You are on page 1of 10

ECLI:NL:GHARL:2023:10778

Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden


Datum uitspraak 19-12-2023
Datum publicatie 27-12-2023
Zaaknummer 200.320.083
Rechtsgebieden Civiel recht
Bijzondere Hoger beroep kort geding
kenmerken
Inhoudsindicatie
Kort geding; hoger beroep; koop onroerend goed;
informatieverplichting van de koper over de herkomst van de
koopsom; internationale bevoegdheid en toepasselijk recht;
poortwachtersfunctie van verkoper en transporterende
notaris; vragen(-formulier) en antwoorden over herkomst
gelden voor koopprijs; tekortkoming koper; nakoming en
spoedeisend belang; omvangrijke boetevordering geen nauw
verwante nevenvordering en niet voldoende spoedeisend

Artikelen 4, 25 en 63 EEX-Vo II

Artikel 3 lid 1 van Rome I

Artikelen 2, 3, 6 en 8 Wwft.

Vindplaatsen Rechtspraak.nl

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem, afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof: 200.320.083


(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem: 406880)

arrest van 19 december 2023

in het kort geding van


B.V. Maatschappij van Onroerende Goederen Het Middenstandshuis
die is gevestigd in Amsterdam
die hoger beroep heeft ingesteld
en bij de voorzieningenrechter optrad als eiseres
hierna: Het Middenstandshuis
advocaat: mr. A.A.L. Oving

tegen

CarSar B.V.
die is gevestigd in Meer-Hoogstraten (België)
en bij de voorzieningenrechter optrad als gedaagde
hierna: CarSar
advocaat: mr. J.W. van Koeveringe

1 Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep

Naar aanleiding van het tussenarrest van 14 maart 2023 heeft CarSar bij rolbericht van 10 oktober 2023
een akte met een productie ingezonden en heeft op 13 november 2023 een mondelinge behandeling bij
het hof plaatsgevonden. Daarvan is een verslag gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd (het proces-
verbaal), met daaraan gehecht de spreekaantekeningen van beide advocaten. Hierna hebben partijen het
hof gevraagd opnieuw arrest te wijzen.
2 De kern van de zaak en de voorgeschiedenis

2.1. Dit kort geding gaat over de afwikkeling van een koopovereenkomst van onroerend goed en de
informatieverplichting van de koper over de herkomst van de koopsom.

2.2. Na een biedingsprocedure heeft Het Middenstandshuis, onderdeel van ING Groep N.V., in een
schriftelijke overeenkomst van 21/22 juni 2022 haar (bank-) kantoorgebouw aan de Veemarkt 2 te Tiel
(inclusief parkeerterrein, hierna ook: het Kantoorgebouw) voor 2.220.000 k.k. verkocht aan CarSar,
over te dragen op 24 juni 2022.1 Vanwege de Wwft-poortwachtersrol van Het Middenstandshuis en van
de transporterende notaris (notaris mr. Van Dijk) heeft haar notariskantoor enkele malen aan
( [naam1] , bestuurder van) CarSar gevraagd om een toelichting op de herkomst van de gelden en bij
e-mail van 22 juni 2022 daarvoor een Engelstalig formulier (verder: het Formulier)2 ter invulling
gezonden. ( [naam1] van) CarSar heeft steeds geantwoord dat het gaat om in de laatste 50 jaar
gespaarde gelden. CarSar heeft het Formulier niet ingevuld teruggestuurd, geen gelegaliseerde
(aankoop)volmacht verstrekt en evenmin 10% van de koopprijs (waarborgsom) noch de koopprijs met
kosten betaald op de notariële kwaliteitsrekening. Nadat de overeengekomen leveringsdatum van 24
juni 2022 was verstreken, heeft Het Middenstandshuis bij, op 11 juli 2022 betekende, brief van 28 juni
2022 CarSar nog vergeefs gesommeerd tot nakoming.3

2.3. Het Middenstandshuis heeft in kort geding veroordeling van CarSar gevorderd tot medewerking aan de
levering van het Kantoorgebouw onder een dwangsom, betaling van de koopprijs met kosten volgens
de nota van afrekening van 2.406.016,554, de contractuele boete van 0,3% per dag over de koopprijs,
buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten.

