Professional Documents
Culture Documents
3. Bereken op drie manieren (ATPS, BPTS en STPD) de hoeveelheid uitgeademde lucht per
tijdseenheid (voor toelichting zie de paragraaf "formules" en lees het document ‘Gas laws’
en ‘Gaswetten’ die beide op Canvas staan; zie voor de correctie voor waterdamp tabel 1):
VE - ATPS (Ambient Temperature; Ambient Pressure; Saturated)
VE - BTPS (Body Temperature (37 C ̊ ); Body Pressure; Saturated)
VE - STPD (Standard Temperature (=0 C ̊ ); Standard Pressure (=760mm Hg);
Dry (= PH20 = 0 mm Hg)).
VE ATPS
7. Bereken de RER.
11. Bereken het energieverbruik per m2 lichaamsoppervlak per uur. Voor het
berekenen van het lichaamsoppervlak kan gebruik gemaakt worden van de formule
(volgens Dubois en Dubois):
De antwoorden kunnen nagerekend worden met het Excel sheet ‘VO2 berekeningen
2022’ op Canvas.
Practicum 2 ademhaling
Vragen
1. Bereken de ademfrequentie, het gemiddelde ademteugvolume en het
ademminuutvolume.
FEV1 (forced expiratory volume) en het is de hoeveelheid lucht die iemand binnen 1
seconde uitblaast.
Bij deze proef werd de spirometer vastgesteld op een schaal van 120cm/min. 1
seconde is dus 2 cm dus 4 blokjes. Het uitgeademd volume in de eerst 1 seconde is
3,7 blokjes dus 3,7x3/19=0,58L
De eenheid Liter, je kan zo duidelijk zien of een persoon moeite heeft bij het
ademhalen.
3 liter was 19 vakjes hoog dus dit betekent dat als je de gemiddelde hoogt van de
ademhalingen pakt wat dus 4,66 blokjes is je kan berekenen hoeveel liter dit is.
4,66x3/19=0,7357L
Dus het ademteugvolume is 0,74L
8. Wat zou de functie van een longfunctietest bij een sportkeuring kunnen zijn?
Zo kan er gekeken naar of een sporter een te hoge/lage longinhoud heeft wat zijn
prestaties zou kunnen beïnvloeden. Bij een hoge longinhoud zal er waarschijnlijk
beter gepresteerd worden dan bij iemand met een lage longinhoud.
10. Bereken hoeveel de dode ruimte toeneemt als de proefpersoon aangesloten wordt
op de spirometer.
De buis waar doorheen geademd wordt zal ook vallen onder de dode ruimte. In de
buis zat ongeveer 0,7L dus zal de dode ruimte toenemen met 0,7L.
11. Welke invloed zal een dergelijke toename van de dode ruimte hebben op de
gemeten parameters?
De ERV en IRV zijn eigenlijk groter dan gemeten is aangezien dat de lucht die
achterblijft in de buis niet meegeteld wordt bij de IRV en de ERV.
12. Wat gebeurt er als de proefpersoon via de spirometer zou blijven ademen?
De proefpersoon zal een zuurstoftekort oplopen omdat er minder zuurstof
opgenomen wordt dan zonder spirometer. Dus zal de proefpersoon zich een beetje
slap gaan voelen.
13. Bepaal aan de hand van de vergelijkingen op pp262 jouw FVC, FEV1 en MVV.
het was een jongen jonger dan 25 met een lengte van ongeveer 1,84 m met een
leeftijd van 19 jaar dus dan geldt de formule
FVC:
(0,0774 x ST) – (0,0212 x A) – 7,75
ST: lengte in cm A:
age in years
ST: 184 A: 19
(0,0774 x 184) – (0,0212 x 19) – 7,75= 6,088 6,1L
FEV1:
(0,0566 x ST) – (0,0233 x A) – 0,491 =
(0,0566 x 184) – (0,0233 x 19) – 0,491 = 9,4L
MVV: 40 x FEV1
40 x 9,4=376
Practicum 3 elektrocardiogram
1. Kijk of je de diverse toppen, zoals genoemd in mcArdle, Katch en Katch figuur 16,2
kunt onderscheiden. Maak een foto van het scherm zodat je het later nog eens
terug kunt kijken.
2. Bereken aan de hand van de registratie op het scherm van de setup lead (de V5
afleiding onder aan het scherm) de duur van het QRS-complex, het P-Q-interval en
het Q-T-interval. Maak hiervoor een foto van het scherm. Vergelijk de waarden met
die in het boek. Probeer eventuele verschillen/afwijkingen te verklaren.
3. Geef de relatie aan tussen de diverse toppen van het ECG, het elektrische activatie-
patroon van het hart en de mechanische activiteit van het hart.
4. Tel het aantal R-R-intervallen in 6 seconden. Bereken hieruit de gemiddelde
hartfrequentie per minuut.
3 intervallen in 6 seconde dus in 1 minuut 30 intervallen dus de hartfrequentie is 30
hartslagen per minuut.