Professional Documents
Culture Documents
Askopelingen H14
Askopelingen H14
14
nevenfunctie
346
CONSTRUEREN 1
0.1
Inleiding
0.2
Va s t e k o p p e l i n g e n
Vaste koppelingen leggen een starre verbinding tussen twee as-einden. Daarvoor
moeten de as-einden exact dezelfde middellijn hebben.
De uitlijning en buigstijfheid van de assen moeten aan hoge eisen voldoen, net als
de toleranties van de middellijnen van de as-einden. Een vaste askoppeling is
goed te gebruiken voor lange, dunne assen, op voorwaarde dat je de assen
voldoende ondersteunt. In tabel 0.1 vind je drie voorbeelden met een korte
beschrijving.
14 ASKOPPELINGEN
A B E L
0 . 1
V ASTE
KOPPELINGEN
Klembuskoppeling
Klembuskoppelingen hebben
twee schalen die je met bouten
om de twee as-einden klemt. Het
draaimoment breng je over door
wrijving tussen de schalen en de
as-einden. Voor de veiligheid
monteer je een vlakke inlegspie.
Vaste flenskoppeling
De as-einden hebben allebei een
De flenzen zijn door bouten ver-
347
uitlijnafwijking
348
CONSTRUEREN 1
0.3
Flexibele koppelingen
a ashoekfout
b radiale fout
hoekverdraaiing
Nadeel van een flexibele koppeling kan zijn dat er geen hoekverdraaiing tussen
de aseinden mogelijk is. De (rubber, kunststof of stalen) delen van de koppeling
zijn namelijk vormvast. Hoekverdraaiing ontstaat tijdens het aanlopen van de
motor, als die grote massas in beweging moet brengen. In figuur 0.2 is deze
aangegeven.
hoekverdraaiing met hoek
0.3.1
Buskoppeling
In figuur 0.3 zie je een eenvoudige buskoppeling met inlegspien. Deze koppeling laat alleen een axiale afwijking van de assen toe. Die ontstaat onder andere
door temperatuurveranderingen (bij lange assen).
14 ASKOPPELINGEN
349
0.3.2
Tandkoppeling
Bij een tandkoppeling (zie figuur 0.4a) hebben de naafdelen gewelfde tanden
aan de top en in de breedte (zie figuur 0.4b). De mantel heeft inwendige vertanding. Deze koppeling compenseert alle genoemde uitlijnfouten waarbij geen
hoekverdraaiing van de aseinden mogelijk is. Zie figuur 0.4c en d.
b tandvorm
a aanzicht
c scheefstelling assen
Figuur 0.4 Tandkoppeling
350
CONSTRUEREN 1
0.4
kenmerk
0.5
constructie
Elastisch-flexibele koppelingen
Schakelbare koppelingen
0.6
Koppelingen die schakelbaar zijn door mechanisch passende delen, hebben het
nadeel dat de te schakelen assen gesynchroniseerd moeten zijn. Dat wil zeggen:
14 ASKOPPELINGEN
351
beide assen moeten hetzelfde toerental hebben en een bepaalde positie innemen
ten opzichte van elkaar. In tabel 0.3 vind je drie schakelbare koppelingen met
een korte beschrijving.
A B E L
0 . 2
LASTISCH-FLEXIBELE KOPPELINGEN
Pennenkoppelingen
Pennenkoppelingen zijn beperkt elastisch en flexibel dankzij de elastische vervorming van de elementen. Een veelgebruikt type is de pennenkoppeling
met rubber geribde hulzen.
De koppeling is doorslagveilig. Dat wil zeggen: van
de ene koppelingshelft naar de andere is geen
stroomdoorgang mogelijk. Dit type koppeling
wordt veel gebruikt, maar heeft als nadeel dat het
niet geschikt is in een zeer warme of agressieve
omgeving.
Elastische koppelingen met stalen verende
elementen
De Cardiflex-koppeling is een elastische koppeling
met zes (om-en-om-gemonteerde) bouten in de
flenzen. De bouten hebben scharnierende nokken
met elk twee tappen. Tussen de tappen zijn cilindrische drukveren. De koppeling is geschikt voor hoge
temperaturen en een agressieve omgeving.
Hoogelastische koppelingen
Elastische koppelingen verschillen onder andere
van elkaar door de hoekverdraaiing die ze toestaan.
Als deze groot is, heb je te maken met een hoogelastische of superelastische koppeling. Een voorbeeld
hiervan is de Periflex-koppeling. Daarbij klem je
een voorgevormde, overdwars gedeelde band met
flenzen op de koppelingshelften. Doordat de band
gedeeld is, kun je hem zonder veel moeite verwisselen als de elasticiteit afneemt.
352
CONSTRUEREN 1
A B E L
0 . 3
O R M VA S T E S C H A K E L B A R E K O P P E L I N G E N
0.7
Wr i j v i n g s k o p p e l i n g e n
0.7.1
Conax-koppeling
De Conax-koppeling bestaat uit een cilindrische trommel, twee conische drukschijven en een wrijvingsring van zes segmenten. De twee drukschijven drukken
de wrijvingsring tegen de binnenkant van de trommel. Zie figuur 0.5.
