Professional Documents
Culture Documents
UITLENEN
GELDERLAND EN UTRECHT
IN BEELD
DOOR
MR. A. LOOSJES
MET
304 AFBEELDINGEN
AMSTERDAM
SCHELTEMA & HOLKEMA'S BOEKHANDEL
(K. G R O E S B E E K 6 P A U L
NIJHOFF)
VOORWERK:
Titel, Inhoudsopgave en Register der Afbeeldingen
blz. IVIII
I.
K E R K E N E N GODSHUIZEN
te Amersfoort, Arnhem, Buren, Culemborg, Elburg, Harderwijk, Lochem, Montfoort, Nijmegen, Rhenen, Tiel, Utrecht,
Wijk bij Duurstede, IJselstein Zalt-Bommel,Zutfen 126 afbeeldingen met tekst
II.
,,
73
III. S T A D S G E Z I C H T E N E N W O O N H U I Z E N
te Amersfoort, Arnhem, Buren, Culemborg, Doesburg, Elburg,
Harderwijk, Hattem, Montfoort, Lochem, Nijmegen, Rhenen,
Utrecht, Wijk bij Duurstede, IJselstein, Zalt-Bommel, Zutfen
u i afbeeldingen met tekst
,,
123
A L P H A B E T I S C H REGISTER D E R A F B E E L D I N G E N
AMERSFOORT.
Berg, Z. o. helling van den- .
Gasthuizen:
Bloklandsgasthuis (regentenbord)
Pietersgasthuis, St.- . . . .
Gevangenisgebouw, V. m.-. . .
Gevel bij de Binnenkamppoort
Kerken:
Anfriduskerk, St.Groote of St. Joriskerk. . .
Bladz.
42
4043
167
163
169
3840
Paternosterstraat
169
Bladz.
42
37, 160
165
163, 168
162
95,96,162,
164, 166,
168
167
Poorten:
Binnenkamppoort
100201
Koppelpoorten
9799
Monnikendam, Waterpoort- . 96
Sluisje, Bij het164, 166,
169
Stadsmuur
159
Toren, O. L. Vrouwe- . . . . 37, 160
Toren, Plompe- of Gevangentoren
166167
Valkestraat
164
Zuidsingel
161
Zuidsingel (huis)
165
Bladz.
Stadhuis
117118
HARDERWIJK.
Donkerstraat (gevels) . . . . 157
Gezicht op de stad (oudtijds) 92, 157, 1
Hortus Botanicus, V. m.-. . . 158
Kerken:
Catharinaklooster, Kerk van
het v. m.36
Groote Kerk
155
Klooster
155
ARNHEM.
Linnaeustorentje
156
Gasthuis, V. m. St. Peters- . . 26
Poort, Visch9293
Kerken:
Stadhuis (katheder v.m. GymGroote of St. Eusebiuskerk 2226, Tnasium)
156
Nieuwe of Koepelkerk . . . 22
HATTEM.
Poort, Sabel86
Adelaarshoek
150
Rijnkade
134
Poort, Dijk9091
Rijnstraat (gevel)
135
Stadhuis
115
Schipbrug
135
Stadsmuur (overblijfselen) . . 90
Stadhuizen
110111
Trompetsteeg . . . .\. . . . 133, 134
's HEERENBERG.
Waag
110
Stadhuis
115
BUREN.
LOCHEM.
Gezicht op het stadje . . . . 141
Kerk, Ned. Herv. of St. Gudula- 27, 32
Kerk, Ned. Herv. of Lambertus- 20
Singelgracht
144-145
Molen op de wallen
142
Stadhuis (ingang)
114
Poort, Culemborgsche-.... 82
Toegang van den Tielschen kant 141
MONTFOORT.
Weeshuis
1819
Haven
171
CULEMBORG.
Kerk, Ned. Herv. of St. Jans- 44
Huis bij de Binnenpoort . . . 143
Kommanderij van St. Jan,
Kasteel (gesloopt)
143
V. m.44
Kerk, Graftombe in de Groote
Molen op oude ommuring . . . 170
of St. Barbara21
Waterpoortje
170
Markt (gevel)
143
Poort, Lanksmeer- of Binnen- 8485
NIJMEGEN.
Stadhuis
116
Kerken:
Stadsmuur
85
Groote of St. Stevenskerk. . 911
Weeshuis, St. ElisabethsKarolingische kapel . . . . 12
(poort)
21
Kerkboog
131
Marinburg, Kerk van het
DOESBURG.
v. m. Klooster- (gemeenteKoepoortstraat (gevels). . . . 150
museum)
12
Klooster Marinburg, Bij het- 129
ELBURG.
Kronenburgerpark
130
Feithenhof
35
Kronenburgertoren
81
Haven
153
Lange Burchtstraat (gevel) . . 131
Kerk, Toren der Ned. Herv. of
Lindenberg
129
St. Nicolaas35
Stadhuis
103108
Klooster, V. M. Agnieten-. . . 152
Vrouwetrappen, O. L.- . . . . 132
Latijnsche School, V. m.- (midWaag
109
denstuk)
117
Waal, Gezicht v.h. Valkhof
Lijnbaan
154
op de130
Nunspeetschen kant, Ingang
Waalkade
. 132
aan den152
Weeshuis, Protestantsche KinPanorama
I5
der- (poort)
13
Poort, Visch94
1
Bladz.
173
4649,102
173
173
102, 174
TIEL.
Kerk, Groote of St. Maartens- 1415
Poort, Kleibergsche of Water- 83
UTRECHT.
Achter St. Pieter (Huis de
Krakeling")
Armhuis Stads- (V.m. St. Nicolaasklooster
Beyerskameren (poortje) . . .
Bisschopshof, V. m.- (poort) .
Bruntenhof (poortje) . . . .
Catharijnesingel
Drift (huis)
178
71
63
122
64
182
178, 181,
183
Fundatie van Pallaes (poortje) 66
Fundatie van Renswoude . . 6768
Gasthuizen:
Barthelomegasthuis (regenttenkamer)
69
Leeuwenberch, V. m. gasthuis70
Hoofdwacht (gevelsteen) . . . 119
Jaarbeursgebouw
184
Janskerkhof (huis)
188190
Janskerkhof (uitgebroken zaal) 185
Kerken:
Buurkerk
62
Catharinakerk, St.6061
Domkerk en -toren . . . . 5152,
5456
Geertenkerk, St.58
Jacobskerk, St.57
Mariakerk (gesloopt) . . . . 61
Nicolaaskerk, St.58
Pieterskerk, St.- (Waalsche
kerk)
. 59
Kloosters:
Catharinaklooster, V. m. . . 70, 72
Domkloostergang
51, 5355
Mariakloostergang
65
Nicolaasklooster, V. m.- . . 71
Kromme Nieuwe Gracht . . . 180, 182
Nieuwe Gracht
175176,
179
Oude Gracht
176177,
180
Oudemannen- en Vrouwenhuis
(poort Oudaen)
63
Paushuize
180
Poort, Weerd- (gesloopt) . . . 102
Postkantoor
176, 186
Spoorwegen, Administratiegebouw der Nederlandsche- . 184
Bladz.
Stadhuis
119120
Statenkamer, V. m.- (poorten) 121122
Vleeschhuis, V. m.118
Voorstraat (gevel)
181
Vredenburg, Bolwerk van- .
186
Weeshuis, V. m. Burger- . . . 6466
Zoudenbalch, Huis187
WOUDRICHEM *).
Poort, Water- of Gevangen- . 85
WIJK BIJ DUURSTEDE.
Kasteelrune . . . . . . . . .
191192
Kerk, Toren der Ned. Herv. of
St. Johannes de Dooper- . 50
Molen van Ruysdael". . . . 174
IJSELSTEIN.
Haventje
171
Kasteel (overblijfsel)
172
Kerk, Ned. Herv. of St. Ni colaas45
Poort, Bij de v. m. IJsel- . . 172
ZALT-BOMMEL.
Boschstraat (geveldetail) . . . 137
Gasthuisstraat (gevels) . . . . 138
Kerken:
Gasthuiskerk, Toren derv.m.- 16
Groote of St. Maartenskerk,
Toren der1617
Maarten van Rossum, Huis
van139140
Oenselschestraat (gevels) . . . 136, 138
Poort, Water84
Waterstraat (geveldetail). . . 137
ZUTFEN.
Berkel
. 147
Bornhof (poort)
'. . 32
Drogenapstoren
89, 148
Gezicht op de stad
146
Houtmarkt (gevel)
149
Kerken:
Broeren- of Predikheerenkerk
33
Groote of St. Walburgskerk 2733
Nieuwstads- of Joh. de Dooper kerk
34
Klooster, V. m. Predikheeren(poortje)
148
Lange Hofstraat (gevel) . . . 149
Poorten:
Berkelwaterpoort
88
Nieuwstadspoort (overblijfselen voorpoort)
87
Stadhuis (ingang)
111
Wijnhuis
112113
IJselkade
146
Zaadmarkt (gevel)
148
*) Hoewel tot Noord-Brabant behoorende, werd de Water
poort van dit stadje in dit deel opgenomen, daar in Noord
Brabant en Limburg in Beeld" de plaats hiervoor ontbrak
Voor andere afbeeldingen van dit stadje worde naar genoemi
werk verwezen.
KERKEN EN
GODSHUIZEN
G E L D E R L A N D E N U T R E C H T IN B E E L D
Dat de middenbeuk der kerk niet tot de volle hoogte werd opgetrokken het voltooide gedeelte werd door een gestucadoord gewelf gedekt schaadt eenigszins de
schoonheid van het inwendige, dat echter fraai-gesneden 17de eeuwsche meubelen
en mooie geelkoperen kronen te bewonderen geeft. In het koor ziet men het in 1512
vervaardigde grafteeken van Catharina van Bourbon, gemalin van Hertog Adolf van
Gelder, dat met kunstig gegraveerde geelkoperen platen prijkt, met beeltenissen van
de Hertogin en van apostelen, benevens met wapens voorzien.
Van Nijmegen's andere historische kerkgebouwen noemen wij de kapel van
het voormalig klooster Marinburg, die in de 15de eeuw is gebouwd, maar thans als
Museum dient. Om het daartoe in te richten, werd in het koor een ijzeren constructie
aangebracht, die het oorspronkelijk mooie gebouw niet weinig ontsiert. Van de godshuizen worde het Protestantsche Weeshuis vermeld, dat wel in de 19de eeuw werd
vernieuwd, maar nog een fraaie poort bezit, prijkend met een relif, dat de aanbidding
van den H . Geest voorstelt.
