You are on page 1of 67

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaao Zaaknummer: KG 58853/2012 Zittingsdatum: 8 november 2012 (14.

00 uur) PLEITNOTA IN KORT GEDING inzake: Roger Bonham; gedaagde in conventie, eiser in reconventie; hierna ook te noemen: Bonham; gemachtigde: de advocaat mr. P.M Noordhoek tegen: Michel Oliemuller; eiser in conventie, gedaagde in reconventie; hierna ook te noemen: Oliemuller; gemachtigde: de advocaat mr. Q.C.O. Girigorie

Edelachtbare, 1. Op 13 augustus jl. heeft Uw Gerecht in eerste aanleg een vonnis gewezen tussen enerzijds Bonham en anderzijds de Stichting Particulier Fonds Vita et Pax (Vita et Pax) en de heer Van Assendelft ("Van Assendelft") (Productie 1) (het "Vonnis"). Bij dit Vonnis is onder meer Vita et Pax veroordeeld tot het betalen aan Bonham van een bedrag van ANG 350.000,=, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 19 november 2009.

2.

Op 28 augustus jl. is dit Vonnis aan zowel Vita et Pax als Van Assendelft betekend (Productie 2).

3.

Vita et Pax noch Van Assendelft heeft tot nu toe n cent van voornoemde veroordeling aan Bonham betaald.

4.

Op 4 oktober jl. heeft de deurwaarder een Mercedes Benz, bouwjaar 2006, nummerplaat H84-23 (de "Auto") gelocaliseerd. Deze Auto werd aangetroffen achter in een loods van het bedrijf EUBA N.V. aan de Franklin D. Rooseveltweg.

5.

De Auto was op die datum - en is dat nog steeds ! - geregistreerd op naam van Vita et Pax (Productie 3). Mede op basis hiervan en uit kracht van het (betekende) Vonnis hiervan heeft de deurwaarder de Auto op diezelfde 4 oktober jl. executoriaal in beslag genomen (productie 1 inleidend verzoekschrift).

6.

Oliemuller voert aan dat de Auto op 15 juli jl. aan hem in eigendom zou zijn overgedragen. Dit is onjuist, en wel op grond van het volgende. (i) Vita et Pax is een Stichting Particulier Fonds dat ingevolge artikel 2:50 lid 5 BW niet bevoegd is om overeenkomsten tot verkoop van autos en/of onroerend goed aan te gaan. Daarmee zou het immers een bedrijf uitoefenen, wat ingevolge het voornoemde artikel 2:50 lid 5 BW niet is toegestaan. Op grond hiervan is iedere vermeende overeenkomst tot verkoop en overdracht van de Auto tussen Oliemuller en Vita et Pax nietig. (ii) De door Oliemuller als productie 2 overgelegde factuur is ondertekend door Van Assendelft. Van Assendelft was echter op de datum van de factuur (15 juli 2012) helemaal geen bestuurder van Vita et Pax. Dat was dochter Rosalinde (Roos) Van Assendelft. Van Assendelft is reeds op 6

januari 2012 uitgeschreven als bestuurder van Vita et Pax, op welke moment de besloten vennootschap IBMC enig bestuurder werd (later aldus weer vervangen door Roos Van Assendelft; Productie 4. Van Assendelft was derhalve op 15 juli 2012 niet bevoegd om Vita et Pax te vertegenwoordigen, dit niet als bestuurder en anderszins is gesteld noch gebleken. Ook is gesteld noch gebleken van enige bekrachtiging van de gestelde overeenkomst tot de verkoop van der Auto door Vita et Pax. Het juridische gevolg van het voorgaande is dat er berhaupt geen overeenkomst tussen Vita et Pax en Oliemuller met betrekking tot de verkoop van de Auto tot stand is gekomen. Daarmee kan ook geen rechtsgeldige overdracht van de Auto hebben plaatsgevonden. (iii) De vermeende "grotere verplichting van Vita et Pax betreffende de overdracht van een onderneming" die volgens Oliemuller aan de overdracht van de Auto ten grondslag zou liggen, is niet zijdens Oliemuller overgelegd, althans de inhoud daarvan niet (vgl. productie 5 inleidend verzoekschrift)1. Ook dit document kan daarmee al geen geldige titel voor een vermeende overdracht van de Auto aan Oliemuller opleveren. Bovendien blijkt uit hetgeen wat nog wel van dit document is overgelegd dat dit slechts een Intentie overeenkomst2 betreft, en dus niet een definitieve overeenkomst. Ook op grond daarvan levert deze vermeende overeenkomst geen titel voor een vermeende overdracht van de Auto aan Oliemuller op. Overigens, als de "grotere verplichting van Vita et Pax betreffende de overdracht van een onderneming" inderdaad een overdracht van de onderneming (stichting particulier fonds) Vita et Pax betreft, zoals Oliemuller dus zelf stelt, is de Auto gewoon in het vermogen van Vita et Pax gebleven en zodoende eveneens niet in eigendom overgegaan naar Oliemuller.
Hoe overigens de overeenkomst betreffende de "grotere verplichting van Vita et Pax betreffende de overdracht van een onderneming" en de factuur van 15 juli 2012 zich tot elkaar verhouden blijft volkomen onduidelijk. 2 Zie ook: (...) hierbij wenst over te nemen (...) .
1

