Professional Documents
Culture Documents
Fruitbomen en de wet Het veldwetboek bepaalt dat je buur het recht heeft je te verzoe- menteerd? Rijk aan regenwormen? Dé factor bij bodemstructuur
ken overhangende takken en ondergroen te verwijderen. Lees wel is humus. Bij het planten compost bijmengen in het plantgat kan
Ben je van plan om een boom te planten? Houd dan zeker de duidelijk: ‘te verzoeken’; je buur heeft niet het recht zelf te gaan nooit kwaad!
wettelijk verplichte plantafstanden in het oog. Centrale vraag is zagen. Op fruit, dat op grond van je buurman valt, heb je evenwel
uiteraard steeds: hoe groot wordt de boom die ik plant? Zie ook geen recht meer. Zolang het aan de boom hangt, behoort het je
het luik ‘plantafstand’. wel nog toe.
Humusgehalte van de bodem
Omtrent plantafstanden gelden vaak nog plaatselijke gebruiken Voor het vellen van hoogstamfruitbomen kunnen verschillende
(vast en erkend gebruik). Of deze nog van toepassing zijn, kan vergunningsstelsels van kracht zijn. Je kan het best een aanvraag Het humusgehalte beïnvloedt niet enkel de bodemstructuur. Ook
je te weten komen op de griffie van het vredegerecht of op de richten tot je stads- of gemeentebestuur. Zij kunnen op basis van je vochthoudend vermogen en voedselvoorziening worden door hu-
milieudienst van je gemeente of stad. Indien in de streek geen aanvraag de zaak correct procedureel afhandelen. Meer informatie mus gunstig beïnvloed. Zeker in zandgronden, waar het natuurlijk
plaatselijke gebruiken gelden, dan is het veldwetboek (art. 35-37) over de wetgeving met betrekking tot het wijzigen van vegetaties vochthoudend vermogen laag is, is de humustoestand uitermate
van toepassing. en kleine landschapselementen vind je op www.provant.be (door- belangrijk. Wil je je bodem graag laten analyseren, dan kan dit
klikken naar leefomgeving, natuur en landschap, natuurbeleid, bij de Bodemkundige Dienst van België. Je vindt hun adres bij de
Het veldwetboek dicteert dat hoogstammen op ten minste 2 m van natuurvergunningen). contactgegevens.
de scheidingslijn moeten worden aangeplant, zeker niet dichterbij.
Hoewel de wet niet exact definieert wat onder ‘hoogstammige’
bomen wordt verstaan, verdient het toch aanbeveling minimaal de
2-metergrens te respecteren. Op basis van de uiteindelijke grootte Bodemgeschiktheid Reliëf en omgeving
van een hoogstamfruitboom is echter een afstand van ten minste
drie meter aan te raden. Hoogstamleivormen vormen wel een ex- Dé factor bij de afweging of een locatie geschikt is voor een Voor fruitboomgaarden is een hellend perceel dikwijls beter voor
pliciete uitzondering op de 2-meterregel, ze mogen zelfs tegen een boomgaard is de bodem en zijn waterhuishouding. Elke grond die de afwatering. Een zuidgerichte helling biedt bovendien een extra
al dan niet gemeenschappelijke muur worden geplant. De ideale voldoende water vasthoudt, maar vooral ook overtollig water vol- voordeel omwille van het positief warmte-effect.
afstand is de helft van de plantafstand. doende snel doorlaat, is geschikt voor de fruitteelt. Kalkrijke, goed
gedraineerde zandleem- en leembodems zijn de beste gronden. Lokale depressies kunnen wateroverlast veroorzaken. De koude
Zuivere zandgronden houden veelal te weinig water vast. Zuivere lucht blijft er bovendien hangen, wat het risico op lentenachtvorst-
kleigronden ontwateren dan weer slechter. schade verhoogt. Felle wind is zowel ‘s winters (vorstschade) als ‘s
zomers (vruchtval) te mijden. Een haag- of struweelbeplanting als
beschutting kan hier enig soelaas bieden.
136
Planttips
Schapen en geiten eten alles, dus ook boomstammen. Wie niet in-
grijpt, schrijft zijn boompjes ten dode op. Tot een hoogte van 1,80m
kan de stam afgeschermd worden met een korf met maximale
gaaswijdte van 5 x 5 cm.
140
Maaien met achting voor dieren Gereedschap - Grote snoeiwonden (vanaf 2,5 cm) moeten met een wondafdek-
Indien je maait, maai dan liever laat dan vroeg, liefst nà half juni. Voer je een ingreep uit, gebruik dan aangepast en onderhouden kend middel verzorgd worden.