Alvorens ons naar Gelderland's hoofdstad te begeven, willen we even vertoeven
in de vier stadjes van het land tusschen de groote rivieren. Ons bezoek aan Tiel kan
kort zijn; de hoofdkerk der Hervormden, de Groote of St. Maartenskerk, is nog slechts
een fragment van het oude omvangrijke bedehuis, dat hier eens verrees; zij bezit een
merkwaardige verzameling grafzerken, alsmede een schot met zeer mooi snijwerk
uit den overgangstijd van de gothiek op de renaissance.
Schooner is de eveneens aan St. Maarten gewijde kerk van Zalt-Bommel, die
echter vooral een eervolle vermelding verdient met het oog op haar prachtigen toren,
een hoog en stoer gevaarte, dat in 1538 door brand zijn slanke spits verloor, die nimmer
meer werd aangebracht. In de kerk ziet men overblijfselen van 15de eeuwsche
koorbanken, de oudste van ons land. Een geheel ander schoon vertoont in hetzelfde
stadje de slanke, sierlijk bespitste toren van het in 1528 verbrande Gasthuis; onder
een overhuiving aan dezen toren bewegen zich bij het slaan der uren eenige ruitertjes; in de spits hangen de klokken van den kleinen, maar weiluidenden beiaard, welks
meeste klokken door de gebroeders Hemony zijn gegoten.
De oude hoofdkerk van het miniatuur-stadje Buren staat, al moge de bekroning
yan haar toren door niemand minder dan Pieter Post zijn ontworpen, in schoonheid
en bezienswaardigheid verre ten achter bij het Weeshuis in dit plaatsje, een stichting
van gravin Maria van Buren, dochter van Willem den Zwijger, 't Is een gebouw in
levendigen Hollandschen renaissancestijl opgetrokken, een der fraaiste scheppingen
in dezen trant, herinnerend aan den zijgevel van het Haarlemsche Raadhuis aan de Zijlstraat. Uit het dak rijst een sierlijk torentje op. Schilderachtig zijn de huisjes met hun
traptoppen aan den zijkant, sober maar fraai is de omlijsting van de ingangspoort,
die door een opschrift wordt bekroond, statig en sierlijk tegelijk is de groote, met drie
beelden gesierde voorpoort, in welker fronton het wapen der stichteres prijkt.
Ook Culemborg bezit een Weeshuis, door een vrouw van vorstelijken bloede
gesticht, namelijk Elisabeth van Culemborg, voor wie in de Groote Kerk (welke niet
schoon meer is, sinds zij in 1654 door brand werd vernield en niet zeer treffelijk herbouwd) een grafmonument is opgericht; als monument van bouwkunst verdient dit
Weeshuis echter geen bijzondere vermelding.
K E R K E N E N GODSHUIZEN
Men zou de St. Walburgskerk het oudste bedehuis van Arnhem kunnen noemen,
indien zij niet in 1853 belangrijk ware verbouwd en bij die gelegenheid voor een deel
vernield, zoodat de tegenwoordige kerk, ten deele nog slechts, een min of meer getrouwe copie van de oorspronkelijke 14de eeuwsche is. Op den voorgrond dringt zich
dan ook terstond de indrukwekkende St. Eusebiuskerk, vr haar belangrijke verbouwing aan St. Maarten gewijd, en zich uitwendig onderscheidende door rijke laatgothische versieringen, inwendig door sierlijke pijlers en steenen stergewelven. In
het koor bevindt zich de graftombe van Karei van Egmond, Gelre's laatsten hertog,
den hardnekkigen tegenstander van de nwording der Nederlandsche gewesten,
Het praalgraf is statig en in overeenstemming met de zeer bijzondere beteekenis van
dezen bef aamden Geldersman; het is tot de belangwekkendste scheppingen der vroegrenaissance te rekenen. Op de hooge zwartmarmeren tombe ligt het beeld van den
Hertog in zijn wapenrusting, uit wit marmer vervaardigd; het hoofd rust op een geornamenteerd kussen, terwijl de handen in biddende houding zijn omhoog geheven;
daaromheen zijn schildhoudende leeuwen geplaatst. De zijkanten der tombe zijn
voorzien van witmarmeren nissen, waarin relifs met beeltenissen van apostelen en
heiligen. Nog een fraai grafmonument, fraai voortbrengsel van de renaissance als dat
van den vechtlustigen Karei (wiens wapenrusting aan den noordelijken muur is te zien,
als bekleeding van een houten beeld), is deze kerk rijk, n.1. het grafmonument voor
Joost Sasbout, kanselier van Gelderland, waarop de vergankelijkheid van het menschelijk wezen op realistische wijze wordt weergegeven. De spits van den toren der
St. Eusebiuskerk is in 1633 verbrand, en werd daarna door een tamelijk plompe achtkanten lantaarn vervangen, die slecht bij het benedendeel past; deze bevat een uitgebreid klokkenspel. Vaja wat overbleef van oude godshuizen in deze stad hebben
wij slechts het niet zeer gelukkig gerestaureerde bovenstuk van den voorgevel van
het v.m. St. Petersgasthuis te noemen.
Verreweg de belangwekkendste en fraaiste kerk in de steden van oostelijk Gelderland is de St. Walburgskerk te Zutfen, een kerk uit de 13de eeuw, doch later, voornamelijk in de 15de eeuw, verbouwd en vergroot. Middenbeuk, dwarsbeuk, koor en
toren behooren tot het oudste gedeelte. Het koor werd in de 14de eeuw van een trans
voorzien, waaraan een groote kapel is gebouwd, de zoogenaamde Raadskapel, waarin
de Raad de mis bijwoonde, alvorens ter raadszitting te gaan. De oude dwarsbeuk
vormt thans n geheel met de zijbeuken, die in de 15de eeuw ter hoogte van den middenbeuk werden opgetrokken. Omstreeks 1500 werd een nieuwe kruisbeuk gebouwd.
De toren der kerk verloor in 1600 door brand zijn spits, en ontving in 1633 de nog
bestaande bekroning, die, zoo het dichttimmeren der openingen achterwege ware
gebleven, waarschijnlijk minder zou misstaan dan thans het geval is. Rijk versierd is
vooral het portaal aan den noorderzijbeuk. In de kerk kan men een fraaie gesmeedijzeren kroonluchter uit de 15de eeuw bewonderen, benevens een door den Mechelaar
Gillis van den Eynde in 1527 gegoten koperen doopvont, die overeenkomst vertoont
met de fraaie vont, op welker bezit de Lieve Vrouwekerk te Breda zich kan beroemen.
Verder ziet men er verscheidene overblijfselen van muur- en gewelfschilderingen, die
tijdens de belangrijke restauratie der kerk, eenige tientallen jaren geleden, van de hen
bedekkende kalklaag werden bevrijd. Aan de zuidzijde van het koor werd in de 16de
eeuw een boekvertrek of librye" gebouwd, de kloosterbibliotheek, een overwelf vertrek, waar de oude boeken nog aan kettingen op de lessenaars liggen. In den vloer
dezer nog in de oude gedaante bewaard gebleven boekerij ziet men afdruksels van
hondenpooten, die volgens de legende voetsporen van den duivel zijn. Van de andere
kerken in deze IJselstad noemen wij de Broeren- of Predikheerenkerk, een van die
eenvoudige vroegere kloosterkerken, waaraan ons land in de middeleeuwen zoo rijk
was, en de R. K . Nieuwstadskerk, aan Johannes den Dooper gewijd, een 13de eeuwsche
kerk van drie even hooge beuken met een slanken toren. Aardig is hier verder nog de
poort van het Bornhof, dat in 1611 tot Oudemannen-en Vrouwenhuis werd ingericht.
De meeste oude kerken in de landstadjes van oostelijk-Gelderland zijn, zooals
de St. Maartenskerk te Doesburg en de St. Gudulakerk te Lochem (wier torens beide
een klokkenspel bezitten) eerwaarde bedehuizen, die echter als bouwkundige scheppingen geen bijzondere plaats innemen. Iets dergelijks geldt voor de Geldefsche stadjes
aan of nabij de Zuiderzee, al kan hier de archeoloog zijn hart ophalen aan den grootendeels van tufsteen opgetrokken 13de eeuwschen toren van Hattem. De toren der St.
Nicolaaskerk te Elburg, inwendig met haar oude lichtkronen en koorafsluiting nog wel
stemmingsvol, doch door betimmeringen ten behoeve van den Protestantschen eeredienst niet meer indrukwekkend, werd door een brand in 1693 van zijn spits beroofd.
Elburg bezit nog een hofje, het Feithenhof, welks hoofdgebouw een deftig 18de eeuwsch
huis is. Harderzvijk's oude St. Maartenskerk is, sinds in 1797 haar hoogen toren ineen
stortte en een deel van het gebouw vernielde, nog slechts een mismaakt fragment,
bestaande uit kruisbeuk en koor, met bezienswaardige gewelven; in deze stad bleef
echter ook nog de kapel van het v.m. Catharinaklooster bewaard, die, hoe eenvoudig
van vorm en versiering zij moge zijn, vermelding verdient, omdat zij een benedenen bovenkerk bevat.
Over Nijkerk, welks kerk met karakteristiek 18de eeuwsche torenspits in dit
klein bestek geen bespreking behoeft, spoeden we ons naar Amersfoort, dat reeds van
verre zichtbaar is door zijn hoogen Lieve Vrouwetoren, een der fraaiste torens van
ons land. Tot 1787 was hij met een kerk verbonden, sinds de Hervorming de Kleine
Kerk genaamd, maar vr dien vermaard als Lieve-Vrouwe-Kapel, een wonderdoend
beeld van de H . Maagd bevattend; in genoemd jaar als arsenaal gebruikt, werd het
kerkgebouw, dat betrekkelijk klein en sober was in vergelijking met den prachtigen
toren, door een ontploffing vernield. Fraai is vooral de achtkanten doorluchtige en rijzige,
op het vierkant benedendeel gebouwde lantaarn, die de carillonklokken bevat. De
aardige spits is er op aangebracht, nadat de oorspronkelijke in het midden der 17de
eeuw door brand was vernield. De oude hoofdkerk der stad, de St. Joriskerk, heeft
een heel wat onaanzienlijker toren, maar is toch een bezienswaardig en eerwaardig
bouwwerk, reeds in de 13de eeuw gesticht als basiliek, maar in de 15de eeuw naar
oost- en westzijde vergroot, waardoor de toren midden in de kerk kwam te staan en
de zijbeuken even hoog werden als het middenschip. De kerk kreeg toen ook een sierlijk
portaal en, wat later, een prachtig oxaal, dat tot een der rijkste voortbrengselen der
Gothiek in ons land behoort, maar door het aanbrengen van een orgel er op, zeer is
geschonden. Een klein maar sierlijk grafteeken, gebeeldhouwd door Rombout Verhulst, herinnert er aan, dat in deze kerk Jacob van Campen, de bouwmeester van
KERKEN EN GODSHUIZEN
,,'s wereld achtste wonder", ligt begraven. Nog meer dan n overblijfsel van oude
kloosters en gasthuizen bleef er bewaard; noemen wij hiervan het St. Pieters- en Bloklandsgasthuis, dat, hoewel grootendeels vernieuwd, nog een kapel en ziekenzaal heeft,
welke het oude middeleeuwsche karakter ongeschonden hebben bewaard, en het eenvoudige ,,de Armen Poth", met zijn St. Rochuskapel.
