You are on page 1of 35

Deelbestrijdingsplan dijkbewaking

Doc. nummer : 12IT031874 Case nummer : 12.ZK09438

Versie Status Versie 4.0.0. vastgesteld Opgesteld door Eindredactie

oktober 2013, versie 4.5.5. definitief Algemeen Bestuur in mei 2011 afd. Bediening en Beheer: L. Nooteboom C. Verheijen

B.v.Zutven

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

Inhoudsopgave
1. UITGANGSPUNTEN ................................................................................... 3 1.1. INLEIDING DIJKBEWAKING............................................................................... 3 1.2. DOEL ....................................................................................................... 3 1.3. TAKEN WATERSCHAP BRABANTSE DELTA .............................................................. 4 1.4. GEBIEDSINDELING........................................................................................ 4
1.4.1. 1.5.1. Werkgebied dijken ...................................................................................... 4 Afspraken met netwerkpartners .................................................................... 5

1.5. BETROKKEN NETWERKPARTNERS........................................................................ 5 1.6. MAATGEVENDE SITUATIES ............................................................................... 6 2. UITWERKING VAN DE AANPAK PER CORDINATIEFASE ........................... 7 2.1. ALARMERING .............................................................................................. 7 2.2. FASE 0 ..................................................................................................... 9 2.3. CORDINATIEFASE 1 (VERHOOGDE WAAKZAAMHEID) ............................................... 9 2.4. CORDINATIEFASE 2 (VOORZORGSMAATREGELEN) .................................................11 2.5. CORDINATIEFASE 3 (DIJKBEWAKING) ...............................................................12 2.6. CORDINATIEFASE 4 ....................................................................................14 2.7. NAZORG EN EVALUATIE .................................................................................14 3. BIJZONDERE RISICOS, GEVOLGEN EN TE NEMEN MAATREGELEN .......... 16 3.1. DIVERSE FAALMECHANISMEN...........................................................................16 3.2. ALGEMEEN UIT TE VOEREN HANDELINGEN NA HET FALEN VAN EEN WATERKERING ...............16 3.3. TE NEMEN VERBETERINGSMAATREGELEN 3DE RONDE VEILIGHEIDSTOETSING ...................17 3.4. TE NEMEN BEHEERSMAATREGELEN 2DE RONDE VEILIGHEIDSTOETSING ..........................19 3.5. WATERKERENDE KUNSTWERKEN .......................................................................21 3.6. DIJKBEWAKINGSGEBIED TUSSEN WILLEMSTAD EN MOERDIJK .....................................23
3.6.1. Kaart van beheerobjecten tussen Willemstad en Moerdijk .............................. 23 3.6.2. Risicolocaties (kunstwerken, leidingen, e.d.) in primaire waterkering tussen Willemstad en Moerdijk.......................................................................................................... 24 3.6.3. Risicolocaties (kunstwerken, leidingen, e.d.) in compartimenterings-keringen tussen Willemstad en Moerdijk ......................................................................................... 25

3.7. DIJKBEWAKINGSGEBIED TUSSEN MOERDIJK EN WAALWIJK ........................................26


3.7.1. Kaart van beheerobjecten traject Moerdijk tot Geertruidenberg ...................... 26 3.7.2. Kaart van beheerobjecten traject Geertruidenberg tot Waalwijk ...................... 27 3.7.3. Risicolocaties (kunstwerken, leidingen, e.d.) in primaire waterkering tussen Moerdijk en Waalwijk ............................................................................................................. 28 3.7.4. Kunstwerken in compartimenteringskeringen tussen Moerdijk en Waalwijk ...... 32

4.

3.8. SPECIFIEKE LOKALE RISICOS, GEVOLGEN EN MAATREGELEN ......................................33 BIJLAGEN ............................................................................................... 34 4.1. BIJLAGE: WINDKLASSEN ..............................................................................34 4.2. BIJLAGE: SCHADEREGISTRATIEFORMULIER DIJKEN .................................................35

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

1.
1.1.

Uitgangspunten
Inleiding dijkbewaking

Dit Deelbestrijdingsplan Dijkbewaking is onderdeel van het Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta. Naast dit bestrijdingsplan zijn er nog andere Deelbestrijdingsplannen: Zuiveringstechnische werken, waterkwaliteit, waterschaarste, wateroverlast binnendijks en scheepvaart. Dit Deelbestrijdingsplan is een handleiding voor de waterbeheerder hoe te handelen bij gebeurtenissen die zijn onderverdeeld naar de mate van ernst: incidenten, calamiteiten en rampen. In dit Deelbestrijdingsplan zijn algemene informatie, voorbereidingsaspecten, fasering, informatievoorziening en dergelijke met betrekking tot dijkbewaking opgenomen. Geen enkele calamiteit is gelijk, zodat bij de bestrijding ruimte moet zijn voor een flexibele aanpak. Het Deelbestrijdingsplan is daarom nadrukkelijk geen draaiboek dat de medewerkers van het begin tot het einde van de calamiteit bij de hand neemt. Het geeft vooral richtlijnen voor handelen. Dit Deelbestrijdingsplan Dijkbewaking draagt bij aan een beter inzicht in de opschaling, cordinatie, bestrijding, methode en organisatie van personeel en middelen bij een calamiteit of ramp als gevolg van gebeurtenissen met betrekking op hoogwater. Essentieel verschil met de processen uit het Regionaal Basisplan Rampenbestrijding en het Gemeentelijke Rampenplan is de wijze van alarmeren: het waterschap is hierin leidend en het proces van waarnemen en meten behoort tot het domein van het waterschap. De opbouw van het Deelbestrijdingsplan is als volgt: Uitgangspunten; Uitwerking per cordinatiefase; Bijzondere risicos, gevolgen en te nemen maatregelen; Uitgewerkte bijlagen. Het adequaat op gang komen van de bestrijdingsmaatregelen en de wens tot optimaal samenwerken door de betrokken waterbeheerders, gemeenten, brandweer, politie en provincie doet de kans op succes snel toenemen. Dit geeft tevens het belang aan van een parate organisatie en beschikbaarheid van personeel, materieel en materiaal. De wettelijke plicht tot het opstellen van een calamiteitenplan en het houden van oefeningen is vastgelegd in artikel 5.29 van de Waterwet. In het Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta zijn behalve de Deelbestrijdingsplannen ook enkele Supplementen opgenomen zoals een overzichtskaart van het beheergebied, contactgegevens en sjablonen.

1.2.

Doel

Het doel van dit Deelbestrijdingsplan is om aan te geven op welke wijze de bestrijding van binnendijkse wateroverlast als gevolg van hoog buitenwater zoals (dreigende) overstromingen, (dreigende) dijkdoorbraak en de daarmee samenhangende problemen, bestuurlijk en operationeel moeten worden gecordineerd. Een Deelbestrijdingsplan biedt uitvoerende en cordinerende medewerkers van het waterschap ondersteuning bij de bestrijding van een calamiteit. Het geeft zowel het Waterschap Beleidsteam en het Waterschap Operationeel Team als het Waterschap Actie Team inzicht op hoofdlijnen in de mogelijkheden tot bestrijding van een calamiteit, en in hun eigen aandeel daarin. Het biedt tevens inzicht in de wijze waarop bij de bestrijding van een calamiteit met externe partijen wordt samengewerkt en de wijze waarop afstemming met deze partijen plaats heeft. Voornaamste doelgroep van een Deelbestrijdingsplan zijn de medewerkers van het waterschap die de bestrijding uitvoeren en cordineren. Externe partners van het waterschap in de calamiteitenbestrijding zijn eveneens doelgroep van een Deelbestrijdingsplan.

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

1.3.

Taken waterschap Brabantse Delta

Het waterschap heeft vier taken op het gebied van het waterbeheer te weten: 1. de zorg voor waterkeringen; 2. de zorg voor de waterkwantiteit van oppervlaktewaterlichamen en voor het grondwater; 3. de zorg voor de waterkwaliteit van oppervlaktewaterlichamen; 4. de uitvoering van het beheer over de provinciale vaarwegen (rivieren). De uitvoering van deze taak is op grond van de Verordening water Noord-Brabant (in medebewind) opgedragen aan ons waterschap, maar de eindverantwoordelijkheid berust bij de provincie. Ad 1 Waterkering De zorg voor de waterkering houdt in dat de waterkeringen inclusief de daarin gelegen kunstwerken voldoen aan de gestelde veiligheidsnormen. De risicos die aan het uitvoeren van deze taak verbonden zijn, betreffen het optreden van een hogere waterstand dan waarvoor de dijken berekend zijn of het bezwijken van de waterkering of een daarin gelegen kunstwerk, waardoor in het te beschermen gebied overstromingen ontstaan. Ad 2 Waterkwantiteit De zorg voor de waterkwantiteit betreft het regelen en beheersen van het waterpeil in oppervlaktewaterlichamen, op een zodanige manier dat er geen wateroverlast optreedt op plaatsen waar dat niet gewenst is en dat er voldoende water beschikbaar is ten behoeve van de zoetwatervoorziening. De risicos die aan het uitvoeren van deze taak verbonden zijn, betreffen het optreden van wateroverlast bijvoorbeeld ten gevolge van hevige neerslag of watertekort ten gevolge van langdurige droogte. Tevens zijn waterschappen verantwoordelijk voor het grondwaterbeheer inclusief de vergunningverlening voor alle grondwateronttrekkingen voor zover de provincie hier niet verantwoordelijk voor is. Voor de beregening vanuit het grondwater is een beleidsregel vastgelegd. Risico's verbonden aan deze taak is het waarborgen van voldoende grondwater voor alle gebruiksdoeleinden en het waarborgen van voldoende en schoon grondwater in de diepe ondergrond van de bodem ten behoeve van de drinkwatervoorziening. Ad 3 Waterkwaliteit De zorg voor de kwaliteit van het oppervlaktewaterlichaam behelst het transport en het zuiveren van het afvalwater van gemeentelijke rioleringen en bedrijven, het reguleren van lozingen en het nemen van andere maatregelen in het oppervlaktewaterlichaam. De risicos die aan het uitvoeren van deze taak verbonden zijn, betreffen verontreiniging van een oppervlaktewaterlichaam bijvoorbeeld door lozing van afvalstoffen f door een natuurlijke oorzaak of door uitval of ontregeling van een zuiveringstechnisch werk. Ad 4 Vaarwegen De uitvoering van het beheer over de provinciale vaarwegen houdt in dat schepen veilig, vlot en betrouwbaar de aangewezen vaarwegen kunnen bevaren binnen de daar geldende scheepvaartklasse. De risicos die aan het uitvoeren van deze taak verbonden zijn, betreffen aanvaringen met grote materile gevolgen, schade aan sluizen, bruggen, oevers of andere kunstwerken of aanvaringen met grote gevolgen voor mens en milieu.

1.4.

Gebiedsindeling

Waterschap Brabantse Delta heeft ervoor gekozen om voor dijkbeheer (kwantiteitsbeheer) n werkgebied aan te houden omdat dit een specifieke taak is. De primaire en regionale keringen die bij het waterschap Brabantse Delta in beheer zijn liggen dus in n werkgebied. In het supplement Beschikbare kaarten is een overzicht opgenomen van het beheergebied.

1.4.1.

