You are on page 1of 16

Samen aan de slag

Inhoudsopgave

1 Samenvatting

2 Inleiding.

3 Samen aan de slag!

3.1 Betekenis van goede signalering.


3.2 Signaleringsproces

4
6

4 Conclusie

12

5 Literatuurlijst.

13

Inleiding

Voor georganiseerde en doelgerichte preventie is het nodig het niet goed functioneren van
personen, groepen of van organisaties en instanties systematisch op het spoor te komen en daar
aandacht aan te schenken.
Door te signaleren orienteert de sociale professional zich op risicofactoren en omstandigheden, die
problemen of disfuncties met zich kunnen meebrengen.
In deze module wordt het belang onderstreept van het signaleren van sociaal agogische probleemsituaties waarmee de sociale professional dagelijks te maken heeft.

Als hulpverlener verkrijg ik hiermee inzicht in interpersoonlijke en maatschappelijke verhoudingen


en leer ik hierdoor een sociaal agogische probleemsituatie te signaleren.

Samen aan de slag!

Even voorstellen
Mijn naam is Patrick Jansma en ik ben een sociaal agogisch werker.. Ik spreek namens Actor.
Actor is een instelling voor maatschappelijke dienstverlening. Onze visie is dat individuen en
gezinnen in de maatschappij zelfstandig in staat zijn en bewust participeren aan verbetering en
ontplooiing van de eigen woon-, leef- en werk-omstandigheden. Ons doelgroep is wijkgericht
waarin maatschappelijk werk en opbouwwerk gentegreerd is.
Door middel van deze presentatie wil ik het belang van goede signaleringsprocessen aan de hand
van voorbeelden uit de praktijk in kaart brengen. In dit verslag toon ik aan dat een goede

signalering uiterst belangrijk is voor de hulpverlening en eventuele andere stappen.Tijdens het


uitwerken van deze presentatie maak ik gebruik van mijn ervaring met het gezin Jozefs. De situatie
die ik bij de familie Jozefs meegemaakt heb, staat niet op zichzelf. Het staat als concrete voorbeeld
uit meerdere gezinnen met dezelfde problematiek.
Jongeren die veel overlast veroorzaken en soms ook kleine misdrijven plegen; Scholen die geen
stageplekken voor de jongeren kunnen vinden; Ouders die niet weten hoe ze zich hiermee moeten
omgaan en daarnaast financiele problemen hebben; Of de buurbewoners en winkeliers die hierover
klagen. Dit gebeurt in onze wijken en het is een maatschappelijk probleem die wij moeten
oplossen. Iedereen hier levert al ongetwijfeld op zijn eigen manier zijn bidrage maar als we onze
krachten bundelen kunnen we dit veel beter aanpakken. Daarom de titel samen aan de slag!
Ik zal in deze presentatie de volgende onderwerpen behandelen:
Betekenis van goede signalering
Situatie- of probleemidentificatie
Situatie- of probleemanalyse
Doelformulering
Analyse van interventie mogelijkheden
Plan van aanpak en uitvoering
Evaluatie