Te Montfoort zijn het vooral de overblijfselen der Kommanderij van St. Jan,
met kapel en kruisgang, waarop de aandacht gevestigd dient te worden, te IJselstein
is het de in 1911 door brand geteisterde kerk, met haar merkwaardigen toren, een der
weinige specimina in ons land van streng-Italiaansche renaissance, en haar beroemd
14de eeuwsch praalgraf voor de Heeren en Vrouwen van IJsselstein benevens de fraaie
renaissance-tombe voor Aleid van Culemborg. Op den Schoonen St. Cuneratoren
te Rhenen behoeft men de aandacht niet te vstigen; hij wekt reeds van verre bewondering, deze prachtige 15de eeuwsche schepping. Minder algemeen weet men, dat
ook de kerk een groot en mooi gebouw is, geheel in steen overwelfd, en een fraai oxaal
bezittend. Toren en kerk danken hunne schoonheid aan de talrijke bedevaartgangers,
die in de middeleeuwen naar het stedeke optrokken, ter aanbidding van de H. Cunera,
wier lijk, volgens de overlevering, ten oosten van Rhenen is begraven. Met Rhenen's
St. Cuneratoren kan men den St. Janstoren van Wijk-bij-Duurstede niet vergelijken,
want laatstgenoemde bleef onvoltooid, maar mooi toch, en in hooge mate indrukwekkend, is deze geweldige torenromp, tot welks bouw Bisschop David van Bourgondi
den stoot gaf.
De stad Utrecht neemt in deze reeks een zr belangrijke plaats in; al moge het
reeds bijna vier eeuwen geleden zijn, dat hier de Bisschoppen zetelden, die over de
Noordelijke Nederlanden geestelijk en over eenige dier gewesten ook wereldlijk gezag
uitoefenden, dat talrijke kerken en kloosters deze stad als een uitverkoren woonplaats
der geestelijkheid deden kennen, nog bleef er veel over, dat van deze vervlogen tijden
spreekt. Meerendeels echter slechts brokstukken, gehavende fragmenten hier, zorgvuldig herstelde gedeelten daar of, waar het geheel behouden bleef, mismaakte monumenten. Dat is, behalve natuurlijk aan den geheel veranderden loop der dingen, den
tands des tijds en dien der Hervorming, voor een gedeelte te wijten aan den cycloon,
waardoor Utrecht in 1674 zoo deerlijk geteisterd werd. Deze vernielde o.m. het schip
der Domkerk, de torens der St. Pieterskerk en St. Janskerk en talrijke torenspitsen
waaronder die van de Buur-, St. Nicolaas- en St. Jacobskerk. Tot op dezen dag hebben
de kracht en de lust ontbroken, voor het vernielde iets waardigs in de plaats te brengen.
Bezien wij eerst de overgebleven kapittelkerken. In de eerste plaats de Domkerk, sinds de hierboven vermelde vernieling nog slechts bestaande uit kruis, beuk
en koor, het laatste het oudste gedeelte, met een krans van sobere kapellen, de rest
rijker, het geheel een niet volkomen geslaagde, door tegenwerking en geldgebrek bemoeilijkte langdurige poging tot het scheppen van een grootsche kathedraal, bovendien, na tijden van verwaarloozing, niet steeds gelukkig hersteld. Het inwendige, vroeger
op afzichtelijke wijze voor den Protestantschen eeredienst ingericht, is in de laatste
jaren weder zoo ooglijk gemaakt als maar mogelijk was. Het lijnenspel van pijlers en
bogen komt weer tot zijn recht, het betrekkelijk smalle koor maakt weer indruk door
zijn hoogte. Daar staat thans het grafmonument voor Admiraal van Gent, vervaardigd
door Rombout Verhulst. Het zoogenaamde H . Graf, oostelijk daarvan, vertoont beeld-
W van het (later verwoeste) schip daarmee door bogen verbonden, was bedoeld als
met relifs in de hoogvelden, die betrekking hebben op het leven van St. Maartem
met reueis in uc u u u v ,
,
n ,
reeds in i ; 8 7 afgebroken,
t
%^^^^^^=
" , ^ ^ ^ 2 ^ ^ ^
i d
y o o r a l
h e t
i n w e n d i g e
t r e f t e n d
e k e
i n
a a n
5 5
versiering.
c CPatharinaklooster,
het Stadsarmhuis, (v.m. St. Nicolaas
thann
OOS
r
met kloostergang van het St.
. m . Regulierenkloosklooster) met schilderaehtigen binnenhof, ^ ^ T ^ T
poortjes,
ter). Eenige hofjes en andere ^ ^ ^ *
Z
zijn Usterrijke
Een bijzondere vermelding verdienen het B
^
bed e eeuwsehe regentenkamer, ^
J
^
^
^
^
gevel! maar
kleed, en de Fundatie van Renswoude, om zijn dettig
i n s p e l van
toch vooral om zijn vorstelijke regentenzaal, gesierd met het bevallig j
t
^ ^'
i r p e r w e e s h u i s
(v
z i j n
I7
ijne
KRKN N G O D S H U I Z E N
(NIJMEGEN)
IO
HEERENGESTOELTE
INWE
GROOTE
OF ST. STEVENSKERK
(1644)
OPEN PORTAAL
VOOR DEN ZUID ARM VAN DEN
KRUISBEUK
DER GROOTE OF ST. STEVENSKERK
( 1550)
II
ZUIDELIJKE
INGANG VAN HET KOOR IN DE
GROOTE OF ST. STEVENSKERK.
INHETBOOGVELD VOORSTELLING
VAN HET
LAATSTE
OORDEEL (1505)
12
DE KAROLINGISCHE
KAPEL
(8
aTE
EEUW)
MARINBURG,
( 1430)
PROTESTANTSCHE
KINDERWEESHUIS
(1618, FRONTON
1785)
DE GROOTE
OF ST. MAARTENSKERK,
GEZIEN UIT HET
(SCHIP 14251440, TOREN 14401451)
WANDBETIMMERING
IN DE GROOTE OF ST. MAARTENSKERK,
VOORSTELLINGEN
VAN EPISODEN
UIT HET LEVEN DER H.
RINA; IN HET MIDDEN
DE H. MAAGD MET HET KINDEKE
( I550)
OOSTEN
MET
KATHAJEZUS
GRAFMONUMENT
VOOR STEVEN
VAN
WELDEREN
IN DE GROOTE OF ST. MAARTENSKERK
( I IO)
7
ZUIDELIJKE
BEUK DER GROOTE OF ST. MAARTENSKERK. OP DEN ACHTERGROND
DE DOOPKAPEL
7 7 7
15
i6
DE TOREN
DER
K E R K E N E N GODSHUIZEN
(ZALT-BOMMEL)
17
VERBRAND
1538)
18
S P R O K K E L I N G E N I N N E D E R L A N D (BUREN)
PORTRET
VAN DE STICHTERES
ORANJE IN HET
MARIA VAN
WEESHUIS
NASSAU-
ZIJGEVEL
VAN HET
WEESHUIS
WEESHUIS
(1613)
20
DE NED. HERV.
OF ST. LAMBERTUSKERK
ACHTKANT
(VIERKANT
1660)
BENEDENDEEL
I3
DB
EEUW;
K E R K E N E N GODSHUIZEN (CULEMBORG)
21
22
DTAIL
VAN EEN DER ZIJMUREN
OF ST. EUSEBIUSKERK
(BEGONNEN
TOOID 1470, KRUISBEUK
VAN DE GROOTE
1452, SCHIP VOL1529)
ma
KERKEN EN GODSHUIZEN
INTERIEUR
(ARNHEM)
(PREEKSTOEL
24
SPRKKLtNGN N NEDERLAND (ARNHEM)
BEELD
VAN KAREL
VAN
ST. EUSEBIUSKERK
(BEELD
GELRE IN DE GROOTE OF
1540, OVERHUIVING
1660)
DEUR IN DE GROOTE
ST. EUSEBIUSKERK
OF
GRAFTEEKEN
VOOR JOOST
SASBOUT
IN DE GROOTE OF ST.
EUSEBIUSKERK
(1546)
PRAALGRAF
VAN
KAREL
VAN GELRE
IN DE GROOTE
OF ST.
EUSEBIUSKERK
1540)
25
26
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (ARNHEM)
BOVENGEDEELTE
VAN HET V.M. ST.
PETERSGASTHUIS
(1401, GEWIJZIGD
1850 EN 1900)
DE GROOTE
OF ST. EUSEBIUSKERK,
HET
ZUIDOOSTEN
GEZIEN
UIT
DE TOREN
27
28
ZUIDOOSTEN
STADSMUUR
KERKEN EN GODSHUIZEN
HET
NOORDERPORTAAL
VAN
DE GROOTE
OF ST.
(ZUTFEN)
WALBURGSKERK
3Q
i o)
49
3
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (ZUTFEN)
DE LIBRYE
(15^2)
IN DE GROOTE
GEZICHT
OF ST. WALBURGSKERK.
(PREEKSTOEL
1680J
WALBURGSKERK
32
32
SPROKKELINGEN IN N E D E R L A N D ((LOCHEMZUTFEN)
POORT VAN
HET
PREDIKHEERENKERK
33
S P R O K K E L I N G E N IN N E D E R L A N D (ZUTFEN)
34
ZUIDBEUK
(ZUIDBEUK
IN DE JOHANNES
DE DOOPER-
OF
OF
HELFT
NIEUWSTADSKERK
DER 15* EEUW)
NIEUWSTADSKERK
HET
FEITHENHOF
(1740)
35
36
SicKfcWH
(BENEDENKERK)
DE 0. L. VROUWETOREN,
GEZIEN
UIT DE ZWANENHALSSTRAAT
37
38
DE KLOCKMAN"
HET
IN DE ST. JORISKERK
KIJKJE
39
(1724)
UIT DE NIEUWSTRAAT
OP DEN
TOREN DER ST.
