You are on page 1of 17

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Kim Wouters
Klas
PEH15VA
Stageschool De Atalanta
Plaats
Eindhoven
Vak- vormingsgebied: Beeldende vorming
Speelwerkthema / onderwerp: collage, profiel. wie ben ik

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Persoonlijk leerdoel:
Ik kan een les met inhoud geven en de kinderen betrokken houden door:
- Ik kan de opdracht duidelijk uitleggen
- Ik kan werken volgens het basisplan beeldende vorming
- Ik kan inspiratie aanbieden
- Ik kan de leerlingen uitdagen verder te denken
Lesdoel(en):
Kerndoel: 54
Leerlijn: betekenisvolle onderwerpen en materiaal en techniek
De leerlingen kunnen aan het einde van de les een collage maken over
zichzelf.
Ze denken na over hetgeen wat belangrijk is in hun leven.
De leerlingen kunnen zelfstandig een woordweb maken.
Ze kunnen zelfstandig werken met het aangeboden materiaal (tijdschriften,
papier, potloden, stiften.
De leerlingen kunnen samenwerken als dat nodig is, door bijvoorbeeld
ideen uit te wisselen.

Joreen Smits
01-03-2016 en 08-03-2016 + als er tijd over is
6
19

Evaluatie van lesdoelen:


De leerlingen krijgen een beoordeling voor hun collage.
Er wordt gekeken naar:
- Inhoud (wie ben ik)
- Gevuldheid
- Kleurgebruik
- Netjes werken
- Originaliteit
Dit word ook besproken in de evaluatie met de hele groep. We gaan met de hele groep
naar een aantal willekeurig collages kijken uit de klas en we bespreken de
overeenkomsten en verschillen.

Beginsituatie:
Voorkennis
In de klas zitten 19 leerlingen, 11 meisjes en 8 jongens.
De leerlingen hebben 1 keer per week handvaardigheid.
Ze doen dan verschillende activiteiten zoals tekenen, kleien, gutsen, knippen, plakken en vouwen.
Actuele beginsituatie
Dit is mijn eerste les die ik geef aan deze groep. Daarom verwacht ik dat de leerlingen nog aan mij zullen moeten wennen.
Tijdens deze les komt mijn SLB-er ook langs.
Sommige leerlingen zullen erg betrokken zijn bij de les omdat zij van beeldende vorming houden, andere zullen iets minder betrokken zijn.
werkvorm
De leerlingen hebben nog nooit een collage gemaakt.
Ze hebben wel al ooit een woordweb gemaakt, bij de meeste lukt dit ook goed, volgens mijn mentor.
De leerlingen kunnen volgens mijn mentor goed zelfstandig werken.
Sommige leerlingen zullen wat meer begeleiding nodig hebben in het proces.
Lesverloop
Tijd

Leerinhoud Didactische handelingen


Leeractiviteit
Leraar
leergedrag leerling(en)
Introductie/ Inspiratie
- Kennis van begrippen langsgaan
- Halen hun voorkennis over de begrippen op
uitleg
- Zelfportret, collage, profiel
- Kijken naar de voorbeelden, benoemen wat ze
opdracht
Voorkennis
- Bespreken van de voorbeelden, wat zie
opvalt.
je?
- Luisteren naar instructie
15 min.
- Uitleggen wat een woordweb is, wat er
allemaal in staat en waarvoor je het
kunt gebruik.
- Huiswerk voor volgende week
bespreken, ideen aanreiken.

Materialen / Organisatie
PowerPoint

Kern deel 1 Mindmap


30-40 min. maken.

01-03

Kern deel 2 Collage


40-50 min maken

08-03
Afsluiting
15 min

Reflecteren

Op de gang profiel omtrekken.


Leerlingen komen in 2 tallen naar de
gang.
Na het omtrekken omlijn ik de profielen
nog een keer met een dikke zwarte stift

Laat de kinderen vooral zelf aan het


werk zijn.
Rondlopen en vragen stellen +
beantwoorden over het product

Vragen stellen over de kunstwerken om


de leerlingen te laten nadenken over
het product dat ze hebben gemaakt.
Vragen stellen over overeenkomsten
tussen de kunstwerken.
Vragen stellen over verschillen tussen
de kunstwerken
Welke springt er uit? Waarom? Komt
dat door de vorm? Kleurgebruik?