3.1 Betekenis van goede signalering.


Als sociaal werker word ik dagelijks geconfronteerd met problemen van clienten. In veel situaties
worden hun problemen sterk benvloed door de maatschappelijke ontwikkelingen. Signaleren is een
kerntaak van mij als Sociaalagogische werker, gericht op het benvloeden van de sociale omgeving
van doelgroepen in ruimere zin. (Sluiter, 2010, p.26). Dat betekent systematisch op het spoor
komen van en aandacht schenken aan tekorten van gebreken en voorzieningen.
Al vanaf het start van dit proces ben ik aan het onderzoeken geweest welke factoren de bestaande
situatie van de familie Jozefs en andere gezinnen met dezelfde problemen een rol hebben gespeeld
bij het ontstaan van de agogische situatie. Maar ook welke factoren de bestaande situatie in
positieve of negatieve zin benvloeden. Gedurende het sociaalagogischproces heb ik als
sociaalagogisch werker relevante informatie geprobeerd te verkrijgen, over de relatie tussen de
concrete sociaalagogische situatie en de maatschappelijke factoren die daarop van invloed zijn. De
aandacht is daarbij in het bijzonder gericht op de wijze waarop alle betrokkenen hun situatie en /of
problemen zien en ervaren en hoe personen uit hun informele en formele netwerk daarin een rol
spelen. (Sluiter, 2010, p.72).
5
Ruud Jozefs is een jongen van 16 jaar, die vaak doelloos in een jongerengroep over straat zwerft.
Hij is betrokken geweest bij kleinschalige winkeldiefstallen. Ruud zijn ouders (Pim en Ingrid
Jozefs) , zijn door werkloosheid van de vader in financiele problemen gekomen, dit zorgt voor
moeilijkheden binnen het gezin. Pim en Ingrid zijn de controle over hun zoon kwijt. Om de
thuissituatie te ontvluchten zoekt Ruud veel toenadering tot een overlastgevende groep jongeren.
Het zusje van Ruud, Yvonne 13 jaar oud, zoekt ook steeds vaker toenadering tot de groep van
Ruud. Vader en moeder Jozefs zijn wel voornemens hun zoon en dochter beter in de gaten te
houden. Ze hebben financiele problemen en ze hebben geen weet wat hun kinderen in hun vrije tijd
doen. De jongeren vinden hun gedrag wel meevallen, zij vinden dat ze helemaal geen last
veroorzaken. Terwijl de winkeliers vinden dat ze hierdoor klanten verliezen.
Tijdens het sociaalagogischproces is er samen met de jongeren en hun ouders zodanig informatie

verzameld dat de situatie van de jongeren en de maatschappelijke context goed in beeld komt.
Signalering is een primaire uitvoerende taak van het sociaalagogisch werk, die draagt bij een
hogere effectiviteit van de hulpverlening. (Sluiter, 2010, p. 26). Deze functie beperkt zich niet tot
het louter signaleren maar wil waar mogelijk ook bijdragen aan verandering van situaties die
negatief inwerken op de 'realisatie van een menswaardig bestaan'. Verhelderen en aantonen dat
problemen in het menselijk functioneren het resultaat kunnen zijn van maatschappelijke
omstandigheden, van beleid of van het functioneren van organisaties hoort ook bij signalering
(Sluiter, 2010, p.103). Veel ouders van deze jongeren worden geteisterd door werkeloosheid. Deze
problemen dienen niet omschreven te worden als situatiegebonden schuld, maar als een product
van nader te omschrijven maatschappelijke verhoudingen. Deze verheldering en dit bewustzijn kan
mensen en groepen helpen hun eigenwaarde terug te vinden en los te komen van de mechanismen
die hun zelfbeeld bepalen.(Sluiter, 2010, p.65). Door de rusteloze thuissituatie zoeken de kinderen
de straat op om te socialiseren met leeftijdsgenootjes die in dezelfde situatie zitten. De ouders van
deze jongeren hebben veelal dezelfde maatschappelijke, financiele problemen, sociaal milieu,
sociale netwerken en ook weinig perspectief. De falende opvoeding is in de praktijk vaker het
gevolg van onmacht van de ouders dan van pertinente onwil.Volgens Berger (2006) gaat het hierbij
om 'opgroeigedrag' dat voortvloeit uit het normale experimenteergedrag van jongeren, maar
waarbij maatschappelijke normen worden overschreden. Een falende opvoeding is een van de
belangrijkste risicofactoren die bijdragen tot jeugdcriminaliteit. Jongeren die strafbare feiten plegen
hebben in het algemeen onvoldoende toezicht van thuis, ondervinden weinig warmte van de ouders
en ervaren vaker conflicten binnen het gezin (Berger, 2006).
Vermaatschappelijking betekent dat iemand die buiten het gewone maatschappelijke verkeer en
buiten het alledaagse sociale leven staat weer deel gaat nemen aan dat maatschappelijk leven. De
ervaring leert dat vermaatschappelijking doorgaans niet vanzelf of zonder steun van anderen gaat.
(Trimbos Instituut, 2011).
Signalering begint als sociaalagogisch werkers een maatschappelijk probleem signaleren in hun
praktijk en besluiten op basis daarvan te onderzoeken of een signaleringsproces gestart moet
worden. Om deze afweging te maken is de situatie beoordeeld op een aantal aspecten:
Is het een urgent probleem?
Ja, het is urgent. Een aantal jongeren behoort tot de harde kern van probleemjongeren die drinken,
zwerfgedrag vertonen en softdrugs gebruiken. Wijkagent Hamid Kerrar heeft gesignaleerd dat het
vandalisme en het aantal diefstallen in woningen in de wijk en omringende wijken toenemend is.
Is het een ernstig probleem?
Ja. Een aantal jongeren behoort zich tot de harde kern van probleemjongeren die betreft diefstallen,
vandalisme, drinken, zwerfgedrag. Een aantal ook jonge kinderen van 10-12 jaar al diefstalletjes
plegen. Ouders blijken onvoldoende greep op hun kinderen te hebben.
6
Komt het probleem in veel sociaalagogische situaties voor?
Ja, de situatie die ik bij het gezin Jozefs meegemaakt heb, staat niet op zichzelf. Ik ken meerdere
gezinnen waarbij ouders financiele problemen hebben en geen weet hebben wat hun kinderen in
hun vrije tijd doen.
Zijn de mogelijke doelstellingen realistisch en haalbaar?
Deze afweging zal bij groter projecten gemaakt moeten worden samen met de betrokkenen bij het
project en moeten op diverse momenten tussentijds herhaald worden. (Sluiter, 2010, p.105)
Gezien de stedelijke samenwerkingsverband vind ik de mogelijke doelstellingen realistisch en
haalbaar. De gemeente heeft een kleine subsidie van 2000 euro aan dit samenwerkingsverband
gegeven om de samenwerking tussen de organisaties te stimuleren. Door te samenwerken kunnen
we dit veel beter aanpakken dan apart.