Veel zoogdieren en niet vliegvlugge jonge kuikens van grond- gereedschap. Dit draagt namelijk bij tot het slagen van de uitge- - Zieke takken en vruchten worden steeds verwijderd.
broeders gebruiken de grasmat van bijvoorbeeld een boomgaard voerde werken. Materiaal voor de hoogte kan bovendien lastig - Na het snoeien van zieke takken wordt het snoeigereedschap
om zich in te verbergen. Maai ook liefst gefaseerd, zo kunnen de ladderwerk vermijden. ontsmet alvorens een andere boom te verzorgen.
aanwezige dieren zich tijdens het maaien in een ander deel van de - Een tak wordt steeds verwijderd ter hoogte van de takkraag.
boomgaard schuilhouden. • Zagen - Een tak inkorten doe je net boven een zijtak of knop.
Verschillende types zagen kunnen voor verschillende toepas- - Een goede snoeier maakt geen “kapstokken”.
singen worden gebruikt: - Voor het afzagen van een dikke tak wordt eerst aan de onderkant
- Zagen voor groen hout hebben ver uit elkaar staande tanden die een snede gemaakt, daarna wordt langs boven de tak afgezaagd.
Snoeien niet verstopt raken door het zachte, vochtige zaagsel. Deze inkeping moet ervoor zorgen dat de schors niet inscheurt.
- Gebogen snoeizagen bijten zich in het hout bij het terugtrekken. - Een snoei- of zaagsnede wordt bovendien steeds schuin gemaakt
Snoeien is niet per sé tegennatuurlijk. De natuur ‘snoeit’ namelijk - Een zaag met een dun blad laat toe om in een dichte kroon te zodat er geen water op kan blijven staan.
ook geregeld takjes weg. Zware ingrepen aan grotere bomen wor- werken.
den echter best gespreid over meerdere jaren. - Voor het zwaardere werk kunnen kettingzagen gebruikt worden. Al naargelang de leeftijd van de boom onderscheiden we verschil-
Bij een hoogstamfruitboom hebben we enkele zeer concrete doe- lende vormen van snoei. Vlak na het planten kan een plantsnoei
len voor ogen met de snoei: • Takkenscharen / snoeischaren gebeuren. Bij een jonge boom hebben we het over vormsnoei. Bij
1. Ontwikkelen van een gewenste boomvorm: door middel van Takkenscharen zijn snoeischaren van formaat, met verlengde een jongvolwassen boom spreken we over onderhoudssnoei. Bij
snoei kan een evenwichtige kroon opgebouwd worden, uitgaan- handvatten, geschikt om hard en dikker hout te verwijderen. De een oude boom tenslotte hebben we het over herstel- of verjon-
de van de natuurlijke groeiwijze. Stevige en goed ingeplante ge- stokschaar is, net als de stokzaag, erg handig om te vermijden gingssnoei.
steltakken breken bovendien niet snel door storm of overdadige dat je met een ladder moet werken. Vanaf het moment dat je
vruchtdracht en snoeien zorgt voor voldoende licht en lucht in de moet wrikken om een tak door te krijgen, is deze eigenlijk te dik • Plantsnoei
kroon. voor de schaar. Doel: het in leven houden van de boom
2. Verwijderen van dood, zwak, ongezond en overtollig hout:
kanker en Monilia kunnen goed door snoeien bestreden worden. • Snoeimessen Plantsnoei wordt uitgevoerd vlak voor of na het planten van
Dood en ziek hout dient overigens altijd verwijderd te worden Dunne takken kunnen beter verwijderd worden met een snoei- de boom. Hierbij is het belangrijk om de boom in evenwicht te
(en liefst verbrand). mes dan met een snoeischaar of zaag. Ook kan je er verrot hout brengen met de geschonden wortels.
3. Houden van planten op een bepaalde grootte: de uiteindelijke en kankerplekken mee uithollen alvorens de wonde te behande-
grootte van een boom kan door oordeelkundig snoeien worden len. Gebruik ook een snoeimes om schors aan wondranden glad Drie à vier stevige takken (‘gesteltakken’), verdeeld rondom de
beperkt. Voor hoogstamfruitbomen is vooral het beperken van te maken om zo het genezingsproces te versnellen. stam, worden behouden en op gelijke hoogte (50 cm) gesnoeid.
de hoogte interessant. Ze mogen evenwel niet steil omhoog staan om afscheuren op
4. Verbeteren van de vruchtvorming: snoeien helpt om mooie, gro- latere leeftijd te vermijden. Indien ze te steil omhoog groeien,
te en gezonde vruchten te krijgen. Daarnaast kan met snoeien Snoeien en snoeien is vier … kan je de takken uitbuigen.
een oudere boom verjongd worden en opnieuw betere vruchten Sowieso zijn er enkele algemene regels:
geven en wordt de levensduur van de boom verlengd. - Snoeien doe je steeds met schoon en scherp gereedschap.