Zelfstandig werken: woordweb maken


Nadenken over wat ze belangrijk vinden in hun
leven.
Nadenken over wat ze leuk vinden.
Nadenken over wat bij hun hoort/ past.

Bouwlamp op de gang
Witte blaadjes
potlood
Dikke zwarte stift

De leerlingen beginnen aan hun collage en letten


hierbij op vorm, kleur, positie en betekenis
De leerlingen knippen het profiel uit het witte blad en
plakken dit op een gekleurd vel papier.

Omtrek profiel
Tijdschriften, fotos,
kranten, woorden, ect.
Potloden, stiften
Gekleurd papier
De eind producten voor in
de klas neerleggen op de
grond.

De leerlingen leggen al hun gemaakte kunstwerken


voor op de grond in het lokaal
De leerlingen reflecteren op het eigen gemaakte
werk en dat van andere
De leerlingen zoeken overeenkomsten en
verschillen tussen kunstwerken.
De leerlingen tonen respect naar andermans werk.

Basisplan
Les:
Groep:

Beeldende Vorming Collage/zelfportret wie ben


ik
Groep 6

Bron/Methode:

Eigen ontwerp

Datum:

Maart 2016

Betekenis
Wat zijn de inhouden en associatiemogelijkheden?

De leerlingen gaan nadenken over hetgeen wat zij


belangrijk vinden in hun leven en hetgeen wat bij
hun past. Zij krijgen inspiratie aangeboden d.m.v.
Voorbeelden van soortgelijke collages.

Vorm
Met behulp van welke beeldaspecten kunnen de
inhouden vorm krijgen?

Materiaal

Voor de kinderen is dit onderwerp van betekenis


omdat het over henzelf gaat.
Vorm -> omtrek van het silhouet van het hoofd
van de leerlingen. Daarin maken ze een collage.
Compositie -> overal compositie. Een mix van
tekeningen, knipsels uit tijdschriften, woorden en
fotos.
Kleur -> de leerlingen maken de collage op een
wit vel papier, ze mogen dit zelf opvullen. Als zij
het silhouet hebben uitgeknipt plakken ze dit op
een gekleurd A3 vel. De leerlingen mogen in de
collage gebruik maken van de kleuren die hen
aanspreken.
Sfeer en expressie -> de leerlingen vullen de
collage met kleuren, teksten en afbeeldingen die
voor hen iets betekenen. Zo wordt het een
persoonlijke collage.
A4 papier
A3 wit papier

Welk materiaal is daarvoor geschikt, welke


mogelijkheden biedt het?

Bouwlamp
Tussen A3 en A2 gekleurd papier
Tijdschriften
Potloden, stiften, scharen, lijm
De leerlingen maken een woordweb op A4 papier.
Mijn mentor trekt d.mv. een bouwlamp het
silhouet van de leerlingen om op wit A3 papier.
De leerlingen makken in hun silhouet een collage.
Ze gebruiken hier tijdschriften, stiften, potloden,
scharen en lijm voor.
Als de collage klaar is knippen de leerlingen het
silhouet uit en plakken het op een groter gekleurd
papier (tussen A2 en A3)

Beschouwing
Vanuit welke beelden kan het kind betrokken
worden bij het onderwerp?

Onderzoek
Hoe kan het kind materialen en beeldende aspecten
verkennen?

De leerlingen krijgen inspiratie aangeboden vanuit


een PowerPoint die ik laat zien. Daarin staan
voorbeelden van soortgelijke collages in
silhouetten. We bespreken klassikaal wat er te zien
is in die voorbeelden.
Daarna gaan de leerlingen een woordweb maken
over zichzelf, ook hier geef ik inspiratie voor. Ze
denken bijvoorbeeld aan na over familie, vrienden,
afkomst, school, hobbys, huisdieren, eten, sport,
geloof, vakantie enz.
1. De leerlingen maken kennis met sillouhetten en
schaduwen d.m.v. een felle lamp.
2. De leerlingen mogen zelf bepalen hoe zij de
collage vullen. Ze hebben keuze uit, tekenen,
kleuren, schrijven en afbeeldingen op plakken.
3. zij doen als het ware onderzoek naar zichzelf
door het maken van een woordweb. De denken na
over dingen die bij hen horen en passen.

