You are on page 1of 12

ANTIRACISMEBELEID:

ZO DOE JE DAT
14 beleidsaanbevelingen om racisme aan te pakken

1
VEERTIEN BELEIDSAANBEVELINGEN OM
RACISME AAN TE PAKKEN
Racisme speelt een grote rol in de samenleving. Steeds opnieuw dient het als ideologisch smeermiddel
voor uitsluiting en geweld, oorlogen, uitbuiting en dodelijk migratiebeleid. Maar ook op kleinere schaal slaat
racisme diepe wonden: in gemeenschappen, gezinnen en individuen, en tussen mensen onderling. Anti-zwart
racisme, islamofobie, Romafobie, anti-Aziatisch racisme en antisemitisme zorgen ervoor dat grote groepen
mensen op dagelijkse basis uitgesloten worden in de samenleving. De strijd tegen racisme is dus cruciaal
voor een eerlijkere en meer rechtvaardige samenleving.

Als antiracistische middenveldorganisatie zien we enerzijds een groeiend bewustzijn van het belang
van intersectionaliteit ofwel kruispuntdenken: de erkenning van het feit dat verschillende vormen van
discriminatie met elkaar verbonden zijn en elkaar versterken. Zo is racisme gelinkt aan uitsluiting op
basis van gender en seksuele geaardheid, economische ongelijkheid en de uitsluiting van mensen met
een fysieke of mentale beperking. Dat dit analytisch kader inmiddels wordt opgenomen in de nieuwste
antidiscriminatiewetten, is onmiskenbaar een positieve ontwikkeling.

Helaas wordt dit de afgelopen jaren overschaduwd door


een politieke cultuur die racisme en haat op flagrante Identitaire kwesties worden
wijze normaliseert en zelfs aanwakkert. Identitaire
kwesties worden opgepookt om de aandacht te verleggen opgepookt om de aandacht
van structurele problemen, en een zondebok te vinden te verleggen van structurele
voor de groeiende economische ongelijkheid. Achter de problemen, en een zondebok
schermen slaagt Vlaams Belang erin om zijn beleid te
laten uitvoeren, zelfs zonder deel uit te maken van een te vinden voor de groeiende
regering. economische ongelijkheid
Zo weigert de federale regering botweg om haar
internationale verplichtingen ten aanzien van mensen
op de vlucht na te komen, en negeert ze zelfs de vele gerechtelijke veroordelingen om opvang te bieden
aan mensen die asiel aanvragen. Ook op Vlaams niveau drukt extreemrechts een stempel op het beleid:
met een reeks van decreten probeerde de Vlaamse regering basisrechten steeds voorwaardelijker te
maken, om zo nieuwkomers en mensen met migratieachtergrond uit te sluiten. De uitstap uit interfederaal
gelijkekansencentrum Unia en de vervanging door een Vlaams Mensenrechteninstituut verzwakte bovendien
de rechtspositie van slachtoffers van discriminatie. Voor de eerste keer werd in een Vlaams decreet het
begrip ‘etnisch-culturele identiteit’ gebruikt om een negatief onderscheid te maken tussen groepen
mensen, zonder duidelijke definitie. Beloftes over het aanpakken van racisme, zoals het opstellen van een
Interfederaal Actieplan tegen Racisme, bleven onuitgevoerd.

Met dit memorandum maken we niet alleen onze prioriteiten voor de komende verkiezingen bekend, maar
moedigen we ook iedereen - individuen, organisaties en gemeenschappen - aan om zich bij ons aan te
sluiten in deze strijd. Samen kunnen we de systemen afbreken die ongelijkheid en discriminatie in stand
houden. We kunnen de stemmen versterken die te lang zijn genegeerd, en werken aan een toekomst
waar diversiteit wordt omarmd en elke persoon het respect en waardigheid krijgt waar die recht op heeft.
Solidariteit tussen verschillende gemarginaliseerde groepen is essentieel om de complexe systemen van
onderdrukking aan te pakken.

Met de volgende 14 aanbevelingen verduidelijken we hoe onze maatschappelijke waarden van gelijke
rechten en antiracisme in concreet beleid zichtbaar kunnen worden.