Gezien dat de antwoorden daarop positief zijn kan ik de stap naar de volgende fase nemen en dat is
het signaleringsproces.

3.2 Signaleringsproces
3.2.1 Situatie -of probleemidentificatie (microniveau)
De groep hangjongeren in achterstandswijk (X) veroorzaakt structureel hinder en overlast. Hun
gedrag wordt als hinderlijk, overlastgevend en zelfs crimineel ervaren door de wijkagent en
buurtbewoners. Factoren als huiselijke financiele problemen, beperkte aandacht vanuit de ouders,
schooluitval, geen mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding maken dat deze groep steeds groter en
aantrekkelijk voor de jongeren wordt
Instrument: Interne en externe signalering. Probleemsituaties die zijn ontstaan door
disfunctioneren van de samenleving of vanwege tekorten in de samenleving, vallen onder de
categorie externe signalering. Maar er kunnen ook methodieken onjuist toegepast worden bij de
doelgroep dan spreek je over een interne signalering.(Sluiter, 2010, p.114) Deze groep groeit, dus
de aanpak vanuit Actor heeft tot nu toe weinig resultaat opgeleverd. De wijkagent Hamid Kerrar
signaleert ook dat de harde kern groeit. De signalen worden in andere organisaties die met dezelfde
doelgroep werken, ook herkend. Vanuit mijn ervaring heb ik, zoals eerder vermeld, te maken gehad
met meerdere gezinnen met dezelfde problematiek.
Methode: Het gaat om het actief signaleren van risico groepen. Preventiewerkers moeten een
antenne ontwikkelen en op zoek gaan naar nieuwe (verontrustende) signalen. Deze signalen
kunnen afkomstig zijn uit de overheid, maatschappelijke instanties, politie en groeperingen uit de
samenleving. (Sluiter, 2010, p.230,231). De krachtenveldanalyse van Schermer en Wijn (1992) is
een goede hulpstructuur voor het analyseren van het signaleerde onderwerp (Sluiter, 2010, p.201).
Factoren op microniveau: Ouders hebben geen zicht wat hun kinderen in hun vrije tijd doen. De
hoge werkloosheid maakt dat veel gezinnen in de wijk financiele problemen hebben.
Factoren op mesoniveau: School kan moeilijk aan stageplekken komen voor veel scholieren. De
contributies van bv. sportverenigingen kunnen door de ouders niet worden veroorloofd.
Factoren op macroniveau: De hoge werkloosheid en de wijksamenstelling van 75% allochtone
afkomst zijn factoren op macro niveau. De gemeente wil door middel van deze
samenwerkingsverband de veiligheid en leefbaarheid in deze wijken verbeteren.
7
3.2.2 Situatie of probleemanalyse (mesoniveau en macroniveau)
Het is in dit stadium van het proces van belang om zoveel mogelijk factoren en gezichtspunten te
inventariseren. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen macro, meso- en microniveau
factoren (Sluiter, 2010, p.117). Dit soort buurten veroorzaakt angst onder de bewoners, belemmert
de sociale controle en lokt criminaliteit uit. Daarnaast is fysieke verloedering van de buurt een
signaal dat niemand actief betrokken is bij de buurt. Criminelen zouden juist aangetrokken worden
door de ogenschijnlijke afwezigheid van controle, waardoor een neerwaartse spiraal van
verloedering en criminaliteit ontstaat (McLaughlin, 2001).
Macroniveau: De lage kant van de maatschappij wordt hard getroffen door werkloosheid in de
huidige economische ontwikkelingen. Dit leidt tot financiele problemen. Armoede en werkloosheid

