You are on page 1of 8

Grande frapuccino caramel extra strong met soya melk en zoetjes

Deel I
Concreet voorbeeld

Bij het boeken dachten we aan afgelegen stranden en slapende dorpjes. Turkije. Bij aankomst
in Bodrum aan de zuidwest kust openbaarde het tegenovergestelde zich. Stranden over
bevolkt door half Venlo en de nouveau riche. Boulevards vol met zoevende audi’s en transfer
busjes met resort gasten. De klapper op de vuurpijl was voor ons dat midden in dit afgelegen
oord een Starbucks zat, waar menig filiaal in Manhattan bij verbleekt. In de plaats van het
kruisvaarders slot te verkennen zeeg menig ‘ex-Benidormer’ hier neer en bestelde een
‘Grande frapuccino caramel extra strong met soya melk en zoetjes’.

Het ze verwijten kan ik niet. Wij deden er immers rustig aan mee. Starbucks is ook een heel
degelijk concept. Alles is gereguleerd, van het zacht bruinkleurige schilderijtje tot de kwaliteit
van de koffie. Nota bene de Starbucks op de Leidsestraat heeft dezelfde stoeltjes als die in
Bodrum. Een vrouw voor mij probeerde in het Turks een kop koffie te bestellen, te vergeefs.
Het personeel spreekt alleen maar Engels.
Nadat ook wij ons hadden gelaafd aan cappuccino stappen we de deur uit en valt ons
oog op een klein traditioneel theehuis. Nog geen 10 passen van de Starbucks zitten een handje
vol mannen op houten krukjes thee te drinken. Een schril contrast doet zich voor, terwijl de
nouveau rich en de buitenlandse badgasten latte’s van minstens 6 turkse lira ( 3 euro) weg
slobberen in de loeiende airco, nippen de heren thee van 0,20 lira cent in de schaduw van een
grote bougainville. Het gemiddelde loon in deze delen van Turkije is nooit toereikend om de
luxe van een latte te veroorloven.
Voordat Bodrum ontdekt werd door de rijken uit Istanbul en de Nederlandse
Achterhoek was het een boeren dorp. Nog steeds is de lokale bevolking erg arm en hebben zij
hun dorp zien veranderen in een toeristische kermis. Een erg klein deel heeft maar
geprofiteerd van de welvaart, want alle Starbucks en resorts zijn in handen van westerse
investeringsmaatschappijen. Het werk wordt ingevuld door seizoensarbeiders en de lokale
bevolking wordt iedere winter achtergelaten in een spookstad, aldus onze taxichauffeur.

De Turkse thee bleek een lekkere afwisseling te zijn van de ‘all-American coffee’. Toch blijft
de aanblik van zulke grote verschillen tussen mensen op zo’n kleine afstand onprettig en bij
elk gezond mens zou dit vragen oproepen, zo ook bij mij.
Verglobalisering

Deel II
Waarom is dit voor jou een probleem?

In Bodrum openbaarde zich aan mij twee pijnpunten. Aan de ene kant het verdwijnen van
plaatselijke cultuur door internationale bedrijven aan de andere kant de scheiding die
plaatsvindt in de maatschappij door het wel of niet meegaan in deze globalisering.

Beginnende bij het eerste punt. In de Starbucks werd een vrouw niet verstaan in het Turks
door de medewerkers. Daarnaast is de inrichting van de tent net zo Turks als Döner
Nederlands is. In Bodrum is het nog maar één winkel maar in Amsterdam zijn inmiddels hele
buurten ‘verglobaliseerd’. De wijk rond het Leidseplein kan in elke willekeurige stad liggen.
De architectuur is weggefrommeld achter grote neonborden en in het Engels probeert men je
naar binnen te lokken. Het is dus een sluimerend proces dat zich overal ter wereld voltrekt en
waar Bodrum ook deel aan heeft.
Plaatselijke cultuur en eigenheid verdwijnt en maakt plaats voor een geglobaliseerde cultuur.
Deze plaatselijke cultuur gaf mensen echter veel steun, een ‘backbone’ voor hun identiteit en
een groep waar je bij hoorde. Bedrijven hebben deze cultuur overgenomen en identificatie van
groepen mensen voltrekt zich op basis van merken. Deze wereld is heel anoniem en er is
steeds minder een vaste groep waar je toe behoort. Vooral de lager opgeleiden hebben hier
last van omdat zij geen keuze hebben door financiële omstandigheden. Ze zien hun eigen
cultuur verdwijnen maar kunnen dit veranderingsproces niet stoppen, een kloof ontstaat.

