You are on page 1of 4

ECLI:NL:RBROT:2023:12162

Instantie Rechtbank Rotterdam


Datum uitspraak 22-12-2023
Datum publicatie 09-01-2024
Zaaknummer 10128012 CV EXPL 22-30182
Rechtsgebieden Verbintenissenrecht
Bijzondere Eerste aanleg - enkelvoudig
kenmerken
Inhoudsindicatie
Beoordeling bewijslevering. Koper is niet geslaagd in het
leveren van bewijs dat auto bij aflevering waterschade had.
Geen reden voor ontbinding koopovereenkomst en
terugbetaling koopprijs.

Vindplaatsen Rechtspraak.nl

Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam

zaaknummer: 10128012 CV EXPL 22-30182

datum uitspraak: 22 december 2023

Vonnis van de kantonrechter

in de zaak van

[eiser01],
wonende te [woonplaats01] ,
eiser,
gemachtigde: mr. J.P. van Veenendaal, advocaat te Den Haag,

tegen
[gedaagde01], die handelt onder de naam[autobedrijf01],
wonende te [woonplaats02] (gemeente [gemeente01] ),
gedaagde,
gemachtigde: mr. J. van Dijk, advocaat te Amsterdam.

Partijen worden hierna [eiser01] en [autobedrijf01] genoemd.

1 De procedure

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:


- het tussenvonnis van 24 maart 2023 en de daarin genoemde processtukken;
- de akte van [eiser01] van 26 april 2023, met bijlagen;
- de akte van [autobedrijf01] van 26 september 2023, met bijlagen;
- het proces-verbaal van het op 26 september 2023 gehouden getuigenverhoor;
- de akte van [eiser01] van 11 oktober 2023, met bijlagen;
- de conclusie na enquête van [autobedrijf01] van 8 november 2023.

De uitspraak van het vonnis is, na aanhouding ter rolle van 8 december 2023, nader bepaald op heden.

2 De verdere beoordeling

2.1. In deze procedure ligt de vraag voor of [autobedrijf01] aan [eiser01] een non-conforme auto heeft
verkocht. [eiser01] vindt van wel en heeft de koopovereenkomst om die reden ontbonden, althans hij
vordert in deze procedure ontbinding. Hij wil de koopprijs van 12.950,- terug, plus de kosten van
transport en de RDW-keuring van de auto.

2.2. In het tussenvonnis is geoordeeld dat [eiser01] moet bewijzen dat de auto bij aflevering door
[autobedrijf01] waterschade had. Ook moet [eiser01] de reparatiekosten bewijzen, omdat de hoogte
van deze kosten van belang is voor de vraag of sprake is van een gebrek aan de auto.

[eiser01] is niet geslaagd in de bewijsopdracht


2.3. Ter uitvoering van de bewijsopdracht heeft [eiser01] zichzelf als getuige doen horen alsmede de heer
[getuige01] , die [eiser01] heeft vergezeld bij de aankoop van de auto. Bij de beoordeling van de
getuigenverklaringen stelt de kantonrechter voorop dat het bij getuigenverklaringen volgens artikel
163 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) moet gaan om aan de getuige uit eigen waarneming
bekende feiten, waarbij die de term ruim moet worden opgevat. Verder geldt dat aan de
getuigenverklaring van een partij zelf volgens artikel 164 lid 2 Rv slechts beperkte bewijskracht
toekomt, in die zin dat haar verklaring omtrent door haar te bewijzen feiten geen bewijs in haar
voordeel kan opleveren, tenzij de verklaring strekt ter aanvulling van onvolledig bewijs.
2.4. De getuige [getuige01] heeft ten aanzien van de waterschade het volgende verklaard:
()
Ik herinner mij dat [eiser01] aan [gedaagde01] gevraagd heeft waarom de auto zo stonk.
[gedaagde01] heeft daarop geantwoord dat dat normaal was, omdat de auto lang had stilgestaan. Ik
heb zelf niets geroken, want ik heb een slecht reukvermogen als gevolg van veelvuldig roken.
Tijdens de gesprekken met [gedaagde01] is volgens mij het woord waterschade niet gevallen.
().

Als partijgetuige heeft [eiser01] voor zover thans van belang het volgende verklaard:

()
In aanvulling op hetgeen namens mij in de processtukken gesteld is, antwoord ik dat tijdens de
gesprekken die ik gevoerd heb met [gedaagde01] bij gelegenheid van de aankoop van de Audi A8 wel
degelijk gesproken is over waterschade. Ik heb [gedaagde01] tot twee keer toe gevraagd of de auto
wellicht waterschade heeft gehad omdat de elektrische bedrading van de beide voorstoelen niet
werkte. [gedaagde01] heeft daarop geantwoord dat hij dat niet wist en dat hij de auto in die staat
gekocht had en hem ook in die staat wilde verkopen.
()
Bij de RDW is een check uitgevoerd naar het chassisnummer. Dat nummer zit onder de motorkap en
ook onder de voorruit. Omdat de keurmeester wilde controleren of dat nummer overeenkwam met het
nummer dat ook vermeld staat onder de dorpel, heeft de keurmeester daar gekeken en geconstateerd
dat de auto zeiknat was. Vervolgens heeft die keurmeester er nog twee collegas bijgehaald en de drie
keurmeesters hebben mij verteld dat de auto waterschade had gehad en dat ik een WOK- melding zou
krijgen op de auto.
().