2
1. JURIDISCHE EN PROACTIEVE
PRAKTIJKTESTEN OM DISCRIMINATIE TE
SANCTIONEREN
De discriminatiecijfers op de woning- en arbeidsmarkt zijn bekend. De oplossingen
ook. Maar de weerstand om dit probleem eindelijk op een adequate manier aan te
pakken, is ongezien. En stilaan echt ongeoorloofd.

Om de handhaving van bestaande antidiscriminatiewetten te versterken en gelijke


rechten voor iedereen te waarborgen, dringen we er bij inspectiediensten op alle
overheidsniveaus op aan om zowel reactief – na klachten van slachtoffers – als proactief
op regelmatige basis praktijktesten uit te voeren om discriminatie op de woning- en
arbeidsmarkt op te sporen én te bestraffen.

Hiervoor moeten voldoende middelen vrijgemaakt worden en moet samengewerkt


worden met middenveldorganisaties. Het is tijd om een einde te maken aan
straffeloosheid en ervoor te zorgen dat discriminatie consequenties heeft voor de
veroorzakers en daders.

Lees verder in het Kif Kif- De website van Platform


dossier Praktijktesten Praktijktesten Nu

2. EEN KERNTAKENDEBAT OVER DE POLITIE


Buitensporig politiegeweld maakt vooral slachtoffers bij mensen met een
migratieachtergrond. De politie voert momenteel bovendien taken uit die beter en
goedkoper door andere maatschapelijke actoren kunnen worden uitgevoerd.

Uit ons onderzoek naar incidenten van buitensporig politiegeweld in België blijkt dat
de aanvankelijke reden voor het politieoptreden vaak futiel was, en niet gerelateerd
aan zware criminaliteit: onevenredig en dodelijk geweld als gevolg van onnodig
politieoptreden. We moeten de rol en de macht die we aan de politie toekennen,
heroverwegen en op zoek gaan naar alternatieven die minder schade aanrichten.

Zo voert de politie momenteel bijvoorbeeld taken uit die beter, goedkoper en


veiliger kunnen worden verwezenlijkt door sociaalpsychologische hulpverleners als
straathoekwerkers, maatschappelijk werkers, opvoedkundigen, psychologen.

Concreet kunnen er hiervoor (lokale) werkgroepen samengesteld worden die bestaan

3
uit politiediensten, academici en experten uit het middenveld en (psycho)sociaal werk.
Middelen die vrijkomen door de politie te ontlasten van een aantal taken kunnen
geoormerkt ingezet worden voor een preventief sociaal en gezondheidsbeleid.

Daarnaast is er dringend nood aan onbevooroordeelde juridische klachtenprocedures.


Zaken van politiegeweld moeten direct worden doorverwezen naar een
onderzoeksrechter om een volledig onafhankelijk onderzoek te waarborgen. Een
onderzoek naar politiegeweld moet dus niet worden gevoerd in de politiezone waar de
verdachten werken.

Lees verder op onze Lees verder in het Kif


thema-website Kif-dossier over Lamine
Minderpolitie.be Bangoura

Lees verder in het Kif


Kif-dossier over etnisch
profileren

3. ANTIRACISMEBELEID IN HET ONDERWIJS


De schadelijke impact van racisme in het onderwijs op de ontwikkeling van leerlingen
met een migratieachtergrond is omstandig aangetoond. Dat er desondanks geen
degelijk antiracismebeleid bestaat op scholen, is schuldig verzuim.

Scholen zijn een microkosmos van de bredere samenleving en dus niet vrij van racisme.
Uit een onderzoek van de Vlaamse Scholierenkoepel blijkt dat één op de vijf Vlaamse
leerlingen in het secundair onderwijs racisme heeft ervaren op school, en de helft
aangeeft er getuige van te zijn geweest. Het is dus schrijnend dat, zo blijkt uit ons
eigen onderzoek, geen enkele onderwijskoepel een degelijk antiracismebeleid kan
voorleggen.

Deze nalatigheid heeft verstrekkende gevolgen voor zowel het welzijn als de
schoolprestaties van leerlingen met een migratieachtergrond. De kloof tussen
scholieren met en zonder migratieachtergrond is in Vlaanderen dan ook groter
dan waar ook in Europa. Er moet dus dringend werk gemaakt worden van een
antiracismebeleid binnen het Belgische onderwijssysteem. Een beleid dat verder gaat
dan het bestaande pestbeleid, en de richtlijnen rond ‘diversiteit,’ ‘kwetsbaarheid’
en ‘polarisatie.’ Een maatregel die direct kan worden toegepast, is de afschaffing
van alle hoofddoekverboden bij scholen in Vlaanderen, en een verbod op dit soort
uitsluitingsbeleid door scholen of werkgevers.