141
De harttak (= verlenging van de stam) wordt een weinig hoger de boom zich reeds voor op de winter en heeft hij niet meer de - De harttak wordt afgetopt op de gewenste hoogte. Doel is een
gesnoeid dan de gesteltakken, zodat hij niet te veel in groei groeikracht om te investeren in wondweefsel. Daardoor is hij erg lage open kruin (dit is vooral bij kersen en pruimen gebruikelijk
bevoordeeld wordt. Bij peer mag de harttak wel hoger zijn (60 gevoelig voor infecties. Ziekteverwekkers zijn in deze periode ook en gebeurt zowat 2-3 jaar na het bereiken van het volle produc-
cm), gezien hun piramidale vorm. overvloedig in de atmosfeer aanwezig tiepotentieel).
Kleinere twijgen worden niet allemaal afgeknipt. Door ze on- Vormsnoei wordt toegepast vanaf kort na het planten tot de op- Voor steenfruit, zoals kers en pruim, gebeurt de snoei direct na
gemoeid te laten (of horizontaal af te binden) zullen ze vroeg brengstfase van de boom. Bij appel op hoogstam is dat tot 8-12 de pluk omwille van de weerstand tegen de loodglansschimmel.
vruchten dragen. jaar, bij peren tot 10-12 jaar, bij kersen tot 6-7 jaar, bij perziken Tijdens de zomer groeien wonden snel dicht zodat de periode
tot 5 jaar en bij pruimen tot 6-8 jaar. waarbinnen besmetting kan plaatsvinden kort is. Bovendien
Het eerste en tweede jaar na het planten kunnen scheuten willen we bij onderhouds- en verjongingssnoei nieuwe scheut-
op de stam ontstaan. Die worden het best onmiddellijk na het • Onderhoudssnoei vorming niet stimuleren en dan is een zomersnoei de beste optie.
verschijnen, tijdens de zomer, verwijderd zodat er geen wonden Doel: evenwicht tussen groei en vruchtzetting Voor pitfruit (appel en peer) kan het ook tijdens de winter.
ontstaan.
In de opbrengstfase is de boomvorm klaar en wordt er gesnoeid
• Vormsnoei om licht en lucht in de kruin te behouden en om de vruchtbaar-
Doel: het opbouwen van de boom heid te handhaven.
In biotoopwaarde verschilt de hoogstamboomgaard dag en nacht spitsmuizen, egels, mollen en vlinders. Ook voor vogels is een
van de laagstamboomgaard. Van een natuurlijke leefgemeenschap hoogstamboomgaard uitermate interessant. Steenuiltjes worden
is in laagstamboomgaarden meestal geen sprake meer. Kunstma- zelfs voornamelijk in oude boomgaarden teruggevonden! Ze
tig hoge producties, rendabiliteit en kwaliteitsnormen leverden in genieten er vooral van de aanwezige luizen, vlinders en kevers.
het verleden het kader voor een intensieve – dikwijls onselectieve Naast insecten staat echter vaak al eens een stukje fruit op het
– bestrijding van alles wat kruipt, vliegt of groeit. Dit zorgde er- menu, vooral bij merel, spreeuw en lijster … Torenvalk kan je zelf
voor dat het voedselaanbod voor heel wat dieren drastisch naar ‘lokken’ door middel van een aangepaste nestkast. Zorg dat ze hoog
beneden ging. genoeg hangt (tot 5 m) en met een open uitkijk op het oosten. In
de rand van een boomgaard kunnen we dan weer een gekraagde
In een hoogstamboomgaard daarentegen, is er ruimte voor roodstaart of heggenmus aantreffen.
een structuurrijke ondergroei, wat heel wat voordelen biedt
voor de plaatselijke fauna en flora. Ook het bodemleven heeft Niet alleen overdag maar ook ‘s nacht krioelt het van allerlei le-
meer voordelen bij een hoogstamboomgaard: vaak werden deze ven. Eén van de bekendste nachtdiertjes is zeker en vast de egel.
boomgaarden immers begraasd. De uitwerpselen van de grazers Overdag leidt de egel een teruggetrokken leven in zijn nest. Bij val-
vormden samen met het gevallen fruit en het gras organische avond scharrelt hij, zonder zich van enig gevaar iets aan te trekken,
bemesting voor de boomgaard, waardoor de humusvorming en de luidruchtig piepend en knorrend tussen de bladeren rond. Hoewel
bodemvruchtbaarheid op natuurlijke wijze op peil konden blijven. egels eigenlijk insecteneters zijn, eten ze ongeveer alles wat niet
te groot is: rupsen, slakken, wormen, kevers, paddenstoelen, allerlei
vruchten en zelfs muizen en amfibieën. Een hoop takken en blade- fruitbomen, met name appelaars en notelaars, goede potentiële
Fauna ren op een rustige plek vormen een ideale verblijfplaats. Ook een dragers van epifyten zoals korstmossen.
houtmijt is zeer interessant als schuil- en nestplaats.
