Professional Documents
Culture Documents
Bijlage 4
Sporen
3. paardenstaarten - in vergelijking met mossen zijn
paardenstaarten en varens beter
aangepast aan een droger landleven
- ze hebben echte wortels
- ze hebben bladeren en stengels met
een wasachtige laag die uitdroging
tegengaat
- stengels en bladeren bevatten
vaatbundels waarmee water en
voedingsstoffen door de plant kunnen
worden getransporteerd
- houtachtig materiaal zorgt voor
stevigheid
- kunnen ook in de hoogte groeien en
kunnen daarom meer zonlicht
opvangen tov mossen ( dankzij
houtachtig materiaal en
vaatbundels), ze kunnen
concurrenten letterlijk
overschaduwen hoe groter ze zijn
Dubbelloof
1.1 Milieu
op vochtige plaatsen in bos, greppels
1.2 Bladeren
- 10 tot 50 cm lang
- in bundels
- bladeren: lancetvorm - samengesteld
- vruchtbare bladeren: rechtop en smallere bladslippen met aan
onderzijde : 2 lange rijen sporenhoopjes
- onvruchtbare bladeren: liggend en bredere bladslippen, GEEN
sporenhoopjes
Stekelvaren
1.1 Milieu
bossen, beschaduwde plaatsen
1.2 Bladeren
- in bundels
- bladeren: langwerpig-driehoekig - samengesteld
- bladslipjes : kort stekelpuntje
- ronde sporendoosjes: aan onderzijde
Mannetjesvaren
1.1 Milieu
rijke bosgrond, grachten en dijken (soms gekweekt: wormen)
1.2 Bladeren
- in bundels
- lang ovaal, spits toelopend, veervormig samengesteld (dubbel
geveerd), blaadjes van 2de orde: nauwelijks ingesneden!
- ronde sporendoosjes: aan onderzijde
- de naaktzadigen ( coniferen)
• betekent letterlijk kegeldrager
Coniferen of naaktzadigen
• hebben geen bloemen en
Conifeer = kegeldrager vruchten
-Geen bloemen en vruchten • zaden ontwikkelen zcih op de
-Zaden op houtige schubben van kegels
-Zaden ontwikkelen zich niet in vruchten = naaktzadigen houtige schubben van kegels
-Bv : sparren, dennen, cypressen, … • vb. naaldbomen – denappels
• naaktzadig omdat: zaden zich
niet tot een vrucht
Bloemplanten of bedektzadigen ontwikkelen maar open en
bloot op de schubben van de
-loofbomen, struiken en kruidachtige planten
-Bloemen: centrale rol bij voortplanting: kegels liggen
-Bestuiving • blijven groen in winter
-Bevruchting in vruchtbeginsel
-Ontwikkeling van zaden in vruchtbeginsel
-Vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht met daarin het rijpe zaad - bedektzadigen
= bedektzadigen ( bloemplanten)
• 8O% van alle planten
• Loofbomen (vb kastanje),
struiken (vb vlier ),
kruidachtige planten ( vb witte
dovenetel – kenmerk: hun
stengels sterven na elk
groeiseizoen af )
• Hebben bloemen ( spelen
centrale rol bij voortplanting)
• Voortplanting:
1 stuifmeel moet van de ene
bloem naar de andere
soortgenoot raken
(= grote veelvormigheid in de
groep van bloemplanten)
bestuiving
2 bevruchting ( in vruchtbeginsel
van de bloem ) waar alsook het
Voortplanting zaad zich ontwikkelt.
3 vruchtbeginsel groeit uit tot
vrucht met daarin rijpe zaad =
bedektzadigen
-
vruchten spelen een
belangrijke rol bij de
verspreiding van zaden.