worden gezien als risicofactoren die de kans op zwerfgedrag verhogen (Fitzpatrick e.a., 2000;
Anderson & Christian, 2003). Voor de jongeren zijn deze macroverklaringen niet altijd direct van
invloed op hun problematische gedrag. Het risico verloopt via de ouders en is van invloed op de
jongeren zelf.
Mesoniveau: Scholen kunnen hun studenten niet aan stageplekken helpen, de plaatselijke
organisaties hebben nog nauwelijks iets ondernomen. Er is een afbrokkeling in het sociale netwerk
op verschillende vlakken, zoals in het gezin, de dagbesteding bestaande uit school of werk en vrije
tijd. Een gebrek aan ervaren ouderlijke responsiviteit en sociale steun zijn risicofactoren van
zwerfgedrag (Tyler, Hagewen, & Melander, 2011. Het niet hebben van een dagbesteding kan zich
ten eerste uiten op het gebied school in lagere cijfers en motivatie (Tucker, 2010).
Instrument: Voor de analyse van het gesignaleerde probleem wordt gebruik gemaakt van rapportage
van de hulpverleners van Actor en de wijkagent Hamid Kerrar. Daarnaast wordt gebruik gemaakt
van literatuur en onderzoeksrapporten over deze doelgroep.
Methode: Er wordt gebruik gemaakt van de de krachtenveldanalyse. De gedachte is dat de huidige
situatie gezien wordt als een dynamisch evenwicht tussen factoren die een verbetering tegenhouden
en factoren die verbetering stimuleren (Sluiter, 2010, p.201). Er wordt naar aanleiding daarvan een
grondige analyse gemaakt en er worden prioriteiten gesteld in het analyseren van de situatie.
3.2.3 Doelformulering (mesoniveau en macroniveau)
Bij het formuleren van de voorlopige einddoelen is een drieslag mogelijk van interne
doelstellingen, externe doelstellingen en preventiedoelstellingen. (Sluiter, 2010, p. P.121).
Methode: Vanuit de uitgangspunten van politiek handelen (Hetebrij 2008) is een handelingstraject,
waarin bij de doelbepaling de beslissers vanuit eigen perspectief kunnen nadenken. Politiek
handelen zou in deze fase voor goede resultaten kunnen leiden.(Proeftuinfunctie) Voor de toetsing
van maatregelen in de ontwikkelingsfase weet men nog niet of het gewenste effect bereikt gaat
worden. Daarom worden de projecten als proeftuin uitgezet in de maatschappij om hun effect te
toetsen.(Sluiter, 2010, p.231).
Instrument: Externe analyse zal het instrument zijn om te monitoren of de gewenste effecten
bereikt zullen gaan worden. Zal dit niet het geval zijn zullen wij onze doelen moeten gaan
herformuleren.
Interne doelstellingen:
1.Het ontwikkelen van een methodiek waardoor de meervoudige problematiek effectief
aangepakt wordt.
8
Met als tussendoelen:
Ouders/verzorgers handvatten bieden om hun pedagogische vaardigheden te vergroten.
Jongeren helpen in hun alcohol en drugs gebruik.
Er is extern naar collega-organisaties genformeerd die met dezelfde problematiek kampen. Er is
gezocht naar evidence based behandelingen. Van bestaande meervoudige therapieen heeft
Multidimensionale FamilieTherapie (MDFT) n van de beste papieren voor vermindering van de
verschillende problemen (Rigter, 2004; Rigter, 2007). Bij complexe meervoudige problematiek past
een multidimensionale therapie, met aandacht voor de rol van gezin, leeftijdgenoten, school en
andere omgevingen. MDFT streeft naar een cultuurspecifieke behandeling: ook allochtone
jongeren en hun gezinnen worden met de interventie bereikt (Jackson-Gilfort, A. e.a., 2006).
2. Communicatie bevorderen tussen jongeren, wijkbewoners en winkeliers.