Sommige insecten zijn graag geziene gasten in de boomgaard, Rond je boomgaard kan je een windscherm aanleggen als bescher-
denk maar aan hommels, bijen, zweefvliegen, sluipwespen, oor- ming voor bloesems en vruchten. Voor hoogstamboomgaarden
wormen en lieveheersbeestjes. Zij zorgen voor de bevruchting van Paddenstoelen dient het scherm voldoende hoog te zijn. Soorten die hiervoor ge-
de bloesems en eten schadelijke insecten op. Andere insecten als bruikt kunnen worden, zijn onder meer zwarte els, es, wilg en haag-
duizendpoten en luizen zien we liever niet verschijnen. De beste Paddenstoelen komen frequent voor. Het gaat meestal om soorten beuk. Tussen de fruitbomen kan je ook wat vroegbloeiers planten
garantie op een goede balans is een gevarieerde structuur van die leven op dood hout, waardoor vrees voor aantasting van ge- zoals rode kornoelje en sleedoorn. Sleedoorn trekt in de prille lente
de boomgaard. Dit kan je onder meer bereiken door een mix van zonde bomen meestal ongegrond is. hommels en bijen aan en helpt zo mee om de bestuiving optimaal
ruigte en kort gemaaid grasland of lang gemaaide bloemenweide, te laten verlopen. De brochure Plant-Wijzer, die op de website
het voorzien van een uitgebreid aanbod aan nectar en waardplan- www.provant.be/publicaties
ten, een goede bloeispreiding en het voorzien van een haag of Flora kan gedownload worden, kan
houtkant in de buurt. Hoe structuurrijker je boomgaard, hoe meer inspiratie bieden bij de keuze
soorten je zal aantrekken. Ook hier geldt dat hoe structuurrijker de ondergroei is, hoe meer van bomen en struiken.
planten hier goed zullen gedijen. Bovendien leidt een structuur-
Gevallen fruit dat niet opgeruimd wordt, vormt een echte lek- rijke ondergroei tot meer insecten, wat dan weer de bestuiving
kernij voor heel wat dieren waaronder vleermuizen, konijnen, en dus de vruchtzetting ten goede komt. Daarnaast zijn hoostam-
144
Ziekten en plagen
Wanneer? Bewaren? Het afrijpingsproces kan op een aantal manieren vertraagd worden:
- Houd de temperatuur voldoende laag, maar vermijd vorst.
Steenfruit wordt over het algemeen ‘rijp’ geplukt, op kleur en zacht- Bewaren kan alleen bij appel en peer. Bewaar het fruit in een kelder, een koelkast (4 à 5° C voor appel,
heid. Een steekproef is uiteraard de beste methode om dit te testen. 0 à 1° C voor peer) of in een ruimte aan de noordkant van een
De eerste factor is rassenkeuze, Oogstappels zijn bijvoorbeeld niet gebouw
Het pluktijdstip bij pitfruit wordt bepaald door het doel. Voor on- te bewaren. Een Keuleman daarentegen heeft een natuurlijke - Probeer rond de vrucht de concentratie koolzuurgas kunstmatig
middellijke consumptie laat je het uiteraard afrijpen aan de boom. bewaarperiode van november tot mei. Wil je lang genieten van hoog te maken.
Wens je het fruit echter enige tijd te bewaren, dan moet je het eigen fruit, kies dan de rassen zodanig dat er een spreiding is van Dek de vruchten af met plastiek, eventueel zelfs in een afgeslo-
vroeger plukken, zodat het fruit tijdens het bewaren kan narijpen. de natuurlijke bewaartijd. ten plastieken zak stoppen. Door het ‘ademen’ van de vruchten
Te vroeg plukken houdt echter een risico in omdat het fruit dan gaat het zuurstofgehalte in de zak vanzelf verlagen en het kool-
snel rimpelt tijdens het bewaren. De variëteiten die het langst De tweede factor is het vertragen van de afrijpingsprocessen van zuurgehalte verhogen. Opgepast: bij te laag zuurstofgehalte is er
bewaard kunnen worden, moeten het laatst geplukt worden (eind de vruchten. Een vrucht ‘leeft’. Hij ‘ademt’, verbrandt suikers en alcoholvorming, wat een gistsmaak met zich meebrengt, daarom
oktober). produceert zo koolzuurgas, water en ethyleengas. Ethyleen heeft kan je best gaatjes in de zakken aanbrengen. Het nadeel van
daarbij een soort ‘hormonale werking’, het versnelt nog het afrij- deze werkwijze is een gebrekkige afvoer van het geproduceerde
Er worden verschillende maatstaven gebruikt om te bepalen wan- pingsproces. De vrucht verlicht, verkleurt en rimpelt. ethyleen.