JORISKERK
( 1400)
HOEK
VAN
DE GROOTE ZAAL
IN HET
ST.
PIETERSGASTHUIS
4i
42
REGENTENBORD
DE ST. ROCHUSKAPEL
DE KAPEL
(i4
DE
EEUW)
43
S P R O K K E L I N G E N IN N E D E R L A N D (MONTFOORT)
44
GESNEDEN
BALK
IN DE V.M.
VAN ST. JAN
KOMMANDERIJ
OVERBLIJFSEL
VAN
KOMMANDERIJ
DE V.M. KAPEL
DER KOMMANDERIJ
( 1530)
VAN ST.
JAN
DE KRUISGANG
VAN ST. JAN
DER
(TWEEDE
1630)
45
NICOLAASKERK,
DER i6
EEUW)
DI
GRAFTOMBE VAN GIJSBRECHT VAN IJSELSTEIN EN ZIJN ZOON ARNOLD MET HUN VROUWEN
( 1390). OP DEN ACHTERGROND RECHTS GRAFTOMBE VAN ALEID VAN CULENBORCH ( 1510J
DE TOREN
DER NED.
(14921531, NA BRAND
IN 1897
HERSTELD).
47
GEZICHT
i n
OP DE NED. HERV.
OF ST. CUNERAKERK
(14*15*
EEUW)
48
n.C.1
Z,U
1 LJ LL l\rU
l\ 1 AAL,
OF ST. CUNERAKERK
UC.JX
L\CU.
O.CR.V
1470)
HOOFDINGANG
DER NED. HERV. OF
ST. CUNERAKERK,
MET BEELD VAN DE H. CUNERA
K E R K E N E N G O D S H U I Z E N (RHENEN)
49
GEZICHT
DE
DOOPER-KERK
EEUW)
KERKEN EN GODSHUIZEN
HET
(UTRECHT)
5i
HET OVERBLIJFSEL
DER DOMKERK
( 12541479)
SCHIP 14811517, IN 1674 DOOR EEN CYCLOON
VERWOEST
GEDEELTE
EEUW)
52
SPRKKLiNGN N NDERLAND (UTRCHT)
GEZICHT
OP DOMTOREN
(13211382) EN DOMKERK.
LINKS
(i4
EEUW)
DE
OP DEN ACHTERGROND
DE
BUURKERK
VAN
DE
DOM-KLOOSTERGANG
VENSTER
VAN DE
DOM-KLOOSTERGANG
53
VENSTER
54
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (UTRECHT)
VLEUGEL
VAN DE
DOM-KLOOSTERGANG
HOEKJE
BIJ DE DOMKERK,
MET
KLOOSTERGANG
TOEGANG
TOT DE
DOMKERK
IN DE KLOOSTERGANG
VAN
DEN
DOM
55
56
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (UTRECHT)
DEUR
VAN DE SACRISTIJ
IN DE DOMKERK
(1480)
GRAFMONUMENT
VOOR ADMIRAAL
W. J. VAN
IN DE DOMKERK
(1676)
GENT
JACOBSKERK
57
58
DE ST. GEERTENKERK
1260, VERBOUWD
15 " EN ig *
1
EEUW
DE WAALSCHE
OF ST. PIETERSKERK,
(n
EEUW, TORENS
DE
59
ZUIDOOSTEN
60
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (UTRECHT)
DE ST. CATHARIJNEKERK
(14691550, VERBOUWD
19* EEUW, GEVEL 1900, NAVOLGING VAN DEN OUDEN)
DE ST. CATHARIJNEKERK,
GEZIEN
VAN HET
ZUIDWESTEN
HET INWENDIGE
(n *EEUW)
D
HET INWENDIGE
DER ST.
CATHARIJNEKER.
61
62
POORTJE
DER BEYERSKAMEREN
(1597)
DIACONIE
OUDE MANNENVROUWENHUIS
63
EN
64
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (UTRECHT)
DESSUS
DE PORTE
WEESHUIS
IN HET
BURGER( 1650)
SCHOORSTEENSTUK
IN HET
BURGERWEESHUIS
POORTJE
VAN HET
(1621)
BRUNTENB
DER
FRIES
VAN DE SCHOUW
V.M.
IN EEN
ST. MARIAKERK
DER KAMERS
VAN
ngo)
HET
BURGERWEESHUIS
65
DTAIL
DER
DE KLOOSTERGANG
66
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (UTRECHT)
POORTJE
VAN DE FUNDATIE
(&5i)
VAN
PALLAES
KERKEN EN GODSHUIZEN
(UTRECHT)
DER
MIDDENGEDEELTE
67
SCHOORSTEEN
IN DE REGENTENKAMER
FUNDATIE
VAN RENSWOUDE
'
68
DE REGENTENKAMER
IN \DE FUNDATIE
VAN
RENSWOUDE
(2 HELFT
E
DER
rS*' EEUW)
KERKEN EN GODSHUIZEN
(UTRECHT)
DE REGENTENKAMER
IN
HET
BARTHELOMEGASTHUIS
(17* EEUW;
GUCHT, 1644)
WANDTAPIJTEN
VAN
M. VAN
DER
69
70
BIJ
HET
VOORMALIG
ST. CATHARIN
A-KLOOSTER
BINNENPLAATS
HOEK DER BINNENPLAATS VAN HET V.M. ST. NICOLAASKLOOSTER (GESTICH T1392,17* EEUW GEWIJZIGD)
THANS
7*
STADSARMHUIS
DB
NICOLAASEEUW)
72
KAPEL
AAN
BINNENPLAATS
DE BINNENPLAATS
MET
KRUISGANG
VAN HET
VAN HET
( 1540)
V.M. ST.
CATHARINAKLOOSTER
V M. ST
CATHARINAKLOOSTER
t^lfeW 1
E R T E G E N W Q Q R D I G E R S
h e t
bleven aan west- en oostzijde eenige fragmenten bewaard, en van de verdere oude versterkingen, behalve de in 1646 tot uitkijktoren verbouwde Hoendertoren, die van Parma
in 1585 den naam van Belvdre ontving, gelukkig ook de hooge monumentale Kronenburgertoren.
Buren sloopte na 1840 twee van zijn drie poorten, en behield slechts de eenvoudige Culemborgsche poort. Tiel ving in 1838 aan met het sloopen van drie van zijn
vier poorten; de fraaie Water- of Kleibergsche poort bleef gelukkig behouden; verder is
er nog de Hugtpoort van 1664, wier doorgang evenwel is dichtgemetseld, en die als
woonhuis wordt gebruikt. Van Zalt-Bommel's vijf poorten bleef slechts een vrij schamele
rest van de Waterpoort over; behalve de andere poort aan de rivierzijde, de Stijgerpoort,
zijn zij reeds ongeveer een eeuw geleden afgebroken. Culemborg sloopte na 1841 zijn vier
buitenpoorten; een der binnenpoorten, in de ommuring om de oude stadskern waarvan
nog fragmenten over zijn, werd reeds eerder afgebroken. De andere, de Lanksmeerpoort, heeft men gespaard. Een gedeelte van den muur om de nieuwe stad met overblijfselen van een ronden toren, bleef er bovendien behouden.
Arnhem had, de reeds in het begin der i8de eeuw toegemetselde Nieuwe
Waterpoort niet meegerekend, vier poorten, waarvan de fraaiste, de St. Janspoort,
het eerst werd gesloopt, n.1. in 1825; 1827 volgde de Rijnpoort, in 1831 de Velperof Spijkerpoort. De 15de eeuwsche Sabelspoort bleef behouden, zij het aan de buitenzijde sterk ingebouwd; aan de marktzijde was zij in 1642 naar den smaak dier dagen
gewijzigd. Van de middeleeuwsche verdedigingswerken zijn nog geringe overblijfselen
te zien, van de door Maurits en van Coehoorn aangelegde is elk spoor verdwenen;
na 1817 heeft men ze geslecht.
Te Zutphen bleef betrekkelijk veel van de oude stadsmuren behouden; overblijfselen ervan vindt men rondom de geheele oude stad; ook zijn er nog drie waltorens,
waaronder de Borgoensche of Martinetstoren van 1467, en resten van andere torens.
En dan is er de Drogenapstoren, die in 1444 als poort gebouwd, reeds in 1465 is gedicht, en sinds 1889 als watertoren dienst doet, een indrukwekkend bouwwerk. Van
de vijf poorten, stoere gebouwen, die alle uit een binnen- en een buitenpoort bestonden (vooral de Binnen-Laarpoort was fraai) resten nog slechts de overblijfselen
van de voorpoort der 14de eeuwsche Oude Nieuwstadspoort, die in den aanvang der
16de eeuw gebouwd was; de binnenpoorten der Hospitaals- en der Marschpoort werden
in de eerste, de andere in de tweede helft der 19de eeuw afgebroken. Ten slotte zijn er
nog de schilderachtige overblijfselen van een 14de eeuwsche driebogige waterpoort
over de Berkel, met een weergang en twee hoektorens.
De poorten van Huisen en Zevenaar zijn reeds lang geleden afgebroken, drie
van de vier van Doesburg eerst in de tweede helft der 19de eeuw, in welk tijdperk
Doetichem al zijn vier poorten en zijn ouden stadsmuur sloopte; in zijn Gruitpoort
waren eenige kogels gemetseld, door de Spanjaarden in 1598 daartegen afgeschoten, en
las men aan de binnenzijde het opschrift: versint eer ghy begint, 1652". Te 's-Heerenberg bleef slechts een gedeelte van den ouden 16de eeuwschen vestingwal gespaard.
Terborg is altijd een open landstadje geweest. Het kleine Bredevoort, vroeger een
sterke vesting, sloopte zijn beide poorten na 1840. Groenlo, welks eertijds zoo sterke
vestingwerken reeds in de 18de eeuw grootendeels zijn gesloopt, brak in 1832 zijn
m
STADSPOORTEN E N OPENBARE
GEBOUWEN
77
drie poorten af. Borculo is reeds langen tijd een open landstadje. Lochem's drie
poorten werden i n het begin der 19de eeuw afgebroken.