- Vruchten kunnen sappig zijn
( tomaat, vlierbes) of droog
( vb. de vrucht van een kastje
2 groepen: of de zaaddoos van een
klaproos )
- bij een bloemplant zitten de zaden
dus in een vrucht
zaden
stengels
vruchten
wortels
bladeren
Vaatbundels
sporen
kegels
Bloemen
Wieren - - - - + - + - -
Vb.boomalg
Mossen bv. - + + - + - - - -
Sterrenmos
Paardenstaarten vb. + + + - + - + - -
heermoes
Varens + + + - + - - - -
Vb. adelaarsvaren
Coniferen + + + + - + - + -
Vb. spar
Bloemplanten + + + + - + + - +
Vb. paardenbloem,
straatgras en wilg
Wat zijn bladmossen? - groene planten die een stengel en bladeren bezitten
- hebben geen echte wortel maar
vasthechtingsorgaantjes
- hebben weinig licht nodig
- vormt de onderste verdieping
- nemen gemakkelijk water op langs de blaadjes ( door
die watervoorraad kan het mos een zekere periode
van uitdroging doorstaan)
- via de blaadjes kunnen ze makkelijk water verliezen,
daarom zal het watergehalte in bodem en lucht een
belangrijke rol spelen
Welke rol spelen de bladmossen zorgen voor het vochtig houden van de bodem
blaadjes?
de blaadjes leggen zich tegen de stengeltjes aan. Als de
droogte blijft aanhouden, lijken de plantjes te
verschrompelen maar behouden lange tijd het vermogen om
bij verhoogde vochtigheid te herleven.
Bevruchting
-
5 7 is geslachtelijk
8 4 is ongeslachtelijk
Adelaarsvaren
- komen vooral voor in bossen met voldoende lichtinval,
en ook op een open terrein.
bladeren - De meeste voorkomende varensoort in vlaanderen
- Tot meer dan 2m hoog
- Bladstelen komen afzonderlijk uit de grond, door de
horizontale ligging van de wortelstok. Zij vertonen op
doorsnede een adelaarsfiguur
- Driehoekige bladvorm
- Samengestelde bladeren ( drievoudig geveerd)
- Op sommige bladeren vinden we in de herfst
sporendoosjes aan de onderzijde, onder de
omgeslagen bladrand van de blaadjes van de 3de orde
Dubbelloof
- komen vooral voor op vochtige plaatsen in bossen,
vooral langs greppels, altijd op de pure grond
Bladeren - de bladeren hebben een lengte tussen tien en vijftig
cm
- ze zijn in bunders geplaatst ( verticale wortelstok)
- bladvorm: lancetvormig
- samengesteld: enkel geveerd
- de vruchtbare bladeren staan in tegenstelling tot de
onvruchtbare, rechtop en hebben smallere bladslippen
met aan de onderzijde twee lange rijen sporenhoopjes
Stekelvaren
- komt vooral voor in bossen en op andere
beschaduwde plaatsen
- minder sterk gebonden aan grachtkanten dan
wijfjesvaren
bladeren - zelfde als wijfjesvaren qua grootte en staan ook in
bundels
- dubbel geveerd
- langwerpig driehoekig
- bladslipjes eindigen op een kort stekelpuntje
- ronde sporenhoopjes aan de onderzijde van de
bladeren
Mannetjesvaren
- komt vooral voor op rijke bosgrond, langs grachten en
langs dijken, wordt ook vaak gekweekt omwille van de
wormafdrijvende eigenschappen van de wortelstok
- dezelfde grootorde en in bundels als wijfjes
bladeren - zelfde globale bladvorm als wijfjes
- dubbel geveerd, maar blaadjes van tweede ore
nauwelijks ingesneden.
- Ronde sporenhoopjes aan de onderzijde van de b
laderen.
vb. prei
behoort tot de eenzaadlobbigen:
monocotylen
Wat zijn de wortelharen? De fijnste vertakkingen van de wortel
Wat is het wortelmutsje? De top van de wortel die zich door de grond
boort, heeft een kleine, beschermende
verdikking
Wat zijn knopen? Je vindt dat op regelmatige afstanden op de
stengel, de plaats waar blad aan stengel
vastzit.
Tussenknoopstuk? Het stuk stengel tussen 2 knopen
Lid? Een tussenknoopstuk +1 knop
Verklaar: de stengel is geleed De stengel bestaat uit meerdere leden
De okselknoppen? Bij de vorming van het blad worden ook kleine
zijknoppen gevormd in de bladoksel.