Lees verder in het Kif Kif- Lees verder in het Kif


dossier Superdiversiteit Kif-dossier Racisme en
en Onderwijs Opvoeding
4. MONITORING VAN HET VLAAMS
MENSENRECHTENINSTITUUT IN
SAMENWERKING MET HET MIDDENVELD
De oprichting van het Vlaams Mensenrechteninstituut mag niet ten koste gaan van
de bescherming van mensen die doelwit zijn van discriminatie. Goede monitoring
in samenwerking met middenveldorganisaties is dus noodzakelijk.

De uitstap uit Unia en de oprichting van een apart Vlaams Mensenrechteninstituut in


maart 2023 heeft de rechtspositie van slachtoffers van racisme verzwakt. Om de schade
te beperken, is het van cruciaal belang dat de onafhankelijkheid van deze nieuwe
instelling en de toegankelijkheid voor alle slachtoffers goed wordt gemonitord.

Samenwerking met middenveldorganisaties is daarbij essentieel. Daarom vinden we


het belangrijk om de vertegenwoordiging van het middenveld in het bestuur van het
VMRI te vergroten. Ook hopen we dat de eerder opgerichte ‘Werkgroep Middenveld’ erin
slaagt om de beleidsagenda’s van middenveldorganisaties en het instituut op elkaar af
te stemmen. Het mandaat van de werkgroep moet daartoe concreter worden vastgelegd
in richtlijnen en kaders die goedgekeurd worden door het Vlaams Parlement.

Lees het artikel hierover


van Kif Kif en 13 andere
middenveldorganisaties

5. RUIMTE VOOR EEN KRITISCH EN


AUTONOOM MIDDENVELD
Recente voorbeelden van intimidatie van kritische middenveldorganisaties en de
aantasting van hun onafhankelijkheid door beleidsmakers, maken ons werk steeds
moeilijker. Dit zet de democratische participatie van burgers onder druk.

De kritische rol van het maatschappelijk middenveld staat ernstig onder druk. De
afschaffing van het Minderhedenforum in 2020, de intrekking van de erkenning van de
Moslimexecutieve, het nieuwe decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk en de recente
intimidatie van middenveldorganisaties door Vlaams minister van Cultuur Jan Jambon
naar aanleiding van hun berichtgeving over Palestina, baren ons ernstige zorgen.

Ook een recente enquête van het Federaal Mensenrechteninstituut (FIRM) wijst op
een steeds onveiligere omgeving voor kritische stemmen: maar liefst 55% van de
159 ondervraagde middenveldorganisaties die werken aan thema’s zoals klimaat,
gelijke rechten en antiracisme, krijgen te maken met agressie en intimidatie. Ook
de hervorming aan het Strafwetboek, waarin de nieuwe misdrijven ‘kwaadwillige

5
aantasting van het overheidsgezag’ en ‘verheerlijking van terrorisme’ worden
geïntroduceerd, zijn mogelijk een bedreiging voor de democratische rechten.

We dringen er bij beleidsmakers op aan om de kritiek en bezorgdheden die via het


middenveld worden geuit, te respecteren en serieus te nemen. Alleen zo kunnen we
gezamenlijk bouwen aan een samenleving die diversiteit, inclusie en democratische
participatie hoog in het vaandel draagt.

MO* schreef een artikel Socius beschreef de


over de afschaffing van veranderingen in het
het Minderhedenforum decreet SCW

Lees meer over het


onderzoek van het FIRM

6. BESTRIJDING VAN ONLINE HAATSPRAAK


Ons leven speelt zich voor een groot deel online af. Het is dus niet verwonderlijk
dat racistische online haatspraak een veelvoorkomende vorm van racisme is. De
bestrijding van dit probleem vergt een multidisciplinaire aanpak.

Volgens technologiebedrijf Textgain is racistische online haatspraak in vijf jaar


verdrievoudigd (van gemiddeld een op de 200 socialemediaposts naar een op de
zestig). Ook ons eigen onderzoek in samenwerking met Sankaa en Hand in Hand tegen
racisme, toont aan dat vrouwen en non-binaire personen van kleur extra hard getroffen
worden door online haatspraak.