2.4. Na de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter in haar kortgedingvonnis van 12


oktober 2022 alle vorderingen afgewezen met veroordeling van Het Middenstandshuis in de
proceskosten.

2.5. Daartegen richt Het Middenstandshuis haar hoger beroep met vijf grieven, die zich voor gezamenlijke
behandeling lenen.
In de memorie van grieven heeft zij tevens haar eis gewijzigd, waartegen CarSar geen bezwaar heeft
gemaakt. Het hof vindt dat ook niet in strijd met de goede procesorde, zodat het zal beslissen op de
gewijzigde vorderingen.5
CarSar betwist de grondslag van deze vorderingen en beroept zich inmiddels op buitengerechtelijke
ontbinding van de koopovereenkomst alsmede (tegen de rente- en boetevorderingen) op een
verplichting van Het Middenstandshuis tot beperking van de schade.
3 Het oordeel van het hof

de internationale bevoegdheid en het toepasselijk recht

3.1. CarSar is gevestigd in België, maar heeft volgens het uittreksel uit de Kamer van Koophandel haar
statutaire zetel in Breda.6 Wegens dit laatste heeft zij op grond van artikel 63 lid 1, aanhef en onder a)
EEX-Vo II7 woonplaats in Breda, zodat de rechter in Nederland (rechtbank Zeeland-West-Brabant) op
grond van artikel 4 lid 1 EEX-Vo II bevoegd zou zijn om kennis te nemen van een bodemgeschil.

3.2. In artikel 8 lid 1 van hun schriftelijke koopovereenkomst zijn partijen echter onder meer
overeengekomen:
Voor de kennisneming van geschillen, welke naar aanleiding van dit contract zijn of zullen ontstaan is
het gerecht van de plaats, waar het Verkochte is gelegen, bij uitsluiting bevoegd.
Nu het Kantoorgebouw ligt in Tiel, is de rechtbank Gelderland op grond van dit artikel 8 lid 1 van de
koopovereenkomst in verband met artikel 25 lid 1, aanhef en onder a) EEX-Vo II bevoegd om kennis te
nemen van een bodemgeschil.
Nu die rechter op grond van genoemd artikel 25 bevoegd is om van een bodemgeschil kennis te
nemen, is hij steeds ook bevoegd voorlopige of bewarende maatregelen te treffen.
3.3. In artikel 8 lid 2 van de koopovereenkomst zijn partijen verder overeengekomen:
Op deze koopovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.
Wegens deze rechtskeuze is op grond van artikel 3 lid 1 van Rome I8 Nederlands recht van toepassing.
Bovendien heeft Het Middenstandshuis tegen de kennelijk impliciete toepassing van Nederlands recht
door de voorzieningenrechter geen grief gericht, terwijl CarSar door haar vermelding van diverse
Nederlandse BW-artikelen eveneens in hoger beroep uitgaat van Nederlands recht.

de poortwachtersfunctie van Het Middenstandshuis, onderdeel van ING Groep N.V., en van de
transporterende notaris

3.4. Artikel 14 van de koopovereenkomst luidt:


Het is voor Verkoper - mede uit reputatieoogpunt - van belang dat het Verkochte wordt gefinancierd
met legitiem verkregen middelen. Koper verklaart in dit kader hierbij uitdrukkelijk het Verkochte
uitsluitend met legitiem verkregen middelen te financieren. Koper verplicht zich hierbij op eerste
verzoek van Verkoper, schriftelijk en gedocumenteerd, de herkomst van de middelen waarmee de
koopprijs van het Verkochte ten tijde van de levering wordt voldaan, aan te tonen.
Op grond van de paragrafen 2.1 tot en met 2.3 Wwft (die respectievelijk zien op: cliëntenonderzoek,
vereenvoudigd cliëntenonderzoek en verscherpt cliëntenonderzoek)9 heeft de (transporterende) notaris
ook een poortwachtersrol ter voorkoming van onder meer witwassen: daartoe moet de notaris een
cliëntenonderzoek doen.

