You are on page 1of 3

wij, Comit Boni, bezorgde leden uit de achterban en uit de doelgroep van het Ninsee,

constateren dat de doelstellingen van het huidige Ninsee niet meer in lijn zijn met de
doelstellingen die de originele oprichters (in het vervolg de achterban) voor ogen hadden:
in het bijzonder gaat Ninsee geheel voorbij aan een van haar taken die zij bij haar
oprichting heeft meegekregen: inspanningen leveren bij de verwerking van het
Nederlandse slavernijverleden en het bestrijden van de (veelal negatieve) erfenis.
Daarnaast zorgt het gebrek aan transparantie van de organisatie na meer dan een jaar
optreden van het meest recente bestuur is dit nog steeds niet verbeterd dat er een
volstrekt onhelder beeld naar de gemeenschap (in het vervolg de doelgroep) ontstaat,
die als onderwerp en lijdend voorwerp beoogd zijn als we spreken over de verwerking
van het verleden en het bestrijden van de erfenis. Het gebrek aan transparantie zorgt
voor een onoverbrugbare kloof tussen Ninsee en haar doelgroep waardoor uiteindelijk het
bestaan van Ninsee haar recht van bestaan verliest.
Door in de statuten impliciet op te nemen dat elk advies en/of besluit van het raadgevend
orgaan nooit bindend is voor het bestuur, heeft het instituut zich vanaf haar oprichting in
een problematische positie gemanoeuvreerd daar waar het toezicht houden op en
bijsturen van het bestuur betreft. Comit Boni gaat er vanuit dat dat met opzet is gebeurd,
maar dat nu de tijd daar is om dit te corrigeren.
Wij bemerken ook bij de doelgroep een grote mate van wantrouwen over het doeltreffend
functioneren van het instituut en wijzen erop dat bij gebrek aan grote veranderingen het
instituut op deze wijze voor ons geen enkel bestaansrecht meer heeft.
De grote teleurstelling door het continue stilzwijgen van Ninsee bij cruciale zaken die
rechtstreeks met het slavernijdossier te maken hebben het reparations debat,
aangezwengeld door het aantreden van de Caricom reparation commissie, het zwarte piet
debat en de gehele afrofobie discussie brengt eveneens Ninsees bestaansrecht in de
ogen van de doelgroep in gevaar.
Op de Wereld Antiracisme Conferentie in Durban in 2001 zijn slavernij en slavenhandel
tot misdaden tegen de menselijkheid bestempeld. Wanneer deze misdaad tegen de
menselijkheid gebagatelliseerd wordt, of uit het collectieve geheugen wordt verwijderd,
dan wordt er een groot onrecht gedaan aan (1) de herinnering aan de slachtoffers van
deze misdaad, (2) de doelgroep die nog steeds lijdt onder de nadelige/negatieve erfenis
van deze misdaad, en (3) de toekomstige generaties aan wie deze erfenis overgedragen
wordt.
Met deze petitie verzoekt het Comit Boni dat aan de achterban het mandaat wordt
verstrekt om o.a. de gebroken relatie met de doelgroep te herstellen, opdat het orgaan
de positie krijgt die het zou moeten hebben en waar het recht op heeft.
Wij vragen de petitie te beschouwen als een handreiking om samen een beter instituut
te realiseren.

