You are on page 1of 19

LEVEN ALS VLUCHTELING

BEROEPSPRODUCT - VLUCHTELINGEN
Auteurs: Vidjay aan de Kerk, Kasper van Rijswijk, Ahmet Uluturk en Minke Groeneveld.

Studentnummers v.l.n.r.: 2116740, 2114091, 2115896, 2116417

Klas: 1B Bestuurskunde o.l.v. Dhr. Van Mil.

Projectgroep: 3A

Inleverdatum: 7 november 2016


COLOFON
Medewerkers:

Minke Groeneveld

Vidjay aan de Kerk

Ahmet Uluturk

Kasper van Rijswijk

In opdracht van:

De Diensteenheid Marketing, Communicatie en Studentenzaken (DMCS), deze diensteenheid zorgt voor alle in-
en externe communicatie binnen Avans Hogeschool.

De opdracht:

Maak een informatie boekje voor aankomend bestuurskunde studenten. Hierin zullen de verschillende
invalshoeken die de opleiding bestuurskunde kent toegelicht worden middels een maatschappelijk probleem.
Waarna zij na het lezen van het boekje weten hoe een bestuurskundige in aanraking komt met een bepaald
maatschappelijk probleem, in dit geval vluchtelingen. Daarnaast kunnen ze op deze manier zich een goed beeld
vormen van de opleiding bestuurskunde.

Met dank aan:

Alle behulpzame docenten bestuurskunde die hebben geholpen met het uitwerken van de verschillende
invalshoeken.
1
VOORWOORD

Even voorstellen!
Wij zijn eerstejaars studenten aan de opleiding bestuurskunde op Avans hogeschool te s Hertogenbosch. Om
jullie als hopelijk aankomend studenten te laten zien wie wij als bestuurskunde studenten zijn, zullen wij ons
kort voorstellen. Ahmet Uluturk (22 jaar), Kasper van Rijswijk (18 jaar), Vidjay aan de Kerk (19 jaar) en Minke
Groeneveld (18 jaar). Wij kozen vrijwel allemaal voor de opleiding bestuurskunde vanwege de brede opzet. Als
bestuurskundige ben je als het ware een spin in het web. Je weet van allerlei specificaties een beetje af, zodat je
een overzichtelijk en objectief beeld kunt vormen over bijvoorbeeld een maatschappelijk probleem. Onze
opdracht luidde als volgt: Maak een informatie boekje voor aankomend bestuurskunde studenten. Hierin zullen
wij de verschillende invalshoeken die de opleiding bestuurskunde kent toelichten middels een maatschappelijk
probleem. Wij hopen jullie op deze manier een goed beeld te kunnen geven van de opleiding bestuurskunde.
Daarnaast zullen wij vertellen wat de rol van een bestuurskundige inhoudt. Wellicht om jullie te laten zien,
welke kanten je zoal met bestuurskunde op kunt en welke taken een bestuurskundige zoal vervult.

De 5 invalshoeken die we stap voor stap met jullie zullen doornemen luiden als volgt:

Rechten
Economie
Sociologie
Bestuurskunde
Organisatiekunde

2
INHOUDSOPGAVE
Colofon .......................................................................................................................................................................1
Voorwoord..................................................................................................................................................................2
Inleiding ......................................................................................................................................................................4
De Juridische invalshoek.............................................................................................................................................5
Bestuurskunde ............................................................................................................................................................7
Organisatiekunde .................................................................................................................................................... 10
Sociologie................................................................................................................................................................. 12
Economische Aspecten............................................................................................................................................ 14
De rol van een bestuurskundige .............................................................................................................................. 16
Conclusie ................................................................................................................................................................. 18

3
INLEIDING

Als bestuurskundige heb je te maken met maatschappelijke problemen. Wanneer is een probleem een
maatschappelijk probleem? Het probleem moet aan de volgende criteria voldoen: allereerst moet het probleem
voor een groot gedeelte van de samenleving gevolgen hebben. Het probleem is ontstaan door maatschappelijke
ontwikkelingen en daarnaast is er sprake van tegengestelde belangen. Tot slot dient het probleem
gemeenschappelijk opgelost te worden. Grote groepen in de samenleving komen direct of indirect in contact
met de vluchtelingenproblematiek. Burgers ervaren problemen in en om de gemeentes waar AZC s zijn
geplaatst, maar ook hulpinstanties zijn betrokken. Met maatschappelijke ontwikkelingen bedoelen we hier met
name de verschillende oorlogen in het Midden-Oosten waarvoor mensen op de vlucht zijn. De meningen over
het vraagstuk zijn verdeeld. Zowel politieke partijen als burgers onderling worden het niet met elkaar eens.
Daarentegen is het belang voor de vluchtelingen zelf weldegelijk groot. Zij zijn op zoek naar een veilige
thuishaven. Er zijn dus tegengestelde belangen. Mede door de verschillende belangen zal er een
gemeenschappelijke oplossing gezocht moeten worden. Waarbij tegemoetkoming van alle partijen plaatsvindt.

4
DE JURIDISCHE INVALSHOEK
Inleiding

De vluchteling heeft recht op dingen die door de Nederlandse wetgeving zo geregeld zijn, maar ook dingen die
door Europa (EU) of zelfs nog grotere organisaties zoals de Verenigde Naties zo afgesproken zijn. Zo werd dus
ook op 28 juli 1951 in Genve een vluchteling in het eerste artikel van het Internationaal Verdrag betreffende de
Status van Vluchtelingen beschouwd als; een persoon die vreest voor vervolging door zijn ras, godsdienst,
nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of vanwege zijn politieke overtuiging en daardoor zijn
thuisland acht te moeten verlaten. (Vluchteling, sd)