de vragen om informatie en de antwoorden

3.5. Per e-mail van 8 juni 2022 heeft de organisator van de biedingsprocedure aan [naam1] bericht dat de
directie van ING de business case had goedgekeurd en dat, nadat ook al eerder de screening positief
was afgerond, de gunning aan CarSar definitief was.10 Maar, al had CarSar op 15 mei 2022 het
(hoogste) bod uitgebracht zonder financieringsvoorbehoud, de positieve afronding van de screening
impliceerde niet, naar CarSar redelijkerwijs behoorde te begrijpen, dat de notaris op grond van haar
eigen poortwachtersrol geen vragen meer zou stellen over de herkomst van de gelden voor de
(aanzienlijke) koopprijs en ook niet dat daarmee al zou zijn voldaan aan een verzoek zoals bedoeld in
artikel 14 van de koopovereenkomst.
3.6. Het notariskantoor heeft aan ( [naam1] van) CarSar meerdere malen gevraagd naar de
totstandkoming van haar bieding en naar de herkomst van de gelden voor de koopprijs.11
Zo heeft het notariskantoor per e-mail van 24 mei 2022 gevraagd naar een toelichting op de wijze van
totstandkoming van de bieding, waarop CarSar per e-mail van 31 mei 2022 heeft geschreven dat de
hoogte van het bod was ingegeven door het gevoel.
Het notariskantoor heeft per e-mail van 10 juni 2022 aan ( [naam1] van) CarSar geschreven:
Er is geen financieringsvoorbehoud opgenomen in de overeenkomst. Wij nemen aan dat de aankoop
uit eigen middelen wordt voldaan, maar horen het graag als dit anders is. Wij ontvangen voor onze
administratie graag een toelichting op de herkomst van de gelden waar de aankoop mee wordt
voldaan.
In de e-mail van 21 juni 2022 heeft het notariskantoor de nota van afrekening ingezonden en opnieuw
gevraagd naar een toelichting op de totstandkoming van het bod en naar de herkomst van de koopprijs
en daarbij ook specifiek naar onderliggende bescheiden gevraagd. Per e-mail van 21 juni 2022 heeft
CarSar geantwoord:
En uw vraag herkomst gelden gespaard de laatste 50 jaar hoe tot stand de prijs? weet ik zelf niet dit is
wat ik er voor overhad en is toch beetje de prijs van deze omgeving of niet? is vraag en aanbod die de
prijs bepaald toch?
Dus dat is mijn antwoord op Uw vraag
Maar de makelaar (de naam graag) mag mij altijd bellen als die een huurder er voor heeft heel graag
Op 22 juni 2022 heeft het notariskantoor in een telefoongesprek met ( [naam1] van) CarSar nog eens
toegelicht dat het ging om de vraag hoe zij aan haar geld kwam en gezegd dat de tot dan toe
verstrekte toelichting niet voldoende was. Daarbij moet worden bedacht dat CarSar pas was opgericht
op 4 november 201912 en dat [naam1] , naar de indruk van het notariskantoor, werkte in de
autohandel, waar veel contant geld omgaat.