Tussendoelen:
Proberen ouders in te zetten als rolmodel of begeleider.
Vrijwilligers zoeken voor activiteiten met de jongeren.
Actor zal een informatiebijeenkomst organiseren waarin de jongeren, winkeliers, wijkbewoners en
ook professionals aan het woord komen. Daarnaast zullen de medewerkers van Actor contact
onderhouden met ouders en buurtbewoners. De ouders zullen ook genformeerd worden en
uitgenodigd om aanwezig te zijn. Actor zal deze doelen op zich nemen. Bij problematische situaties
zal Jeugdzorg betrokken worden.
Externe doelstellingen: (meso-en macroniveau)
1. Aanpak jeugdcriminaliteit waarin een goede combinatie maatwerk tussen zorg en straf wordt
toegepast.
Tussendoelen:
Inventarisatie door middel van een database, en ook een analyse van de overlastgevende groep.
Extra surveilleren.
Politie, wijkagenten en sociaal agogisch medewerkers van Actor die de doelgroep goed kennen
zullen samenwerken om de groep in kaart te stellen. De problematische jeugdgroepen worden,
volgens de shortlistmethodiek, onderverdeeld in drie categorieen: hinderlijk, overlastgevend en
crimineel (Bureau Beke 2010). Politie maakt een analyse van de groep samen met Actor zodat een
passende aanpak kan worden geleverd (o.a. meelopers, harde kern). Zo nodig wordt bij overlast en
crimineel gedrag repressief opgetreden.
2.Sociale en fysieke leefomgeving creeren voor vrijetijdsbesteding zodat ook maatschappelijke
participatie bevorderd wordt.
Tussendoelen:
De gemeente (overheid) moet de jongeren lidmaatschap tot een vereniging kunnen bieden.
Spelvoorziening, hangplekken, jops (jongeren ontmoetingsplekken) voor de jongeren realiseren..
Door georganiseerde vrijetijdsbesteding en/of lidmaatschap van een vereniging aanbieden wordt de
maatschappelijke participatie bevorderd. Kinderen uit arme gezinnen blijken minder goed te scoren
op maatschappelijke participatie en hebben vaker psychosociale problemen (SCP 2009).
Er is hierin een belangrijke rol weggelegd voor de gemeente, b.v. in het realiseren van jongeren
ontmoetingsplekken (Jops) en spelvoorzieningen.
3. De nationale overheid attenderen over de hoge werkloosheid in deze achterstandswijken.
Deze doelstelling is voor de nationale overheid, deze kan men hierop kunnen attenderen door
middel van correspondentie. Binnen dit samenwerkingsverband staat de gemeente hier het dichtbij
en zal deze correspondentie voeren.
9
Preventiedoelstellingen:
De preventiedoelen zijn voorlopige einddoelen die verder in het proces aangepast kunnen worden.
Veel van de bovengenoemde doelen zijn ook preventief.
Voorkomen van drugs en alcoholgebruik onder jongeren door middel van voorlichting.
Scholen werken samen met andere organisaties om stageplekken voor deze jongeren te creeren.
Voorkomen dat de samenstelling van de achterstandswijk etnisch blijft.
School kan ook in hun programma's interventies gebruiken gericht op het vergroten van
competenties, kansen en perspectief. Voorlichting over drugs en alcohol gebruik is daarin
belangrijk.
Het betreft een achterstandswijk met hoge werkloosheid waarvan 75% van de bewoners van
allochtone afkomst is. In de wetenschappelijke literatuur is er veel aandacht voor de negatieve