neer een vrucht plukrijp is: - Voer het geproduceerde ethyleen af.
- Het vallen van ongeveer tien niet-wormstekige vruchten per Bewaar fruit met korte bewaarduur niet in de buurt van fruit
boom. met lange bewaarduur: de eerste geven snel ethyleen vrij
- De vrucht die makkelijk loslaat van de beurs. waardoor ook de afrijping van langer bewarende rassen versnelt.
- Pitten die zwart worden. Zorg voor een goede verluchting van de bewaarplaats en zet de
Inkuilen, een oude bewaartechniek onderste bakjes fruit op een latwerk zodat er ook van onderaan
Bij peren moeten de vruchten “afknakken” bij het plukken. Dit is verluchting kan plaatsvinden.
duidelijk hoorbaar. Late rassen werden vroeger buiten in een kuil bewaard. De - Houd de bewaarplaats donker.
kuil kwam op een plaats zonder risico op hoog grondwa- - Houd de luchtvochtigheid veeleer laag.
ter in de winter. Onderaan kwam er kippengaas tegen het Breng het fruit droog naar de bewaarplaats.
binnendringen van knaagdieren, daarbovenop 20 cm stro.
Hoe? De gezonde vruchten werden hierin gelegd en afgedekt Geef ook bewaarschimmels, die de vruchten aantasten en doen
met nog eens 20 cm stro. Daarbovenop kwam een laagje rotten, geen kans door:
Pluk bij voorkeur bij droog weer, vooral wanneer je het fruit wenst aarde en het geheel werd neerslagvrij gehouden met een - Alleen gaaf en gezond fruit in de bewaarplaats te brengen.
te bewaren. Bij appel en peer is het belangrijk dat mét steel ge- dekzeil of een afdekplaat. De kuil werd pas geopend na - De kistjes waarin het fruit bewaard wordt, te ontsmetten (5 %
plukt wordt. Vruchten zonder steel worden immers sneller door de belangrijkste wintervorst (eind februari). Enkele ‘schou- oplossing van formol in water) of ten minste af te spoelen.
schimmels en bacteriën aangetast, wat de bewaring hypothekeert. wen’ verticaal doorheen de constructie zorgden ervoor dat - Slechts één laag fruit per kistje te leggen. Op deze manier is een
Vruchten klem je best tussen duim en vingers, waarbij je de wijs- de zuurstofconcentratie voldoende bleef en dat ethyleen regelmatige controle gemakkelijk en zal je rijp en rot fruit sneller
vinger tegen de steel drukt. De vrucht maak je los door hem naar afgevoerd kon worden. weg kunnen nemen.
boven te buigen, waardoor de steel meestal perfect loskomt tussen
beurs en vruchtsteel.
146
Verwerken
148
148
Contactgegevens
Op zoek naar inspiratie? Breng dan zeker eens een bezoek aan een Nationale boomgaardenstichting vzw (NBS) Vlaamse Landmaatschapij (VLM)
bestaande boomgaard. De boomgaarden in het Tivolipark en in het De Nationale Boomgaardenstichting is een Belgische vzw die zich Bij de VLM kan je, indien je een landbouwer bent, een beheerover-
Provinciaal Groendomein Vrijbroekpark, beiden in Mechelen, zijn bekommert om het behoud, het beheer en de verwerving van eenkomst afsluiten, onder meer voor de aanleg en het onderhoud
vrij toegankelijk. In Antwerpen kan je in de fruittuin van park Den waardevolle boomgaarden, en daarmee samenhangend hun flora van een aantal typische kleine landschapselementen (hagen, heg-
Brandt oude fruitrassen bewonderen, in Itegem kan de boomgaard en fauna. Het in stand houden en het heraanplanten van boom- gen, houtkanten). De overeenkomst betekent enerzijds een aantal
Pomona Belgica bezocht worden (na telefonische afspraak 015 25 gaarden is voor de vzw één van de prioriteiten, naast onder meer verplichtingen, maar anderzijds ook een beheervergoeding.