Daarop heeft het notariskantoor per e-mail van diezelfde dag aan CarSar bericht: Wij bespraken dat wij
inmiddels meerdere keren bij jou navraag hebben gedaan naar de herkomst van de gelden en de
onderbouwing van de koopsom, omdat wij als notarissen zijn onderworpen aan strenge regelgeving in
dit verband. Helaas hebben wij hier nog niet volledig grip op gekregen. Tijdens ons telefoontje net liet
jij weten dat je niet van plan was om nadere informatie te verstrekken over de herkomst van de gelden
waar jij de aankoop mee financiert anders dan vermeld in onderstaande mail. Bij diezelfde e-mail heeft
het notariskantoor het Formulier Declaration on origins of funds13 aan CarSar gestuurd met de vraag
om dit Formulier gedetailleerd ingevuld en ondertekend te retourneren, tezamen met de daarbij
gevraagde bijlagen. In het Formulier staan uitgebreide en gedetailleerde vragen om zo te achterhalen
hoe CarSar aan de 2.220.000 is gekomen; daarbij wordt ook naar de specifieke achterliggende
documentatie gevraagd.
( [naam1] van) CarSar heeft per e-mail van diezelfde datum geantwoord:
Zo ik u al 3x verteld blijf ons verhaal het zelfde
Mijn werk is hobby dit pand vind ik leuk een hobby ect
Het is niet de eerste keer dat wij gronden of panden kopen (zelf van onze overheid gekocht die komt
niet zo als jullie) maar nu ga U te ver voor mijn doen en heb U dit ook mondeling meegedeeld deze
middag dat wij er dan mee stoppen en de betaling stop zetten naar U
En ik wilde alleen van U voor 16 uur akkoord ja of nee en niet z,n mail dus Uw antwoord is Nee
Is jammer maar zo gaan wij niet verder zo als U weet
Succes met de verkoop
Het notariskantoor heeft per e-mail van 23 juni 2022 CarSar gewezen op de verplichting om de
volgende dag haar medewerking te verlenen aan het ondertekenen van de leveringsakte en
geconstateerd dat het nog niet alle daarvoor benodigde gegevens had ontvangen, te weten een
gelegaliseerde volmacht, het bedrag dat uit de nota van afrekening volgde en inzicht in de herkomst
van de gelden. Daaraan heeft het toegevoegd:
Hierdoor kunnen wij morgen niet overgaan tot ondertekening van de leveringsakte. Wij zullen verkoper
hierover informeren.
Diezelfde dag heeft ( [naam1] van) CarSar per e-mail geantwoord:
Van af begin weet U waar ons geld vandaan komt, U laat iedereen werken mailen ect voor niets
Dan had u van af het eerste moment moet zeggen dat u geen zaken met ons wilt doen, dat u liever
een klant heeft die er 6a8 weken over moet doen voor de hypotheek rond te kunnen krijgen ect
En zo zijn wij niet wij kijken bieden en kopen en betalen
Zal kijken in hoe ver mijn boekhouder en collega,s er mee bezich zijn geweest mocht dit te veel zijn in
mijn ogen zal ik U de rekening hiervan sturen wat U ook kan begrijpt dit antwoord krijgt u vandaag