(iv)

Volgens Oliemuller zelf zou de Auto op 15 juli 2012 aan hem zijn overgedragen. Op basis hiervan zou ook de levering van de Auto aan Oliemuller moeten hebben plaatsgevonden op 15 juli 2012. Uit de als Productie 5 overgelegde fotos en de als Productie 6 overgelegde verklaring van deurwaarder Ramazan blijkt evenwel ondubbelzinnig dat de Auto in ieder geval tot en met 28 augustus jl. nog bij het woonadres van Van Assendelft stond en door Van Assendelft in gebruik was (om vervolgens de dag na deze betekening, inclusief bevel tot betaling voor Vita et Pax als sneeuw voor de zon te verdwijnen). Op basis hiervan kan ervan worden gegaan dat ook de voor overdracht vereiste levering van de Auto aan Oliemuller ontbreekt (in ieder geval op de gestelde 15 juli 2012). Ook daarmee kan geen sprake zijn geweest van een overdracht op 15 juli 2012, zoals gesteld door Oliemuller. NB1: Indien en voor zover Oliemuller zich op het standpunt zou stellen dat hij de Auto geleverd heeft gekregen van (een beschikkingsonbevoegde) Van Assendelft en hij als verkrijger te goeder trouw zou worden beschermd, is dit eveneens ten onrechte. Oliemuller stelt immers zelf - zie inleidend verzoekschrift en de factuur van 15 juli 2012 - de Auto gekocht en geleverd te hebben gekregen van Vita et Pax, en dus niet van Van Assendelft. Evenwel alleen in dat laatste geval zou evenwel een beroep bescherming van art. 3:86 BW op kunnen gaan. Bovendien was Oliemuller overduidelijk niet te goeder trouw bij de overdracht van de Auto aan hem, vide ook subonderdeel 11, waardoor een dergelijk beroep eveneens niet op zou gaan. NB2: Er wordt, ondanks een eerder verzoek daartoe zijdens Bonham, ook geen enkel bewijs van betaling van het vermeend betaalde bedrag van ANG 40.000 overgelegd door Oliemuller.

7.

Op basis van het voorgaande heeft er duidelijk geen rechtsgeldige overdracht van de Auto plaatsgevonden. Op grond daarvan liggen de onderhavige vorderingen zijdens Oliemuller reeds evident voor afwijzing gereed.

8.

Indien en voor zover er wel een rechtsgeldige overdracht van de Auto zou hebben plaatsgevonden, uitdrukkelijk quod non, is deze overdracht (c.q. zijn de rechtshandelingen waarop deze overdracht berustte), door Bonham rechtsgeldig ex artikel 3:45 BW vernietigd ("actio pauliana") (productie 5 inleidend verzoekschrift).

9.

De overdracht heeft immers alsdan een onverplichte rechtshandeling betroffen waarvan zowel Vita et Pax als de heer Oliemuller wisten of in ieder geval behoorde te weten dat (en daarvan mogelijk benadeling ook andere van Bonham in in zijn hun verhaalsmogelijkheden schuldeisers

verhaalsmogelijkheden) het gevolg zou zijn. 10. Ten aanzien van Vita et Pax verwijst Bonham daartoe naar het als Productie 1 overgelegde eindvonnis, alsmede het daaraan voorafgegane tussenvonnis d.d. 12 december 2011 (Productie 7). In ieder geval vanaf 12 december 2011 wist(en) Vita et Pax (en Van Assendelft) aldus onmiskenbaar dat Bonham een aanzienlijke vordering op haar had en heeft. Desalniettemin heeft Vita et Pax op 15 juli 2012 willens en wetens en geheel te kwader trouw haar enige vermogensbestanddeel op Curaao, de Auto, aan Oliemuller vervreemd. 11. Maar ook Oliemuller wist duidelijk van voornoemde vorderingen van Bonham op Vita et Pax, en al vr 15 juli 2012, de datum waarop de vermeende overdracht van de Auto zou hebben plaatsvonden. Hiertoe verwijst Bonham naar een verklaring van Oliemuller van 1 april 2012 (Productie 8), nota bene afgegeven ten behoeve van Van Assendelft in de procedure welke heeft geleid tot de vonnissen genoemde (Productie 1 en 6)!. Uit deze verklaring blijkt ondubbelzinnig dat Oliemuller op de hoogte was van de procedure van Bonham