Werkgebied dijken

Volgens het provinciale reglement is het waterschap onder meer belast met de bescherming van het gebied tegen buitenwater. Ingevolge deze taak is waterschap Brabantse Delta verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de waterkeringen, gelegen tussen de Zeeuwse grens en het afwateringskanaal Den Bosch - Drongelen bij Waalwijk. Het werkgebied wordt begrensd: - in het noorden door het Hollandsch Diep, de Amer en de Bergsche Maas; - in het oosten door het Drongelens kanaal, de waterscheidingen in de rest van het gebied richting Tilburg, Baarle-Nassau en Baarle-Hertog; - in het zuiden door de Belgische grens;

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013 in het westen door het Volkerak/Zoommeer, de Schelde-Rijnverbinding en de grens met de provincie Zeeland.

1.5.

Betrokken netwerkpartners

In alle gevallen is bij de bestrijding van calamiteiten een goede samenwerking met andere overheden en instanties onontbeerlijk. Deze organisaties vormen samen een netwerk. Het verschilt per calamiteit welke netwerkpartners betrokken zijn of moeten worden. De volgende instanties hebben veelal een rol bij dijkbewaking in West-Brabant: Rijkswaterstaat / Water Management Centrum Nederland (voor kennis en informatie over het watersysteem) Rijkswaterstaat / Waterkamer (v/h infocentrum binnenwateren: landelijk informatiecentrum voor Nederlandse binnenwateren) Rijkswaterstaat, Waterdienst te Lelystad (i.v.m. hoogwaterberichtgevingen) Rijkswaterstaat, regionale dienst Noord-Brabant Rijkswaterstaat, waterdistrict Noord-Brabant te Tilburg (i.v.m. primaire waterkering afwateringskanaal Den Bosch Drongelen en Marksluis te Oosterhout) Rijkswaterstaat, regionale dienst Zeeland (i.v.m. hoogwater Volkerak-Zoommeer) Rijkswaterstaat, regionale dienst Zuid-Holland (i.v.m. hoogwater Hollandsch Diep, Amer en Bergsche Maas) Rijkswaterstaat, regionale dienst Limburg (i.v.m. waarschuwingen hoogwater St. Pieter en Lobith); Rijkswaterstaat, Hydro Meteo Centrum Zeeland (HMCZ) (peil Volkerak Zoommeer) Rijkswaterstaat Stormvloedwaarschuwingsdienst (SVSD) (onderdeel van Water Management Centrum Nederland) Rijkswaterstaat, Landelijk Cordinatiecommissie Overstromingen (LCO) (zie par. 1.5.1.) MeteoConsult (i.v.m. weersverwachtingen en alarmeringen neerslag) KNMI De Bilt (i.v.m. weerberichten) Ministerie van Defensie (extra inzet van mensen en middelen); Gemeente(n) in bron- en/of effectgebied (bediening keersluizen, AOVer, burgemeester); Waterschap Aa en Maas (Drongelens kanaal) Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Veiligheidsregio Brabant Noord Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid ProRail meld/schakelcentrum Eindhoven (i.v.m. dichten van coupures in spoorlijnen) (zie par. 1.5.10, 3.7, 3.8) Onderhoudsplichtigen van kunstwerken en leidingen in primaire waterkeringen bijv. Buisleidingenstraat, nutsbedrijven , gemeenten (zie par. 3.6 en 3.7) Aannemers/loonbedrijven, o.a. met waakvlamovereenkomst (extra mensen en middelen) Een overzicht van alle netwerkpartners met hun contactgegevens is opgenomen in Supplement 3.

1.5.1.

Afspraken met netwerkpartners

Schutsluis Waalwijkse Haven De schutsluis te Waalwijk is in beheer bij de gemeente Waalwijk. Met de gemeente is overleg gevoerd over de handelwijze bij dijkbewaking. Voor de risicos, gevolgen en maatregelen zie paragraaf 3.7. en 3.8. Waterkering Afwateringskanaal 's-Hertogenbosch - Drongelen De nog bij Rijkswaterstaat in beheer zijnde primaire waterkering van het Afwateringskanaal 's-Hertogenbosch - Drongelen (westelijke dijk) is in de organisatie van de dijkbewaking opgenomen. Dit houdt in dat deze dijk in de inspectieronden van het waterschap meegenomen wordt. Met Rijkswaterstaat is afgesproken dat, als er ongewenste situaties geconstateerd worden, dit wordt doorgegeven aan Rijkswaterstaat Tilburg. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid blijft bij Rijkswaterstaat. Coupure spoorlijn Oosterhout Lage Zwaluwe Met de NS is afgesproken dat wanneer de primaire kering doorbreekt de coupure (S64-13a) ter hoogte van de dijkkruising van de spoorlijn Oosterhout Lage Zwaluwe binnen 12 uur gesloten moet zijn. Melden bij: het schakel-meldcentrum Eindhoven van ProRail. Voor contactgegevens zie Supplement 3. Voor de risicos, gevolgen en maatregelen zie paragraaf 3.7. en 3.8. Coupure spoorlijn Breda - Rotterdam De spoorlijn Breda Rotterdam kruist ter hoogte van Zevenbergschen Hoek de Bredasedijk. In deze dijk is een coupure (S55-27). Met de NS is afgesproken dat bij een eventuele wateroverlastsituatie de coupure binnen 24 uur gesloten dient te zijn.

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013 Melden bij: het schakel-meldcentrum Eindhoven van Prorail. Voor contactgegevens zie Supplement 3. Voor de risicos, gevolgen en maatregelen zie paragraaf 3.7. en 3.8. Hoogwaterberichtgeving van Rijkswaterstaat Bij hoge waterstanden op de Maas en Rijn ontvangt het waterschap automatisch berichten van Rijkswaterstaat. In fase 0 ontvangt het waterschap en voorwaarschuwing. Als peilen bereikt worden die horen bij cordinatiefasen 1, 2 of 3 en 4 ontvangt het waterschap een alarmering. Voor een overzicht zie paragraaf 2.1. Rijkswaterstaat, Landelijk Cordinatiecommissie Overstromingsdreiging (LCO) Als er situaties zijn met extreem hoge waterstanden die mogelijk leiden tot overstromingsdreiging is er een noodzaak tot landelijke cordinatie van de crisisbeheersing. Het adviesorgaan LCO, met daarin deskundigen van het KNMI, Rijkswaterstaat en de waterschappen, komt dan in beeld. De LCO is verantwoordelijk voor een uniforme, landelijke informatievoorziening en advisering met betrekking tot (de gevolgen van) tot hoogwater of stormvloed. De LCO neemt zelf geen besluiten. De LCO ontvangt haar informatie over afvoeren, waterstanden, de toestand van de waterkeringen etc. van waterschappen en regionale diensten van RWS. De volgende afspraken zijn daarover gemaakt: - zodra het LCO actief is (regionaal of landelijk) stuurt de wachtdienst Kwantiteit situatierapporten naar het LCO; - problemen met keringen die tot crisissituaties kunnen leiden worden direct aan het LCO gemeld; - zodra het LCO actief is zorgt het LCO voor een direct contactpersoon voor het waterschap; - zodra het LCO actief is zorgt het waterschap voor een direct contactpersoon voor het LCO; De LCO vormt een landelijk beeld en verspreidt berichten daarover naar de waterschappen en regionale diensten van RWS die in het bedreigde gebied liggen. De regionale waterbeheerders informeren vervolgens de Veiligheidsregio(s) in hun beheersgebied. Het waterschap helpt de veiligheidsregio bij de interpretatie van het landelijk waterbeeld. Zie ook het landelijk draaiboek hoogwater en overstromingen in de calamiteitenruimte. Voor contactgegevens van het LCO: zie Supplement 3.

1.6.

Maatgevende situaties

Bij dreigend gevaar voor overstroming is het waterschap verplicht de waterkeringen te bewaken. Als gevolg van het Volkerak/Zoommeer is de kans op hoge waterstanden (gedeelte tussen de Zeeuwse grens en Willemstad) zeer klein. Hier wordt geen dijkbewaking ingesteld. Tussen Willemstad en Waalwijk kunnen wel sterk verhoogde waterstanden voorkomen; enerzijds door invloed van waterstanden op zee met de bijbehorende getijdenbeweging, anderzijds door grote rivierafvoeren van Maas en Rijn of een combinatie van beide. Door de recent uitgevoerde dijkversterkingen is de kans op overstroming aanmerkelijk kleiner geworden. In het gebied van de benedenrivieren kunnen hoge waterstanden optreden door: hoge rivierafvoeren van de Maas en/of de Rijn; verhoogde waterstanden op zee ten gevolge van storm; in combinatie van hoge afvoer en storm.

Beide situaties kunnen zowel afzonderlijk als gelijktijdig optreden. De invloed van de zee is op de Bergsche Maas tot voorbij Waalwijk merkbaar. Hoogwatersituaties op het buitenwater kunnen gevolgen hebben voor de waterbeheersing binnendijks.

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

2.

Uitwerking van de aanpak per cordinatiefase

Binnen het calamiteitenzorgsysteem van waterschap Brabantse Delta worden de volgende cordinatiefasen onderscheiden: Fase 0 dagelijkse werksituatie Cordinatiefase 1 cordinatie op operationeel niveau Cordinatiefase 2 cordinatie op tactisch niveau Cordinatiefase 3 cordinatie op strategisch niveau (n gemeente) Cordinatiefase 4 cordinatie op strategisch niveau (meerdere gemeenten) De bevoegdheid tot opschaling naar cordinatiefase 1 ligt bij met de Operationeel Leider. De bevoegdheid tot opschaling naar cordinatiefase 2 ligt bij samenspraak met de voorzitter van het WBT (de dijkgraaf). De bevoegdheid tot opschaling naar cordinatiefase 3 ligt bij met de Operationeel Leider. De bevoegdheid tot opschaling naar cordinatiefase 4 ligt bij samenspraak met de burgemeester. de voorzitter van het WAT in samenspraak de voorzitter van het WOT (de OL) in de voorzitter van het WBT in samenspraak de voorzitter van het WBT (de dijkgraaf) in

De calamiteitenorganisatie wordt niet verder opgeschaald of afgeschaald dan nodig is. Ook al wordt volgens een protocol een bepaalde cordinatiefase bereikt dan is het niet per se noodzakelijk om het bij die cordinatiefase behorende cordinatieteam (WAT/WOT/WBT) te activeren. (Bijvoorbeeld als een alarmeringsfase wordt bereikt maar er zijn geen extra bestrijdingsmaatregelen nodig of als de calamiteit van zeer korte duur is).

2.1.

Alarmering

Het opstarten van de daadwerkelijke bestrijding van een incident of calamiteit begint met een melding. Waterstanden Meldingen over hoge waterstanden die tot calamiteiten kunnen leiden worden op verschillende manieren ontvangen: 1) Via RWS: a) De Waterdienst te Lelystad geeft een hoogwaterbericht/alarmering af als er bij een of meerdere telemetrie meetpunten op de Maas en/of Rijn een waterstandoverschrijding heeft plaatsgevonden. b) RWS dienst Limburg geeft een voorwaarschuwing of een alarmering af als bepaalde waterstanden worden bereikt bij de meetpunten St. Pieter en Lobith. c) De Stormvloedwaarschuwingsdienst (SVSD) van RWS geeft een voorwaarschuwing of een alarmering af als een verhoogde waterstand op de Noordzee verwacht wordt en als bepaalde waterstanden worden bereikt bij de meetpunten Hoek van Holland en Keizersveer. d) Het is mogelijk via Actuele Waterdata van Rijkswaterstaat (www.actuelewaterdata.nl) informatie in te winnen over het waterstandverloop van de rijkswateren. e) Daarnaast kan bij de Dienst Zuid-Holland informatie opgevraagd worden over de te verwachten waterstanden langs het Hollandsch Diep, de Amer en de Bergsche Maas. De voorwaarschuwingen en alarmeringen komen via een telemetriesysteem binnen bij de pikettelefoons en de emailadressen van Contactcentrum/Cordinatiewacht en de Wachtdienst Waterkwantiteit. 2) Via telemetriesysteem TMX van waterschap Brabantse Delta: Op drie locaties die langs de grote rivieren gelegen zijn, zijn door het waterschap waterstandmeetpunten ingericht ten behoeve van dijkbewaking. Het betreft de locaties Moerdijk (Sluis Roode Vaart), Lage Zwaluwe en Keizersveer (Schipdiep). Als een alarmgrens overschreden wordt, ontvangen de pikettelefoons van de wachtdienstmedewerkers peilbeheer in Noordoost en Zuidwest een melding.