tekortkoming van CarSar

3.7. CarSar was nog maar kort geleden opgericht, op 4 november 2019. Daarin waren, volgens CarSar,
[naam1] dochters van 15 en 18 de uiteindelijk belanghebbenden. Volgens de jaarrekening over 2021
was CarSar slechts eigenaar van één pand, overstegen haar activa in waarde niet de koopsom en had
zij niet genoeg liquide middelen om de koopprijs te voldoen. [naam1] was, naar de transporterende
notaris begreep, werkzaam in een branche waarin veel contant geld omging. Hij had een onzakelijk
antwoord gegeven over de berekening van de bieding van 2.220.000. Verder is vooral van belang dat
hij op de herhaalde vragen naar de herkomst van de volgens hem in 50 jaar gespaarde omvangrijke
gelden voortdurend ontwijkend geantwoord, onder meer door niet voldoende concreet op te geven
welke transacties in privé en in welke gelieerde vennootschappen in het gespaarde hadden
gecumuleerd.
Onder deze omstandigheden was het notariskantoor vanuit zijn poortwachtersrol zo al niet verplicht
dan toch zeker bevoegd om geen genoegen te nemen met het antwoord dat het hier om in 50 jaar
vergaard spaargeld ging, maar nu een diepgaander onderzoek te verrichten. Aan CarSar kan worden
toegegeven dat het Formulier laat is toegezonden en in het Engels was gesteld. Maar ( [naam1] van)
CarSar had al voordat het notariskantoor het Formulier had gemaild, kenbaar gemaakt dat zij niet van
plan was om de gevraagde informatie over de herkomst van de gelden te verstrekken. Bovendien had
CarSar nu eenmaal zelf ingestemd met de in artikel 5 van de koopovereenkomst afgesproken
leveringsdatum van 24 juni 2022, die ook in de optiek van CarSar ingevolge artikel 6:83 lid 1, aanhef
en onder a. BW een fatale termijn opleverde. Dat betekent dat van haar, zeker nadat [naam1] al een
tijd op de herhaalde vragen ontwijkend had geantwoord, nu een heel voortvarende en adequate
medewerking mocht worden verlangd. CarSar had zich bovendien op grond van artikel 14 verplicht de
herkomst van de gelden gedocumenteerd te onderbouwen. Niet aannemelijk is dat de Engelse taal
waarin het Formulier was gesteld voor ( [naam1] van) CarSar, die sprak over bijstand door een
boekhouder, echt een probleem opleverde. CarSar heeft bovendien niet aangevoerd en het is ook niet
aannemelijk dat zij daarover bij het notariskantoor heeft geklaagd vóór de afgesproken
transportdatum.
Op de mondelinge behandeling heeft [naam1] desgevraagd verklaard dat hij de gelden zelf aan CarSar
zou uitlenen, waarop notaris mr. Van Dijk heeft meegedeeld dat zij, naar het hof begrijpt aanvankelijk,
genoegen zou hebben genomen met een akte of e-mail waarin zon overeenkomst van geldlening werd
bevestigd (of, aldus de memorie van grieven onder 2.15, met jaarrekeningen). CarSar heeft destijds
echter niet verklaard dat zij de koopprijs zou betalen uit zon geldlening, maar integendeel steeds
ontwijkende antwoorden gegeven. Het ligt dan voor de hand dat de notaris naarmate de
beantwoording trager en ontwijkender verloopt, moet doorvragen. Dat heeft het notariskantoor gedaan
en, toen geen bevredigende antwoorden volgden, het transport geweigerd, zodat de
eigendomsoverdracht niet doorging door toedoen van CarSar.

3.8. Al met al heeft CarSar, voorshands geoordeeld, destijds (en ook nu) niet de van haar in redelijkheid te
vergen informatie verstrekt over de herkomst van de gelden voor de betaling van de koopprijs,
hetgeen dan een (toerekenbare) tekortkoming impliceert per de transportdatum van 24 juni 2022. Ook
na de ingebrekestelling van 28 juni 2022 door Het Middenstandshuis heeft ( [naam1] van) CarSar per
e-mail van 29 juni 2022 geweigerd om alsnog af te nemen, hetgeen zij heeft herhaald per e-mail van
13 december 202214 naar aanleiding van een haar toen toegezonden Formulier in het Nederlands.
buitengerechtelijke ontbinding door CarSar van de koopovereenkomst?

3.9. CarSar is zich in dit hoger beroep gaan beroepen op een buitengerechtelijke ontbindingsverklaring van
de koopovereenkomst. Volgens de toelichting op de mondelinge behandeling heeft [naam1] letterlijk
gezegd: Voor mij hoeft het zo niet meer., welke ontbindingsverklaring hij volgens zijn advocaat tot
uitdrukking heeft gebracht in de, hierboven geciteerde, e-mail van 22 juni 2022.
Vooralsnog is niet aannemelijk dat Het Middenstandshuis uit die e-mail al had moeten begrijpen dat
CarSar daarmee de koopovereenkomst buitengerechtelijk wilde ontbinden. In de memorie van
antwoord onder 35 ligt echter alsnog een ontbindingsverklaring besloten. Hoewel (de advocaat van)
CarSar daartoe op de mondelinge behandeling uitdrukkelijk in de gelegenheid is gesteld, heeft deze
niet gereageerd op het verweer van Het Middenstandshuis dat zon ontbindingsverklaring dan in ieder
geval niet is uitgebracht overeenkomstig artikel VI lid 2, aanhef en onder b. van de Algemene
Bepalingen bij de koopovereenkomst (ingebrekestelling bij deurwaardersexploot), waarna pas verzuim
intreedt. Daarnaast moet worden bedacht dat CarSar toen al niet voldeed aan haar verplichting om aan
het notariskantoor tijdig en voortvarend de gevraagde informatie te verstrekken maar ook heeft
geweigerd om de informatie aan te leveren, zodat zij als eerste tekortschoot. Als gevolg daarvan heeft
de notaris terecht geweigerd om de akte van levering te transporteren. Het Middenstandshuis kon dus
niet leveren door toedoen van CarSar.
Voorlopig moet dan ook het beroep van CarSar op een buitengerechtelijke ontbindingsverklaring
worden verworpen.