Verdrag van Geneve

Op 28 Juli 1951 werd dus het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen getekend in Geneve. Dit verdrag
bepaalt of een asielzoeker wel of geen vluchteling is en of hij/zij dus toegelaten moet worden tot het land die dit
verdrag getekend heeft. Dit verdrag kwam in de plaats van de slechte regelingen die er eerst onder de
Volkenbond, de voorloper van de Verenigde Naties, tot stand waren gekomen en waren op basis van de
gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog gemaakt. (Vluchtelingenverdrag van Geneve, sd)

Eisen voor een verblijfsvergunning

In Nederland is het zo afgesproken dat niet iedereen die vluchteling is ook daadwerkelijk Nederland
binnenkomt. Je moet hier een geldige reden hebben om asiel te krijgen. Als je bijvoorbeeld een economische
vluchteling bent, word je Nederland niet binnengelaten. In Nederland wordt asiel namelijk gezien als een vorm
van bescherming. Iemand krijgt hier alleen een verblijfsvergunning als hij echt het risico loopt om in zijn
thuisland vervolgt te worden voor iets waar diegene hier niet vervolgd voor zou worden. Of als het land niet
veilig genoeg is om terug te keren.
Het percentage asielzoekers dat in Nederland een verblijfsvergunning krijgt is ongeveer 70%. Van Januari t/m
Oktober 2015 werden er rond de 45.000 asielaanvragen gedaan waar er dus ongeveer 31.500 van werden
toegekend. De andere 30% van de asielzoekers moest dus terug naar het land van herkomst, of mocht na in
hoger beroep te zijn gegaan toch blijven. De mensen die in beroep zijn gegaan mogen tot de uitspraak van de
rechter in een Asielzoekerscentrum blijven en als de rechter degene dan toch ongelijk geeft, moeten de spullen
binnen 28 dagen gepakt zijn. (vraag en antwoord asielbeleid, sd)

Vreemdelingenwet

Als vluchteling kom je in Nederland veel in aanraking met de vreemdelingenwet die in het jaar 2000 op 23
november in is Nederland is gemaakt. Deze wet regelt de toelating en uitzetting van vreemdelingen tijdens de
asielprocedure, het toezicht op vreemdelingen (vluchtelingen) die in Nederland verblijf houden, en de
grensbewaking. Deze vreemdelingenwet bepaalt of een vreemdeling die de Nederlandse nationaliteit niet bezit
als Nederland behandelt moet worden. De vreemdelingenwet is gebaseerd op de twaalf gronden in artikel 8 van
de wet, en is onder te verdelen in 4 categorien. Of de vreemdeling recht heeft op een verblijf op grond van een
vergunning, of de vreemdeling recht heeft op een verblijf op grond van gemeenschapsrecht (als er al familie van
dit persoon in Nederland woont), of de vreemdeling recht heeft op een verblijf als hij zijn asielprocedure nog
aan het afwachten is en of de vreemdeling recht heeft op een
verblijf op grond van de algemene wet. (vluchtelingenrecht, sd)
(vreemdelingenwet 2000, sd)
5
Rechten van asielzoekers

De Tweede Kamer deed niet lang gelden nog de uitspraak Vluchtelingen hebben dezelfde rechten als
Nederlanders , dit geeft dus aan dat de meeste politieke partijen hier vluchtelingen gelijk behandelen als
Nederlanders zelf. Dit geldt alleen wel voor vluchtelingen met een verblijfsvergunning en niet voor vluchtelingen
die nog in een asielzoekerscentrum zitten. Asielzoekers hebben in Nederland recht op medische zorg wanneer
ze dat nodig hebben. Zo kunnen ze naar een huisarts, een verloskundige, en naar het ziekenhuis voor ernstige
gevallen. Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers is verantwoordelijk voor deze zorg. Het COA moet volgens de
wet alle vluchtelingen die in de asielprocedure zitten opvang bieden. Vluchtelingen die een herhaalde
asielaanvraag indienen, hebben alleen recht op opvang als zij de Verlengde Asielaanvraag (VA) ingaan. In de
wachttijd tot het aanvragen van een herhaald asielverzoek is er geen recht op opvang. Ook kan het dat een
vluchtelingen zijn recht op opvang verliest als hij zich bijvoorbeeld misdraagt in een AZC en zo tot een
ongewenste vreemdeling wordt gerekend. Voor minderjarigen die zonder familie naar Nederland zijn gevlucht
bestaat aparte opvang, die afhangt van de leeftijd en omstandigheden van de minderjarige vluchteling.
Onafhankelijk of ze wel of niet in Nederland mogen blijven, hebben minderjarigen recht op opvang tot de dag
dat ze 18 jaar worden. Daarna geldt dezelfde procedure als voor volwassen asielzoekers. Als een asielzoeker een
verblijfsvergunning heeft gekregen in Nederland heeft diegene ook recht op bezoek van zijn/haar echtgenoot en
eventueel kinderen. Dit is zo afgesproken in internationale afspraken over de rechten van de mens. (COA, sd)

Juridische stappen die een asielzoeker kan nemen

Dankzij het Verdrag van Geneve moeten landen vluchtelingen asiel verlenen. Vluchtelingen kunnen door dit
verdrag niet gedwongen worden terug te keren naar hun land van herkomst. In Nederland worden die
aanvragen voor een verblijfsvergunning van asielzoekers en vluchtelingen behandeld door de Immigratie- en
Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie. Tegen deze beslissingen kan bezwaar en beroep gemaakt
worden. Als een asielzoeker wordt geweigerd kan deze in hoger beroep gaan bij de Raad van State. Als de Raad
van State de asielzoeker dan ook niet in zijn gelijk stelt, kan diegene nog naar het Europees Hof voor de Rechten
van de Mens in Straatsburg gaan als de uitspraken van de rechters in strijd worden geacht met het Europees
Verdrag voor de Rechten van de Mens. (Vluchtelingen in EU: hun rechten en plichten per land, sd)
Asielzoekers hebben in Nederland tijdens hun asielaanvraag recht op een advocaat die gespecialiseerd is in dit
soort zaken. Ook kunnen ze juridisch en maatschappelijk worden geholpen door verschillende organisaties in
Nederland zoals Vluchtelingenwerk Nederland.