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013 In onderstaande tabel staan per meetpunten de (verwachte) waterpeilen vermeld die horen bij de cordinatiefasen 1, 2, 3 en 4 en de toetspeilen die gelden in 2011 Waterstanden in m + N.A.P Naam Voorwaarschuwing meetpunt Lobith 15.00 St. Pieter 45.90 Hoek van 2.20 Holland waarschuwingspeil Dordrecht Rak noord (Willemstad) Moerdijk Lage Zwaluwe Keizersveer 2.00 Waalwijk * Heesbeen

Cordinatie fase 1

Cordinatie fase 2

Cordinatie Fase 3 en 4

Toetspeilen 2011

2.80 alarmeringspeil 2.50 1.75 1.85 1.95 2.10 3.90 4.10

2.00 2.10 2.20 2.35 4.15 4.35

2.25 2.35 2.45 2.60 4.20 4.60

2.60 2.70 2.80 3.40 4.90 5.10

* Er is momenteel geen meetpunt Waalwijk op de Maas en die moet er wel komen. Bovenstaand meetpunt wordt voorlopig herleid (niet rekenkundig) vanuit meetpunt Heesbeen. Taakgroep Hydrometrie gaat onderzoeken wat hydrologisch en praktisch gezien de beste locatie is voor dit nieuwe meetpunt Waalwijk en gaat daarover een advies geven. Ook wordt bekeken wat er al aan meetlocaties aanwezig is.

Vanaf het hoogwaterseizoen 2009 vindt de regionale hoogwaterberichtgeving (via RWS dienst Limburg) als volgt plaats op basis van afvoer te St. Pieter: Attendering 1000 m3/s Voorwaarschuwing 1 bij 1250 m3/s Voorwaarschuwing 2 bij 1500 m3/s. Weersomstandigheden Het waterschap betrekt zijn informatie over weersomstandigheden die tot calamiteiten kunnen leiden, op verschillende manieren: de landelijke weerberichten die worden uitgegeven door het KNMI te De Bilt. Alarmering Meteo Consult (www.neerslag.nl): Dagelijks ontvangt de Wachtdienst Kwantiteit per email overzichten van de weersomstandigheden en de neerslagverwachting voor de regios Tilburg, Breda en Bergen op Zoom. Het weerbedrijf Meteoconsult geeft daarnaast een alarmering bij een kans van minimaal 30% op: a) neerslag van 20 mm binnen 6 uur of b) neerslag van 40 mm binnen 24 uur. De alarmeringen van Meteo Consult komen binnen bij de pikettelefoon en het emailadres van: 1) de Cordinatiewacht en 2) de wachtdienstmedewerkers peilbeheer Noordoost en Zuidwest. Het Contactcentrum/de Cordinatiewacht licht hierna telefonisch in: * 3) de Operationele Wacht en 4) de Wachtdienst Waterkwantiteit die vervolgens de internen en externen informeert, zoals vermeld in de adreslijsten van de Wachtdienst Kwantiteit. * Indien de alarmering in de nacht binnenkomt maakt de Cordinatiewacht een inschatting of het noodzakelijk is om de melding direct door te geven of dat het kan wachten tot de volgende ochtend. De ontvanger van de melding dient onmiddellijk het Contactcentrum/de Cordinatiewacht te verwittigen, die 24 uur bereikbaar is. Deze maakt een eerste inschatting van de aard en omvang van het incident of calamiteit. Hij alarmeert op basis daarvan onmiddellijk de interne medewerkers en eventuele externe instanties die de gebeurtenis zo adequaat mogelijk kunnen bestrijden. Als hij de situatie inschat op cordinatiefase 1, 2, 3 of 4 dan dient de calamiteitenorganisatie te worden opgestart. Hij alarmeert dan de voorzitter van het WAT en brengt hem op de hoogte van de locatie, aard en omvang van het incident of calamiteit. In het supplement Procedure Melding, Alarmering en Opschaling is de procedure uitgebreid beschreven.

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

2.2.

Fase 0

In fase 0 is geen bijzondere cordinatiestructuur nodig. Het incident betreft een gebeurtenis die in de normale operationele werkzaamheden van het waterschap kan en zal worden opgelost. De wachtdienstmedewerkers handelen het incident af. Bij iedere gebeurtenis of calamiteit draagt het waterschap zorg voor VEILIGE werkomstandigheden. Dit geldt voor de eigen medewerkers, maar ook bij opdrachtverstrekking aan externe partijen. Hiervoor gelden de van toepassing zijnde instructiekaarten uit het Handboek Veilig Werken op Waterweb. In onderstaande tabel staan de waterstanden vermeld, waarop de hoogwaterberichtgeving door Rijkswaterstaat opgestart wordt. Deze voorwaarschuwingen komen via een telemetriesysteem binnen bij de pikettelefoons en de emailadressen van Contactcentrum/Cordinatiewacht en de Wachtdienst Waterkwantiteit. Als n van deze meldingen is ontvangen, is er in het beheergebied van het waterschap nog geen alarmerende situatie aanwezig. In deze fase hoeven nog geen specifieke bestrijdingsmaatregelen genomen te worden. Waterstanden in m + N.A.P Naam meetpunt Waarschuwings-peil in (fase 0) St. Pieter 45,90 m + NAP Lobith 15,00 m +NAP Hoek van Holland 2,20 m +NAP

Van fase 0 is sprake wanneer waterpeilen worden verwacht zoals hiernaast is aangegeven. Voor het totaal overzicht van de peilen per cordinatiefase zie tabel in paragraaf 2.1. Alarmering.

2.3.

Cordinatiefase 1 (verhoogde waakzaamheid)

In deze cordinatiefase van verhoogde waakzaamheid is sprake van een beheersbaar incident dat leidt tot een mogelijke verslechtering van de situatie maar waarvan de gevolgen overzienbaar zijn. Deze situatie kan zich voordoen als gevolg van: verhoogde waterafvoer van de grote rivieren Rijn en/of Maas a.g.v. hevige neerslag of smeltwater; noordwester storm (bijlage 4.1); verhoogde waterstand op zee. Waterstanden in m +N.A.P Naam meetpunt Cordinatiefase 1 Hoek van Holland 2.80 alarmeringspeil Dordrecht 2.50 Rak noord 1.75 (Willemstad) Moerdijk 1.85 Lage Zwaluwe 1.95 Keizersveer 2.10 Waalwijk 3.90 Heesbeen 4.10

Van deze cordinatiefase is sprake wanneer waterpeilen worden verwacht zoals hiernaast is aangegeven. Voor het totaal overzicht van de peilen per cordinatiefase zie tabel in paragraaf 2.1. Alarmering. Indien bij Hoek van Holland een peil wordt verwacht van 2.80 m + N.A.P., dan wel bij Dordrecht een peil van 2.50 m + N.A.P., dan wordt dit 12 uur voordat het betreffende hoogwater optreedt door de S.V.S.D. gemeld met daarbij het advies "Dijkbewaking".

De waterstand bij Hoek van Holland van 2.80 m + N.A.P. geldt voor het westelijk gedeelte van Nederland en leidt niet automatisch tot hoge waterstanden op het Hollandsch Diep en de Amer. De waterstand van 2.50 m + N.A.P. bij Dordrecht kan wel tot hoge waterstanden leiden en aanleiding zijn om de dijken te gaan bewaken. Of tot daadwerkelijke dijkbewaking wordt overgegaan hangt af van de waterstanden op de grote rivieren. De verantwoordelijkheid voor het beoordelen van de toestand en de bestrijding ligt bij het afdelingshoofd Bediening en Beheer. De beoordeling geschiedt aan de hand van opgetreden en verwachte waterstanden. Deze situatie blijft bestaan tot het kantoor berichten uitbrengt, waarin is aangegeven of waaruit kan worden afgeleid dat het W(aarschuwings)-peil is bereikt of dat de normale situatie weer is bereikt. In deze cordinatiefase wordt het WAT geactiveerd door de voorzitter van het WAT. Het WOT en WBT zijn niet actief in deze cordinatiefase 1 maar worden wel genformeerd: de voorzitter van het WOT (Operationeel Leider) en de calamiteitencordinator worden informatief door de WAT-

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013 voorzitter op de hoogte gehouden. De voorzitter van het WBT (dijkgraaf) wordt altijd genformeerd door de operationeel leider zodat deze altijd weet wat er in het gebied aan de hand is. Samenstelling WAT Het WAT bestaat uit: - Voorzitter - Plotter (statusbordschrijver). Deze rol kan ook door een van de andere deelnemers vervuld worden. - Notulist / administratieve en secretarile ondersteuning - Vakinhoudelijke deskundigen waaronder een dijkenspecialist en de Wachtdienst Waterkwantiteit. In hoeverre andere vakinhoudelijke deskundigen (tijdelijk) zitting hebben in het WAT wordt bepaald door de WAT-voorzitter. Taken WAT in cordinatiefase 1 Het Waterschap Actie Team houdt zich bezig met de operationele aspecten die bij de bestrijding van een calamiteit een rol spelen. Het WAT stuurt de daadwerkelijke uitvoering van de bestrijdingsmaatregelen door de buitendienstmedewerkers en de door het WAT ingeschakelde aannemers, loonwerkers e.d. in het veld aan. Taken voorzitter WAT: De voorzitter van het WAT heeft tot taak het cordineren van de daadwerkelijke uitvoering van de bestrijdingsmaatregelen in het veld en de aansturing ervan zoals: - het op- en afschalen van een calamiteit, in samenspraak met de Operationeel Leider; - het (indien nodig) instellen van een zgn. denktank die technische, juridische en/of financile scenarios kan schetsen en voorleggen aan het WAT - het vaststellen van overlegmomenten en wie daaraan moeten deelnemen; - het vaststellen van het WAT-verslag waarin o.a. de genomen besluiten zijn vastgelegd; - het periodiek informeren van de Operationeel Leider over de stand van zaken d.m.v. het verslag; - het leggen van contact met het WOT als van de bestaande tactiek moet worden afgeweken (bijv. door beperkte beschikbaarheid personeel of middelen, knelpunten, de prognose van grote gevolgen door bestrijdingsmaatregelen, etc.); - het ondersteunen van het WOT bij het bepalen van mogelijke oplossingen; - het cordineren van de bestrijdingsmaatregelen in het veld; - het raadplegen van de Preventiemedewerker voor veilige arbeidsomstandigheden; - het zonodig aanvragen van extra personele en materile bijstand bij het sectorhoofd; - het zonodig (bij overbelasting van het Contactcentrum/de Cordinatiewacht) inrichten van een callcenter, via de wachtdienst Facilitaire Zaken en in overleg met de Operationeel Leider. (De wachtdienst FZ belt een telefoniste die vervolgens zorgt voor bemensing van het telefoonteam); - het zonodig regelen van catering, via de wachtdienst Facilitaire Zaken; - overleg/communicatie met netwerkpartijen op uitvoerend niveau. Taken vakinhoudelijke deskundigen: Het Waterschap Actie Team houdt zich bezig met de operationele aspecten die bij de bestrijding van een calamiteit een rol spelen zoals: - het contact en aansturing (eventueel via de teamcordinator en zijn ondersteuners) van de veldmedewerkers ten behoeve van de uitvoering van de bestrijdingsmaatregelen; - samenwerking en afstemming met externe uitvoerende organisaties; - het initiren en interpreteren van onderzoek; - het (laten) uitvoeren en interpreteren van metingen; - het vastleggen en inschatten van geleden of veroorzaakte schade; - het informeren van de contactpersoon verzekeringen bij de afd. FEZ over schade en ongevallen; - het verzamelen van relevante gegevens en feiten en het zo nodig instellen van een onderzoek hiernaar (BOA) i.v.m. kostenverhaal en het zonodig voorbereiden en uitvoeren van de bestuursrechtelijke handhaving (spoedeisende bestuursdwang). De BOA beoordeelt of er procesverbaal moet worden opgemaakt in verband met overtredingen; - het adviseren van de WAT-voorzitter over (verwachte) feiten, maatregelen, knelpunten en alle mogelijke oplossingen. - het verzorgen van de nodige documentatie (WAT-verslag, kaartmateriaal etc.); - het bijhouden van een activiteitenlogboek door de afzonderlijke WAT-leden. Daarnaast de specifieke taken met betrekking tot dijkbewaking zoals: - situatierapporten mailen naar het LCO en zorgen voor een contactpersonen voor het LCO (zie par. 1.5.1.) - het bijhouden en verstrekken van weervoorspellingen, waterstandsgegevens, neerslaggegevens, waterstandvoorspellingen;