In de Geldersche Zuiderzee-stadjes bleef meer bewaard. Hattem behield, behalve
overblijfselen der oude ommuring, zijn tegen het einde der 14de eeuw gebouwde BinnenDijkpoort, die, na deerlijk vervallen te zijn, in 1909 is hersteld; de twee andere poorten
werden na 1836 gesloopt. Harderwijk deed reeds vr 1844 zijn drie land- en een van
zijn twee zeepoorten verdwijnen; de zware, eenvoudige Vischpoort ontkwam aan de
vernieling. Brokstukken van den stadsmuur en eenige waltorens bleven behouden; een
groot deel der oude verdedigingswerken is evenwel i n 1910 opgeruimd. Elburg behield
eveneens een zijner poorten, die k Vischpoort heet; het was oorspronkelijk een toren,
waarin i n 1592 een doorgang is gemaakt. V a n de ommuring van omstreeks 1400, die
een rechthoek vormde, zijn nog fragmenten over. Nijkerk's drie poorten zijn reeds lang
geleden afgebroken. De Neudepoort te Wageningen sloopte men i n 1828, de overige
drie aldaar, waaronder twee waterpoorten, i n de tweede helft der 19de eeuw.
Amersfoort behield overblijfselen van zijn oudste ommuring i n de schilderachtige Muurhuizen, en van de poorten uit dien tijd den 13de eeuwschen Plompetoren,
oudtijds een poort, maar reeds voor lang dichtgemetseld, en de torentjes der BinnenKamppoort, waarvan het tusschengedeelte i n 1827 is afgebroken. V a n de latere o m muring zijn enkele gedeelten bewaard gebleven, benevens de waterpoort M o n n i k e n dam, en de indrukwekkende Koppelpoort van omstreeks 1400, die n water-, n landpoort is; de andere poorten zijn na 1828 afgebroken.
Geen enkele der statige oude poorten van Utrecht bleef gespaard. Behalve twee
waterpoorten, en gezwegen van de voorpoorten, werden de toegangen der stad gesierd
door vijf hoofdpoorten. De minder belangrijke 17de eeuwsche Maliepoort sloopte men
in 1822, de Weerdpoort i n 1839, de i n 1557 verbouwde Tolsteegpoort in 1845, de i n
1625
ontwerp van Paul Moreelse herbouwde mooie Catharijnepoort i n 1846
(een afbraak die o.m. aanbevolen werd, omdat het uitzicht op den spoorweg er door
winnen zou . . . ! ! ) , en de i n 1653 prachtig herbouwde Wittevrouwenpoort i n 1858.
Rhenen bewaarde gedeelten van den stadsmuur aan de noord- en zuidwestzijde
der stad, met overblijfselen van rondeeltorens, doch vernielde i n 1840 zijn drie poorten.
Wijk bij Duurstede volgde wat later dit voorbeeld ten opzichte van zijn vier poorten.
IJselstein sloopte i n de tweede helft der 19de eeuw zijn twee poorten; van de IJselpoort bleven echter nog twee torentjes behouden. Op deze poort las men vroeger het
opschrift: W e g h Utrecht met U w tuten en blasen, Doe uyt twee leeuwen en zet twee
hazen; Want toen die van IJselsteyn kwamen i n 't veld, Hebben die van Utrecht
't op een lopen ghesteldt", herinnering aan een minder-dappere houding der Utrechtenaren in het jaar
Montfoort behield, verminkt en gepleisterd, zijn IJselpoort,
maar brak na 1846 zijn twee andere poorten af.
n
n e t
S T A D S P O O R T E N E N OPENBARE G E B O U W E N
79
steenen portiek onder het bordes. Een groot gedeelte van den toren werd in 1920
door brand verwoest, bij welke gelegenheid ook het speelwerk, het eerste dat door
Fr. Hemony werd gemaakt, is vernield. De toren is inmiddels in de oude gedaante
hersteld.
In Achterhoek", Graafschap en Lijmers hebben nog slechts twee stadjes een
stadhuis, dat nadere beschouwing verdient, n.1. 's-Heernberg en Lochem. Dat van
's-Heerenberg is een aardig baksteenen gebouw met half vooruitspringenden toren, dat
veel overeenkomst vertoont met het iets rijkere stadhuis te Gennep; dat van Lochem,
oorspronkelijk een 17de eeuwsch, maar herhaaldelijk door brand geteisterd aardig
gebouwtje, heeft men getracht omstreeks 1900 in ouden staat te vernieuwen; mooi aan
het vernieuwde gebouw is voornamelijk het poortje in den smallen gevel, waarboven niet
onsierlijk beeldhouwwerk is aangebracht, met wapen en opschrift, waarin het jaar van
den bouw, alsmede de namen van de toen regeerende vroede vaderen worden vermeld.
In het Geldersche gebied tusschen de groote rivieren behoeven slechts Culemborg
en Zalt-Bommel vermelding; laatstgenoemd stadje heeft een stadhuis, een waag en een
vischmarkt uit de tweede helft der 18de eeuw, van welke gebouwen of gebouwtjes
het stadhuis, met zijn gevelpilasters en dubbele trap, niet zonder waardigheid is. Vrij
wat mooier en opmerkingswaardiger is echter het hooge stadhuis van Culemborg, een
der opmerkelijkste scheppingen der gothiek in ons land, en nog mooi, al is het niet
ongeschonden tot ons gekomen; de bergsteenen banden welke door de baksteenen
gevels loopen, geven het van verre het aanzien van een renaissance-gebouw, maar tal
van onderdeden wijzen op vroegeren tijd. Het deurkalf boven den ingang is versierd
met een brandenden aardbol, met het bijschrift ignis omnia consumabit" (alles zal
door het vuur vergaan) en de letters A . E., herinnerend aan de stichters van het gebouw,
Antonius van Lalaing, Graaf van Hoogstraten en Culemborg, en zijn gemalin Elisabeth.
In een der twee aanbouwen, welke van jongeren datum zijn, is de raadzaal, waar een
eiken schoorsteen rijkelijk is voorzien van rococo-versierselen, die iets te plomp zijn,
om z te bekoren als deze speelsche stijl gemeenlijk doet.
Harderwijk's Stadhuis werd in 1620 opgetrokken, maar in 1837 verknoeid; de
raadzaal van 1728 (in het toen verbouwde Wijnhuis) heeft echter zijn schoonheid behouden en munt uit door haar goudleeren behangsel, haar rijke houten zoldering met
betimmering en plafondstuk, voorstellende de verheerlijking van Juno, en haar gesneden houten schoorsteen met een schilderstuk, dat de ongeblinddoekte Justitia te
aanschouwen geeft.
Het stadhuis van Elburg, gebouwd op last van Arent van Boecoop, was bestemd
tot woning voor Hertog Willem van Gulik, en vertoonde dan ook, met zijn weergang
en torentjes op de hoeken, alle kenmerken van een klein kasteel; reeds zeven jaar na
zijn voltooiing echter werd het aan de stad verkocht, die in 1773 den mooien en karakteristieken voorgevel jammerlijk verknoeide; aan zij- en achtergevel is nog iets van
het oude karakter bewaard gebleven. De zandsteenen schouw in de burgemeesterskamer
bewijst, dat Elburg's regeerders in de zestiende eeuw nog smaak hadden. De voormalige Latijnsche (thans gewone) school, gevestigd in een gebouw van het vroegere
Schippersgilde, trekt vooral de aandacht door haar voorname, echt 18de eeuwsche
middentravee en haar van ornamenten voorzien fronton.
Hattum's Stadhuis dateert van de 16de eeuw, maar werd omstreeks 1620 geheel
verbouwd, en ontving toen nieuwe gevels, die met hun bergsteenen banden en blokken
het levendig aanzien van den Hollandschen renaissancestijl gaven. In 1770 heeft een
overmoedig hersteller den voorgevel naar zijn smaak gewijzigd. Een eeuw later werd
het gebouw wederom mishandeld, thans door het vergrooten der vensters, het bepleisteren en beschilderen van den baksteen, het aanbrengen van een leelijk balkon,
het vullen der vensterbogen enz. Typisch is nog de door een sater gedragen hoeklantaarn. Daarboven is i n 1922 door het aanbrengen van een klok i n trommelvorm,
voor verdere ontsiering van het Stadhuis zorg gedragen.
Van de stad Utrecht is betrekkelijk al heel weinig te vermelden. Haar middel eeuwsche beteekenis heeft zich voornamelijk i n kerkelijke gebouwen geopenbaard, en
had zij het begin der renaissance nog i n oude kracht beleefd, daarna sluimerde zij i n .
Van de oude kracht sprak nog de fraaie en zeldzame gevel van haar stadhuis, i n 1547
opgetrokken door den stadsarchitect W i l l e m van Noort, ter plaatse van de oude versterkte woning genaamd Haazenberg, welks buurman Lichtenberg reeds een tientaljaren geleden door de stad was aangekocht. Het was een der eerste Italiaansche renaissance-scheppingen i n dit land. Meedoogenloos werd zij i n 1824 vernield. E n wat kreeg
Utrecht er voor i n de plaats? Een nuchtere gevel met klassiek tempelfront. Bewaard
bleef de veel minder belangrijke gevel van het Vleeschhuis, waarin 17de eeuwsch
klassicisme de overwinning behaalde op Hollandsche renaissance-leutigheid. Het
Bisschoppelijk Paleis, Bisschopshof geheeten en in den tijd der Republiek ten dienste
der Stadhouders gesteld, een schilderachtig groot gebouw met gekanteelden weergang,
werd i n 1805 gesloopt. N o g slechts een 17de eeuwsche poort herinnert aan zijn bestaan. V a n de voormalige Statenkamer, het verbouwde Minderbroedersklooster,
(thans zologisch museum en laboratorium) zijn twee mooie poorten behouden gebleven; fraai is vooral die aan de voorzijde.