Conclusie

De vluchteling heeft gedurende zijn gehele reis van het gebied waarvan hij is gevlucht tot zijn aankomst in
Nederland te maken met recht. Als de vluchteling eenmaal in Europa is aangekomen heeft hij te maken met het
vluchtelingenverdrag van Geneve, en met nog veel meer verschillende internationale afspraken zoals
bijvoorbeeld de rechten van de mens. Komt de vluchteling aan in Nederland heeft diegene te maken met
verschillende soorten organisaties zoals het COA en de IND, deze organisaties hebben zelf ook weer rechten en
plichten waar ze zich aan moeten houden. Ook heeft de vluchteling te maken met de vreemdelingenwet van
2000 waar verschillende soorten regelingen zijn gemaakt over die vluchteling. Als de vluchteling dan aan het
einde van zijn asielprocedure is gekomen en hij niet in Nederland mag blijven, heeft deze vluchteling zelf nog
recht om te stappen te ondernemen tegen de uitspraak dat hij niet in Nederland zou mogen blijven.
6
BESTUURSKUNDE
Inleiding
Bij bestuurskunde gaat het vooral om het maken van beleid. Als overheid of organisatie is het nodig om bij een
bepaald probleem of vraagstuk beleid te maken. Bij bestuurskunde maak je meestal beleid aan de hand van een
volgorde waarin zorgvuldig wordt besproken of het vraagstuk wel relevant is en wat het beste is om te doen.
Met het maken van beleid is het wel zo dat je ook rekening moet houden met een aantal externe factoren.
Bij het maatschappelijke probleem vluchtelingen is het zo dat je bij het bestuurskundige aspect kijkt naar hoe de
overheid dit probleem oplost, tegen welke problemen ze aanlopen met dit beleid en van welke externe effecten
ze hinder ondervinden.

Bestuurskundige kunnen het beleidsfasenmodel gebruiken om het maatschappelijk probleem op te lossen. Het
beleidsproces wordt verdeeld in agendering, voorbereiding, bepaling, uitvoering en evaluatie en bijsturing. Dit
beleid laat niet alleen de fases zien. Het beleid laat zien wat de relatie is tussen de omgeving en de betrokken
partijen in het beleid.

Agendering
Tijdens de agendering wordt er beslist welke onderwerpen besproken gaan worden. De overheid beslist of er
aandacht wordt besteedt aan het probleem.
In 2015 verdubbelde het aantal vluchtelingen zich, na schatting waren er 120.000 vluchtelingen in Europa . Dit
grote aantal aan vluchtelingen is veroorzaakt door de Syrische Burgeroorlog. Staatssecretaris Dijkhoff van
Buitenlandse zaken informeerde de tweede kamer over de Europese Asielproblematiek. In de brief stond
aangegeven dat er een gemeenschappelijke oplossing wordt gevonden tussen de Europese lidstaten voor de
vluchtelingencrisis. De brief is op 9 augustus 2015 gepubliceerd. De vluchtelingencrisis kwam op de politieke
agenda van de Tweede kamer.

Europese lidstaten hebben afspraken samengesteld om de vluchtelingenproblematiek op te lossen. De


belangrijkste afspraak gaat over de verdeling van vluchtelingen tussen de Europese lidstaten. De afspraken
bestaan uit: Het aanpakken van grond oorzaken, opvang in de regio van herkomst, mensensmokkelaars
bestrijden, versterken buitengrenzen Schengengebied, opvangen en registreren van vluchtelingen aan
buitengrens, asiel krijgen of terugkeren en herverdeling vluchtelingen over de EU. Nederland moet 7000 extra
vluchtelingen opvangen.
Om de afspraken na te leven heeft de
overheid een hoofddoel vastgesteld:
Openingen van nieuwe opvanglocaties en
extramedewerker worden ingeschakeld bij de
Vreemdelingenpolitie, het COA en de
IND.(RIjksoverheid, 2015)
(Rijksoverheid, 2016)

Voorbereiding
Tijdens de voorbereiding verzamelen ambtenaren gegevens en informatie. Dit wordt gedaan door het Ministerie
van Veiligheid en Justitie en het Ministerie van Buitenlandse. De gegevens en informatie gaan over het creren
van het beleid voor vluchtelingen.
7
Bepaling
Tijdens de bepaling komen beslissingen tot stand. De beslissingen gaan over de inhoud van het beleid. Er zijn
vele soorten beslissingen. Op basis van de situatie ontstaat een besluit. Om het beleid te laten functioneren zijn
er middelen beschikbaar. Middelen zijn beleidsinstrumenten waarmee de overheid zijn doel probeert te
bereiken. Op basis van het onderzoek ontstaan beslissingen. De beslissingen gaan over de inhoud van het beleid
Het kabinet heeft besloten dat er nieuwe opvanglocaties komen en extra medewerkers worden ingeschakeld bij
de Vreemdelingenpolitie, het COA en de IND. De beslissing is een Crisis besluit omdat de beslissing in korte
termijn is genomen vanwege de enorme toestroom van vluchtelingen.
(Wetten.nl, 2015)(Rijksoverheid, 2016)

Uitvoering
Tijdens de uitvoering worden middelen toegepast op het beleid. Het kabinet heeft besloten dat er nieuwe
opvanglocaties geopend worden, dit wordt ook wel een fysieke middel genoemd. Extra medewerkers worden
ingeschakeld bij de Vreemdelingenpolitie, het COA en de IND, een economisch middel genoemd. De overheid
heeft als hoofddoel dat er goede opvang is voor vluchtelingen en dat de asielprocedure goed verloopt. De
asielprocedure is geregeld in de vreemdelingenwet 2000. De vreemdelingenwet is op 20-07-2015 aangepast
voor een betere asielprocedure, ook wel juridisch middel genoemd.