De zijstengels? Uitgegroeide zijvertakking van de okselknopen
eindknop Knop aan het eind van de stengel ( zorgt voor
de lentegroei van de plant )
Knobschubben: Bescherming van de knoppen
bladknop Een knop die uitloopt tot een jonge loot met
blaadjes
bloemknop Als een knop bloemen voortbreng
Gemengde knoppen Groeien uit tot een loot met bloem en blad
Zbijlage 25
zie bijlage 26
bijlage 28 voor tekenngen bij deze verschillen (
mogelijkheden dus)
bladstanden: bijlage 27
Bouw van het blad: Een blad bestaat uit een bladschijf, een
bladsteel met een bladschedde.
Op welke manier kan een plant zijn De bladgroenkorrels in de groene delen van
eigen voedsel maken? een plant (vnl in bladeren) zijn in staat om
zonne-energie op te vangen en om te zetten in
energierijke suikers
Het transportsysteem van zaadplanten? Houtvaten vervoeren water en zouten vanuit
de wortels naar de rest van de plant. Bastvaten
vervoeren energierijke suikers vanuit de
bladeren naar andere plantendelen die brand-
en bouwstoffen nodig hebben.
Is een boom een plant? Een boom is een plant met een extra stevige
en houtachtige stengel ( stam). Dit geeft een
boom de mogelijkheid om boven andere
planten uit te groeien, waardoor hij in het
voordeel is in de strijd om het zonlicht.
Groeivoorwaarden van een plant - de toppen van stengels en wortels
zorgen voor groei in lengte
- knoppen kunnen uitgroeien tot nieuwe
zijtakken, bladeren en of bloemen.
- De stengel van een plant heeft
gespecialiseerde cellen die ervoor
zorgen dat een plantenstengels in de
dikte kan groeien.( vooral bij bomen en
struiken is dat zichtbaar, zij sterven niet
af na één groeiseizoen, zoals veel
kruidachtige planten, en kunnen
daardoor elk jaar een stukje dikker
worden)
Toepassing zie bijlage 8
Zaadplanten - hebben bladeren stengels en wortels
- bladeren van zaadplanten
• belangrijkste functie is aanmaken van
voedsel voor de eigen plant door middel
van fotosynthese ( vindt plaats in
bladgroenkorrels die zich bevinden in de
cellen van de bladeren en vaak ook de
stengel)
• de groene kleur vd bladeren:
bladgroenkorrels aborberen alle kleuren
van het opvallende zonlicht behalve het
groene licht dat weerkaatst wordt. Met
behulp van de energie uit het
geabsorbeerde zonlicht kunnen de
bladgroenkorrels uit eenvoudige
grondstoffen ( koolstofdioxide en water)
energierijke suikers vormen.
• Belangrijk bijproduct van fotosynthese
is zuurstof
• Rol van suikers:
Bouwstof voor de opbouw van haar eigen
weefsels. ( voedingszouten die de wortels
opnemen uit de bodem zijn ook belangrijke
bouwstoffen), suikers dienen ook als
brandstof, de verbranding van suikers is
het omgekeerde van het
fotosyntheseproces. De suikers worden met
behulp van zuurstof afgebroken ( verbrand)
tot koolstofdioxide en water, waarbij de
vastgelegde energie vrijkomt. De
vrijgekomen energie wordt onder andere
gebruikt bij de groei van een plant en de
vorming van bloemen vruchten en zaden.
Toep: je hebt waterdiertjes gevangen in
de sloot en neemt ook een aantal
waterplanten mee, in de klas doe je de
diertjes in een glazen accubak met
slootwater, samen met de
waterplanten, de volgende dag zjn de
meeste waterdiertjes doodgegaan.
Mogelijke oorzaak?
Hoe vermijden?
De bouw van een blad De bladeren overlappen elkaar zo min mogelijk
waardoor de plant zoveel mogelijk zonlicht kan
opvangen, via een fijn netwerk van hoofd- en
zijnerven wordt het benodigde water
aangevoerd. De cellen met de meeste
bladgroenkorrels bevinden zcih aan de
bovenkant van het blad. Aan de onderkant van
het blad zitten de meeste huidmondjes die
zorgen voor de aan en afvoer van
koolstofdioxide en zuurstof. Via de
huidmondjes wordt ook de verdamping
geregeld. ( p 36 lezen)
De bouw en functie van wortels
??
