You are on page 1of 4

Wie staat er voor de klas? Wat is er veranderd?

De leerkracht maakt en rij van 5 kindjes. Alle kinderen Zet een kind voor de klas. Laat de kinderen goed kijken en
doen hun ogen dicht. De leerkracht veranderd de daarna de ogen sluiten. De leerkracht veranderd iets aan
volgorde. De kinderen raden hoe de rij eerst was. het kind bv. Een mouw naar boven doen. De kinderen
raden wat er is veranderd.

Telefoontje Tel tot …


De kinderen staan of zitten in de kring en hebben de Zonder afspraken te maken probeer je met de groep tot
handen vast. Eén kind staat in het midden. Iemand in de 10 te tellen. De kinderen mogen gewoon roepen, maar
kring zegt: ik telefoneer naar... (een naam). Vervolgens geen 2 getallen na elkaar roepen. Iemand roept 1, een
wordt de verbinding door het knijpen in elkaars hand ander reageert met 2 etc. Máár... wanneer er tegelijkertijd
doorgegeven. Wanneer degene naar wie gebeld wordt een een getal geroepen wordt, begint het tellen weer opnieuw.
knijpje voelt, roept deze Je zult zien dat dit nog lastig is!
Tringgg, voordat degene in het midden
van de kring de verbinding verbroken
heeft door te zeggen waar de
verbinding is.
Moordenaartje Wat zit er in de doos?
Stuur iemand uit de klas en wijs een moordenaar aan. (De kinderen zien vooraf 5 voorwerpen.) Stop een
Deze mag d.m.v. knipogen kinderen "doden". Het kind voorwerp in een leuke doos. Geef de doos de kring rond.
komt weer terug de klas in en gaat in het midden van de De kinderen mogen schudden, luisteren etc. Nu gaan de
kring staan. Wanneer de moordenaar naar jou knipoogt, kinderen vragen stellen om erachter te komen wat er in de
val je dood. Kan het kind in de kring ontdekken wie de doos zit. De vragen beantwoord jij met ja of nee.
moordenaar is?

Ik heb een euro in mijn hand Tik, tik, wie ben ik?
Eén kind doet de ogen dicht. Een ander kind tikt op de rug
'K heb een euro in mijn hand, en zegt: "Tik, tik, wie ben ik?" Het kind moet raden wie
die gaat reizen door het land. het is. Goed geraden? nog een keer! Fout geraden? Het
Is hij hier? Is hij daar? kind dat getikt heeft is aan de beurt.
Als je 'm ziet dan zeg je 't maar. In plaats van de horen gaat het kind alleen voelen.

Ondertussen gaat er een euro rond in de kring. Eén kind


mag tijdens het liedje niet kijken. Dat kind moet raden bij
wie de euro is. Je mag drie keer raden. Dan is de volgende
aan de beurt.
Ik zie ik zie wat jij niet ziet Dirigentje
De leerkracht zegt ‘Ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is…’ Stuur iemand de klas uit. Wijs een dirigent aan. Deze mag
de leerkracht maakt een omschrijving van het voorwerp. bewegingen maken, de klas doet hem/haar na. Het kind
De kinderen mogen raden wat het is. komt terug en gaat midden in de kring staan. Kan hij/zij
raden wie de dirigent is?

In de spiegel Doe me na
De kinderen gaan per twee staan. Eén kind is de leider en Er wordt een leider aangeduid. De leider doet bewegingen
maakt rustige bewegingen. Het andere kind doet de voor. En zegt: De juf gaat zitten. De kleuters doen de
bewegingen na maar in spiegelbeeld. bewegingen na. Wanneer ze geen ‘de juf’ horen mogen ze
niet gaan zitten. Bv. Ga zitten.
Ik ga op reis en ik neem mee Kleurenspelletje
‘Ik ga op reis en neem mee’ is een spelletje waarbij De leerkracht noemt een kleur. De kinderen gaan in de
iemand dit zinnetje aanvult met een voorwerp. De tweede klas op zoek naar iets wat deze kleur heeft.
persoon herhaalt het zinnetje, het voorwerp en vult aan
met een eigen voorwerp. De Liedje: Rood, rood, ik heb geen rood,
derde persoon herhaalt alles wat de ik moet nog rood gaan zoeken, hier in alle hoeken.
persoon voor zich heeft gezegd en
vult aan met een eigen voorwerp
enzovoort. Alles moet in de juiste
volgorde worden herhaald.
Wie als eerste een fout maakt,
ligt eruit.

Alle vogels vliegen Waf waf


Vertel iets aan de kinderen over een woord of het thema Ga in een kring op de grond zitten. Een kind gaat
waar je in de klas mee werkt. Is het waar wat je vertelt? geblinddoekt in het midden van de kring zitten. Het is
Dan gaan de kinderen staan en fladderen ze met de nacht en de waakhond waakt over een sappig bot.
armen. Is het onzin wat je vertelt? Dan blijven de kinderen Daag de "jonge hondjes" in de kring uit om geruisloos
zitten. naar de waakhond te sluipen en het bot weg te pakken.
Wanneer de waakhond iets hoort, wijst hij in die richting
en blaft: waf waf!

You might also like