jegens (onder meer) Vita et Pax en de - inmiddels ook in rechte vastgestelde vorderingen van Bonham op Vita et Pax. 12. Daarnaast is de (vermeende) (ver)koopprijs van de Auto ANG 40.000,= ver beneden marktconform. De Auto werd eind 2007 door Vita et Pax aangeschaft voor ANG 214.285,71 en de huidige marktwaarde van de Auto is zeker het dubbele van de gestelde (ver)koopprijs ad. ANG 40.000,= Ook op grond hiervan wist Oliemuller, althans had hij moeten weten dat sprake was van benadeling van een of meerdere schuldeisers van Vita et Pax. 13. Conclusie: indien en voor zover al een rechtsgeldige overdracht van de Auto zou hebben plaatsgevonden, uitdrukkelijk quod non, is deze overdracht rechtsgeldig door Bonham vernietigd. Ook daarmee heeft er geen overdracht van de Auto plaatsgevonden en liggen de vorderingen van Oliemuller evident voor afwijzing gereed liggen. De verklaring van de heer Eudoxie 14. De verklaring van de heer Eudoxie is aantoonbaar onjuist en leugenachtig. (i) Volgens de verklaring van de heer Eudoxie zou de Auto al sinds het begin van dit jaar in zijn bedrijf hebben gestaan. Uit de als Productie 5 overgelegde fotos en de als Productie 6 overgelegde verklaring van deurwaarder Ramazan blijkt evenwel ondubbelzinnig het tegendeel en dat de Auto in ieder geval tot en met 28 augustus jl. nog bij het woonadres van Van Assendelft stond en door Van Assendelft in gebruik was om vervolgens de dag na deze betekening, inclusief bevel tot betaling voor Vita et Pax als sneeuw voor de zon te verdwijnen. (ii) Bij de vermeende vriendschap tussen de heer Eudoxie en de heer Van Assendelft kunnen ook de nodige vraagtekens worden gezet, gelet op de

als Productie 9 overgelegde email van Van Assendelft aan zijn toenmalige vrouw.
Ik vindt Curacao een heel stom neger eiland en wil daar niet langer bij horen of onderdeel van zijn. Het is vreselijk om van een blanke antilliaan met heel veel kennis van zaken, te moeten horen hoe het mogelijk is dat mensen zoals ik zich hier vestige, en zich keer op keer door niksnutten en leeghoofden zo in de maling laten nemen . Voorbeelden te over zie Darrel euba, neem Darrel Pourier of noem maar op wie, allemaal deugen ze in de basis van omgangsvormen niet. Niet een uitgezonderd!

(iii)

De door de heer Eudoxie opgegeven reden voor stalling van de Auto in zijn loods is niet erg geloofwaardig gelet op de auto waarin Van Assendelft zich op dit moment vervoert (Productie 10). NB: Als Oliemuller de Auto op 15 juli 2012 zou hebben gekocht en overgedragen zou hebben gekregen, waarom is de Auto dan vanaf die datum in de loods blijven staan en wordt deze niet door Oliemuller gebruikt?

(iv)

Het zou niet de eerste keer zijn dat Van Assendelft derden valse verklaringen ten behoeve van hem heeft laten afleggen (Productie 11).
Zoals ik u al berichtte wil ik mijn verklaring van 3 augustus 2003, bestaande uit 3 bladzijden, in zijn geheel intrekken. De reden van deze intrekking is dat de inhoud daarvan de werkelijkheid van toen (januari 2003) bijzonder veel geweld aandoet. Tot mijn grote spijt heb ik destijds de betreffende verklaring ondertekend. De tekst is, na taalkundige correctie door mij, geheel van de hand van C.E. van Assendelft van Wijck, hierna te noemen Assendelft. Destijds stond ik onder grote psychische druk van Assendelft. Nu mijn zakelijke relatie met hem sinds 1 april jl. Geheel is beindigd, sta ik niet meer onder zijn invloed en wil ik mijn geweten in het reine brengen.

15.