1.2.2 De bouw en de functie van bladeren
Belangrijkste functie : aanmaak voedsel dmv FOTOSYNTHESE
Fotosynthese: in bladgroenkorrels
Suikers: als bouwstof (van eigen weefsels) maar ook als
brandstof (voor groei van plant en de vorming van
bloemen, vruchten en zaden)
Fig 1.2.2a p.34
- hebben transportfunctie
- bestaat uit buisachtige cellen die met
elkaar verbonden zijn
- bestaat uit 2 soorten:
- in bladeren worden suikers • bastvaten (liggen het dichtst bij de
aangemaakt die naar de rest van buitenkant van de stengel en vervoeren
de plant vervoerd worden. Dit suikers vanuit de bladeren naar de rest
kunnen plantendelen zijn die van de plant)
energie en bouwstoffen nodig
• houtvaten ( liggen meer naar het
hebben om te groeien bv blad –
midden van de stengel en vervoeren
en bloemknoppen. Het water
water en zouten vanuit de wortels
met de opgeloste zouten dat
omhoog, de celwanden zijn extra
door de wortels is opgenomen
verstevigd met houtstof anders zouden
wordt onder andere naar de
ze het water niet goed op kunnen
bladeren getransporteerd waar
nemen omdat de celwanden tegen
het gebruikt wordt bij de
elkaar aan zouden kunnen plakken)
fotosynthese
- het stelsel van hout en bastvasten loopt
door de in de wortels en de bladeren. In
vaatbundels bij de stengel :
de bladeren liggen de vaatbundels in de
nerven van het blad.
Het dun laagje cellen dat zich tussen de bast-
en houtvaten bevindt, het maakt voortdurend
nieuwe cellen aan. Naar de buitenkant vormt
het cambium bastcellen, naar de binnenkant
de houtcellen.
Doordat de plant vaak ook een laagje cambium
heeft in de stengel
- water verdampen
Wat is cambium? - suikers aanmaken
- kan reservevoedsel bevatten
- enkelvoudig of samengesteld
- nervatuur
- bladvorm
Hoe komt dat een plant ook in de dikte - insnijding bladrand/ bladschijf
kan groeien? - bladstand ( wat wordt hier mee
bedoeld?) vbn zoeken
Wat gebeurt er als de bomen heel oud - Hun stam wordt elk jaar dikker
worden? - hun cambium vormt naar buiten toe de
bastvaten ( bast van de stam) en naar
binnen toe de houtvaten ( hout van de
stam)
- de levende laag van bastvaten wordt
elk jaar vernieuwd, maar de laag met
houtvaten blijft bestaan ook al zijn de
cellen afgestorven.
- loofbomen
- naaldbomen ( smalle harde bladeren in
Belangrijke boomtypes de vorm van naalden ) = coniferen
bekende soorten: fijnspar ( vaak ten
onrechte dennenboom genoemd), de grove
den ( veel in Nederlandse naaldbossen,
roodkleurige bovenstam) = je kan het
verschil tussen de grove den en de fijnspar
goed zien aan de plaatsing van de naalden
aan de takken . bij een spar zitten de
naalden individueel aan de takken en b ij
een den zitten de naalden in paren aan de
takken.
- lariks: goed herkende naaldboom,
naalden zitten in groepjes aan takken,
in herfst kleuren de naalden geel en
vallen ze af de meeste andere
naaldbomen blijven groen en blijven
een aantal jaren aan de boom vast
zitten.
Bijlage 11
Tot welke groep behoren alle Tot de bloemplanten
loofbomen?
Wat is karakteristiek voor de - platte en brede bladeren
loofbomen? - bladeren kunnen enkelvoudig zijn
( zoals bij eik en wilg ) of samengesteld
( zoals bij paardenkastanje en de es).
Een samengesteld blad bestaat uit een
bladsteel met meerdere blaadjes.
Bijlage 12
3 onderdelen van een plant? Stengel blad en wortel
Moeten wij de bladeren achteraan het boek
kunnen benoemen?
Wat betekent determineren? Bomen op naam brengen adhv bladvormen