nakomingsvorderingen en spoedeisend belang

3.10. Het Middenstandshuis mag op grond van artikel VI lid 2, aanhef en onder a. bij de koopovereenkomst
dus nog steeds uitvoering van de koopovereenkomst verlangen. CarSar dient haar verplichtingen uit de
koopovereenkomst alsnog na te komen. Het Middenstandshuis had destijds en heeft daarbij ook nu nog
belang omdat, naar voldoende aannemelijk is, de kantorenmarkt sedert de koopovereenkomst een
voortdurend dalende lijn vertoont, Het Middenstandshuis nog steeds met de nodige kosten zorg moet
dragen voor het, kennelijk leegstaande, Kantoorgebouw waarmee zij niets kan ondernemen en
inmiddels, niet onbegrijpelijk, de vrees koestert dat het kan worden gekraakt. Zij wordt nog steeds
geconfronteerd met de voortdurende weigering tot nakoming. CarSar heeft niets aangevoerd ten
nadele van de solvabiliteits- en liquiditeitspositie van Het Middenstandshuis voor het geval de
bodemrechter anders zou beslissen en restitutie nodig zou zijn. CarSar heeft wel aangevoerd dat
( [naam1] van) CarSar destijds een kandidaat had die het Kantoorgebouw dringend per 1 juli 2022
wilde huren voor 18.000 per maand (exclusief btw en servicekosten) en dat deze, niet bereid tot
wachten, heeft afgehaakt.15 Maar daarbij ziet CarSar over het hoofd dat de overdracht niet doorging als
gevolg van haar eigen tekortkoming. Dat de aankoop na dit afhaken voor CarSar niet interessant meer
was, kan zij niet aan Het Middenstandshuis tegenwerpen. Al met al zijn de vorderingen tot
medewerking aan de eigendomsoverdracht en tot betaling van de koopprijs voldoende spoedeisend.16

nadere beschouwing van de afzonderlijke vorderingen

3.11. Dit betekent dat de vorderingen uit de memorie van grieven onder 7 onder A. en B. tot medewerking
aan de levering en onder C. tot betaling van de koopprijs toewijsbaar zijn zoals hieronder vermeld. De
vorderingen tot medewerking aan de levering zijn voldoende bepaald; CarSar kan uit de
correspondentie met het notariskantoor (in de beslissing hieronder aangeduid als: de Notaris), de
Formulieren en het standpunt van Het Middenstandshuis in beide instanties heel goed begrijpen wat
deze van haar vordert.

3.12. De daarbij onder F. gevorderde dwangsom op de medewerkingsverplichting zal eveneens worden


toegewezen, zij het na verloop van een termijn na de betekening van dit arrest. De oplegging van deze
dwangsom heeft ten doel de werkelijke nakoming te verzekeren van de verbintenis tot medewerking
aan de eigendomsoverdracht.17 Anders dan CarSar, overigens zonder onderbouwing, aanvoert, is de
dwangsomveroordeling in deze omvang passend en redelijk om CarSar te pressen om het
Kantoorgebouw alsnog af te nemen.

3.13. De vordering onder D. tot betaling van de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW is
op grond van het eerste lid ervan toewijsbaar met ingang van de dag volgend op de overeengekomen
transportdatum, dus per 25 juni 2022. Volgens artikel IV lid 3 van de Algemene Bepalingen bij de
koopovereenkomst moest de koopprijs namelijk uiterlijk worden voldaan bij het ondertekenen van de
leveringsakte door creditering van de kwaliteitsrekening. Het beroep van CarSar op haar
ontbindingsverklaring van de koopovereenkomst is hiervoor al verworpen. Verder heeft CarSar
tegenover die rentevordering naar voren gebracht dat Het Middenstandshuis gehouden was om haar
schade te beperken door het Kantoorgebouw opnieuw te koop aan te bieden en te verkopen aan een
derde partij. Maar dit verweer heeft zij pas voor het eerst naar voren gebracht op de mondelinge
behandeling in hoger beroep, zodat dit wegens het uitgangspunt van de zogenaamde
tweeconclusieregel18 buiten behandeling blijft.