Als zeer exemplarisch met betrekking tot het wantrouwen over het functioneren van het
Ninsee en met betrekking tot het vergroten van de kloof tussen Ninsee enerzijds en haar
achterban en doelgroep anderzijds, benoemen we de volgende tien incidenten1 als
voorbeeld:
1. De verstoorde relatie tussen het bestuur en het raadgevend orgaan bestuur wijzigt
eenzijdig de statuten, na negatief advies van RO; bestuur informeert RO niet of slechts
achteraf na het nemen van besluiten laat de achterban en de doelgroep zien dat het
Ninsee bestuur zonder overleg haar eigen koers vaart onafhankelijk van achterban en
doelgroep;
2. De integriteit van het instituut is aangetast door herhaaldelijk verzoeken om openbare
publicatie van een evaluatierapport over de prestaties van het Ninsee bij de overdracht
van het oude bestuur naar het nieuwe bestuur niet te honoreren;
3. Ninsee is incapabel gebleken om op financieel verstandige manier met inkomsten en
uitgaven uit haar activiteiten (met name Keti Koti festival) om te gaan en deze te
reguleren voor het behoud van Ninsee en ten gunste van de doelgroep. De financile
huishouding staat onder druk en in het huidige bestuur ontbreekt een penningmeester.
Dit is in strijd met de statuten van de stichting;
4. De niet respectvolle wijze waarmee op het moment met belangrijke kunstuitingen en
erfgoedmateriaal wordt omgesprongen wijst op minachting voor ons cultureel erfgoed en
belet dat kinderen uit de doelgroep via een laag instapniveau op laagdrempelige wijze
kennis kunnen maken met erfgoedmateriaal uit het Nederlandse slavernijverleden;
5. De kwaliteit van opgeleverde producten (o.a. website: slavernijenjij, mislukte gaming
app, stripboeken over slavernij) is ver benedenmaats; de producten bieden geen
multidimensionaal perspectief, eerder slechts het eurocentrische perspectief; de
producten introduceren vormen van geschiedvervalsing, wanneer slechts een deel van de
geschiedenis belicht wordt; het bereik van de producten in de doelgroep is zo gering dat
de kosten om deze producten te produceren niet te rechtvaardigen zijn; het arbitraire
karakter van het aanvragen, besteden en/of verdelen van financile middelen laat zwaar
te wensen over en brengt de werking van het instituut in diskrediet;
6. Het multidimensionale perspectief, vanuit verschillende invalshoeken belichten van het
slavernijverleden, wordt volledig terzijde geschoven door nadrukkelijk eurocentrische
wetenschappers (o.a. de heren Stipriaan en van Oost-Indie) als de meest gezaghebbende
naar voren te schuiven. Terwijl internationaal het multidimensionale perspectief breed
geaccepteerd is, wordt er op deze wijze vastgehouden aan een eenzijdig beeld wat
opzettelijke geschiedvervalsing in de hand werkt;
7. De doelgroep kijkt zwaar teleurgesteld naar het ontbreken van enige signalering bij het
Ninsee van de problemen en de belangen uit de doelgroep; geen enkele vorm van
1

Deze tien punten dienen slechts als voorbeelden; herhaaldelijk aan de bel trekken heeft plaatsgevonden, maar
daar is zelden op gereageerd; naast deze voorbeelden zijn er talloze andere incidenten geweest die gecommuniceerd
zijn via mondelinge en schriftelijke correspondentie. Deze petitie is onze laatste poging tot dialoog.

pleitbezorging en belangenbehartiging is aanwezig; het signaal dat afgegeven wordt door


continu de andere kant op te kijken geeft in onze ogen dat het Ninsee instemt met de
beledigingen en vernederingen in plaats van dat het Ninsee deze ook afkeurt.
8. De vermenging van de belangen van daders en slachtoffers, en van nazaten van daders
en slachtoffers, heeft bij het Ninsee een vorm aangenomen dat structureel de belangen
van de daders en hun nazaten meer gediend worden dan de belangen van slachtoffers
en nazaten van slachtoffers. Ninsees onvermogen om de verschillende belangen en het
bijbehorende onderscheid zichtbaar te maken wordt door de achterban en de doelgroep
gezien als een verstrekkende blijk van onvermogen;
9. Het nationale karakter van het Ninsee wordt op geen enkele wijze gehonoreerd. De
cordinerende rol bij het onlangs opgerichte netwerk slavernijverleden bevestigt
wederom het gebrek aan de vereiste bredere nationale kijk op het slavernijdossier; het
netwerk slavernijverleden is opgezet als een volledig Amsterdamse aangelegenheid het
netwerk bestaat uit het Amsterdamse Bijlmerparktheater, de Amsterdamse Vrije
Universiteit en het Amsterdamse gemeentemuseum; Ninsee moet haar rol als nationaal
instituut nadrukkelijker opeisen;
10. De benoeming van het huidige bestuur van Ninsee (de leden zijn de heer Franc
Weerwind, mevrouw Joyce Overdijk-Francis, mevrouw Marian Markelo en de heer Martin
Verbeet) heeft schijnbaar plaatsgevonden zonder enige affiniteits-en integriteitscontrole
met de belangrijkste dossiers, en zonder enig publiekelijk debat; comit Boni beschouwt
dat als bewijs dat het Ninsee niet als serieuze gesprekspartner kan functioneren zowel
naar de overheid, haar achterban en haar doelgroep toe;

wij eisen juist daarom het volgende,

geef de achterban het mandaat om dit instituut haar juiste plek in de samenleving te
geven door de relatie met de doelgroep te herstellen, het nationale karakter van het
instituut vorm te geven, en het tevens een spreekbuisfunctie te geven bij incidenten die
het slavernijverleden en haar erfenis (o.a. afrofobie) raken.

28 mei 2015,
Comit Boni

You might also like