Dit proces van globalisering is gaande en niet te stoppen maar moeten we het zonder er een
woord over te reppen laten passeren terwijl er duidelijk ook negatieven kanten aan zitten?
Nee, als we nu geen actie ondernemen is het misschien wel te laat en zijn de gevolgen
onomkeerbaar.
Uni-culti

Deel III
En wat als we er niet over nadenken?

De globalisering is pas net begonnen in Turkije, in Nederland is het echter al in veel verder
gevorderd stadium. Toch lijkt er zelfs in Nederland nog geen einde aan te komen en zijn
sommige negatieve gevolgen al heel duidelijk.

Als er geen tegengewicht geboden wordt zal de plaatselijke cultuur van de landen zelf
helemaal verdwijnen omdat door globalisering mega bedrijven kleine plaatselijke winkels
wegdrukken en plaats maken voor grote anonieme kolossen. Multi-culti maakt plaats voor
uni-culti. Op termijn komt een dominante wereldcultuur tot stand geleid door grote bedrijven.
Mensen afficheren zich niet meer met hun cultuur maar met merken. Iedereen is een
opsomming van merken geworden waaraan hun identiteit wordt ontleend.

Een ander gevolg van globalisering is dat er een kloof ontstaat tussen verschillende
bevolkingsgroepen die steeds groter wordt. Een bovenlaag zal meegaan in de globalisering,
instaat gesteld door opleiding en geld kijken ze over landsgrenzen heen. Een groot deel van de
bevolking kan dit echter niet en blijft achter. Deze groep zal zich afzetten tegen de opgelegde
anonimiteit en voelt zich vervreemd van de politieke bovenlaag. Bij dit gevoel van
vervreemding spinnen populisten garen. Zij zien juist door dit punt hun achterban groeien.

Globalisering heeft een zelfversterkend effect. Doordat bedrijven groter worden krijgen ze
meer middelen, marketing e.d., om zo nog meer grip te krijgen op de wereld om zich heen.
Plaatselijke cultuur verdwijnt met als gevolg dat mensen zich ontheemd voelen in de nieuwe
universele cultuur met alle gevolgen van dien.

Vraag!
Deel IV
De filosofische vraag

Ondanks dat er negatieve kanten die vast kleven aan globalisering lijkt dit wel een
onomkeerbaar proces, zoals een trein die voort dendert. Globalisering is een feit. De vraag die
zich opdringt is toch in hoeverre mensen zich staande kunnen houden in een steeds
verdergaand geglobaliseerd systeem?
De homo economicus versus het kuddedier

Deel V
Analyse van uiterste posities

Mensen kunnen zich niet staande houden in een geglobaliseerd systeem:

Door de tijd heen is de mens zich in steeds grotere verbanden gaan groeperen om zich zo te
kunnen specialiseren. Zelfvoorzienende boeren gingen een verbintenis aan met anderen en zo
ontstond arbeidsdeling. Deze arbeidsdeling ging steeds verder en steeds grotere verbanden
waren nodig om dit te kunnen bewerkstelligen.
In de 20ste eeuw is dit proces in een stroomversnelling geraakt door technologische
ontwikkelingen. Politieke en machtsgerelateerde structuren werden steeds ingewikkelder en
slechts inzichtelijk voor een selecte groep. Het overgrote deel van de bevolking werd
verdoemd tot gesprekken op het niveau van de borreltafel omdat de problemen te
gecompliceerd waren geworden om er nog iets zinnigs over te zeggen.
In de samenleving ontstond een vergaand cynisme en nihilisme. ‘Ze doen maar daar in Den
Haag’, ‘zakkenvullers’. Grote groepen in de samenleving voelen zich niet langer
gerepresenteerd in de machtscentra omdat ze geen idee hebben van wat er speelt of hoe het in
elkaar steekt.