Online haatspraak is meer dan een interactie tussen slachtoffers en daders. Het
is een politiek en economisch gedreven fenomeen dat in stand gehouden wordt
door een ecosysteem van politici, politieke partijen, en (sociale)mediabedrijven.
Extreemrechtse groeperingen maken hiervan gebruik om gemarginaliseerde groepen
uit het publieke debat te houden. Dit probleem vergt dan ook een aanpak op
verschillende beleidsdomeinen, waarbij alle betrokken actoren geresponsabiliseerd
worden. Zo moeten socialemediabedrijven ter verantwoording worden geroepen voor
hun rol in het verspreiden en versterken van racisme en anti-LGBTQ+-haat. Maar ook
journalistieke redacties hebben een niet te onderschatten verantwoordelijkheid bij het
al dan niet reproduceren van frames die online haat in de hand werken. Journalisten en
eindredacteuren moeten er dan ook voor waken dat ze zich te veel laten leiden door het
nastreven van hoge kijk- en leescijfers en engagement op sociale media. Deze ‘ophef
voor de clicks’ gaat niet zelden ten koste van vrouwen en non-binaire personen van
kleur.

6
De aanpak van online haat moet ook oog hebben voor de politiek-economische krachten
die haatspraak mogelijk maken en versterken. Zo pleiten we onder meer voor een
stopzetting van de publieke financiering van organisaties en politieke partijen die zich
schuldig maken aan online haatzaaien.

Daarnaast moeten we regelgeving aanpassen die momenteel effectieve actie belemmert,


zoals Artikel 150 van de Grondwet. Het feit dat online haat vaak geclassificeerd wordt
als ‘drukpersmisdrijf’ – een misdrijf dat enkel behandeld mag worden door het Hof van
Assisen – resulteert in de facto straffeloosheid voor online haatspraak. Daarom stellen
we voor om naast racistisch of xenofobisch ingegeven online haat, ook alle andere
strafbare vormen van aanzetten tot haat, discriminatie of geweld te correctionaliseren.

Lees meer in ons


onderzoeksrapport over
online haat

7. AANPAK VAN ISLAMOFOBIE EN


ANTISEMITISME
De strijd tegen islamofobie en antisemitisme moet onverminderd doorgaan, zeker nu
gepolitieke onrust er voor zorgt dat groepen tegen elkaar opgezet worden en verdacht
gemaakt worden.

Belgische moslims blijven doelwit van discriminatie in het onderwijs, op de


arbeidsmarkt en in het dagelijks leven. De laatste decennia worden moslims ook steeds
meer geviseerd door veiligheidsdiensten uit angst voor islamitische ‘radicalisering’.

Sinds de genocide in Gaza stijgt ook het aantal antisemitische incidenten. Spreekkoren
bij voetbalwedstrijden, het gebruik van subtiele antisemitische taal in het openbare
discours, en het schilderen van swastika’s op synagogen en andere heilige plaatsen,
grafschennis, intimidatie en geweld op straat. Zowel de ontkenning als de kwaadwillige
instrumentalisering van het fenomeen antisemitisme gaat ten koste van de veiligheid
van de Joodse gemeenschap. We juichen dan ook toe dat er een interfederaal
coördinatiemachanisme ter bestrijding van antisemitisme opgericht werd, en stellen
voor om een gelijkaardig coördinatiemechanisme in te stellen voor de bestrijding van
islamofobie.

Lees hier de afspraken die


Lees verder in het Kif Kif- werden gemaakt tijdens de
dossier Islamofobie VN-conferentie in Durban

7
8. DEKOLONISERING
Erkenning van het koloniale verleden en de gevolgen hiervan op het heden, zijn een
noodzakelijke eerste stap om te werken aan een rechtvaardige toekomst.

Politieke partijen moeten erkennen dat het koloniale verleden zowel op economisch
vlak als cultureel, duidelijke sporen heeft nagelaten. Dit betekent dat een rechtvaardige
toekomst enkel mogelijk is, wanneer politici dat verleden en de gevolgen in het
heden onder ogen zien en actief werken aan herstel. Dit gaat zowel over economische
en politieke ongelijkheden als culturele en symbolische artefacten die kwetsen
en vernederen, zoals de racistische zwarte piet-traditie. Het vastlopen van de
‘Congocommissie’ vanwege een gebrek aan consensus over het aanbieden van excuses
voor het koloniale verleden, was dan ook extreem pijnlijk en schadelijk.