Evaluatie en bijsturing
Tijdens de evaluatie en bijsturing ontstaan beoordelingen over de effecten van het beleid. In de evaluatie wordt
er besproken in hoeverre de doelen bereikt zijn, in hoeverre dat te danken is aan het beleid en in hoeverre
andere factoren een rol spelen.

Het aantal vluchtelingen is afgenomen vanwege de grensbewaking van Turkije. De grensbewaking van Turkije
zorgt ervoor dat er minder vluchtelingen komen.
(RTL Nieuws, 2016)
In de onderstaande tabel kan je lezen dat het aantal asielzoekers is afgenomen.

Het kabinet beweerde dat er meer opvanglocaties werden opgericht voor vluchtelingen. Vanwege de afname
van vluchtelingen werden opvanglocaties gesloten in tegenstelling tot het beleidsdoel.
(Ad, 2016)

De asielprocedure is sinds kort aangepast. De vreemdelingwet van 20-07-2015 is aangepast waardoor er geen
duidelijke evaluatie is over de asielprocedure.
8
Conclusie:
De vluchtelingenproblematiek is een mondiaal probleem. Europese lidstaten hebben afspraken samengesteld
om de vluchtelingenproblematiek op te lossen. De belangrijkste afspraak gaat over de verdeling van
vluchtelingen tussen de Europese lidstaten.
De afspraken zorgen voor een ontevredenheid tussen de Europese Lidstaten, omdat bepaalde lidstaten de
afspraken niet naleven. We concluderen hierbij dat de afspraken niet voldoen om het maatschappelijk probleem
op te lossen.

De Europese Unie en Turkije hebben afspraken samengesteld over de vluchtelingenproblematiek. De


belangrijkste afspraak gaat over de grensbewaking. Turkije heeft beloofd om te voorkomen dat vluchtelingen de
oversteek maken naar Europa. Na de afspraken is het aantal vluchtelingen afgenomen in Europa. Bij de
beleidsevaluatie ontstaan beoordelingen over in hoeverre andere factoren een rol spelen. We concluderen
hierbij dat andere factoren een grote rol spelen in het beleid van Nederland. Het aantal vluchtelingen is
verminderd, waardoor ook de opvanglocaties afnamen.

Grensbewaking in Turkije

9
ORGANISATIEKUNDE
Inleiding

Binnen de organisatiekunde, is het belangrijk om te weten welke organisaties er zijn en op welke manier ze
samenwerken, zo ook binnen het vluchtelingenvraagstuk. De organisaties hebben als doelstelling om de
uitnodiging, overkomst en inburgering van de vluchtelingen zo soepel mogelijk te laten verlopen. Daarnaast
zullen we kijken hoe deze organisaties zijn opgebouwd. De zogenoemde structuur binnen een organisatie. Ook
is het van belang te weten welke eisen er worden gesteld aan de medewerkers van de organisaties. Welke
normen en waarden heersen er binnen de organisatie en wat voor soort cultuur komt er dan tot stand.

De betrokken organisaties

De UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties. Zij heeft als doel het beschermen en
ondersteunen van vluchtelingen met de opvang, terugkeer, of vestiging in een ander land. Wanneer een
vluchteling in Nederland wordt gevestigd door de UNHCR, komt deze in contact met de immigratie- en
Naturalisatiedienst (IND). Zij behandelen alle aanvragen voor asiel. Vervolgens komt het COA in beeld (centraal
orgaan opvang asielzoekers). Zij bereiden de vluchtelingen voor op de komst naar Nederland. Daarnaast werken
zij samen met de gemeente. Er vindt voorlichting plaats en het contact wordt strikt onderhouden, zodat de
gemeentes n de burgers niet voor verassingen komen te staan. Eenmaal in Nederland worden de vluchteling
medisch gecontroleerd door het Bureau Medische Advisering (BMA). De vreemdelingenpolitie zorgt er voor, dat
er geen mensensmokkel ontstaat. Daarnaast voeren zij identiteitscontroles uit. Het ministerie van buitenlandse
zaken registreert vervolgens de correcte identiteitsgegevens. Je ziet hierin duidelijk dat de organisaties elkaar
nodig hebben om hun eigen doelstellingen te behalen en belangen te behartigen.

De structuur van het COA

De structuur van een organisatie laat zien hoe binnen de organisatie functies zijn verdeeld, wie welke
bevoegdheden en verantwoordelijkheden heeft en hoe de cordinatie plaats vindt (onderlinge afstemming).

Het COA is een zelfstandig bestuursorgaan (zbo). Dit wil zeggen een organisatie die overheidstaken uitvoert. Het
bestuur is belast met de dagelijkse leiding van het COA en zorgt voor een goede uitvoering van de taken. Ook
wel dagelijks bestuur genoemd.

Verder heeft het COA een raad van toezicht. De toezichthouder in dit geval is de minister van Veiligheid en
Justitie.

De adviesraad is door het bestuur benoemd en kan het bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren. De adviezen
hebben geen bindend karakter. Dit wil zeggen dat het bestuur uiteindelijk zelf beslist. Deze raad bestaat uit
mensen die elk hun eigen expertise hebben. Om zo het bestuur van specialistische kennis te voorzien. In dit
geval bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting en financin.

Ook heeft het COA een afdeling genaamd: Publieke verantwoording. Het COA wil verantwoording afleggen over
hun handelen en de kwaliteit van dienstverlening, niet alleen aan de verantwoordelijke minister, maar juist ook
aan hun klanten en de samenleving in zijn geheel.
10
In de afbeelding hieronder vind je de zogenoemde organigram van het COA. Het is een vereenvoudigde
weergave van de functie- of taakverdeling. Horizontaal kun je zien hoe de taken verdeeld zijn. Verticaal gezien,
wordt duidelijk dat de organisatie verdeeld is in verschillende hirarchische lagen. Het COA is een lijn-
staforganisatie. Staf afdelingen hebben hierin een adviesfunctie.