Was identificatie voorheen gerelateerd aan de dorpspomp, de straat of de zuil, sinds de


samenleving is geglobaliseerd zijn deze structuren onduidelijk geworden. Door de
geschiedenis heen is gebleken dat de mens kuddedier is. Een groep mensen waarmee men
zich kan identificeren geeft zekerheid. Men weet waar men aan toe is en wat men kan
verwachten. Op deze stabiele ondergrond kan gewerkt worden aan het verbeteren van de
kwaliteit van het leven. Nu de groep te groot is geworden, voelt men zich hierin niet langer
veilig en zet zich er tegen af. De afkeer tegen Brussel en de grote aanhang van populistische
partijen zijn hiervan het gevolg. Globalisering heeft voor deze schaalvergroting gezorgd en de
mens kan zich hier niet in handhaven. Hoe meer de wereld om ons heen globaliseerd, hoe
meer mensen zich zullen verzetten.

Mensen kunnen zich staande houden in een geglobaliseerd systeem:

Door de geschiedenis heen probeert de mens het zich steeds makkelijker te maken door
verbonden aan te gaan en zich te groeperen. Door specialisatie en schaalvergroting had
uiteindelijk iedereen meer welvaart. De hebzucht van de mens is de motor van deze
opschaling die door de tijd heen heeft plaatsgevondenen en dit proces van schaalvergroting is
trapsgewijs verlopen.

Elke keer werd een hoger niveau van schaalvergroting pas geaccepteerd als er voor iedereen
voordeel was. De industriële revolutie bijvoorbeeld leidde eerst alleen tot verrijking van de
bovenklasse. Later, pas na vele opstanden en uiteindelijk socialistische wetgeving, was er
wederzijds voordeel voor zowel de onder- als de bovenklasse en werd de industrialisatie met
open armen ontvangen.

Nu bevinden we ons in de volgende trap van dit proces. Men gingen zich groeperen over de
grenzen van landen heen. Maar ook deze stap is voortgekomen uit menselijk hebzucht, omdat
er meer welvaart te behalen is op wereldwijd niveau dan op landelijk niveau. Toch heeft nog
niet iedereen baat bij deze schaalvergroting. Het gevolg hiervan is dat mensen zich tegen de
verandering afzetten.

Echter bij een geglobaliseerde wereld zullen veel problemen wegvallen zodra er voordeel
voor iedereen is. Elke stap in het proces van opschalen is namelijk met ongenoegen ontvangen
aangezien de mens het liefst niet afhankelijk van anderen is. De hebzucht van de mens echter
is groter dan de wil tot autarkie. Zodra er voordeel is te behalen zal de mens zich moeiteloos
mengen in grotere structuren en openstaan voor globalisering. Van alles kan aan de kant
worden geschoven om de honger naar meer te voeden.
De wereldburger heruitgevonden
Deel VI
Mijn idee

In de hieraan voorafgaande stap werden twee menselijke eigenschappen duidelijk. Enerzijds


de menselijke drang tot groeperen in overzichtelijke kleine structuren, welke een negatief
effect heeft op globalisering. Anderzijds is juist hebzucht een motor van de globalisering en
zal deze er uiteindelijk toch voor zorgen dat mensen bereid zijn om hun veilige kleine groep
te verlaten voor een onduidelijk en complex geglobaliseerd systeem.

Een geglobaliseerd systeem dat louter en alleen gebaseerd is op hebzucht is niet wenselijk
want zodra de welvaart ook maar even wegvalt die de globalisatie met zich mee heeft
gebracht, zal de mens zich tegen dit zelfde systeem verzetten. De eurocrisis kan dit goed
illustreren. De houding tegenover Europa was altijd redelijk positief aangezien het ons veel
welvaart bracht. Toen Griekenland echter diep in de schulden raakte en er ook aan Nederland
om een bijdrage gevraagd werd, sloeg de houding tegenover de Europese samenwerking 360
graden om. De nieuwe generatie Europese burgers ziet Europa puur economisch. Van de
idealen waarmee deze samenwerking begon is nog maar weinig van over. De Europese
samenwerking, het fundament van de globalisatie van Europa, is een samenwerking gebaseerd
op zucht naar welvaart van de landen die er aan mee doen.

