben ervan overtuigd dat wanneer de leerlingen dit horen, ze ook gaan wegdromen en dat ook hun gedachtes afdwalen. Kinderen hebben een rijkere fantasie dan ouderen en dus zullen ze zich van alles kunnen voorstellen tijdens het horen van dit stuk. - Sociale luisterstijl: Clair de lune wordt klassikaal afgespeeld, dus de klas luistert samen. Daarbij kunnen de leerlingen ook gedachtes uitwisselen. De klas kan het met elkaar hebben over de beelden die het stuk oproept.
Stap 2: Ik denk dat de meeste kinderen de piano wel zullen herkennen, aangezien dat het instrument is dat opvalt (het is ook het enige instrument). Dus in eerste instantie zou ik kunnen kijken of de leerlingen de piano hebben ontdekt. Vervolgens laat ik de leerlingen met behulp van dit stuk ontdekken, dat je niet alleen naar muziek luistert omdat het leuk is. Ik laat kinderen ontdekken dat muziek ervoor zorgt dat er allerlei gedachtes en gevoelens vrijkomen. De leerlingen ontdekken met behulp van dit stuk hun eigen gevoelen en hun eigen gedachtes.
Stap 3: 1) Ik speel het stukje muziek af. 2) vervolgens vraag 2 3 leerlingen waar ze aan dachten of wat ze voelden toen ze het stukje hoorde. 3) Ik laat elk groepje met elkaar praten. Dus elke persoon moet aan zijn/haar groepsgenoten vertellen wat hij/zij voelde of dacht bij het horen van Claire de lune. 4) Dan ga ik klassikaal elk groepje langs en vraag ik 1 persoon uit een groepje wat voor gedachtes of gevoelens er naar voren kwamen in zijn/haar groepje. 5) Vervolgens speel ik het stuk weer af en tijdens het afspelen, moeten de kinderen de kleuren opschrijven die ze bij dit stuk vinden passen. 6) Ik geef de leerlingen even de tijd om met zijn/haar groepje te bespreken welke kleur het meest voorkomt. 7) Vervolgens ga ik elk groepje weer klassikaal langs en vraag ik aan n persoon welke kleuren er voorkomen in zijn/haar groepje. 8) Ten slotte laat ik de kinderen een kort verhaaltje schrijven, dat ze vinden passen bij dit stuk.
Stap 4: Ten eerste moeten de leerlingen luisteren. Dan zijn ze vooral met elkaar bezig. Ze vertellen elkaar wat ze voelen en denken bij het horen van het stuk. De leerlingen moeten vervolgens ook noteren aan wat voor kleuren ze denken, terwijl ze luisteren naar Claire de Lune. Ook daarna moeten ze weer met elkaar praten. Ten slotte schrijven de kinderen een kort zelfbedacht verhaaltje op.
Stap 5: - Ik wil de kinderen in groepjes laten samenwerken. Ze vertellen elkaar de ervaringen die ze hebben bij het stuk. - Ik wil ook klassikaal bezig zijn. Ik wil bijvoorbeeld nagaan wat in elk groepje naar voren is gekomen. - Ten slotte wil ik de leerlingen ook zelfstandig laten werken (kleuren noteren & verhaaltje schrijven).
Stap 6: Ik kan zeker gebruikmaken van coperatief leren. De leerlingen krijgen de gelegenheid om met elkaar te bespreken wat ze dachten of voelden bij het horen van Claire de lune. Er is dus sprake van Simultane interactie.
Stap 7: Ik vraag eerst wie er een muziekinstrument speelt. Vervolgens vraag ik naar welke muziek de kinderen luisteren en ten slotte vraag ik de leerlingen wie er weleens naar klassieke muziek luistert.
Ik vertel dat dat de leerlingen naar een stukje klassieke muziek gaan luisteren en dat stukje muziek heet Claire de lune.Claire de lune betekent maanlicht. Ik vertel ten slotte dat het stukje gecomponeerd is door Claude Debussy.
Stap 8: Ik lees 2 zelfgemaakte verhaaltjes voor.
Feedback van Zahia Alkhoubi voor Imane El Bachiri Als je vragen gaat stellen, denk ik dat kinderen heel makkelijk leuk of niet leuk zeggen. Ik denk dat het moeilijk wordt om echt los te krijgen wat kinderen denken. Ik denk dat je beter een vragenlijst kan maken, zodat kinderen die aan elkaar kunnen stellen, dan ga je wat dieper.
Stap 9: Ik heb de opdracht voorgelegd aan Zahia Alkhoubi (feedback) . Zij kwam erachter dat de woorden als saai, leuk of niet leuk er makkelijk uitkomen. Dus ik moet wat meer graven, zodat kinderen gevoelens en gedachtes kunnen verwoorden. Ik kan bijvoorbeeld vragen stellen als: Werd je er vrolijk van? Of Werd je er verdrietig van?. Ik moet dus gerichtere vragen stellen.
Stap 10: De leerlingen krijgen van mij een stencil met allerlei vragen. Deze vragen kunnen ze dan in tweetallen aan elkaar stellen. De aangepaste opdracht staat op de volgende bladzijde beschreven.
Aangepaste opdracht 1) Ik speel het stukje muziek af. 2) Vervolgens deel ik het stencil met de vragen uit. De leerlingen mogen ook zelf vragen bedenken als ze klaar zijn met de vragen op dit stencil. 3) Vervolgens stel ik 2 3 leerlingen een vraag van dit stencil. 4) Ik maak tweetallen en elke persoon stelt zijn/haar vragen aan zijn/haar maatje. 5) Dan ga ik een aantal tweetallen langs en vraag ik wat er allemaal voorbij is gekomen. Dit doe ik klassikaal. 6) Vervolgens speel ik het stuk weer af en tijdens het afspelen, moeten de kinderen de kleuren opschrijven die ze bij dit stuk vinden passen. 7) Ik geef de leerlingen even de tijd om met zijn/haar groepje te bespreken welke kleur het meest voorkomt. 8) Vervolgens ga ik elk groepje weer klassikaal langs en vraag ik aan n persoon welke kleuren er voorkomen in zijn/haar groepje. 9) Ten slotte laat ik de kinderen een kort verhaaltje schrijven, dat ze vinden passen bij dit stuk.