18 12) en in Zwijndrecht kan je in de boomgaard naast de Kerk- het uitbouwen en genetisch behouden van ons nationaal en lokaal
hofwegel terecht. fruitpatrimonium. www.vlm.be (doorklikken naar Land- en Tuinbouwers, Beheerover-
eenkomsten, Doelstelling)
Vanaf 2011 kan je een nieuwe boomgaard bezoeken op domein De Nationale Boomgaardenstichting organiseert ook verscheidene
Roosendael te Sint-Katelijne-Waver. Een paar eeuwen geleden educatieve activiteiten en cursussen (bijvoorbeeld snoeicursussen).
was domein Roosendael een abdij met een eigen moestuin en Vlaamse Overheid, Afdeling Landbouw en Visserij
boomgaard. Vandaag de dag rest er nog maar weinig van die vroe- Nationale Boomgaardenstichting Indien je minstens 10 hoogstammige fruitbomen aanplant of
gere abdijperiode. Door de aanplant van een hoogstamboomgaard Leopold III straat 8 behoudt, indien ze behoren tot een bepaalde lijst van variëteiten
met 36 appel- en 18 perenvariëteiten die historisch in de streek 3724 Vliermaal en je deze bomen minimum 5 jaar behoudt, dan kan je in aanmer-
voorkwamen, laat vzw Kempens Landschap het verleden van het T 012 39 11 88 | F 012 74 74 38 king komen voor een subsidie ‘Hoogstammige fruitbomen – oude
domein weer spreken. info@boomgaardenstichting.be fruitrassen’.
www.boomgaardenstichting.be
Wie een boomgaard(je) wil aanleggen of een fruitboom wil plan- Meer informatie op www.vlaanderen.be (doorklikken naar Thema’s;
ten, bijvoorbeeld als geboorteboom, kan zich best goed informeren. Milieu en Energie; Landbouw, Veeteelt en Visserij; website van het
Daartoe bestaan er in onze provincie verschillende mogelijkheden: Gemeenten beleidsdomein Landbouw en Visserij en tenslotte klikken op het
Sommige gemeenten en steden ondersteunen de aankoop en/of tabblad subsidies, plantaardige sector).
het onderhoud van kleine landschapselementen, waaronder fruit-
bomen. Informeer zeker eens bij de milieudienst van je gemeente!
Proefcentrum Fruitteelt vzw
Het Proefcentrum Fruitteelt tracht een toegevoegde waarde te
Provincie Antwerpen creëren voor de fruitteelt door toegepast wetenschappelijk onder-
Het Provinciaal Groendomein Vrijbroekpark in Mechelen heeft een zoek en proeftuinwerking, door kennisgaring, kennisoverdracht en
aantal heel oude fruitrassen staan, die een bezoekje zeker waard diensten.
zijn! Daarnaast organiseren zij jaarlijks één à twee educatieve
activiteiten, bijvoorbeeld rond snoei of sapverwerking. Vier je graag Proefcentrum Fruitteelt vzw
feest, dan kan je op het einde van augustus in het Vrijbroekpark Fruittuinweg 1
terecht voor de Oogstfeesten. 3800 Sint-Truiden (Kerkom)
T 011 69 70 80 | F 011 69 71 10
www.provant.be info@pcfruit.be
(Doorklikken naar Vrije tijd, Domeinen, Vrijbroekpark) www.pcfruit.be 149
149
Geraadpleegde werken
Regionale Landschappen vzw Kempens Landschap Anoniem, Liste de Variétés de Poires et de Pommes recomman-
Een regionaal landschap is een streek met een eigen identiteit en dables pour la culture en Hautes Tiges en Belgique, Duculot,
met belangrijke natuur- en landschapswaarden. Bovendien is een Vzw Kempens Landschap is actief in 50 gemeenten in de provincie Gembloux, 1939.
regionaal landschap een samenwerkingsverband tussen gemeen- Antwerpen. Als organisatie kan ze voor Vlaanderen uniek en exem- Bagenal, N.B., Fruit Growing, London & Melbourne, 1939, (1ste druk),
ten, provincie en verenigingen uit de sectoren natuur, landbouw, plarisch genoemd worden. Het is immers geen natuur- of monu- 1945,(herziene druk), 1946, 416p.
jacht en toerisme. Door voortdurend overleg en samenwerking met mentenvereniging, maar een landschapsvereniging. Vzw Kempens Banga O. en Kronenberg H., Teelt en verdeling van Aardbeien in
alle partners, werkt een regionaal landschap aan de verbetering Landschap stelt bij al haar domeinen een multidisciplinaire aanpak België, Wageningen 1947, p. 317.
van de landschapskwaliteit en het vergroten van het draagvlak voorop. Het landschap heeft immers niet alleen een natuurfunctie, Bivort Alexandre, Album de Pomologie, Tome I - IV, Bruxelles,
voor natuur en landschap binnen haar werkingsgebied. we wonen, werken en ontspannen er ook. Dat alles vraagt een 1847–1951.
geïntegreerd beheer en juist daarin maakt het Kempens Landschap Burvenich Fréd. Père, De Boomgaard of Fruitkweek, 1890.