Werkwijze
Welke aanwijzingen over gebruik van materiaal en
gereedschap, en welke vaardigheden?

Reflectie

1. maak een woordweb over jezelf.


Vul de collage met:
2. neem van thuis plaatjes en afbeeldingen mee
die iets voor jou betekenen.
3. knip afbeeldingen uit tijdschriften die voor jou
iets betekenen.
4. maak tekeningen of schrijf woorden die iets
voor jou betekenen
5. knip het silhouet uit en plak het op het
gekleurde vel papier.
Ik pak 8 willekeurig collages en leg die voor in het
lokaal op de grond.
Alle leerlingen komen er omheen staan en bekijken
de collages.
Ik stel evaluerende vragen

Lesfasenformulier
Les: beedendevorming

Bron/Methode: Eigen ontwerp

Groep:6

Datum: maart 2016

Fase
Voorbereiding:
Doel
Context

Mijn activiteiten
Ik wil de leerlingen kennis
laten maken met de
techniek collage. Met als
onderwerp zichzelf.

Activiteiten van de kinderen

Orintatie:
Introduceren
Informeren
Instrueren
(opdracht)

Introduceren:
Met behulp van een Powerpoint
leg ik uit de opdracht is.
De leerlingen gaan een
zelfportret in de vorm van een
collage maken.
Ik stel eerst vragen over de
begrippen collage en zelfportret.
is.

Informeren:

voorkennis ophalen over de


begrippen collage, en
zelfportret.
Meedenken over de
voorbeelden. Wat is er te zien,
wat zou dit betekenen?
Bedenken hoe zij hun eigen
collage zouden kunnen
vormgeven.

Ik laat inspiratie zien en


voorbeelden. Ik bespreek met
Luisteren naar de uitleg.
de leerlingen wat er in de
voorbeelden te zien.
Wat zouden de leerlingen in hun
eigen collage kunnen doen?

Instrueren:
Ik leg uit hoe het proces gaat
verlopen.
- De leerlingen gaan eerst
een woordweb over
zichzelf maken.
- mijn mentor trekt het
silhouet om.
- De leerlingen vullen de
collage met hun eigen
ideeen (zie basisplan)
- We gaan het werk
evalueren.

Uitvoering:
Observeren
Begeleiden
Afronden

Na de instructie loop ik rond en


geef ik tips.
Deze tips kunnen gaan over
- Materiaal gebruik
- Onderwerpen kiezen
- Laten nadenken over het
onderwerp wie ben ik
- Persoonlijke vragen
stellen om de leerlingen
tot ideen ta laten
komen.
Mijn mentor en ik hebben
verschillende momenten
vrijgemaakt om te werken aan
de collage, binnen die tijd moet
het afgerond zijn.

Na de instructie gaan de
leerlingen beginnen met het
maken van een woordweb.
Daarna volgt het werken
aan de collage (zie
lesvoorbereiding)

Nabeschouwing
:
Nabespreken
Beoordelen
Presenteren

Voor de het nabespreken


hebben ik 8 willekeurige werken
gepakt en op de grond voor in
het lokaal gelegd. de leerlingen
kwamen er omheen staan en ik
stelde beschouwingsvragen.

De leerlingen denken na
over verschillen en
overeenkomsten tussen de
werken.

Mijn mentor vond dit een erg


leuke les en ze wil de leerlingen
er graag een punt voor geven.
Er wordt gekeken naar:
Er wordt gekeken naar:
- Inhoud (wie ben ik)
- Gevuldheid
- Kleurgebruik
- Netjes werken
- Originaliteit

De collages worden gepresenteerd


om de gang van het lokaal, we
hebben alle collages opgehangen.

Evaluatie:
Reflecteren
Vooruitkijken

Met de leerlingen heb ik


De leerlingen mogen hun
gevalueerd op de
collages verbeteren.
collages.
Daarna hebben ze nog tijd
gekregen om het te
verbeteren

Toelichting lesontwerp OGP 3

B1. Leerdoelen stellen


3.4 passend leerinhouden
vanuit leerlijnen
3.11 Leerprocessen
observeren en registreren

Welke keuze(s) heb je in dit


opzicht gemaakt?

