You are on page 1of 11

Hardloop Project

Door: Aldo Kempen


Klas: 5b
Datum: 3 December, 2011
Inhoudsopgave

Bladzijde 2:
Inhoudsopgave

Bladzijde 3:
Inleiding, algemene onderzoeksvraag en hypothese

Bladzijde 4:
1ste Coopertest

Bladzijde 5:
De maximaaltest

Bladzijde 6:
De Conconitest

Bladzijde 7:
De submaximaaltest

Bladzijde 8:
2de Coopertest

Bladzijde 9:
Conclusie en discussie

2
Inleiding

Voor dat we begonnen aan het project, had ik er helemaal geen zin in. Ik dacht:
‘O nee, weer zo’n stomme paar testjes waarvan je weer bekaf thuis komt, BAH!’.
Maar naar een paar testjes kwam ik er achter dat het niet slechts testjes waren maar
dat je op een objectieve manier kan kijken naar je eigen prestaties en het gaf het
inzicht dat hardlopen meer is dan als een bezetenen rondjes rennen!
In dit verslag ga ik test voor test mijn gegevens die ik tijdens het lopen heb verkregen
op een heldere en inzichtelijke manier weergeven en proberen te verklaren waarom
ze zo zijn. Bij sommige testen heb ik niet alle gegevens en zullen er dus hier en daar
gaten zitten omdat mijn hartslagmeter het niet altijd deed.
Let’s get started!

Algemene onderzoeksvraag en hypothese

3
Mijn onderzoeksvraag is: ‘ Op welke manier ren ik het snelst en gemakkelijkst zo ver
mogelijk in 12 minuten’

Mijn hypothese is: ‘ Door rond de 170 te rennen voor 10 minuten en daarna 2
minuten te sprinten.’

De Coopertest

Algemeen:
De Coopertest is nooit mijn favoriet geweest. Altijd kom ik thuis met compleet
verzuurde benen en totaal uitgeput. Op de dag zelf was het bloed heet en waren mijn
gymspullen gestolen dus heb ik gerend op mijn half uit elkaar vallende gympen.

Opstelling en uitvoering:
12 minutenlang rennen om een vierkant vlak met een omtrek van 200 meter. Het
veld is gemarkeerd door een pylon op de hoeken (na 50, 100, 150 en 200 meter).
Na elke 200 meter moet men de hartslag aan zijn of haar buddy doorgeven. Het is de
bedoeling om in die 12 minuten tijd zover mogelijk te komen. Indien

Onderzoeksvraag en hypothese:
Onderzoeksvraag: ‘Hoeveel rondjes van 200 meter kan ik in 12 minuten lopen?’

4
Hypothese: ‘ Ik denk dat ik 12 rondjes of 2400m kan rennen.’

Resultaten:

Meter: HF:
voor start 112
200m 158
400m 184
600m 198
800m 205
1000m 207
1200m 207
1400m 210
1600m 212
1800m 215
2000m 213
2200m 213
2400m 217
Na 1
minuut 172

Conclusie:
Ik heb uiteindelijk 2450 meter gerend, dus 50 meter verder dan verwacht. De hartslag
van deze test maakte nog niet zoveel uit, die was alleen van belang voor de vorige test.

Maximaal test

Algemeen:
De dag dat we het gingen rennen was het wederom heel warm en weer geen
gymspullen. Daarnaast deed de hartslag meter het niet, in het grafiek heb ik dat als
een rechte lijn aangegeven omdat er anders allemaal uitschieters zouden zijn. In het
grafiek had ik nergens twee keer achter elkaar de zelfde gegevens dus het zou niet
voor extra verwarring zorgen. Bij de maximaaltest is gemaakt om jou maximale
hartslag te bereiken en daarom vond ik de test ook best wel heel zwaar.

Opstelling en uitvoering:
Er was weer een rond vlak met een omtrek van 200m uitlegt met om de 50 meter een
grote pylon en daartussen in steeds een kleine pylon. Je moest de gerende afstand
van de coopertest delen door 8 en dat in 70 seconde rennen. In mijn geval 2450 : 8 =

5
306.25 meter. Om de 70 seconde had je 60 seconde rust en dit keer 8. Na iedere 70 en
60 seconde geeft iedereen de hartslag aan zijn of haar buddy.R

Onderzoeksvraag en hypothese:
Onderzoeksvraag: “ Heb ik een maximale hartslag van hoger dan de vuistregel :’220
– je leeftijd = maximale hardslag’, of niet?”
Hypothese: ‘Ik denk van niet.’

Resultaten:

Meter: HF:
voor start 120
Na 70 sec sprint 198
Na 60 sec rust 188
Na 70 sec sprint X
Na 60 sec rust 162
Na 70 sec sprint X
Na 60 sec rust X
Na 70 sec sprint 197
Na 60 sec rust 185
Na 70 sec sprint 205
Na 60 sec rust 200
Na 70 sec sprint X
Na 60 sec rust 191
Na 70 sec sprint 215
Na 60 sec rust 202
Na 70 sec sprint X
Na 60 sec rust 190
Na 1 minuut 170

Sprint rondje 3 haalde ik niet op 30 meter, rondje 4 op 40 meter, 6 op 20 meter, 7 op


50 meter.

Conclusie:
Ik heb een maximale hartslag van hoger dan de vuistregel namelijk 215 wat best
hoog is mijn hypothese klopt dus niet.