Wat moet ontstaan is een geglobaliseerd systeem geleid door wereldburgers die niet hun land
centraal zetten maar het algemeen belang. Deze wereldburgers vormen geen elite maar hun
denkwijze moet breed gedragen worden. Als de door globalisatie gebrachte welvaart wegvalt
zal men niet gelijk het hele systeem laten vallen. Op basis van de idealen van het
wereldburgerschap ziet men het belang van internationale samenwerking in.

Een gevoel van wereldburgerschap moet tot stand komen in alle lagen van de samenleving
door degelijk onderwijs en een solide opvoeding. Door de jaren heen is een trend in het
onderwijs ontstaan om alles in dienst te zetten van economisch profijt. Dit onderwijs
resulteerde in de eerder beschreven houding tegenover globalisatie en een oneerlijke verdeling
van de welvaart. Als we de volgende generaties willen laten samenleven in een bestendige en
menselijke geglobaliseerde samenleving dan moeten de overheden een degelijk
onderwijsapparaat creëren waarin mondige burgers worden klaargestoomd die over grenzen
durven te kijken.

Deze opvoeding kan vergeleken worden met de Platoonse paideia. De jeugd wordt opgeleid
tot de ideale wereldburgers. In de volgende aspecten moet de burger worden opgeleid om dit
te bereiken:

- De burger moet worden opgeleid in het nadenken over politieke kwesties en


argumenteren zonder te zwichten voor gezag en traditie.
- De burger moet leren over overeenkomsten en verschillen tussen culturen.
- Het leren erkennen van de medewereldburger als mens dat over gelijke rechten en
kansen beschikt ongeacht ras, religie, geslacht of seksuele geaardheid.
- Leren nadenken over wat goed is voor de wereld als geheel en niet alleen over wat
goed is voor een eigen lokale groep en de wereldburger ziet het eigen land als
onderdeel van een ingewikkelde wereldorde.
Deze aspecten dragen enerzijds bij aan het ontwikkelen van een individu dat scherp kan
nadenken over politieke kwesties en anderzijds zorgen ze voor een open en
onbevooroordeelde houding tegenover andere omdat ook de achtergronden worden gekend.
Zo leren de wereldburgers van de toekomst te denken aan een groter geheel dan zichzelf of
hun nabije omgeving.

Deze opleiding tot wereldburger moet breed worden onderwezen. Als lageropgeleiden dit niet
meekrijgen dan zal dit populisme in de hand blijven werken omdat ze losgezongen raken van
het systeem. Juist door onderwijs in deze punten zullen de burgers systemen en structuren in
de samenleving beter begrijpen en kunnen zij zich ook thuis voelen in dit grotere verband van
globalisatie. De mens heeft behoefte aan een overzichtelijke groep, zoals ik heb beschreven in
stap 5. Doordat de nieuwe wereldburger kennis heeft van de structuren zal aan deze
menselijke behoefte voldaan worden.

Concluderend kunnen we zeggen dat een systeem niet duurzaam is als de enige basis
wederzijdse hebzucht van de participanten is. Om een geglobaliseerd systeem houdbaar te
maken is het nodig dat er niet vanuit één land wordt gekeken en dat de rest van de
wereldbevolking niet een middel is om de zucht naar welvaart van dit land te bevredigen. Alle
mensen, ongeacht waar ze vandaan komen, moeten gezien worden als gelijken. De
wereldburger, die door dit onderwijs ontstaat, ziet elk mens als doel niet als middel. Zodra de
welvaart die het geglobaliseerde systeem bracht wegvalt, zal de wereldburger doordrongen
zijn van het belang van een internationale gemeenschap en zal het systeem intact blijven. Dit
wereldburgerschap zal geen fenomeen zijn dat zich alleen manifesteert bij de elite maar zal
breed gedragen worden doordat deze opvoeding en scholing aan iedereen gegeven wordt,
ongeacht intellectuele bagage. Globalisering is onvermijdelijk maar alleen als we het met
elkaar als wereldburgers omarmen en onze hebzucht beteugelen kunnen we tot een duurzame
variant komen.

You might also like