3.14. De vordering onder E. tot betaling van de contractuele boete van 0,3% per dag over de koopprijs van
2.220.000, dus 6.660 per dag, vanaf 20 juli 2022 valt vanwege haar omvang, zowel absoluut als
relatief, en het aantal dagen waarover zij wordt gevorderd, zonder nadere toelichting die ontbreekt,
niet te beschouwen als een nauw verwante nevenvordering, die zo maar in het kielzog van de toe te
wijzen vorderingen in kort geding zou kunnen worden meegenomen. Het Middenstandshuis heeft niet
voldoende feiten en omstandigheden gesteld die maken dat haar belang bij betaling van de boete
dusdanig spoedeisend is dat van haar niet kan worden gevergd de uitkomst van een bodemprocedure
af te wachten. Een spoedeisend belang ontbreekt, zeker nu partijen over deze boete (nog) helemaal
niet indringend hebben geprocedeerd. Dat zal alsnog in een bodemprocedure moeten gebeuren. Deze
vordering zal dan ook worden afgewezen.

3.15. De vordering onder G. tot betaling van 12.875 in aansluiting op de BIK-regeling, of een lager bedrag,
wegens buitengerechtelijke (incasso)kosten heeft Het Middenstandshuis gebaseerd op de
correspondentie in de producties 9 en 10 bij de inleidende dagvaarding en op de e-mail van haar
advocaat in productie 15 bij memorie van grieven. De correspondentie in de producties 9 en 10 bevat
de ingebrekestelling van de advocaat van Het Middenstandshuis en verder alleen correspondentie van
het notariskantoor van vóór de overeengekomen transportdatum van 24 juni 2022. De notaris heeft
hier bovendien een eigen verantwoordelijkheid uit de Wwft en gesteld noch gebleken is dat zij de
kosten hiervan heeft doorberekend of zal doorberekenen aan Het Middenstandshuis. Productie 15
betreft een enkele e-mail van de advocaat van Het Middenstandshuis met een verzoek tot verstrekking
door CarSar van de eerder gevraagde informatie. De genoemde ingebrekestelling en e-mail van de
advocaat van Het Middenstandshuis betreffen verrichtingen waarvoor de in de artikelen 237 tot en met
240 Rv bedoelde kosten een vergoeding plegen in te sluiten, zodat daarvoor aan Het Middenstandshuis
geen vergoeding kan worden toegekend.19. Deze vordering zal dus geheel worden afgewezen.

het bewijsaanbod van CarSar

3.16. De kortgedingprocedure leent zich in beginsel niet voor bewijsgaring door middel van
bewijsverrichtingen zoals getuigenverhoren. Het bewijsaanbod van CarSar om getuigen te horen, wordt
daarom gepasseerd.

de conclusie

3.17. Het hoger beroep slaagt grotendeels en de vorderingen zullen worden toegewezen zoals hieronder
vermeld.

3.18. Weliswaar heeft Het Middenstandshuis de Engels- en Nederlandstalige Formulieren pas in hoger
beroep overgelegd, maar het achterwege laten daarvan bij de voorzieningenrechter vormde geen
voldoende reden om de vorderingen af te wijzen. CarSar moest en zal in overwegende mate in het
ongelijk worden gesteld. Daarom zal het hof haar tot betaling van de proceskosten bij de
voorzieningenrechter en in hoger beroep veroordelen. Onder die kosten vallen ook de nakosten die
nodig zijn voor de betekening van de uitspraak en de wettelijke rente daarover. De rente is
verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening.20

3.19. De veroordelingen in deze uitspraak kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de
beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).