De cultuur binnen een organisatie

De term cultuur bevat het geheel van normen en waarden. Waarden: wat vinden wij van belang? Voorbeelden
zijn: veiligheid, gelijkheid etc. normen: het geheel dat nodig is om die waarden te verwezenlijken. Op deze
manier heeft de cultuur invloed op de manier waarop wij handelen en hoe wij met elkaar omgaan. Binnen een
organisatie heet dit de bedrijfscultuur.

Natuurlijk speelt dit ook bij het COA een grote rol. De toestroom van vluchtelingen is groot, maar er spelen ook
andere aspecten mee. Het onderwerp vluchtelingen ligt politiek en maatschappelijk gevoelig. Structuur binnen
de organisatie zijn zoals hiervoor besproken is dus noodzakelijk. Als medewerker bij het COA moet je flexibel
zijn. (de toestroom van vluchtelingen kan ineens stijgen). Je moet je kunnen inleven in de doelgroep, interesse in
hebben. Verder moet je omgevingsbewust zijn. Hoe zal het Nederlandse volk reageren?

Conclusie

Verschillende organisaties werken samen om de toestroom van vluchtelingen zo goed mogelijk te laten
verlopen. Taken zijn verdeeld en de organisaties zijn onderling afhankelijk van elkaars handelen. Binnen het COA
is structuur zeer belangrijk om het proces zo effectief mogelijk te laten verlopen. Er moeten verschillende
belangen worden behartigd. Zowel van vluchtelingen, organisaties als van burgers. Hier moet de
bedrijfscultuur dan ook op worden aangepast.
11
SOCIOLOGIE
Inleiding

Sociologen zijn genteresseerd in hoe samenlevingen ontstaan, hoe ze voortbestaan en hoe ze veranderen. Ze
kijken naar het gedrag van mensen. De meningen rondom de opvang van vluchtelingen zijn verdeeld. Hoe
reageren burgers op de komst van vluchtelingen? Welke meningen zijn er? Welke problemen ontstaan er?
Sociologen proberen het maatschappelijk probleem te beschrijven, te verklaren en te toetsen. Voor een
bestuurskundige is dit natuurlijk erg interessant. Zo kunnen zij optimaal rekening houden met de handelingen
van de mens en daar het beleid op aanpassen. (Erasmus University Rotterdam, 2016)

Voor sociologen zijn de volgende drie themas erg belangrijk: Sociale cohesie, sociale ongelijkheid en
rationalisering/modernisering. Deze worden allemaal kort toegelicht.

Sociale cohesie

Hier wordt de samenhang in de samenleving mee bedoeld. In welke mate voelen burgers zich betrokken tot hun
omgeving als persoon zijnde. Vragen die hierbij een rol spelen zijn: Waarom mijden bepaalde
bevolkingsgroepen elkaar? of Waarom wordt een bepaalde etnische bevolkingsgroep achtergesteld ten
opzichte van een andere?

Sociale ongelijkheid

Sociale ongelijkheid is een fenomeen waarbij (verschillende) bevolkingsgroepen, individuen, culturen,


nationaliteiten, mensen met een bepaald geslacht, huidskleur, seksuele voorkeur, taal of eender welk verschil,
worden gediscrimineerd.

Een voorbeeld van sociale ongelijkheid uit de praktijk:

-De werkloosheid onder allochtone jongeren was in 1990 2,5 tot bijna 4 keer hoger dan onder autochtone
jongeren. Dit noem je sociale ongelijkheid op basis van etniciteit. (SCP-rapport, 1995)

Modernisering

Het geheel van samenhangende veranderingen (in de samenleving) vanaf de industrile revolutie. Kenmerken
hiervan zijn:

- Mensen zijn individualistischer ingesteld.


- Veel mensen trekken naar de stad.
- Arbeid wordt verdeeld en er vindt specialisatie plaats.
Hoe reageren burgers op de komst van vluchtelingen?

Hulp uit eigen regio

Er is een groep aan mensen die vindt dat vluchtelingen moeten worden opgevangen in de buurlanden rondom
het probleemgebied. Nederland heeft volgens hen niet de morele plicht om ze hier op te vangen, maar wel om
mensen in probleem gebieden gerichte hulp te bieden. Politiek Nederland wil hier wel geld in steken, maar het
probleem bestaat, dat veel buurlanden hier niet aan mee willen werken. De laatste tijd doet bijvoorbeeld
Libanon er juist alles aan om de vluchtelingen het leven moeilijk te maken. Er is een visumplicht ingesteld. En bij
het verlengen van hun verblijfsvergunning moeten vluchtelingen nu een verklaring ondertekenen waarin ze
beloven niet te zullen werken. Hierbij kun je je dus afvragen in hoeverre het mogelijk is deze mening van het
volk te verwezenlijken. Daarnaast is niet zeker of in dat geval de toestroom van vluchtelingen naar Nederland
ook daadwerkelijk afneemt.
12
Voorstanders van opvang

Een meerderheid van de bevolking vindt dat we een morele plicht hebben om mensen op te nemen die vluchten
voor oorlog en vervolging. Zij onderbouwen hun mening met de volgende uitspraken: Een mens is een mens,
die hoor je in nood opvang aan te bieden. Wij zijn ook bewoners van deze aarde en moeten daar ook voor deze
groep een veilige plek bieden. Het is de plicht van naastenliefde elkaar te helpen indien nodig. Daarnaast zijn
er verschillende voordelen te benoemen met betrekking tot de komst van vluchtelingen. Asielzoekers krijgen
een toeslag om boodschappen te kunnen doen, de plaatselijke middenstand profiteert dus. Tot slot is er
personeel nodig voor in de AZC s. Op deze manier wordt er werkgelegenheid gecreerd.

Tegenstanders van opvang

Ook zijn er veel burgers tegen de komst van vluchtelingen. Wanneer bekend wordt dat er in een bepaalde
gemeente opvang komt voor vluchtelingen. Ontstaan conflicten met bijvoorbeeld de gemeente. Burgers zeggen
te weinig ingelicht te worden en ook de inspraak die ze in dit proces zouden hebben is nihil.