De Conconitest

Algemeen:
De conconitest verliep naar mijn idee vrij vlekkenlook alleen was het jammer dat het
omslagpunt zo snel werd bereikt waardoor ik maar 6 rondjes heb gerend.

6
Bij de conconitest is gemaakt om een omslag punt weer te geven zodat je weet vanaf
welke hartslag je lichaam van aerobe naar anaerobe verbranding overgaat. Je weet
wanneer het omslag punt is als de hartslag van constant overslaat naar vrij hoog.

Opstelling en uitvoering:
Er is weer een vierkant vlak neer gelegd met een omtrek van 200 meter en op de
hoeken pylonen. De bedoeling is dat je steeds harder gaat rennen daarom moet je op
tijd rennen. Het eerste rondje 72 seconden en elk rondje daarna steeds 3 sec sneller.
Na elk rondje gaf iedereen hun hartslag aan hun buddy totdat de buddy vertelde dat
het omslagpunt bereikt was en dan mocht die gene stoppen.

Onderzoeksvraag en hypothese:
Onderzoeksvraag: ‘Waar ligt mijn omslag punt?’
Hypothese: ‘Rond de 170 hartslagen per minuut’

Resultaten:

sec. Per ronden HF:


72 170
69 175
66 184
63 191
60 193
57 195

Conclusie:
Mijn omslag punt ligt dus tussen de 170 en 175, dus mijn hypothese klopt.

7
De submaximaaltest

Algemeen:
Alles ging ook tijdens de submaximaaltest vrij vlekkeloos. Bij de submaximaaltest is
het de bedoeling dat je 12 minuten gaat rennen, zelfde als de coopertest, op 80% van
je vermogen zodat je niet ‘verzuurt’. In het begin van de test van het nog een beetje
zoeken naar het juiste ren tempo maar toen het eenmaal gevonden was , ging het best
aardig.

Opstelling en uitvoering:
Een vierkant vlak weer met een omtrek van 200 meter met op de hoeken een pylon.
We gingen rennen en steeds na een rondje de hartslag doorgeven aan onze buddy
die dan zei of we harder of zachter moesten gaan rennen.

Onderzoeksvraag en hypothese:
Onderzoeksvraag: ‘ Als ik op 80% van mijn maximaal ren, verzuur ik dan?’
Hypothese: ‘ Ja dan verzuur je alsnog omdat ik denk dat mijn hartslag punt nog lager
zit.‘
Resultaten:

Meter: HF:
Voor
start 100
200m 156
400m 172
600m 176
800m 185
1000m 183
1200m 186
1400m 188
1600m 190
1800m 190
2000m 189
2200m 191

8
Conclusie:
Uiteindelijk ben ik niet verzuurd en toch heb ik lichtelijk boven mijn omslag punt
gelopen, dus mijn hypothese klopt niet.

De tweede coopertest

Algemeen:
De hartslag meter deed het heel slecht tijdens deze test waardoor ik maar 3 resultaten
heb en dus bijna geen informatie om iets over te zeggen.

Opstelling en uitvoering:
Er was weer een vierkant vlak uitgelegd met een omtrek van 200 meter met op de
hoeken elk een pylon. Bij de coopertest is het de bedoeling om zover mogelijk te
rennen. Na elk rondje geeft iedereen zijn of haar hartslag door aan zijn/haar buddy.

9
Onderzoeksvraag en hypothese:
Onderzoeksvraag: ‘Kan ik verder lopen dan de eerste coopertest?’
Hypothese: ‘ Ja ik ren verder want het is nu enkele weken verder en ik heb een beetje
betere conditie gekregen van al die looptesten’

Resultaten:

Meter: HF:
200m 118
400m 135
600m 195
800m 0
1000m 0
1200m 0
1400m 0
1600m 0
1800m 0
2000m 0
2200m 0
2400m 0

Conclusie:

Qua hartslag valt er uit deze test door de slechte hartslag meter weinig te
concluderen. Er is wel uit te concluderen dat mijn hypothese niet klopt want ik ben
niet verder gekomen, misschien heeft er mee te maken gehad dat ik die dag slecht
geslapen had of omdat mijn conditie toch niet zoveel verbeterd was als ik dacht.

Conclusie en discussie

Conclusie:

10
Als ik zo ver mogelijk wil komen in 12 minuten tijd op een makkelijkste en snelste
manier dan moet ik 10 minuten rond de 180 hartslagen per minuut lopen, want dat ging
gemakkelijk zoals gebleken in de submaximaal test en daarna 2 minuten sprinten en de
maximale hartslag proberen te bereiken, 215. Er moet niet meer dan 2 minuten worden
gesprint want meer dan 2 minuten hou ik niet vol omdat het te ver boven mijn omslag
punt ligt van 170 hartslagen per minuut.

Discussie:
In mijn hypothese zei ik dat ik met een tempo moest rennen waarop ik 170 hartslagen
per minuut had en de laatste 2 minuten sprinten maar uit de testen is gebleken dat ik
makkelijk iets harder kan rennen, een tempo waarop ik 180 hartslagen per minuut heb.
Dus mijn hypothese is verworpen.
Als ik weer onderzoek zou gaan doen, zou ik voor dat ik ga beginnen beter en rustiger
checken of de hartslag meter het wel doet in de plaats van dat ik zoals nu vaak geen
resultaten heb.
Bij vervolg onderzoek zou ik ren manieren onderzoeken, dus hoe je je voet op te beste
manier moet optillen of onderzoeken wat de beste manier is om je lijf te houden ten
opzichten van je lichaam.

11

You might also like