Maar erkenning van de gruweldaden uit het verleden is slechts een eerste stap. Zo
moeten racistische en koloniaal geïnspireerde tradities in onze cultuur, zoals zwarte
piet, worden aangepast.

Op economisch vlak moeten we erkennen dat veel van de rijkdom van het Westen
uit zijn koloniale verleden komt. België moet de schade van haar koloniale
geschiedenis erkennen en voor zover mogelijk herstellen. Pogingen daartoe tijdens de
Congocommissie zijn op een sisser uitgedraaid. Er is dus een nieuwe inspanning nodig,
waarbij de Congolese, Rwandese en Burundese diaspora en andere door de kolonisatie
getroffen gemeenschappen betrokken worden.

Tot slot mogen we onze ogen niet sluiten voor (neo)koloniale praktijken, zowel
door staten als bedrijven. Bedrijven die winst maken in bezette gebieden moeten
gesanctioneerd worden. Datzelfde geldt voor staten die het internationaal recht
schenden. Wapenhandel die mensenrechtenschendingen faciliteert, moet op
alle manieren aangepakt worden. Belgen die lid zijn van buitenlandse militaire
mogendheden en zo het internationaal recht schenden moeten gemonitord en vervolgd
worden, zoals in het verleden ook is gebeurd met Belgen die zich aansloten bij IS.

Lees onze reconstructie


van tien jaar strijd tegen
zwarte piet in België

9. RECHTVAARDIG MIGRATIE- EN
REGULARISATIEBELEID
De federale regering werd de afgelopen jaren meer dan 8.800 keer veroordeeld voor
het schenden van het recht op opvang van mensen die asiel aanvroegen in België.
België moet de mensenrechten van iedereen respecteren, ongeacht verblijfsstatus.

De afgelopen jaren weigerde de federale regering zelfs de meest basale rechten toe
te kennen aan mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld. Daarmee schendt
België verschillende internationale verdragen en haar eigen wetten. Naast de rechten
van mensen op de vlucht, wordt hiermee dus de gehele rechtsstaat in gevaar gebracht.
We willen dan ook benadrukken hoe belangrijk het is dat mensen die asiel aanvragen in
België, gedurende het hele proces gebruik kunnen maken van hun recht op opvang.

Bovendien ondersteunen we het idee van de actiegroep In My Name om de bestaande


wet van 15 december 1980, ‘betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf,
de vestiging en de uitzetting van vreemdelingen’, te herzien en een onafhankelijke
commissie op te richten die afgewezen regularisatieaanvragen zorgvuldig beoordeelt.

Lees meer over het Lees onze reconstructie


burgerwetsvoorstel ‘In van de gecreëerde
My Name’ ‘opvangcrisis’

10. EEN DUIDELIJK BELEID TEGEN


EXTREEMRECHTS
Rechts-extremistische ideeën krijgen steeds meer ruimte in politiek en media.
(Sociale)mediabedrijven die een vrij platform bieden aan mensen die racistische haat
verspreiden, moeten hiervoor ter verantwoording worden geroepen.

De normalisering van ideologieën als witte suprematie, ultra-nationalisme, de


antigenderbeweging en radicaal conservatisme vormen een ernstige bedreiging voor
individuele rechten en belangen. Immers, wanneer het ‘belang van de natie’ of zelfs een
specifieke etniciteit boven alles wordt gesteld, komen de grondrechten van alle andere
mensen in gevaar. Hierbij is het belangrijk om aan te merken dat rechts-extremisme,
in tegenstelling tot jihadistisch extremisme, toegang heeft tot netwerken binnen de
veiligheidsdiensten en politiek, en net daarom extra gevaarlijk is.