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

10

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013 het opstellen en verzenden van hoogwaterberichten door de wachtdienst kwantiteit. Vanaf cordinatiefase 1 worden de betrokkenen, die in de adreslijsten binnenwater en buitenwater van de Wachtdienst Kwantiteit staan vermeld, per email en per brief ingelicht, waaronder de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, het ontvangen van hoogwaterberichten van RWS en de Stormvloedwaarschuwingsdienst (SVSD); het verzoek aan RWS om scheepvaartbericht te publiceren als keersluis Schipdiep gesloten moet worden (door Contactcentrum); het (laten) uitvoeren van inspecties aan waterkeringen (zie bijlage 4.2); het (laten) uitvoeren van inspecties van keermiddelen; het monitoren watersystemen; het informeren van aannemers waarmee een waakvlamovereenkomst afgesloten is; het doormelden van ontvangen meldingen aan peilbeheerders en - afhankelijk van de te verwachten cordinatiefase - ook aan de WAT-voorzitter; het leggen van een link met het Deelbestrijdingsplan Wateroverlast binnendijks en mogelijk ook andere Deelbestrijdingsplannen; het raadplegen van hoofdstuk 3 (Bijzondere risicos, gevolgen en maatregelen);

2.4.

Cordinatiefase 2 (voorzorgsmaatregelen)

Cordinatiefase 2 treedt in werking als een gebeurtenis heeft plaatsgevonden die moeilijk onder controle is te krijgen en waarbij de situatie dreigt te verslechteren. Vaak heeft de gebeurtenis gevolgen voor het gehele waterschap of een groot deel daarvan. Hierdoor is aanvullende cordinatie nodig op tactisch c.q. sectorniveau. Waterstanden in m +N.A.P Naam meetpunt Rak noord (Willemstad) Moerdijk Lage Zwaluwe Keizersveer Waalwijk Heesbeen Cordinatiefase 2 2.00 2.10 2.20 2.35 4.15 4.35 Van deze cordinatiefase is sprake wanneer waterpeilen worden verwacht zoals hiernaast is aangegeven. Voor het totaal overzicht van de peilen per cordinatiefase zie tabel in paragraaf 2.1. Alarmering. In deze cordinatiefase wordt het WOT geactiveerd door de voorzitter van het WOT (de Operationeel Leider) op advies van de voorzitter van het WAT.

Het WBT is niet actief in cordinatiefase 2 maar de voorzitter van het WBT (dijkgraaf) wordt wel op de hoogte gehouden door de Operationeel Leider.
Samenstelling WOT Het WOT bestaat uit: 1. Sectorhoofd Watersystemen = Operationeel Leider, tevens voorzitter van het WOT 2. Communicatieadviseur 3. Calamiteitencordinator in de rol van procesbewaker en plotter 4. Notulist / administratieve en secretarile ondersteuning 5. Eventuele andere afdelingshoofden of vakspecialisten. De Operationeel Leider bepaalt, in overleg met de calamiteitencordinator, in hoeverre afdelingshoofden of vakspecialisten als adviseur zitting hebben in het WOT. Te denken valt aan afdelingshoofden Handhaving, Advies en Ondersteuning, Bediening en Beheer, Onderhoud of Kennis en Advies. Taken WOT in cordinatiefase 2 Het WOT heeft de volgende algemene taken: - De operationele leiding van de calamiteitenbestrijding en het regelen van alles voor zover dat valt binnen het bestaande beleid en de beschikbare bevoegdheden. - Het formuleren van tactische maatregelen dat wil zeggen de vertaling van strategie naar richtlijnen voor de uitvoering; - Het inschakelen van het WAT en het cordineren van de inbreng vanuit het veld bij de bestrijdingsactiviteiten. - Het nemen van besluiten die op managementniveau genomen moeten worden en die niet gedelegeerd kunnen worden aan de voorzitter van het WAT. - Het toetsen van de door het WAT aangedragen beslispunten aan de doelstellingen die vanuit het bestaande beleid of de strategie van het WBT zijn vastgesteld. - Het toevoegen van de juridische en communicatieve context, aan het technisch-inhoudelijk voorstel van het WAT.

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

11

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013 Het inlichten van het Openbaar Ministerie gebeurt op advies van Juridische Zaken en wordt besloten in het WOT na overleg met de dijkgraaf. Het beoordelen van de effectiviteit van de genomen maatregelen en het maken van prognoses over de ontwikkeling van de calamiteit. Het bijhouden van een activiteitenlogboek door de afzonderlijke leden van het WOT. Het adviseren van het WBT c.q. voorstellen doen voor de door het WBT te nemen besluiten (bijv. over het aanvragen van personele en materile bijstand van elders). Het eventueel opschalen naar cordinatiefase 3 (advies aan WBT) of afschalen naar cordinatiefase 1 (besluit). Als de Veiligheidsregio eveneens is opgeschaald dan gebeurt de op- en afschaling in afstemming met de Veiligheidsregio. Het (laten) uitvoeren van de nazorg, eventueel door het instellen van een projectteam nazorg). Het (laten) uitvoeren van de evaluatie in opdracht van de werkgroep Calamiteiten Zorgsysteem (CZS).

Het WOT heeft de volgende communicatietaken: - cordineren van interne en externe communicatie: o periodiek informeren van het WBT; o contact onderhouden met het veld via het WAT; o onderhouden van contacten en afstemmingsoverleg met externe betrokken organisaties op tactisch cordinerend niveau (bijv. ROT); o informeren van de Ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid van een betrokken gemeente door de calamiteitencordinator; o contact onderhouden met betrokken waterschapsafdelingen; - opstellen van een communicatiestrategie en kernboodschap; - beoordelen van het verslag van de operationele leiding op communicatieaspecten; - adviseren rondom communicatieve implicaties van de gekozen tactiek in het WOT en voorstellen aandragen om hiermee om te gaan; - afstemmen met n of meerdere ondersteunende communicatiemedewerkers die de uitvoerende werkzaamheden op voorlichtingsgebied uitvoeren (opstellen persberichten, kernboodschap, te woord staan burgers, opstellen van informatie die via Internet en Intranet verspreid worden, media watching, afhankelijk van de beschikbaarheid van gekwalificeerde voorlichters. Specifieke taken van het WOT m.b.t. dijkbewaking: - het treffen van voorbereidingen voor een in te stellen dijkbewaking; - eventueel verhogen van de frequentie waarmee hoogwaterberichten worden verspreid (min. 1x/dag). Specifieke taken van het WAT m.b.t. dijkbewaking in cordinatiefase 2: Idem als cordinatiefase 1 met de volgende aanvullingen: - het informeren en het uitbrengen van adviezen aan het WOT; - het uitvoeren van opdrachten en besluiten vanuit het WOT; - het controleren of alle keermiddelen in de primaire waterkering gesloten zijn; - inspectie primaire keringen (waar hoge waterstanden zijn); - inspectie primaire kering langs Drongelens kanaal; - gereed zetten en controleren van calamiteitenmiddelen; - mogelijk drukloos zetten van alle hoge drukleidingen in de primaire kering; - hoogwaterberichtgeving: wanneer cordinatiefase 2 op meerdere meetpunten wordt bereikt, worden minimaal 1x per dag hoogwaterberichten uitgegeven van de actuele situatie n van de verwachtingen.

2.5.

Cordinatiefase 3 (dijkbewaking)

Cordinatiefase 3 treedt in werking als een gebeurtenis heeft plaatsgevonden die dreigt te escaleren en/of waarbij maatregelen gewenst zijn waarin het vastgestelde beleid niet voorziet of die strijdig zijn met dit beleid. De belangen van het waterschap en die van de directe omgeving (binnen n gemeente) kunnen of zullen worden geschaad. Hierdoor is nadrukkelijke cordinatie nodig tussen het waterschap en de algemeen bestuurlijke omgeving (gemeente en provincie). Vooral afstemming op bestuurlijk niveau (burgemeester en dijkgraaf) is nodig. Waterstanden in m +N.A.P Naam meetpunt Cordinatiefase 3+4 Rak noord 2.25 (Willemstad) Moerdijk 2.35 Lage Zwaluwe 2.45 Keizersveer 2.60 Waalwijk 4.20 Heesbeen 4.60

Van deze cordinatiefase is sprake wanneer waterpeilen worden verwacht zoals hiernaast is aangegeven. Voor het totaal overzicht van de peilen per cordinatiefase zie tabel in paragraaf 2.1. Alarmering.