Waarom heb je deze keuze(s)


gemaakt?

Ik heb gekeken naar de


kerndoelen en leerlijnen op tule.

Hier staat welke onderwerpen


relevant zijn voor groep 6.

Ik heb mijn eigen ontwerp


besproken met mijn mentor.

Mijn mentor kon mij vertellen of


het een goed ontwerp was.

Ik observeer de leerprocessen
door samen met de leerlingen te
reflecteren

a.d.h.v. de evaluatie/ reflectie


met de leerlingen op het werk,
mochten de leerlingen hun werk
nog verbeteren. Ze krijgen er
ook een punt voor, hierbij wordt
gelet op:
- Inhoud (wie ben ik)
- Gevuldheid
- Kleurgebruik
- Netjes werken
- Originaliteit
Het is een persoonlijke
opdracht waar de leerlingen
zelf over na moeten denken.
Overleggen mag om
bijvoorbeeld ideen met elkaar
uit te wisselen.
na de klassikale uitleg konden
de leerlingen aan de slag en
wisten zij wat de opdracht was.

B3. Leeractiviteiten
begeleiden
2.6 Samenwerking,
zelfredzaamheid

De leerlingen werken individueel


aan deze opdracht.
Overleggen mag

A3. Leiding geven aan het


groepsproces

ik heb eerst klassikaal uitleg


gegeven.

1.1 zicht op groepjes


leerlingen
1.3 effectieve
leerkrachtcommunicatie

Daarna heb ik de leerlingen vrij


gelaten.

Ik heb ze de vrijheid gegeven


omdat

A4. Interactie aangaan met


de groep
3.13 feedback aan leerlingen

ik ben tijdens het proces gaan


rondlopen en ik heb tips gegeven
als de leerlingen vast liepen.
Ik heb ze wel altijd eerst zelf laten
nadenken.
Ik heb ook samen met de
leerlingen de werken gevalueerd
en feedback gegeven.

Schasfoort (2012, p. 119) stelt


niet alle kinderen zijn geboren
probleemoplossers, maar
sommigen kunnen last hebben
van gemakzucht. Dit ging over
vragen om hulp.
Schasfoort (2012) stelt: je
evalueert niet om tot een cijfer
te komen maar om de
leerlingen te helpen bij zij
ontwikkeling in het omgaan met
beelden.

B2 Leeractiviteiten
ontwerpen

De werkvorm was: individueel


werken.

Het was een individuele


opdracht.

3.6 werkvormen en
groeperingsvormen

Er mochten tafels worden


verschoven om de werkomgeving
prettiger te maken.

Er was zo meer ruimte om het


grote vel papier neer te leggen.

4.5 leeromgeving inrichten


Schasfoort (2012, p.119) stelt:
zorg dat kinderen genoeg
bewegingsvrijheid hebben en
dat er mogelijkheid is om te
knoeien.

Persoonlijke reflectie

Wat wilde ik?


- Een les geven met inhoud en de leerlingen betrokken houden
- De opdracht duidelijk uitleggen
- Werken volgens het basisplan beeldende vorming
- Inspiratie aanbieden, leerlingen verder laten denken
Wat deed ik?
-

Ik heb de leerlingen inspiratie aangeboden d.m.v. een PowerPoint.


Ik liet de leerlingen eerst nadenken over wat ze wilde gaan maken d.m.v. een woordweb.
Ik heb tijdens de les rondgelopen en leerlingen tips en suggesties gegeven over bijvoorbeeld: het gebruik van kleuren, tekenen met potlood of
stiften, vragen stellen over de inhoud.
Ik heb gereflecteerd met de leerlingen volgens het basisplan beeldende vorming. Ik heb vragen gesteld over de inhoud en vormgeving van de
collage, ik heb ze verschillen en overeenkomsten laten bespreken en ik heb ze de vrijheid gegeven om zelf nog iets te vertellen over hun werk.