Mediaorganisaties moeten stoppen met het bieden van een vrij platform aan mensen
die antidemocratische, racistische, of anderzijds haatdragende ideeën propageren
(deplatforming). Dit betekent niet dat het Vlaams Belang genegeerd moet worden; het
gaat erom dat deze partij consequent kritisch wordt benaderd. Dit is de meest effectieve
manier om normalisering tegen te gaan. Tegelijkertijd moeten socialemediabedrijven
verantwoordelijk worden gehouden voor hun rol in haatdragende (politieke)
advertenties of gesponsorde desinformatie. Daarbij is er nood aan sancties voor
bedrijven die hun geld verdienen als doorgeefluik en megafoon voor racistische,
seksistische, homofobe en transfobe ideeën. De implementatie van Europese richtlijnen
naar Belgisch recht is daarbij een aandachtspunt.

Lees verder in het Kif Kif-


dossier Media en
Beeldvorming

9
11. EEN INTERFEDERAAL ACTIEPLAN TEGEN
RACISME
Meer dan 20 jaar na de VN-conferentie in Durban, is er nog steeds geen nationaal
actieplan tegen racisme. Dit moet dus snel worden voltooid, met inspraak van
antiracistische middenveldorganisaties.

Drieëntwintig jaar zijn er inmiddels verstreken sinds België de Verklaring van Durban
ondertekende, en toezegde om een nationaal actieplan tegen racisme te ontwikkelen.
Toch heeft België nog steeds geen dergelijk plan ontwikkeld. Daarom dringen we sterk
aan op de snelle voltooiing en invoering van het interfederale actieplan tegen racisme.

Ondanks recente vooruitgang, zoals adviesraden en toezichtcomités, eisen we een meer


inclusieve aanpak. Dit betekent een afstappen van de traditionele top-down benadering
en het antiracistisch middenveld serieus nemen als gesprekspartner. Daarnaast pleiten
we voor de oprichting van een centraal toezichtcomité, dat het hele actieplan moet
overzien en de uitwisseling van best practices mogelijk moet maken.

Lees hier het


memorandum van de
NAPAR-coalitie

12. AANDACHT VOOR GEKLEURDE ARMOEDE


In de context van groeiende economische ongelijkheid en stijgende inflatie, is het
belangrijk om rekening te houden met de verwevenheid van racisme en economische
uitsluiting.

Belgen met een migratieachtergrond lopen een groter risico om in armoede terecht
te komen. Dit gaat om een complex web van historische financiële achterstelling en
structureel racisme in onder meer het onderwijs, in de zorg, op de arbeidsmarkt en op
de woningmarkt.

Een anti-discriminatiebeleid dat grondrechten voor iedereen garandeert en afdwingt


via praktijktesten staat daarbij centraal. Daarnaast is het belangrijk dat economische
beleidsmaatregelen inclusief zijn, en etnisch-culturele middenveldorganisaties en
ervaringsdeskundigen betrokken worden bij het uitwerken ervan. Nieuwkomers
in België verdienen hierbij speciale aandacht, omdat hun basisrechten tijdens de
afgelopen beleidsperiode steeds meer voorwaardelijk gemaakt werden. Ook is er
aandacht nodig voor het verhoogde risico op generatiearmoede bij mensen met een
migratieachtergrond. Daarom benadrukken we de noodzaak van speciale aandacht
voor jongvolwassenen uit etnisch-culturele minderheden bij armoedebestrijding en
preventie-initiatieven.

10
13. EEN EERLIJK KLIMAATBELEID
Klimaatverandering treft mensen in armoede en mensen van kleur onevenredig
hard. Een rechtvaardig klimaatbeleid moet zich richten op de grootste (industriële)
vervuilers, en moet neokoloniale structuren aanpakken.

We pleiten voor een klimaatbeleid dat onderscheid maakt tussen geïndustrialiseerde


landen en vervuilende multinationals, en landen met een historisch kleiner aandeel in
het probleem. Het erkennen van de link tussen (neo)kolonialisme en de klimaatramp
is daarbij essentieel. De verwevenheid tussen structureel racisme en de gevolgen van
klimaatverandering wereldwijd, wordt milieu- of klimaatracisme genoemd. De impact
van klimaatverandering is onevenredig groot voor mensen in armoede en mensen van
kleur wereldwijd. Dat zien we zowel in het Globale Zuiden als bij ons: in Antwerpen
wordt bijvoorbeeld de meeste luchtvervuiling aangetroffen in de wijken nabij de ring en
de invalswegen, waar veel mensen met een lagere socio-economische status en met een
migratieachtergrond wonen. Ook in andere steden blijken socio-economische status en
etnische achtergrond blootstelling aan luchtvervuiling te kunnen voorspellen.