2.5. Gezien genoemde getuigenverklaringen is [eiser01] naar het oordeel van de kantonrechter niet
geslaagd in het opgedragen bewijs. De getuige [getuige01] heeft helemaal niets kunnen verklaren over
eventuele waterschade aan de Audi en de verklaring van [eiser01] staat geheel op zichzelf, zodat
daaraan geen beslissende betekenis toekomt, mede gezien het bepaalde in artikel 164 lid 2 Rv. Dat er
in zo hevige mate sprake zou zijn van waterschade aan de Audi, zoals [eiser01] heeft gesteld, valt
bovendien op geen enkele wijze te rijmen met het feit dat [eiser01] ook verklaard heeft dat de auto
voor de aankoop op de brug is gezet en dat hij toen de auto samen met [getuige01] bekeken heeft en
toen geen gekke dingen heeft gezien. Het had op de weg van [eiser01] gelegen om uit te leggen hoe
een en ander met elkaar te rijmen valt.

2.6. De door [eiser01] overgelegde e-mails die afkomstig zouden zijn van de RDW kunnen naar het oordeel
van de kantonrechter niet bijdragen aan het te leveren bewijs. Uit de adressering van de e-mails blijkt
dat deze zijn verzonden aan de gemachtigde van [eiser01] . Uit de overgelegde prints blijkt tevens dat
dit een reactie is op een bericht dat aan de RDW is verzonden. Onder beide e-mails staat immers tekst
uit oorspronkelijke bericht is verborgen. In de e-mail van 11 april 2023 om 16.28 uur ontbreekt
bovendien de ondertekening, hetgeen de vraag doet rijzen of deze e-mail maar deels is overgelegd en
welk deel daarvan dan ontbreekt (en waarom). [autobedrijf01] heeft in de akte van 26 september 2023
terecht opgemerkt dat het op de weg van [eiser01] ligt om de gehele e-mailwisseling met de RDW over
te leggen, dus inclusief de berichten die door of namens hem zijn gestuurd. [eiser01] heeft er echter
voor gekozen om dat niet te doen en evenmin voor zijn handelwijze een verklaring te geven in de akte
van 11 oktober 2023 die hij heeft genomen na de gehouden getuigenverklaringen. Onder die
omstandigheden kan de kantonrechter de antwoorden van de RDW niet op waarde schatten, waarbij
nog komt dat de door [eiser01] gestelde e-mailberichten van de RDW sowieso de nodige vraagtekens
oproepen, gezien de opmaak van die berichten en het verschil in lay-out.

2.7. De door [eiser01] bij zijn akte van 11 oktober 2023 overgelegde verklaringen van omwonenden zijn
irrelevant, niet alleen omdat die verklaringen niet onder ede zijn afgelegd, maar bovendien omdat deze
alleen iets zeggen over het stallen van de auto op de oprit van [eiser01] . Cruciaal is echter de vraag of
inderdaad sprake was van waterschade aan de Audi ten tijde van de aankoop op 4 februari 2022. Daar
zeggen deze verklaringen niets over. Bovendien plaatst de kantonrechter vraagtekens bij de
betrouwbaarheid van de schriftelijke verklaringen. Immers zonder nadere verklaring, die echter
ontbreekt, valt niet in te zien hoe de buren van [eiser01] ruim 1½ jaar na dato nog precies kunnen
verklaren op welke datum [eiser01] de Audi gekocht heeft en hoe lang de auto toen bij [eiser01] thuis
onder de carport heeft gestaan.
2.8. Omdat [eiser01] niet is geslaagd in het bewijs dat er sprake was van waterschade ten tijde van de
aflevering, is de hoogte van de herstelkosten niet (meer) relevant. Dat betekent dat de overgelegde
schadecalculatie van Auto Hoogenboom geen verdere beoordeling meer behoeft.

Vorderingen moeten worden afgewezen

2.9. De vorderingen van [eiser01] tot ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van de
koopprijs en gemaakte kosten zijn gebaseerd op de stelling dat sprake is van non-conformiteit van de
auto. Uit het voorgaande volgt dat dit niet is komen vast te staan.
De vorderingen van [eiser01] zullen worden afgewezen.

Proceskosten

2.10. [eiser01] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter
stelt deze kosten aan de kant van [autobedrijf01] tot vandaag vast op 1.386,- aan salaris voor de
gemachtigde (3,5 punten × 396,-). Voor kosten die [autobedrijf01] maakt na deze uitspraak moet
[eiser01] een bedrag betalen van 132,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt
betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist.1

Uitvoerbaarheid bij voorraad

2.11. Dit vonnis wordt wat de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel
233 Rv).

3 De beslissing

De kantonrechter:

3.1. wijst de vorderingen af;

3.2. veroordeelt [eiser01] in de proceskosten, die aan de kant van [autobedrijf01] tot vandaag worden
vastgesteld op 1.386,-;

3.3. verklaart dit vonnis wat de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
51909

1 Hoge Raad 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853

You might also like