De stadhuizen i n de andere Utrechtsche steden munten niet uit door bijzondere
schoonheid. Het oude stadhuis van Amersfoort op den Hof, dat i n 1822 gesloopt werd,
was een eeuwenoud gebouw (wellicht overblijfsel van 't kasteel der Heeren van Amersfoort), dat zonder de deftige dubbele trap naar den hoofdingang en het koepeltorentje
op het dak vrij onaanzienlijk ware geweest. Thans zetelt het stadsbestuur i n een deftig
18de eeuwsch woonhuis, dat veel overeenkomst vertoont met een, echter fraaier, patricisch huis aan den Zuidsingel uit denzelfden tijd, hetwelk men i n de reeks stadsgezichten
vindt afgebeeld. I n dezelfde reeks vindt men, op een afbeelding van de M a r k t , ook het
stadhuis van Rhenen, een groot, maar behoudens den deftigen ingang, onversierd
gebouw, waarin een vierschaar met geschilderd Justitiabeeldje. Wijk bij Duurstede's
stadhuis bezit een niet leelijken gevel, die echter door een afzichtelijke ijzeren trap
ontsierd wordt. Afkeuringswaardiger nog is de handelwijze van IJselstein, dat den voorgevel van zijn stadhuis, oorspronkelijk een bekoorlijk gebouwtje uit den aanvang der
17de eeuw, ruim twee eeuwen na zijn stichting op jammerlijke wijze van zijn schoonheid beroofde. Over Montfoort's onbelangrijk stadhuis kan geheel worden gezwegen.
k 81
82
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
DE CULEMBORGSCHE
POORT
TE BUREN
(GEBOUWD
15
EEUW)
DE KLEIBERGSCHE-
OF WATERPOORT
!K
83
84
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
DE WATERPOORT
TE ZALT-BOMMEL,
BINNENZIJDE
(GEBOUWD 15DE EEUW)
TE CULEMBORG
OUDER
(GEBOUWD 1557 OP
ONDERBOUW)
|j
85
86
M,
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
DE SABELPOORT
TE
ARNHEM,
BINNENZIJDE
(VERBOUWD 1647)
DE SABELPOORT
TE ARNHEM,
BUITENZIJDE
(GEBOUWD
1440, DOORGANG VERWIJD 1625)
i
87
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
88
OVERBLIJFSEL
VAN
DE WATERPOORT
OVER DE BERKEL
(GEBOUWD
1340)
TE
ZUTPHEN
89
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
OVERBLIJFSEL
VAN
DEN
STADSMUUR
TE
HATTEM
NA DE RESTAURATIE
IN igog
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
02 <
DE VISCHPOORT
TE HARDERWIJK,
BUITENZIJDE
(GEBOUWD EINDE 14DE EEUW)
HARDERWIJK
MET
ZIJN
MUREN
EN POORTEN
IN DE
MIDDELEEUWEN
BINNENZIJDE
DE VISCHPOORT TE HARDERWIJK,
93
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
94
(GEBOUWD
DE VISCHPOORT
TE ELBURG,
EINDE 14DE EEUW ALS TOREN.
OUDE STADSMUUR
MET
BINNENZIJDE
DOORGANG VAN 1592)
RONDEELTOREN
TE
ELBURG
MUURHUIZEN
TE AMERSFOORT,
MET TORENTJE
VAN
DE 13DE EEUWSCHE
OMMURING
i 95
96
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
DE WATERPOORT
MONNIKENDAM
TE
AMERSFOORT
(GEBOUWD
EINDE 15DE EEUW)
DE MUURHUIZEN
BIJ DEN 13
PLOMPEN- OF GEVANGENTOREN
TE
EEUWSCHEN
AMERSFOORT
>
(O
DE KOPPELPOORTEN
97
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
DE KOPPELPOORTEN
TE AMERSFOORT.
WATERPOORT
BINNENZIJDE
VAN
DE
DE KOPPELPOORTEN
TE AMERSFOORT,
WESTZIJDE
99
100
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
DE BINNENKAMPPOORT
TE AMERSFOORT
IN 1817 (GEBOUWD
14DE EEUW,
POORTBOOG
GESLOOPT 1827)
IOI
102
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
14DE EEUWSCHE
OMMURING
MET
RONDEEL
TE
RHENEN
DE VOORGEVEL
TE NIJMEGEN
( '
VERLENGD 1880'82)
I553
54:
HERSTELD
EN
io
NAAR
104
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
STEENEN
VAN
GEMETSELD
AFGEBROKEN
POORTEN, FORTENEN
HUIZEN, EN GEVELFRAGMENT
VAN EEN GESLOOPT
HUIS,
IN EEN MUUR VAN DE GEDEPUTEERDENPLAATS"
VAN HET STADHUIS
TE
NIJMEGEN
POORT NAAR
DE GEDEPUTEERDENPLAATS
IN DEN VOORGEVEL
HET STADHUIS
TE NIJMEGEN (1663)
VAN
105
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
io6
HOEK VAN DE
(TRAPPORTIEK
DE KLEINE
AFKOMSTIG
BEELDIGE
V.M. SCHEPENZAAL
1657, KEIZERSBEELD
IN HET STADHUIS
1664, OMLIJSTING
TE
NIJMEGEN
DAARVAN
1670)
VESTIBULE
IN HET STADHUIS
TE NIJMEGEN (SCHOUW 1610,
UIT EEN PARTICULIER
HUIS; SCHILDERIJ,
MET
ZINNEVOORSTELLING
VAN HET
GRAAFSCHAP
ZUTFEN
EN
HET
HERTOGDOM
GELRE, DOOR P. PALAMEDES
(1662)
DE V.M.
SCHEPENZAAL
IN HET STADHUIS
TE NIJMEGEN
GESTOELTE
1555, KAST DER KLOK 164.6)
(SCHEPEN-
107
io8
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
LEESKAMER
SCHILDERIJ,
IN HET STADHUIS
TE NIJMEGEN
(SCHOUW
VOORSTELLEND
DE OVERGAVE
VAN HET
AAN KA REL V IN 1546)
igo,
MET
STADSWAPEN
DE TROUWZAAL
IN HET STADHUIS
TE NIJMEGEN
(WANDTAPIJTEN,
1664,
DOOR I F ROMANELLUS,
MET VOORSTELLINGEN
VAN Dl DO EN
AENEAS;
SCHOORSTEENSTUK,
VOORSTELLENDE
DEN VREDE VAN NIJMEGEN,
DOOR
N. DE HELT STOCADE)
VOORMALIGE
WAAG
EN
VLEESCHHUIS
TE NIJMEGEN,
(1612, VERNIEUWD
LATER
1886J
BOTERHAL
EN
HOOFDWACHT
109
IIO ]
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
DE WAAG
TE ARNHEM
(1761)
HET RAADHUIS
TE ARNHEM,
NABOOTSING
VAN
HET 153946 HIER TER PLAATSE
GEBOUWDE
DUIVELSHUIS",
DAT IN 1830 ALS RAA DHUIS IN GEBRUIK
GENOMEN EN TOEN GEWIJZIGD
WERD (1898)
TE ZUTFEN
(I I6)
7
in
II 2
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
W E R E L D L I J K E OPENBARE G E B O U W E N ( G E L D E R L A N D )
Il
114
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
INGANG
VAN
HET STADHUIS
TE LOCHEM
(1639J
HET STADHUIS
TE HATTEM
(161925, VOORGEVEL
GEWIJZIGD
1770; ALLES GEDEELTELIJK
VERKNOEID
1870)
HET
STADHUIS
TE 'S-HEERENBERG
( 1520, HERSTELD
1914'17)
"5
Il6
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
SCHOORSTEEN
IN DE RAADZAAL
VAN HET STADHUIS
TE CULEMBORG. SNIJWERK
DOOR W. VAN POMPE (1733)
HET STADHUIS
TE CULEMBORG
(1334,
1822; TRAP 1755)
VERNIEUWD
SCHOUW
IN DE BURGEMEESTERSKAMER
STADHUIS TE ELBURG (1556)
VAN HET
MIDDENSTUK
VAN DE V.M.
LATIJNSCHE
SCHOOL TE ELBURG (1778)
Il8
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
ACHTERZIJDE VAN HET STADHUIS TE ELBURG (GEBOUWD ALS BURCHT 1395, SINDS 1400 STADHUIS)
TE UTRECHT (1637)
"GEVELSTEEN
ST. ANTONIUS'KAPEL
IN DE HOOFDWACHT,
DER ST. JANSKERK
VROEGER
TE UTRECHT
(1660)
HET STADHUIS
TE UTRECHT (DE TWEE HUIZEN LINKS, DATEEREND
UIT
DE MIDDELEEUWEN,
IN 1537 DOOR DE STAD AANGEKOCHT
EN
DAARNA
GEWIJZIGD;
HET HUIS RECHTS
GEBOUWD 1546, GEVEL GESLOOPT 1824)
119
120
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
TE UTRECHT (1643)
121
122
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
POORT
VAN
HET
V.M. BISSCHOPSHOF,
LATER
TE UTRECHT (1634)
STADHOUDERSHOF,
V.M.
STADSGEZICHTEN
E N WOONHUIZEN
B.
KOSTER.
^IIVTIW E N Engelsch bewonderaar van ons land heeft eenige jaren geleden geschre\M
ven, dat every Dutch city has its individual charm". De Nederlander, die
kiIr^^M
^
y land kent, aanvaardt deze hulde gaarne, niet als een
4a hoffelijkheid, maar als een bewering, die in het algemeen volkomen juist
is. Intusschen gebiedt de waarheidsliefde te erkennen, dat er op dezen regel enkele
uitzonderingen zijn. Gelderland, bij voorbeeld, heeft enkele landstadjes, die zelfs den
meest welwillenden bezoeker niet door bekoorlijkheid kunnen boeien en aan welke in
een beschrijving van Neerland's stedeschoon dan ook werkelijk niet veel aandacht behoeft te worden gewijd. Maar zoowel Gelderland als Utrecht bezitten ongetwijfeld ook
steden en dit zijn waarlijk niet alleen de belangrijkste die zich op schoonheid, en
eigen karakteristieke schoonheid, kunnen beroemen.
Een algemeen karakteristiek valt van de zoo van elkaar verschillende steden in
beide gewesten natuurlijk niet te geven. Over het algemeen zijn de Geldersche steden
arm aan grachten, terwijl deze de grootste schoonheid van de stad Utrecht vormen.
Elders is, wat op een gracht gelijkt, meestal een oud vestingwater of een haven. Een
geheel bijzondere plaats nemen Nijmegen en Rhenen in, die het in ons land zeldzame
type van berg- (of laat ons liever zeggen heuvel)steden vertegenwoordigen, gebouwd
als zij zijn tegen of op heuvels.
Reeds werd er de aandacht op gevestigd, dat behalve eenige landstadjes, die
nimmer veel beteekenden, behalve somtijds men denke aan Groenlo als vesting,
de meeste steden in Gelderland en Utrecht zich in de middeleeuwen in grooten bloei
verheugden, terwijl in de gouden eeuw" de gulden zon van den voorspoed haar nauwelijks of niet bestraalde, en zij in het beste geval, een stilstand vertoonden, die in de geweldig opbloeiende Republiek der zeven Provincin met achteruitgang was gelijk te stellen.