En drukschijf kun je nastellen met een stelring. Drie hefbomen drukken de
andere drukschijf gelijkmatig aan. Over de omtrek van de wrijvingsring loopt
een groef. Daarin houdt een cilindrische trekveer de segmenten bij elkaar. Deze
veer zorgt er ook voor dat de segmenten vrij komen te liggen van de trommel als
je de koppeling uitschakelt. Het principe van de koppeling is als volgt: De
14 ASKOPPELINGEN
353
De koppeling is z geconstrueerd, dat er alleen tussen de trommel en de buitenomtrek van de drukschijven sprake kan zijn van slip.
0.7.2
Vloeistofkoppeling
1
2
3
4
5
motor
centrifugaalpomp
vloeistofturbine
uitgaande as
oliekoeler
De motor (1) drijft via een koppeling de centrifugaalpomp (2) aan. De onder
druk gebrachte vloeistof gaat naar de vloeistofturbine (3). Daar wordt de drukenergie omgezet in mechanische energie van de uitgaande as (4). Vervolgens gaat
de vloeistof via de oliekoeler (5) weer naar de centrifugaalpomp.
In de vloeistofkoppeling zitten centrifugaalpomp, vloeistofturbine en koeler in
n huis. Omdat een vloeistofkoppeling niet flexibel is, bouw je haar altijd samen
met een koppeling die wl flexibel of flexibel-elastisch is.
354
zelfschakelend
smeltplug
CONSTRUEREN 1
3
4
uitgaande
zijde
ingaande zijde
10
5
6
7
hydrodynamisch deel
mechanisch deel
1 loopring
2 vlieggewichten
3 pompwiel
4 naaf
5 nok
6 rol
7 nokkenhuis
8 smeltplug
9 turbinehuis
10 flensas
0.8
Zelfschakelende koppelingen
0.8.1
Maximaalkoppelingen
Een elektromotor voor het aandrijven van een machine heeft meestal een wat
groter vermogen dan noodzakelijk. Zo wordt overbelasting van de motor voorkomen. Het nadeel daarvan is dat het aanloopkoppel van de motor ongeveer
tweemaal zo groot is als het nominaal over te brengen koppel. Daardoor kan de
aan te drijven machine schade oplopen. Ook bij vastlopen van de machine is er
een schaderisico.
14 ASKOPPELINGEN
Om dat te voorkomen, kun je in de aandrijving een maximaal- of een slipkoppeling opnemen. De meeste maximaalkoppelingen zijn lamellenkoppelingen.
En drukveer of een aantal kleine drukveren leveren de aandrukkracht. Het
draaimoment begrens je door de voorspanning van de veer in te stellen. Dat
gebeurt met stelbouten, die de drukring verplaatsen. In figuur 0.8 zie je twee
voorbeelden.
a met n drukveer
0.8.2
Vrijloopkoppelingen
355
356
CONSTRUEREN 1
a aanzicht
b doorsnede
elastische
vervorming
binnenring
a vrijloop
b klemming
14 ASKOPPELINGEN
357
buitenring
binnenring
a klemming
b vrijloop
Als de binnenring draait zoals in figuur 0.11a, dan wordt de rol in de wigvormige ruimte gedreven. Doordat je de rollen tussen binnen- en buitenring klemt,
ontstaat het over te dragen draaimoment. De binnenring draait in dezelfde richting als de buitenring. Als de buitenring door omschakeling in een andere
richting gaat draaien, gaan de kogels uit de wigvorm naar een grotere ruimte.
Dan kan de binnenring vrij van de buitenring in een andere richting roteren.
schakelmof
0.9
Schakelmechanismen
0.9.1
Mechanische bekrachtiging
mof
ring
gaffel
blokje
gaffel
mof
358
CONSTRUEREN 1
De glijring heeft tappen, zodat je hem met een gaffel kunt verplaatsen.
Je monteert de schakelconstructie op het gedreven gedeelte van de koppeling.
Dan kan de mof bij uitgeschakelde koppeling niet meedraaien.
Voor de bediening van de glijring kun je een hefboomconstructie kiezen.
De hefboomwerking vergroot de inschakelkracht. Zie figuur 0.13.
0.9.2
Zowel hydraulisch, pneumatisch als elektromagnetisch bekrachtigde koppelingen zijn geschikt voor afstandsbediening. Dit type koppelingen kun je inbouwen
op moeilijk toegankelijke plaatsen, en daarom kun je ze goed gebruiken in
geautomatiseerde processen.
In figuur 0.14 zie je een hydraulisch bekrachtigde lamellenkoppeling. De
hydraulische vloeistof gaat via de holle as naar de koppeling, en komt achter een
ringvormige zuiger, afgedicht met O-ringen. De zuiger heeft rondom zes drukstiften, die de lamellen via de drukplaat samendrukken. De veren trekken de
zuiger terug als de oliedruk wegvalt.
14 ASKOPPELINGEN
359
olie
lucht
360
rotorschijf
ankerschijf
CONSTRUEREN 1
ankerschijf
rotorschijf met naaf