4 De beslissing

Het hof:

4.1. vernietigt het vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter in de rechtbank Gelderland,
zittingsplaats Arnhem, van 12 oktober 2022 en beslist als volgt:

4.2. veroordeelt CarSar om mee te werken aan de levering van het Kantoorgebouw aan CarSar door aan de
Notaris te doen toekomen i) een gelegaliseerde (aankoop)volmacht en ii) de naar eerlijkheid en
redelijkheid door CarSar ingevulde versie van (de Nederlandstalige versie van) het Formulier (zoals bij
memorie van grieven overgelegd als de Engelstalige productie 13 en/of de Nederlandstalige productie
15) met daarbij de bewijsstukken waarnaar wordt verwezen in het Formulier;

4.3. veroordeelt CarSar om mee te werken aan de levering van het Kantoorgebouw aan CarSar door
ondertekening van de leveringsakte (die reeds op 10 juni 2022 aan CarSar is toegestuurd; zie voor een
deel ervan productie 12 bij de inleidende dagvaarding) en al die handelingen te verrichten die ten
behoeve van de levering vereist zijn;

4.4. veroordeelt CarSar tot betaling aan Het Middenstandshuis van een dwangsom van 10.000 voor elke
dag of deel daarvan dat CarSar na een termijn van drie weken na betekening van dit arrest niet voldoet
aan een of beide veroordelingen 4.2. en/of 4.3., dit met een maximum van 200.000;
4.5. veroordeelt CarSar tot betaling van 2.406.016,55, welk bedrag dient te worden gestort op de
kwaliteitsrekening van de Notaris (zoals vermeld op pagina 1 van de Koopovereenkomst zie (bedoeld
zal zijn:) productie 8 bij de inleidende dagvaarding), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente
als bedoeld in artikel 6:119a BW over de koopprijs van 2.220.000 met ingang van 25 juni 2022 tot aan
de dag der algehele voldoening;

4.6. veroordeelt CarSar tot betaling van de volgende proceskosten van Het Middenstandshuis tot aan de
uitspraak van de voorzieningenrechter:
5.737 aan griffierecht
103,33 aan kosten voor het betekenen (bekendmaken) van de dagvaarding aan CarSar
1.016 aan salaris van de advocaat van Het Middenstandshuis

en tot betaling van de volgende proceskosten van Het Middenstandshuis in hoger beroep:

11.379 aan griffierecht


103,33 aan kosten voor het betekenen (bekendmaken) van de appeldagvaarding aan CarSar
12.118 aan salaris van de advocaat van Het Middenstandshuis (2 procespunten x appeltarief VIII);

4.7.
bepaalt dat al deze kosten moeten worden betaald binnen 14 dagen na vandaag en dat, als niet op tijd
wordt betaald, die kosten worden verhoogd met de wettelijke rente;

4.8. verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;

4.9. wijst af wat verder is gevorderd.

Dit arrest is gewezen door mrs. C. Bakker, A.W. Steeg en M. Holthuis, is door de voorzitter ondertekend
en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 19
december 2023.

1 productie 8 bij inleidende dagvaarding


2 productie 13 bij memorie van grieven
3 productie 10 bij inleidende dagvaarding
4 productie 7 bij inleidende dagvaarding
5 zie artikel 130 lid 1 in verband met artikel 353 lid 1 Rv
6 productie 2 bij inleidende dagvaarding
7 Verordening (EU) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012
betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in
burgerlijke en handelszaken (herschikking)
8 Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht
dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst
9 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
10 productie 5 bij inleidende dagvaarding
11 producties 5, 8 en 9 bij inleidende dagvaarding
12 productie 2 bij inleidende dagvaarding
13 productie 13 bij memorie van grieven
14 productie 16 bij memorie van grieven
15 zie de verklaring van die kandidaat huurder in productie 2 bij op 10 oktober 2023 toegezonden akte
16 zie voor de belangenafweging HR 29 november 2002, NJ 2003/78
17 zie HR 19 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:579
18 zie HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR2045, HR 22 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3238 en HR
25 november 2022, ECLI:NL:HR:2022:1758
19 artikel 241 Rv
20 HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853.

You might also like