Punten waar burgers tegenaanlopen zijn bijvoorbeeld:

-De meeste vluchtelingen zijn niet echt op de vlucht voor geweld, maar opzoek naar geluk.

-Het toelaten van zo veel vluchtelingen in Europa is slecht voor de economie. Mensen zijn met name bang dat de
werkeloosheid onder autochtonen zal toenemen.

-Ook vreest men ervoor, dat er vervelende dingen gebeuren, zoals overvallen, verkrachtingen en grote ruzies. Er
zijn zorgen over de veiligheid van ouderen en jonge kinderen.

Hierin zie je duidelijk de sociale cohesie terug. Er heerst weinig vertrouwen. Mensen voelen zich onveilig in hun
eigen omgeving. Ook is er sprake van vooroordelen. Mensen horen dat er in een ander azc de meest
verschrikkelijke dingen gebeuren en gaan er bij voorbaat van uit, dat dat voor hen ook de gevolgen zullen zijn.

Daar speelt ook de modernisering een belangrijke rol in. Vanuit allerlei hoeken worden mensen genformeerd
over de vluchtelingenproblematiek. Het ene bericht nog alarmerender dan het ander. Mensen vormen voor een
groot gedeelte hun mening aan de hand van media. Je kunt je hierbij afvragen in hoeverre de media altijd een
goed beeld geeft bij een situatie. De burger wordt hierdoor (onbewust) benvloed in bijvoorbeeld vorming van
een politieke opinie.

Sociale ongelijkheid komt ook in zicht. Er wordt duidelijk onderscheid gemaakt in ras. De vluchteling wordt ten
opzichte van de gewone Nederlandse burger achtergesteld. ze moeten hun eigen boontjes maar doppen

Conclusie

De meningen rondom de opvang van vluchtelingen lopen uiteen. Mensen handelen vanuit verschillende morele
opvattingen. Aan elke opvatting zitten voor- en nadelen. De Nederlandse politiek probeert hierin een
middenweg te vinden om beleid te vormen en het algemeen belang te dienen.
13
ECONOMISCHE ASPECTEN
Inleiding

Bij bijna elk maatschappelijk probleem speelt natuurlijk ook het economische aspect een rol. Dat is dus ook het
geval bij het maatschappelijke probleem vluchtelingen. Een asielzoeker kost natuurlijk geld. Als bestuurskundige
moet je bij het maken van beleid voor dit maatschappelijk probleem met verschillende factoren rekening
houden als het gaat om de economie. In dit geval is het zo dat je bij het economische aspect rekening houdt met
hoeveel geld de asielzoekers de Nederlandse staat gaat kosten, welke economische voordelen asielzoekers
hebben en welke economische problemen asielzoekers met zich meebrengen.

Wat kosten vluchtelingen de Nederlandse samenleving?

De kosten die het COA in 2015 heeft gemaakt voor de opvang van asielzoekers in Nederland bedragen ongeveer
722 miljoen euro (Rijksoverheid, 2016). De kosten per asielzoeker in een AZC zijn ongeveer 23.000 euro per
persoon per jaar. De grootste kosten posten van het COA zijn de huisvesting, het personeel van het COA, de
gezondheidszorg en het levensonderhoud van de asielzoekers.
Dit zijn natuurlijk kosten voor de korte termijn. Maar de kosten kunnen in de toekomst gaan oplopen als
bijvoorbeeld de asielzoeker een verblijfsvergunning heeft gekregen maar dan werkloos raakt. Of als een
generatie later een van de kinderen werkloos wordt. Dat zijn dan ook extra kosten voor de overheid.

Daarnaast is het zo dat de levenstandaard hier hoger ligt dan dat de meeste vluchtelingen gewend zijn dus
kunnen vluchtelingen zich beroepen op het vluchtelingenfonds (vluchtelingenwerk, 2016). Het
vluchtelingenfonds houdt in dat vluchtelingen een deel van de kosten die ze maken vergoed krijgen. Dit verzoek
kun je indienen bij de regionale stichtingen van Vluchtelingenwerk. Je moet wel aan een paar eisen voldoen wil
je als asielzoeker hiervoor in aanmerking komen. Je komt als vluchteling pas in aanmerking als je kosten op geen
enkele andere manier kan betalen. Ook moet je ook kunnen aantonen dat je een asielachtergrond hebt en je
moet kunnen aantonen dat het uitgesloten is dat het COA of de gemeente de kosten op zich neemt.
Daarnaast is het zo dat de kinderen van asielzoekers nog steeds het recht hebben om naar school te gaan
(Rijksoverheid, 2016). Als een asielzoeker naar de basisschool gaat kunnen de scholen tot 9000 euro per jaar
krijgen per asielzoeker. Dat is ongeveer twee keer zoveel als wat ze voor een kind krijgen die geen asielzoeker is.
Middelbare scholen kunnen 11000 euro per jaar krijgen per asielzoeker. Dat is ongeveer anderhalf keer zoveel
als voor een normaal kind.

Door de extreme stroom vluchtelingen de laatste jaren zijn er nog een aantal extra kosten bijgekomen. Door de
slechte voorbereiding van he COA op de extra stroom vluchtelingen de laatste jaren was er een tekort aan
opvangplekken in Nederland. Door het tekort aan asielzoekerscentra moest het COA improviseren en
verschillende vastgoedeigenaren aanspreken om tot een compromis te komen, wat ervoor kon zorgen dat er
genoeg opvangcentra waren. Maar omdat de nood zo hoog was had het COA een slechte
onderhandelingspositie. Dat heeft ervoor gezorgd dat in sommigen gevallen het COA vier keer zoveel moest
betalen voor een opvangcentra dan de eigen normen eigenlijk voorschrijven.

Een asielzoekerscentrum gehuurd van een vastgoedeigenaar.