In deze cordinatiefase wordt het WBT geactiveerd. Of daadwerkelijk deze cordinatiefase ingesteld wordt, wordt besloten door de voorzitter van het WBT (dijkgraaf) op advies van de voorzitter van het WOT (Operationeel Leider).
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2 12

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013 Ramp In artikel 1 van de Wet Veiligheidsregios wordt een ramp aangemerkt als een zwaar ongeval of een andere gebeurtenis waarbij het leven en de gezondheid van veel personen, het milieu of grote materile belangen in ernstige mate zijn geschaad of worden bedreigd en waarbij een gecordineerde inzet van diensten of organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. Als de betrokken burgemeester de situatie beoordeelt als een (dreigende) ramp of een niet beheersbare situatie kan hij beslissen tot opschaling naar GRIP 3 (dreigende) ramp. Dat betekent dat de betrokken burgemeester het opperbevel heeft. Het waterschap behoudt dan wel zijn eigen verantwoordelijkheid voor de hem toegewezen taken. Het invullen van deze taken verloopt altijd in overleg met de betrokken burgemeester. Samenstelling WBT Het WBT bestaat uit: 1. Dijkgraaf, tevens voorzitter van WBT en eindverantwoordelijke; 2. Secretaris-Directeur (secretaris/adviseur) 3. Operationeel Leider (OL) 4. Hoofd van de afdeling Communicatie = voorlichter 5. Calamiteitencordinator = procesbewaker + plotter (statusbordschrijver). 6. Notulist / administratieve en secretarile ondersteuning 7. Eventuele andere sector- of afdelingshoofden. In hoeverre anderen (tijdelijk) zitting hebben in het WBT wordt bepaald door de voorzitter van het WBT. 8. In geval van permanente dijkbewaking: vertegenwoordiger van de provincie, afdeling water van bureau waterschappen; vertegenwoordiger van de Regionale Brandweer Midden- en West-Brabant via GMK; Taken WBT in cordinatiefase 3 Algemene taken van het WBT: het in bestuurlijke zin leiding geven aan de calamiteitenorganisatie; het formuleren van nieuw beleid en strategien met betrekking tot de bestrijding van een calamiteit(zonodig in samenspraak met andere organisaties), zoals het stellen van doelen, benaderingswijzen in grote lijnen, het beschikbaar stellen van (bijbehorende) middelen; het bewaken van de juiste gang van zaken tijdens de calamiteitenbestrijding (kwaliteitszorg); het initiren van de nazorg en de evaluatie; het aanvragen van personele en materile hulp van elders, voor zover dit niet geschiedt op operationeel niveau. de bestuurlijke afstemming met externe bestuurders; eventueel zorgen voor een liaison (verbinding) naar de crisisstaf van de burgemeester of van de Commissaris van de Koning; de dijkgraaf stemt indien nodig af met de HID van de regionale dienst Rijkswaterstaat en via de HID met de DG-Rijkswaterstaat; het informeren van de burgemeester (gemeentebesturen), de regionale brandweer en overige betrokken instanties; het inbrengen van het waterschapsbeleid en -deskundigheid indien wordt samengewerkt met andere bestrijdingsorganisaties. het bewaken van het imago van de calamiteitenorganisatie en het waterschap; het bijhouden van een logboek door de afzonderlijke leden van het WBT; het terugschalen van de calamiteitenorganisatie naar cordinatiefase 2 of lager. het instellen van gebiedsbewaking als er sprake is van mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid; het op de hoogte stellen van de veiligheidsregio van een besluit tot gebiedsbewaking; bij GRIP 3: deelnemen aan het Gemeentelijk Beleidsteam door de dijkgraaf als de burgemeester daartoe verzoekt. Communicatietaken van het WBT: De communicatieadviseur / afdelingshoofd communicatie adviseert het WBT over de communicatiestrategie en de daaraan verbonden consequenties; het vaststellen van de communicatiestrategie voor zover deze niet is gegeven in het communicatieplan en waar nodig bijstellen; de woordvoering; het geven van voorlichting aan bevolking en media; afstemming met andere organisaties t.b.v. eenduidige berichtgeving; bij GRIP 3: de communicatieadviseur levert samen met de voorlichter van de gemeente een bijdrage aan de voorlichting. Voor meer informatie over de communicatie wordt verwezen naar het Supplement Communicatieplan.

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

13

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013 Specifieke taken van het WBT m.b.t. dijkbewaking in cordinatiefase 3: de burgemeester verzoeken om wegen af te sluiten voor doorgaand verkeer; het alarmeren van de voorzitter van de Veiligheidsregio MWB door de dijkgraaf van het waterschap. Bij dergelijke waterstanden is er sprake van een ernstige dreiging en dienen de Veiligheidsregios maatregelen te nemen met het oog op de veiligheid van mensen en dieren; het alarmeren van overige betrokken bestuurders van externe instanties door de dijkgraaf; het alarmeren van de Ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid van de betrokken gemeente(n) door de calamiteitencordinator. Algemene taken van het WOT in cordinatiefase 3: Idem als cordinatiefase 2 met de volgende aanvullingen: het geven van een briefing door de OL in het WBT zodat het WBT een goed beeld kan schetsen van de operationele context, de juridische en communicatie-implicaties; de voorbereiding van besluitvorming op bestuurlijk niveau met een goede onderbouwing tbv de briefing van OL aan het WBT; het informeren en het uitbrengen van adviezen aan het WBT voor de door het WBT te nemen besluiten (bijv. over het aanvragen van personele en materile bijstand van elders); het vertalen van de besluiten van het WBT in instructies voor de uitvoerende organisatie; zonodig een overleg initiren met de Veiligheidsregio (brandweer, gemeente, politie). Specifieke taken van het WAT m.b.t. dijkbewaking in cordinatiefase 3: Idem als cordinatiefase 1 en 2 met de volgende aanvullingen: - in het geval er overgegaan wordt tot daadwerkelijke dijkbewaking worden de Veiligheidsregio en de regionale brandweren onmiddellijk op de hoogte gesteld.

2.6.

Cordinatiefase 4

Cordinatiefase 4 treedt in werking als de gebeurtenis voldoet aan een of meerdere criteria die horen bij de definitie van een ramp (zie paragraaf 2.5) en waarvan het effectgebied in meerdere gemeenten valt. Als niet beheersbare situaties ontstaan kan op beslissing van de voorzitter van de Veiligheidsregio opschaling plaatsvinden naar GRIP 4 (dreigende) ramp. Dat betekent dat binnen de bestuurlijke kolom een Regionaal Beleidsteam (RBT) actief kan zijn. De dijkgraaf is adviseur van de RBT-voorzitter (= voorzitter van Veiligheidsregio). Het waterschap behoudt bij een ramp wel zijn eigen verantwoordelijkheid voor de hem toegewezen taken met betrekking tot de technische zorg voor de waterstaatswerken. Het invullen van deze taken verloopt altijd in overleg met de betrokken burgemeesters. Taken WBT in cordinatiefase 4 - Idem als cordinatiefase 3. - Bij GRIP 4: deelnemen aan het Regionaal Beleidsteam (RBT) door de dijkgraaf als de voorzitter van de Veiligheidsregio daartoe verzoekt. Taken WOT in cordinatiefase 4 Idem als cordinatiefase 3. Taken WAT in cordinatiefase 4 Idem als cordinatiefase 3.

2.7.

Nazorg en evaluatie

Nazorg Onderdelen van de nazorg zijn: a) personele aspecten zoals zorg voor het personeel dat bij de calamiteitenbestrijding betrokken is geweest. Te denken valt hierbij aan regeling overuren en toepassen slaapurenregeling maar ook bijv. psychosociale hulp door gespecialiseerde hulpverleners in situaties waarbij medewerkers zijn geconfronteerd met traumatiserende ervaringen, oververmoeidheid, stress etc.; b) juridische aspecten zoals het verhalen van kosten, de afhandeling van (schade)claims, behandelen van bezwaar en beroep en het rechtvaardigen van het gevoerde beleid; c) financile aspecten zoals betaling van facturen en schadevergoedingen; d) waterstaatkundige aspecten zoals herstel van schade, bewaking en inspecties in het veld; e) afronding van voorlichting over de calamiteit. De cordinatie van de diverse activiteiten vindt plaats door de Werkgroep Calamiteitenzorg in het kader van de integrale calamiteitenzorg.

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

14

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013 Evaluatie Na gehele afschaling van een calamiteit wordt zo spoedig mogelijk door de calamiteitencordinator een schriftelijke evaluatie opgesteld met als doel na te gaan welke zaken goed gaan en welke leerpunten getrokken kunnen worden voor de calamiteitenorganisatie. Indien wenselijk wordt ook gevalueerd met betrokken externe partijen om te komen tot een gezamenlijke, integrale evaluatie van de calamiteit. De evaluatierapporten worden voorgelegd aan de werkgroep CZS die nagaat op welke wijze de leerpunten kunnen worden omgezet in positieve resultaten. De verbeterpunten worden zo nodig verwerkt in het Calamiteitenplan, Deelbestrijdingsplannen en Supplementen.

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

15

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

3.
3.1.

Bijzondere risicos, gevolgen en te nemen maatregelen


Diverse faalmechanismen

Hoewel de primaire waterkeringen een hoge mate van veiligheid bezitten kunnen bepaalde omstandigheden ertoe leiden dat een waterkering faalt met als gevolg dat er schade optreedt. De omstandigheid dat er een schade optreedt kan worden veroorzaakt door verschillende factoren. Doordat er tijdens een stormvloed een intensieve controle op de primaire waterkeringen plaatsvindt kan een aantal vormen van schade en falen vroegtijdig worden gesignaleerd. Kennis over de verschillende vormen van falen van een waterkering(en) is van belang. Vooral medewerkers in de dijkbewakingsorganisatie moeten deze kennis bezitten. Vroegtijdige signalering van de voorkomende faalmechanismen kan erger voorkomen omdat er dan snel een gerichte herstelactie kan worden ingezet en optredende schade kan worden beperkt. Men moet zich er echter van vergewissen dat niet alle vormen van falen voorspelbaar zijn en dat dit ook kan voorkomen op onverwachte momenten als er geen dijkbewakingsorganisatie actief is. Overigens kunnen ook andere waterkeringen zoals regionale waterkeringen, boezemkaden en waterscheidingen falen in hun doelstelling. Hier vindt echter geen intensieve bewaking plaats tijdens hoogwater. Een korte opsomming van de verschillende vormen van een falende waterkering zijn: overstroming van een waterkering; stabiliteitverstoring; piping; zettingvloeiing; erosie dijkbekleding; graverijen door schadelijk wild; aanvaringsschade; verkeersschade; disfunctioneren van vreemde elementen in de waterkering; moedwillige vernielingen. Deze faalmechanismen worden in aanvullende hoofdstukken nader uitgewerkt, waarbij tevens oplossingen worden aangegeven die kunnen leiden tot herstel of stabilisatie van het probleem.

3.2.
-

Algemeen uit te voeren handelingen na het falen van een waterkering

Zodra een primaire waterkering dreigt te bezwijken, door welke oorzaak dan ook, moet worden vastgesteld binnen welk compartiment van het dijkringgebied een inundatie zal plaatsvinden. Er moet vervolgens een inschatting worden gemaakt van het bergend watervolume in het compartiment en de mogelijke op te treden waterhoogte in dat gebied. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de inundatiekaarten, die per compartiment beschikbaar zijn. De aanwezige kunstwerken in de regionale waterkeringen die het compartiment omsluiten moeten worden gesloten. De burgemeester(s) van het betreffende gebied moet(en) worden gewaarschuwd, waarbij een advies kan worden verstrekt van de mogelijk snelheid waarbinnen inundatie plaats zal vinden en de verwachte inundatiehoogte. Er moet een inschatting worden gemaakt of de hoogte van de regionale waterkering om het bedreigde compartiment, voldoende hoog is. Zonodig moeten op de lage gedeelten van de regionale waterkering verhogingen worden aangebracht. Zodra een waterkering dreigt te overstromen of overstroomt, moet worden vastgesteld welk dijkringgebied wordt bedreigd. Getracht moet worden het hoge waterpeil voor de waterkeringen te verlagen. Verhoog de waterkering ter plaatse van het overstromende deel. Het binnentalud van de overstromende waterkering moet worden verdedigd tegen erosie; het aanbrengen van een kunststof filterdoek is een hiervoor geschikt middel. Beperk het inundatiegebied door het afsluiten van duikers, verhogen van waterscheidingen enz. Er moet echter altijd een belangenafweging plaatsvinden of dit gewenst is. Zoveel als mogelijk moet worden getracht de energietoevoer via kabels, trafos enz. naar de poldergemalen in bedrijf te houden zodat de wateroverlast kan worden beperkt.