Conclusie: de verklaring van de heer Eudoxie bevestigt alleen maar de ongegrondheid van de vorderingen van Oliemuller in deze en toont bovendien nog eens de duidelijke kwade trouw in casu van Vita et Pax, Van Assendelft en Oliemuller. De waarde van de Boot

16.

Voor zover Oliemuller betoogt dat Bonham voldoende verhaal op Vita et Pax zou hebben middels een (inmiddels executoriaal geworden) beslag op een boot zich bevindend in Nederland (hoe weet Oliemuller dit?), treft dit betoog in de eerste plaats al geen doel om de eenvoudige reden dat Bonham in beginsel vrij is in zijn keuze van de goederen waarop hij beslag legt en zich verhaald (art. 435 lid 1 Rv).

17.

Daarnaast geldt dat deze boot, waarop inderdaad ook zijdens Bonham beslag ligt, (a) zich in Nederland bevindt en (b) bij een onderhandse verkoop al niet meer zal opbrengen dan maximaal EUR 80.000,= (Productie 12), laat staan bij een executoriale verkoop voldoende zal opbrengen om de volledige vordering van Bonham op Vita et Pax te voldoen. Tevens geldt dat de scheepswerf in Nederland waar de boot ligt ook opeisbare vorderingen op Van Assendelft heeft en uit hoofde daarvan een retentierecht op de boot heeft. De scheepswerf zal zich op basis van dit retentierecht als eerste kunnen verhalen op de opbrengsten van een executoriale verkoop van de boot. Dit maakt temeer dat een executoriale verkoop geenszins voldoende zal opbrengen om de volledige vordering van Bonham op Vita et Pax te voldoen

18.

NB: Overigens zou het voorgaande een verweer betreffen dat hebben niet aan Oliemuller toekomt, maar aan Vita et pax, die geen partij bij deze procedure is.

19.

Algehele conclusie: de vorderingen van Oliemuller liggen evident voor afwijzing gereed.

Additioneel verzoek Bonham 18. Naar de mening van Bonham is in deze, naast het feit dat de vorderingen van Oliemuller op vele gronden niet toewijsbaar zijn, glashelder (geworden) en middels diverse bewijsstukken aangetoond dat aan de zijde van Oliemuller, Vita et Pax en Van Assendelft op diverse fronten kwade opzet in het spel is. Referte naar de integrale inhoud van deze pleitnota, inclusief producties, volstaat daartoe meer dan genoeg. Naar de mening van Bonham betreffen dit zeer kwalijke praktijken. Indien Uw gerecht dienaangaande een zelfde mening is toegedaan, verzoekt Bonham Uw Gerecht eerbiedig om, al dan niet los van de inhoudelijke beoordeling van dit geschil, daaraan minimaal n overweging in het vonnis te wijden. IN RECONVENTIE: 19. Oliemuller stelt het eigendom van de Auto te hebben verkregen (vide diens vorderingen en de overige de inhoud van diens inleidend verzoekschrift). Daarmee zou Oliemuller ook in bezit moeten zijn van de sleutels van de Auto. Tot op heden is afgifte van deze sleutels aan de deurwaarder evenwel geweigerd. 20. Op basis van al hetgeen hiervoor in conventie door Bonham aangevoerd Bonham verzoekt zulks voor zover nodig hier als herhaald en ingelast te beschouwen onthoudt Oliemuller de deurwaarder ten onrechte deze sleutels. Bonham vordert derhalve in reconventie de afgifte van deze sleutels aan de deurwaarder op straffe van een dwangsom. Gelet op al het voorgaande ligt deze vordering in reconventie evident voor toewijzing gereed. MET CONCLUSIE: dat het Uw Gerecht moge behagen om bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

In conventie: Oliemuller niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vorderingen jegens Bonham, althans deze af te wijzen; In reconventie: Oliemuller te bevelen om binnen 2 dagen, althans een door Uw Gerecht in goede justitie te bepalen termijn, na de datum van het in deze te wijzen vonnis de sleutels van de Auto af te geven aan deurwaarder Robertico Alejandrio Ramazan, althans aan diens kantoor gevestigd te Colon Shopping Center Unit 126-128, Curaao, op straffe van een direct opeisbare dwangsom van ANG. 10.000,00 voor iedere kalenderdag, een deel van een kalenderdag daaronder begrepen, dat Oliemuller niet of niet volledig aan deze veroordeling zal voldoen. In conventie en reconventie: met veroordeling van Oliemuller in de kosten van het geding; Curaao, 8 november 2012, De gemachtigde,

P.M. Noordhoek

10

You might also like