De provincie Antwerpen telt vier Regionale Landschappen. Neem zich sterk, voor U en volgende generaties! Burvenich Fréd. Père, Concours de Vergers – Rapport sur les opéra-
zeker eens een kijkje op hun website! Zo organiseert Regionaal tions du Jury, 1888.
Landschap Rivierenland vzw regelmatig een cursus met betrekking www.kempenslandschap.be Burvenich F., Pynaert E., Rodigas E. en Van Hulle H.,Bulletins
tot de aanleg en het onderhoud van hoogstamboomgaarden. d’Arboriculture, de Floriculture et de Culture Potagère, Gand,
1872-1905.
Regionaal Landschap de Voorkempen vzw: www.rldevoorkempen.be Bodemkundige Dienst Burvenich Fréd. Père, Pynaert E., Rodigas E. en Van Hulle H., Tijd-
Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete vzw: www.rlkgn.be De Bodemkundige Dienst van België is een onafhankelijke onder- schrift over Boomteeltkunde, Bloementeelt en Moeshovenierde-
Regionaal Landschap Rivierenland vzw: www.rlrl.be zoeks- en adviesinstelling voor landbouw, tuinbouw en milieu in rij, Orgaan van den Boomteeltkundigen Kring van België, Gent,
Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw: www.rlsd.be de breedste zin van het woord. Ze is vooral actief in bodem- en 1865–1905.
wateronderzoek, bemestingsadvisering, irrigatiesturing en milieu- Centre Régional de Ressources Génétiques d’Espace Naturel Régio-
effectrapporten, en biedt daarnaast ook tal van diensten aan voor nal, Les Pommes du Nord, Villeneuve d’Ascq, 1996, 152p
Vereniging voor Ecologische Leven en Tuinieren overheid, bedrijven en particulieren. Commission Royale de Pomologie (La), Annales de Pomologie Bel-
ge et Etrangère – Thomes 1 – 8, F. Parent, Bruxelles 1853 à 1860.
(VELT)
www.bdb.be Commissie voor de Rassenlijst voor Fruit, 7de Beschrijvende Ras-
Velt staat voor: gezond leven op het ritme van de seizoenen. En senlijst voor Fruit, Wageningen, 1954; 159p
dit met respect voor de natuur. Velt geeft ecologisch leven vorm Commissie voor de Rassenlijst voor Fruit, 16de Rassenlijst voor
in huis, tuin en daarbuiten. Door kwaliteitsvolle publicaties en Fruitgewassen, Wageningen, 1980, 153p
samenwerkingsverbanden wil Velt bijdragen tot de ontwikkeling Commissie voor de Rassenlijst voor Fruit, 18de Rassenlijst voor
van een duurzame levensstijl. Fruitgewassen, Wageningen, 1982, 288p
Coninck L., Congres Wereldtentoonstelling Antwerpen, 1930.
Velt vzw
Uitbreidingstraat 392 C
2600 Berchem
T 03 281 74 75 | F 03 281 74 76
info@velt.be
www.velt.be
150
Debatty M., La culture Fruitière extensive Belge, Brasschaet 1943, Jaarboek 1994, Jaargang 15, Heemkundige Kring van Malle, p 98. Smith Muriel, National Apple Register of the United Kingdom,
p. 16. jaartal (na 1887), 163 p. London, 1971.
Debuisson J., Les variétés d’origine Belge du pommier, Bulletin Knoop Johann Hermann, Pomologia, 1ste uitgave in het Neder- Sociéte d‘Horticulture d’Anvers, Catalogue de plantes Exposées les
Horticole 1947. lands, Leeuwarden, 1758. 8,9 et 10 mars 1840.
Decaisne J., Le Jardin Fruitier du Muséum, Tome 1 à 6, Paris, 1871- Lacops M., Buitenleven Deel 1 - De Boomgaard, 3de uitgave, ong. Société Nationale d’Horticulture De France, Les meilleurs Fruits au
1872. 1930. début du XXième siècle, 1907.