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

16

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

3.3.

Te nemen verbeteringsmaatregelen 3de ronde Veiligheidstoetsing

Nog te nemen verbeteringsmaatregelen uit 3de ronde Veiligheidstoetsing waterkeringen Traject Dijkring 34 Tussen Willemstad Noordschans (Bovensluisgemaal Nierveart) Amertak Westzijde Gemaal Tonnekreek Gemaal Moerdijk Schutsluis Roodevaart Opmerking/probleem Binnenwaartse stabiliteit en piping Bekleding (opsluitconstructie) Kwel / piping Kwel / piping Waaierdeur slecht (hoogwaterkering sluiten bij hogere buitenwaterstand dan toetspeil RWK) Lengte (m) 3500 3250 -

Dijkring 34a Amertak Oost Haven Amercentrale + Scheepswerf Dongemond Oude inlaat EPZ Dijkring 35 Domboschdijk West P39 Damwand OBC P35 Riooloverstort Gooikensdam Keerdeuren schutsluis Waalwijk Bekleding (incl.uitstroom gemaal) en noordelijk deel ook hoogte Hoogte en bekleding Stabiliteit en constructie 2820 685 -

Hoogte (bekleding binnendijks) Stabileit damwand Afsluiting Kwaliteit deuren

400 110 -

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

17

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

18

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

3.4.

Te nemen beheersmaatregelen 2de ronde Veiligheidstoetsing

Bij de cordinatie fase 1 (punt bij Keizersveer) voorzorgsmaatregelen nemen. Bij de cordinatie fase 2 (punt bij Keizersveer) verscherpte monitoring (dijk trac => binnendijks/piping probleem) Bij waterstanden hoger dan NAP + 2.40 m de volgende maatregelen nemen: 1. Klei afdamming tussen hm P37007 en P37008, tot 10 cm beneden maaiveld. 2. De stuw ter hoogte van hm P37003 dicht zetten en het slootpeil opzetten tot NAP.

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

19

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

20

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

3.5.

Waterkerende kunstwerken

Aandachtspunten bij dijkbewaking zijn de waterkerende kunstwerken, die in de waterkering gelegen zijn. Het betreft de grote waterkerende kunstwerken sluis Roode Vaart, Bovensluis bij Willemstad, keersluis Schipdiep, keersluis Lage Zwaluwe, de Amersluis (en in mindere mate schutsluis Waalwijkse haven en de Marksluis). Daarnaast zijn er een aantal kleinere kunstwerken gelegen in de waterkering, die genspecteerd dienen te worden of ze tijdens hoog water gesloten zijn. Keersluizen In fase 0 dienen de keermiddelen bij verhoogde waterstanden op het Hollands Diep in de primaire waterkeringen gesloten te zijn. Keersluizen worden door de beheerders bij de hieronder genoemde waterstanden gesloten: Naam keersluis Sluis Roode Vaart Keersluis Bovensluis Keersluis Schipdiep Keersluis Lage Zwaluwe Amersluis Sluitpeil 1.60 m + N.A.P. 1.60 m + N.A.P. 1.50 m + N.A.P. 1.60 m + N.A.P. 1.75 m + N.A.P.

Hollandsch Diep Hollandsch Diep Bergsche Maas Amer Amer

Als de keersluis Schipdiep gesloten is, is er geen scheepvaart mogelijk van het Oude Maasje naar de Bergsche Maas en andersom. Als deze situatie zich voordoet tussen 6.00 uur en 22.00 uur en langer duurt dan 6 uren, moet door de afdeling bediening en beheer (contactcentrum of cordinatiewacht) contact worden opgenomen met Rijkswaterstaat Tilburg, die er vervolgens voor zorgt dat er een scheepvaartbericht wordt gepubliceerd. Amersluis (spuisluis) De Amersluis staat in normale omstandigheden open waardoor het heersende tij op de rivier de Amer vrij de Haven van Hooge Zwaluwe in en uit kan stromen. Hierbij wordt uitgegaan van een peil op de rivier tot 0.80 +NAP. Als het peil op de Amer hoger komt dan 0.80 +NAP en hoger is dan het peil van de Haven, dan gaat de schuif automatisch dicht zodat water van de rivier niet de Haven kan binnenstromen. Als het peil op de rivier lager is dan in de Haven gaat de schuif automatisch open zodat water vanuit de Haven kan uitstromen naar de rivier. Deze situatie is belangrijk om zoveel mogelijk waterberging te creren op de Haven van Hooge Zwaluwe. Indien het waterpeil van de Haven hoger komt dan 1.80 +NAP kan een maalstop worden afgekondigd. Zie daarvoor het Deelbestrijdingsplan Wateroverlast binnendijks (paragrafen 3.2.3 en 3.5). Marksluis Oosterhout De Marksluis (P34-2) in Oosterhout is onderdeel van de primaire waterkering. Deze sluis is in beheer bij Rijkswaterstaat (Dienstkring Waterwegen Noord-Brabant te Tilburg).

Sluitings- en Bedieningsprotocollen
Voor het sluiten van keersluizen en andere kunstwerken zijn door de afd. Bediening en Beheer sluitingsprotocollen opgesteld, die gehanteerd moeten worden bij hoge waterstanden op de benedenrivieren. Van de hierna volgende kunstwerken zijn protocollen beschikbaar in de digitale map G:\Algemeen\CalamiteitenInfo\sluitings- en bedieningsprotocollen.

dijkvak P1 P3 P5 P8 P10 P17 P18

Sluitingsprotocollen Gemaal De Pals Gemaal Zoute Sluis Gemaal Prins-Hendrikpolder Schutsluis Benedensas Uitwateringssluis Benedensas Vierlinghsluis Manderssluis Inlaatsluis Westbeer Stadsesluis Willemstad Inlaatsluis Bovensluis Gemaal Tonnekreek Gemaal Niervaert Schutsluis Roode Vaart

P19 P22

dijkvak P32 Gemaal Plukmade Gemaal Horsten P33 Inlaatwerk Houtse Steeg P34 Marksluis Inlaatduiker Oosterhout P30 Inlaat / gemaal Rivierkade P31 Gemaal Middelschans P35 Inlaat Snijders Riooloverstort Gooikensdam Inlaat Oranjepolder Riooloverstort Wilhelminakanaal Kanaalstraat Riooloverstort Wilhelminakanaal Oost P36 Duiker Hillenput

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

21

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013 P23 Gemaal (hoofdriool) Moerdijk Gemaal (hoofdriool) Hollandsch Diep Gemaal Schuddebeurs Keersluis Lage Zwaluwe Amersluis Inlaatwerk Herengracht Bedieningsprotocollen Keersluis Lage Zwaluwe Keersluis Schipdiep P38 P39 P41 P47 P49 P51 Gemaal Westpolder Gemaal Dombosch Gemaal Keizersveer Keersluis Schipdiep Gemaal Overdiep Schutsluis Waalwijk

P24 P26 P27

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

22

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

3.6.
3.6.1.

Dijkbewakingsgebied tussen Willemstad en Moerdijk


Kaart van beheerobjecten tussen Willemstad en Moerdijk

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

23

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

3.6.2.

Risicolocaties (kunstwerken, leidingen, e.d.) in primaire waterkering tussen Willemstad en Moerdijk


Afsluitmiddel / Niet aanwezig, Spindelschuif + 2 eiken schuiven Dubbel werkende schuif Buis ligt boven MHW Niet aanwezig, Afsluiter in put, Afsluiter 350 in put 2 stel puntdeuren Afsluiter in put, Schuif en vlinderklep terugslagklep Schuif en vlinderklep terugslagklep Onbekend, Onbekend, Onbekend, Onderhoudsplichtigen DPO te Noordwijk Gemeente Moerdijk Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta Camping Bovensluis Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta Camping Bovensluis Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta Bureau Stichting Buisleidingenstraat Bureau Stichting Buisleidingenstraat Waterschap Brabantse Delta en industrieschap Moerdijk Brabant Water Bureau Stichting Buisleidingenstraat William Vermunt: 0623115099 Waterschap Brabantse Delta

Nr. P16-1 P17-1 P17-2

Soort Olieleidingen (2x) Rioolpersleiding 100 mm Inlaat Willemstad (Stadsesluis)

P17-3 Inlaatsluis Westbeer Willemstad P17-4 Gemaal Willemstad P18-1 Effluentleding RWZI Willemstad (drukleiding) P18-2 Rioolpersleiding P18-3 Effluentleiding RWZI P18-4 Uitwateringssluis Bovensluis P18-5 Rioolpersleiding P18-6 Gemaal Tonnekreek P19-1 Gemaal Niervaert P20-2 Diverse leidingen in landelijke leidingenstraat P21-1 Diverse leidingen in landelijke leidingenstraat P21-2 Diverse leidingen in landelijke leidingenstraat P21-3 Diverse leidingen in landelijke leidingenstraat P21-4 Diverse leidingen in landelijke leidingenstraat

Onbekend, Onbekend,

P22-1 Schutsluis Roode Vaart Drukloos maken in fase 2

Hefdeur en waaierdeuren + extra (betonnen) schotbalken

Sluiting / drukloos maken door: WBD: Watersystemen WBD: Zuivering Onderhoud door derden Geen sluitmiddel/niet zichtbaar (meenemen dijkinspectie)

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

24

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

3.6.3.
Nr. S12-12-1

Risicolocaties (kunstwerken, leidingen, e.d.) in compartimenteringskeringen tussen Willemstad en Moerdijk


Soort Uitwatering / inlaat sluis Sabinapolder Afsluitmiddel Spuisluis met 2 kokers voorzien van deuren en schuiven (noodvoorziening) Schuif 3,5 x 3,0 m Onbekend, Buitenzijde houten schuif dunne Plaat stalenschuif Onbekend, 2x afsluitbaar, aluminium spindel schuif 0,5 x 0,5 m, 1x staal uitlaat, 2x terugslagklep, 2x vlinder afsluiter in gemaal Onbekend, Onbekend, Onbekend, Onbekend, Afsluiter Terugslagklep + 2x afsluitbaar Onbekend, Onbekend, Onderhoudsplichtigen Waterschap Brabantse Delta

S14-14-1 S110-33 S110-34 S110-35 S110-36 S110-38

Inlaatsluis Fort de Hel Zinker water Inlaat Molenvliet Betonnen duiker 0,3 m t.b.v. buitengorzen Zinker benzine Inlaat Eendracht

Waterschap Brabantse Delta Brabant Water Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta

S110-39 S110-39-A S110-39-B S110-39-C S109-40 S109-41 S109-42 S109-43 S109-44 S109-45

Zinker gas 3 stuks leidingen vuilwater CSM Beton riool Pers riool Inlaat (t.h.v. provinciale weg) Gemaal Schansdijk/Dikkedijk Zinker benzine Zinker waterleiding + P.N.E.M. Duiker + zinker D.S.M. Duiker Vogeltje

Intergas CSM Dinteloord Gemeente Moerdijk Gemeente Moerdijk Gemeente Moerdijk Waterschap Brabantse Delta

Brabant Water en ESSENT D.S.M. Waterschap Brabantse Delta

S109-46 S109-47

Duiker 0,5 m Gemaal Roode Vaart inlaat 0,5 m Zinker drinkwater Uitlaat duiker of binnendeur Sluis Het Wachtertje Molenvliet (Hoogstraat) Inlaat (Stoofdijk) Duiker 0,3 m (Tonse dijk)

S109-48 S53-49 S49-50 S49-51 S43-52 S41-53

Afsluitbaar d.m.v. houten schot afsluitbaar midden op de dijk d.m.v. ijzeren schuif Schuif + spindel Stalen terugslag klep met ontluchting, spindel en schuif Niet direct afsluitbaar, Klep Houten schuif Sponning aanwezig IJzeren schuif met staaldraad H.D.P.E. schuif met vergrendeling Schuif + spindel Schuif + spindel

Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta

Brabant Water Sluis Roode Vaart Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta Gemeente Moerdijk Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta

S40-54 Duiker (Droge dijk) S39-55 Duiker (Stadse dijk) Drukloos maken in fase 2

Sluiting / drukloos maken door: WBD: Watersystemen WBD: Zuivering Onderhoud door derden Geen sluitmiddel/niet zichtbaar (meenemen dijkinspectie)

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

25

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

3.7.
3.7.1.