Wie dit voor oogen houdt, verwondert er zich niet over, dat de schilderachtige
renaissance-gevels in deze steden niet talrijk zijn: de Hollandsche invloed kon zich op
het gebied van den woonhuisbouw niet sterk doen gevoelen in steden, wier geringe
welvaart den bouw van rijke gevels niet veroorloofde. En onder het betrekkelijk weinige,
wat van de scheppingen van weleer was overgebleven, hebben achteruitgang, in betere
tijden gevolgd door sloopwoede, een duchtige opruiming gehouden. Behalve te ZaltBommel en Zutfen is de mooie oude woonhuisgevel een zeldzaamheid.
Voor eenige steden van Gelderland en Utrecht bracht de 19de en het begin der
20ste eeuw gewichtige veranderingen. Dank zij hunne mooie omgeving mochten Arnhem (na den aanleg van den Rijnspoorweg) en Nijmegen (na de slooping zijner vestingd e
s t e <
e n
v a n
I2
werken) zich in een grooten toevloed van bewoners verheugen, zoodat zij in betrekkelijk
korten tijd tot belangrijke bevo^kingscetifa werden. Om dezelfde reden mocht Amersfoort later een dergelijke, zij het geringer ontwikkeling ondergaan^ terwijl Utrecht, niet
alleen schoon maar ook gunstig gelegen in het centrum van het land, voor de drie
grootste steden van Holland weinig onderdeed in geweldige toeneming van bevolking.
Niet langer kunnen dan ook Gelderland en Utrecht genoemd worden als gewesten,
wier steden een min of meer kwijnenden, vervallen indruk maken.
Toch hebben verscheidene dier steden haar karakter van rustige provinciestad
bewaard, waar, behalve het marktgewoel op een enkelen dag in de week, slechts sinds
eenige jaren de autobus de rust verstoort; de algemeene bevolkingstoeneming des
lands kwam vooral de kleinste dier steden slechts in geringe mate ten goede. Hoewel
sommige harer de grilligheid der Fortuin hebben ondervonden, brengt hare aanschouwing toch slechts zelden, als in Zeeland, tot weemoedige overpeinzingen: de gouden
tijd ligt in een te nevelig verleden, al te weinig bleef over wat van dat verleden nog
zou kunnen spreken, en de welvaart der jongste tijden, zij moge zich wat minder krachtig
ontplooien dan voorheen, werpt meestal een fleurigen sluier over wat voorbijging en
nirrimer keeren zal. Zoo stemmen noch Harderwijk noch Tiel den bezoeker dezer
stadjes, die hare geschiedenis niet kent, of zich deze niet wenscht te herinneren, bijzonder somber.
Nijmegen is een buitengewoon aantrekkelijke stad, voornamelijk echter dank zij
haar ligging op de heuvelen aan den breeden Waal, haar parken ten westen en oosten
der oude stad benevens het Valkhof" ter plaatse van het keizerlijk paleis, en den royalen
aanleg der nieuwe stad met haar Keizer Karelplein en eenige breede singels en wegen,
welke daarop uitmonden. De oude stad boeit den Hollander door het in ons land wel
zeer zeldzame verschijnsel van sterk-klimmende en hellende straten, maar bezit overigens niet veel schoons. Mooi is er slefehts de Markt, met het schilderachtige Waaggebouw
en den z.g.n. Kerkboog, waarachter de oude St. Stevenskerk met den geestig-bespitsten
toren rijst. Omstreeks 1447 werd zij, voornamelijk aan de zuidzijde, uitgelegd en verkreeg toen een omvang, dien zij tot het slechten der vestingwerken in 1878 behield,
wel een bewijs, dat de bloei der middeleeuwen in den nieuweren tijd een einde nam;
voornamelijk:als vesting bleef Nijmegen toen nog groote beteekenis behouden.
Het oude Arnhem is even arm als Nijmegen aan fraaie woonhuisgevels, en mist
bovendien de aantrekkelijkheden der zusterstad; slechts enkele achterbuurtjes zijn er
niet geheel van schilderachtigheid ontbloot. De grootste schoonheid van deze stad wordt
gevormd door haar grootendeels gedempte singels. Maar wijd om die singels strekt
zich nieuw-Arnhem uit, en ook dit moge niet door karaktervollen aanleg en mooie
architectonische scheppingen uitmunten, de bekoorlijkfeeid der omgeving van Gelderland's hoofdstad, hier met het park Sonsbeek als grootste sieraad, doet aich reedsin deze
nieuwe stad gevoelen. De oude wtad kan men het aanzien, dat zij geen grootsch verleden
achter den rug heeft en eeuwenlang niet meer dan een provinciestadje was, dat in den
aanvang der 19de eeuw nog geen 10.000 inwoners telde.
Zalt-Bommel was in de middeleeuwen een bloeiend handelsstadje, dat zelfs tot
de Hanzesteden behoord heeft; de Fortuin heeft de stad echter den rug toegekeerd; een
STADSGEZICHTEN E N WOONHUIZEN
127
zandplaat voor de rivier schijnt den handel van Zalt-Bommel te hebben doen kwijnen.
In den aanvang der 17de eeuw beleefde het nog een goeden tijd, toen het belangrijke
grensvesting was; verscheidene gevels uit die periode herinneren er nog aan, en tevens
spreken zij van den invloed van Dordrecht op het gebied van den woonhuisbouw, die
tot dit stadje doordrong. Hoogst merkwaardig is hier echter vooral het huis, dat de geduchte Maarten van Rossum in de eerste helft der 16de eeuw aan de Nonnestraat deed
bouwen, een gothisch kasteeltje met renaissance-dtails. De in plantsoenen herschapen
omwalling verhoogt de aantrekkelijkheid van het aardige eerwaardige maar stille stadje.
Tiel was oudtijds van veel meer beteekenis dan Zalt-Bommel maar schijnt reeds
eerder tot den rang van provinciestadje te zijn afgedaald, waar thans niets meer aan den
ouden gloritetijd herinnert. Buren heeft nooit groote beteekenis gehad, tenzij dan door
zijn helaas in den aanvang der 19de eeuw gesloopt kasteel; 't is een grappig klein stadje,
dat bij het binnentreden aan de eene zijde reeds laat zien, waar het aan de tegenoverliggende zijde eindigt. Veel grooter is het tamelijk levendige stadje Culemborg of Kuilenburg, dat onder de bescherming van een aloud slot driemalen werd uitgebreid; de drie
deelen bleven nog langen tijd door afzonderlijke muren en grachten ingesloten, aan welken eigenaardigen toestand nog de Binnenpoort, met muurresten, herinnert. Tot de
omwenteling van 1795 vormde het stadje een onafhankelijke heerlijkheid, waarop de
Staten van Gelderland te vergeefs souvereiniteitsrechten wilden uitoefenen. In gevelschoon staat dit stadje bij Zalt-Bommel ten achter, al is het er niet geheel van ontbloot.
De landstadjes in Lijmers en Graafschap, met den z.g.n. Achterhoek, bieden
weinig bezienswaardigs. Lochem heeft nog vestinggrachtjes, die aan zijn stad-zijn herinneren, maar verdient overigens slechts bezoek met het oog op zijn omstreken; iets
karakteristieker is het oude vestingstadje Doesburg met enkele oude gevels; Groenlo heeft,
behalve de overblijfselen van zijn eertijds sterke wallen, niets merkwaardigs, en de rest
geeft, tenminste op het gebied van stadsgezichten en woonhuizen, ook al weinig belangrijks, tenzij men het kasteel bij 's-Heerenberg hiertoe zou willen rekenen. De eenige
stad in deze streek, die bijzonder vermelding en beschouwing verdient, is ongetwijfeld
Zutfen, de oude Hanzestad, die vooral in de 14de en 15de eeuw bloeide, zooals ook blijkt
uit haar uitbreiding in 1322 aan de noord-, en die in 1450 aan de oostzijde. De IJsel
verloor echter zijn beteekenis als handelsweg, Zutfen moest zich met de nederiger positie
van marktstad vergenoegen, en, minder dan Arnhem en Nijmegen als woonstad gezocht, bleef het bij deze oudtijds weinig belangrijker steden ten achter. Er zijn nog eerwaardige gebouwen uit Zutfen's bloeitijd over; de merkwaardige gevels, die er behouden
bleven, dateeren echter van later tijd; daaronder zijn er vooral twee, die vertellen, dat
Zutfen in de 17de eeuw, geen gouden" eeuw voor deze stad, nochtans nog niet zonder
welvarende en kunstlievende burgers was. Mooie stadsgezichten dankt Zutfen vooral
aan het riviertje de Berk el en de in plantsoenen veranderde vestingwerken aan den
noordkant der stad.
Hattem heeft als vesting beteekenis gehad, maar is overigens nimmer een
belangrijk stadje geweest; schilderachtig is het vooral in zijn achterbuurten. Veel belangrijker was Elburg, in de 14de eeuw een bloeiend handelsstadje, in het Hanze-verbond
opgenomen als tweede Hanze-stad van Gelderland. Hoogst-merkwaardig is de vierkante
gedaante van dit regelmatig aangelegde stadje, waar niets meer aan den ouden bloeitijd
128
herinnert, al bleef er nog een en ander behouden, dat van het grijs verleden spreekt.
Nog belangrijker als koopstad was Harderwijk, dat bovendien als voedsterstad der wetenschap uitblonk. Ook hier herinnert nog slechts heel weinig aan die oude heerlijkheid.
Over Nijkerk, een net, welvarend stadje dat niets merkwaardigs bevat, gaan wij
naar Amersfoort, al weer een stad, die, in de middeleeuwen tot bloei gekomen en in de
14de en 15de eeuw belangrijk uitgelegd, geen voortgang van bloei beleefde, en een
provinciestadje bleef tot in de tweede helft der 19de eeuw, toen hare bekoorlijke omstreken de aandacht begonnen te trekken, waarna zij zich vooral aan de zuidzijde en
over den heuvel aan de westzijde belangrijk heeft uitgebreid. Het oude Amersfoort
bezit, zonder aan fraaie gevels bovenmate rijk te zijn, een geheel eigen schoon, dat het
vooral dankt aan den cirkel der oude Muurhuizen met de gedeeltelijk behouden vestgrachtjes daaromheen, die tal van teekenachtige hoekjes vormen, en aan den plantsoenboog der latere wallen, welke het geheel omgeeft.