14
Hoe worden de kosten gefinancierd?

De kosten van de asielopvang en alles daaromheen moet natuurlijk ook gefinancierd worden. Het geld voor de
opvang van asielzoekers komt uit de begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie (Rijksoverheid, 2016).
Het budget van het ministerie van Veiligheid en Justitie voor de asielopvang is wel recent vergroot. Het budget
wordt vergroot met geld uit het budget voor ontwikkelingssamenwerking.
Nederland wordt ook gefinancierd door de EU. De EU financiert speciale projecten omtrent vluchtelingen zoals
het herverdelen van de vluchtelingen in Europa.

Zijn er ook economische voordelen?

De komst van asielzoekers heeft ook een aantal economisch positieve aspecten. De extra overheidsuitgaven aan
de opvang van vluchtelingen laten de economie een klein beetje extra groeien (Waard, 2015). Het BBP zal door
de massale instroom van extra vluchtelingen met 0,14 procent extra stijgen. Dat gebeurd dan wel pas in 2017.
De Nederlandse Centrale Bank heeft de effecten op de Nederlandse economie berekend aan de hand van een
aantal punten (Waard, 2015). De punten waar de Nederlandse Centrale Bank naar gekeken heeft zijn de impact
op de overheidsuitgaven, de werkgelegenheid, de woningmarkt en het consumentenvertrouwen. De kosten die
de staat daarnaast maakt met het opvangen van vluchtelingen zouden anders toch vastzitten in besparingen van
burgers en de overheid. Met de extra uitgaven van de overheid zit er dus extra geld in de Nederlandse
economie. Geld dat anders niet in de Nederlandse economie had gezeten volgens een analyse van de Zwitserse
bank Credit Suisse (Stokmans, 2015).

Ook is het zo dat sommigen asielzoekers mogen werken in Nederland (Rijksoverheid, 2016). Een asielzoeker mag
in Nederland 24 weken per jaar werken. Als een asielzoeker een artiest is dan mag hij of zij maar 14 weken per
jaar werken. Het COA profiteert hiervan, omdat de asielzoekers die werken een eigen bijdrage moeten afstaan
aan het COA. Een asielzoeker mag 25% van zijn loon houden, tot maximaal 185 euro per maand. Als iemand
meer verdient dan het bedrag dat die persoon aan het COA moet betalen, dan mag hij of zij de rest zelf houden.
Er zijn echter wel bepaalde eisen voordat je als asielzoeker mag werken. Je moet een tewerkstellingsvergunning
hebben. Dat document toont aan dat je als asielzoeker mag werken.
Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen(UWV) geeft de vergunning aan de werkgever als de
asielzoeker in aanmerking komt voor een vergunning. Je komt als asielzoeker in aanmerking als je asielaanvraag
minstens 6 maanden in behandeling is.
Conclusie

Kortom het kost het COA 722 miljoen euro om de asielzoekers op te vangen en dat gaat alleen nog maar meer
worden. De kostenposten van de COA zijn voor vooral voor de korte termijn maar de vluchtelingen kunnen in de
toekomst de overheid nog meer geld kosten.
Er is dus een andere kostenpost en dat is het fonds waar asielzoekers aanspraak op kunnen maken als ze te
weinig geld hebben. Het COA is daarnaast ook meer geld kwijt dan gedacht door de slechte
onderhandelingspositie met vastgoedeigenaren.
De financiering van al deze kosten wordt gefinancierd met geld uit de begroting van Ministerie en Justitie. Het
extra geld wat nodig was wordt bekostigd door extra geld uit het potje ontwikkelingssamenwerking.
De economie wordt wel gestimuleerd een klein beetje gestimuleerd door de extra vluchtelingen en het BBP
neemt daardoor zelfs licht toe. De asielzoekers kunnen nu ook wat terug doen voor het COA door te gaan
werken en een deel van het loon af te staan aan het COA.
15
DE ROL VAN EEN BESTUURSKUNDIGE
Inleiding
We zullen nu vervolgen met een stukje praktijk. Wat doet een bestuurskunde nu eigenlijk in het zojuist
beschreven proces? Welke taken zijn er? Wat komt er zoal bij kijken? Op deze manier hopen we, dat we jullie
een zo realistisch mogelijk beeld kunnen geven van de werkzaamheden van een bestuurskundige. Dit zullen wij
doen, door nogmaals de invalshoeken individueel te belichten.

Sociologie
Als socioloog/bestuurskundige houd je je bezig met relaties tussen mensen, en in het bijzonder met de politieke,
culturele, religieuze en economische aspecten van menselijke samenlevingen. Daarbij staan vooral de inrichting
en veranderingen daarvan, alsmede sociale problemen centraal. Er wordt gekeken naar de 3 hoofdthemas;
Sociale cohesie, sociale ongelijkheid en modernisering/rationalisering. Wanneer je dit terugkoppelt aan de
vluchtelingenproblematiek, komen deze themas duidelijk terug. Vluchtelingen en de Nederlandse burgers leven
langs elkaar heen. Hoe zorg je ervoor, dat er meer samenhang ontstaat? Het is bewezen, dat allochtonen minder
kans maken tijden een sollicitatie op dezelfde functie als een autochtoon. Hoe zorg je ervoor, dat er meer
gelijkheid ontstaat tussen burgers? Allemaal vraagstukken waar een bestuurskundige zich mee bezig houdt wat
betreft de sociologische invalshoek. Sociologen komen bijvoorbeeld terecht bij instanties als bureau jeugdzorg
en het UWV. Vaak als adviseur of beleidsmedewerker. Ook veelal media gerichte bedrijven als zijnde journalist
of redacteur.