Een klimaatbeleid met oog voor structureel racisme moet dus in de eerste plaats
gericht zijn op het aanpakken van neokoloniale structuren, zoals de vernietiging van
de leefomgeving door multinationale bedrijven, oorlogen die gevoerd worden om de
resterende voorraden fossiele brandstoffen, en de mega-uitstoot van deze alsmaar
groeiende militarisering. Deze ontwikkelingen maken immers vooral slachtoffers in
economisch achtergestelde landen. Bij de aanpak van industriële vervuiling mag ook de
rol van de Antwerpse haven – met bedrijven als INEOS, Total Energies en 3M de op één
na meest vervuilende van Europa – niet onderschat worden.

Daarnaast moet ons klimaatbeleid duurzame levenskeuzes bevorderen, en tegelijkertijd


aandacht hebben voor (gekleurde) armoede. Hierbij is het onder meer belangrijk
om te investeren in goed en betaalbaar openbaar vervoer en de verduurzaming van
woningen op zowel de koop- als de huurmarkt. Zo kunnen uitstootvermindering en de
bestrijding van mobiliteits- en energiearmoede hand in hand gaan. Publieke diensten
en klimaatorganisaties moeten investeren in herverdeling van kennis en capaciteiten,
laagdrempeligere diensten en betere representatie en beslissingsmacht voor
gemeenschappen met migratieachtergrond en/of socio-economische achterstand.

Lees ons artikel over de Vrede vzw beschreef hoe


klimaat- en milieuimpact klimaatdestructie en
van de Antwerpse haven militarisering gelinkt zijn

Lees het standpunt


hierover van het Netwerk
Tegen Armoede

11
14. AANPAK VAN DISCRIMINATIE DOOR
KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE
Om te voorkomen dat kunstmatige intelligentie bestaande vooroordelen versterkt en
op grote schaal tot discriminatie leidt, is transparante en zorgvuldige training van AI-
systemen essentieel. Hiervoor is een duidelijk juridisch kader nodig.

Sinds eind 2022 heeft de opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) een snelle
ontwikkeling doorgemaakt. Zorgvuldig getrainde AI heeft de potentie om menselijke
vooroordelen te verminderen, bijvoorbeeld bij sollicitaties of het zoeken naar een
huurwoning. Echter, op dit moment gebeurt vaak het omgekeerde: AI versterkt
de vooroordelen die voortkomen uit de data waarmee het getraind wordt, en de
parameters die de (menselijke) makers van het systeem gebruiken. Gezien het feit dat
AI sneller informatie verwerkt dan mensen, en binnen korte tijd op grote schaal kan
worden ingezet, bestaat hierdoor het risico op discriminatie met een enorme impact te
veroorzaken. Het feit dat de technologie wordt ingezet voor massasurveillance, vergroot
dit risico. Het feit dat de AI-bias ervoor zorgt dat bepaalde groepen en gemeenschappen
extra geviseerd worden, is een vorm van etnisch profileren en schendt de rechten van
deze groepen mensen.

Ook is het belangrijk op te merken dat vooroordelen in AI-systemen niet alleen


voortkomen uit de gegevens die ze verwerken. Ze kunnen ook veroorzaakt worden
door het ontbreken van gegevens, de selectie van parameters die ze gebruiken en de
conceptuele opzet van het systeem zelf. Wij pleiten dan ook voor beleid dat toeziet op
verantwoorde trainingspraktijken.

Tegelijkertijd dringen we er op aan dat er juridische kaders ontwikkeld worden die


het mogelijk maken om meer en betere data te verzamelen rond etniciteit en andere
identiteitskenmerken die aanleiding kunnen geven tot discriminatie. Dit moet
gebeuren met oog voor het waarborgen van de privacy van betrokkenen. Maar een
efficiënte aanpak van discriminatie is pas mogelijk, wanneer die discriminatie ook
kan worden opgespoord. Om de benodigde informatie op een zorgvuldige manier te
verzamelen, moet samengewerkt worden met de door etnische profilering getroffen
gemeenschappen. Wij zien daarbij ook mogelijkheden voor het uitwerken van een
systeem van zelfidentificatie.

12

You might also like