Zeer bijzonder is de aanleg van de eerwaarde Stichtsche hoofdstad Utrecht, die
als 't ware een samengroeing is van een vijftal kerkbuurten, de immuniteiten", gevormd door de huizen der geestelijken van de kapittelkerken die er het middelpunt van
vormden, en de leekenbuurten daarbuiten. Vr alles zetel der geestelijkheid, kreeg de
stad vooral in de 11 de eeuw groote beteekenis als handelsstad, waarvoor zij, bij de
kruising van Rijn, Vecht en Hollandschen IJsel, gunstig gelegen was. Maar toen de
Rijn in de 12de eeuw begon te verlanden, ging die beteekenis langzaam achteruit, en
het duurde tot het laatst der 14de eeuw, dat uitbreiding (aan de zuidoostzijde) noodig
was. Den toen verkregen omvang heeft Utrecht tot het midden der 19de eeuw behouden.
In die eeuw heeft de moker geweldig gewoed onder de merkwaardige middeleeuwsche
huizen, die nog waren behouden gebleven, en waarvan thans nog slechts weinig over is;
tot dat weinige behoort het mindergelukkige gerestaureerde huis Oudaen en de merkwaardige gevel van het Huis Zoudenbalch. Dat Utrecht aan sierlijke renaissancegevels niet rijk is, verwondert niet als men weet, dat de 17de eeuw voor de stad een
periode van geringe welvaart was. Intusschen bleven enkele mooie i d e en 18de
eeuwsche huizen bewaard, van welke vooral het huis aan het Janskerkhof (hoek Drift),
ook van zijn interieurs, een eervolle vermelding verdient. Fraaie en geheel eenige
stadsgezichten bieden vooral de grachten, wier waterspiegel ver beneden de straat
ligt en door smalle kaden wordt omzoomd, die tot kelders onder de straat toegang
geven. Mooi zijn er verder de singels, terwijl menig hoekje bij de talrijke kerken treft
door rustige stemmigheid.
De drie kleine stadjes der provincie Utrecht ten slotte, het heuvelstadje Rhenen,
IJselstein met het overblijfsel van zijn aloud slot, en Montfoort met zijn schilderachtig
haventje, geven geen aanleiding tot een eenigszins uitvoerige bespreking; tot een verwijzing naar de enkele stadsgezichten, hierachter afgebeeld, meenen we ons te kunnen
bepalen. Rune en park van Wijk bij Duurstede's kasteel zijn, hoewel strikt genomen
niet behoorende tot het eigenlijke stadje, mede in deze afbeeldingenreeks opgenomen.
7
STADSGEZICHTEN E N WOONHUIZEN
EN DE
(NIJMEGEN)
LINDENBERG
129
13
S P R O K K E L I N G E N I N N E D E R L A N D (NIJMEGEN)
S T A D S G E Z I C H T E N E N W O O N H U I Z E N (NIJMEGEN)
DEUR-EN
RAAMOMLIJSTING
VAN EEN
HUIS AAN DE LANGE
BURCHTSTRAAT
DE ACHTERZIJDE
VAN DEN
(160506)
*3
KERKBOOG"
[32
GEZICHT
VAN
DE RIVIER
OP DE WAALKADE
EN DE ST.
STEVENSKERK
GEZICHT
UIT DE TROMPETSTEEG
133
KERK
*34
S P R O K K E L I N G E N I N N E D E R L A N D (ARNHEM)
DE RIJNKADE
BIJ DE
SCHIPBRUG
S T A D S G E Z I C H T E N E N W O O N H U I Z E N (ARNHEM)
i35
13b
GEVEL AAN
DE OENSELSCHE
STRAAT ( 1600)
MIDDENGEDEELTE
VAN
EEN
GEVEL
AAN
DE WATERSTRAAT
( 154.0)
37
IS?
MIDDENGEDEELTE
SCHE
STRAAT
GEVELS
AAN
DE
GASTHUISSTRAAT
1620)
SCHOUW
IN HET HUIS
VOORGEVEL
VAN HET HUIS VAN MAARTEN
ROSSUM (1536, GEWIJZIGD 1613)
VAN
VAN
MAARTEN
VAN
ACHTERGEVEL
139
ROSSUM
VAN
MAARTEN
140
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (ZALT-BOMMEL)
DTAIL
VAN
DEN VOORGEVEL
VAN HET
HUIS
VAN
MAARTEN
VAN
ROSSUM
TOT HET
OP HET STADJE
UIT HET
KANT
ZUIDWESTEN
141
GEZICHT
STADJE
TOEGANG
142
S P R O K K E L I N G E N I N N E D E R L A N D (BUREN)
MOLEN OP DE
WALLEN
GEVEL
AAN
DE MARKT
(1549)
HUIS
BIJ
DE BINNENPOORT
( 1610J
144
S P R O K K E L I N G E N I N N E D E R L A N D (LOCHEM
OUDE WAL EN
SINGELGRACHT
BIJ DE
SINGELGRACHT
H5
I46
IJSELKADE
VAN DE
GEZIEN
DE IJSEL,
BERKEL
DE
47
148
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (ZUTFEN)
BINNENZIJDE
VAN HET POORTJE VAN HET V.M.
PREDIKHEERENKLOOSTER,
LATER
LATIJNSCHE
SCHOOL EN KAZERNE, AAN DE ZIJDE DER TURFSTRAAT (EINDE i6
EEUW)
BS
ACHTER-
149
HOFSTRAAT
GEVEL
AAN DE HOUTMARKT
(1615)
*50
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (DOESBURGHATTEM)
GEVELS
AAN DE KOEPOORTSTRAAT
TE DOESBURG
(1649)
DE ADELAARSHOEK
TE
HATTEM
52
INGANG
VAN
ZUSTERSTRAAT
HET
HOEK
STADJE
AAN
DEN NUNSPEETSCHEN
BREESTRAAT,
MET DE GEBOUWEN
V.M.
AGNIETENKLOOSTER
KANT
VAN
HET
S T A D S G E Z I C H T E N E N W O O N H U I Z E N (ELBURG)
DE
HAVEN
i53
154
DE OUDE LIJNBAAN.
OP DEN ACHTERGROND
DE
VISCHPOOi
HET KLOOSTER"
TE HARDERWIJK.
OP DEN ACHTERGROND
DE GROOTE
KERK
55
'56
S P R O K K E L I N G E N I N N E D E R L A N D (HARDERWIJK)
DEUR- EN RAAMOMLIJSTING
VAN
EEN HUIS AAN DE
DONKERSTRAAT
^763)
GEVEL
AAN DE
(15"'
DONKERSTRAAT
EEUW)
157
158
BOTANICUS
DE VOORMALIGE HORTUS
STADSMUUR
AAN DE OOSTZIJDE
DER
STAD
i59
i6o
BIJ DEN 0. L.
VROUWETOREN
STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN
DE
ZUIDSINGEL
(AMERSFOORT)
I2
STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN
GEVEL
BIJ DE
BINNEN-KAMPPOORT
f1687)
HET
(AMERSFOORT)
KAPELHUIS"
163
AAN DE
( r oo)
5
KRANKELEDFNSTRAAT
164
S P R O K K E L I N G E N I N N E D E R L A N D (AMERSFOORT)
STADSGEZICHTEN E N WOONHUIZEN
11
seasEr^ "
"-
(AMERSFOORT)
"* ~ ~ 'T
( 1780)
IS
l6
i66
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND
DE MUURHUIZEN
BIJ
DEN
PLOMPE-
BIJ
'T
(AMERSFOORT)
OF GEVANGENTOREN
SLUISJE
(13'
EEUW)
STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN
(AMERSFOORT)
DE PLOMPETOREN
EN HET OUDE
GEVANGENISGEBOUW,
GEZIEN VAN DEN
ZUIDSINGEL
167
. 168
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (AMERSFOORT)
HUISJE
AAN
DE KRANKELEDENSTRAAT
( 1600)
IN DE
MUURHUIZEN
169
s
BIJ HET SLUISJE
170
S P R O K K E L I N G E N I N N E D E R L A N D (MONTFOORT)
MOLEN OP DE OVERBLIJFSELEN
DER
OMMURING
DE HAVEN TE
MONTFOORT
ijl
172
S P R O K K E L I N G E N I N N E D E R L A N D (IJSELSTEIN)
BIJ DE VOORMALIGE
IJSELPOORT
DE
DE MARKT
MET,
GRUTTERSTRAAT
RECHTS,
HET STADHUIS
( 1740)
73
'74
S P R O K K E L . I N N E D E R L . ( R H E N E N W I J K BIJ D U U R S T E D
TE WIJK BIJ
DUURSTEDE
STADSGEZICHTEN E N WOONHUIZEN
DE NIEUWE
GRACHT
(UTRECHT)
175
176
DE OUDE GRACHT.
RECHTS
DE ACHTERZIJDE
POSTKANTOOR
DE OUDE GRACHT
177
178
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (UTRECHT)
HET HUIS
DE KRAKELING"
( 2 HELFT iy
D E
DB
ACHTER
EEUW)
ST.
PIETER
HUIS
AAN
DE DRIFT
( 1610)
GRACHT
DE NIEUWE
170
x8o
DE KROMME
NIEUWE
GRACHT.
DE OUDE
LINKS
PAUSHUIZE"
GRACHT
( 1517)
POORT VAN
l8l
HUIS
l82
SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (UTRECHT)
DE
CATHARIJNESINGEL
DE KROMME
NIEUWE
GRACHT
IN HET OP BLADZ.
58 AFGEBEELDE
HUIS
AAN DE
DRIFT
83
ZAAL
184
HET
ADMINISTRATIEGEBOUW
DER NEDERLANDSCHE
(igi8'21)
SPOORWEGEN
ZAAL
IN EEN
HUIS AAN
HET
JANSKERKHOF
(UITGEBROKEN
1912)
185
i86
(1467)
187
ZOUDENBALCH
188
(1648)
DRIFT
HOEK
HET JANSKERKHOF,
AAN
HUIS
ZAAL
HOEK
DRIFT
189
tQO
VOORKAMER
SCHOORSTEEN
IN DE ZAAL
AAN HET JANSKERKHOF,
S T A D S G E Z I C H T E N E N W O O N H U I Z E N (WIJK BIJ D U U R S T D i , )
191
192
vuui^ic^
vij
WIJK
VAN HET KASTEEL
RUNE