Organisatiekunde
Als organisatiekundige heb je een goed beeld van welke organisaties samenwerken en op wat voor manier dat
plaatsvindt. Ook weet je hoe een organisatie van binnen uit werkt en kun je de structuur herkennen en
toepassen. Binnen organisaties spreken we over een bepaalde cultuur. Wat houdt dit in? En hoe speelt
bijvoorbeeld een management daar op in, zodat ook het meest efficinte en effectieve resultaat behaald kan
worden? Allemaal vragen waar een organisatiekundige zich mee bezig houdt. Organisatiekunde vind je terug in
elk bedrijf. Zowel in een non-profit als profit-organisaties. In dit geval ging het om een ZBO, namelijk het COA. In
het vluchtelingenvraagstuk heb je met veel verschillende organisaties te maken, die onderling samenwerken en
ook afhankelijk zijn van een ieders handelen. Als bestuurskundige word je geconfronteerd met het nemen van
beslissingen binnen een zich veranderende context waarbij je ethische en morele waarden een steeds grotere
rol spelen. Je houdt je bezig met het bestuderen van het gedrag van organisaties, hoe wordt het veroorzaakt,
maar vooral hoe kan ik dit op een meest doeltreffende besturen?

Economie
Er moet veel gefinancierd worden wil je als bestuurskundige of beleidsbepaler vluchtelingen kunnen en willen
opvangen. Je moet er als bestuurskundige rekening mee houden dat er geld moet worden uitgegeven aan
huisvesting, het personeel, de gezondheidszorg en het levensonderhoud van de asielzoekers. Deze onderdelen
moet je bij de opvang van vluchtelingen vaak afzonderlijk van elkaar betalen. Als bestuurskundige moet je er ook
rekening mee houden hoe je aan het geld gaat komen om het te betalen en hoe je de opvang gaat financieren
als er meer vluchtelingen komen dan verwacht. In Nederland hebben ze het zo geregeld dat het wordt
gefinancierd door het ministerie van veiligheid en justitie. Het extra geld dat tegenwoordig vrijgemaakt moet
worden voor de extra vluchtelingen komt uit het potje voor ontwikkelingssamenwerking.

Recht
Als bestuurskundige moet je rekening houden met alle wetten, afspraken en verdragen die er zijn gemaakt. Bij
de vluchtelingenproblematiek moet je ook rekening houden met de rechten van de mens en de rechten van de
vluchtelingen die gelden voor de asielzoekers. Als bestuurskundige moet je dus alle wetten in het wetboek
opzoeken en naar de Europese verdragen kijken voordat je een beslissing maakt die betrekking heeft op
vluchtelingen, zoals asielaanvragen. Als vluchtelingen naar Nederland komen en asiel aanvragen moet je
16

bijvoorbeeld als je als bestuurskundige werkzaam bent bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst opzoeken of de
vluchtelingen recht hebben op een (permanent) verblijf in Nederland, omdat er bijvoorbeeld ook vluchtelingen
bij zijn die hier alleen heen komen voor de economie en niet omdat ze vluchten voor geweld in hun thuisland.
Als bestuurskundige moet je hier dus goed onderscheid tussen kunnen maken.

17
CONCLUSIE
Wij hebben als groep gekeken naar het maatschappelijke probleem vluchtelingen. We hebben dit
maatschappelijke probleem vanuit 5 verschillende invalshoeken bekeken. We hebben gekeken naar de
juridische, sociologische, bestuurskundige, organisatorische en economische kant. Aan de hand van die 5
invalshoeken hebben we onderzoek gedaan naar het maatschappelijke probleem vluchtelingen.

We hebben geconcludeerd dat er eigenlijk al heel lang vreemdelingen naar Nederland komen om asiel aan te
vragen, maar dat in de laatste jaren er een extreem aantal vreemdelingen naar Nederland komt en dat het voor
een aantal problemen zorgt. Vooral de oorlog in Syri lijkt de oorzaak van de extra stroom vluchtelingen de
laatste jaren. Door de extra vluchtelingen ontstaat er vooral een sociologisch probleem in Nederland omdat er
sociale verdeeldheid ontstaat over de manier hoe we dit maatschappelijke probleem moeten oplossen. De
overheid heeft nu als hoofddoel dat de vluchtelingen goed worden opgevangen in de asielzoekerscentra en dat
de asielprocedure goed verloopt. Bij de asielprocedure zijn er verschillende organisaties die ervoor moeten
zorgen dat de asielprocedure goed verloopt. Maar in Nederland is niet iedereen het eens met de manier waarop
we vreemdelingen opvangen. Dit komt omdat er een groep is in Nederland die vinden dat we niet zoveel
vluchtelingen moeten opvangen of vinden dat we helemaal geen vluchtelingen moeten opvangen. Een aantal
redenen waarom deze groep het niet eens is met het beleid van de overheid zijn: niet alle vluchtelingen hebben
een goeie reden om asiel aan te vragen in Nederland, mensen zijn bang dat de vluchtelingen veel banen
inpikken als ze een verblijfsvergunning krijgen en sommigen mensen denken dat de asielzoekers voor onrust
kunnen zorgen. Omdat de groep mensen die het niet eens is met het beleid dat soms ook duidelijk laat merken
moet de overheid een evenwicht vinden met het oplossen van dit maatschappelijke probleem. De overheid
moet ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen tevreden zijn met het beleid, ze moeten er ook voor zorgen dat
de morele waarden niet uit het oog worden verloren bij het opvangen van vluchtelingen en de overheid moet
zich houden aan verdragen en afspraken met de EU omtrent het opvangen van vluchtelingen. Nederland heeft
het gedrag van Geneve getekend waar in staat aan welke voorwaarden een vluchteling moet voldoen om
toegelaten te worden. Als een vluchteling voldoet aan die eisen mag de overheid die vluchteling niet weigeren.
Daarnaast moet de overheid ook ervoor zorgen dat ze genoeg geld hebben voor het opvangen van vluchtelingen
en ze moeten ook een plan hebben hoe het bekostigt moet worden. De kosten van de asielopvang en alles daar
om heen wordt nu bekostigt uit de begroting van het ministerie van veiligheid en justitie. Het budget wordt
bijgevuld met geld uit de begroting voor ontwikkelingssamenwerking. Dit komt omdat er extra geld nodig is door
de extra stroom vluchtelingen. Het is kortom een complex maatschappelijk probleem waarbij veel verschillende
factoren een rol spelen.

18

You might also like