Positieve ervaringen
- Ik heb de opdracht duidelijk uitgelegd a.d.h.v. een PowerPoint , de leerlingen konden daardoor zelfstandig aan de slag met af en toe
wat hulp.
- De resultaten zijn erg goed geworden.
- Ik heb een aantal leerlingen kunnen inspireren met ideen.
- Bij het reflecteren heb ik alle leerlingen kunnen betrekken
Wat ging anders dan verwacht
-

Omdat het een erg vrije les was en er hier en daar met stoelen en tafels werd geschoven (om het blad op te leggen) was het soms wat rumoerig
in de klas.
Ik heb de les verspreid over een aantal dagen, de eerste dag dat de leerlingen aan de collage gingen werken was het te rumoerig, ik vond het
toen lastig om in te grijpen. De tweede dag ging het al beter.
Ik had als huiswerk meegegeven dat de leerlingen plaatjes of fotos van thuis mee konden nemen voor in de collage, uiteindelijk had maar 1
leerling dit gedaan. Dat maakte op zich niet zo uit, maar ik had het wel nog een keer duidelijk kunnen benoemen aan het einde van de les.

Wat kon beter


- Vertellen wat de leerlingen moeten gaan doen als ze klaar zijn.
- Woordwebben en ideen met elkaar laten uitwissen.
Hoe nu verder
- Uit deze les heb ik inspiratie gekregen voor mijn nieuwe POP met als hoofdvraag: hoe trek ik de aandacht van alle leerlingen zonder
boven mezelf uit te gaan schreeuwen.

Feedback mentor (inclusief handtekening)


Datum: 29-03-2016
Wat wilde ik?
- Een les geven met inhoud en de leerlingen betrokken houden
- De opdracht duidelijk uitleggen
- Werken volgens het basisplan beeldende vorming
- Inspiratie aanbieden, leerlingen verder laten denken
Goed gedaan. Les ook prima beschreven in de lesvoorbereiding.
Wat deed ik?
-

Ik heb de leerlingen inspiratie aangeboden d.m.v. een PowerPoint.


Ik liet de leerlingen eerst nadenken over wat ze wilde gaan maken d.m.v. een woordweb.
Ik heb tijdens de les rondgelopen en leerlingen tips en suggesties gegeven over bijvoorbeeld: het gebruik van kleuren, tekenen met potlood of stiften, vrage
stellen over de inhoud.
- Ik heb gereflecteerd met de leerlingen volgens het basisplan beeldende vorming. Ik heb vragen gesteld over de inhoud en vormgeving van de collage, ik he
ze verschillen en overeenkomsten laten bespreken en ik heb ze de vrijheid gegeven om zelf nog iets te vertellen over hun werk.
Nabespreking ging heel erg goed en je hebt de goede vragen gesteld.

Positieve ervaringen
- Ik heb de opdracht duidelijk uitgelegd a.d.h.v. een PowerPoint , de leerlingen konden daardoor zelfstandig aan de slag met af en toe wat hulp
- De resultaten zijn erg goed geworden.
- Ik heb een aantal leerlingen kunnen inspireren met ideen.
- Bij het reflecteren heb ik alle leerlingen kunnen betrekken.
Maak een aantal fotos en plak ze bij de lesvoorbereiding/evaluatie.
Wat ging anders dan verwacht
-

Omdat het een erg vrije les was en er hier en daar met stoelen en tafels werd geschoven (om het blad op te leggen) was het soms wat rumoerig in de klas.
Ik heb de les verspreid over een aantal dagen, de eerste dag dat de leerlingen aan de collage gingen werken was het te rumoerig, ik vond het toen lastig om
te grijpen. De tweede dag ging het al beter. (mooie vooruitgang)
Ik had als huiswerk meegegeven dat de leerlingen plaatjes of fotos van thuis mee konden nemen voor in de collage, uiteindelijk had maar 1 leerling dit ged
Dat maakte op zich niet zo uit, maar ik had het wel nog een keer duidelijk kunnen benoemen aan het einde van de les.

Wat kon beter


- Vertellen wat de leerlingen moeten gaan doen als ze klaar zijn. (Mee eens)
- Woordwebben en ideen met elkaar laten uitwissen.
Hoe nu verder
Uit deze les heb ik inspiratie gekregen voor mijn nieuwe POP met als hoofdvraag: hoe trek ik de aandacht van alle leerlingen zonder boven mezelf u
gaan schreeuwen.