Dodoens R., Cruydtboeck, 1563. Leroy André, Dictionnaire de Pomologie, Tome I - V, Angers, 1867– Staatliche Lehr- und Versuchsansalt für Wein- und Obstbau Weins-
Dufour F., Volledig handboek over Fruitteelt, 4de uitgave, Stree, 1879. berg, Sortenbeschreibungen Steinobst, Weinsberg, 2006, 130p
zonder datum, Listen R., Beeftink A./ Nederlandsche Heide maatschappij, Neder- Störtzer M., Wolfram B., Schuricht W., Männel R., Steinobst, Rade-
Du Mortier B.C., Pomone Tournaisienne, Tournay, 1869 landse Fruitsoorten, Arnhem, 1942 beul, 1992, 173 p.
Friedrich G., Petzold H., Handbuch Obstsorten, Stuttgart, 2005, 624p. Mahieu Willy, Appels en peren, Tielt, 2005 Theyskens, J.,Le poirier, Taité pratique de sa culture, Paris et Bruxel-
Fruitteeltcentrum K.U. Leuven, Verslag Proefveldwerking Demon- Mathieu Carl, Nomenclator Pomologicus, Berlin, 1889. les, geen jaartal ( na 1887) 163 p.
stratieactiviteiten, Aarschot-Rillaar, 1997, 65p Michiels G., 50 Varietés de poires d’élite, Bruxelles, 1892, 170 p. Tuinbouwberichten, Fruitsortiment voor Antwerpen, Antwerpen
Georlette R., Contribution à l’histoire de la pomologie : Les variétés (beschrijving van 50 soorten met pentekeningen) 1935, p. 61
de fruits d’orgine Belge, extrait des Annales de Gembloux, Ducu- Mühl F., Alte und neue Apfelsorten, München, 1995. Tuinbouwberichten, Bijkomende fruitkeuringen Antwerpen 1936,
lot, 1er trimestre 1954. Mühl F., Alte und neue Birnensorten, München, 1991 p. 95.
Gilbert Charles, Les Fruits Belges, Imp. Callewaert, Bruxelles, 1874, Müller J., Bissmann O., u.a., Deutschlands Obstsorten, Band I - Van Cauwenberghe E., Monographie Standarisatie en Cultuur van
106 p. Äpfel,Stuttgart, 1905-1933 Pruimen, Brussel, 1941.
Gilbert Charles, Naamlijst der Belgische Fruiten, zonder datum N.D.A.L.T.P., Handleiding voor de koper van Fruit, Van Cauwenberghe Edmond, De Kersen Monografie, Vilvoorde,
(omstreeks 1880) Brussel 1954, blz. 24. 1945.
Hartmann W., Farbatlas Alte Obstsorten, Stuttgart, 2003. Petzold Herbert, Appelsoorten, Antwerpen, 1979. Van Cauwenberghe Edmond., Pomologie, Cursus fruitboomteelt,
Hiemeleers J. en Vanderhasselt P., Fruitteelt, Belgische Boerenbond, Petzold Herbert, Peresoorten, Antwerpen, 1986. deel 1: appel; deel 2: peer. Vilvoorde, zonder jaartal (ong. 1945).
Leuven, 1947. Populer C., Liste des anciennes variétés Belges, Gembloux, 1979. (met silhouettekeningen en doorsneden)
Ickx H. en G., Praktische wenken over Fruitteelt, Mortsel, 15 uitga- Prov. Pom. Vereniging van Antwerpen, Fruitkeuringen 1935 Verslag Van Cauwenberghe Edmond, Fruit, aard en kenmerken, NDALTP,
ven: 1ste 1904; 2de 1908; 3de; 4de 1911; 5de 1914; 6de 1917; 7de Antwerpen 1935, 14 p. Brussel, 1954.
1919; 8ste 1922, 9de 1926; 10de 1932; 11de 1936; 12de 1941; Royen Ludo, Pomologia, Ledenblad van de Nationale Boomgaards- Vertessen R., Prix-Courant des Pépinières Nationales (S.A.) à
13de 1943; 14de 1945. tichting (NBS) vzw, Leopold III straat 8, 3724 Vliermaal, jaargan- Hoboken-lez-Anvers, Antwerpen 1921–22.
Ickx H., Variëteiten appel en peer, 1931. (aquarellen en beschrijvin- gen 1984 – 2010 Walravens M.V., «Considerations sur les varietes de pommes et
gen onuitgegeven) Sels L., Fruitkeuringen 1936, Tuinbouwberichten 1937, p. 95 poires créees en Belgique.» in het Bulletin de la Société royale
des Conferences Agricoles et Horticoles d’Ixelles, N° 50, jaargang
1967.
151