gevolgen van de concentratie van lage inkomens. Oscar Lewis (1966) heeft het begrip culture of
poverty gentroduceerd. Dit houdt in dat mensen die in armoede leven en geen uitzicht hebben op
sociale mobiliteit, gewend raken aan de armoede. Het idee is dat door een gemengde samenstelling
de verschillende soorten bewoners gedwongen worden om met elkaar te leven, wat zou resulteren
in een betere sociale samenhang en een betere integratie van allochtonen in de maatschappij (Bolt
en Van Kempen, 2008).
3.2.4 Analyse interventiemogelijkheden (mesoniveau en macroniveau)
In deze fase beschrijf ik de mogelijke aanpakken, interventies en interventiestrategien
voorzien van mogelijke kosten, tijd en middelen. Actor is verantwoordelijk inzake waarbij het gaat
om interne doelstelling. Bij preventie en externe doelstelling is de hulp van allen gewenst. (Sluiter,
2010, p.125).
Bij ieder doel moet ieder voor zich behandeld worden om te zien op welke wijze en met welke
middelen dit aangepakt gaat worden. Bij deze inventarisatie kan het mogelijk zijn dat bepaalde
doelen zouden moeten worden bijgesteld. Dit zou kunnen door een tekort aan middelen en of een
andere motivatie. (Sluiter, 2010, p.126).
Doel

Soort doel Door


wie

Activiteiten

Middelen
(methoden,
instrumenten)

Nive
au

Therapeuten opleiden
Plan opstellen
MDFT toepassen

MDFT methodiek
Interventietechniek

Micr
o en
meso
nivea
u

Het ontwikkelen
Interne
van een methodiek doelstellin
waardoor de
g
meervoudige
problematiek
aangepakt wordt.

Actor

Communicatie
bevorderen tussen
jongeren,
wijkbewoners en
winkeliers.

Actor
informatiebijeenkomst
Gemeen organiseren
te
Wijkver
eniging

Ruimte
bijeenkomst/
media informeren/
organiseren in de
wijk

Meso
nivea
u

Sociale en fysieke
leefomgeving
creeren voor
vrijetijdsbesteding
.

Gemeen voorzieningen als Jop's


te
Cruijff Courts
Jeugdzo playgrounds.
rg

Media informeren, ,
een bijeenkomst
organiseren in de
wijk.

Meso
nivea
u

Aanpak
Externe
jeugdcriminaliteit doelstellin
waarin een goede g
combinatie
maatwerk tussen
zorg en straf wordt
toegepast.

Politie
Actor

Shortlistmethodiek
Externe analyse

Meso
nivea
u

Interne en
externe
doelstellin
g

Monitoring
camerabewaking,
toezicht van politie,

3. De Nationale
Externe
overheid
doelstellin
attenderen over de g
hoge werkloosheid
in deze
achterstandswijke
n.

Gemeen Correspondentie
te
voeren.
een politieke partij
interesseren
Media of regionale
krant.

Interventietechniek

Voorkomen van
drugs en
alcoholgebruik
onder jongeren
door middel van
voorlichting.

Scholen
Jeugdzo
rg
GGD

Interventietechniek Meso
Ervaringsdeskundig nivea
heid
u

Preventiedoelstellin
gen

Media informeren.
Deskundigen
benaderen.
Gerichte activiteiten

Macr
onive
au

Voorkomen dat de Preventied Gemeen


samenstelling van oelstelling te,
Samenstelling in kaart
achterstandwijk
en
woningb brengen
etnisch blijft.
ouwvere
niging
(overhei
d)

Externe analyse

Meso
macr
onive
au

Scholen werken
Preventied Politie, Vergadering plannen
samen met andere oelstelling woningb over de kwestie.
organisaties om
en
ouwvere buurtsportwerk, het
stageplekken voor
niging, contact met de
deze jongeren te
GGD,
jongeren,
creeren.
Jeugdzo
rg en
onderwij
s, GGZ
afd.
Preventi
e, Afd.
Jeugd en
Jongere
n van de
gemeent
e

Methode: vraagbaak Meso


nivea
u

Methode: De methode van divergeren en convergeren kan heel speels worden toegepast bij tal van
onderwerpen. Als er gebrainstormd moet worden over de mogelijke aanpakken,
interventietechnieken of strategien kan deze werkwijze heel goed werken (Sluiter, 2010, p.200).