Mooie uitdaging en een mooi leerpunt.

Sterkte/ zwakte analyse

Wat ging goed?

Wat mag beter?

B1. Leerdoelen stellen


De student kiest in zijn lesontwerp
voor passende leerdoelen (proce- en
prodcut) die aansluiten bij leeriljnen en
het bestaande onderwijsprogramma
van de stagegroep.

De les sloot aan bij de kerndoelen op


tule.

B3. Leeractiviteiten begeleiden


De student toont aan dat hij in staat is
om in de lesuitvoering coperatieve
wervormen te hanteren. De student
toont aan dat hij leerilngen hulp biedt
bij het leerproces, rekening houdend
met de kenmerken van de groep. Hij
bevordert de samenwerking tussen
leerlingen en de redzaamheid van
individuele leerlingen.

Samenwerkend leren was in deze les


niet van toepassing.
Ik bood de leerlingen hulp door, door
te vragen als ze vast liepen. Door het
stellen van persoonlijke vragen
kwamen de leerlingen zelf al met
nieuwe ideeen.

Het onderdeel woordweb maken zou ik


meer aandacht mogen hebben gegeven.
Het was nu alleen ter inspiratie voor de
leerlingen zelf.
Ik zou het meer verdiepend hebben kunnen
maken door de leerlingen er met elkaar een
gesprek over te laten voeren.
En de verschillen en overeenkomsten laten
bespreken.
Ik had in deze les samenwerkend leren
kunnen verwerken door de leerlingen hun
persoonlijke woordwebben met elkaar te
laten bespreken.
De leerlingen leren elkaar zo beter kennen
en ze doen ideeen op van elkaar.

A3. Leiding geven aan het


groepsproces
De student toont dat hij samenwerking
leren tijdens de onderwijsactiviteiten
bevordert en laat expliciet zien dat hij
kinderen aanspreekt op gedrag, hen
positief stimuleert en zicht houdt op
alle groepjesleerlingen.

Samenwerkend leren was in deze les


niet van toepassing.
De laatste paar keren dat we gingen
werken aan de collage heb ik de groep
aangesproken wanneer het te
rumoerig en druk werd. Dit had het
gewenste effect.

De eerste keer dat er werd gewerkt aan de


les was het voor mijn gevoel te rumoerig.
Dit was de eerste keer dat ik les gaf aan de
klas en het was een erg vrije opdracht,
daarom wist ik niet goed hoe ik moest
handelen.

A4. Interactie aangaan met de groep


De student toont aan dat hij vanuit een
onderzoekende houding gesprekken
voert met de leerlingen door actief te
luisteren. De student evalueert de

Tijdens de les heb ik rond gelopen


door het lokaal.
De leerlingen konden vragen aan mij
stellen als ze vast liepen.
Ik heb ze kunnen helpen bij het

Mijn mentor vond het een goede en


zinvolle les.

onderwijsactiviteiten met kinderen en


hij geeft feedback aan leerlingen op
het samenwerkingsproces en/of op de
gestelde doelen.

B2 Leeractiviteiten ontwerpen
De student toont in het ontwerp aan
dat hij coperatieve werkvormen
hanteert.
De student maakt zichtbaar dat hij
voor aanvang van de lesactiviteiten
benodigde materialen en leermiddelen
klaar zet.

bedenken van onderwerpen, materiaal


gebruik en werkwijze.
Aan het einde van de les heb ik
willekeurige werken samen met de
leerlingen gevalueerd d.m.v.
beschouwingsvragen. Dat ging erg
goed, de leerlingen dachten goed mee
over de vragen.
Vanuit dat punt heb ik feedback
gegeven over de werken, wat was
goed en wat kon beter.
n.v.t

ik heb alle materialen uit het


materialen hok gepakt en klaar gelegd.
ik heb zelf ook nog tijdschriften
meegenomen.

Als huiswerk had ik de les ervoor


opgegeven dat de leerlingen zelf fotos en
plaatjes mee mochten nemen.
Uiteindelijk heeft bijna niemand dit gedaan
omdat ze het waren vergeten.
Ik had het huiswerk beter moeten
benadrukken.

You might also like