Dijkbewakingsgebied tussen Moerdijk en Waalwijk


Kaart van beheerobjecten traject Moerdijk tot Geertruidenberg

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

26

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

3.7.2.

Kaart van beheerobjecten traject Geertruidenberg tot Waalwijk

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

27

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

3.7.3.

Risicolocaties (kunstwerken, leidingen, e.d.) in primaire waterkering tussen Moerdijk en Waalwijk


Soort Rioolpersleiding Moerdijk Gemaal Moerdijk inuitwateringssluis Afsluitmiddel 3x afsluiter in 3x put a) 1x houten terugslagklep 1,0 x 1,0m b) 1x stalen terugslagklep 1,2 x 1,2 m c) 1x vlinderklep afsluiter 1,4 m d) 1x vlinderklep afsluiter 0,9 m e) 1x kattenrug in dijk staal 1,4 m f) in gemaal vlinderklep 0,9 m & 1,4 m Spindel afsluiters, Aanleg boven MHW en dijktafel, Afsluiter aanwezig in de kruin, Afsluiting in put (overstort muur) 2x 2 sponningen, 2x houten terugslagkleppen 1,4 x 1,4 m, 2x stalen spindelschuiven 1,4 m, 1x vlinderklep 0,6 m en 1x vlinder klep 0,9 m Afsluiters 3 stuks in de kruin (betonnen), Valklep + schotbalken aanwezig ter plaatse Afsluiter in put onder aan de dijk bij de ijsbaan, Afsluiter in put 3x kokers 4,0 x 3,0 m, 1x sponning. (Elektrisch bedienbaar) 3x schuif en deuren Afsluiter op de dijk,
Onderhoudsplichtigen

Nr. P23-1 P23-2

Brabantse Delta RWZI Waterschap Brabantse Delta

P23-3 P23-3A P23-3A P23-4 P23-5

Olieleidingen 2x HSL werken waterleiding Waterleiding Effluentleidingen 2x Gemaal Schuddebeurs in/uitwateringssluis

NV Rotterdam-Rijn pijp leidingenmaatschappij HSL projectbureau Drechtse steden Brabant water Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta

P23-6 P24-1 P24-2 P24-3 P26-1

Ruwwatertransportleiding en 4x Keersluis Lage Zwaluwe Rioolpersleiding en effluentleiding Effluentleiding Amersluis in/uitwateringssluis

Brabant Water Waterschap Brabantse Delta Brabantse Delta RWZI Brabantse Delta RWZI Waterschap Brabantse Delta

P27-1 P27-2 P28-1 P29-1 P30-1

Rioolpersleiding buiten gebied Inlaat Herengracht Koelwaterafvoerleiding

Gemeente Drimmelen Waterschap Brabantse Delta E.P.Z. E.P.Z Gasunie Brabant Water

P30-2 P30-3 P30-4

Valklep, schuif en vlinderklep Wateronttrekking vliegasdepot (heuvel/leiding), Diverse leidingen Koelwaterkelder e.d., Gastransportleiding en Gasleiding afsluitbaar via waterleiding. gasdrukstations Waterleiding afsluitbaar aan buitenzijde, Rioolpersleiding Afsluitbaar, Betonnen buis duiker Afsluitbaar, Inlaat / gemaal Rivierkade In de kruin bevindt zich een riool-spindelschuif. Aan de buitenzijde zit een betonput met riool-spindelschuif (bob NAP - 0,50m). Aan buitenzijde van de constructie is een putwand aanwezig waarvan de muur NAP +3,20m hoog is. Aan de binnenzijde zit weer

Gem. Geertruidenberg Gem. Geertruidenberg Waterschap Brabantse Delta

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

28

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013 Nr. Soort Afsluitmiddel een putwand met een rioolspindelafsluiter op NAP 1.+1,40m. Riool + afsluiter o.a.,overig zie ontheffingen, Afsluiting schild muurtje, Staal afsluiter onder aan rivierzijde, Afsluitmiddelen onbekend (via Amercentrale), Stalen leiding 324 mm afsluitbaar, Zie bijbehorende ontheffingen, Leiding 1600 mm. afsluitbaar in gebouw, Afsluitmiddelen onbekend (via Amercentrale), , 2x sponningen, stalen terugslagklep 0,6 m, vlinderklep 0,6 m Stalen terugslagkleppen,
Onderhoudsplichtigen

P30-4A P30-4A P30-4B P30-4C P30-5 P30-6 P30-7 P30-8 P31-1

Div. Nutsvoorzieningen Beton duiker stationsweg Gasleiding Warmwaterleiding Geertruidenberg - Tilburg Gasleiding rioolpersleiding Koelwaterleiding Dongecentrale Warmwaterleiding Geertruidenberg - Tilburg Gemaal Middelschans

Diverse nutsbedrijven Gem. Geertruidenberg Intergas Energie EPZ (K. v. Chaam) Gas Unie KPN / ESSENT EPZ (K. v. Chaam) EPZ (K. v. Chaam) Waterschap Brabantse Delta

P31-2

P32-1

P32-2

P32-4 P32-5 P33-1

P33-2 P34-2 P34-3 P35 A

P35-1 P35-1A

P35-1B P35-1C P35-2

P35-3 P35-4

P36-1 P37 2A P37-3

EPZ/ESSENT (K. v. Chaam) Brabant Water Gemaal Horsten 2x stalen terugslagkleppen 1,0 Waterschap Brabantse Delta x 1,0 m en sponning, 2x vlinderkleppen Gemaal Plukmade Vacum pomp op dijk. Waterschap Brabantse Delta Vervangende waterkering aanwezig. Leidingenstraat Zie bijbehorende ontheffingen DPO, Brabant Water Oosterhout Afsluitbaar, Rioolpersleiding Afsluitbaar ontluchting in de Waterschap Brabantse Delta kruin, Inlaat Houtse Steeg 3x stalen spindelschuif 0,3 Waterschap Brabantse Delta m, 1 binnendijks en 2 buitendijks. Rioolkruising Onbekend, Gem. Oosterhout Marksluis Houten sluisdeuren RWS-Tilburg Inlaatduiker Oosterhout Stalen spindelschuiven Afd. kwaliteit? Riooloverstort Houtenterugslagklep / Gem. Oosterhout Wilhelminakanaal opblaasbare afsluitzak in de Kanaalstraat put Inlaat Snijders 2x stalen spindelschuif Waterschap Brabantse Delta Riooloverstort 3 x terugslagklep en 1 x Gem. Oosterhout Wilhelminakanaal vlotter bediende hydraulischeKanaalstraat schuifafsluiter. Wateraanvoerleiding Onbekend, Martens betonfabriek Bluswaterleiding Kogelafsluiter, Hendrix veevoeders Riooloverstort 1 x overstortmuur binnendijks Waterschap Brabantse Delta Gooikensdam (is nieuw) en spindelschuif in kruin (is oud gedeelte.).1 x terugslagklep buitendijks. Betonnen uitstroomkoker Terugslagklep en spindelschuif Brabantse Delta RWZI 2,0 x1,55m effluentleiding 1,5 m Inlaat Oranjepolder Spindel aanwezig in put voor Waterschap Brabantse Delta de bediening van beide schuiven PVC duiker 300 mm Kunststof terugslagklep Waterschap Brabantse Delta Warmwaterleiding Onbekend, Essent (K. v. Chaam) Geertruidenberg - Tilburg Gasleiding Afsluiters aan binnenzijde dijk, Intergas

Warmwaterleiding Drinkwaterleiding

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

29

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013 Nr. P38-1 Soort Gemaal Rivierzicht Afsluitmiddel Stalen spindelschuif en kunststof terugslagklep is opgenomen in de stalen damwand Zinker afsluiting in persgemaal ontluchting in kruin, Afsluiter binnendijks, , Vacum pomp in kruin. In de kruin vervangende kering aanwezig, in gemaal vlinderkleppen Landbouw tunnel Stalen terugslagkleppen en spindelschuiven Zie bijbehorende ontheffingen, Hydraulische deuren (2 stel) Vacum pomp, afsluitmiddel schuif binnenzijde, afsluitmiddel buitenzijde Afsluiters binnendijks, Gestuurde boring (afsluiting?), Stenen schildmuur 3x houten en 1x kunststof 100 x 100 terugslagkleppen, 1x terugslagklep 150 x 150 met daarop een schuif om water in te laten Onbekend
Onderhoudsplichtigen

Waterschap Brabantse Delta

P39-1 P39-2 P39-3

Rioolpersleiding Gasleiding 2x Gemaal Dombosch

Brabantse Delta RWZI Intergas / gasunie Waterschap Brabantse Delta

P40-1 P41-1 P41-1A P47-1 P49-1

A27 landbouw tunnel Gemaal Keizersveer Div. kabels en leidingen Keersluis Schipdiep Gemaal Graafse weg

RWS DAS Breda Waterschap Brabantse Delta Brabant Water, Intergas, KPN Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta

P51-2 P51-3 P52-1 P52-3

Waterleiding Gaswinningleiding Bovenlandsche sluis historisch ws-monument Gemaal Bloemendaal

Brabant water Clyde Petroleum Waterschap Aa en Maas Waterschap Brabantse Delta

P52-4

Uitlaat (in fietspad Drunense duinen)

R.W.S Tilburg

S123-1

S123-2 S123-2a

Betonnen duiker Sprangsloot 2,0 x 2,0 m Gemetselde duiker

IJzeren hydraulische schuif, 1x Waterschap Brabantse Delta sponning IJzeren schuif gedempt met klei / beton Deur met klei RVS dubbel kerende schuif Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta

Gedempte haven Sprang Capelle S123-3 Historisch monument gemetselde duiker 1,0 x 1,5 m (open) S123-4 Betonnen duiker Pitabdul 1,8 x 1,8 m S123-5 Gemetselde duiker Bont t Vaartje 1,0 x 1,0 m S123-6 Betonnen duiker Land Arend 1,8 x 1,8 m S122-7 Coupure br. = 5,75 m,h. = 1,10 m, sponningbreedte 14 cm dubbel uitgevoerd S122-8 Betonnen duiker 1,25 x 1,0 m S120-9 Coupure br. = 3,95 m, h. = 1.20 m enkelvoudig S120-10 Betonnen duiker 0,7 m Good Luck S120-10a Duiker (oude veerse weg) S120-10b Duiker (op- afrit rw A59) S120-11 Betonnen duiker 0,8 m

Hydraulische spindelschuif, 1x sponning Houten deur, draaiwerk, 2x sponningen Nieuw afsluitmiddel aanwezig Schotbalken!

Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta

Metalen schuif (tandbeugel) Balken aanwezig in slechte conditie! stalen afsluiter in de kruin Geen Spindelschuif Schuif (vernieuwd 1997)

Waterschap Brabantse Delta Woningbouwvereniging WSG Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

30

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013 Nr. S37-12 S64-13a S62-14 S62-15 Soort Gemaal Allardpolder Coupure N.S. Historische duiker Oud Drimmelen Gemaal Emiliapolder Afsluitmiddel Spindelschuif + terugslagklep Schotbalken beton aanwezig Gedeeltelijk gedempt Buitenzijde kunststof terugslagklep en binnenzijde 2x vlinderklep Buitenzijde klep en spindelschuiven Buitenzijde middels vlotterconstructie, binnenzijde rioolspindel afsluiter Buitenzijde 2x kunststof kleppen 2,0 x 2,0 m, 2x stalen schuiven Rioolspindel afsluiter Hydraulische aluminium schuif Afsluitbaar schuif afsluiter Aluminium schuif Buitenzijde Houten schuif 1,0 x 0,5 m Onbekend, Buitenzijde houten schuif 1,0 x 0,5 m Voorziening + put aanwezig, Schotbalken (afspraak 12 uur na melding volledige dichting.
Onderhoudsplichtigen

Waterschap Brabantse Delta N.S. schakelcentrum Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta

S60-16 S60-17

Gemaal Zonzeel Duiker inlaat p.v.c. 0,3 m harmoniepolder Gemaal De Bruyn voorzien van peilregistratie Inlaat Het Havenplein duiker p.v.c. 0,2 m W.A.C.O. 3,5 x 2,0 m 1 stalen armco 0,5 m W.A.C.O. 1,0 x 1,5 m Duiker (C02 A2) Waterleiding Betonnen duiker 0,6 m (Bredase dijk) Rioolpersleiding Coupure N.S.

Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta

S61-18

Waterschap Brabantse Delta

S59-19 S58-20 S56-21 S56-22 S56-23 S123-24 S55-25 S55-25a S55-26

Waterschap Brabantse Delta Waterschap Waterschap Waterschap Waterschap Brabantse Brabantse Brabantse Brabantse Delta Delta Delta Delta

Brabant Water Waterschap Brabantse Delta Brabantse Delta RWZI N.S. Lage Zwaluwe

Drukloos maken in fase 2 Sluiting / drukloos maken door: WBD: Watersystemen WBD: Zuivering Onderhoud door derden Geen sluitmiddel/niet zichtbaar (meenemen dijkinspectie)

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

31

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

3.7.4.

Kunstwerken in compartimenteringskeringen tussen Moerdijk en Waalwijk


Soort Rijksweg 16 Betonnen duiker 0,70 m (Bredase dijk) Div. leidingen + waterleiding Waterleiding W.A.C.O. 2,0 x 1,75 m (Lapdijk) Gemetselde duiker 0,9 x 1,8 m (Lapdijk) Betonnen duiker GEDEMPT W.A.C.O. 5,0 x 1,25 m Duiker Hermenzijl Effluentpersleiding Waspik 2,5 m R.W.Z.I. Inlaat duiker Tactor 0,5 m Inlaat Scharlo 0,8 m (betonnen inlaat duiker) Betonnen duiker 0,7 m Betonnen duiker 0,6 m Inlaat Sprangsloot koker 1,5 x 1,0 m In- uitlaat Zuiderkanaal Rotonde Westeinde Onderhoudsplichtig en Kanteldijkconstructies aangelegd in 2003 HSL/NS Schuif afsluiter in de kruin omgeleide Waterschap dijk Brabantse Delta Afsluiters aanwezig, Brabant water Voorzieningen aanwezig, Brabant Water Aluminium spindelschuif Waterschap Brabantse Delta Houten schuif en schotbalken Waterschap Brabantse Delta Houtenschotbalken slechte staat Waterschap Brabantse Delta 1x aluminium spindelschuif (sluit Waterschap verkeerde zijde af) Brabantse Delta Gedempte duiker Waterschap Brabantse Delta Terugslagklep en afsluiter, Brabantse Delta RWZI Spindelschuif Waterschap Brabantse Delta Buitenzijde houtenschuif, in de kruin een Waterschap dubbelwerkende stalen spindelschuif Brabantse Delta Schuif Waterschap Brabantse Delta Schuif Waterschap Brabantse Delta Schuif Waterschap Brabantse Delta Spindelschuif Waterschap Brabantse Delta Klei, in depot op locatie Gemeente Waalwijk Overleg gemeente Dubbel kerende spindelschuif Gemeente Waalwijk Overleg gemeente Overleg gemeente Gemeente Waalwijk Overleg gemeente Gemeente Waalwijk Afsluitmiddel

Nr. S55-27 S55-28 S55-28a S55-29 S54-30 S54-31 S54-31-a S54-32 S2-56 S2-57 S3-58 S3-59 S5-60 S5-61 S6-62 S9-63 S123-64 S123-65

Overstort Grotestraat regenwater/ vijver S123-66 Overstort S123-67 Put/ overstort van Haren schoenenfabriek Drukloos maken in fase 2

Sluiting / drukloos maken door: WBD: Watersystemen WBD: Zuivering Onderhoud door derden Geen sluitmiddel/niet zichtbaar (meenemen dijkinspectie)

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

32

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

3.8.

Specifieke lokale risicos, gevolgen en maatregelen


Gevolgen Het achterliggend gebied kan bedreigd worden door wateroverlast. Maatregel Leggen van zandzakken.

Risicos Bij hoge waterstanden op het Hollands Diep neemt het risico voor dijkdoorbraak of overstroming toe. Daarnaast is er een risico, dat er een waterkerend kunstwerk (duiker, sluis, etc.) in het ongerede raakt. Doordat de dijken in 2001 verbeterd zijn, is de kans hierop klein. Bij hoge waterstanden op de Amer en Bergsche Maas neemt het risico voor dijkdoorbraak of overstroming toe.

Het achterliggend gebied kan bedreigd worden door inundatie.

Leggen van zandzakken.

Een waterkerend kunstwerk (duiker, Het achterliggend gebied sluis, etc.) kan in het ongerede raken. kan bedreigd worden door inundatie. De schutsluis te Waalwijk is in beheer bij de gemeente Waalwijk. Met de gemeente is overleg gevoerd over de handelwijze bij dijkbewaking. Het water stroomt vanuit de sluis in het Zuiderkanaal.

Keermiddel afsluiten met schotbalken of sluiten door middel van het tweede sluitmiddel. Bij hoge waterstanden op de Bergsche Maas (cordinatiefase 3) balken bevestigen op de sluismuren. Deze balken zijn in 2005 definitief aangebracht. Tijdens een calamiteit controleren of ze nog voldoende functioneren. De coupure moet ter hoogte van de dijkkruising van de spoorlijn Oosterhout Lage Zwaluwe binnen 12 uur gesloten te zijn door middel van de daar aanwezige betonnen schotbalken. Melden bij: het schakelmeldcentrum Eindhoven van ProRail. Bij calamiteiten tevens Essent waarschuwen. De afspraak is dat bij een eventuele wateroverlastsituatie de coupure binnen 24 uur gesloten dient te zijn. Dit gebeurt doordat de NS een spoorwegaannemer opdracht geeft om de coupure met zogenaamde puntdeuren te sluiten. Melden bij: het schakelmeldcentrum Eindhoven van ProRail. Opvolgen stormwaarschuwing en monitoring peilen

Doorbraak van de primaire kering Het achterliggend gebied met gevolgen voor de coupure kan bedreigd worden door spoorlijn Oosterhout Zwaluwe (S64- inundatie. 13a).

De spoorlijn Breda Rotterdam kruist Het achterliggend gebied ter hoogte van Zevenbergschen Hoek kan bedreigd worden door de Bredasedijk. In deze dijk is een inundatie. coupure (S55-27).

Stormwaarschuwing (samen met een hoogwaterpeil)

Stormvloedkeringen: Haringvlietsluis en de Maeslandkering Hartelkering

Waterkering Afwateringskanaal 's-Hertogenbosch - Drongelen De nog bij Rijkswaterstaat in beheer zijnde primaire waterkering van het Afwateringskanaal 's-Hertogenbosch - Drongelen (westelijke dijk) is in de organisatie van de dijkbewaking opgenomen. Dit houdt in dat deze dijk in de inspectieronden van het waterschap meegenomen wordt. Met Rijkswaterstaat is afgesproken dat, als er ongewenste situaties geconstateerd worden, dit wordt doorgegeven aan Rijkswaterstaat Tilburg. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid blijft bij Rijkswaterstaat.

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

33

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

4.
4.1.

Bijlagen
Bijlage: Windklassen

Schaal van Beaufort Windsnelheid op 10 m hoogte Windsterkte in Knopen graden Beaufort 0 <1 1 13 2 46 3 7 10 4 11 16 5 17 21 6 22 27 7 28 33 8 34 40 9 41 47 10 48 55 11 56 63 12 >63

m/s 0,0 0,2 0,3 1,5 1,6 3,3 3,4 5,4 5,5 7,9 8,0 7,9 10,8 13,8 13,9 17,1 17,2 20,7 20,8 24,4 24,5 28,4 28,5 32,6 >32,6

Benaming windstil zwakke wind zwakke wind matige wind matige wind vrij krachtige wind krachtige wind harde wind stormachtige wind storm zware storm zeer zware storm orkaan

1 knoop = 1 zeemijl/uur = 1852 m/uur = 0.514 m/s

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

34

DEELBESTRIJDINGSPLAN DIJKBEWAKING versie oktober 2013

4.2.

Bijlage: Schaderegistratieformulier dijken

SCHADEREGISTRATIEFORMULIER DIJKEN BEPALING PLAATS EN ERNST VAN DE SCHADE Algemene gegevens Naam dijk: Locatie: Registratiepunt: Bijzondere omstandigheden: FORMULIERNUMMER:

Waterschap Brabantse Delta Naam opnemer: Datum: Tijdstip: Waterstand:

Schaderegistratietabel
Plaats van de schade:

voorland VL
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 Aantasting grasmat/uitspoelen grond Beschadiging zetsteenbekleding Beschadiging asfaltbekleding Beschadiging stortsteenbekleding Deformatie Scheurvorming Deformatie en scheurvorming Verzakking Verweking Uittredend water/uitspoeling grond Wellen Zandmeevoerende wellen Overloop/Overslag

buitentalud BuT

kruin KR

binnentalud achterland BiT AL

OPMERKINGEN:

Invulinstructie: 1 Vul bovenaan het formulier de algemene gegevens in en vermeld eventuele bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld werkzaamheden, slecht zicht, etc.). Geef met een pijltje zo nauwkeurig mogelijk in het dwarsprofiel bovenaan de tabel aan waar de schade geconstateerd. Vul in de tabel per schadetype (1 t/m 13) op de juiste plaats in het dwarsprofiel in wat de ernst van de schade is. Gebruik daarbij de codering: WS = weinig schade / MS = matige schade / ES = ernstige schade. Niets invullen = geen schade. Grijze vlakken zijn niet-relevante combinaties. Verzamel de resultaten in de betreffende regio.

Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 2

35

You might also like