Instrument: Het speculeren over het veranderen of toevoegen van de factoren kan een goede
hulpstructuur zijn bij het stellen van de doelstellingen. Dat is de de krachtenveldanalyse waarin de
de huidige situatie gezin wordt als een dynamisch evenwicht tussen factoren die een verbetering
tegenhouden en factoren die die een verbetering stimuleren (Sluiter, 2010, p.201).
11
3.2.5 Plan van aanpak uitvoeren (mesoniveau en macroniveau)
In het plan van aanpak gaat het om het selecteren van de genventariseerde mogelijkheden en het
bepalen van de volgorde dus: planning van de activiteiten (Sluiter, 2010, p.128).
Bij ieder doel moet ieder voor zich behandeld worden om te zien op welke wijze en met welke
middelen dit aangepakt gaat worden. Bij deze inventarisatie kan het mogelijk zijn dat bepaalde
doelen moeten worden bijgesteld. Dit zou kunnen door een tekort aan middelen en of een andere
motivatie. (Sluiter, 2010, p.126).
Wanneer alle deelnemende organisaties in deze samenwerkingsbijeenkomst het eens zijn over deze
ingeslagen weg, en als er een breed draagvlak is voor deze kwestie kunnen we verder gaan. Ik wil
in 3 bijeenkomsten achtereenvolgens de uitgangspunten, doelstellingen, werkwijze en planning aan
de orde laten komen. Elk volgend agendapunt zal de keuzes van de voorafgaande agendapunten als
uitgangspunt nemen (Sluiter, 2010, p.185).
Maandag 12 januari 2015
Maandag 19 januari 2015
Maandag 26 januari 2015
Actor zal de bijeenkomsten voorzitten en de verslaglegging doen.
Methode: Wanneer het gaat om besluitvorming waarbij meerdere belanghebbende betrokken zijn,
is het doelstelling van politiek handelen om besluitvorming te benvloeden in de gewenste richting
door de beslissers voor je te winnen (Sluiter, 2010, p.183). Rendementsmatrix is een methode die
gebruikt kan worden voor het selecteren van de oplossing die bij de uitvoering het meeste
rendement oplevert. De bedoeling is om te onderzoeken van welke oplossingen het meeste
rendement wordt verzocht (Sluiter, 2010, p. 201,202).
Instrument: We hebben een subsidie van 2000 ter stimulering van de samenwerking van de
gemeente hiervoor gekregen.
3.2.6 Evaluatie en follow-up
Evaluaties vinden niet alleen aan het einde van proces plaats maar ook tijdens het proces. De
notulen van alle vergaderingen zijn voor ieder en altijd beschikbaar. Vragen stellen en elkaar scherp
houden is het doel van de evaluaties. Voorop staat de voortgang van de gerealiseerde doelen
(Sluiter, 2010, p.130).
Samenwerken gaat niet vanzelf. Regelmatig onderhoud is nodig. Het is tevens van belang goed te
kunnen reflecteren en metacommuniceren om samenwerkingsproblemen op te lossen (Sluiter,
2010, p.211). Er zullen vragen aan de orde komen als:
In hoeverre zijn de doelen gehaald?
Is daaraan op een efficiente manier gewerkt?
Voor betrouwbare antwoorden op deze vragen is nodig dat de doelen meetbaar geformuleerd zijn
en de werkwijze helder en acceptabel is. Voor elk doel kan ook een evaluatieproces opgesteld

worden met

12

Conclusie

In mijn werk maak veel situaties mee waarin doelgroepen door maatschappelijke problemen of
ontwikkelingen sterk worden benvloed. De signaleringsfunctie is daarin belangrijk om de
belemmerende factoren op te sporen en de relevante groepen in de samenleving zodanig te
benvloeden dat zij maatregelen nemen om die belemmerende factoren op te heffen.
Door middel van deze opdracht heb ik me ingeleefd in de sociaal agogisch werker Patrick Jansma
en geprobeerd met de informatie die ik had een duidelijke en concrete notitie te maken.
Er zijn veel punten gesignaleerd die aan de basis staan met deze maatschappelijke kwestie. Deze
punten zijn gesignaleerd en omgezet in doelstellingen die het Stedelijk Samenwerkingsverband kan
uitvoeren en monitoren. Ik vind de methodiek van politiek handelen hier het geschiktste om de
kans tot instemming groter te maken. Daarom heb ik bijeenkomsten gepland waarin de
doelstellingen besproken zullen worden om uiteindelijk tot een beslissing te kunnen komen.
Naar mijn mening kunnen maatschappelijke problemen het beste worden aangepakt als organisaties
samen gaan werken. Alle organisaties hebben hun eigen specialisme en werkwijze en zijn allemaal
verantwoordelijk voor een stukje zorg. Het is natuurlijk erg belangrijk dat ze intensief
samenwerken en de hulp goed afstemmen.

13

Literatuurlijst

Anderson, I., & Christian, J. (2003). Causes of homelessness in the UK: A dynamic
analysis. Journal of Community & Applied Social Psychology, 13, 105-118.
Berger, M. (2006). Ouders van tegendraadse jeugd: Pedagogische visie. Dordrecht: JSO
expertisecentrum jeugd samenleving en opvoeding.
Bolt, G. en R. van Kempen (2008), De Mantra van de Mix, Uitgeverij Ger Guijs, Rotterdam
Bureau Beke, Arnhem NL, 2010 Geraadpleegd op 19 december van:
http://www.beke.nl/disclaimer
De Nederlandse Jeugdinstituut Geraadpleegd op 19 december van:
http://www.nji.nl
Fitzpatrick, S., Kemp, P., & Klinker, S. (2000). Single homelessness. An overview of
research in Britain. Bristol: The Policy Press.
Jeeninga, W. (2010). Zwerfjongeren. Omvang, kenmerken en zorgbehoeften. Een
literatuurstudie in het kader van het project Kennismakelaar, Academische Werkplaats
Publieke Gezondheid Brabant. Tilburg: Tranzo, Universiteit van Tilburg.
Korf, D.J., Diemel, S., Riper, H., & Nabben, T. (1999). Het volgende station.
Zwerfjongeren in Nederland. Amsterdam: Thela Thesis.
Lewis, O. (1966), The culture of poverty, in: R.T. LeGates en F. Stout (red.), The City
Reader, pp. 217-224, Routledge, Londen
Lieshout, P.A.H. van, Meij, M.S.S. van der & Pree, J.C.I. de. (2007). Bouwstenen voor
betrokken jeugdbeleid. (1e druk). Amsterdam: Amsterdam University Press. Deel I pagina 9
t/m 130. ISBN: 9789053567586
Movisie Gedownload op 10 december van:
https://www.movisie.nl/sites/default/files/alfresco_files/Methodebeschrijving
%20Individuele%20jongerenbegeleiding%20%5BMOV-491486-0.3%5D.pdf
Ploeg, J. van der., & Scholte, E. (1997). Homeless Youth. London: SAGE Publications.
Ploeg, J. van der. (2007). Gedragsproblemen. Ontwikkelingen en risicos. Rotterdam:
Lemniscaat.
Scholte, M., & van Splunteren, P. (1996). Opgelet! Systematisch signaleren in het
maatschappelijkwerk. Utrecht: Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW.
Sluiter, S. (2010). Signalering in het sociaal agogisch werk. (1e druk). Met het oog op de
samenleving. Houten: Bohn Safleu van Loghum.
Sociaal en Cultureel Planbureau. Kunnen alle kinderen meedoen? Onderzoek naar de
maatschappelijke participatie van arme kinderen. Den Haag: SCP, 2009.
Trimbos Instituut, (2011). Preventie. Geraadpleegd op 24-04-2014, van.
http://www.trimbos.nl/onderwerpen/preventie/vermaatschappelijking
Tyler, K.A., Hagewen, K.J., & Melander, L.A. (2011). Risk factors for running away among

a general population sample of males and females. Youth & Society, 43(2), 583-608.
Tucker, J.S., Orlando Edelen, M., Ellickson, P.L., & Klein, D.J. (2010). Running away from
home: A longitudinal study of adolescent risk factors and young adult outcomes. Journal of
Youth Adolescence, 40, 507-518.

You might also like